bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 3
Zuiver lezen De bijbel gelezen op de wijze van de vroegchristelijke woestijnvaders
Wim Reedijk met een epiloog van Ilse N. Bulhof
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 5
Inhoudsopgave
Inleiding Op bezoek bij een bijbellezer Wetenschappelijke rehabilitatie van de lectio divina Lectio divina en hermeneutiek Overzicht van de inhoud
9 10 14 15
Hoofdstuk 1 Bijbellezen in de woestijn 1.1 De Bijbel tussen leven en lezen 1.2 De woestijnvaders als lezers 1.3 De woestijnvaders en Johannes Cassianus als gids 1.4 De collatio als opgetekend leergesprek
20 26 32 37
Hoofdstuk 2 Cassianus’ Collatio XIV vertaling en commentaar 1 Abt Nesteros over de kennis van religieuzen 2 Hoe men kennis moet verwerven over zaken die het geestelijke aangaan 3 De aardse vervolmaking kent twee niveaus van handelen 4 Het aardse leven krijgt gestalte aan de hand van vele levensstaten en wensen 5 Volharden in de taak die men op zich genomen heeft 6 De onstandvastigheid van de zwakken 7 Een voorbeeld van kuisheid waarvan we leren dat niet alles door iedereen moet worden nagevolgd 8 Geestelijke kennis 9 De aardse kennis draagt bij tot de geestelijke 10 De discipline die men zich eigen moet maken voor de ware kennis 11 De vele betekenissen van de Heilige Schrift 12 Vraag: Hoe slagen we erin de wereldse liederen te vergeten? 13 Antwoord: Op welke wijze we de roestplekken van ons geheugen kunnen verwijderen 14 Door een onzuivere geest kunnen we geestelijke kennis niet overleveren noch ontvangen
43 47 48 50 51 52 54 56 60 65 69 72 74 78
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 6
15 Tegenwerping: vele onzuiveren hebben die kennis wel en vele heiligen niet 16 Antwoord: slechte mensen kunnen geen ware kennis hebben 17 Aan wie de betekenis van de volmaaktheid moet worden onthuld 18 Wat de oorzaken zijn die het leren van het geestelijke tevergeefs maken 19 Ook zondaren ontvangen dikwijls de gave van heilbrengend onderricht
90
Hoofdstuk 3 Cassianus’ bijbelse hermeneutiek een vergelijking met Origenes en Augustinus 3.0 Inleiding 3.1 Collatio XIV: thematisch belicht 3.1.1 Twee soorten kennis 3.1.2 Lezen 3.1.3 Woorden en daden 3.1.4 De leraar 3.1.5 Zuiver zijn 3.1.6 Valse ambitie 3.1.7 Zwijgen 3.2 Origenes’ De Principiis IV en Cassianus 3.2.1 Inleiding 3.2.2 De Principiis 3.2.3 De Boeken I-III 3.2.4 Boek IV 3.2.5 De Principiis IV en de hermeneutiek 3.2.6 Thematische vergelijking met Cassianus 3.2.7 Conclusie: Origenes’ leeshabitus 3.3 Augustinus’ De doctrina christiana en Cassianus 3.3.1 Inleiding 3.3.2 De doctrina christiana 3.3.3 De doctrina christiana I-III 3.3.4 De doctrina christiana IV 3.3.5 Augustinus’ De doctrina christiana en de hermeneutiek 3.3.6 Thematische vergelijking met Cassianus 3.3.7 Conclusie: Augustinus’ leeshabitus 3.4 Conclusies
92 94 94 95 97 100 101 103 105 106 106 110 112 117 124 126 133 134 134 138 142 148 151 152 161 162
80 80 87 90
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 7
Hoofdstuk 4 De moderne Lectio divina 4.0 Inleiding 4.1 Célestin Charlier 4.2 Pierre-Yves Emery 4.3 Enzo Bianchi 4.4 Jean Leclercq 4.5 Mario Masini 4.6 Tussenbalans 4.6.1 Het ontbreken van een methode 4.6.2 Het subject in de geestelijke lezing 4.6.3 De nadruk op de contemplatio 4.6.4 De ondergeschikte betekenis van de wetenschappelijke exegese 4.7 Kees Waaijman 4.7.1 Methodologie 4.7.2 Lectio divina 4.7.3 Geestelijke oefeningen 4.7.4 Collatio 4.7.5 Conclusie 4.8 Balans: twee breuklijnen 4.8.1 Breuk met de bijbelwetenschappen 4.8.2 Breuk met Cassianus
197 199 200 203 205 207 208 209 210 211
Hoofdstuk 5 Collatio XIV en de bijbelse hermeneutiek 5.0 Inleiding 5.1 Wetenschapkritiek en Bijbelse Hermeneutiek 5.1.1 Wetenschapskritiek 5.1.2 Bijbelse Hermeneutiek 5.2 De vier betekenissen en de ene lezer 5.3 De voorrang van de praxis 5.4 Zuiver zijn en valse ambitie 5.5 Leraar en leerling: valse ambitie en zwijgen 5.6 Trouw zijn en Zwijgen 5.7 Eindbalans en Conclusies 5.7.1 Eindbalans 5.7.2 Conclusies 5.7.3 Een ander alfabet
213 218 218 222 227 232 234 236 239 241 241 243 246
168 171 178 183 188 191 195 195 196 197
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
Afkortingen Geraadpleegde literatuur Index op personen Nawoord door Ilse N. Bulhof Over de auteur
12:40
Pagina 8
249 251 265 269 292
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 9
Inleiding
Op bezoek bij een bijbellezer Abt Achillas is een van de vele kluizenaars van wie de lessen en wijsheden zijn opgetekend in de Apophthegmata Patrum, de collectie van woestijnvaderspreuken. Over hem gaat het volgende verhaal. Abt Ammoês vertelde: Abt Bêtimius en ik brachten een bezoek aan abt Achillas en we hoorden hem dit woord overwegen: Vrees niet, Jakob, af te dalen naar Egypte (Gn 46,3). En lange tijd bleef hij dit woord overwegen. Toen we aanklopten, deed hij ons open, en hij vroeg ons: ‘Waar komt u vandaan?’ Omdat we hem niet durfden zeggen: ‘Uit het gebied van de Cellen’, zeiden we maar: ‘Van de berg van Nitrië’. En hij sprak: ‘Wat moet ik voor u doen, want u komt van verre?’ Daarna leidde hij ons naar binnen. Wij merkten dat hij ‘s nachts veel touw knoopte. Wij verzochten hem toen tot ons een woord te zeggen. En hij antwoordde: ‘Ik heb van de avond af tot nu toe twintig vadem geknoopt. Natuurlijk, ik heb dat niet nodig, maar ik doe het opdat God zich niet verontwaardigd toont en me in staat van beschuldiging stelt en zegt: Je bent in staat te werken; waarom werk je dan niet? Daarom ploeter ik, en zet al mijn kracht in’. En gesticht gingen we heen.1 Wie dit verhaal enige tijd op zich in laat werken, stelt zichzelf al gauw enkele vragen. Waarom vertelden de twee bezoekers niet waar ze werkelijk vandaan kwamen? Waarom kreeg een op het eerste gezicht zo onbeduidend bijbelvers zoveel aandacht van abt Achillas? Waar was Jakob in Egypte eigenlijk bang voor? Liep Achillas die in Egypte verbleef dezelfde gevaren als aartsvader Jakob daar te duchten had? En waarom verzweeg abt Achillas het bijbelvers dat hij overdacht, en kwam hij ter lering met een verhaal over het nut van touwvlechten? De laatstgenoemde vraag is niet zo vreemd als het lijkt, omdat we op grond van andere vaderspreuken weten dat op het verzoek om een stichtelijk woord
1
Vaderspreuken. Gerontikon. Uit het Grieks vertaald en ingeleid door Christofoor Wagenaar, Reeks Monastieke Cahiers, Abdij Bethlehem, Bonheiden 1987, 52 [vert. aangepast wr]. Migne PG 65: 125/6 AB, Apophthegmata Patrum, Achillas 5.
9
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 10
inderdaad prompt een bijbelvers kon volgen. In ieder geval kunnen we concluderen dat dit vers uit de Jozef-novelle abt Achillas bezighield en dat hij de werkelijke betekenis zocht te doorgronden. Hij overdacht het in de eenzaamheid van zijn hut waar hij zich onbespied waande. Achillas deed dat blijkbaar hardop, want abt Ammoês, die zich aan de andere kant van de deur bevond, had dit gehoord. Behalve Achillas’ bijbelvers en de manier waarop hij die tekst overdacht, komen we in dit korte verhaal nog andere dingen over deze woestijnvaders te weten. Zo leefden deze kluizenaars niet allemaal geheel op zichzelf. Twee van hen bezochten een derde bij wie zij kwamen voor een woord. Blijkbaar was komen voor een woord, een kort onderricht, een geaccepteerde reden om een kluizenaar in zijn eenzaamheid te storen. Daarnaast leren we dat het onderricht helemaal niet over een diepgravend theologisch onderwerp hoefde te gaan. Achillas’ woord ging over een ogenschijnlijk nutteloze bezigheid waarmee hij zichzelf werk verschafte om niet het verwijt te krijgen voor Gods aangezicht te luieren. Met dat inzicht konden Ammoês en Bêtimius verder. Zij hadden iets waardevols geleerd. In dit korte stukje horen we van de manier waarop een woestijnvader met de bijbel bezig was en hoe hij met leergierige leerlingen omging. Over het bijbelvers dat hij overdenkt, laat hij tegenover hen niets los, wel over het dagelijkse werk van zijn handen. Het lijkt allemaal weinig opzienbarend, maar de leerlingen keren gesticht terug naar huis. Dat bij die stichting het verzwijgen van de bijbeltekst evenzeer een rol speelt, stippen we nu slechts aan.
Wetenschappelijke rehabilitatie van de lectio divina Dit onderzoek gaat over woestijnvaders en hun manier van bijbel lezen zoals zich dat exemplarisch in bovenstaand verhaal afspeelde. Alle vragen die rezen bij het verhaal over abt Achillas, zullen in enigerlei vorm in dit onderzoek aan bod komen en beantwoord worden. Daar hebben we enige ruimte voor nodig. Er zijn nu eenmaal inzichten en intuïties in deze vaderspreuken bewaard gebleven, die we niet na zoveel eeuwen als vanzelf uit die teksten kunnen opdelven. De kennismaking met abt Achillas laat al zien hoezeer die omgang met de bijbel verschilde van wat we nu gewend zijn. Zelfs in kloosters wordt deze leesvorm, die bekend staat als lectio divina, weinig meer beoefend. Die verdwijning kent haar geschiedenis en redenen die nu niet allemaal belicht hoeven
10
bw Reedijk-Zuiver lezen vs3
19-04-2006
12:40
Pagina 20
Hoofdstuk 1
Bijbellezen in de woestijn
1.1 De Bijbel tussen leven en lezen Deze studie gaat van twee vooronderstellingen uit. In de eerste plaats dat de bijbel pas begrepen wordt als we hem als Woord van God lezen, en in de tweede plaats dat dat pas mogelijk is als we over de juiste leesen levenshouding beschikken, die we ons slechts eigen maken door het lezen van de Schrift. Enigszins paradoxaal gesteld: de bijbel is de noodzakelijke hulp om de bijbel te kùnnen lezen. Dit onderzoek neemt deze beide inzichten als uitgangspunt en laat hun onderlinge en onverbrekelijke samenhang zien. We grijpen daarvoor ver terug in de tijd, tot in de vierde en vijfde eeuw van onze jaartelling. De samenhang tussen leven en lezen vinden we namelijk zeer pregnant bij de zogenaamde woestijnvaders. Deze asceten ontdekten als geen ander dat alleen de bijbel het richtsnoer van een godgewijd leven kon zijn.1 Tegelijk wisten zij dat om zo te kunnen lezen een juiste preparatie onontbeerlijk 1
20
Over de woestijnvaders is een grote hoeveelheid literatuur beschikbaar. Voor een goede inleiding zij verwezen naar G.J.M. Bartelink, De bloeiende woestijn. De wereld van het vroege monachisme, Ambo, Baarn 1993; Derwas J. Chitty, The Desert a City. An Introduction to the Study of Egyptian and Palestinian Monasticism under the Christian Empire, St.Vladimir’s Seminary Press, New York 1966; Christofoor Wagenaar, Woestijnvaders. Een speurtocht door de Vaderspreuken, Spiritualiteit deel 16 (Benedictijns Tijdschrift), B. Gottmer/Nijmegen, Emmaüs/Beveren 1981. William Harmless, Desert Christians, An Introduction to the Literature of Early Monasticism, OUP, Oxford 2004. Toegespitst op het bijbelgebruik vooral H. Bacht, ‘Meditatio in den ältesten Mönchsquellen’ in Geist und Leben 28, 1955, 360-373; idem, ‘Vom Umgang mit der Bibel im ältesten Mönchtum’ in Theologie und Philosophie 41, 1966, 557-566; G. Bartelink, ‘Die Rolle der Bibel in den asketischen Kreisen des vierten und fünften Jahrhunderts’ in J. den Boeft and M.L. van Poll-Van de Lisdonk (ed.), The Impact of Scripture in Early Christianity, Vigiliae Christianae, Supplements 44, E.J. Brill, Leiden 1999, 27-38; F. Bauer, ‘Die Hl.Schrift bei den Mönchen des christlichen Altertums nach Johannes Cassianus’ in Theologie und Glaube 17, 1925, 512-532; Douglas Burton-Christie, The Word in the Desert. Scripture and the Quest for Holiness in Early Christian Monasticism, OUP, Oxford 1993; Hermann Dörries, ‘Die Bibel im ältesten Mönchtum’ in Theologische Literaturzeitung 72, 1947, 215-222; F. Ruppert, ‘Meditatio-Ruminatio’ in CC 39, 1977, 81-93; A. de Vogüé, ‘Les deux fonctions de la méditation dans les Règles monastiques anciennes’ in Revue d’Histoire de la Spiritualité 51, 1975, 3-16.