1
HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders, Hans Borst
1. Inleiding De mensen in een organisatie zijn op complexe wijze onderling met elkaar verbonden. Ze hangen samen in een systeem dat veel groter en krachtiger is dan het individu op zich.1 Iedereen beïnvloedt ieder ander. Binnen een systeem kunnen we verschillende andere systemen en subsystemen onderscheiden. Het betreft culturele, structurele, communicatieve, besluitvormende en de financiële systemen. Deze systemen zijn doorgaans zichtbaar, bespreekbaar en te veranderen. In bijvoorbeeld een christelijke organisatie zijn ook andere systemen nadrukkelijk(er) aanwezig, zoals het levensbeschouwelijke, spirituele, compassionele of emotionele systeem. Zo’n systeem lijkt veel minder zichtbaar, bespreekbaar of te veranderen. De laatst genoemde systemen kunnen zich evenwel ontwikkelen tot de sterkste krachten in een organisatie. Gelukkig zijn het meestal hele mooie constructieve krachten. Soms zijn het destructieve krachten geworden. Bij het zien en voelen van destructieve krachten in een christelijke organisatie vraag ik me vaak af: Welke deur heeft de leidinggevende dicht gedaan om op deze wijze staande te blijven, zich te laten geleden, rijk te worden, overspel te plegen? Heeft hij de deur van zijn “gebouw”, zijn geweten, zijn hart, gesloten? Dit artikel is voor leidinggevenden in christelijke organisaties die hart voor de zaak hebben. Zusters en broeders die durven kijken naar de spiritualiteit van de woestijnvaders en niet meteen weglopen voor de hitte. 2. Levenskunst Mensen met een leidinggevende positie in een christelijke organisatie hebben macht over anderen. Waar macht is, kan ook machtsmisbruik ontstaan. In een organisatie met hoge morele normen kan het zijn dat niemand het machtsmisbruik wil zien. "Wat er niet mag zijn, wordt ook niet gezien." We zeggen al gauw: “De Here heeft het zo geleid.” De vraag is wel of iedereen dat zo kan zien en geloven. Wie het probleem van machtsmisbruik aansnijdt kan zelf tot probleem geduid worden. Veel kerken en christelijke organisaties hebben een onduidelijke organisatiestructuur. Soms wordt organisatie geleid door de stichters of enkele families en houdt men dit in stand door steeds weer in eigen kring nieuwe medewerkers en opvolgers te zoeken. 1
Onder systemen versta ik in dit artikel met name: christelijke organisaties, kerken, gemeenten e.d. HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
2
Wanneer ik dit zeg in een training of practicum, krijg ik nogal eens de opmerking: “Wat is nu mis met macht in de kerk?” Daar kan ik veel voorbeelden van geven. We komen dan op een stoffig terrein. Ik wil liever zeggen dat een organisatie, dus ook een kerk, gemeente, christelijke vereniging, meer kans heeft goed te (blijven) functioneren als de communicatie helder is en geleid wordt door transparante leidinggevenden. In dit artikel wil ik het verder niet hebben over christelijke organisaties of de ideale christen manager, maar over mensen in christelijke organisaties die, net als de woestijnvaders, zo af en toe eens naar zichzelf zouden moeten kijken. Mensen als Evagrius van Pontes, die in de woestijn ontdekte dat een mens meer is dan een doos met methoden of een verzameling competenties. Hij behaalde het assessment levenskunst en slaagde cum laude.
2. Oude wijn in nieuwe zakken Er verschijnen veel boeken en artikelen over het profiel van de leidinggevende. Het kost mij moeite alle nieuwe publicaties bij te houden. Ik vraag me ook steeds weer af: Wat is er nieuw? Na de eerste hoofdstukken begrijp ik de betekenis van nieuwe termen en denk ik: oude wijn in nieuwe zakken. Doe ik daarmee al de theorieën over leidinggeven onrecht? Die vraag beantwoord ik nog niet. Wat ik wel vaak denk is: Zou iemand ene betere leidinggevende worden na het lezen van dat boek of een dure vijfdaagse training in een vijf sterren hotel over de “Tao van het leidinggeven”? Toen ik van Anselm Grün een boekje las over de waarde van de geschriften van de woestijnvaders, ontdekte ik hoe verrassend actueel zij zijn. Ze spreken de leidinggevende aan op zijn grondhouding en hoe hij vanuit die houding naar mensen kijkt, met mensen omgaat, zijn beroepshouding bouwt. Het is het domein van het hart of welk “spiritueel” woord we ook verzinnen en het heeft te maken met: “Hart voor de zaak”. Daarover lezen we bij de eerste kluizenaars die vanuit hun “vijf sterren hut” schreven met de impact van “power points”. Wie waren die mannen en soms vrouwen? Een van hen, Evagrius van Pontus, heeft veel geschreven over de “ideale leidinggevende”. Een vrouw of man met “Hart voor de zaak”.
3. Evagrius van Pontus Evagrius Ponticus of Evagrius van Pontus (346-399) is leidend figuur in de geschiedenis van de spiritualiteit. Hij stierf na het bereiken van ascetische volmaaktheid in de woestijn op 54e jarige leeftijd. Hij is geboren in de stad Ibora in Pontus, een kleine HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
3
stad aan de Zwarte Zee, in Klein-Azië en was de zoon van een plattelandsbisschop. Hij werd tot voorlezer geweid door de Basilius, bisschop van de kerk in Ceasarea. Hij bracht een tijd in Constantinopel door, waar hij door de kerkvader Gregorius van Nazianze (329-389) in de theologie en de mystiek werd ingewijd en die hem tot diaken wijdde. Aan het begin van zijn geestelijk ambt heeft hij veel strijd gevoerd om de verliefdheid voor een vrouw, Melania, die hem tot in Jeruzalem opzocht. Na een ernstige ziekte, die kennelijk veroorzaakt werd door onderdrukte hartstochten, heeft hij zijn verlangens aan Melania verteld. Zij steunde hem in zijn wil kluizenaar te worden en enkele dagen later was hij genezen. Hij woonde twee jaar op de berg Nitria en daarna vertrok hij naar de Nitrische woestijn. Hij schreef drie heilige boeken voor monniken, Antirrhetika geheten, met adviezen over de strijd tegen de demonen. Wegens een kerkelijke veroordeling zijn vele van zijn geschriften slechts in vertaling of onder andere namen overgeleverd.2 Als mystieke kern van het monniksleven geeft hij aan: de stilte, de "hesychia", d.i. "rust in God" of "toestand van rust" te komen. De volkomen innerlijke vrijheid, waarin hartstochten bedwongen zijn, is een noodzakelijke voorwaarde voor de hesychia. Hij deelt de geestelijke opgang naar God in volgens de fasen van actief en contemplatief leven. De actieve fase dient tot zuivering van de ziel en tot het beheersen van menselijke passies.3 Ondanks zijn esoterische of cryptische spreuken en korte gedachten in honderdtallen ("kenturia") wordt de intellectueel onder de monniken van Egypte beschouwd als de "systematicus" in de spiritualiteit, want hij bouwde ze op tot een samenhangend geheel.4 Evagrius heeft uitvoerig over negen logismoi, hartstochten, driften en emoties, geschreven en die ingedeeld in drie groepen: 1. lichamelijke logismoi, 2. emotionele logismoi en 3. geestelijke logismoi. 3.1 Lichamelijke logismoi Onder lichamelijke logismoi verstaat Evagrius de ondeugden die in het domein van de begeerte gesitueerd zijn: vraatzucht, ontucht en hebzucht. Eten, seksualiteit en bezitsdrang zijn drie oerdriften in de mens die hij niet zomaar kan negeren of wegsnij2
In het Grieks zijn bewaard: "Practikus" (De ‘strijdende’ monnik), "Rerum monachalium rationes" (“Richtlijnen voor
het monniksleven”), "Sententiae ad Monachos" (“Adviezen aan monniken”), "Sententiae ad Virginem" (“Adviezen aan een maagd”), "De Oratione" (“Het gebed”), "De octo vitiosis cogitationibus" (“De acht geesten van het kwaad”) en één brief in de correspondentie van Basilius Magnus (Epist. 8). 3
P.W. v.d. Horst, De Woestijnvaders. Amsterdam 1998, p.130; De meest plastische beschrijving van de strijd tussen
de geesten vinden we in de Vita Antonii van Atanasius. Het verhaal is één omspeling van de strategieën die de demonen hanteren en van de manieren waarop die bestreden moeten worden. 4
K. Waaijman, Spiritualiteit. Vormen, grondslagen, methoden. Kampen 2000, p.488 HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
4
den. Evagrius beschrijft de gulzigheid als een angst om tekort te komen, niet voldoende levensmiddelen te hebben. Eten een basisbehoefte met als doel te genieten. Sommigen stoppen zich vol met eten om hun ellende niet te voelen of als compensatie voor liefde. De mystiek beschrijft de eenwording met God soms als "fruitio Deo", genot van God. Eten is dus een fundamentele daad waardoor we van God mogen genieten.5 De demon van de onkuisheid concentreert zich op het begeren van het lichaam. Wie in onthouding leeft, zoals de woestijnvaders, voelt zich nog meer aangevallen dan anderen. Het gevaar van seksualiteit is dat men vlucht in een schijnwereld. In die schijnwereld gaat het niet om intieme liefde, maar alleen om seksuele bevrediging. Door deze niet-geïntegreerde seksualiteit worden mensen in hun waardigheid aangetast, ook al hebben ze het zelf niet in de gaten of hoort dat bij de "code" van het zaken doen en leidinggeven. Veel ontevreden mensen bevredigen zichzelf met eten en seks om echte ontmoetingen te vermijden. In het streven naar bezit ligt het verlangen naar rust en innerlijke harmonie. Veel mensen verwachten dat een groot bezit hen zorgenvrij maakt. De drang naar bezit wordt nooit bevredigd als hij alleen maar op aardse dingen gericht is. 3.2 Emotionele logismoi Onder emotionele logismoi verstaat Evagrius: droefheid, toorn, lusteloosheid. De gevoelens maken de mens onrustig. Menig leidinggevende is druk met druk en de onrust straalt op zijn personeel af. Zijn medewerkers voelen aan dat ze niet hun verhaal bij hem kwijt kunnen. Wanneer ze er even voor gaan zitten, gaat de leidinggevende staan om aan te geven dat het te lang duurt. Het werk wacht immers. Een typische beschrijving van onrust vinden we in de gedachten van de monniken over de logismos van de akedia, letterlijk a-kedia, wat "gebrek aan zorgdragen", "verveling, tegenzin betekent. Akedia is volgens Evagrius de ergste duivel, die de mens van binnen verscheurt. 3.3 Geestelijke logismoi Onder geestelijke logismoi verstaat Evagrius: eerzucht, afgunst en trots. Deze logismoi zien we eveneens in het gedrag van menig leidinggevende. In de eerzucht is de leidinggevende vooral bezig met de vraag wat de andere mensen van hem denken. Hij staat vaak op het toneel en vraagt zich af wat hij nog meer moet doen om applaus 5
A. Grün, De hemel begint in jezelf. Kampen 2003, p.72 HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
5
te oogsten. Eerzucht gaat gepaard met een voortdurende angst voor de mening van anderen. Eerzucht neemt vaak de gestalte van perfectionisme aan. Op de achtergrond van het perfectionisme staat de angst voor onze eigen waardeloosheid en afwijzing. Afgunst en jaloezie verhinderen dat de leidinggevende zijn werk kan doen. Hij vergelijkt zichzelf voortdurend met anderen, wat gepaard gaat met roddelen. De ‘hubris’ of trots bestaat in de weigering je eigen werkelijkheid onder ogen te zien en je ermee te verzoenen. De leidinggevende houdt aan zijn eigen ideaalbeeld vast en sluit zijn ogen voor blinde vlekken, maar leeft ook in angst dat zijn zwakke punten worden ontdekt. 4. Met de logismoi aan de slag De negen ondeugden van Evagrius hebben natuurlijk een keerzijde. Met de positieve deugden moet de leidinggevende aan de slag. De lichamelijke, emotionele en geestelijke logismoi lenen zich voor een coachings, supervisie of andersoortig begeleidingsgesprek. Ik hebze ondergebracht in drie thema’s: 1. Hart voor je lijf; 2. Hart voor mensen; 3. Hart voor de zaak. 4.1 Hart voor je lijf Hoe gaat de leidinggevende met de lichamelijke logismoi om?
Een leidinggevende
mag niet vraatzuchtig zijn. Het Latijnse woord "edax", wat vertaald wordt met ‘vraatzuchtige’, wordt alleen voor dieren gebruikt. Veel leidinggevenden kunnen rust, even bezinnen, even genieten van een kopje koffie, niet verdragen en moeten steeds iets eten. Ze hebben steeds iets nodig om te eten, zelfs 's avonds voor de T.V. kunnen ze nauwelijks rustig een film kijken en knabbelen ze hun rusteloosheid weg. Een vraatzuchtige leidinggevende propt van alles naar binnen, maar raakt nooit verzadigd. Met zijn ontevredenheid zal hij zijn medewerkers aansteken. Rijpheid is bij de mens te herkennen aan het feit dat hij ook met dingen op een menselijke manier kan omgaan. De vraatzuchtige leidinggevende die van alles eet straalt onrust uit. Hij moet evenwel stabiel zijn en niet wispelturig, "non turbulentus". "Turbulentus" betekent: onrustig, onstuimig, verward. Een leidinggevende die veel "turba", lawaai, wanorde, verwarring, veroorzaakt zal daarmee zijn organisatie ontwrichten. Sommige leidinggevenden wekken de indruk dat ze krachtdadig leiderschap associëren met een hoop drukte en zichzelf willen bewijzen met een hectiek die ze ook op anderen overbrengen. Ik ken leidinggevenden die zelden in een normaal tempo over de gang lopen. Ik ken ook leidinggevende die leidinggevend over de gangen wandelen en in de gaten hebben wat HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
6
er links en rechts van de weg te zien is. Voor Evagrius is onrust, "akedia", de ergste duivel. Akedia is het onvermogen in het moment te zijn, zich te concentreren op wat dit moment is. Akedia wekt in de mens de "horror loci", tegenzin tegen de plaats waar men op dat moment is. De deugd van de soberheid is een goed tegengif voor onrust, vraatzucht en van alles te veel. Een leidinggevende mag niet verkwistend zijn, "non prodigus". Hij moet zorgvuldig met alles omgaan en geen dingen verkwanselen. Het woord ‘verkwisten’ betekent van oorsprong "verloren doen gaan". Verspilzucht wijst op een karakter dat verstoord is door gebrek aan eigenwaarde of dat door innerlijke chaos "gestoord" is. Omdat de innerlijke structuur ontbreekt, is er ook in de omgang met de dingen geen structuur. Soberheid, matigheid, rust, eenvoud maken de leidinggevende mild, toegankelijk, bereikbaar, aanspreekbaar.
4.2 Hart voor mensen Hoe gaat de leidinggevende met de emotionele logismoi om? Rijp: Een leidinggevende moet een gerijpt en doorleefd karakter hebben. In het Latijn spreken we van "maturis moribus". De criteria voor een doorleefd karakter zijn: innerlijke rust, gelatenheid, heelheid en harmonie met zichzelf. Een leidinggevende is een "rijp" en spiritueel mens als hij alles in de juiste verhouding kan zien. Daardoor kan de leidinggevende de juiste besluiten nemen. Hij moet niet te langzaam of te aarzelend zijn, "non tardus". "Tardus" betekent in het Latijn niet alleen traag, sloom of aarzelend, maar ook stompzinnig en dom. Traagheid of besluiteloosheid hangt vaak samen met perfectionisme. Het zijn leidinggevende die geen fouten mogen maken en daarom geen beslissingen durven nemen. Besluiteloosheid is de grootste blokkade voor goed leiderschap. Als in een organisatie steeds allerlei beslissingen worden uitgesteld, ontstaat onder de medewerkers ontevredenheid die hun elan afremt. 4.3 Hart voor de zaak Hoe gaat de leidinggevende met de geestelijke logismoi om? Een leidinggevende moet levenservaring hebben. In het Latijn gebruiken wij daar het woord "sapiens" voor, dat vertaald kan worden met "wijs" en "inzicht". Het woord "sapiens" komt van het werkwoord "sapere", wat "smaken", of "verstand hebben" betekent. Wijsheid is iets anders dan handigheid, iets ritselen of slimheid. Wijsheid heeft met ervaring te maken. Het woord "wijs" hangt samen met "weten". Hiermee wordt niet zozeer kennis bedoeld, maar meer vanuit de grondbetekenis eerder te maken met "zien" en "aanschouwen". HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
7
Wie een fijnproever is en wie niet alleen over de dingen nadenkt, maar ze ook werkelijk in al zijn zintuigen ervaart, zal wijs worden. Een andere belangrijke deugd van het leidinggeven is rechtvaardigheid. Een leidinggevende moet niet onrechtvaardig zijn, "non iniuriosus". "Iniuria" heeft niet alleen te maken met onrecht, maar ook met gewelddadigheid, schade en verwonding. Als een leidinggevende een medewerker zó kwetst dat die in tranen uitbarst of stilvalt, kan hij blijkbaar alleen op die manier "macht" ervaren. "Niet kwetsend" is de ene betekenis van het woord "non iniuriosus", de andere is "rechtvaardig". Het is evenwel geen echte macht, maar doorgeven van pijn en frustratie. Door anderen te beschadigen wek je in hen niet het leven, maar maak je het leven onmogelijk. Een wijze leidinggevende enthousiasmeert mensen, zal zich niet opblazen en van zijn kantoor geen museum maken en geen dure eau de toilette gebruiken om zijn twintig jaar jongere secretaresse te imponeren. Een leidinggevende met “Hart voor de zaak” zal niet hoogmoedig zijn, "non elatus". "Elatus" betekent dat de mens zich boven anderen verheven voelt en zich ook zo gedraagt. De leidinggevende moet zich bewust zijn van zijn eigen "fragilitas", van zijn kwetsbaarheid en vergankelijkheid. 5. De leidinggevende is meer dan zijn master Veel leidinggevenden hebben een master in een of andere begeleidingswetenschap. Maar wat hebben ze met de Master? Evagrius heeft zijn graad in de woestijn behaald. Zijn wijsheid heeft blijvende waarde. Zijn bron inspireert nog steeds veel mensen. Hij prikkelt met zijn “ondeugdentheorie” menig leidinggevende. In de woestijnhitte probeerde Evagrius evenwicht in zijn gevoelens te krijgen. In zijn zoeken naar rust stond hij uren in een ton regenwater. Ik heb in menig coachings of supervisiegesprek de hitte van de woestijn gevoeld. Wat was ik blij dat ik zo af en toe in een “regenton” kon stappen. Een regenton gevuld met wijsheid waar we uit mogen putten. Wie zich de deugden van het leidinggeven heeft eigengemaakt, deugt voor het leiderschap. Het Latijnse woord voor deugden is "virtutes", wat met "krachten" vertaald wordt. Wat ik niet genoemd heb, maar wat ik als eerste had moeten noemen is de Godvrezendheid van de leidinggevende in christelijke organisaties. Een leidinggevende in een kerk, gemeente of christelijke organisatie moet Godvrezend zijn, "timens Deum". Godvrezend betekent dat je door God geraakt bent. De leidinggevende laat zich door God aanraken, door de verantwoordelijkheden die hij van God heeft gekregen. Godvrezendheid en het geloof dat Christus in je broeder en zuster zichtbaar wordt horen bij HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders
8
elkaar. Wie godvrezend is ziet in zijn medemens, in iedere medewerker, het evenbeeld van God. De leidinggevende die dat ziet is beeld van zijn Master, ook al heeft hij nog niet zijn master. Hans Borst is docent aan de post HBO Supervisie en Coaching en docent PABO van de Christelijke Hogeschool Ede, Hij is tevens hoogleraar praktische theologie en auteur van diverse publicaties op het gebied van pastoraat, spiritualiteit en supervisie.
HART VOOR DE ZAAK Spiritualiteit van de woestijnvaders