WATER-SLAG
LOO
WATER-SLAGloo 1) Pedagogische fiche 1.1) Opzet: Water-Slag wil leerlingen van de derde graad lager onderwijs sensibiliseren voor water. Meer bepaald wil “Water-Slag” een klein beetje dieper ingaan op de inspanningen die de dorpelingen in de ontwikkelingslanden zich getroosten om een waterput (als die er is) een lang leven te geven. Via eenvoudige opdrachtjes en oefeningen wordt in de klas een klimaat (omgeving) gecreëerd waarin makkelijker van gedachten kan gewisseld worden over onderhoud van een waterput; over hygiëne, over het belang in een dorp van afspraken maken,… Met Water-Slag krijgt een project rond water in het Zuiden een beetje meer inhoud. 1.2) Doelgroep: derde graad LO 1.3) Maximum-groepsgrootte: tot 25 leerlingen 1.4) Korte beschrijving: de leerlingen worden in groepjes verdeeld en werken eenvoudige opdrachten af. Voor elke gerealiseerde opdracht kunnen ze beloningsstukken verdienen waarmee ze een dorp kunnen verbinden met een waterpunt. Het komt er op in deze fase op aan om zoveel mogelijk dorpen op water aan te sluiten. Na dit spel volgt een kringgesprek over wat er allemaal komt kijken bij om dorpelingen op langere termijn water te geven. 1.5) Algemene doelstellingen: • inzien dat jonge waterdraagsters en waterdragers minder makkelijk naar school kunnen; • inzien dat een goed onderhouden waterput in de directe omgeving meer kansen biedt op betere hygiëne en minder ziektes; • weten dat dorpelingen zelf heel wat inspanningen doen voor het onderhoud van hun waterput; • leefwereld van jongeren in het zuiden wat concreter maken; • moeders (mama’s) die niet ver moeten lopen voor veilig en gezond water kunnen meer tijd besteden aan de jonge kinderen; 1.6) Organisatie: Materiaal: verschillende speeldozen (= enveloppes) per klas – 1 speeldoos (enveloppe) per klein groepje – elke speeldoos (enveloppe) bevat eenzelfde aantal fiches met opdrachten – twee lange repenstof per speelgroepje – beloningsstukken Accommodatie: een speeltafel per groep; 1.7) Voorbereiding: suggesties - Foto’s verzamelen over waterdragers en waterdraagster in het Zuiden en uithangen; - De video “Een dag uit het leven van een Haïtiaans kind” opvragen bij PROTOS en vertonen;
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
2. Uitwerking en spelverloop Water-Slag Voorbereiding - Maak op voorhand voor elke groep een enveloppen (of speldoos) klaar met daarin op een aparte bladzijde de verschillende opdrachten. Suggesties voor die opdrachten vind je verder in deze bundel (= een enveloppe/speldoos voor elke deelnemende groep). - Print vervolgens de beloningstukken (in bijlage in deze bundel) uit op kleefpapier, plak die op stevig karton en knip uit. Steek die beloningstukken in een zak. - Zorg dat je voor elke subgroep ook twee lange repen stof hebt Water-Slag in de klas 1) de klasgroep wordt in vijf of zes of zeven groepjes (zeg maar dorpen) verdeeld (= vier spelers per groep). 2) Elk “dorp” krijgt de grote enveloppe met daarin voor elke groep hetzelfde aantal en soort opdrachten en twee lange repen stof (zie verder). Je bepaalt zelf welke opdrachten er moeten uitgevoerd worden. 3) Voor de grote groep wordt één keer uitgelegd / verteld / toegelicht: - dat in de enveloppe verschillende opdrachten zitten; - dat elk dorp elke opdracht moet vervullen; er mag geen opdracht opzij gezet worden; - dat elke groep – dorp zelf bepaalt hoe ze aan de opdrachten beginnen en in welke volgorde… (achtergrond en te gebruiken bij nabespreking : elk dorp moet het zelf oplossen – er is niemand die hen zegt hoe en wat ze moeten doen – ze moeten het zelf “ondervinden” – ze moeten met elkaar zoeken naar de beste oplossing – samenwerking - …); - dat ze na elke opdracht het resultaat moeten komen tonen of iemand van de spelleiding kunnen laten komen (achtergrond en eventueel te gebruiken bij nabespreking: in de realiteit liggen de dorpen op grote afstand van elkaar – iemand roepen die 15 tot 25 kilometer verder zit kan niet - wat in het dorp gebeurt verplaats je zomaar niet- …); - dat ze voor elke uitgevoerde opdracht een beloning krijgen onder vorm van een spelstuk (dit zijn bronnen en dorpen met elkaar al of niet verbonden met waterleidingen – zie verder) - dat naargelang de opdracht goed of minder goed is uitgevoerd (dit wordt bepaald door de spelleiding) ze uit een doos / zak blindelings 1,2 of 3 beloningsstukken kunnen kiezen. Als je vier opdrachten hebt die door de vijf groepjes allemaal perfect zijn uitgevoerd dan heb je (4 x 3 x 5 =)60 stukken nodig. - dat die groep wint die het meest dorpen heeft kunnen aansluiten op een waterput en niet wie het meest beloningstukken heeft; - dat de communicatie niet gebeurt door in de lucht te zwaaien met een hand (cfr. vinger / hand in de hoogte steken) maar dat ze moeten komen uitleg vragen: het is namelijk zo dat in elke groep twee boodschappers moeten worden aangeduid. De enkels en de knieën van die boodschappers zijn met een doek aan elkaar gebonden (vandaar de twee repen stof). Telkens als ze de spelleiding nodig hebben, moet dit aan elkaar vastgeklonken boodschappersduo naar de spelleiding “stappen” met hun vraag (achtergrond en te gebruiken bij nabespreking: communicatie is moeilijk – kost inspanningen – er zijn ginder weinig telefoonlijnen – de bussen rijden niet altijd – er zijn wel gsm’s maar daarom niet altijd goede verbindingen,…) - dat het boodschappersduo mag veranderen in de loop van het spel; 4) bij elke opdracht hoort een schriftelijke uitleg = wat het dorp juist moet doen.
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
5) Voorbeelden van beloningsstukken : (in bijlage krijg je alle beloningstukken)
Opmerking : met bovenstaande vier beloningsstukken sluit je het dorp nog niet aan op de waterleiding : de stukken met daarop de bron of het dorp mogen immers niet gedraaid worden (basis blijft onderzijde en de daken staan bovenaan!!!) Hieronder kan het wel met de 3 beloningstukken
6) tips voor de opdrachten die in de enveloppen moeten komen = zie verder onder 3) 7) nabespreking Eerste fase : einde spel en eerste evaluatie Hieronder enkele vragen ter inspiratie: - Wat vonden jullie leuk / minder leuk aan het spel? Waarom? - Wie heeft nu de meeste dorpen kunnen aansluiten op een waterput? - Eventueel: Als dorp 1 en dorp 2 nu alle stukken samenbrengen; kunnen ze dan samen meer dorpen aansluiten op een waterput? (idem als dorp 3 en dorp 4 hun beloningsstukken samenvoegen) - Als je met vijf groepen speelt (=oneven aantal), dan kan je de dorpen een ruilronde laten spelen met de overblijvende stukken… Welke regels? Laat ze die zelf maar eerst maken vooraleer het ruilen begint!!! - Was het leuk? – Hebben jullie zich geamuseerd? – Wat was niet leuk en waarom???? Overgang naar tweede fase Hieronder enkele tips: - Waarom waren de “boodschappers” vastgebonden? Wat stak daar nu achter? (cf. inleiding en motivatie bij het begin van de speluitleg); - Als je zo veel opdrachten krijgt in 1 keer krijgt en moet oplossen in groep – wat komt daar allemaal bij kijken…???? Wat moet je dan al zeker kunnen????? - Niet alle beloningstukken konden gebruikt worden. Hoe voelde dat aan? Je loste een opdracht op maar je kreeg er niks voor in de plaats; althans je kon niks doen met wat je kreeg. Bestaat dat in het echt ook? - Waarvoor ga jij je het meest inzetten en zorg dragen: a) voor iets dat je krijgt of b) voor iets dat je zelf hebt gekocht na lang, heel lang sparen en veel klusjes opknappen….? Leg uit? Iedereen akkoord? Wie niet? Waarom niet? Tweede fase : kleine verdieping Centrale vraagstelling aan groep: Wat komt er allemaal kijken als een dorp ver weg van de grote stad over zuiver en gezond water beschikken? Wat is er allemaal nodig? Wat moet er in dat dorp allemaal gebeuren? Wat moeten de dorpelingen kunnen? o Laat elk dorp/groepje eerst wat nadenken en al enkele elementen opschrijven; o Elke groep mag daarna nu een element naar voren brengen. o Verwijs ook naar de opdrachten – wat was er allemaal nodig? Wat moest het groepje allemaal kunnen om de opdrachten tot een goed einde te brengen?
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
o o
Wat moet het dorp dan wel kunnen? Waarom liggen er niet overal waterleidingen? (zie verder bij de 4de opdracht met de foto’s van waterdragers…) ……
o o Eens wat aanzetten zijn gegeven door de leerlingen, kan je zelf nog wat aanvullen en voorbeelden geven…(voor zover het door je leerlingen nog niet is aangehaald) Samen werken… Afspraken kunnen maken met elkaar Brieven schrijven; verslagen maken Vertegenwoordiger aanduiden en naar burgemeester sturen met de “water-vraag” van het dorp…. Water is er ook nodig! Is er water in de buurt? En buizen natuurlijk, om waterleidingen te kunnen leggen. Mensen: anders heb je geen dorp… Techniekers die de waterbuizen kunnen leggen en aaneenzetten. Maar dat kost geld… Een pomp om het water vanuit de diepte naar boven te krijgen Zorgen dat er geen vuil water rond de pomp komt…. Vermijden van stilstaand water … Waarom? Hoe? (cf. malaria-mug) Overleggen – vergaderen - .. Beschermen van de waterpomp…. Zo dat er geen afval in komt… Geld! Waarvoor? om de pomp te kopen en de buizen; om de techniekers te betalen; voor het onderhoud; … Reservestukken: waarom? … Worden mensen soms bedrogen? (Cf. slechte beloningsstukken…of iets kopen / bestellen dat eigenlijk niet werkt of niet deugt??? Mag dat? Gebeurt dat vaak? Slot: Centraal idee om mee te geven aan je leerlingen: een pomp is als een PC of een computer. Je moet er mee leren werken; maar vooral leren mee omgaan. Dat komt niet vanzelf. Je moet je weg vinden op die machine: waarvoor dienen al die knopjes - toetsen…? Er komen ook afspraken. Wanneer mag je er op werken? Leren “leven” met die PC en er geen slaaf worden. Hoe optimaal gebruiken? Als een dorp ergens ver weg in Afrika, na lang – heel lang aandringen eindelijk over een waterpomp kan beschikken, dan moet dat dorp ook leren “leven” met die pomp. Als het een simpel geschenk is, dan gaan ze er weinig moeite voor doen. Als iedereen in het dorp geholpen heeft bij het graven van grachten of bij het leggen van de buizen, dan is die pomp plots veel meer dan een geschenk en gaan ze er meer moeite voor doen en ook meer zorg voor dragen. Die pomp moet iets van hen worden. Dat is niet gemakkelijk. Zorg dragen voor het materiaal op school bvb. Er moeten ook afspraken komen; met alle mensen uit het dorp. Verder moeten ze ook het verschil leren tussen ziekmakend water uit de rivier en goed veilig water (dat uit de grond wordt opgepompt). Een pomp in het dorp verandert heel wat. Een goed waterprogramma levert niet alleen de pomp af maar zorgt er ook voor dat het dorp “overweg” kan met die pomp. Je kan je voor dit afrondend woordje ook laten inspireren door de praktijkervaringen en filosofie van PROTOS op de website (www.protosh2o.org) – of zie verder in deze map ook bij “Klein beetje achtergrond voor jou als leerkracht”).
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
Klein beetje achtergrond en info voor jou als leerkracht Bij PROTOS komt het er ook op aan om te werken op duurzaamheid. Wat heb je aan een watervoorziening die na een paar jaar niet meer werkt? Hoe voorkom je zo’n problemen? Het is niet voldoende dat er een waterput komt in een dorp als de dorpelingen niet weten dat dit water anders is dan rivierwater (belang van vorming rond hygiëne). Wat ben je met een put als je geen herstellingen kunt aanbrengen of niet weet hoe de put en de omgeving er rond te onderhouden (Cf. er voor zorgen dat er zich geen plassen vormen rond de waterput waarop muggen met malaria rondfladderen). Een put is goed maar… wint pas echt aan betekenis als de dorpelingen ook beter greep krijgen op hygiëne en afvoer. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat als je nieuwe watervoorzieningen installeert er minder ziektes zijn omdat er meer zuiver water voorradig is; maar als je bovendien die nieuwe watervoorzieningen nog eens koppelt aan een goede hygiënische vorming (belang van proper water – gevaar van bacteriën in het rivierwater,…) dan daalt het aantal ziektes nog drastischer !! Als op sommige plaatsen de dorpelingen er zelf voor kiezen om een heel klein beetje te betalen voor het water dat ze komen halen aan de pomp, dan is dat ook juist om de betrokkenheid te verhogen. Gratis is gratis en is goedkoop en niemand voelt zich verantwoordelijk als er iets fout loopt. Het komt er dus op aan dat de dorpelingen zich mee verantwoordelijk te laten voelen voor de watersystemen in hun dorp. Hoe meer je de dorpelingen betrekt in het waterproject, hoe groter de kans dat het watervoorzieningssysteem langer meegaat. Dorpelingen mee betrekken komt neer om hen mee te doen denken in het opzet, in de planning, in de uitvoering,…. Zo vallen ze niet uit de lucht en weten ze wat er van hen verlangd wordt . Bovendien steken ze er iets bij op (cf. water is niet alleen een doel maar ook een middel). PROTOS probeert haar programma’s zo uit te werken en uit te bouwen dat die sociale, die technische, die “organisationele” (institutionele) en die financiële kant ook aandacht krijgt. Op die vier niveaus zoekt PROTOS ook naar duurzaamheid. Werken aan sociale duurzaamheid, aan financiële duurzaamheid…. Je moet dat allemaal mee inbouwen bij het uitschrijven - opstellen van een water-programma. Dat betekent ook zoeken hoe je dat alles bespreekbaar gaat stellen in dat dorp. Je bouwt aan iets en je moet een goed zicht hebben op de verschillende subresultaten die je nodig hebt. Hoe liggen de relaties met het gemeentebestuur? Is er contact? Heeft de gemeente zicht in welke dorpen er een grote bereidheid bestaat om over een waterput te beschikken? (hoe meet je zo’n bereidheid? Hoe breng je dat in kaart?) Welke dorpen worden eerste bediend en waarom en hoe breng je dat over aan de dorpen die uit de boot vallen? Want er is niet altijd geld genoeg dat moet komen van de overheid….!! PROTOS stimuleert de gemeenten om zich verantwoordelijk te stellen dat er meer waterputten komen die onderhouden worden… Willen de dorpelingen (= wij zouden het eigenlijk moeten hebben over wijkbewoners want veelal bestaat een ‘gemeente’ in het Zuiden uit verschillende verafgelegen dorpen) iets betalen voor het nieuwe watersysteem? Hoeveel? Willen ze werk maken van een klein financieel potje om herstellingen te bekostigen? Om iemand met het openbaar vervoer naar de gemeente / grote stad ver weg te sturen waar die persoon een cursus over “hygiëne” kan volgen bvb. ? Die persoon kan dan verslag komen uitbrengen en meer dorpelingen “water-wijzer” maken!! Is er een comité dat zich bezighoudt met de waterput? Dat eventuele herstellingen plant? Dat er voor zorgt dat er geen dieren in de onmiddellijke nabijheid van de waterput kunnen komen? Is er een afbakening gepland? (hoe betalen ze dat hekken of die afrastering?) Is er een traditie in de streek om in groep te werken? Cf.: in veel culturen bestond / bestaat de gewoonte om voor de gemeenschap te werken. Is die er nog? Kan die aangewakkerd / versterkt worden? Hebben vrouwen inspraak? Mogen ze in het openbaar het woord nemen waar ook de mannen bij zijn? Werken met aangepaste technologie. Geen dure computer gestuurde systemen ! Op welke plaats moet de waterput komen? In het centrum van het dorp? Of juist in de buurt van de velden? En waarom? Kan dat technisch? Niet te duur?
3) Opdrachten: enkele voorstellen en ideeën
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
Los volgende rebus op: Antwoord =
Knip knip knip knip…………………………………………………………………………………………………………
Kleine water-quiz: 1) Schrijf 6 merken op van flessenwater 2) Bij welke temperatuur bevriest water? 3) Welk “huis” is gemaakt van “water”? 4) Waarvoor dient een waterpas? 5) Is sneeuw water? 6) Waarvoor dienen dijken? 7) Schrijf 6 types van “watervoertuigen” op (“dingen” die zich in of op het water kunnen bewegen of verplaatsen) 8) Schrijf 3 manieren op om minder zuiver water te verspillen.
° ° ° ° ° °
° ° °
9) Hoeveel bulten heeft een kameel? 10) Schrijf 5 woorden op die beginnen met water en schrijf 5 woorden op die eindigen op water. Knip knip knip knip…………………………………………………………………………………………………………
Wat zou de tekening hieronder willen uitdrukken?
Knip knip knip knip…………………………………………………………………………………………………………
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
Kijk aandachtig naar de foto’s hieronder; ze gaan alle drie over ‘water halen’. Los de vragen op.
a) Wat valt je op als je naar deze foto’s kijkt?
b) Wat zou er een betere oplossing zijn? Wat is daar allemaal voor nodig?
Suggesties voor opdrachten / proeven Zorg dat elk taak op een apart bladje komt + zorg er voor dat er voldoende beloningstukken zijn: voor elke opdracht heb je er al 1of 2 of 3 nodig – zie verder onder puntje 4 Haal een blokkendoos bij de spelleiding en bouw met alles wat er in zit een zeer hoge toren / lange brug… Maak deze puzzel (verknip een foto van de 11 11 11 solidariteitskalender in kleine stukken) Maak een affiche die er toe aanzet om lekkende kraantjes dicht te draaien Zoek in deze atlas het antwoord op….. (wat moeten jouw leerlingen kennen / kunnen ?) Maak een toneelstukje waarin elkeen van de groep meespeelt. Schrijf in grote lijnen het verloop weer. Situatie 1: er is geen zuiver water meer in het dorp. Vele kinderen worden ziek van het rivierwater. Hoe komt dat toch? Vroeger dronken de mensen van het dorp zonder problemen van het rivierwater, en nu ?? Wat is er gebeurd? Het dorp gaat op onderzoek… Een opslagplaats van gifstoffen… vloeistof is in de grond gesijpeld….… .
Situatie 2: de schoolbel luidt. Kinderen stellen zich op voor hun klas. Sommige kinderen kunnen niet naar school…want…… (waarom kunnen ze niet? Wat is er gebeurd? (cfr. moeten water gaan halen; moeten meehelpen thuis / op het veld;…. ); Wat is het gevolg als je geen school loopt….
4) Beloningstukken
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
Het maximale aantal beloningstukken = aantal subgroepen X aantal opdrachten X 3!!
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19
Dienst Mondiale vorming - PROTOS vzw – Flamingostraat 36 - 9000 GENT - 09/235 25 19