** BARRIEREHUIS BOXTEL, TOLHEFFING EN VEEMARKT ** © Ruud van Nooijen, Boxtel –
[email protected] - tel: 0411-673.973 versie 18 juni 2012 1. Op de locatie van het fraaie herenhuis met aangebouwd koetshuis met ervoor twee hondenhokken, op het huidige adres Clarissenstraat nummer 37 werd door de stad ’s-Hertogenbosch, bij de aanleg van de straatweg van die stad naar Eindhoven en later naar Luik (1741 start te 's-Hertogenbosch), een barrièrehuis gebouwd waar voerlui die gebruik maakten van deze weg, anders dan ingezetenen van Boxtel, tol moesten betalen. Het betrof de derde barrière in de straatweg vanaf 's-Hertogenbosch gerekend.
Pand Clarissenstraat nummer 37 te Boxtel. Rond 1742 verrees op deze locatie het barrièrehuis Boxtel, waar door de stad ’s-Hertogenbosch tol werd geheven op gebruik van de nieuwe straatweg. Deze straatweg liep ging dwars door het centrum van Boxtel: Clarissenstraat, Markt, Kruisstraat, Rechterstraat, Fellenoord, Eindhovenseweg. Of het grondplan van dit pand mogelijk overeenkomt met dat van het voormalige barrièrehuis is onbekend. Het barrièrehuis ging op 14 september 1794 in vlammen op. Bij deze locatie werd vanaf februari 1770 wekelijks een grote (ca. 1.500 dieren) veemarkt gehouden! 2. De tolheffing werd door ’s-Hertogenbosch verpacht. Als pachter woonden onder meer in het barrièrehuis: Willem Latour, Jan Paaijens, Leonardus van Berten en Jan van den Ham. (Bron: 3, blz. 235) 3. In 1793 verklaarde Frankrijk de oorlog aan Engeland en de Republiek (der Verenigde 1
Nederlanden). Eer werd hevig gevochten in het Brabantse land. De Fransen leken aan de winnende hand, Breda werd veroverd en op verschillende plaatsen in StaatsBrabant werden vrijheidsbomen geplant en voltrok zich een democratische omwenteling. In maart 1793 leden de Fransen echter een nederlaag en ze ontruimden de Nederlanden. Maar in augustus 1794 trokken de Fransen Staats-Brabant opnieuw binnen. 4. Op 14 september (1794) werd rond Boxtel hevig slag geleverd. tussen Fransen enerzijds en Engelse, Hessische, Hannoverse en Staatse troepen anderzijds. Aan het einde van de dag trokken de Fransen Boxtel binnen. De Boxtelaren hadden niet alleen te lijden onder het oorlogsgeweld en de plunderingen maar ook van inkwartieringen en vorderingen. Maar de komst van de Fransen bracht niet louter kommer en kwel. Zo werd al gauw het besluit bekend gemaakt dat de vrijheid van godsdienstuitoefening garandeerde. (Bron punt 2 & 3: 1, blz. 26) 5. Bij hun vlucht staken Engelse troepen het barrièrehuis te Boxtel in brand. Zie hierinder (Bron: 2)
Tekst van A.C. Brock uit Sint-Oedenrode inzake het voorval bij het barrièrehuis Boxtel
2
In 1819 door F. Grenier gemaakte tekening van de slag om Boxtel, september 1794.
3
Kaartje van het barrièrehuis te Boxtel en directe omgeving, gemaakt door Boxtelaar Hendrik Verhees. Onderaan is zichtbaar het bruggetje over de Binnendommel in de Clarissenstraat, voordat men rechts naar Koppel gaat. We zien tevens links een Binnendommeltje met erlangs het oude tracé van het Molenpad, waarvan het begin later werd verplaatst ná de tuin van villa Nimrod.
4
Detail van kaart, getekend door F. Beijerinck.(1801) Panden die nu aan Koppel liggen waren alleen bereikbaar via het kerkhof vanaf de zijde huidige Oude Kerkstraat via een bruggetje. 6. Op de plaats van het afgebrande barrièrehuis bouwde Hendrikus van Ertrijck uit ’s-Hertogenbosch in het jaar 1802 een herenhuis. Hij kreeg daarvoor van de stad ‘s-Hertogenbosch toestemming onder voorwaarde dat, indien genoemde stad deze locatie opnieuw nodig zou hebben voor een nieuw barrièrehuis, Van Ertrijck zijn herenhuis zou moeten afbreken… Van Ertrijck was mede-eigenaar van de vermaarde papierfabriek in een der watermolens op het Smalwater, later op het terrein Molenwijk te Boxtel. Of, en zo ja, op welke wijze de tolheffing te Boxtel nadien werd voortgezet is vooralsnog niet bekend. Van Ertrijck verkocht het pand in 1807 aan papier-fabrikant Govert Gabriel Feuilleau de Bruijn. In 1809 vertrok deze naar Gouda en verkocht hij het herenhuis aan Jacobus Johannes Martung uit Amsterdam. Alle genoemde eigenaren waren protestanten. (Bron: 3, blz. 235). 7. In 1837 is genoemd herenhuis het eigendom van wijnkoper en latere burgemeester van Boxtel Christiaan Cornelis Joseph Achterbergh. Conform de minuutplan en OAT van het Kadaster AD 1832 was Achterbergh aan de Clarissenstraat eigenaar van een tweetal percelen in het gebied ‘Kleine Koppel’: te weten Sectie K6, een moestuin die aansloot aan perceel K7, zijnde huis en erf. 8. In 1881 wordt op deze locatie een nieuw herenhuis gebouwd, in de gedaante zoals wij dat heden ten dage nog kennen. Of het hier geheel nieuwbouw betrof, dan wel uitbreiding of verbouwing van het in 1802 nieuw opgetrokken pand is eveneens nog onbekend. Het werd destijds gebouwd door fabrikant en burgemeester Jan van de Ven. De stijl kan worden gekenschetst als eclectisch: dat wil zeggen van alles wat. Prentenboekmaker Milja Praagman en ontwerper Leopold van de Ven kochten het fraaie doch uitgewoonde pand in 2006. Voorheen woonde en werkte hier S. Clercx hier, die aan huis een assurantiekantoor hield. Wie de overige bewoners door verloop der tijd zijn geweest is nog niet bekend op dit moment. In het koetshuis was plaats voor twee paarden (2 gesmede ijzeren hooiruiven met ornament zijn binnen nog aanwezig) en een koets. Hooi werd van buiten via een luik boven de koetshuisingang 5
9. op de zolder opgeslagen en kon via een luikje in de ruiven terechtkomen. ook de hardstenen drinkbakken zijn nog origineel. Aan de voorzijde van het dak van het koetshuis staat op de punt een gesmede windvaan. Draak en bol zijn belegd met goud. Een identiek exemplaar bevindt zicht op de duiventoren bij boerderij Eikenlust te Berlicum. Tevens bevindt zich een identiek exemplaar in het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch. (Bron: 4, blz, 132)) 10. Eén gegeven dat nog vragen oproept is het feit dat het geornamenteerde smeedijzeren hekwerk na pand Clarissenstraat nr. 37 doorloopt en tevens – tot aan de muur op de hoek van het Molenpad – aanwezig is aan straatzijde langs villa Nimrod (Amsterdamse School, 1927). Het hieronder afgedrukte kaartje geeft daarover meer informatie. De facto past het hekwerk niet bij de stijl van Nimrod. Dit zou er op kunnen duiden dat voor de bouw van Nimrod het perceel tot de tuin van pand Clarissenstraat 37 behoorde.
Op het kaartje hierboven zien we een deel van het centrum van Boxtel, met ongeveer in het midden verticaal gezien de Clarissenstraat met - ook weer – in het hart van het kaartje rechts de afslag naar Koppel en links het begin van het Molenpad, dat toen tegenover Koppel was gelegen. Pas later, vooralsnog is het jaartal onbekend, verhuisde het begin van dit tracé naar het einde van de tuin van de tegenwoordige villa Nimrod (1927, Amsterdamse School). We zien een tweetal gemerkte percelen, te weten de secties K6 en K7, beide in eigendom van Achterbergh, toe nog wijnkoper, later burgemeester van Boxtel. We 6
kunnen stellen dat zijn moestuin het latere perceel is waarop Nimrod werd gebouwd. Blijft het curieuze gegeven dat er zo’n deftig hekwerk aan de straatzijde van de moestuin werd geplaatst. Het tracé van het Molenpad is op enig moment verplaatst langs de noordzijde van de grens van de moestuin. Het verleggen van aansluiting Molenpad op de huidige Clarissenstraat moet zijn geschied ergens tussen 1836 en 1868: op de kadasterkaart AD 1832, alsmede op een kaart van Boxtel uit de periode 1836-‘43 ligt die aansluiting nog ter plekke van het pand van Van den Braak (voormalige bloemenwinkel/woonhuis); op een kaart van 1868 zien we reeds de huidige aansluiting, derhalve tussen tuin van villa Nimrod en het pand van advocatenkantoor Snijders & Toemen. N.B.: informatie van monumentencommissie bij beschrijving pand: 'In kadastrale Wegenlegger staat vermeld dat het Molenpad in 1892 van de legger is geschrapt. De huidige benaming is in 1930 officieel vastgesteld. Oude namen zijn 'Molendijk' en 'Molen'.
Detail centrum Boxtel op kaart uit 1868. Tracé Molenpad is gewijzigd en vindt op deze kaart aansluiting op huidige Clarissenstraat op punt tussen erf villa Nimrod en pand advocatenkantoor Snijders & Toemen. (tracé Molenpad in geel ingetekend)
7
Kaart bestaande uit een basis van de tegenwoordige situatie van het gebied (Google Maps), met daaroverheen, deels doorzichtig, het kaartje dat Hendrik Verhees tekende van het barrièrehuis met directe omgeving. Het Molenpad heette vroeger 'Molendijk' of gewoon 'Molen'. We moeten wellicht goed kijken, doch te zien is dat de noordgrens van het perceel dat deel uitmaakte van het barrièrehuis, parallel loopt aan het tegenwoordige tracé van het Molenpad . We zien ook dat het barrièrehuis Boxtel vrijwel op dezelfde locatie lag waar tegenwoordig herenhuis met koetshuis Clarissenstraat nr. 37 zijn gelegen. Midden op het perceel dat op de minuutplan van het kadaster uit 1832 als Sectie K6 wordt aangeduid en de moestuin was van wijnkoper en latere burgemeester C.C.J. Achterbergh, zien we villa Nimrod. 10.
VEEMARKT BIJ BARRIEREHUIS Vanaf woensdag 14 februari 1770 werd voortaan wekelijks, vanaf 's morgens negen uur een veemarkt gehouden bij 'Tollenaar van Berten' van het barrièrehuis. Dat het een grote markt betrof maken we op uit de omschrijving: 'een schoone en groote quantiteit van ruim 1500 stuks OSSEN, Melk en andere KOEIJEN, Veerzen en Kalveren alle zwart, zwart-bont en blaauw van hair.' De te koop zijnde dieren waren vooraf te bezichtingen: 'zullende de voorsz. Beesten een uur voor de verkooping te zien zijn in de Stallinge van voorn. Barrière. De Conditien van Verkooping berustende onder de Heer Secretaris Oudemans te Boxtel voornt.' (Bron: 8) Hoe lang deze veemarkt heeft bestaan is niet bekend, doch eindigde mogelijk na de Slag om Boxtel (1794), toen het barrièrehuis door brand werd verwoest en niet als zodanig werd herbouwd. Rest vervolgens nog de vraag waarom deze markt niet op 8
het, toen nog onverharde, Marktveld werd gehouden. Wellicht dat hierbij bezwaren van omwonenden een rol speelden: overlast van lawaai, veel verkeersbewegingen, (extra) stank en mest. In dat opzicht was de keuze voor het barrièrehuis logisch: het lag dicht bij het centrum, doch nog aan de rand van wat toen de bebouwde kom was. Bijkomend voordeel was dat er ter plekke nog genoeg ruimte was om de vele honderden dieren te stallen. Wie het initiatief voor deze activiteit heeft genomen is niet duidelijk. Het lijkt niet ongegrond te veronderstellen dat het dorpsbestuur (drossaard, president-schepen en schepenen) er de hand in hadden: tenslotte wordt niet voor niets gemeld dat de (gemeente-) secrectaris Oudemans in het bezit is van de verkoopcondities. Van later datum dateert een jaarmarkt. In een overzicht 'jaarmarkten in Noord-Brabant, in De Noord-Brabanter van 28 oktober 1854, staat Boxtel vermeld met een 'paarden- en beestenmarkt' die dat jaar op 30 oktober werd gehouden. Ook in 1859 bestond deze jaarmarkt nog. Tot wanneer en waar in Boxtel die veemarkt werd gehouden is niet bekend.
Bronnen: 1) Op de kaart gezet, Hendrik Verhees politicus, kaartenmaker en waterstaatkundige 174-1813, Hans Pel, 2007, Stichting Cultuurgeschiedenis Boxtel-Meierij ‘Hendrik Verhees’, ISBN 978-90-79076-01-7 (gebonden uitgave) 2) A.C. Brock uit Sint-Oedenrode, na. 1827, De stad en Meierij van Hertogenbosch of derzelver beschrijving ) 3) Baanderheren, boeren & burgers, Jean Coenen, 2004, Aeneas-uitgeverij Boxtel, ISBN 90-75365-68-3. 4) De Meierij van ’s-Hertogenbosch, 2009, Picture Publishers te Wijk en Aalburg, samenstelling Frans Jansen, ISBN 978-90-73187-64-1. 5) Google Maps 6) website www.watwaswaar.nl 7) beschrijving monumentencommissie Gemeente Boxtel. 8) Koninklijke Bibliotheek: historische kranten (Amsterdamsche Courant, 13-2 1770, De Noord-Brabanter, 25 oktober 1855)
© Foto’s: Ruud van Nooijen, Boxtel *****
****************************************************************** *********************************************************** ***
********
9