- concept notitie CONSULTATIEBUREAU VOOR OUDEREN (CbO) Inleiding Voorafgaand aan de Dag van de Verantwoording op 24 mei 2006 heeft de CDA fractie in de vergadering van de Statencommissie Welzijn, Cultuur en Sociaal & Beleid gevraagd of een consultatiebureau voor ouderen (CbO) aangemerkt kan worden als een waardevolle aanvulling op het terrein van verbeteringen in de gezondheidszorg, en zo ja, of het CbO provinciebreed gestimuleerd moet worden. Door het lid van ons College, mevrouw Mulder, is vervolgens een notitie over 'nut en noodzaak' van CbO's toegezegd aan de betreffende Statencommissie. Deze notitie beschrijft de stand van zaken met betrekking tot CbO's in ons land en de provincie Groningen en wordt afgesloten met een slotbeschouwing, waarin bovengenoemde vraag aan de orde komt. Wat is een CbO? Op meerdere plaatsen in Nederland wordt de gezondheidstoestand van ouderen preventief onderzocht. Niet in een bevolkingsonderzoek waarbij iedere oudere aan de beurt komt, maar op basis van persoonlijke aanmelding. Deze instanties worden consultatiebureaus voor ouderen genoemd naar voorbeeld van het consultatiebureau voor zuigelingen en kleuters. Bij ouderen wordt leeftijdsgericht preventief onderzoek gedaan. Op het consultatiebureau wordt niet alleen gekeken naar problemen met hart en vaten, valrisico of problemen met het geheugen, eenzaamheid, depressie en angsten. Ook de leefstijl, het welbevinden en het voorkomen van overbelasting door mantelzorg komen aan bod. Een consultatiebureau kan gezondheidsproblemen vroegtijdig opsporen. Ouderen krijgen een advies op maat en tips hoe ze aan hun eigen gezondheid kunnen werken, bijvoorbeeld door meer te gaan bewegen, gezonder te eten, voldoende te drinken of contacten te leggen en aan sociaal-culturele activiteiten deel te nemen. Het consultatiebureau is niet bedoeld voor gezondheidsklachten. Daarmee moet men naar de huisarts of de specialist. Voorgeschiedenis In het verleden zijn in het land meermalen initiatieven genomen ten behoeve van de ontwikkeling van CbO's. Met name in de zeventiger jaren hebben in Brabant, Limburg en Ouderkerk aan de IJssel proefprojecten bestaan die na een bepaalde periode zijn opgeheven. In Amsterdam is dit onderwerp in 1995 door enkele instanties opnieuw op de agenda gezet. Zowel vanuit gebruikerskant als in professioneel verband is gepleit voor deze preventieve voorziening voor ouderen. Ook vanuit de politiek ontstond in 1999 steun voor het idee. Zo kaartte het kamerlid Oudkerk het idee aan bij minister Borst van Volksgezondheid. Oudkerk had het idee voor de oprichting van consultatiebureaus voor ouderen van de Amsterdamse geriater G. Ligthart. Het is volgens beiden zeer merkwaardig dat er wel gezondheidsbureaus voor kleine kinderen en de jongeren zijn, maar niet voor de ouderen. Meningen verdeeld De meningen over de wenselijkheid van een consultatiebureau waren verdeeld. Zo hebben de landelijke organisaties voor ouderen in het overleg met minister Borst in 2001 niet gekozen voor het model van consultatiebureaus en is er binnen de Nederlandse Vereniging van Klinische Geriatrie geen overeenstemming op dit terrein. Belangrijkste bedenking tegen het CbO is dat er al tal van voorzieningen voor ouderen zijn en dat een extra voorziening alleen maar verwarring wekt. Het is veeleer zaak verbeteringen in de werkwijze van de diverse instellingen voor zorg en welzijn aan te brengen. In 2002 is er nergens sprake van een structurele invoering van een CbO. Wel werd er vanuit verschillende instanties nagedacht over de wenselijkheid en de mogelijkheid om een consultatiebureau op te zetten.
1
CbO in opkomst Sinds het jaar 2003 blijkt dat consultatiebureau voor ouderen in opkomst is. Op verschillende plekken in Nederland hebben ouderen en zorg- en welzijnsorganisaties de handen ineengeslagen om een consultatiebureau op te richten. Ouderen kunnen hier terecht voor een preventief onderzoek van hun gezondheidstoestand en voor allerlei vragen over gezond ouder worden. Gezondheid wordt daarbij in de brede zin van het woord opgevat, als een situatie van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. Dat geeft het CbO een bijzonder karakter. Thuiszorgorganisaties nemen in de meeste gevallen het initiatief om een CbO op te zetten, maar ouderenbonden en cliënten- of patiëntenorganisaties spelen hierbij een belangrijke rol. Zij signaleren behoeften bij ouderen om een plek te hebben, waar op een laagdrempelige manier de gezondheid preventief gecontroleerd kan worden of waar ze informatie kunnen krijgen over 'gezond ouder' worden. In sommige situaties wordt vanuit een samenwerkingsverband van diverse zorgorganisaties het initiatief genomen, soms ook wel door huisartsen en brede ouderenzorginstellingen. GGD´en zijn in enkele situaties eveneens de initiatiefnemers. Ook een aantal ziekenhuizen is inmiddels betrokken bij (plannen voor) CbO’s. “Consultatiebureau voor ouderen gewenst” “Consultatiebureau voor ouderen gewenst” kopt het rapport Lang zullen we leven! van de themacommissie Ouderenbeleid van de Tweede Kamer. Gekoppeld aan de steeds duurder wordende gezondheidszorg en de nadruk die de overheid legt op de eigen verantwoordelijkheid van de burger, is de tijd rijp om acties te nemen om gezondheidsproblemen, zowel op lichamelijk, geestelijk als sociaal niveau, bij ouderen te voorkomen of de effecten ervan te verminderen door preventieve activiteiten. De commissie is voorstander van het organiseren van CbO´s. Het CbO kan de functie van een meldpunt vervullen en in de keten van de eerstelijnszorg een grote rol spelen op het terrein van preventie, monitoring en signalering. Het CbO kan ook een stimulerende taak vervullen bij het meer bewegen en sporten door ouderen. Daarbij benadrukt de commissie ook het belang van welzijn. “Welzijn is voor iedereen belangrijk, beleid behoort dan ook gericht te zijn op verbetering van het welzijnsniveau voor alle burgers” (Themacommissie Ouderenbeleid, 2005, p. 51). Systematische preventie Met name jongere ouderen stellen steeds meer de vraag aan zichzelf op welke manier zij de zorg voor eigen gezondheid kunnen behartigen, voor zover dat in hun vermogen ligt. Deze ouderen willen zich daadwerkelijk inspannen om de eigen gezondheid in de derde levensfase optimaal te houden. Daarbij maken zij graag gebruik van deskundige ondersteuning. Veel ouderen stellen zichzelf de vraag op welke manier zij vooral gezonde jaren aan hun leven kunnen toevoegen. Voor hen is het schrikbeeld van langdurige afhankelijkheid een sterke motivatie om in dat proces actief te zijn. Een proces dat kan leiden tot het voorkomen van die langdurige afhankelijkheid enerzijds of - als deze zich tóch voordoet tot het vormgeven aan zelfbeschikking anderzijds. Behalve voor de doelgroepen kinderen en jongeren, is er op het terrein van de zorg geen voorziening aanwezig die doelgerichte en systematische ondersteuning biedt om dat proces van persoonlijke preventie te begeleiden. Het CbO kan een vorm van systematische preventie genoemd worden. Het CbO is uitdrukkelijk bedoeld als ondersteuning van de huisartsengeneeskunde, op basis van vrijwilligheid en motivatie van de betrokkenen. Functies van het CbO Het aanbod is in principe drieledig: 1. Vroegtijdige signalering van problemen op somatisch en psychosociaal gebied bij de ouder wordende mens. 2. Voorlichting over het op peil houden en/of versterking van de gezondheid en de acties die ouderen zelf kunnen ondernemen om zo lang mogelijk gezond te blijven. 3. Innovatie van het aanbod en stimulering van gezond gedrag door middel van leefregels en activiteiten die door ouderen zélf kunnen worden uitgevoerd.
2
Voorkomen is beter dan genezen. Dit lijkt het merendeel van de vijftigplussers te zeggen in een nationale enquête, gehouden onder de deelnemers aan het landelijke hart- en vaatziekten onderzoek Morgengezondweerop.nl. Ruim 85% is van mening dat een jaarlijkse check-up, zoals in de Verenigde Staten en Canada, ook in Nederland zou moeten gebeuren. Op de vraag waar een dergelijke check-up zou moeten plaatsvinden, geeft 57% van de ondervraagden de voorkeur aan een locatie in de buurt, in een mobiele onderzoeksunit of een andere locatie zoals seniorenconsultatiebureau of zorginstelling. Aan de eigen huisarts wordt door 43% de voorkeur gegeven. De redenen waarom men een jaarlijkse 'Apk-keuring' voor de gezondheid wil, lopen niet veel uiteen. Eén van de ondervraagden vat het als volgt samen: 'Een jaarlijks onderzoek is minstens zo belangrijk als een APK bij een auto. April 2006 Het Consult Het consult wordt bij de meeste consultatiebureaus uitgevoerd door wijkverpleegkundigen. Maar er wordt ook wel gebruik gemaakt van gezondheidsvoorlichters, arts / bedrijfsarts, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en voor de logistieke zaken ook van een administratief medewerker. De wijkverpleegkundige of andere professional die het consult afneemt, moet beschikken over een aantal vaardigheden om de taken voor het consultatiebureau voor ouderen uit te kunnen voeren. De vaardigheden kunnen onderverdeeld worden in communicatie en houding, kennis van en ervaring met verouderingsvraagstukken en geriatrie, signaleren en vertalen van de zorgvraag, adviseren en doorverwijzen, samenwerken, kennis van verouderingsvraagstukken en geriatrie en kennis van de sociale kaart. Mogelijke meerwaarde Initiatienemers zijn van mening dat een CbO een meerwaarde kan vervullen ten aanzien van: Mogelijke verschuiving in de tijd van gebruik van de thuiszorg. (ouderen doen pas in een later stadium beroep op thuiszorg); Een minder snelle groei van de kosten voor de AWBZ / gezondheidszorg; Realisatie van een goede setting voor screening; Een afname van de werkdruk van huisartsen. Gezondheidsproblemen van ouderen Veel voorkomende gezondheidsproblemen bij ouderen zijn: hoge bloeddruk, gewrichtsslijtage en suikerziekte. Maar ook andere chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, CVA en kanker komen veelvuldig voor. Naarmate mensen ouder worden, neemt de kans toe dat ze chronische ziekten krijgen. Naast chronische en lichamelijke problemen komen problemen met de geestelijke gezondheid ook vaak voor bij ouderen. Depressie, cognitieve problemen en angsten zijn de drie meest voorkomende klachten. Ook de leefstijl bij een groot deel van de ouderen is ongezond. Sinds eind jaren tachtig is het percentage rokers onder ouderen nauwelijks gedaald. Het voedingsgedrag van ouderen is verre van optimaal en een groot deel van de ouderen beweegt te weinig. Tot slot hebben ouderen vaak met sociale problemen te maken. Zo is ruim een miljoen ouderen regelmatig eenzaam, ofwel bijna één op de drie ouderen. Maar ook lopen ouderen die zelf mantelzorg verlenen meer risico op gezondheidsproblemen door de (over)belasting van de mantelzorg. Inventarisatie NIZW 2005 Het Kenniscentrum Ouderen van het NIZW heeft in 2005 vijftien verschillende initiatieven in Nederland geïnventariseerd. Uit de inventarisatie blijkt dat er grote verschillen zijn ten aanzien van onder meer: - de naamgeving van het consultatiebureau; - de gekozen leeftijd van de doelgroep; - de werving van ouderen (uitnodiging, inschrijving, aanmelding); - de werkwijze en methodiek; - de samenwerkende organisaties; - de financiering (thuiszorg, AWBZ, verzekeraars, fondsen).
3
Op basis van de informatie over deze projecten is een handleiding geschreven, waarin aandacht wordt besteed aan: - de doelgroep(en); - de gebruikte screeningsmethoden en vragenlijsten; - de taken en verantwoordelijkheden van medewerkers; - de eisen aan personeel, locatie en accommodatie; - de financiering van de kosten. Om een zekere uniformiteit en kwaliteit te garanderen en wildgroei tegen te gaan, heeft het Kenniscentrum Ouderen het idee opgevat een Platform op te zetten. Samen met al bestaande CbO´s en organisaties wordt in 2006 gewerkt aan een uniforme methode voor de functie van het CbO. Daarnaast werkt het Platform ook aan een competentiebeschrijving van de consulent. Een andere werkgroep werkt aan de strategie, financiering en inbedding in de zorgketen. Aanbevelingen Op basis van de inventarisatie komt het NIZW met onder meer met de navolgende aanbevelingen: 1. Meer onderzoek naar (de effecten van) preventie bij ouderen Om grootschalig CbO´s te ontwikkelen en te implementeren is meer kennis nodig over effecten van preventie op welzijn en gezondheid. 2. Bundelen van kennis / platform voor CbO´s Het is verstandig om de al opgedane kennis bij de verschillende initiatieven te bundelen, samen te brengen en uitwisseling mogelijk te maken. 3. Pleidooi voor een uniform, vergelijkbaar consultatiebureau voor ouderen Door één methode te ontwikkelen waardoor verschillende initiatieven vergelijkbaar zijn, kan veel kennis gegenereerd worden. 4. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij ouderen tussen de 60 en 75 jaar Uit onderzoek komt naar voren dat bij de doelgroep 60-75 jaar de verwachting is dat met een preventief gezondheidsonderzoek op korte termijn, op individueel niveau, een behoorlijke gezondheidswinst valt te behalen. 5. Afstemming met de huisarts Het CbO kan de taken verlichten van de huisarts, maar wordt in sommige situaties door de huisartsen als een bedreiging of taakverzwaring ervaren. Het is dan ook zinvol de huisartsen vanaf het begin van het proces erbij te betrekken, wellicht op basis van een protocol. 6. Aandacht voor welzijn Aandacht voor gezondheid is belangrijk, maar het is minstens zo belangrijk dat ouderen zich wél bevinden. Dat betekent bijvoorbeeld: zelf keuzes blijven maken, op de hoogte blijven, sociale contacten opdoen en onderhouden, en praktische hulp krijgen wanneer dat nodig is. Uit onderzoek blijkt ook dat het hebben van sociale contacten een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van leven. 7. Aandacht voor mantelzorg Voornamelijk oudere mantelzorgers – veelal de oudere partners – zijn slecht op de hoogte van voorzieningen voor mantelzorgondersteuning en cijferen hun eigen behoeften veelal weg door ook in slechte tijden voor hun partner klaar te staan. Maar door hun hogere leeftijd lopen ze zelf ook meer risico op gezondheidsproblemen. Consultatiebureau voor ouderen in de provincie Groningen Medio september 2006 is Zorggroep Meander, in een gezamenlijk project met Stichting de Compagnon, Stichting Welstad, Stichting Welzijn Vlagtwedde en Stichting Welzijn Menterwolde, gestart met een CbO voor ouderen in de gemeenten Veendam, Menterwolde, Stadskanaal, Pekela en Vlagtwedde. Het CbO richt zich op ouderen van 60 jaar en ouder. Tijdens een consult onderzoekt de wijkverpleegkundige de oudere op gezondheidsrisico's. Op basis van de anamnese en testen geeft zij voorlichting over een gezonde leefstijl en preventieactiviteiten. Indien nodig adviseert de wijkverpleegkundige de oudere contact op te nemen met de huisarts of een andere zorgverlener. Ouderen willen (moeten?) tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. Met het consultatiebureau wil Zorggroep Meander ouderen hierin ondersteunen en bijdragen aan hun zelfredzaamheid. De 'proef', zoals Meander het noemt, moet uitwijzen hoe de activiteiten van het consultatiebureau goed afgestemd kunnen worden op het werk van andere betrokkenen, zoals huisarts, zorgaanbieders, welzijnswerk en vrijwilligers.
4
Slotbeschouwing Uit het voorgaande kan opgemaakt worden dat het CbO in ons land in opkomst is. Dat blijkt niet alleen uit de toename van het aantal initiatieven, maar ook uit de ondersteuning vanuit de Themacommissie Ouderenbeleid van de Tweede Kamer. Ook in onze provincie is recent gestart met een CbO. Gebleken is verder dat diverse projecten zich nog in het stadium van ontwikkeling, pilot of experiment bevinden, waarvan niet duidelijk is of deze zullen leiden tot definitieve implementatie. Hierbij speelt onder meer onzekerheid ten aanzien van de (structurele) financiering een rol. In de meeste gevallen is de financiering een optelsom van (tijdelijke) bijdragen van de thuiszorg, AWBZ, fondsen, gemeenten en soms ook provincies. Vastgesteld kan ook worden dat het CbO een meerwaarde kan vervullen in de keten van wonen, welzijn en zorg, vanwege de aandacht voor de totale woon-, leef- en gezondheidssituatie van de oudere. In die zin kan het CbO een belangwekkende preventieve functie vervullen en een bijdrage leveren aan de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven in eigen woon- en leefomgeving, en wellicht ook een bijdrage leveren aan kostenbesparingen in de zorgsector. Het NIZW heeft een zinvolle handleiding over CbO's opgesteld. Initiatiefnemers kunnen dus ten volle gebruik maken van de expertise die door het NIZW inmiddels is opgebouwd. Daarmee kan voorkomen worden dat het wiel telkens opnieuw moet worden uitgevonden. Ten aanzien van de vraag of het CbO provinciebreed gestimuleerd moet worden merken wij het volgende op. Vanuit de jaren negentig hebben wij fors bijgedragen aan het ontwikkelen van nieuwe functies en methodieken op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Te noemen zijn onder meer: het ontwikkelen van subregionale overlegstructuren, de methodiek Werken aan Wensen, seniorenvoorlichting, ouderenadvies, steunstee-model, lokale loketten, de Kunst van het Verbinden, het Samenwerkingsverband Wonen, Welzijn en Zorg, het project Preventie door Gezondheidsadvies Thuis, de Werkplaats Wonen, Welzijn en Zorg, etc. Mede dankzij deze bijdragen zijn op lokaal en (sub)regionaal niveau uitlopende structuren ontstaan die inzicht geven in de vragen van ouderen op het terrein van wonen, welzijn(dienstverlening) en zorg. Naar onze mening hangt het van de lokale of regionale infrastructuur op het terrein van wonen, welzijn en zorg af, of een CbO, naast seniorenvoorlichters, wijk- en zorgregisseurs, ouderenadviseurs, lokale loketten, maatschappelijk werkers, huisartsen, etc., een noodzakelijke aanvulling kan betekenen op het bestaande aanbod. Maatwerk op lokaal of regionaal niveau moet uiteraard het uitgangspunt zijn. Gelet hierop zijn wij van mening dat het niet onze taak is het CbO 'van bovenaf' en provinciebreed te stimuleren. Het voorgaande laat onverlet dat wij de ontwikkelingen, en vooral ook de 'proef' van Zorggroep Meander, met belangstelling zullen blijven volgen en dit onderwerp ook aan de orde zullen stellen in de regiegroep van de regiovisie Zorg in Samenhang 2003-2007.
5
Geraadpleegde bronnen Consultatiebureau voor ouderen, Preventie bij ouderen in de literatuur, E.C. Poort, J. Spijker, GGD, A'dam, 2002. 'Eindelijk iemand die tijd voor me heeft' : Consultatiebureau voor ouderen is alleen voor risicogroepen zinvol , Ouderenzorg : magazine voor management & beleid ; jrg. 6 (2003) nr. 02 (februari). Het consultatiebureau voor ouderen : Inventarisatie van vijftien consultatiebureaus voor ouderen (CbO’s) / G. Visser, A. Schippers. - Utrecht : NIZW Zorg, 2005.
6