Opnieuw als beste getest
Zorgt zonder nawassen voor een nog betere hechting op watergedragen en alkydharsdekverven.
DE HECHTING:
De hechting van verflagen wordt over het algemeen beschouwd als een moleculair fenomeen. Om een goede hechting te krijgen, moeten verflaag en ondergrond elkaar zeer dicht naderen. De afstand mag niet groter zijn dan zo'n 5 A-units (één-tienmiljoenste millimeter). Om te bereiken dat een verflaag een ondergrond zeer dicht nadert, moet een verflaag de ondergrond goed benatten. Benatting is een effect van oppervlakte-energie of oppervlaktespanning van een verflaag en een ondergrond. Alle ondergronden hebben een bepaalde oppervlaktespanning. Ook verven hebben een bepaalde oppervlaktespanning. Dit wordt uitgedrukt in dynes per centimeter. Een schone metaalplaat heeft een zeer hoge oppervlaktespanning (enkele honderden dynes/cm). Het is voor een verflaag met een oppervlaktespanning van 20 - 70 dynes/cm geen probleem deze metaalplaat te benatten. Op ondergronden van bijvoorbeeld kunststof met een lage oppervlaktespanning van 15 - 20 dynes/cm kunnen hechtingsproblemen ontstaan. Dit zijn vaak polyolefins of fluoridehoudende ondergronden. Ook siliconen kunnen de oppervlaktespanning van een ondergrond sterk verlagen waardoor er hechtingsproblemen kunnen ontstaan. Vele jaren heeft men gedacht dat de hechting op gladde oppervlakken voornamelijk afhankelijk was van het opruwen van een ondergrond zoals door schuren. In deze schuurkrassen zou de verf zich beter hechten (mechanische hechting). Tegenwoordig gaat men er steeds meer vanuit dat, naast een mechanische hechting, door schuren vuil of andere deeltjes worden verwijderd die zich gehecht hebben aan potentiële reactieve aanhechtingspunten. Door schuren wordt het oppervlak aanmerkelijk vergroot waardoor meer van deze reactieve aanhechtingspunten ontstaan. Er zijn zeer veel omstandigheden waarin een te schilderen oppervlak van buitenaf door bijvoorbeeld vervuiling kan worden beïnvloed. Deze vervuiling betreft meestal olie, vet, was, roest, zout, vuil of losse pigmentdeeltjes door poederende verflagen. Wanneer dergelijke vervuilingen onvoldoende worden verwijderd, kan onthechting optreden. Deze onthechting wordt versterkt door de krimp die in de drogende en polymeriserende verflaag optreedt. Ook tijdens de gebruiksfase treden hygrothermische krachten op in het verfsysteem door de invloed van vocht en omgevingstemperatuur. Het doel van een voorbehandeling is het oppervlak te reinigen en in zo'n puur mogelijke staat brengen. Dit kan door het vuil op te lossen, te emulgeren, te verzepen, te geleren of te defloculeren.
Het is echter niet altijd mogelijk een oppervlak volledig te reinigen. Hoewel dit kan leiden tot omvangrijke schade komt het in de praktijk voor dat om milieutechnische of economische redenen besloten wordt niet alle vervuiling te verwijderen. Wanneer de vervuiling olie of vet betreft is het uiteraard niet verstandig een watergedragen product toe te passen. In dit geval is het beter een oplosmiddelhoudende coating toe te passen met een lage oppervlakte-energie. Naast een goede voorbehandeling van de ondergrond kunnen aan verf hulpstoffen worden toegevoegd die de hechting op bepaalde ondergronden verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het effect van silaanmodificatie op de hechting van coatings op glas.
DE ONDERZOEKEN: Centrum voor Onderzoek & Technisch advies is een onafhankelijk bureau wat zich bezig houdt met onderzoek naar o.a. oppervlaktetechnieken, coatings en milieuadvisering. Opdrachtgevers zijn o.a. overheidsorganen, verffabrikanten, adviesbureaus, bedrijfschap schildersbedrijf. Het Centrum voor Onderzoek & Technisch advies heeft in opdracht van het bedrijfschap schildersbedrijf een uitgebreid onderzoek laten doen naar de (ont)hechtingsverschijnselen bij het gebruik van verschillende verfreinigers. In tabel 1 en 2 ziet u een overzicht van de uitkomsten van dit onderzoek waarbij Universol zeer goede resultaten laat zien.
TNO is marktleider in onderzoek naar industriële toepassingen en ontwikkelingen. De afdeling Reinigingstechnieken heeft onderzoek gedaan naar de biologische afbreekbaarheid van Universol. Tevens heeft men gecontroleerd op de aanwezigheid van schadelijke bestanddelen in Universol.
Sinds 1999 profileert het ECCS (European Center for Coatings and Surface Technology) zich in Duitsland en Nederland als competentienetwerk voor verf- en oppervlaktetechniek. Op 4 oktober 2001 werd de Stichting ECCS als rechtsvorm opgericht. Het door de EU gesteunde Interreg IIIA programma stelt het ECCS in staat een meet- en testcentrum op te zetten. Door toenemende controle van het coatingproces in de gehele coatingindustrie stijgt de kwaliteitsdruk bij ieder bedrijf. Daarbij komt nog de razendsnelle ontwikkeling van nieuwe, milieuvriendelijke coatingmaterialen. De meeste midden- en kleinbedrijven in de EUREGIO ontbreekt het echter vaak aan zowel passende meet- en testtechniek als aan knowhow om processen te optimaliseren. De Fachhochschule Münster, Hochschule Niederrhein, Fachhochschule Osnabrück en Saxion Hogeschool Enschede stellen het midden- en kleinbedrijf de bij hen aanwezige meettechniek ter beschikking. Daardoor kunnen problemen individueel worden opgelost. Het ECCS netwerk garandeert zowel snelle en effectieve uitwisseling van vak-, bedrijfs- en marktinformatie als technischeconomische competentie. Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. Binnen Arbouw participeren Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB), Federatie van Ondernemersorganisaties in Afbouw (FOA), FNV Bouw en Hout- en Bouwbond CNV. In 1999 heeft ARBOUW Universol aanbevolen als veilig alternatief voor ammonia bij schilderswerkzaamheden.
ECCS
European Center for Coatings and Surface Technology
ARBOUW
O CENTRUM VOOR ONDERZOEK & TECHNISCH ADVIES
DE RESULTATEN: Centrum voor Onderzoek & Technisch advies is een onafhankelijk bureau wat zich bezig houdt met onderzoek naar o.a. oppervlaktetechnieken, coatings en milieuadvisering. Opdrachtgevers zijn o.a. Overheidsorganen, verffabrikanten, adviesbureaus, bedrijfschap schildersbedrijf.
schuren en reinigen zonder nawassen
Universol ammonia verfreiniger m verfreiniger v verfreiniger r verfreiniger s
Het Centrum voor Onderzoek & Technisch advies heeft in opdracht van het bedrijfschap schildersbedrijf een uitgebreid onderzoek laten doen naar de (ont)hechtingsverschijnselen bij het gebruik van verschillende verfreinigers. In tabel 1 en 2 ziet u een overzicht van de uitkomsten van dit onderzoek waarbij Universol zeer goede resultaten laat zien.
geen defect geen defect blaren 5 mm blaren 1 mm puntjes blaren 10 mm blaren 1 mm
Figuur 2 Defecten op alkydharsdekverf na 5 cycli condensproef bron: C.O.T.
European Center for Coatings and Surface Technology hebben een onderzoek gedaan naar de hechtingseigenschappen van verschillende verfreinigers. Een beknopt resultaat vindt u in de schema´s.
schuren en reinigen zonder nawassen
Universol ammonia verfreiniger m verfreiniger v verfreiniger r verfreiniger s
0 0 5 0 3 2
niet schuren wél reinigen zonder nawassen
0 0 5 3 3 4
Figuur 1 Hechting van NEN-EN-ISO 2409 alkydharsdekverf na 5 cycli condensproef 0 = geen onthechting 5 = totale onthechting bron: C.O.T.
Universol 3/0A 8/0A 13/1A 14/0A 0A Spray-9 2/5A 5A Kln Strp TSP Sub 3/5A 5A Sanded 3/3A 8/3A 14/5A 5A Simple Green 3/5A 13/5A 5A TSP-Sub (pwdr) 3/5A 8/5A 13/5A 5A M-1 House Cleaner 2/5A 5A
Figuur 3. Onderzoek naar verschillende verfreinigers in USA door Zinsser & Co. 0=geen onthechting 5=totale onthechting
niet schuren wél reinigen met nawassen
0 0 0 0 0 0
GARANTIE: Wij geven u volledige garantie op een goede hechting van al uw systemen voor zowel watergedragen als alkydharsdekverven.
Sinds de introductie van Universol 18 jaar geleden is er voortdurend onderzoek geweest naar de biologische, arbo- en verftechnische eigenschappen van UNIVERSOL. Gelukkig heeft veelvuldig onafhankelijk onderzoek aangetoond dat UNIVERSOL: ° Niet hoeft worden nagewassen, ook niet bij watergedragen systemen. ° Uitstekend kan worden ingezet ter verbetering van de ARBO omstandigheden. ° Het beste alternatief is voor ammonia. ° Niet agressief is voor de huid. ° In iedere concentratie niet schuimend is. U vindt in deze folder alle relevante informatie op het gebied van hechting. Een aantal onafhankelijke onderzoeken geven u een overzicht van de uitkomsten m.b.t. onthechting, blaarvorming enz. Telkens weer wordt Universol als beste getest en kunt u erop vertrouwen dat uw aangebrachte coatings niet zullen onthechten of andere defecten zullen gaan vertonen. Verder besteden wij aandacht aan de biologische afbreekbaarheid, ARBO, toepassingen en techniek. Onze jarenlange ervaring met Universol, zijn vele tienduizenden gebruikers en de ontelbare toepassingen van dit product maakt het méér als alléén een verfreiniger. Wij geven u een aantal voorbeelden van toepassingen.
Ontvetten en reinigen van: schilderwerk, trespa, kunststof, vloerbedekking, ramen, zwarte velgen aanslag, keukens, vloeren, gasfornuizen, kookplaten, marmer, natuursteen, autoramen, aluminium, machines, grindtegels, computerschermen, nicotineaanslag, dekzeilen enz.
HET MILIEU: TNO reinigingstechnieken te Delft heeft de biologische afbreekbaarheid van UNIVERSOL getest. Er worden in UNIVERSOL uitsluitend biologisch afbreekbare oppervlakte actieve stoffen gebruikt. Er is geen sprake van het gebruik van schadelijke oplosmiddelen en het gebruik van UNIVERSOL in de voedselverwerkende industrie is toegestaan. Uit Eisma’s schildersblad:”risico’s van schoonmaakmiddelen” Grootste risico’s Wat zijn nu precies de grootste risico’s van schoonmaakmiddelen? In de eerste plaats wordt er teveel middel gebruikt om te reinigen. Gebruik niet meer dan noodzakelijk is. Hierdoor wordt de kans groter dan huidcontact ontstaat of dat deze middelen in de ogen of mond terecht komen. Ten tweede zijn deze middelen chemicaliën, waarvan de werking bekend moet zijn en waarvan bekend moet zijn wat wel en niet mag om er veilig mee te kunnen werken. Het combineren met andere middelen kan onverwachte reacties geven waar schadelijke dampen bij vrij kunnen komen. Er zijn mensen die chloor, loog en zuur mengen tot een voor hen goed werkend middel. Zij beseffen echter niet welke risico’s zij op hun hals halen. Een goede regel is altijd om één middel toe te passen en nooit eigen oplossingen te zoeken als men geen voldoende achtergrondkennis heeft van deze middelen. Tenslotte moeten alle stoffen die gebruikt zijn voor schoonmaken worden afgevoerd als chemisch afval. De meeste gebruiksaanwijzingen van reinigingsmiddelen schrijven voor om veel met schoon water te spoelen om nadelige effecten op verf te voorkomen. Het meest voorkomende effect is een drogingvertraging of het verstoren van de filmvorming van de verf. Door het spoelen met water komen deze stoffen weer in de natuur terecht dat voorkomen moet worden. Het rioleringssysteem en het afvalwaterzuiveringssysteem kunnen deze stoffen wel aan, maar over de werking van exotische samenstellingen is nog te weinig bekend om zekerheid te kunnen bieden. Het schoonmaken is het meest onderbelichte deel van het schilderwerk en wordt bijna altijd overgelaten aan de minst geschoolde krachten. Meer aandacht aan deze middelen schenken kan geen kwaad en kan het risico aanzienlijk verlagen.
ARBO WETGEVING: Arbouw is door werkgevers- en werknemer organisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. Binnen Arbouw participeren Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB), Federatie van Ondernemersorganisaties in Afbouw (FOA), FNV Bouw en Hout- en Bouwbond CNV.
Universol wordt door de ARBOUW geadviseerd als vervanger voor ammonia