Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Zorgwonen in Doetinchem (bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012) 1. Inleiding In de regionale woonvisie uit 2010 is afgesproken, dat de Achterhoek tussen 1 januari 2010 en 31 december 2019 in totaal 5900 woningen mag bouwen. Het aandeel van Doetinchem hierin bedraagt 2185. De gemeente heeft daarom een moratorium ingesteld op het bouwen van nieuwe woningen en stuurt op het zo veel mogelijk schrappen van woningen uit woningbouwplannen. Er is een taskforce woningbouw ingesteld, die de bijstelling van het aantal woningen in de woningbouwplanning monitort. Regionaal is ook afgesproken dat zorgwoningen niet meetellen bij het vaststellen van de aantallen. Met andere woorden: woonruimte, die in principe bedoeld is voor het leveren van zorg, kan worden gerealiseerd zonder dat de op die manier gecreëerde woonruimte meetelt bij het vaststellen van het aantal gerealiseerde woningen. Deze afspraak is gemaakt, omdat woonruimte in zorgcomplexen vanuit het verleden vaak niet als individuele woning, maar als deel van een complex wordt geregistreerd. De afspraak over het terugbrengen van het aantal nieuwbouwwoningen in de Achterhoek is gericht op ‘echte’ woningen en niet op delen van zorgcomplexen. Bij nadere analyse blijkt het uitsluiten van zorgwoningen tot verwarring te leiden. Het onderscheid tussen een zorgwoning en een gewone woning levert de nodige twijfelgevallen op en bovendien is het onderscheid nogal kunstmatig. Iemand, die zorg nodig heeft, heeft immers te allen tijde ook woonruimte nodig, of dat nou een zelfstandige woning is of bijvoorbeeld een kamer in een woonzorgcomplex. Voor het bepalen van de toekomstige woningbehoefte is het daarom beter om uit te gaan van het totaal aantal inwoners en het totale aantal huishoudens in Doetinchem en de Achterhoek. Vervolgens moet bepaald worden hoeveel inwoners behoefte hebben aan zorg en aan welke zorg precies. Als dat bekend is kan bepaald worden of inwoners (huishoudens) in een gewone woning of in een zorgcomplex gehuisvest kunnen (of moeten) worden. Dat zou bepalend moeten zijn voor de behoefte aan woningen en plaatsen in zorgcomplexen. Het feit dat zorgwoningen niet meetellen bij het vaststellen van het aantal gerealiseerde woningen leidt momenteel al tot verwarring. Ontwikkelaars hebben de laatste jaren vanwege de crisis en de bevolkingsontwikkeling steeds meer moeite om woningen te verkopen. Omdat woningen minder goed verkopen, zoeken zij alternatieven. Een veelgebruikt alternatief is om te onderzoeken of geplande gewone woningen kunnen worden omgezet tot zorgwoningen. De gedachte daarachter is dat de behoefte aan zorgwoningen de komende jaren nog stijgende is. Ontwikkelaars proberen daarover afspraken te maken met een zorgpartij. Als dat lukt heeft dat twee voordelen. Ten eerste is dan natuurlijk de afname van de woningen verzekerd, hetgeen in deze tijd een luxe genoemd kan worden. Maar een tweede belangrijk voordeel is, dat het mogelijk is om binnen de voorwaarden van de taskforce woningbouw het programma te wijzigen en dus ook te vergroten. Zorgwoningen tellen immers niet mee als woning. Een extra complicerende factor is, dat zorgpartijen op hun beurt moeite hebben om de ontwikkeling van de zorgbehoefte op langere termijn in te schatten. Zij zijn, mede door zich wijzigende wetgeving, bang dat zij op enig moment hun zorgwoningen niet meer kunnen verhuren of eventueel verkopen. Zij willen daarom soms wel afspraken maken met ontwikkelaars, maar willen dan graag hun zorgwoningen op den duur kunnen omzetten naar gewone woningen. Aldus ontstaat de situatie, dat wij nu woningen bouwen met een zorglabel, 1
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
die dus niet meetellen voor de taskforce woningbouw. Na afloop van de taskforce (in 2020) halen we dan het zorglabel van de woningen af. Dit lijkt welhaast een truc om onder het moratorium van de taskforce woningbouw uit te komen. Daar komt nog bij dat voor zorgwoningen andere eisen gelden dan voor gewone woningen. Er wordt gerekend met een andere grondprijs, de afdracht voor het fonds bovenwijks is anders en er gelden andere parkeernormen. De problematiek is dus complex en valt vermoedelijk niet in één keer op te lossen. Wij zullen in deze nota het woonzorgveld verder uitwerken. We geven een overzicht van de huidige zorg, die geleverd wordt in Doetinchem. Vervolgens zullen we een indicatie geven van de ontwikkeling van de zorg voor de komende tien jaar. Ook gaan we in op landelijke ontwikkelingen. We zullen de consequenties voor verschillende beleidsterreinen in beeld brengen. 2. Huidige zorgverlening in Doetinchem In Doetinchem zijn ruim twintig zorgpartijen actief. Zij bieden verschillende vormen van intramurale en extramurale zorg aan zo’n 1000 tot 1500 cliënten. Het aantal cliënten per zorgaanbieder is zeer divers. Fatima en Sensire, beide met honderden intramurale cliënten, zijn de grootste. Er zijn ook hele kleine organisaties, zoals Stichting de Overstap en JOP, die aan minder dan tien mensen opvang bieden. Ook het aantal cliënten per gebouw is zeer verschillend. In den Ooiman, het Weerdje en Schavenweide wonen meer dan honderd mensen. Anderen wonen juist min of meer zelfstandig alleen of met één of twee medebewoners in een woning. Er is opvang voor jongeren, ouderen, lichamelijk en geestelijk gehandicapten, dak- en thuislozen en anderen. In bijlage 1 staat een tabel waarin de in Doetinchem actieve zorgpartijen zijn opgenomen met het aantal complexen dat zij in beheer hebben en het aantal wooneenheden. Ook is het type zorg, dat geleverd wordt, opgenomen in de tabel. 3. Toekomstige ontwikkelingen Door verschillende partijen zijn aanvragen ingediend om zorgwoningen toe te voegen. De meeste aanvragen worden behandeld door de regiekamer. Sommige aanvragen komen via ontwikkelaars terecht bij het projectbureau. Het gaat in totaal om meer dan 500 plaatsen. Verderop zullen we nog uitgebreid ingaan op de exacte aantallen. Het aantal plekken is aan verandering onderhevig, omdat de plannen nog niet allemaal vaststaan. De meeste aanvragen betreffen uitbreiding van de bestaande capaciteit. Er is dus duidelijk een kwantitatieve behoefte aan zorgwoningen. Er zijn ook aanvragen voor vervangende zorgwoningen. Meestal gaat het om het realiseren van meer kleinschalige woonvormen in plaats van grootschalige complexen. Een eenduidige definitie van kleinschaligheid is niet te geven. Het doel van de ontwikkeling naar meer kleinschaligheid is het streven naar een hogere kwaliteit van leven door aandacht voor het welzijn van de bewoner. Het primaire doel is dus niet meer de lichamelijke zorg en de behandeling, maar het welbevinden van de bewoner en de daarop afgestemde zorg en individuele begeleiding. 2
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
4. Landelijke regelgeving Voordat een inschatting van de ontwikkeling van het aantal zorgwoningen kan worden gemaakt is het van belang om een onderscheid te maken tussen de verschillende typen van zorg en de verschillende woonvormen, die daarbij passen. Er blijkt hierin een welhaast Babylonische spraakverwarring te bestaan. Om tot een helder onderscheid te komen is het volgende van belang. 4.1. Scheiden van wonen en zorg Om de zorgbehoefte van een persoon te bepalen wordt landelijk uitgegaan van het zogenaamde zorgzwaartepakket (ZZP). Bij een indeling in een bepaalde ZZP hoort een bepaalde behoefte aan zorg. Er bestaan verschillende ZZP-indelingen naast elkaar. In de verpleging en verzorging wordt een andere ZZP-indeling gehanteerd dan in de geestelijke gezondheidszorg. In de gehandicaptenzorg bestaan zelfs zes verschillende ZZP-indelingen. Het principe bij alle indelingen is hetzelfde: hoe hoger de indeling, hoe meer en hoe intensiever de zorg. Iemand met een ZZP-1-indicatie is bijvoorbeeld goed in staat zelfstandig te wonen, maar heeft enkele uren per dag begeleiding nodig. Vanaf ongeveer een ZZP-5-indicatie is iemand niet meer in staat zelfstandig te wonen, omdat 24-uurs zorg noodzakelijk is. Het kabinet wil vanaf 1 januari 2014 in de AWBZ wonen en zorg scheiden. Dit houdt in dat cliënten zelf de betaling van hun woonlasten in zogenaamde woonzorgcomplexen (meestal huur, maar een cliënt kan ook eigenaar zijn) gaan regelen. Dit wordt gecompenseerd door een daling van de eigen bijdrage aan de zorginstelling. De overgang naar scheiden van wonen en zorg wordt gefaseerd ingevoerd. Er wordt gestart met het scheiden van wonen en zorg voor de lichtere zorgzwaartepakketten, de ZZP’s 1 en 2. Waar mogelijk wordt deze scheiding op dat moment ook voor bijvoorbeeld de ZZP’s 3 en 4 doorgevoerd. Via de weg van geleidelijkheid wordt in de jaren daarna het scheiden van wonen en zorg over de hele linie, ook voor de hogere ZZP’s, doorgevoerd. Bewoners die de woonlasten niet kunnen dragen, komen in aanmerking voor huurtoeslag. Het betekent daarnaast bij ongewijzigd beleid ook veranderingen bij Wmo-uitgaven op het gebied van vervoer, hulp bij het huishouden en mogelijk ook woningaanpassingen. De precieze consequenties zijn echter nu nog niet duidelijk. 4.2. Andere registratie van woningen Per 1 januari 2012 is de landelijke registratie van gebouwen aangepast. De basisadministratie gebouwen (BAG) schrijft voor hoe woongebouwen moeten worden geregistreerd. De BAG gaat niet meer uit van woningen maar van verblijfsobjecten met een woonfunctie. Dit betekent dat administratieve correcties te verwachten zijn. Ook staan er voorschriften in de BAG voor de registratie van woonzorgcomplexen. 5. Indeling in zorgtypen Bovenstaande leidt ertoe dat het noodzakelijk is een helder en nieuw onderscheid te maken tussen de verschillende vormen van wonen en zorg. Het oude onderscheid tussen intramurale en extramurale zorg komt daarbij te vervallen. In de nieuwe indeling moeten alle consequenties in beeld gebracht worden voor de aansluiting bij de ZZP-indicatie, de indeling in het bestemmingsplan, de parkeernormen, de BAG-registratie, etc. 3
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Voor het opstellen van een adequate indeling in verschillende woonzorgtypen hebben wij ons laten ondersteunen door adviesbureau Ann Meijer Procesmanagement. De door het bureau voorgestelde indeling hebben wij vervolgens verder uitgewerkt. Wij stellen voor om zorgwoningen in te delen van lichte naar zware zorg: Zorggeschikte woning Verzorgd wonen Groepswonen 1 (wonen) Groepswonen 2 (zorg) Woonzorgcomplex De cruciale grens tussen wonen en zorg loopt eigenlijk dwars door de categorie groepswonen. In feite zijn twee vragen belangrijk om te kunnen bepalen of de woonfunctie of de zorgfunctie overheerst: Geredeneerd vanuit de bewoner: heeft de bewoner wel of geen 24 uur zorg nodig? Geredeneerd vanuit de woning: is deze in principe zelfstandig te verkopen of te verhuren? Als de bewoner geen 24-uurs zorg nodig heeft en de woning heeft een eigen huisnummer en is zelfstandig te verkopen/verhuren, dan overheerst de woonfunctie en is de bestemming dus wonen. In het andere geval overheerst de zorgfunctie en is de bestemming dus maatschappelijk. Van de lichtere categorieën zorggeschikte woning en verzorgd wonen is duidelijk dat de woonfunctie overheerst. Dat valt te zien aan de bewoners en aan de woningen. De bewoners hebben bijvoorbeeld geen 24-uurs zorg nodig, maar enkele uren per dag begeleiding. Zij zijn meestal goed in staat om (weliswaar met hulp) zelfstandig te wonen. De bewoners krijgen een lichtere ZZP-indicatie. De woning is in principe een zelfstandige woning met een eigen huisnummer. De woning is daarom ook zelfstandig te verkopen. Deze woningen krijgen in de BAG-registratie een woonfunctie. Bij de zware categorie woonzorgcomplex is duidelijk dat de zorgcomponent overheerst. De bewoners hebben een hogere ZZP-indicatie en hebben 24 uur per dag zorg nodig. Het gaat bijvoorbeeld om dementerenden. De bewoners bewonen vaak een wooneenheid (een kamer) in een groter zorgcomplex. De kamers hebben geen eigen huisnummer en zijn ook niet zelfstandig te verkopen. Het complex met de inliggende wooneenheden krijgt in de BAGregistratie een gezondheidszorgfunctie. In de tussenliggende categorie groepswonen is het onderscheid tussen wonen en zorg minder goed te maken. In principe wordt hetzelfde onderscheid gehanteerd, maar er kunnen zich gevallen voordoen, waarbij de bewoner wel 24-uurs zorg nodig heeft (indeling in groepswonen-zorg) maar de woning of wooneenheid wel een eigen huisnummer heeft en zelfstandig te verkopen is (indeling in groepswonen-wonen). Andersom is ook mogelijk: de bewoner heeft geen 24-uurs zorg nodig (indeling in groepswonen-wonen), maar de woonruimte is niet zelfstandig te verkopen en heeft ook geen eigen huisnummer (indeling in groepswonen-zorg). In bijlage 2 is een uitgebreide tabel opgenomen, waarin de verschillende woonzorgvormen zijn uitgewerkt. In de tabel is aangegeven wat de consequenties zijn voor het bestemmingsplan, 4
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
welke parkeernormen erbij horen, hoe de BAG-registratie zal zijn, de WOZ-registratie en de afdracht fonds bovenwijks. Onderstaande tabel is een uitsnede uit bijlage 2. Duidelijk is te zien, dat drie typen zorgwoning voor de bestemming en de BAG een woning zijn. Twee typen zijn dat juist niet. Type woning
Woning Woning
Zorggeschikte woning
Voorstel bestemming
Wonen
Wonen
BAG
Wonen
Wonen
Woning voor verzorgd wonen Wonen (eventueel toevoegen: bijzondere woonvorm) Wonen
Zelfstandig verkoopbaar/ verhuurbaar? Eigen huisnummer? 24-uurs zorg?
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Zorgwoning GroepsGroepswoning 1 woning 2
Woonzorgcomplex
Wonen (bijzondere woonvorm)
Maatschappelijk
Maatschappelijk
Wonen Ja
Gezondheidszorg Nee
Gezondheidszorg Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
6. Behoefte aan zorg in de periode tot 2020 Om initiatieven van ontwikkelaars en zorgpartijen te kunnen beoordelen is van belang om een reële inschatting te maken van de behoefte aan de verschillende vormen van zorg in de komende jaren. Het is niet goed mogelijk om uit (landelijke) trends de ontwikkeling van het aantal zorgbehoevenden in alle categorieën voor de komende jaren te voorspellen. Er kunnen vier belangrijke bronnen worden gebruikt: een publicatie van de provincie over kleinschalig groepswonen het woonwensenonderzoek van Companen uit 2009 informatie die rechtstreeks van Doetinchemse zorgpartijen afkomstig is de informatie uit het projectbureau en de regiekamer over ingediende initiatieven 6.1. Kleinschalig groepswonen in Gelderland De provincie Gelderland heeft in 2011 een onderzoek gedaan naar kleinschalig groepswonen. Daarbij is een onderscheid gemaakt naar mensen met dementie en mensen met een beperking. Het aantal dementerenden is door middel van het doortrekken van trends vrij goed voor iedere gemeente te voorspellen. Voor Doetinchem gaat de provincie uit van de volgende aantallen. 5
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
DEMENTIE Behoefte huidige capaciteit verwachte capaciteit bestaand + harde plannen verwachte capaciteit bestaand + harde + zachte plannen
2009 166 144
2019 238
saldo 2019
208 246
-30 +8
Kwalitatief verwacht de provincie dat er meer behoefte zal ontstaan aan woonkwaliteit. In plaats van een kleine kamer heeft een bewoner een klein appartement met eigen sanitair, een kookhoek en wellicht apart ruimten voor slapen en wonen. Onderstaand lijstje van de provincie is wat dat betreft veelzeggend: 1970 verpleegafdelingen van 30 bewoners 1980 vierpersoonskamers 1990 tweepersoonskamers 2000 eenpersoonkamers met gedeeld sanitair 2010 eenpersoonkamers met eigen sanitair 2020 klein appartement (?) Het aantal mensen met een beperking is aanmerkelijk minder goed te voorspellen. De provincie heeft landelijke gegevens doorgetrokken naar de provincie Gelderland en gegevens opgevraagd bij zorgaanbieders in Gelderland. In het beeld ontstaan opmerkelijke verschillen, die niet precies verklaard kunnen worden. Vooral bij het aantal gehandicapten is het verschil met een factor 3,3 bijzonder groot. Deze cijfers bieden daarom onvoldoende houvast om een goede voorspelling te doen. We gaan er daarom niet verder op in. 6.2. Woonwensenonderzoek Companen Companen beschrijft aan de hand van thans niet meer gebruikte definities een toenemende zorgvraag tussen 2008 en 2020. De behoefte aan zorgwoningen stijgt volgens Companen van 1513 in 2008 tot 1630 á 1708 in 2020. Omdat de definities niet meer gehanteerd worden is het niet goed mogelijk deze af te zetten tegen het huidige en toekomstige aanbod. Met andere woorden: Companen gaat uit van een beperkte groei. Ook Companen beschrijft de ook door de provincie geschetste kwalitatieve ontwikkeling van een grotere behoefte aan kleinschalige woonvormen. Companen gaat uit van een groei met enkele honderden plaatsen bij kleinschalige woonvormen en een relatief iets kleinere afname grootschalige woonvormen. 6.3. Informatie van zorgpartijen in Doetinchem Zorgaanbieders in Doetinchem is gevraagd aan te geven welke ontwikkeling zij in de komende jaren tot 2010 verwachten. Dit is gedaan op het moment dat de nieuwe indeling nog niet was ontwikkeld. In totaal is er sprake van een verwachte toename van rond 325 plaatsen. Sommige daarvan zijn al in de realisatiefase, maar er zijn ook initiatieven, die zich nog in een oriënterende fase bevinden. Enkele bevinden zich nog in een zeer pril stadium. Er worden soms gesprekken gevoerd met ontwikkelaars op initiatief van de ontwikkelaar. Er is dan eigenlijk nog nauwelijks sprake van een serieus alternatief. Sommige zorgaanbieders zeggen dat ze initiatieven, die ze zelf nog te vaag vinden, niet aan ons opgeven. Behalve van nieuwe initiatieven is ook sprake van vervanging van bestaande gebouwen. Met name Sensire is bezig met het zoeken naar vervanging voor St. Jozef in Gaanderen, voor Het Weerdje en voor Den Ooiman. Daarbij speelt de wens om met kleinere eenheden te werken. 6
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Het gaat daarbij in totaal om honderden plaatsen. Sensire houdt rekening met een beperkte toename van enkele tientallen plaatsen. Al met al ontstaat het beeld dat de zorgaanbieders een toename van de vraag naar zorgwonen verwachten. De grootte van de vraag is echter ook door hen moeilijk in te schatten. De zorgpartijen zijn onzeker over de ontwikkeling van het aantal plaatsen op een termijn van meer dan enkele jaren. Wel is een tendens naar kleinschalige woonvormen zichtbaar. Zij bijlage 3 voor de informatie van de zorgpartijen. 6.4. Ingediende initiatieven Bij het projectbureau en bij de regiekamer zijn initiatieven voor zorgwoningen in behandeling. 6.4.1. Projectbureau Bij het projectbureau zijn 10 initiatieven bekend voor verschillende vormen van zorgwoningen. Het gaat daarbij in totaal om ongeveer 300 woningen. Daarbij past echter wel een opmerking. Van enkele initiatieven is inmiddels bekend dat op dit moment de zorgwoningen uit het programma zijn gehaald. Dat geldt bijvoorbeeld voor Vijverberg-Zuid en het middengedeelte van Heelweg. De geplande zorgwoningen zijn daar vervangen door gewone woningen. Daarnaast is bij een aantal projecten (Hamburgerbroek Intermeco, Lookwartier en Pelgrimterrein) sprake van vervanging van bestaande woonzorgplaatsen. Het betreft dus geen nieuwe ontwikkelingen. Verder is het de vraag of de zorgwoningen in het project Wijnbergen Oosten mogen worden meegeteld, omdat dat project vanwege de taskforce op saneren is gezet. De zorgwoningen staan dan eveneens op saneren, maar zullen als de vraag er daadwerkelijk is, wellicht in een ander project terugkomen. Al met al gaat het bij het projectbureau om rond de 50 nieuwe ontwikkelingen. Zie bijlage 4 voor een overzicht. 6.4.2. Regiekamer Bij de regiekamer zijn in totaal 22 initiatieven bekend voor zorgwoningen. Het gaat daarbij om ongeveer 525 – 550 wooneenheden, waaronder ongeveer 100 – 125 woningen. Dit betreft alleen nieuwe ontwikkelingen. Zie bijlage 5 voor een uitgebreid overzicht. 6.4.3. Totaal aantal initiatieven Het totale aantal initiatieven bij projectbureau en regiekamer is relatief hoog. Dat zijn immers allemaal initiatieven, die in de eerstkomende jaren gerealiseerd zouden moeten worden. Uit het feit dat veel initiatieven traag van de grond komen en vrij vaak ook weer afvallen, moeten we concluderen, dat niet alle bekende initiatieven realistisch zijn. Een eerste inschatting is dat een derde tot de helft van de thans aangemelde initiatieven niet van de grond zal komen. In de tabel in bijlage 4 zijn de initiatieven ingedeeld naar de nieuwe categorie-indeling. Dat is nog niet bij alle initiatieven even goed mogelijk. Wij verwachten dat overleg over de door ons in deze notitie voorgestelde indeling tot meer duidelijkheid en wellicht ook tot verschuivingen leidt. Voor zover nu een goede inschatting van de indeling kan worden gemaakt, gaat het om de volgende aantallen: Bestemming Wonen Maatschappelijk
Initiatieven 250 300
Realistisch tot 2020 150 150 7
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
7. Consequenties voor Wmo-beleid 7.1. Woningaanpassingen De Wmo is een brede participatiewet: iedereen moet mee kunnen doen. Belangrijke uitgangspunten van de Wmo zijn de eigen verantwoordelijkheid van burgers en het in de wet opgenomen compensatiebeginsel. De compensatieplicht verplicht de gemeente om de beperkingen van iemand zo te compenseren, dat hij kan meedoen in de samenleving. Dit betekent onder andere het kunnen wonen in een geschikte woning. Voldoet de woning niet aan de eisen bij (het oplopen van) een beperking, dan is de gemeente verplicht dit te compenseren. Dat kan op verschillende manieren: Er kan een woonvoorziening worden aangebracht, zoals een traplift. Er kunnen aanpassingen aan de woning plaatsvinden, zoals het verstelbaar maken van de hoogte van het aanrechtblad. De bewoner kan verplicht worden om te verhuizen. In 2009 bedroegen de Wmo-uitgaven vanwege de compensatieplicht nog ruim € 1.100.000. In 2011 waren deze teruggebracht tot ruim de helft. Een belangrijke verklaring voor het terugdringen van de uitgaven ligt in het strakker sturen op de budgetten. Er zijn een aantal redenen, waarom het mogelijk was (en is) om veel strakker te sturen. De toename van het aantal aangepaste (toekomstbestendige) woningen, waar men naar toe kan verhuizen. Het primaat tot verhuizen. Als gemeente kunnen wij besluiten dat verhuizen in een bepaalde situatie de goedkoopst passende oplossing is. De bewoner ontvangt dan geen voorziening voor de aanpassing van de woning, maar meestal een vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten. Omdat er, als gezegd, steeds meer geschikte woningen beschikbaar komen, levert dit een belangrijke besparing op. Bepaalde voorzieningen (zoals toiletbeugels) worden inmiddels als een algemeen gebruikelijke voorziening beschouwd en daarom niet meer verstrekt. De voorzienbaarheid van een voorziening. Het merendeel van de cliënten, die een woningaanpassing of voorziening behoeven, is ouder dan 65 jaar. Uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van mensen mag verondersteld worden dat zij anticiperen op de naderende ouderdom. Zij worden geacht tijdig hun maatregelen te nemen om hun woning aan te passen of te verhuizen. Dit levert een aanmerkelijke besparing op. De inzet van het eigen vermogen van de bewoner. Via de Wmo mag geen inkomenspolitiek worden bedreven. Als echter de goedkoopst passende oplossing betekent dat een bewoner zou moeten verhuizen naar een andere woning, dan is de kans reëel dat een bewoner ervoor kiest om op eigen kosten voorzieningen aan te brengen in de eigen woning om gedwongen verhuizing te voorkomen. De instrumenten ‘voorzienbaarheid van de voorziening’ en ‘inzet van het eigen vermogen’ moeten worden gezien als het wijzen van de cliënt op de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht. De conclusie voor het Wmo-beleid is dat het essentieel is om voldoende aangepaste toekomstbestendige woningen (zorggeschikte woningen en woningen voor verzorgd wonen) beschikbaar te hebben, zodat mensen daar naartoe kunnen verhuizen. Woningen moeten als 8
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
het ware Wmo-proof zijn. Dat voorkomt dat de gemeente verplicht wordt grote uitgaven te doen voor woningaanpassingen. Hoewel gewone woningen ook zo veel mogelijk toekomstbestendig moeten worden gebouwd, ligt het voor de hand om in dit kader de bouw van zorgwoningen met bestemming wonen zo veel mogelijk te stimuleren. 7.2. Woonservicegebieden Eén van de doelen van de Wmo is om de leefomgeving zodanig in te richten, dat mensen met een beperking zo optimaal en lang mogelijk in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Dit is voor iedere straat in de gemeente moeilijk te realiseren. Daarom is onder andere het beleid van woonservicegebieden ontwikkeld. Dat zijn gebieden met een straal van 500 meter rondom een zorgsteunpunt, waarbinnen zo veel mogelijk voorzieningen geconcentreerd zijn waar mensen met een beperking gebruik van maken en waar de inrichting van de openbare ruimte optimaal is aangepast aan mensen met een beperking. Het is van belang om nieuwe zorgwoningen met bestemming maatschappelkijk zo veel mogelijk te concentreren in woonservicegebieden. Zorgwoningen met bestemming wonen kunnen in principe ook buiten de woonservicegebieden worden ontwikkeld. Bij beide soorten zorgwoningen is spreiding over de gemeente is van belang. 8. Consequenties voor ingediende initiatieven Het aantal bij projectbureau en regiekamer bekende initiatieven lijkt hoger dan verwacht zou mogen worden op grond van de inventarisatie uit de andere bronnen. Een deel van de initiatieven zal de eindstreep dus niet halen. Het aantal is echter niet dusdanig groot, dat het aanbeveling verdiend om actief te sturen op het verminderen van het aantal zorgwoningen. Het lijkt wel zinvol om geen nieuwe zorgwoningen met bestemming maatschappelijk meer te honoreren, tenzij uitdrukkelijk gebouwd zal worden voor een doelgroep, die in de bestaande initiatieven nog niet bediend wordt. Denk bijvoorbeeld aan etniciteit. Verschuivingen tussen woningen en zorgwoningen met bestemming wonen zijn zonder meer mogelijk. In beide gevallen is sprake van de bestemming wonen. Een zorgwoning met bestemming wonen biedt extra’s ten opzichte van een gewone woning. Vanuit het Wmo-beleid is het gunstig om veel zorgwoningen met die extra’s beschikbaar te hebben. Het verdient dus aanbeveling om zo veel mogelijk zorgwoningen met bestemming wonen te bouwen. Het onderscheid tussen bestemming wonen en bestemming maatschappelijk zullen we helder naar de initiatiefnemers moeten communiceren. Een initiatiefnemer moet vervolgens een duidelijke keuze maken: hij bouwt ofwel een (zorg)woning (met bestemming wonen) met de daarbij behorende parkeernorm en afdrachten of hij bouwt een zorgwoning met bestemming maatschappelijk met een lagere parkeernorm en lagere afdracht. De bestemming maatschappelijk kan in principe niet zonder meer worden omgezet naar een woonbestemming. 9. Consequenties voor de taskforce woningbouw De gevolgen voor de taskforce woningbouw zijn relatief beperkt. In totaal zijn er 350 à 400 initiatieven, die zeker of misschien de bestemming woning krijgen en dus zouden moeten meetellen voor de taskforce als woning. Omdat het aantal initiatieven hoger ligt dan de behoefte zal een deel hiervan nog afvallen. Als we uitgaan van de realisatie van ongeveer 200 9
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
zorgwoningen met bestemming wonen dan betekent dat minder dan 10% van het Doetinchemse contingent van 2185 woningen. Op dit moment staan volgens de taskforce nog ruim 2600 nieuwe woningen in de planning in de periode 2010-2020. Daarvan moeten er dus nog ruim 400 afvallen om het maximum van 2185 niet te overschrijden. Gezien de geringe voortgang, die de afgelopen periode is geboekt in de meeste projecten, is het echter de vraag of het aantal afvallers niet nog aanmerkelijk zal toenemen. In dat licht bezien is een aantal van rond de 200 zorgwoningen met bestemming wonen, die meetellen voor de taskforce, geen probleem. 10. Aanbevelingen Hanteer de volgende indeling voor zorgwoningen: o Zorggeschikte woning o Woning voor verzorgd wonen o Groepswonen 1 (bestemming wonen) o Groepswonen 2 (bestemming maatschappelijk) o Woonzorgcomplex Bepaal de grens tussen groepswonen 1 (bestemming wonen) en groepswonen 2 (bestemming maatschappelijk) door twee criteria: o Heeft de woning een voordeur en is deze zelfstandig te verkopen/verhuren? Dan overheerst de woonfunctie en is de zorgwoning een woning. In het andere geval overheerst de maatschappelijke functie. o Heeft de bewoner 24 uur zorg nodig? Dan overheerst de maatschappelijke functie. De bestemming wordt dan maatschappelijk. In het andere geval overheerst de woonfunctie. Communiceer het onderscheid tussen initiatieven met een overheersende woonfunctie en met een overheersende maatschappelijke functie. Geef daarbij de consequenties aan voor parkeernorm en afdracht fonds bovenwijks. Dit geeft ontwikkelaars duidelijkheid. Laat ontwikkelaars vervolgens zelf aangeven wat zij willen. Hou er rekening mee, dat de helft van de initiatieven voor zorgwoningen met een maatschappelijke functie kan afvallen. Stimuleer de bouw van zorgwoningen met de bestemming wonen. Een voldoende groot aanbod van deze woningen zorgt voor toekomstige besparingen op de Wmouitgaven. Let wel: deze zorgwoningen tellen voor de taskforce mee als gewone woning en dragen dus niet bij aan het verminderen van het aantal woningen in de planning! Stimuleer sowieso de bouw van toekomstbestendige (levensloopbestendige) woningen, ook zonder dat deze een zorglabel krijgen. Ook dat kan bijdragen aan het terugbrengen van toekomstige Wmo-uitgaven. Stimuleer bewoners om vroegtijdig hun eigen woning aan te passen aan mogelijke beperkingen in de toekomst. Ook dat zorgt voor toekomstige besparingen op de Wmo-uitgaven. Spreid zorgwoningen zo veel mogelijk over Doetinchem. Hou rekening met het woonservicegebiedenbeleid.
10
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Bijlage 1: Overzicht van huidige zorgaanbieders in de gemeente Doetinchem
Zorgaanbieder
Verhuurder
Zozijn
Sité
9
Iriszorg (Stoog/De Grift) Estinea
Sité
1
Sité
2
20
GGNet Pluryn
Sité Sité
5 8
48 24 (?)
Leger des Heils Stichting Lindenhout Stichting de Overstap Stichting Fokus Philadelphia
Sité
2
6 (?)
mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking mensen met een psychische beperking mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking dak- en thuislozen
Sité
8
24 (?)
jeugdigen
Sité
1
8
mensen met een verstandelijke beperking
Sité
1
12
mensen met een lichamelijke beperking
Sité
1
9
Hera Iriszorg JOP Woonzorg Lojal Sensire
Sité Sité Sité Sité
6 11 3 3
18 (?) 33 (3) 9 (?) 9 (?)
Habion/ Woonzorg Nederland/ WSD Markenheem Fatima
6
847
mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking vrouwenopvang verslavingszorg jeugdigen met een verstandelijke handicap jongeren met een verstandelijke beperking of psychische stoornis ouderenzorg- en verpleging
2
182
ouderenzorg- en verpleging
47 0
312 0
verstandelijk gehandicapten mensen met beperking
Markenheem Fatima De Lichtenvoorde Horizon Futura JPH Siza Riwis
Aantal complexen
Aantal wooneenheden 74
Soort zorg
mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking dag- en nachtopvang dak- en thuislozen
Dagbehandeling van jongeren waarbij mogelijk sprake is van sociaal-emotionele problematiek 1 1
12 17
Lichamelijk gehandicapten bewoners met lichamelijke, psycho-sociale problemen 11
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Bijlage 3: Overzicht van initiatieven in Doetinchem opgegeven door zorgpartijen Zorgaanbieder
Locatie
Zozijn
Saronix
Sensire
Nieuwe Pelgrim
Sensire
Boddens Hosangstraat
Sensire
Soort zorg
Status
Toename / vervanging
initiatief
toename
16 35 24
verstandelijke of lichamelijke beperking verpleging verzorging somatiek
realisatie (2013) realisatie (2013)
Hamburgerbroek
50
somatiek
oriëntatie
Sensire
Lookwartier
40
revalidatie
Sensire
?
20
Sensire
Heelweg
60
pg-verzorging
oriëntatie (op termijn) oriëntatie (op termijn) initiatief
Sensire
Het Weerdje of elders
60
somatiek-pgverzorging
St. De Overstap Markenheem
Langstraat Gaanderen Schavenweide
vervanging St. Josef vervanging Den Ooiman vervanging Den Ooiman vervanging Den Ooiman vervanging Den Ooiman vervanging Het Weerdje vervanging Het Weerdje toename toename
Markenheem Estinea Fatima
Croonemate Brewinc Norman Belvealstraat Holterweg
Fatima De Lichtenvoorde Iriszorg
Aantal wooneenheden 24 – 28
20 12 51 17 ?? 14-24 18
oriëntatie
verstandelijke realisatie beperking (2013) woonzorgcentrum realisatie aanleunwoningen 24-uurs begeleid wonen
18
begeleid wonen
Belderstraat
24
Terborgseweg (Dalespand)
33
licht verstandelijk gehandicapten woonzorg
oriëntatie realisatie (2012) realisatie (2013) realisatie (2012) initiatief
toename toename toename* toename toename toename
12
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Bijlage 4: Overzicht van initiatieven bij het projectbureau. Projecten met zorgwoningen bij het projectbureau, maart 2012 Max aantal Aantal maart 2012 waarvan Project Zorgpartij sprake Toevoeging Vervanging Vijverberg Zuid Estinea 12 0 0 Wijnbergen Oosten fase 1 12 0 0 Wijnbergen Oosten fase 2 14 0 0 Norman Belvealstraat Fatima 18 18 0 Heelweg Midden fase 2 60 0 0 H’broek Brewinc 24 0 0 Heelweg Saronix Sensire 28 28 0 Heelweg Saronix Zozijn ? 0 0 Pelgrimterrein Sensire 39 0 39 14 14 H’Broek Intermeco Sensire 54 0 0 Lookwartier Sensire 40 0 0 Totaal
315
46
Zorgcategorie
groepswonen 1
groepswonen 1 verzorgd wonen groepswonen 2
Opmerkingen programma is omgezet naar woningen project staat op sanering project staat op sanering in aanbouw programma is omgezet naar woningen planning start 2012 is onrealistisch vervanging of toevoeging? mogelijk toevoegen van zorgwoningen vervanging St. Jozef vervanging St. Jozef vervanging Den Ooiman / sanering vervanging Den Ooiman / geen concrete actie
53
Voor de taskforce gaat het dus om een toevoeging van 46 woningen, die als woning meetellen.
13
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
Bijlage 5: Initiatieven bij de Regiekamer met (gedeeltelijk) zorgwoningen (situatie 7 maart 2012) NR
Naam aanvrager
Adres
Inhoud verzoek
1
Ultimo Vastgoed BV + Site Woondiensten
Boddens Hosangstraat/ Houtsmastraat
3
MVO Projecten BV
Rijksweg 148154 (Centen/Senten locatie)
23
Bruggink en Ernst
Varsseveldseweg 284/286
32
EVE Architecten nms Gelre Projecten
Rijksweg 138140 Gnd
39
Koopmans Projecten nms Bruggink BV
Zuivelweg 188
bouw 23 zorgappartementen / detailhandel /dienstverlening. gefaseerde bouw 2200 m2 commerciële ruimte en gezondheidszorg, 44 appartementen Extra-murale huisvesting 24 dementerenden in bestaande agrarische bebouwing Sloop bestaande winkel en nieuwbouw winkel met appartementen herontwikkeling met 17 wooneenheden licht-gehandicapten
Gewone woning
24
Verzorgd wonen
Groepswonen 1 (bestemming wonen)
20
-2
-1
Groepswonen 2 (bestemming maatschappelijk) 23
24
Woonzorgcomplex
Task force hard/zacht
Opmerking
H
H
Onderhandelingen over omzetten naar 60 zorgwoningen
H
specifieke doelgroep: ouderen met agrarische achtergrond autistische jongeren
24
H
17
Z
14
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
42
Architectengroep Gelderland nmsGerritsenZweers Beheer
Nieuwe Kerkweg 53/57 Nieuw Wehl
herontwikkeling met huisvesting Fatima
64
Prohave BV
Vreeltstraat nabij nr. 15
78
MMA Vastgoedontwikkeling
Stationsstraat 29 Wehl
88
MVO Projecten
Houtkampstraat 19-25
transformatie landgoed 't Maatje tot zorglandgoed 't Maetland of toch bouw 7 landhuizen bouw 6 appartementen en 3 vrijstaande woningen realiseren 44 appartementen
89
Quarosand
90
Stg Markenheem inzake Schavenweide
Belderstraat kad. A5678 Kennedylaan /van Hogendorplaan
99
Aannemer Welling
dr. Huber Noodtstraat 40-42 Setax
105
Duoplan nms Fatima
Holterweg 138 (Anna Hoeve)
5
H
30
14
20
woonzorgcomplex jongeren Uitbreiding woonzorgcentrum met 51 zorgeenheden en 17 aanleunwoningen bouw woonzorgcomplex renovatie bestaand monument en nieuwbouw 18 woonzorgstudio's
8
24 24 17
-1
H
Onderhandelingen met zorgpartijen lopen nog
H
Onderhandelingen met zorgpartij lopen nog
H
Onbekend of zorgwonen door gaat autistische jongeren
H 51
H
30
H
18
H
Onderhandelingen met zorgpartijen lopen nog
15
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
107
IrisZorg, afd. Vastgoed
Terborgseweg 63
beschermde woonvoorziening met 33 plekken
33
113
Leger des Heils
Keppelseweg 29 Wehl
24
118
Quarosand
Terborgseweg 125
huisvesting 24 units voor dakloze exgedetineerden met psychiatrische problemen bouw zorgappartementen
121
Daan BV nms fam. Kaak
Holterhoek, kad. M 3748
realiseren woonzorg
131
Mts Gasseling en J. de Jong
Kerkhofweg 3 en Kempsestraat 7 Wehl
sloop agr. schuren in ruil voor bouw van 2 gezinsvervangende woningen tbv Fatima
10
143
Hegeman Planontwikkeling
Didamseweg 30 Wehl
10?
146
Stg Alles onder 1 dak
zoeklocatie
154
Wonen & Zorg Projectadvies Woningstg Habion en Sensire
Zoeklocatie
herontwikkeling locatie met intramurale zorg huisvesting 8 huishoudens tbv intramurale zorg bouw kleinschalige woonzorg ouderen. sloop en herontwikkkeling complex 't Weerdje
157
Weerdjeshof
H
24
Z
40
Z
Onderhandelingen met zorgpartij lopen nog Onderhandelingen met zorgpartijen lopen nog
H
Aantal woningen onbekend
8 10? ?
?
?
? ?
Aantal woningen onbekend Herontwikkeling. Vermoedelijk komen minder plekken terug
16
Bijlage 2 bij taskforcerapportage maart 2012 (Deze bijlage is openbaar)
162
De Drie Notenboomen
Dennenweg 6
164
De Nevelhorst Projecten BV
Heijermansstraat 21
182
Sité woondiensten Zoeklocatie
realiseren woonzorgcomplex ("Herbergier) Aanpassing plan 18 woonappartementen naar zorgwonen Tijdelijke huisvesting voor onconventioneel wonen
11 18
?
?
?
5
?
?
Ontwikkelaar wil 18 woningen omzetten naar 24/36 zorgwoningen
17