- Concept Detailhandelsvisie Leidschendam-Voorburg 2013 “Het toekomstbestendig maken van de retail in Leidschendam - Voorburg”
12 november 2013
2
Inhoudsopgave Samenvatting
Paginanummer 4
1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Totstandkoming en proces 1.3 Leeswijzer
7 7 8
2. Visie op de detailhandelsstructuur 2.1 Gewenste positionering detailhandel Leidschendam-Voorburg 2.2 Ambitie 2.3 Positionering van de vier kernwinkelcentra
9 9 9 11
3. Ontwikkelingsrichting voor de vier kernwinkelcentra 3.1 Leidsenhage 3.1.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen 3.1.2 Uitwerking 3.2 De Julianabaan 3.2.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen 3.2.2 Uitwerking 3.3 Oud-Voorburg 3.3.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen 3.3.2 Uitwerking 3.4 Leidschendam Centrum 3.4.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen 3.4.2 Uitwerking
13 13 13 13 17 17 17 19 19 19 21 21 22
4.
25 25 26 26 27 29 32
Uitvoering van de visie 4.1 Rolverdeling 4.2 Randvoorwaarden om de visie te realiseren 4.2.1 Algemene randvoorwaarden 4.2.2 Specifieke randvoorwaarden 4.3 Doorkijk naar de gemeentelijke maatregelen en middelen 4.4 Realisatie van de ontwikkelingsrichting voor de kernwinkelcentra
3
Samenvatting Voor een toekomstbestendig detailhandelsaanbod en bijpassende verzorgingsstructuur zet de gemeente in op concentratie van de winkelvoorzieningen. De gemeente richt zich daarbij op versterking van de vier kernwinkelcentra, waarbij versterking van de onderscheidende kwaliteiten van elk centrum voorop staat. De vier kernwinkelgebieden binnen de hoofdwinkelstructuur zijn: 1. Leidsenhage 2. De Julianabaan 3. Oud-Voorburg 4. Leidschendam Centrum Deze vier kernwinkelgebieden dragen substantieel bij (nu en in de toekomst) aan economie, leefbaarheid, imago en vestigingsklimaat van Leidschendam-Voorburg. Ontwikkelingen binnen deze centra worden aangemoedigd en gefaciliteerd, indien ze passen binnen het profiel en de positionering van het betreffende centrum zoals beschreven in deze beleidsnota. Daarnaast blijft er ruimte voor winkelvoorzieningen, die op wijk- en buurtniveau een ondersteunende rol vervullen, waarvan het wijkwinkelcentrum aan de Prins Frederiklaan (in de wijk Prinsenhof) het grootste is qua omvang en een compleet aanbod biedt. Dit is naast de vier kernwinkelcentra het enige centrum dat ook tot de hoofdwinkelstructuur behoort. Voor dit centrum wordt ingezet op handhaving van de functie als wijkwinkelcentrum. Verder zijn er enkele supermarktcentra, buurtwinkelcentra zonder supermarkt en verspreid liggende winkels. Bij deze centra en strips wordt ingezet op verbreding van de functies om op dit manier leegstand te voorkomen. Detailhandel is hier nog wel mogelijk, maar ook diensten, kantoren en/of maatschappelijke functies zijn mogelijk, afgestemd op de behoefte vanuit de buurt. De bescherming van de detailhandelsfunctie voor de buurt wordt voor deze gebieden als het ware losgelaten. Bewegingen op de markt bepalen of de winkelfunctie blijft bestaan. Alleen in Stompwijk blijft de detailhandelsfunctie beschermd om een supermarkt voor deze woonkern te behouden. Kern van de visie op de detailhandelsstructuur -
Behouden en versterken van de kwaliteit van de hoofdwinkelstructuur (concentratie).
-
Voor versterking van de kernwinkelcentra focussen op complementariteit en (ontwikkelings)potentie.
-
Voorzieningen zoveel mogelijk in en rondom de hoofdstructuur.
-
In buurtcentra en -strips inzetten op verbreding van functies.
-
Geen nieuwe winkelcentra of winkelstrips toevoegen.
-
Geen toename van detailhandel in woonbuurten.
-
Verspreide bewinkeling mag niet structuurverstorend zijn.
4
Positionering van de kernwinkelcentra Uitgaande van de (ontwikkelings)potentie en specifieke kenmerken van de kernwinkelcentra, wordt bij de (kwalitatieve)versterking uitgegaan van de positionering zoals hieronder aangegeven. Leidsenhage: winkelparadijs in de regio Hoofdwinkelcentrum met regionale functie Winkelen, compleet, alles bij elkaar, winkelbeleving. Breed kwaliteitsaanbod met (internationale) retailers, en horeca, services en vermaak. De Julianabaan: gemakkelijk en volledig winkelen Dagelijks boodschappencentrum voor de stad Koopcentrum, gemak & service, persoonlijk & ambachtelijk, functioneel, snel, compact. Oud-Voorburg: luxueus en cultureel genieten Dorpscentrum met dagelijks aanbod voor de omliggende buurten, regionale functie in het nietdagelijkse aanbod. Combinatie van winkels, horeca, cultuur en luxe. Hoogwaardig, sfeer, karakter, historie. Verborgen parel aan de Vliet. Flaneren in het weekeinde. Voor een extra impuls is inmiddels een centrummanager aangesteld. Leidschendam Centrum: genieten aan de Vliet Wijkwinkelcentrum met doelgericht wijkoverstijgend aanbod Genieten rond de sluis in de zomer, dagelijkse boodschappen rond Damplein, combinatie van diensten en speciaalzaken (wijkoverstijgend) en horeca. Per kernwinkelcentrum is op basis van deze positionering de ontwikkelingsrichting nader uitgewerkt. Uitvoering van de visie De nota biedt : -
een beleidskader voor de komende jaren waarmee input geleverd wordt voor op te stellen bestemmingsplannen en beleid van andere beleidsvelden en gereageerd kan worden op ontwikkelingen vanuit de markt.
-
een basis om met de verschillende partijen te werken aan de omschreven ontwikkelingsrichting voor de kernwinkelcentra. Hiertoe zal in de volgende fase, in overleg met de stakeholders, worden bezien, in welke kernwinkelcentra (aanvullende) plannen nodig zijn om de invulling te geven aan de gewenste positionering, waarbij iedere partij vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid een bijdrage levert.
5
6
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Constante veranderingen en ontwikkelingen in vraag- en aanbod vragen om een actief en dynamisch beleid van de retailsector. De invloed van internet stijgt nog steeds en er is een toenemende concurrentie tussen winkelgebieden. De consument stelt steeds hogere eisen aan aanbod, kwaliteit, keuzemogelijkheid, prijsstelling, bereikbaarheid, parkeren, beleving en vermaak. Voor een toekomstbestendig detailhandelsaanbod en bijpassende verzorgingsstructuur is het nodig lokaal beleid te formuleren dat voortvloeit uit het bestaande regionale en provinciale beleid. Beleid dat ondernemers duidelijkheid biedt over de mogelijkheden om te ondernemen in de gemeente. Daarnaast worden de onderscheidende waarden van de vier kernwinkelgebieden helder en wordt inzichtelijk gemaakt hoe zij zich – nu en in de toekomst - tot elkaar en de andere winkellocaties verhouden. Het detailhandelsbeleid stimuleert een attractief winkelaanbod voor de inwoners van Leidschendam-Voorburg en daarmee een aantrekkelijk woon- en leefklimaat in de gemeente. Daarnaast is het de intentie de regionale aantrekkingskracht te vergroten en nieuw type ondernemers aan te trekken voor een breed en divers aanbod in retail. Detailhandel levert een belangrijke economische bijdrage aan Leidschendam-Voorburg. Daarnaast is detailhandel een vliegwiel voor andere bedrijvigheid wat van belang is voor een aantrekkelijk voorzieningenniveau in de stad. Zo vestigen horecagelegenheden zich in de buurt van winkels en ook is winkelen een vorm van recreatie. De detailhandel speelt ook een belangrijke rol in de leefbaarheid van wijken. Activiteiten in de winkelgebieden bevorderen sociale cohesie. De aantrekkingskracht van verschillende voorzieningen zorgt voor levendigheid in een gebied en daarmee voor een gevoel van veiligheid. Het verbeteren van economische kansen en voorzieningenstructuur is dan ook een van de pijlers voor duurzame stedelijke ontwikkeling zoals geformuleerd in de structuurvisie Ruimte voor Wensen 2040, herijking 2012. De nota: -
biedt een visie op de detailhandelsstructuur die aansluit bij de behoeften van onze inwoners en bezoekers (wat willen we);
-
beschrijft een ontwikkelingsrichting voor de vier kernwinkelcentra, rekening houdend met de
-
biedt een strategie om de visie te realiseren (hoe doen we dat);
-
en geeft een doorkijk naar de (gemeentelijke) maatregelen en middelen om de visie te bereiken
continue dynamiek van de retailsector;
(wat kunnen we). De analyse van de huidige stand van zaken van de detailhandel (waar staan we nu), trends en ontwikkelingen en beleidskaders zijn opgenomen in een bijlagerapport. De visie komt voort uit de analyses in dit bijlagerapport. 1.2 Totstandkoming en proces De ondernemers onderschrijven de noodzaak voor lokaal beleid voor een toekomstbestendig detailhandelsaanbod en bijpassende verzorgingsstructuur. Het Platform Economie, Onderwijs & Arbeidsmarkt Leidschendam-Voorburg, waarin overheid, onderwijs en ondernemers samenwerken, heeft daarom detailhandel benoemd als een van de belangrijke thema’s. Vanuit het Platform is eind
7
2011 een eerste bijeenkomst georganiseerd over trends in de retail om ondernemers te helpen innoveren. Ook is afgesproken om de kennis en ervaring die is gebundeld in het Platform te benutten bij het proces om te komen tot een toekomstbestendige winkelstructuur in de gemeente. Dit betekent dat winkeliers(verenigingen) actief zijn betrokken bij de beleidsvorming. Ondernemers hebben in de eerste plaats meegedacht over de opzet van de detailhandelsnota. Samen is besloten het beleid zelf te ontwikkelen en geen gebruik te maken van externe adviesbureaus; samen was de benodigde kennis al voorhanden. Tijdens het proces is naast de kennis en ervaring van ondernemers gebruik gemaakt van externe (strategische) sparringpartners. In december 2012 is met de hulp van de winkeliersverenigingen en Kamer van Koophandel Den Haag een ondernemersenquête georganiseerd. De resultaten van de enquête zijn inbreng geweest om de sterkte, zwakte, kansen en bedreigingen in kaart te brengen (SWOT-analyse). De conceptanalyse is in een bijeenkomst in maart met vertegenwoordigers van de winkeliersverenigingen en ondernemers getoetst. Op 8 en 16 april 2013 zijn met de Kamer van Koophandel Den Haag strategieworkshops georganiseerd voor winkeliersverenigingen en ondernemers. Vervolgens is op 30 september 2013 een conceptvisie besproken met de vertegenwoordigers van de verschillende winkeliersverenigingen, de Kamer van Koophandel, de centrummanagers en het MKB Leidschendam-Voorburg. Het benutten van de kennis en ervaring van de ondernemers heeft een impuls gegeven aan het beleid. Ook heeft het winkeliers aangezet om na te denken over de toekomst van de retail en hoe zij daar zelf het beste op kunnen inspelen. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft de visie op de detailhandelsstructuur weer. Hierin wordt ingegaan op de positionering van de detailhandel, de ambitie en uitgangspunten voor de detailhandelsstructuur en de positionering van de kernwinkelcentra op hoofdlijnen. In hoofdstuk 3 wordt deze positionering per kernwinkelcentrum nader uitgewerkt in een ontwikkelingsrichting. Hoofdstuk 4 beschrijft ten slotte kort de strategie om te komen tot de gewenste detailhandelsstructuur. Daarbij wordt ingegaan op de rolverdeling tussen de diverse partijen, de randvoorwaarden om de visie te realiseren en er wordt een doorkijk gegeven naar de gemeentelijke maatregelen en middelen.
8
2 Visie op de detailhandelsstructuur Dit hoofdstuk beschrijft de visie op de detailhandelsstructuur voor Leidschendam-Voorburg. Er wordt ingegaan op gewenste positionering van de detailhandel. Ook wordt de ambitie en uitgangspunten voor de detailhandelsstructuur benoemd. Daarnaast wordt ingegaan op de positionering van de kernwinkelcentra op hoofdlijnen. 2.1 Gewenste positionering van de detailhandel Leidschendam-Voorburg Voor het verbeteren van de positionering van onze gemeente in de regio zijn in de Structuurvisie Ruimte voor wensen, herijking 2012, drie pijlers geformuleerd waarmee de ontwikkeling van de stad op een evenwichtige en duurzame wijze vorm kan krijgen. 1. Het versterken van de groene woonstad; 2. Het verbeteren van de economische kansen en voorzieningenstructuur; 3. Het beter benutten en verbeteren van de (regionale) bereikbaarheid. De tweede pijler vormt een belangrijk vertrekpunt bij het formuleren van een visie op de detailhandel. Tegelijkertijd draagt de visie ook bij aan de andere pijlers van de Structuurvisie. Als aantrekkelijke groene woongemeente wil Leidschendam-Voorburg haar inwoners een compleet en gevarieerd retail- en voorzieningenaanbod blijven bieden. Ook wil de gemeente haar positie op het gebied van recreatief winkelen (met name mode en luxe) in de regio behouden. Het behouden van de recreatieve winkelfunctie van de stad wordt ondersteund door goede bereikbaarheid en parkeermogelijkheden, veiligheid en een aantrekkelijke omgeving. Ook het aanbod op het gebied van horeca, evenementen, cultuur en historie draagt hieraan bij. Voor het behouden en versterken van haar (regionale) winkelfunctie kiest de gemeente voor concentratie op de hoofdwinkelstructuur, waarbij versterking van de onderscheidende kwaliteiten van de vier kernwinkelcentra voorop staat. De winkelcentra moeten meer onderscheidend worden in sfeer, uitstraling en inrichting en in hoogwaardig, specialistisch aanbod. Er kan gebruikgemaakt worden van de bestaande context en eigenheid: Leidsenhage en De Julianabaan zijn overzichtelijk opgezet en bieden een compleet en gevarieerd aanbod. Leidsenhage heeft als enige een sterke regionale functie en ontwikkelt zich tot hét winkelparadijs in de regio. De Julianabaan is en blijft het boodschappencentrum van de stad. De twee winkelcentra in de historische dorpskernen, Oud-Voorburg en Leidschendam Centrum, benutten hun cultuurhistorische context en de nabijheid van de Vliet voor de recreatieve winkelfunctie die zij hebben naast de functie voor de (omliggende) wijken en buurten. 2.2 Ambitie De gemeente streeft naar een toekomstbestendig detailhandelsaanbod en bijpassende verzorgingsstructuur waarbij de gemeente inzet op concentratie van winkelvoorzieningen en verbetering van de complementariteit van de vier kernwinkelcentra. Dit zijn de winkelgebieden die substantieel bijdragen (nu en in de toekomst) aan economie, leefbaarheid, imago en vestigingsklimaat van Leidschendam-Voorburg. Zij behoren tot de hoofdstructuur van de gemeente.
9
De vier kernwinkelgebieden binnen de hoofdwinkelstructuur zijn: 1. Leidsenhage 2. De Julianabaan 3. Oud-Voorburg 4. Leidschendam Centrum De Ontwikkelingen binnen deze centra worden aangemoedigd en gefaciliteerd, indien ze passen binnen het profiel en de gewenste positionering van het betreffende centrum zoals beschreven in deze visie. Concentratie biedt een aantal voordelen, zoals: •
Grotere aantrekkingskracht op de consument, door breder en dieper aanbod
•
Betere economische basis voor ondernemers door grotere reikwijdte en synergie
•
Bevordering herkenbaarheid en onderscheidend vermogen
•
Meer combinatiebezoek
•
Kansen om winkelgebieden diverser te ontwikkelen
•
Betere sturingsmogelijkheden
•
Lokt investeringen uit doordat hiermee een zekere schaarste van locaties wordt gecreëerd.
Voor het behouden en versterken van haar (regionale) winkelfunctie kiest de gemeente voor concentratie op de hoofdwinkelstructuur, waarbij versterking van de onderscheidende kwaliteiten van de vier kernwinkelcentra voorop staat. Ontwikkelingen in de vier kernwinkelcentra die bijdragen aan de onderscheidende positionering worden daarom aangemoedigd. De vestiging van voorzieningen in en rondom de kernwinkelcentra wordt gefaciliteerd. Winkelgebieden in Leidschendam-Voorburg
.
Daarnaast blijft er ruimte voor winkelvoorzieningen, die op wijk- en buurtniveau een ondersteunende rol vervullen, waarvan het wijkwinkelcentrum aan de Prins Frederiklaan (in de wijk Prinsenhof) het grootste is qua omvang en een compleet aanbod biedt. Dit is naast de vier kernwinkelcentra het enige
10
centrum dat ook tot de hoofdwinkelstructuur behoort. Voor dit centrum wordt ingezet op handhaving van de functie als wijkwinkelcentrum. Er worden geen winkelcentra, winkelstrips en winkels in woonbuurten toegevoegd. Bij de overige buurtwinkelcentra- en strips supermarktcentra, buurtwinkelcentra zonder supermarkt en verspreid liggende winkels wordt ingezet op verbreding van de functies om op dit manier leegstand te voorkomen. Detailhandel is hier nog wel mogelijk, maar ook diensten, kantoren en/of maatschappelijke functies zijn mogelijk, afgestemd op de behoefte vanuit de buurt. De bescherming van de detailhandelsfunctie voor de buurt wordt voor deze gebieden als het ware losgelaten. Bewegingen op de markt bepalen of de winkelfunctie blijft bestaan. Alleen in Stompwijk blijft de detailhandelsfunctie beschermd om een supermarkt voor deze woonkern te behouden. 2.3 Positionering van de vier kernwinkelcentra De inzet op concentratie en complementariteit betekent voor elk van de vier kernwinkelcentra iets anders. Het aanbod moet verbreed en verdiept worden door bepaalde toevoegingen, en mogelijk ook verhuizingen. De winkelbeleving vraagt toevoeging van passende horeca, services en vermaak. Hieronder wordt dat in hoofdlijnen toegelicht. Voor Leidsenhage is daarbij uitgegaan van de versterking van Leidsenhage tot Winkelparadijs en de vertaling zoals in het Ruimtelijk Kader en Gebiedsvisie voor de herontwikkeling Leidsenhage is opgenomen, vastgesteld door de gemeenteraad, juli 2013. De ambitie die uitgesproken is voor Leidsenhage heeft mede invloed gehad op de (nadere uitwerking van de) positionering en onderscheidend vermogen van de andere winkelcentra. Voordat ingegaan wordt op de afzonderlijke winkelcentra wordt eerst stilgestaan bij de noodzaak tot versterking van Leidsenhage en de effecten hiervan op de overige kernwinkelcentra. Leidsenhage is de laatste jaren sterk achteruit gegaan en is niet meer het sterke regionale winkelcentrum van voorheen. Doordat Leidsenhage niet onderscheidend genoeg meer is, wordt Leidsenhage steeds meer een concurrent van de andere lokale winkelcentra. Het doorontwikkelen van Leidsenhage tot een Top Regionaal winkelcentrum, maakt van Leidsenhage weer een aantrekkelijke regionale speler. Versterking van Leidsenhage zal ook effecten op de lokale winkelcentra hebben. De effecten zullen beperkt zijn naarmate de kernwinkelcentra hun eigen onderscheidende positie weten te versterken. Door een duidelijke profilering ontstaan er ook kansen voor de overige centra voor vestiging van winkels die niet meer in het profiel van Leidsenhage passen. Tegelijkertijd met de versterking van Leidsenhage, wordt daarom ingezet op versterking van de overige kernwinkelcentra. Om het onderscheidend vermogen zoveel mogelijk te versterken wordt uitgegaan van het volgende functionele ideaalbeeld voor de kernwinkelcentra: -
Leidsenhage wordt een top regionaal winkelcentrum met een eigen karakter. Het bedient straks jong en oud op maat met een breed kwaliteitsaanbod in het middenhoge segment en er is ruimte voor vernieuwend aanbod. Gemak en service staan centraal. Door een breed ketenaanbod en toevoeging van een aantal internationale retailers en een uitbreiding met maximaal 20.000 m2 wvo, versterkt Leidsenhage zijn onderscheidend vermogen ten opzichte van de andere
11
winkelcentra. Het toevoegen van horeca, services en vermaak, onder meer door activiteiten en evenementen, zal bijdragen aan een aangenaam en langer verblijf. De inrichting van de openbare ruimte in en rondom het winkelcentrum, met een eenduidige routing en bijzondere ontmoetingsruimtes, draagt ook bij aan de positionering als hét winkelparadijs in de regio. -
De Julianabaan is en blijft het boodschappencentrum van de stad waar men de dagelijkse boodschappen kan doen. Er zijn nu ongeveer evenveel bekende ketens als zelfstandige ondernemers; zij bieden een breed en compleet aanbod zodat een groot deel van de bevolking snel zijn inkopen kan doen. Dat sterke punt van De Julianabaan moet verder versterkt worden: een goed, volledig aanbod van landelijke (franchise)ketens met het accent op dagelijks en frequent benodigde artikelen en zelfstandige ondernemers op enig niveau met een gespecialiseerd assortiment. Met service en ambachtelijkheid zijn de speciaalzaken een aantrekkelijke aanvulling op het aanbod van de ketens.
-
Oud-Voorburg heeft een onderscheidend verblijfsklimaat door zijn historische uitstraling met veel kleinschalige, monumentale panden. Het winkelcentrum richt zich met het dagelijks winkelaanbod op de omliggende buurten en wijken. Het niet-dagelijks aanbod, voornamelijk gericht op mode en luxe, en moeders en kinderen, heeft een groter (regionaal) verzorgingsbereik. De dubbelfunctie blijft bestaan, met bijzondere aandacht voor het aantrekken van speciaalzaken. De sterke punten van het centrum moeten als kans benut worden in plaats van ze als bedreiging te zien. De kleinschalige, monumentale panden zijn minder geschikt voor schaalvergroting, maar juist goed voor speciaalzaken en kleine franchiseondernemers. Het grote aandeel zelfstandige ondernemers heeft mogelijk niet de marketingkracht van ketens, maar biedt wel ruimte voor persoonlijke aandacht, service en kwaliteit. Oud-Voorburg komt te staan voor hoogwaardige kwaliteit op het gebied van winkelen, food, wellness en cultuur; hier komt men om te flaneren en genieten.
-
Winkelcentrum Leidschendam Centrum biedt dagelijks aanbod voor de omliggende wijken, aangevuld met speciaalzaken met een wijkoverstijgende functie. Leidschendam Centrum is winkel- én recreatiegebied met een horecaconcentratiegebied bij de historische sluis. Het streven is door te groeien naar een volwaardig wijkwinkelcentrum met volledig basisaanbod rond het Damplein. Wijkoverstijgend aanbod door (super)specialisaties en specifieke consumentgerichte diensten, bijvoorbeeld gericht op duurzaamheid of de recreatieve omgeving, komen aan de Damlaan. Met vakmanschap en persoonlijke aandacht onderscheiden de speciaalzaken van Leidschendam Centrum zich van de andere kernwinkelcentra. De eerste jaren vraagt de beperkte koopkracht in het directe verzorgingsgebied aandacht.
De positionering en het onderscheidend vermogen van de kernwinkelcentra wordt in het volgende hoofdstuk nader uitgewerkt in een ontwikkelingsrichting.
12
3 Ontwikkelingsrichting voor de vier kernwinkelcentra In dit hoofdstuk wordt op basis van de gewenste positionering en het onderscheidend vermogen de ontwikkelingsrichting voor de vier kernwinkelcentra nader uitgewerkt in aanbod, (ruimtelijke) structuur, ontwikkelingsruimte en overige aspecten, waaronder parkeren en bereikbaarheid.
3.1 Leidsenhage 3.1.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen (DNA)
HET WINKELPARADIJS
Leidsenhage is het top regionaal winkelcentrum met personality en uitstraling, het heeft een eigen karakter en bedient jong en oud op maat, in de breedte, met ruimte voor vernieuwend aanbod. Leidsenhage is in dit perspectief hét winkelcentrum voor deze regio. Voor de consument die niet alleen op zoek is naar gemak en service, maar ook naar een winkelcentrum met sfeer en personality. In zowel het dagelijkse als niet dagelijkse segment is sprake van een breed kwaliteitsaanbod in het middenhoog segment. Het winkelparadijs is groter dan de plek die zij nu heeft in haar huidige hoedanigheid. De relatie met de het park en de vijver wordt meer versterkt en benut. Zichtbaarheid en uitstraling zijn sterk verbeterd nu Leidsenhage een extravert gezicht krijgt. Services worden vanuit het winkelcentrum aangeboden, waaronder een servicebalie, kinderspeelhoek, kinderopvang, WIFI, afhaalloket voor internetaankopen en een bezorgservice. Beleving is in het hele winkelgebied waarneembaar, door verrassend aanbod, tastbare internetbeleving, winkeluitstraling, inrichtingselementen, (horeca)ontmoetingsruimten. Een evenemententerrein maakt vast onderdeel uit van het centrum dat moet bruisen van de activiteiten. Het winkelcentrum is bovendien uitstekend bereikbaar via de weg en het openbaar vervoer. 3.1.2 Uitwerking a) Aanbod -
Bij de omvorming van het winkelcentrum van Koopfabriek naar Winkelparadijs ligt de nadruk meer op recreatief winkelen. Om hierop in te spelen is een verbreding en verdieping van het aanbod nodig en toevoeging van meer winkelbeleving.
-
Er is behoefte aan beperkte schaalvergroting van het bestaande dagelijkse aanbod. Zo wordt de bestaande Albert Heijn omgevormd tot een AH-XL. Er wordt niet ingezet op vestiging van een extra (derde) supermarkt, omdat dit mogelijk lijdt tot verschraling van het aanbod in de lokale winkelcentra. Bovendien is verdere versterking van het dagelijks aanbod niet wezenlijk van belang voor het functioneren van het vernieuwde Leidsenhage.
-
In het niet-dagelijks aanbod is aanvulling nodig in het midden, midden hoog en hoge segment, waarbij gestreefd wordt naar een goede balans tussen lokale, nationale en internationale retailers. Daarbij vraaggericht aanbod vanuit de consument invullen voor jonge mensen trendy en bruisend
13
met ruimte voor fun en sport, voor ouderen gericht op gemak en vertrouwde kwaliteitszaken. Behoefte aan versterking is er met name in de sector mode en luxe, enerzijds door schaalvergroting van bestaande aanbieders, anderzijds door ruimte te bieden aan opkomende formules (‘must haves retailers’), speciaalzaken en invulling met enkele aansprekende internationale trekkers (‘preferred retailers’). Door het bieden van een breed ketenaanbod en toevoeging van een aantal internationale retailers maakt Leidsenhage zich onderscheidend van de andere lokale centra. Verbreding in de overige detailhandel kan gezocht worden in een grootschalige trekker op het gebied van sport, bruin en witgoed en schaalvergroting van bestaande aanbieders. -
Ook is versterking nodig met aanvullende voorzieningen zoals een uitgebreider en diverse horecaaanbod en andere publieksfuncties zoals services gericht op het winkelend publiek en vermaak (fitness, bioscoop). Deze veraangenamen het winkelen en stimuleren het langer verblijven in het winkelcentrum en de nabije omgeving en dragen bij aan de belevingswaarde van het winkelcentrum. Daarnaast is het aanbieden van een afwisselend en verblijfsduur verhogend programma van activiteiten en evenementen essentieel.
b) (Ruimtelijke) structuur Verblijfsklimaat en zonering -
Het revitaliseren van het winkelcentrum om te komen tot de herpositionering, met op (middel)lange termijn een mogelijke doorgroei tot gemengd stedelijk gebied is uitgangspunt voor de ruimtelijke structuur. Inzet daarbij (integrale uitgangspositie 2011) is:
-
Verbeteren routing en positionering trekkers.
-
Verbeteren uitstraling van de randen van het winkelgebied
-
Vergroten zichtbaarheid en uitstraling (van introvert naar extrovert), versterken relatie met de omgeving (park, water, Bach-as).
-
Verbeteren uitstraling en aankleding van het openbaar gebied dragen (naast winkelaanbod en events) bij aan de beleving in het winkelcentrum.
De gebiedsvisie en het masterplan geven hiervoor de volgende ontwikkelingsrichting aan: -
Een volledig overkapt winkelcentrum, waarbij de bestaande overkapping geïntegreerd en aangepast zal worden.
-
Een eenduidige routing, middels het realiseren van een achtvorming winkelcircuit. Om het winkelcentrum daadwerkelijk aantrekkelijk te maken voor consumenten en retailers is een goed winkelcircuit van cruciaal belang. De huidige winkelstructuur van Leidsenhage dient daarom ingrijpend aangepast te worden door middel van doorbraken van bestaande bouwblokken en het toevoegen van nieuwe bouwvolumes aan de randen om tweezijdig winkelen te kunnen bewerkstelligen. De herontwikkeling zal zich daarom niet beperken tot de kantoorlocatie aan de Duindoorn (gelegen binnen de huidige bebouwingscontour). De omliggende parkeerterreinen p 45 (Banninglaan) en p 7-8 (Heuvelweg) dienen bij het winkelcentrum betrokken te worden teneinde de ambitie van Topregionaal winkelcentrum te kunnen waarmaken. De nieuwe bebouwingscontour van het winkelcentrum wordt daarmee begrensd door de Noordsingel, Burg. Banninglaan, Heuvelweg en de Weigelia.
-
Winkelformules die door hun omvang, naamsbekendheid en/of specialistische aanbod als trekker kunnen fungeren worden op strategische locaties aan het winkelcircuit gesitueerd, zodat sprake zal zijn van een natuurlijke loop door het winkelcentrum. Deze worden ondersteund door
14
in/-uitgangen naar de parkeervoorzieningen, die als belangrijke bronpunten dienen binnen het winkelcircuit. -
Een overdekt centraal plein, inclusief terrassen, waar omheen het horeca-aanbod is geconcentreerd dat fungeert als een centrale ontmoetings- en verblijfplek met mogelijkheden voor evenementen en activiteiten.
-
Middels aantrekkelijke looproutes tussen het winkelcentrum, Groot Zijdepark en de vijver worden deze functies aan elkaar verbonden en wordt een extra ‘binnen-buiten’ belevingsdimensie aan het centrum toegevoegd.
-
Renovatie van bestaande delen om een eenzelfde uitstraling te krijgen tussen bestaand en nieuw;
-
Een aantrekkelijk in de openlucht gelegen plein voor evenementen en activiteiten van diverse aard en de wekelijkse warenmarkt.
c) Kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingsruimte Uit de DPO’s (zie bijlagerapport, bijlage 5a, 5b en 5c) blijkt dat er met name (theoretische) uitbreidingsruimte in Leidsenhage is. De ruimte in de dagelijkse sector is circa 2.000 m2 wvo en in de sector mode en luxe circa 10.000 m2 wvo zonder rekening te houden met het ambitieniveau van Leidsenhage als top regionaal centrum. Ambitieniveau De ambitie van Leidsenhage is om als top regionaal centrum te functioneren waarbij: •
Wordt ingespeeld op toekomstige consumentenbehoeften en gewenste ruimtelijke kwaliteit
•
Het een toekomstbestendig winkelcentrum wordt
•
Er een uitbreiding in aanbod plaatsvindt dat kwalitatief toegevoegde waarde biedt en onderscheidend in de regio is
•
En afvloeiing van de eigen inwoners wordt beperkt en tevens aantrekkingskracht op de regio wordt vergroot.
Bij dit ambitieniveau is een toevoeging van circa 20.000 m2 wvo retail (zie bijlagerapport, bijlage 5c) totaal noodzakelijk. In de volgende tabel wordt een overzicht geschetst van de toevoegingen die in het indicatieve programma zijn opgenomen en maximaal volgens het Ruimtelijk Kader winkelcentrum Leidsenhage zijn toegestaan. Het winkelcentrum blijft in volume ongeveer gelijk (ca. 90.000 m2 bvo). Binnen het programma zal echter een verschuiving plaatsvinden van kantoren (nu een derde van het vloeroppervlak) naar detailhandel, horeca en leisure. De uitbreiding retail en gerelateerde functies is hierin gemaximeerd tot 20.000 m2 wvo.
15
Versterking van Leidsenhage zal effecten op de lokale winkelcentra hebben. Uitgangspunt is dat uitbreiding van Leidsenhage geen uitholling van de andere lokale winkelcentra mag opleveren. Bij de versterking van Leidsenhage wordt sterk ingezet op uitbreiding van het aanbod in de mode en luxe. Vooral het kernwinkelcentrum Oud-Voorburg met een sterk aanbod is in de hoogwaardige mode en luxe (46%) en De Julianabaan, die met name aanbod heeft in het middensegment, waaronder mode (30%), zullen dit gaan merken. De effecten zullen beperkter zijn naarmate de centra een eigen onderscheidende positie hebben en zich blijven ontwikkelen vanuit hun eigen kracht. Daarom is tegelijkertijd met de ontwikkeling van Leidsenhage versterking van deze centra nodig. d) Overige aspecten Bereikbaarheid en parkeren Voorwaarde is dat de goede bereikbaarheid per auto, fiets en openbaar vervoer gehandhaafd blijft. Uitgangspunt daarbij blijft voldoende (vooralsnog) gratis parkeerplaatsen. Voor het optimaal oplossen van parkeren is een meervoudig ruimtegebruik van belang. Ingezet wordt op een gebalanceerde verdeling van de parkeerfaciliteiten rond het winkelcentrum om het winkelcentrum evenwichtig te ‘voeden’ met bezoekers. Aandachtspunt is behoud van een goede doorstroming op de Heuvelweg/Noordsingel/ Banninglaan. Het met de auto parkeren via parkeerbegeleidingssystemen is een voorwaarde, evenals het aanbrengen van voldoende stallingsmogelijkheden voor fietsen bij alle entrees. De rol van internet Leidsenhage is al enigszins actief met de nieuwe media en ‘Nieuwe Winkelen’. Hier zal nog sterker op ingezet moeten worden. Dit kan door typische ‘cross channel’-functionaliteiten te integreren in het winkelgebied. Dit betreft niet alleen specifieke formules en allerhande digitale toepassingen, maar ook servicepunten en afhaallocaties voor online aankopen. Ambulante handel Een warenmarkt heeft regionale aantrekkingskracht en past daarom in de profilering van Leidsenhage. Er is zeker wat voor te zeggen om de markt wederom een plek te geven binnen het topregionale winkelcentrum. Zeker als het profiel van de markt (doelgroep, aanbod, kwaliteit, activiteiten) past bij het profiel van het winkelcentrum en om die reden toegevoegde waarde biedt. De
16
mogelijkheid blijft aanwezig om in samenwerking met de marktkooplui te zoeken naar alternatieven binnen de gemeente. Voorlopig is het uitgangspunt dat Leidsenhage de standplaats voor de weekmarkt blijft.
3.2 De Julianabaan 3.2.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen (DNA)`
GEMAKKELIJK EN VOLLEDIG WINKELEN
De Julianabaan is het compacte en volledige boodschappencentrum van de stad waar men de dagelijkse boodschappen kan doen. Een goed en zeer volledig aanbod in dagelijkse aankopen en overige voorzieningen waarbij men goed kan parkeren, met (detailhandelondersteunende)horeca, zorgt ervoor dat een groot deel van de gemeente hier (snel) haar boodschappen doet. Doordat de speciaalzaken uitblinken in (persoonlijke) serviceverlening en ambachtelijkheid, vormen deze een goede aanvulling op de (franchise)ketens. Promotie en activiteiten in en van dit centrum zijn ondersteunend aan de boodschappenfunctie. 3.2.2 Uitwerking a) Aanbod -
Focus blijft liggen op het basisaanbod dagelijkse en frequent benodigde artikelen (dagelijkse boodschappen en food) dat beperkt kwantitatief vergroot kan worden, mits dit kwalitatief voor een versterking van het profiel van het centrum zorgt en aanvullend is.
-
Het profiel kan worden versterkt door persoonlijke (als ambachtelijk) food-speciaalzaken toe te voegen. Dit versterkt het centrum als ‘het boodschappencentrum van de stad’.
-
Doelgerichte speciaalzaken die veel persoonlijke service bieden aan oud en jong - zoals de huidige sportzaak, lampenzaak, mode e.d. - geven ‘sfeer’ aan het winkelgebied. Deze zijn van belang om de aantrekkelijkheid te verhogen. Zeker als de service nog meer verschuift richting omni-channeling.
-
Functionele voorzieningen en organisaties als een sportschool, bibliotheek (met mogelijke verbreding van functies in de toekomst) passen goed in het gebied en zorgen voor loop in het winkelgebied.
-
Ook in de toekomst blijft het voor dergelijke centra van belang dat er voldoende (detailhandelondersteunende) horeca aanwezig is wat past bij de doelgroep van het centrum.
17
b) (Ruimtelijke) structuur Verblijfsklimaat en zonering -
Leegstand moet worden beperkt dan wel voorkomen aan de winkelgalerij aan het Koningin Julianaplein bij de Herman Gortersstraat door hier versterkende functie(s) te vestigen, waardoor het aantrekkelijker wordt dit deel van het kernwinkelgebied te bezoeken. Optimalisatie van de ruimtelijke structuur blijft een aandachtspunt. Voorwaarde is dat het centrum compact en overzichtelijk blijft.
-
Het advies blijft de huidige zonering van kernwinkelgebied, randzone en aanloopgebied, zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan, te behouden en het centrum niet verder op te rekken.
c) Kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingsruimte Uit de DPO (zie bijlagerapport, bijlage 5a) blijkt dat er in de huidige situatie in mode en luxe theoretisch teveel aanbod is qua wvo. De visie is echter dat als het functioneren van het centrum met diverse maatregelen wordt versterkt - en deze concepten kwalitatief worden aangepast door beter in te spelen op trends en ontwikkelingen – het aantal wvo behouden kan blijven. Eventueel kan de beperkte marktruimte voor de gemeente in de dagelijkse artikelensector in dit winkelgebied benut worden. d) Overige aspecten Bereikbaarheid en parkeren De Corbulogarage kan mogelijk beter benut worden, waarbij ook parkeren van werknemers van de bedrijven in het winkelgebied en parkeren van de ondernemers in het gebied zelf nader bekeken moeten worden. Bij faciliteren van initiatieven is behoud van voldoende parkeerplaatsen en goede bereikbaarheid (logistieke afhandeling) van belang. De rol van internet Kansen in dit centrum liggen verder op het vlak van service concepten en diensten die zich richten op de toenemende oudere doelgroep, waarbij mengvormen van fysieke en internetpunten of afhaalpunten met extra services en klantgerichtheid, de binding en het profiel kunnen versterken. Ambulante handel Een warenmarkt die aanvullend en complementair aanbod biedt, past in principe bij het profiel van het centrum. Er zijn echter al weekmarkten in Leidsenhage en in de Oud-Voorburg. Een derde weekmarkt is niet haalbaar. Bij mogelijke verplaatsing of heroverging van andere locaties is De Julianabaan qua positionering een goed alternatief. De fysieke mogelijkheden in De Julianabaan zijn echter beperkt. Een markt zou ten koste gaan van parkeerplaatsen. Voldoende parkeervoorzieningen dicht bij de winkels is van wezenlijk belang voor het goed functioneren van het winkelcentrum. Een weekmarkt lijkt in die zin niet haalbaar.
18
3.3 Oud-Voorburg
3.3.1 Gewenste positionering en onderscheidend vermogen (DNA)
LUXUEUS EN CULTUREEL GENIETEN
Oud-Voorburg is het oude en historische (dorps)centrum van Voorburg. Door haar uitstraling en de kleine (monumentale) panden – waarin zowel (hoogwaardige) speciaalzaken, als horeca als voorzieningen zijn gevestigd – biedt het een dusdanig verblijfsklimaat, dat men op diverse vlakken luxueus en cultureel kan genieten. Grenzend aan de Vliet is het een verborgen parel. Winkelen, wellness, eten en drinken en cultuur opsnuiven en deelnemen aan evenementen en andere activiteiten maken dit winkelgebied voor een brede (regionale) doelgroep een aantrekkelijk centrum om naar toe te gaan. Ook al is het maar om lekker te flaneren en te verblijven. 3.3.2 Uitwerking a) Aanbod -
Recreatief winkelen is één van de pijlers van Oud-Voorburg naast de dagelijkse aankopen. Om meer traffic te genereren zal er meer hoogwaardig en divers aanbod moeten komen, passend bij het profiel van het centrum. Dit geldt ook voor de niet-dagelijkse aankopen. Gezien het huidige aanbod in mode en luxe, woninginrichting, food en wellness lijkt het logisch het aanbod kwalitatief hierin uit te breiden (moeder en kind, (woon)accessoires, cadeau, delicatessen, traiteurs et cetera). Het is wenselijk dat er zich ook beperkt een aantal filiaalbedrijven vestigt bij voorkeur vanuit franchiseformules. Dergelijke winkels hebben over het algemeen vanuit de organisatie meer marketing budget dat vaak regionaal wordt ingezet waardoor men traffic kan genereren voor het hele gebied.
-
Gezien de ontwikkeling naar en behoefte aan meer schaalvergroting is het voor specifieke trekkers en ketens wenselijk grote panden in te zetten voor de partijen die met nieuwe retailconcepten traffic genereren. Denk aan invulling waarin detailhandel en overige functies worden gemengd. Bijvoorbeeld horeca (een grand café), gecombineerd met cultuur, een wellness functie met horeca, een groot kinderwarenhuis e.d.
-
Toename van enkele horecabedrijven die ondersteuning bieden aan de winkelfunctie in de vorm van daghoreca (lichte horeca) of detailhandelondersteunende horeca in winkels, in combinatie met een terras, kunnen het belevingskarakter van het winkelgebied versterken. De ambitie dat de horeca meer ondersteuning moet bieden aan de winkelfunctie is ook in de structuurvisie opgenomen. Zowel panden met horecabestemming als zonder horeca bestemming kunnen in aanmerking komen. In het laatste geval zijn criteria als (zicht)locatie en de kwaliteit van het concept van belang om te toetsen.
-
Zoals hierboven beschreven kunnen nieuwe consumentgerichte (retail) concepten – waarin diensten op het gebied van wellness, schoonheid of gezondheid (bijvoorbeeld bijzondere specialistische medische functies (geen arts, tandarts e.d.) worden gecombineerd met de verkoop van producten - extra traffic genereren. Deze kunnen onderscheidend vermogen creëren en passen bij het gewenste profiel van het centrum.
19
-
Strategische (retail) concepten op zichtpunten of op strategische (zichtbare) locaties kunnen de aantrekkelijkheid van het gebied verhogen en het gebied zichtbaarder maken voor (toevallig) passerende automobilisten, fietsers en wandelaars en overige passanten.
b) (Ruimtelijke) structuur Verblijfsklimaat en zonering De inrichting van het centrum kan beter aansluiten bij de architectonische waarden, historie en uitstraling winkelaanbod. Mede hierdoor wordt het verblijfsklimaat verbeterd en verblijfsduur gestimuleerd. Hiervoor zijn in de Ontwikkelingsvisie Oude Dorpskern van 2004 en het onderzoeksrapport herijking visie op de detailhandel Oude Dorpskern Voorburg 2009, van BRO Consultants, de volgende suggesties gedaan: -
Visualiseren uitgestrektheid van de Herenstraat (rode loper…) en de grenzen van het
-
Creëren van pleinen onder andere rondom de kerk (voorwaarde opheffen verkeersroute Van
kernwinkelgebied. Schagenstraat-Vlietstraat) en aan het einde van de Herenstraat bij het station. -
Versterken onderlinge verbanden en routing, inclusief die naar de Vliet. Ook is bijzondere aandacht nodig voor omgevings- en beeldkwaliteiten (o.a. gevels, uitstallingen en reclameobjecten, terrassen).
-
De Parkweg behoudt, doordat het een doorgaande weg is en er grotere panden aanwezig zijn, een andere functie dan de Herenstraat en de verbindende straatjes naar de Parkweg. Voor de uitstraling van het winkelgebied als geheel is het van belang hier ook aantrekkelijke doelgerichte winkels te vestigen, zoals bijvoorbeeld de sanitairwinkel en de fietsenspeciaalzaak. Dit geldt met name voor het deel van de Parkweg ter hoogte van het kernwinkelgebied (tussen de Franse Kerkstraat en de Wielemakersslop). De herprofilering van 2011 had tot doel dit deel van de Parkweg meer te betrekken bij het kernwinkelgebied. Om deze relatie verder te versterken en de zichtfunctie van de Parkweg beter te benutten, is het wenselijk hier enkele functies te vestigen, die voor ‘loop’ naar de Herenstraat en de rest van het kernwinkelgebied kunnen zorgen en aansluiten bij de positionering van het winkelgebied. Bij deze positionering passen functies die beleving toevoegen en aantrekkingskracht hebben op de specifieke doelgroep.
-
Het deel van de Parkweg (zuidzijde) tussen de Franse Kerkstraat, de Franse Kerkstraat zelf en het Wielemakersslop blijven samen met de Herenstraat het kernwinkelgebied (bestemmingsplan 2011). Om de leegstand hier op te lossen dan wel te beperken is het advies elke aanvraag op deze locatie te toetsen op het concept en de kwalitatieve omschrijving ervan. Criteria als wat is de vernieuwende factor, wat voegt het toe aan het profiel van het centrum, past het in de positionering en in welke mate wordt er (kwalitatieve) traffic gegenereerd voor de rest van het centrum, zijn beoordelingspunten.
c) Kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingsruimte Uit de DPO (zie bijlagerapport, bijlage 5a) blijkt dat er in de huidige situatie in mode en luxe theoretisch teveel aanbod is qua wvo. De visie is echter dat als het functioneren van het centrum met diverse maatregelen wordt versterkt – en deze concepten kwalitatief worden aangepast door beter in te spelen op trends en ontwikkelingen – het aantal wvo behouden kan blijven. Er blijkt ook dat er qua wvo juist veel kansen zijn op ‘in en om het huis’ (woninginrichting) in te spelen. Hier geldt wel voor dat het type concepten ook moet passen bij de positionering van het centrum. Een algemeen advies is aanvragen die afwijken van de bestemming goed te toetsen op kwalitatieve invulling.
20
d) Overige aspecten Bereikbaarheid en parkeren Voor het recreatief en doelgericht winkelen is het van belang dat er een goede balans tussen lang en kort parkeren blijft, hetgeen in 2014 hoogstwaarschijnlijk is gerealiseerd in het kader van de herontwikkeling van het stationsgebied en de wijziging van het parkeerregime onder het viaduct van de A-12. De rol van internet Concepten die sterk inspelen op trends als digitalisering, zoals afhaalpunten, lockers en webwinkels gecombineerd met fysieke verkooppunten, zijn van toegevoegde waarde voor het centrum. Het faciliteren hiervan is van belang. Ambulante handel De warenmarkt op het Oosteinde is een versterking voor het centrum en kan een nog belangrijkere functie krijgen als beide partijen (marktorganisatie en ondernemersvereniging) beter samenwerken. Zowel qua traffic, sfeer, activiteiten en ambiance past deze bij het profiel van het centrum.
3.4 Leidschendam Centrum 3.4.1. Gewenste positionering en onderscheidend vermogen (DNA)
GENIETEN AAN DE VLIET
Het winkel- en recreatiegebied Leidschendam Centrum is tevens het historisch centrum van Leidschendam. Door de sfeervolle en authentieke inrichting van het winkelcentrum en haar recreatieve omgeving inclusief het groene achterland, genieten inwoners, bezoekers en (andere) recreanten (wandelaars, fietsers en vaarrecreanten) regelmatig aan de Vliet. De diverse horecagelegenheden en terrassen – met name in het Sluisgebied - bieden een divers (kwaliteits)aanbod waardoor men uit de regio hiernaar toe komt voor een drankje of een hapje of een ijsje. Inwoners uit de omliggende wijken kunnen bij de winkels rondom het vernieuwde Damplein hun dagelijkse boodschappen doen waar ambacht en vakmanschap nog centraal staan. De (super) speciaalzaken in het midden (hoge) segment van de markt - en ondernemers die specifieke (consumentgerichte) diensten bieden zoals de (para)medische sector - trekken consumenten uit een groter verzorgingsgebied. Omnichanneling, de combinatie van web- en fysieke winkels, afhaalpunten, de digitale benadering van consumenten, duurzaamheid, kunst en cultuur en activiteiten en evenementen zijn kenmerkende elementen voor dit hart van Leidschendam. Het hart dat grenst aan Leidschendam – Zuid met haar Venestraat, waar van oorsprong veel detailhandel was gevestigd en in de toekomst – door de combinatie van woon, werk en verblijfsfunctie - weer een aanloopfunctie voor Leidschendam – Centrum krijgt.
21
3.4.2 Uitwerking a) Aanbod -
Het streven is door te groeien naar een volwaardig wijkwinkelcentrum met volledig basisaanbod om voldoende klanten uit de omliggende wijken te trekken. Dit gaat om de dagelijkse en functionele boodschappen die met name op en rondom het Damplein te vinden zijn.
-
Wijkoverstijgend aanbod door (super)specialisaties en specifieke consumentgerichte diensten vindt men onder andere op de Damlaan, die als aanloopstraat fungeert.
-
In het dagelijks- en frequent niet-dagelijks aanbod ontbreekt als basis aanbod een drogist en een winkel in huishoudelijke artikelen.
-
Hierbij is het wenselijk dat er zich een aantal filiaalbedrijven vestigt - bij voorkeur vanuit soft franchiseformules – waarbij de ondernemer op de hoogte is van de beperkte koopkracht in het primaire verzorgingsgebied en de specifieke behoefte van de doelgroep. Dergelijke winkels hebben over het algemeen vanuit de organisatie ook meer marketing budget dat vaak regionaal wordt ingezet waardoor men traffic kan genereren uit een groter verzorgingsgebied en men de eerste jaren niet afhankelijk is van de directe omgeving.
-
Aanvulling van meer (super) speciaalzaken met specifiek aanbod die nieuwe wijkoverstijgende doelgroepen bedienen en bekendheid voor Leidschendam Centrum genereren, zijn voor de aanloopstraat noodzakelijk. Het gaat om speciaalzaken waarbij bijvoorbeeld duurzaamheid een rol speelt. Ook de woninginrichtingsbranche, retailconcepten waar speciale services onderdeel van uitmaken, hobby en recreatieve winkels, speciaalzaken op het gebied van mode voor een zeer specifieke doelgroep en dienstenconcepten gecombineerd met retail passen in de gewenste branchering. Het winkelaanbod kan zich daarnaast ook specialiseren op de recreatieve omgeving met de sportieve (buiten)recreant als doelgroep (fietsers, wandelaars, vaarrecreanten). Ook webwinkels die een showroomfunctie willen creëren passen bij uitstek in dit centrum. Deze (speciaal)zaken en dienstverleningsconcepten bieden onderscheidend vermogen en passen bij het gewenste profiel van het centrum.
-
Detailhandelondersteunende horeca in winkels, in combinatie met een terras, kunnen het belevingskarakter van het winkelgebied versterken. Zowel panden met horecabestemming als zonder horeca bestemming kunnen in aanmerking komen. In het laatste geval zijn criteria als (zicht)locatie en kwaliteit concept van belang om te toetsen. In Leidschendam Centrum gaat het met name om de locaties in en rondom het Damplein.
-
De horeca in de Damlaan is voor een groot deel avondhoreca en zou meer ondersteuning moeten gaan bieden aan de winkelfunctie. Dit verhoogt de sfeer en beleving en daarmee het verblijfsklimaat in de Damlaan.
-
Aanvullende activiteiten zoals een boeren(streek)markt en activiteiten rondom kunst en cultuur passen goed bij het profiel van het winkelgebied en zorgen voor verlevendiging en bekendheid van en meer traffic naar het centrum.
b) (Ruimtelijke) structuur Verblijfsklimaat en zonering -
Het is wenselijk om het onderscheid tussen de functie van het Damplein in het kernwinkelgebied en de aanloopstraat Damlaan bij bestemmingsplanherziening op te nemen. Detailhandel is op het Damplein veruit de belangrijkste bestemming om dit deel van het centrum blijvend te versterken. De Damlaan en overige straten kunnen de brede functie behouden.
22
-
De Venestraat en de oostzijde van de Vliet - langs de Leidsekade - bieden kansen als aanloopgebied voor Leidschendam Centrum. Een menging van functies - met beperkt aanbod van detailhandel – en specifieke branchering als bijvoorbeeld recreatieve, toeristische, snuffelzaakjes, groothandelaren met webwinkels, kunstenaren met verkoopruimte en culturele (retail) concepten, kunnen de woon, werk en verblijfsfunctie van dit gebied versterken waardoor het ook toegevoegde waarde voor het profiel van Leidschendam Centrum biedt.
-
Een onderscheid tussen diensten in de Randzone (J.S. Bachlaan) en de aanloopstraat Damlaan, waarbij in de Randzone de nadruk meer ligt op zakelijke dienstverlening en in de Damlaan op de consumentgerichte dienstverlening, medische voorzieningen en overige functies zoals culturele voorzieningen, kunnen de concurrentie met de panden in Leidschendam Centrum beperken en zorgen voor de juiste functie op de juiste plaats.
c) Kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingsruimte Uit de DPO (zie bijlagerapport, bijlage 5a) blijkt dat er enkel geringe ontwikkelingsruimte is in de dagelijkse artikelensector. Er blijkt ook dat er qua wvo juist veel kansen zijn op ‘in en om het huis’ (woninginrichting) in te spelen. Hier geldt wel voor dat het type concepten ook moet passen bij de positionering van het centrum. Gezien de aanzienlijke leegstand in het gebied, waaronder leegstand in de nieuwbouw op het Damplein en verspreid over de Damlaan, zal toevoeging van winkelmeters met name plaatsvinden door invulling van de leegstaande panden. Eventueel kan de beperkte marktruimte voor de gemeente in de dagelijkse artikelensector in dit winkelgebied benut worden voor schaalvergroting van bestaande aanbieders. d) Overige aspecten Bereikbaarheid en parkeren -
Bij voltooiing van het woningbouwprogramma zal het aantal langparkeerplaatsen in de omgeving van het winkelgebied afnemen. Het invoeren van een parkeerregime in de parkeergarage stimuleert langer verblijven niet. Zeker in een omgeving waar winkelbezoek gecombineerd kan worden met de verblijfsfunctie rondom de Sluis, is aandacht nodig voor behoud van voldoende langparkeerplaatsen waarbij de definitie van ‘lang ’goed moet worden geformuleerd. Ook openingstijden van de parkeergarage moeten jaarlijks worden geëvalueerd bij toename van het aantal (avond) bezoekers.
-
Het centrum heeft de ‘stop en shop’ functie hard nodig. Voldoende parkeergelegenheid op de Damlaan met bijbehorend regime blijft een aandachtspunt.
-
De Sluis is – zeker zomers - een knelpunt. De verwachting is dat als de woningbouw voltooid is, dit nog kan toenemen. Bereikbaarheid is voor dergelijke centra een essentiële USP die goed gemonitord moet worden en eigenlijk door een extra oeververbinding moet worden opgelost. De wens hiertoe is eveneens in de structuurvisie opgenomen.
-
Vanwege de hoge parkeerdruk in Leidschendam-Zuid probeert de gemeente extra parkeervoorzieningen te realiseren in de omgeving van de Venestraat.
De rol van internet In het gebied zijn reeds een aantal ondernemers gevestigd die actief inspelen op onderdelen van het ‘Nieuwe Winkelen’ door combineren van een webwinkel met een fysieke winkel (omni/multichanneling), waardoor zij nieuwe doelgroepen uit een groter verzorgingsgebied trekken. Vanwege de ‘stop & shop’ ,mogelijk in de Damlaan, zou toename van dergelijke winkels in deze
23
aanloopstaat een versterking voor het hele gebied betekenen. Afhaalpunten (al dan niet in combinatie met een winkel) van op internet gekochte producten kunnen ook een toegevoegde waarde voor het centrum hebben. Het faciliteren hiervan is van belang. Ambulante handel Een (wekelijkse) boeren(streek)markt en andere passende thematische markten passen uitstekend bij het profiel van het winkelgebied. Uit het onderzoek naar ‘de markt van morgen’ blijkt ook dat er in Leidschendam-Voorburg meer behoefte is aan dergelijke producten. Het CVAH en HBD ondersteunen het initiatief van de boeren(streek)markt en hebben hier de afgelopen jaren samen met centrummanagement de eerste stappen voor gezet. Het ondersteunen en faciliteren van dit initiatief kan van belang zijn voor versterking en bekendheid van het centrum.
24
4 Uitvoering van de visie Om de strategie te kunnen opzetten om de visie te realiseren, is inzicht nodig in de rolverdeling tussen de diverse partijen en randvoorwaarden die van belang zijn om de visie te kunnen realiseren. 4.1 Rolverdeling Het functioneren van de detailhandel wordt gereguleerd door het vrije marktmechanisme waar een aantal partijen vanuit hun eigen rol invloed op hebben. Partijen zijn onder andere de gemeente, eigenaren en beleggers en overige stakeholders (makelaars, bewoners, verenigingen en stichtingen et cetera). En uiteraard niet in de laatste plaats de ondernemers zelf. 4.1.1 Gemeente De rol van de gemeente is - mede door bezuinigingen - aan het veranderen naar een meer regisserende, stimulerende en faciliterende rol. Instrumenten als bestemmingsplannen kunnen (marginaal) invloed uitoefenen op de functiemenging (horeca, vormen van dienstverlening, kantoren e.d.) in winkelstraten en vestigingsgrootte van winkel- en andere vestigingen alsmede omvang van winkelgebieden. Verder kunnen verordeningen en een actieve handhaving bijdragen aan een goed winkelklimaat, dat tevens sterk beïnvloed wordt door (her)inrichting. Door het treffen van verkeers- en parkeermaatregelen kunnen bereikbaarheid en verblijfsklimaat worden verbeterd. Subsidieregelingen, financiële bijdragen voor specifieke zaken, centrummanagement, evenementen en (stads)promotie kan de gemeente invloed uitoefenen op het detailhandelsklimaat. Gezien de beperkte middelen moeten daarbij prioriteiten gesteld worden. Samenwerking vanuit gescheiden verantwoordelijkheden tussen verschillende partijen (gemeente, ondernemers/winkeliersverenigingen, winkeliers) is belangrijk om de kwaliteit van de kernwinkelcentra te verbeteren. Regulier overleg met winkeliersverenigingen is hierbij een belangrijke voorwaarde. 4.1.2 Vastgoedeigenaren Vastgoedeigenaren zijn in essentie verantwoordelijk voor het op peil houden van de kwaliteit van vastgoed. Door goed beheer en het doen van investeringen kunnen eigenaren inspelen op wensen van zittende of nieuwe huurders en ontwikkelingen in de omgeving. Ook het aanpassen van huurprijzen is een middel om leegstand te voorkomen. Een andere mogelijkheid is het realiseren van een tijdelijke invulling, zoals bijvoorbeeld ateliers of pop-up-stores. 4.1.3 Ondernemers Detaillisten kunnen zich onderscheiden door een onderscheidend concept met bijpassend aanbod. Hierdoor speelt men in op de veranderende consumentenbehoeften. Verder kunnen ondernemers gezamenlijk trachten meer bezoekers te trekken door - al dan niet via het samenvoegen van marketingbudgetten – evenementen te organiseren. Integratie van offline en online winkels kan zowel voor het winkelgebied als de aanloopstraat ingezet worden om de consument te boeien. Naast deze groepen betrokkenen zijn er nog andere partijen, waaronder vertegenwoordigers van ondernemers, zoals MKB Leidschendam-Voorburg, de lokale afdeling van Koninklijke Horeca Nederland, de Kamer van Koophandel en ondernemers- en winkeliersorganisaties. Ook spelen intermediairs als bijvoorbeeld makelaars en vastgoedontwikkelaars een rol in de concentratie van winkelvoorzieningen. In het Platform Economie, Onderwijs & Arbeidsmarkt werken overheid,
25
ondernemers en onderwijs samen aan de sociaaleconomische opgaven in de gemeente, met onder meer aandacht voor detailhandel en ondernemerschap. 4.2 Randvoorwaarden om de visie te realiseren 4.2.1 Algemene randvoorwaarden Om de strategie te kunnen opzetten om de visie te realiseren, is een beeld van algemene randvoorwaarden van belang. Voor de kernwinkelcentra zijn algemene randvoorwaarden: bereikbaarheid en parkeren, de rol van internet en ambulante handel. Deze algemene randvoorwaarden hebben per kernwinkelgebied hun eigen aandachtspunten en zijn in de ontwikkelingsrichting per kernwinkelcentrum beschreven. Bereikbaarheid en parkeren Voor ieder winkelgebied (niet alleen de kernwinkelcentra) geldt als voorwaarde dat de goede bereikbaarheid per auto, fiets en openbaar vervoer en parkeermogelijkheden gehandhaafd moet blijven. Per locatie is dat te specificeren, bijvoorbeeld door de invloed van een blauwe zone. Ook speelt de functie van het winkelcentrum een rol. Verder is een duidelijke bewegwijzering (parkeerrouting) naar de diverse parkeervoorzieningen van belang. De rol van internet Bij de trends en ontwikkelingen is de toenemende invloed van internet al aangegeven. Daar zullen de kernwinkelcentra ieder op maat gesneden op moeten inspelen. Ambulante handel Ambulante handel kan een toegevoegde waarde hebben voor de kernwinkelcentra. Per centrum gelden specifieke aandachtspunten. Bovendien zijn er verschillende vormen, zoals een warenmarkt, een weekmarkt of een (boeren)streekmarkt. Daarnaast is de organisatievorm van belang. Het onderzoek ‘Markt van Morgen in Leidschendam-Voorburg’ (augustus 2013) wijst erop dat een bedrijfsmatige aanpak van de markt de voorkeur heeft. Nieuwe markten worden getoetst op profiel, kanshebbendheid en de partij die de markt gaat organiseren. Uiteraard blijven criteria als locatie, bereikbaarheid e.d. van belang. Ook is samenwerking tussen de marktorganisatie en het winkelcentrum essentieel. Daarnaast zijn de volgende randvoorwaarden voor alle kernwinkelgebieden van belang: •
Verordening winkeltijden aanpassen, zodat er ruimere mogelijkheden ontstaan voor openstelling winkels op zondag
•
Detailhandelondersteunend beleid aanpassen, zodat het aansluit op de verschillende seizoenen en tevens op (nieuwe) vormen van (retail)concepten
•
Toekomstbestendig terrassen- en evenementenbeleid ontwikkelen
•
Samenwerking tussen de winkelgebieden versterken
•
Promotie Leidschendam-Voorburg verbinden met promotie van de kernwinkelcentra
•
Voldoende middelen om (regionale) promotie (waaronder evenementen en activiteiten) te kunnen financieren, waarbij een scherpe doelgroepbenadering noodzakelijk is
•
Marktconforme huurprijzen
•
Opstellen marketing-communicatieplan voor elk kernwinkelgebied.
26
4.2.2 Specifieke randvoorwaarden per kernwinkelgebied Naast deze algemene randvoorwaarden zijn er specifieke randvoorwaarden per kernwinkelgebied die van belang zijn om de visie te kunnen realiseren. a) Leidsenhage 1. De openingstijden verruimen om zo ook doordeweeks ’s avonds mensen die uit hun werk komen, te kunnen bedienen. 2. Voldoende draagvlak voor de vernieuwing van Leidsenhage (eigenaren, huurders, MKB, omwonenden, regio en provincie). 3. Voor de slag maken van detail naar retail, inzetten op een breder, dieper en kwalitatief goed aanbod, uitbreiden en eventueel clusteren van (dag)horeca, evenementen en andere functies die het recreatieve aspect in het winkelcentrum brengen. 4. Voor de revitalisering van Leidsenhage naar een toekomstbestendig winkelcentrum wordt verder ingezet op: •
Verbetering routing en positionering trekkers.
•
Verbeteren uitstraling van de randen van het winkelgebied.
•
Vergroten zichtbaarheid en uitstraling (van introvert naar extrovert), versterken relatie met de omgeving (park, water, Bach-as).
•
Verbeteren uitstraling en aankleding van het openbaar gebied. Zij dragen (naast winkelaanbod en events) bij aan de beleving in het winkelcentrum.
•
Goede bereikbaarheid per auto (parkeren), openbaar vervoer en langzaam verkeer
5. Inzetten op invulling van winkels (functies) die bij het profiel van Winkelparadijs passen. 6. Faciliteren van snelle herplaatsing van ondernemers die niet meer in het profiel van Leidsenhage passen naar de andere winkelgebieden. b) De Julianabaan 1. Faciliteren toevoeging aanvullend aanbod in de dagelijkse en frequent benodigde artikelen (dagelijks aanbod en food), mits dit kwalitatief van toegevoegde waarde is. 2. Meer samenhorigheid creëren en een betere samenwerking tussen ondernemers en stakeholders, waarbij ook ketens zich betrokken voelen en zich actief inzetten. 3. Betrekken stakeholders zoals grote eigenaar (Metterwoon) en winkeliersvereniging om de juiste huurders aan te trekken en inzet op optimaliseren van de ruimtelijke structuur. 4. Op het gebied van de promotie liggen er kansen het Unique Selling Point “gemak” meer onder de aandacht te brengen bij de inwoners van de hele gemeente, als onderscheidende positie ten opzichte van Leidsenhage en overige centra. Activiteiten als het Cultureel Zomerfestival, dat jaarlijks georganiseerd wordt, brengen het winkelgebied goed onder de aandacht, evenals activiteiten als een korenweekend. c) Oud-Voorburg 1. Kwalitatief brancheringsconcept uitwerken om kwalitatieve toetsing te kunnen uitvoeren voor aanvragen die afwijken van de officiële bestemming. 2. Andere vorm voor het organiseren van de samenwerking tussen ondernemers onderling en stakeholders (eigenaren en gemeente), waarbij stakeholders beter worden betrokken. 3. Andere financieringsmethodiek met voldoende middelen voor samenwerking ondernemers en overige stakeholders, waarbij alle belanghebbenden worden betrokken en het aantal free riders wordt beperkt tot bijna nihil.
27
4. Promotie (waaronder evenementen, activiteiten maar ook (digitale) middelen) sterker inzetten op de mix van cultuur, historie, winkelen en horeca en de Vliet (varen). 5. Aandacht blijven behouden voor het versterken van het verblijfsklimaat. 6. Faciliteren van snelle herplaatsing van ondernemers uit Leidsenhage die passen in de positionering van het centrum. 7. Voldoende parkeerplaatsen voor lang parkeren en duidelijke bewegwijzering (parkeerrouting) naar de verschillende parkeervoorzieningen voor kort- en langparkeerders. d) Leidschendam Centrum 1. De opgave vanuit de structuurvisie is met name gericht op het intensiveren van het woningbouwprogramma. Hiermee wordt bijgedragen aan het behoud en de versterking van de voorzieningenstructuur in Leidschendam-Centrum. 2. Stimuleren van wijkverzorgende winkels in en rond het Damplein blijft nodig evenals sturing op vestiging van speciaalzaken in de Damlaan. 3. Voldoende middelen om (regionale) promotie (waaronder evenementen en activiteiten) te kunnen financieren gezien het belang van meer sfeer en beleving, waardoor het centrum en het Sluisgebied meer bekendheid krijgen en daardoor meer (kwalitatieve) traffic genereert. 4. Kwalitatief brancheringsconcept up to date maken om een kwalitatieve toetsing te kunnen uitvoeren voor aanvragen die afwijken van de officiële bestemming. 5. Andere vorm voor het organiseren van de samenwerking tussen ondernemers onderling en stakeholders (eigenaren en gemeente) waarbij stakeholders beter worden betrokken en - op positieve wijze door alle partijen - het centrum wordt gepromoot, waardoor (potentiële nieuwe) ondernemers worden aangetrokken. De (toekomstige) rol van de VOF is een belangrijk aandachtspunt. 6. Andere financieringsmethodiek met voldoende middelen voor samenwerking ondernemers en overige stakeholders waarbij alle belanghebbenden worden betrokken en het aantal free riders wordt beperkt tot bijna nihil. 7. Promotie (waaronder evenementen, activiteiten maar ook (digitale) middelen) sterker inzetten op de mix van historie, kunst en cultuur, winkelen en het Sluisgebied (horeca, de Vliet en de passantenhaven). 8. Faciliteren van snelle herplaatsing van ondernemers uit Leidsenhage die passen in de positionering van het centrum. 9. (Toeristische) bewegwijzering aanbrengen op en naar de verschillende locaties in het centrum om bekendheid te genereren en loop te sturen. 10. Leidschendam – Zuid (Venestraat) qua profiel en ontwikkeling laten aansluiten bij Leidschendam Centrum waardoor dit gebied een positieve functie voor Leidschendam Centrum krijgt. 11. Het groene achterland vanuit de recreatieve functie en het aanwezige aanbod betrekken bij Leidschendam Centrum.
28
4.3 Doorkijk naar de gemeentelijke maatregelen en middelen Op basis van de analyses in het bijlagerapport en de uitwerking van de visie wordt in onderstaande een doorkijk gegeven naar mogelijke gemeentelijke maatregelen en middelen. 1 Aanpassing verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg De wijziging van de winkeltijdenwet is in juli 2013 van kracht geworden. De gemeente is nu vrijer in het bepalen van openstelling van winkels op zondag. Het advies is in samenspraak met belanghebbenden een voorstel uit te werken voor aanpassing van de verordening winkeltijden. 2 Opstellen nadere (kwaliteits)-eisen ten aanzien van het uiterlijk aanzien van terrassen. De behoefte voor het opstellen van nadere (kwaliteits-)eisen ten aanzien van het uiterlijk aanzien van terrassen is opgenomen in het beleid ten aanzien van terrassen 2009. Dit is met name van belang voor de beschermde dorpsgezichten. Dit geldt met name voor de Oude Dorpskernen Oud-Voorburg en Leidschendam Centrum. Het advies is om in samenspraak met belanghebbenden een voorstel uit te werken voor nadere (kwaliteits)eisen ten aanzien van terrassen. 3 Centrummanagement, samenwerking en regulier (economisch) overleg Er is sinds 2009 ervaring met centrummanagers. Centrummanagement bevordert de professionele samenwerking tussen partijen, versterkt de organisatiekracht van de ondernemersvereniging, activeert en intensiveert (promotie) activiteiten, stuurt en te adviseert in de gewenste branchering in het gebied wat nodig is in verband met de herontwikkeling van het centrum en de leegstand in het gebied. Centrummanagement is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ondernemers (de gebruikers), de gemeente (openbare ruimte) en vastgoedeigenaren (in de panden). Leidsenhage organiseert en financiert het centrummanagement zelf. In Leidschendam Centrum en Oud-Voorburg is centrummanagement tot nu toe vanuit de gemeente gefinancierd. Het advies is om centrummanagent in specifieke centra voort te zetten. De vorm waarin het centrummanagement gecontinueerd wordt en de rolverdeling en verantwoordelijkheden tussen de partijen moet nader worden uitgewerkt. Voor de gemeente betekent samenwerken het blijven investeren in regulier overleg met stakeholders en capaciteit reserveren om beleid op te stellen en maatregelen uit te kunnen voeren. Leegstand en marktconforme huurprijzen (huurprijsafstemming) zijn hierbij aandachtspunten/agendapunten. Specifiek voor Leidsenhage is het advies draagvlak te creëren voor de toekomstige ontwikkelingen. Samenwerking tussen partijen is noodzakelijk. 4 Reclamefonds Het advies is voor een specifieke periode in enkele centra een reclamefonds te faciliteren. Het reclamefonds is een middel om met name ondernemersverenigingen met een lage organisatiegraad meer financiële armslag te bieden. Het voordeel is dat het verschijnsel ‘free riders’, ondernemers die wel meeprofiteren van georganiseerde (promotie) activiteiten, maar niet meebetalen, ondervangen wordt. De winkeliersverenigingen moeten officieel het verzoek hiertoe doen en voldoende draagvlak vanuit de ondernemers organiseren. Dit geldt specifiek voor Oud-Voorburg en Leidschendam Centrum.
29
5 Aanpassing Evenementen-uitvoeringsbeleid 2010 Door ontwikkelingen in de markt en in de centra ontstaat er meer - en andere vraag – naar evenementenbeleid waarin evenementenlocaties en randvoorwaarden specifiek zijn beschreven. Voorbeelden van (nieuwe) locaties zijn het Damplein, het Sluisgebied en Stationsplein. Daarnaast is het door algemene trends en ontwikkelingen noodzakelijk het beleid voor de hele gemeente aan te passen. Het advies is het evenementen(uitvoerings)beleid op een aantal punten aan te passen. 6 (Stads)promotie De gemeente voert promotie op diverse vlakken. Er vindt geen integrale Stadspromotie plaats. De gemeente heeft diverse Unique Selling Points, waarbij Leidschendam-Voorburg op de kaart kan worden gezet, waaronder de diversiteit en de kwaliteit van de winkelcentra, evenementen en andere activiteiten. Het advies is nader uit te werken op wat voor manier (met gebruikmaking van moderne communicatiemiddelen als het gebruik van internet en social media) de gemeente sterker in kan zetten op (stads)promotie, waarbij afstemming plaatsvindt met de promotie die door de winkelgebieden zelf wordt gedaan. Zo kan er optimaler geprofiteerd worden van de bezoekers die naar - de verschillende centra en andere locaties en attracties in - de gemeente komen. 7 Branchering, leegstand, juiste concept op de juiste plaats Branchering Het advies is voor de kernwinkelcentra een (beknopt) brancheringsconcept op te stellen (voor Leidschendam Centrum een herijking). Dit is een kwalitatieve uitwerking van de delen trends en aanbod uit detailhandelsbeleid. Het maakt inzichtelijk welke specifieke concepten passen bij de trends en ontwikkelingen en welke hiervan specifieke toegevoegde waarde bieden voor per winkelgebied. De integratie van Bricks en Clicks moet hierin worden verwerkt. Bij de aanvraag van vergunningen kan sterker kwalitatief worden getoetst. Leegstand Daarnaast is het advies om in het brancheringsconcept nieuwe vormen van (tijdelijke) concepten en / of andere mogelijkheden om leegstand te beperken, (tijdelijk) op te lossen of zelfs mogelijk positief in te zetten, te verwerken. Juiste concept op de juiste plaats Voor elk winkelgebied is een profiel vastgesteld. Door het versterken van het onderscheidend vermogen vullen de kernwinkelcentra elkaar beter aan en zijn ze meer complementair aan elkaar. Hierbij is het van belang dat het juiste concept op de juiste plaats belandt, passend bij het profiel van het winkelgebied. Hierbij kunnen verplaatsingen aan de orde zijn (bijvoorbeeld bij revitalisatie van Leidsenhage). Hierbij is samenwerking tussen en inzet van verschillende partijen nodig (gemeente bij toetsen initiatieven, verhuurders van panden, makelaars, centrummanager). De gemeente kan hierin, zo nodig, een faciliterende rol hebben. 8 Openbare ruimte De inrichting, het onderhoud en het gebruik van de openbare ruimte is van invloed op het functioneren van elk winkelgebied. Voor alle winkelgebieden blijft dit een aandachtspunt, met name voor de Herenstraat e.o. De uitgangspunten voor Leidsenhage zijn in de diverse visies beschreven en dienen nader te worden uitgewerkt.
30
9 Bereikbaarheid en Parkeren Verkeers – en vervoersplan Het advies is het volgende kader voor de detailhandel te verwerken in het nieuwe Verkeers- en Vervoerplan, waarbij de zonering per winkelgebied wordt bepaald en met toekomstige ontwikkelingen rekening wordt gehouden: -
Voldoende parkeerplaatsen voor kort- en langparkeren, afgestemd op het koopmotief van het winkelgebied en zonodig uitgewerkt in zones, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen recreatief winkelen (verblijven), waarbij behoefte is aan lang parkeren> 2 uur en doelgericht, functioneel boodschappen doen, waarbij de nadruk ligt op kort parkeren en roulatie van belang is, dicht bij de desbetreffende winkel(s).
-
Om in het kernwinkelgebied voldoende parkeerplaatsen te behouden, gebieden aan te wijzen, waar ontheffingen voor de blauwe zone (eventueel onderverdeeld in tijdvakken) niet geldig zijn.
-
Bij schaarste bij de parkeerregulering voorrang te geven aan de bezoekfunctie, ondernemers krijgen niet de beste plekken.
(Toeristische) bewegwijzering Het advies is toeristische bewegwijzering aan te brengen in Leidschendam Centrum. Vooral om binnen het winkelcentra bekendheid te geven aan bepaalde locaties, een ‘loop’ te creëren en een langere verblijfstijd van bezoekers te stimuleren. Parkeren en routing Verder is uitwerking van de parkeerroute voor Oud-Voorburg noodzakelijk om de vindbaarheid van de diverse parkeermogelijkheden te vereteren. Voor De Julianabaan dient een onderzoek plaats te vinden hoe de Corbulogarage beter benut kan worden. 10 Ambulante handel Het advies is om nieuwe initiatieven ten aanzien van markten te toetsen op profiel en toegevoegde waarde voor zowel de ambulante handel als het winkelgebied waar men de markt wil houden. Daarnaast is het advies het proces om de markt op afstand te zetten te ondersteunen en kritisch naar de juiste vorm te kijken. Hier is reeds een onderzoek voor ingezet. Dit geldt voor de twee bestaande markten en mogelijk nieuwe markten. Voor Leidschendam Centrum specifiek is het advies het initiatief van een Boeren(streek)markt in dit plaatje nader uit te werken en waar mogelijk te faciliteren. Voor Leidsenhage is een actiepunt samen met de marktondernemers te kijken naar de (nieuwe) optimale locatie van de markt nadat Leidsenhage is herontwikkeld. 11 Planologisch Voor Oud-Voorburg en De Julianabaan is in de recent geactualiseerde bestemmingsplannen een duidelijk onderscheid gemaakt tussen kernwinkelgebied, de aanloopstraten en de randzone. Voor Leidschendam Centrum is dit onderscheid niet duidelijk weergegeven. Het advies is de bestemmingsplannen voor Leidschendam Centrum – en indien mogelijk ook Leidschendam Zuid in de relatie tot Leidschendam Centrum – aan te passen met name voor: •
Onderscheid aanbrengen tussen kernwinkelgebied en aanloopstraten
31
•
Onderscheid aanbrengen tussen diensten in randzone en de aanloopstraat.
Voor Leidsenhage geldt dat ten behoeve van de gebiedsvisie een nieuw bestemmingsplan moet worden opgesteld. Bij eventuele herziening van het bestemmingsplan voor het wijkwinkelcentrum aan de Prins Frederiklaan de planologische bescherming als winkelgebied behouden, ofwel hier de bestemming detailhandel handhaven, aangevuld met mogelijkheden voor publieksgerichte diensten en een paar horecabedrijven. Bij herziening bestemmingsplannen waarin de overige buurtcentra/strips en verspreide bewinkeling liggen, de detailhandelsfunctie niet meer beschermen en een ruimere bestemming opnemen, waardoor afhankelijk van de locatie onder meer kantoren, diensten en maatschappelijke voorzieningen mogelijk worden. In typische woonstraten of in het buitengebied waar nu nog bedrijfjes gevestigd zijn, de functie niet verruimen naar detailhandel. Hierdoor neemt de detailhandel geleidelijk af. Het is wenselijk de supermarkt in Stompwijk te behouden, omdat de inwoners anders hun dagelijkse boodschappen buiten Stompwijk moeten doen. Hier bij herziening van het bestemmingsplan rekening mee houden. In nieuwe bestemmingsplannen verder een definitie opnemen van webwinkels aan huis en mogelijkheden voor (verschillende vormen van) afhaalpunten (met en zonder fysieke bezoekmogelijkheden) met aandacht voor de logistieke randvoorwaarden (o.a. maximaal aantal m2, % van de hoofdbestemming). Hiervoor samen met de detailhandel nadere richtlijnen uitwerken (een visie op e-commerce ontwikkelen). Middelen Tot op heden is op de gemeente begroting slechts een beperkt budget voor economische stimulering beschikbaar. Dit wordt veelal gebruikt voor structurele activiteiten zoals verplichtingen in Haaglanden verband en onderzoeken. Verder worden er middelen ingezet voor concrete projecten. Vaststelling van de visie en ambitie zoals deze in de detailhandelsnota zijn beschreven heeft consequenties. Voor de nadere uitwerking en concretisering van de ontwikkelingsrichting voor de kernwinkelcentra zijn middelen (financieel en capaciteit) nodig. Duidelijk is hierbij aan te geven dat de middelen (financieel en capaciteit) van de gemeente beperkt zijn en dat hierbij keuzes gemaakt moeten worden. Ook de rol van de gemeente is veranderd. De gemeente heeft steeds meer een regisserende en faciliterende rol. Op dit moment zijn geen aanvullende financiële middelen voor de winkelgebieden gereserveerd. Voorstellen voor extra middelen zullen betrokken moeten worden bij de afweging nieuw beleid in de Kadernota 2014. 4.4 Realisatie van de ontwikkelingsrichting voor de kernwinkelcentra In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat samenwerking tussen verschillende partijen nodig is om de gewenste detailhandelsstructuur en positionering van de kernwinkelcentra te kunnen bereiken, waarbij iedere partij vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid een bijdrage levert.
32
Er vinden in de winkelgebieden al diverse activiteiten en trajecten plaats die passen in de ontwikkelingsrichting voor deze centra. Voorgesteld wordt in de volgende fase, in overleg met de stakeholders, te bezien, in welke kernwinkelcentra (aanvullende) plannen nodig zijn om invulling te geven aan de detailhandelsvisie. De gemeente neemt in dit proces een faciliterende en regisserende rol. Parallel daaraan dient deze detailhandelsnota als: 1. Input voor nieuwe bestemmingsplannen. 2. Toetsingskader voor nieuwe initiatieven die niet passen binnen de kaders van het geldende bestemmingsplan. Om de concentratie en versterking van de complementariteit te ondersteunen, zal de gemeente in de kernwinkelcentra op grond van een goede onderbouwing en uitwerking van een initiatief de bijdrage van het concept aan de versterking van de kwaliteit, het functioneren en de positionering van het winkelcentrum sterk meewegen. Zoals in eerdere hoofdstukken aan de orde is gekomen, raakt detailhandel ook aan ander beleid. Nieuwe initiatieven worden daarom getoetst aan al het geldende beleid.
33