Zorginkoopbeleid 2017 Medische specialistische zorg 1
2
Inhoudsopgave
Voorwoord 1 Missie van CZ groep en onze visie op zorg 1.1 Wie is CZ groep? 1.2 CZ groep in cijfers 1.3 CZ groep als inkoper van zorg 1.4 Inkopen op waarde 2 Visie van CZ groep op de medisch specialistische zorg 2.1 Integrale benadering van de zorgvraag 2.2 Verandering ziekenhuisprofielen 2.3 Optimalisatie van de zorginkoopafspraken 2.4 Regioregie 3 Zorgvernieuwing 3.1 Innovatie 3.2 Projectontwikkeling
4 5 5 5 6 7 8 8 8 9 9 11 11 12
4 Uitgangspunten bij de inkoop van medisch 17 specialistische zorg 4.1 Toegankelijkheid van de zorg 17 4.2 Waarde van zorg 17 4.3 Kwaliteitsbeleid 19 4.4 Financieel 25 4.5 Revalidatiezorg, trombosediensten en 34 audiologische centra 4.6 Buitenland 35 5 Voorwaarden voor een contract 36 6 Proces contractering 2017 39 6.1 Fasen van het contracteerproces 39 6.2 Technische aspecten indiening offerte 2017 39 6.3 Tijdpad 40 6.4 Bereikbaarheid 41
6.5 Publicatie gecontracteerd aanbod 7 Betrekken van verzekerden bij het zorginkoopbeleid 8 Ten slotte
41 42 43
Bijlage I: Dataregistratie Bijlage II: Behandelingen uitgesloten van vergoeding waarvoor toestemming vereist is en/of die niet gecontracteerd zijn Bijlage III: Criteria voor gepast gebruik Bijlage IV: Procedure contractering CZ groep selectieve inkoopaandoeningen Bijage V: Volumespeerpunten 2017
Voorbehoud Dit document en alle bijbehorende bijlagen zijn met zorg samengesteld en met inachtneming van de vigerende wet- en regelgeving. Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen tot gevolg hebben dat de inhoud van dit document moet worden aangepast. Als er onverhoopt een andere reden voor aanpassing zou zijn, geven wij dit duidelijk en met redenen omkleed aan. Deze aanpassingen zullen zo spoedig mogelijk gepubliceerd worden. CZ groep werkt in regionale proeftuinen samen met onder andere zorgaanbieders en inwoners aan betere en betaalbare zorg. In iedere proeftuin vinden andere experimenten plaats. De afspraken die CZ groep hiervoor maakt kunnen afwijken van de afspraken voor de reguliere zorginkoop.
3
Voorwoord
Hoewel 2016 pas een paar maanden oud is, kijkt CZ groep nu al vooruit naar 2017. Zo weten we zeker dat we tijdig alle afspraken hebben gemaakt die nodig zijn voor goede en betaalbare zorg. In dit document informeren we u over de zakelijke en zorginhoudelijke specificaties die wij voor onze verzekerden willen vastleggen in het zogeheten zorgcontract.
over de uitkomsten van de zorg, de ongewenste praktijkvariatie en de duidelijke kansen voor besparingen door meer efficiency. Daarbij willen we menselijke zorg, dichtbij en met de regie en waardigheid die we zelf zouden willen als we kwetsbaar en afhankelijk zouden zijn door ziekte of gebreken.
Wij gaan ervan uit dat wij u zakelijk én zorginhoudelijk voldoende faciliteiten kunnen bieden om wederom de grote uitdaging van ‘de beste zorg’ waar te kunnen maken.
In het jaar dat de Zorgverzekeringswet 10 jaar bestaat, is het goed om nog eens terug te kijken naar de doelen die de wetgever destijds voor ogen had. Meer concurrentie tussen de zorgverzekeraars, bijvoorbeeld, die bij de zorginkoop een zo goed mogelijke deal proberen te sluiten voor hun verzekerden. Daarnaast werd in 2006 een verschuiving verwacht van de sturing in het zorgstelsel. Die zou van de centrale overheid naar de verzekerden gaan, waarbij de kosten en de kwaliteit op een verantwoorde manier tegen elkaar zouden worden afgewogen.
In dit document geeft CZ groep de contouren aan voor de (vooral zakelijke) wensen die inherent zijn aan ons zorgstelsel. Wij gaan in ons beleid uit van langere contractperioden en een sterke beperking van de administratieve lasten daar waar geen contra-indicaties zijn. Daarnaast vragen we dit jaar vooral aandacht voor de doorlooptijd van het contracteren. Uiterlijk medio november willen we onze verzekerden duidelijkheid geven over wie, wat en hoeveel er gecontracteerd is, zodat zij daarna een weloverwogen keuze kunnen maken.
Joël Gijzen Rien Pijnenburg directeur Zorg manager Medisch Specialistische Zorg
Tien jaar later zien we dat er grote stappen vooruit gezet zijn, en dat Nederland zich nog steeds gelukkig mag prijzen met een betaalbaar en kwalitatief goed zorgstelsel dat wereldwijd tot de top behoort. Toch zijn er ook nog veel verbeterpunten, die bij CZ groep goed op het netvlies staan. Denk aan de roep om meer transparantie
Tijdens de contracteerperiode kunt u contact met ons opnemen bij vragen of suggesties. Waar mogelijk nemen wij die mee in het contract. We vragen daarbij wel uw begrip voor het feit dat wij niet alle individuele aspecten van een zorgaanbieder kunnen honoreren in ons contracteerbeleid.
4
1 Missie van CZ groep en onze visie op zorg
1.1 Wie is CZ groep? CZ groep is een niet op winst gerichte zorgverzekeraar met 3,5 miljoen verzekerden. De solidariteit waarmee CZ groep in 1930 werd opgericht, leeft nog altijd in onze organisatie. Het goed, betaalbaar en beschikbaar houden van de Nederlandse zorg zien wij als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Deze realiseren wij door in alles wat wij doen verantwoordelijk, daadkrachtig en betekenisvol te zijn. Voor de maatschappij als geheel en onze verzekerden in het bijzonder. Het beleid van CZ groep kenmerkt zich door lef. Wij zijn niet bang voor het agenderen van moeilijke onder werpen, van zorg echt anders organiseren en voor het maken van keuzes. We zijn een organisatie met korte lijnen en een grote achterban. Een zorgverzekeraar pur sang, met een duidelijke visie op zorg en de mogelijkheid snel beslissingen te nemen. We hebben kennis en kunde in huis en durven voorop te lopen. We willen het verschil in zorg maken en gaan discussies niet uit de weg. We geloven met heel ons hart dat het beter kan en zetten ons daarvoor in.
Alles voor betere zorg is onze missie We helpen onze verzekerden de best mogelijke zorg te krijgen tegen een stabiel lage premie. Tegelijkertijd sturen we actief op de zorg om de kwaliteit te verhogen, de kosten te beheersen en de beschikbaarheid te garanderen. Onze missie dragen we uit in de maat schappij en naar al onze verzekerden.
We willen regisseur zijn CZ groep wil de zorg nu en op lange termijn breed toegankelijk, goed en betaalbaar houden. Wij voelen een grote verantwoordelijkheid voor onze rol in het zorgstelsel en treden daarom op als regisseur in zorg. Dit doen we door via inkoop bij zorgaanbieders te sturen op kostenbeheersing, kwaliteit en innovatie en door onze verzekerden actief te begeleiden op alle momenten dat zij zorg nodig hebben.
5
1.2 CZ groep in cijfers Verzekerden
Labels
3,5 miljoen Medewerkers zorginkoop
Gecontracteerde zorgaanbieders
120
45.000
Zorgomzet
Marktaandeel CZ groep
miljard
20%
1.3 CZ groep als inkoper van zorg Daarom doet CZ groep dit
Het zorglandschap verandert snel
We zetten de zorgv raag van de patient centraal en kopen de juiste zorg op de juiste plek in
CZ groep wil het verschil maken, heeft een duidelijke visie op hoe het anders kan in de zorg en heeft lef om dit te realiseren De vraag naar zorg groeit sterk, maar het landelijk budget helaas niet
Meer kwetsbare ouderen
Inkopen op kwaliteit is steeds belangrijker
Meer chronische ziekten en multimorbiditeit
Méér gezamenlijke besluitvorming, e-health en zelfmanagement
We kijken naar kwaliteit maar ook naar doelmatigheid
We informeren onze verzekerden over de kwaliteit van zorg
Verzekerden hebben een stem in ons zorginkoopbeleid
Patiënt wil zelf de regie
6
We stimuleren samenwerking tussen zorgaanbieders
Innovaties zijn zo snel mogelijk voor iedereen beschikbaar
1.4 Inkopen op waarde CZ groep doet er alles aan om goede zorg tegen een redelijke prijs aan te bieden. Onze verzekerden kunnen uit ongeveer 45.000 gecontracteerde zorgaanbieders kiezen. Op basis van kennis en ervaring vinden wij het bij bepaalde aanbieders niet wenselijk de zorg te vergoeden, bijvoorbeeld als we uit (wetenschappelijk) onderzoek of uit patiëntgegevens weten dat deze zorg van onvoldoende kwaliteit is. Of dat de zorg overbodig of onnodig en onverklaarbaar duur is. We maken gefundeerde keuzes en willen hiermee de zorgmarkt stimuleren zich continu te verbeteren. Verder hebben wij met het oog op het betaalbaar houden van zorg expliciete aandacht voor het tegengaan van fraude en oneigenlijke declaraties. CZ groep wil zorg inkopen die zo veel mogelijk waarde oplevert voor de verzekerde. We willen dat de zorg afgestemd is op de zorgbehoefte van onze verzekerden en van hoge kwaliteit is tegen acceptabele kosten. Dit houdt in dat we zorg steeds meer inkopen op basis van de kwaliteit én de kosten. De mate waarin prijs en kwaliteit een rol spelen binnen de inkoop, is afhankelijk van onder andere de beschik bare kwaliteitsinformatie. Wij zien kwaliteit als een combinatie van onder meer de medisch inhoudelijke kwaliteit en de ervaringen van de verzekerden met de betreffende zorg(aanbieder). Waar in de ene situatie de prijs het primaire criterium zal zijn, is in andere situaties de kwaliteit leidend. Het bepalen van de kwaliteit is dus maatwerk.
Prijs is het primaire zorginkoopcriterium Prijs
Kwaliteit is het primaire zorginkoopcriterium Kwaliteit
Prijs vormt belangrijkste criterium bij zorginkoop Kwaliteit is onbekend of niet onderscheidend Inzicht in kwaliteit komt vooral uit structuurindicatoren
Prijs
Kwaliteit
Kwaliteit en prijs worden beide meegewogen bij zorginkoop
Kwaliteit vormt het leidende criterium, prijs het sluitstuk bij zorginkoop
CZ groep heeft bruikbare kwaliteitsinformatie, die samen met prijs wordt ingezet voor volumesturing
CZ groep vindt kwaliteitsinformatie betrouwbaar, onomstreden en volledig. Beste zorg krijgt voorrang
Inzicht in kwaliteit komt vooral uit structuur- en procesindicatoren
Inzicht in kwaliteit komt vooral uit uitkomst indicatoren
CZ groep richt zich de komende jaren op het inzichtelijk maken van de kwaliteit en de kosten van behandelingen. We verleggen voor steeds meer zorgsoorten de focus van inkopen op prijs naar inkoop op waarde.
7
2 Visie van CZ groep op de medisch specialistische zorg
Gezondheidsbeleving door de patiënt gaat verder dan alleen het lichamelijk welzijn. Ook het dagelijks functioneren, sociaal-maatschappelijke participatie, het omgaan en accepteren van de ziekte en de kwaliteit van leven spelen een belangrijke rol bij de uiteindelijke patiënttevredenheid. CZ groep wil de zorg de komende jaren verder optimaliseren door in te zetten op een drietal pijlers: • integrale benadering van de zorgvraag; • verandering van ziekenhuisprofielen; • waarde van zorginkoopafspraken optimaliseren. Daarnaast initieert CZ groep organisatiebreed (van zorginkoop tot en met commercie) een viertal grote projecten: dementie, wondzorg, e-health 2.0 en My Best Treatment. Hiermee wil CZ groep een maatschappelijke bijdrage leveren en de zorg naar een hoger plan tillen. In hoofdstuk 3 gaan we hier verder op in. Ten slotte borduurt CZ groep voort op de eerder ingezette weg van de ‘regioregie’ (de regionale proeftuinen) waarbij we met inwoners en partners in de regio samenwerken aan een betere gezondheid van de populatie, een betere kwaliteit van zorg en lagere kosten per inwoner.
2.1 Integrale benadering van de zorgvraag Door de zorgvraag niet sectoraal maar integraal (‘over de sectoren heen’) te benaderen en de patiënt meer centraal te stellen, beoogt CZ groep meer onderlinge afstemming van het totale zorgaanbod tussen de verschillende zorgaanbieders. We verwachten hierdoor een betere medische outcome en tegelijkertijd een hogere patiënttevredenheid te realiseren. Samenwerkingsrelaties of netwerken kunnen als organisatievorm dienen om dit zorgaanbod vorm te geven. Hierbinnen dienen transmurale zorgpaden te worden ontwikkeld ten behoeve van een optimale kwaliteit en een efficiënte logistiek. Daarbij zijn medische outcome, PROMs en PREMs de instrumenten om deze integrale zorg te beoordelen. Het ‘over de organisatiemuren’ samenwerken, vergt naast een afgestemde zorginhoud vaak ook een andere vorm van organisatie en bekostiging van de zorg. CZ groep wil zich dan ook inzetten om, samen met zorg aanbieders en patiëntorganisaties, op creatieve en
8
innoverende wijze ‘zorgmodellen’ te ontwikkelen om deze integrale zorg te realiseren. De keuze voor bepaalde aandoeningen moeten wij nog maken en deze is mede afhankelijk van het op korte termijn beschikbaar komen van adequate kwaliteits indicatoren, de te verwachten gezondheidswinst, het aantal patiënten et cetera.
2.2 Verandering ziekenhuis profielen Wij denken dat we nog meer gezondheidswinst kunnen behalen als we de randvoorwaarden waarbinnen de medisch specialistische zorg wordt uitgevoerd, optimaliseren. Deze randvoorwaarden hebben betrekking op belangrijke productiemiddelen voor personeel, materieel en infrastructuur. CZ groep verwacht dat de rand voorwaarden verbeteren door te sturen op verandering van ziekenhuizenprofielen. In veel gevallen bestaat er namelijk een positieve relatie tussen het ziekenhuis volume en de kwaliteit van zorg. Wij verwachten dat bij concentratie van met name complexe (en relatief weinig voorkomende) ingrepen, de specifieke kennis, kunde en
vaardigheden van de medisch specialist (en gespecialiseerde verpleegkundige) beter benut worden en zelfs toenemen, waardoor de medische outcome verbetert. Zo kunnen we de begeleiding en informatie richting patiënten naar een hoger plan tillen. Bovendien kunnen we dure diagnostische faciliteiten en kapitaalintensieve infrastructurele voorzieningen op het gebied van (post) operatieve bewaking (OK en IC) bedrijfseconomisch efficiënter inzetten. De beschikbaarheidskosten per eenheid product dalen immers bij een hoger volume. De vraag is dan ook: hoe realiseren we deze verandering van ziekenhuisprofielen? Om dit te beantwoorden, zetten wij in op een regionale visie, waarin de ontwikkelingen die impact hebben op de plaatsbepaling van ziekenhuizen en andere instellingen worden bezien in de context van de veranderende markt. Onder deze ont wikkelingen verstaan wij: • de concentratie van acute en electief complexe zorg; • concentratie en netwerkvorming in de oncologische zorg. Aan de hand van deze regionale visie (door ons opgesteld voor die regio’s waar wij een substantieel marktaandeel hebben) werken we met ziekenhuizen en instellingen samen aan een duurzaam en toegankelijk zorgaanbod. Voor de concentratie van de acute zorg herijken wij onze regiovisie op basis van het eind vorig jaar uitgebrachte rapport van het Zorginstituut Nederland: ‘Spoed moet goed: indicatoren en normen voor zes spoed zorgindicaties’. Een groot deel van de zorg valt echter niet onder bovengenoemde 2 componenten. Dit betreft zorg waarbij de
relatie tussen kwaliteit en doelmatigheid bepalend is voor de (omvang van de) contractering. Hierbij speelt marktwerking een grotere rol en zijn specifieke rand voorwaarden in termen van personeel en materieel minder van belang. In de regio’s waar CZ groep een geringer marktaandeel heeft, zal onze visie niet anders zijn, maar is onze invloed wel kleiner. CZ groep kiest er dan ook voor om in deze regio’s de discussie over herordening van het zorg landschap over te laten aan de dominante partijen in de regio. Mocht hier besluitvorming uit voortkomen die geheel indruist tegen onze visie, dan zullen wij hierover in gesprek gaan met deze partijen.
2.3 Optimalisatie van de zorginkoopafspraken CZ groep wil via zijn jaarlijkse zorginkoopafspraken een duidelijke meerwaarde creëren voor zijn verzekerden. Deze meerwaarde komt tot uiting in de contract afspraken met zorgaanbieders, waarbij elementen als kwaliteit en kosten een belangrijke rol spelen. Uiteraard zal voor een onderscheidende zorginkoop de kwaliteit van de te leveren zorg voldoende transparant en meetbaar moeten zijn. CZ groep maakt op basis van de beschikbare kwaliteits informatie afspraken over kwaliteitsverbetering met ziekenhuizen. Dit betreft onder meer de landelijk verplichte indicatorensets die ziekenhuizen aanleveren, de CQI-informatie, de informatie over de minimumnormen die de beroepsgroepen hebben opgesteld en ons eigen selectieve zorginkoopbeleid.
9
Afspraken over doelmatigheid kennen hun oorsprong in de verschillende prijsafspraken per product, beperkende volumeafspraken vanwege te hoge praktijkvariatie of maximum omzetafspraken voor het totaal van de te leveren zorg. De gemaakte afspraken rondom kwaliteit en doelmatigheid kunnen gevolgen hebben voor de contractering. Het kan bijvoorbeeld leiden tot het niet contracteren van bepaalde zorgaanbieders voor specifieke aandoeningen of tot een vermindering van de zorgafname bij dezelfde aanbieder. Jaarlijks laten wij onze verzekerden vóór medio november weten welke zorgaanbieders wij voor welk aanbod hebben gecontracteerd. Wij willen daarvoor dan ook met alle (potentiële) zorgaanbieders overeenstemming bereiken over de inhoudelijke en financiële voorwaarden voor het contract voor het jaar t+1. Voor het maken van gedifferentieerde zorginkoopafspraken, dienen adequate kwaliteitsindicatoren (klinische outcome, structuur- en procesindicatoren, en patiënttevredenheidsgegevens) beschikbaar te zijn.
2.4 Regioregie CZ groep experimenteert sinds 2013 in een aantal regionale proeftuinen met het regioregie-concept. Dit is een integrale benadering van zorg en ondersteuning in de regio met als doel de transitie naar een duurzaam zorgsysteem te versnellen. De proeftuinen zijn regionale netwerken waarin naast zorgverzekeraars, zorgvragers en zorgaanbieders, in toenemende mate ook gemeenten en andere maatschappelijke partners participeren. Er wordt op niet-vrijblijvende wijze samengewerkt aan een betere gezondheid van de populatie, een betere kwaliteit
van zorg en beheersing van de kostengroei per inwoner (Triple Aim). Om dit voor elkaar te krijgen, nemen de partners samen de verantwoordelijkheid voor het realiseren van een programma dat bestaat uit zorginhoudelijke en randvoorwaardelijke interventies. Belangrijke pijlers van deze integrale aanpak zijn verbetering van de samenhang en patiëntgerichtheid van het zorgaanbod en versterking van de veerkracht en eigen regie van de patiënt volgens het concept van Positieve Gezondheid. Binnen dit concept staat het vermogen centraal om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Patiënten blijken een veel bredere invulling van gezondheid te hebben dan hun behandelaren. Er zijn 3 ‘proeftuinen populatiemanagement’ die RIVM in opdracht van VWS monitort om inzicht te krijgen in de werkwijze en de resultaten van deze integrale, populatiegerichte aanpak.
De interventies in de proeftuinen zijn onder meer gericht op substitutie van tweedelijns- naar eerstelijnszorg. Als zorg op verantwoorde wijze dichter bij de patiënt kan worden aangeboden, kan dit bijdragen aan een betere patiëntgerichtheid en betaalbaarheid van de zorg. Hiervoor bestaat echter geen kant-en-klaar scenario. In de proeftuinen maken de coalitiepartners afspraken om die beoogde verschuiving van de tweede naar de eerste lijn mogelijk te maken. Door in co-creatie te bepalen welke zorg voor substitutie in aanmerking komt en hoe dit georganiseerd en bekostigd moet worden, brengen we de deelbelangen zo veel mogelijk op één lijn. Hierbij is het belangrijkste criterium steeds of de populatie er ‘beter’ van wordt. In pilotprojecten onderzoeken de proeftuinen vervolgens of de verwachtingen worden waargemaakt. Door de verkregen inzichten en ervaringen onderling te delen, komen we uiteindelijk tot ‘best practices’.
10
3 Zorgvernieuwing
CZ groep investeert sinds jaar en dag veel in zorg vernieuwing vanuit de overtuiging dat de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg door zorgvernieuwing continu verbetert. De instrumenten die wij daarvoor gebruiken, zijn divers, zowel qua opzet en financiering als qua betrokkenheid en diepgang. Uiteindelijk is het doel dat de uitkomsten daadwerkelijk in de uitvoering van de zorg worden toegepast en daar hun meerwaarde tonen. Diverse geledingen binnen CZ groep zijn bezig met zorgvernieuwing. Zo is CbusineZ, als sterke zorg innovatie- en participatiemaatschappij van CZ groep, continu bezig om innovatie in de markt te monitoren, te helpen ontwikkelen en te implementeren. Het CZ Fonds ondersteunt veelbelovende initiatieven financieel. Binnen de divisie Zorg heeft CZ groep een aparte sector ‘Innovatie en Advies’. Deze sector houdt zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe zorgconcepten die van toegevoegde waarde zijn voor de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg.
3.1 Innovatie CbusineZ De huidige manier van werken in de zorg is niet langer houdbaar. De kosten stijgen snel en het tekort aan personeel in de zorg loopt op. Daarnaast willen we dat de patiënt meer aan het roer komt te staan en dat de kwaliteit inzichtelijker wordt. We hebben dus inno vatieve maatschappelijke ondernemers nodig die op een andere manier naar de zorg kijken en die laten zien dat het ook anders kán. CbusineZ, een aan CZ groep gelieerde zorginnovatie- en participatiemaatschappij, maakt zorginnovaties mogelijk. Door zelf nieuwe initiatieven op te zetten of door te participeren in bestaande initiatieven. CbusineZ richt zich op een viertal specifieke thema’s: • zelfmanagement; • realiseren van zorgaanbod; • verhogen van kwaliteit; • verlagen van kosten van de zorg. De kans dat de zorgwereld nieuwe oplossingen direct omarmt, is klein. Daarom wil CbusineZ niet wachten met het realiseren en ondersteunen van initiatieven waarin
11
we geloven tot er een groot draagvlak is. Natuurlijk zoeken we wel steeds naar aansluiting bij het veld en andere partijen. Bijna alle initiatieven waarbij we betrokken zijn, voeren we gezamenlijk met andere partijen uit. Wij delen onze kennis over de zorg, het opzetten van kleine bedrijven en het helpen met ondernemen en groeien. Alles met als doel: knelpunten in de zorg oplossen. Zomaar een greep uit de vele producten die CbusineZ in de afgelopen jaren mede heeft ontwikkeld en helpen implementeren:
de kracht van elkaar
Mijn Gezondheids Platform
CZ Fonds Ook via het CZ Fonds (www.cz.nl/over-cz/cz-fonds) ondersteunt CZ groep zorgvernieuwende initiatieven. Van kleine projecten tot veelbelovende onderzoeken. De gemeenschappelijke deler is: de kwaliteit van leven voor patiënten en cliënten beter maken, nu en in de toekomst. Jaarlijks ondersteunt het CZ Fonds zo’n 180 initiatieven om de zorg te verbeteren. Het CZ Fonds financiert projecten op het gebied van: • preventie van zorg; • kwaliteit van zorg; • cliëntervaringen; • informele zorg. Het CZ Fonds wil vernieuwende projecten aanjagen die gericht zijn op het beter aansluiten van de zorg bij de behoeften van patiënten en die de positie en inbreng van de patiënt stimuleren. Het CZ Fonds reikt jaarlijks de CZ Zorgprijs uit om vernieuwende zorgprojecten te bevor deren. Instellingen kunnen een project indienen rond een thema, dat ieder jaar wordt vastgesteld. De inzendingen worden door een onafhankelijke jury onder meer beoordeeld op originaliteit, bewijs, (structurele) inbedding in reguliere zorg, directe zorg in plaats van beleid, draagvlak onder zorgaanbieders en patiënten voor het idee/concept, kwaliteitswinst en (ervaren) verbetering in kwaliteit van de zorg. Ook geeft het CZ Fonds elk jaar 40 verwenzorgdagen cadeau aan chronisch en ongeneeslijk zieken in de psychiatrie, ouderen- of gehandicaptenzorg. Persoonlijke aandacht voor de patiënt staat op deze dagen centraal.
Beleidsregel zorginnovatie Veelbelovende nieuwe initiatieven kunnen ook gebruikmaken van de landelijke mogelijkheid om kortdurend en kleinschalig te experimenteren met innovatieve zorgprestaties die als doel hebben de prijs-kwaliteit verhouding van de zorg te verbeteren. Bij goedkeuring door de NZa worden de kosten gedurende maximaal 3 jaar vanuit het basispakket vergoed om tot definitieve opname in het basispakket te komen.
3.2 Projectontwikkeling Naast de activiteiten op het gebied van het aanjagen en ondersteunen van nieuwe ontwikkelingen door CbusineZ en het CZ Fonds, ontwikkelen we ook zelfstandig diverse inhoudelijke projecten die een betekenisvolle bijdrage leveren aan een kwalitatief betere zorg.
3.2.1
Dementie
Sinds 2015 is dementie een strategisch speerpunt voor CZ groep. Het programma dementie richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, het toegankelijk houden van de zorg en het beheersbaar houden van de kosten. Dit doet CZ groep door expertise en ervaring van professionals te combineren in innovatieve concepten. Ook willen we door het verder vormgeven van ons zorginkoopbeleid, de kwaliteit en efficiëntie van de zorg voor dementerenden verbeteren. In 2015 is het zorglandschap dementie in kaart gebracht. Welke zorgprofessionals verlenen welke vormen van dementiezorg, hoe wordt de kwaliteit inzichtelijk gemaakt en welke verbeterinitiatieven zijn er? Met verschillende zorgaanbieders uit het veld hebben we
12
knelpunten, maar vooral ook verbeterpunten besproken. Belangrijke aandachtspunten uit die gesprekken zijn de diagnostiek en verwijzing van mensen met geheugenproblemen in zowel de eerste als tweede lijn en het casemanagement. CZ groep gaat een verkenning uitvoeren met verschil lende experts uit de eerste en tweede lijn. Op basis daarvan zullen wij ons zorginkoopbeleid op het gebied van diagnostiek en verwijzing van verzekerden met geheugenproblemen in de eerste en tweede lijn vaststellen. In 2017 verwacht CZ groep nog geen veranderingen voor de inkoop van medisch specialistische zorg.
3.2.2
Wondzorg
Ook complexe wondzorg is een strategisch speerpunt voor CZ groep. We willen toe naar goede wondzorg voor onze verzekerden voor een betaalbare prijs. Ons uitgangspunt is dat de juiste zorg, met de juiste materialen (verband) door de juiste zorgaanbieder en op het juiste moment wordt verleend. Verzekerden blijven zo niet onnodig lang met een wond zitten, wat een positief effect heeft op de kwaliteit van leven van onze ver zekerden en op de kosten van de zorg. De komende jaren proberen we samen met het veld te komen tot een integrale wondzorgketen.
Wondzorg is een speerpunt van CZ. Maar hoe ziet de ideale wondzorg er dan uit?
CZ groep focust dit jaar op de wondzorg in de eerste lijn. Er lopen op dit vlak 6 pilots in 7 regio’s. De komende jaren gaat CZ groep onderzoeken welk model voor optimale wondzorg wenselijk is, ook voor de tweede lijn.
Ideale wondzorg volgens CZ groep
Patient in de hoofdrol, aanbod dat past bij de behoefte
Doelstellingen voor 2020
3.2.3
• Invoering stepped care model • Kennisniveau van de verzorging van wonden verbeterd • Monitoring van alle wonden • Doelmatige inzet van verbandmiddelen
Al geruime tijd is e-health een grote belofte als het gaat om het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en het betaalbaar houden ervan. In de praktijk blijkt echter dat structurele opschaalbaarheid van mooie initiatieven problematisch is. Er is onvoldoende aandacht voor de koppelbaarheid van systemen en voor een structurele bekostiging als de projectperiode is afgelopen. Op die manier is e-health vooral een toevoeging op de bestaande zorg, die de zorg duurder en niet altijd aantoonbaar beter maakt. Tegelijkertijd zien we een grote politieke wens om e-health-toepassingen breed toegankelijk te maken. Daarom wil CZ groep deze impasse met het programma e-health 2.0 doorbreken. In dit programma leggen we een bijzondere focus op de betaalbaarheid van zorg en op structurele implementatie. Belangrijk daarbij is waardecreatie voor alle betrokken partijen: de patiënt, de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar.
Hogere kwaliteit van leven en lagere kosten
I k heb een wond, ik ga hulp zoeken
Uitvoering complexe wondzorg 1e zorgcontact
Patient wondzorg
Huisartsenpraktijk
Uitvoering door 1e lijn Huisartsenpraktijk Wijkverpleegkundige
Wijkverpleegkundige De wond is complex
De wond is niet complex
Doorverwijzen i.v.m. behandeling (bijv. onderliggend lijden) en terugverwijzen Ziekenhuis
Indicatie door een wondconsulent en toegeleiding naar het juiste zorgpad
A: Wijkverpleegkundige verzorgt en voert regie
B: W ijkverpleegkundige verzorgt, wondconsulent monitort en voert regie
C: W ondconsulent verzorgt en voert de regie
D: Specialistische behandeling De juiste zorg, de juiste zorgaanbieder, het juiste moment, het juiste verband 13
e-Health 2.0
Het programma bestaat uit een viertal pijlers: eerstelijnszorg, tweedelijnszorg, werkgevers en verzekerden. In 2016 start CZ groep met de tweedelijnszorg. Deze pijler bestaat uit een meerjarenafspraak met een Nederlands ziekenhuis dat hét living lab op het terrein van e-health zal worden. Het doel van het living lab is om samen meerdere pilots op te zetten rondom e-health. De exacte invulling van deze pilots stellen we in nader overleg vast, maar die hebben in elk geval als doel om e-health-interventies te implementeren als substitutie voor bestaande,
Waarde voor iedereen e-Health succesfactoren
behandeling of niet. Dit zorgt voor een vergroting van de doelmatigheid en voorkomt vaak onnodige belasting van de patiënt.
Ziekteproces
CZ groep is van mening dat de waarde van geleverde zorg nog meer stijgt als PM in combinatie met Samen Beslissen wordt ingezet. Dat gebeurt in het concept My Best Treatment (MBT). Via MBT streven we naar de best mogelijke behandeling van de individuele patiënt door het combineren van: • actieve participatie van de patiënt in zijn behandelkeuze (Samen Beslissen); • specifieke testen om vooraf het behandeleffect vast te stellen (Advanced Diagnostics); • expertsystemen die aan de hand van een persoonlijk patiëntenprofiel richting geven aan de beste behandeloptie(s) (Desicion Support Systems).
Patiëntervaring Zorgpad Klinische effectiviteit Organisatiekosten Zorgkosten
Waardecreatie voor alle betrokken partijen: de patie..nt, de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar traditionele zorghandelingen. Daarnaast gaan we de effecten van e-health-interventies op de kwaliteit meten. Dit doen we in termen van patiënttevredenheid, klinische effectiviteit en financiële efficiency en conform de evaluatiecriteria, die we per pilot vaststellen. Naast de tweedelijnszorg zal CZ groep in 2016 ook verkenningen uitvoeren voor de pijlers ‘werkgevers’ en ‘eerstelijnszorg’. In een later stadium pakken we de pijler ‘verzekerden’ op.
3.2.4
My Best Treatment
CZ groep ziet Personalised Medicine (PM) als een veelbelovende manier om de kwaliteit van zorg van verzekerden te verhogen. Het draait hierbij om het gericht inzetten van diagnostiek, geneesmiddelen en behandelvormen zodat we inadequate behandelingen en onnodige bijwerkingen kunnen vermijden. Door rekening te houden met de subtypes van een ziekte en met de individuele kenmerken van een patiënt, kunnen we vooraf voorspellen of een patiënt baat heeft bij een
14
Momenteel onderzoeken we voor een aantal aan doeningen (in eerste instantie binnen de oncologische zorg) hoe we MBT in het zorgpad kunnen implementeren. In 2017 ligt de focus op het toepassen van MBT in het zorgpad longkanker. Hiervoor is in januari 2016 een multidisciplinair project gestart met enkele gespecialiseerde organisaties (ziekenhuizen, radiotherapeutisch centrum en universiteit) om gezamenlijk het zorgpad longkanker te optimaliseren. De best mogelijke behandeling voor de individuele longkankerpatiënt staat daarbij centraal. Andere oncologische aandoeningen, zoals borst-, prostaat- en darmkanker, volgen hierna.
3.2.5 Samen Beslissen Onderzoek laat zien dat patiënten die samen met hun zorgaanbieder beslissen een hogere patiënttevredenheid en kwaliteit van zorg ervaren. Ook staan patiënten die actief participeren in besluitvorming meer achter behandelkeuzes en zijn zij trouwer aan therapie. Doordat behandelkeuzes beter aansluiten bij de persoonlijke waarden ervaren patiënten een hogere kwaliteit van leven. Bewuste en gezamenlijk met de patiënt gemaakte keuzes leiden naar verwachting ook tot kostenbesparingen, omdat de gekozen opties vaak minder invasief zijn of omdat wordt afgezien van verwijzing, diagnostiek of behandeling. Patiënten hebben ook het recht om samen met de zorgaanbieder te beslissen wat er gaat gebeuren. Helaas blijkt dat dit in de huidige praktijk nog onvoldoende gebeurt. De grote meerderheid van patiënten geeft aan dit belangrijk te vinden. Ook CZ groep vindt betrokkenheid van patiënten bij keuzes in de zorg belangrijk. We brengen belanghebbende partijen dan ook bij elkaar om knelpunten en oplossingen te signaleren en een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen. Belangrijke elementen zijn de koppeling met richtlijnontwikkeling, verbinding met de kwaliteits-, doelmatigheids- en transparantieagenda, een vindplaats en leidraad voor keuzehulpen, het delen van goede voorbeelden en een structurele borging in patiëntgerapporteerde uitkomstmetingen (of andere manieren om Samen Beslissen bespreekbaar te maken). Ook stimuleren we trajecten in de zorg die is gericht op het toepassen van Samen Beslissen met als resultaat best practices en een scherper beeld van de benodigde veranderingen om Samen Beslissen structureel te borgen en te laten plaatsvinden in de spreekkamer. Dit jaar zal CZ groep het thema Samen Beslissen en de ‘3 goede vragen campagne’ actief oppakken en onder de aandacht brengen van onze verzekerden en zorgaanbieders. We willen u uitnodigen om met ons in gesprek te gaan over knelpunten en mogelijke oplossingen. Zodat we Samen Beslissen voor iedere patiënt op het juiste moment mogelijk kunnen maken en zo kunnen bijdragen aan toegankelijke, goede en betaalbare zorg.
Hartfalen
Het aantal patiënten met hartfalen stijgt snel en zal naar verwachting ook de komende jaren nog sterk toenemen. In de wetenschap dat hartfalen een grote impact heeft op de patiënt, zijn omgeving én het zorgstelsel, vindt CZ groep het belangrijk dat deze zorg goed is georganiseerd. Daarom stimuleert CZ groep de optimalisering van de zorgpaden voor hartfalenpatiënten, met toepassing van telebegeleiding. Landelijk zijn er veel ontwikkelingen op het gebied van hartfalen die aanknopingspunten bieden om de zorg voor patiënten met hartfalen verder te verbeteren. Nadat eind 2015 de Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) 1 hartfalen is gepubliceerd, ging begin 2016 het project NVVC Connect van start. De hierbij opgeleverde toolkit2 maakt het mogelijk om als regio aan de slag te gaan met de implementatie van de LTA en deze te vertalen naar een Regionale Transmurale Afspraak (RTA). Samenwerking met de huisartsen en/of zorggroepen is hiervoor een randvoorwaarde. In het voorjaar van 2016 is het document ‘Samenwerkingsafspraken en kwaliteitscriteria bij invoeren telebegeleiding bij hartfalen in Nederland3’ vastgesteld. Dit document bevat algemene kaders voor telebegeleiding bij hartfalen die zijn opgesteld door de beroepsgroep (cardiologen en huisartsen), onderzoekers, patiënten en 1
www.nvvc.nl/media/richtlijn/185/20151026%20LTA%20 Hartfalen%20DEF.pdf
2
www.nvvcconnect.nl/hartfalen/toolkit-hartfalen
3
Het document wordt in het voorjaar van 2016 vastgesteld in de werkgroep telebegeleiding NVVC.
15
zorgverzekeraars. Dezelfde groep werkt ook in 2016 samen aan het opleveren van een minimale dataset hartfalen met indicatoren voor alle patiënten. CZ groep beoogt de hartfalenzorg zo dicht mogelijk bij de patiënt te organiseren. Dat betekent in de eerste lijn waar het kan, in de tweede lijn waar het nodig is. Uitgangspunt hierbij is dat de nieuwe aanpak van hartfalenzorg waarde toevoegt voor de patiënt. Dit is terug te zien is in een hogere ervaren kwaliteit van zorg door de patiënt, het voorkomen van ziekenhuisopnames en een doelmatigere inzet van financiële middelen.
3.2.6
Laatste levensfase
De exacte invulling van de transmurale samenwerkingsafspraken en de financiering van de hartfalenzorg ligt bij de zorginstellingen en zorgverzekeraars in de regio. Zij zullen dus ook afspraken moeten maken over de rol van telebegeleiding en over de keuze voor een systeem, leverancier en vergoedingsstructuur.
CZ groep zal in 2016 een visie ontwikkelen op de organisatie van zorg in de laatste levensfase (palliatieve teams en samenwerking met de eerste lijn). Ons streven is om deze visie eind 2016 of begin 2017 gereed te hebben.
Palliatieve zorg is multidisciplinaire zorg en onderdeel van een zorgketen. Het omvat de vroege herkenning van de palliatieve fase, ziekte- en symptoomgerichte behandeling, palliatie in de stervensfase en nazorg voor de naasten. Voor zorg aan mensen in de palliatieve fase richten ziekenhuizen in toenemende mate multi disciplinaire teams op. Daarnaast zijn er palliatieve consultatieteams beschikbaar die ondersteuning bieden aan professionals die buiten het ziekenhuis palliatieve zorg verlenen.
Vanaf 2017 wil CZ groep de inkoop van telebegeleiding via de eerste lijn (S3-e-health) realiseren, onder voor waarde dat in de regio een RTA is gemaakt. In de gang bare kwaliteitsoverleggen van ziekenhuizen die direct participeren in de implementatieregio’s, staan we hier graag bij stil.
16
4 Uitgangspunten bij de inkoop van medisch specialistische zorg
4.1 Toegankelijkheid van de zorg Al jaren bestaat er een spanningsveld tussen landelijke macrokaders, de zorgplicht van verzekeraars en de (toenemende) zorgvraag van patiënten. Veranderingen in de demografie, nieuwe behandelmethoden en tech nologische ontwikkelingen vragen om continue en welbewuste afwegingen over welke zorg wanneer aangeboden moet worden. Wij zijn van mening dat de zorgaanbieder deze afwegingen, hoe lastig ook, het beste kan maken omdat hij zicht heeft op de aard en urgentie van de zorgvraag. Om dit ingewikkelde proces zo goed mogelijk te faciliteren, hanteren wij bij de contractsafspraken een grote mate van substitutievrijheid om binnen het totale omzet plafond tot de juiste keuzes te komen. We beschouwen de Treeknormen daarbij als de maximaal aanvaardbare wachttijden. Uitgangspunt bij de zorgcontractering is dat de zorg gespreid over het jaar wordt aangeboden. Immers, zonder een vorm van spreiding is het risico van overschrijding groot. Temporisering van bepaalde vormen van zorg is daarom onvermijdelijk. Vanzelfsprekend
dienen de consequenties hiervan minimaal en algemeen aanvaardbaar te zijn en niet ten koste te gaan van de kwaliteit van de zorg. Het moge duidelijk zijn dat het hier niet gaat om acute of levensbedreigende zorg of om zorg die om medische redenen niet uitgesteld kan worden. Deze zorg dient uiteraard te allen tijde beschikbaar te zijn. Wij realiseren ons dat dit geen sinecure is, omdat de zorg niet altijd voorspelbaar is en de complexiteit van de beheersing groot is. Inzicht in het verloop van de zorg realisatie en de gemaakte financiële afspraken is dan ook onmisbaar. Zonder tijdig inzicht in de zorgrealisatie is bijsturing niet meer mogelijk. Hierdoor neemt het risico op plafondoverschrijding aanzienlijk toe, waardoor macro-overschrijdingen op de loer liggen. Een situatie die niet wenselijk is. Daarom doen wij een beroep op zorgaanbieders om samen met ons, binnen de gestelde landelijke randvoorwaarden, tot verantwoorde keuzes te komen om de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg overeind te houden. Het mag niet zo zijn dat patiënten tegen het einde van het jaar om financiële redenen geen zorg meer kunnen krijgen. Een adequate monitoring met spreiding over het hele jaar kan dit voorkomen.
17
4.2 Waarde van zorg Zoals eerder is aangegeven, probeert CZ groep via zorginkoopafspraken met zorgaanbieders meerwaarde te creëren voor zijn verzekerden. In deze afspraken is een steeds duidelijkere directe onderlinge relatie zichtbaar tussen de componenten kwaliteit en doelmatigheid. Naast proces- en structuurindicatoren zijn vooral outcome-indicatoren over de geleverde zorg van groot belang. Maar ook patiëntervaringen op basis van CQ of PROMs/PREMs spelen een belangrijke rol. Zonder deze indicatoren is het lastig om gefundeerde verschillen tussen zorgaanbieders aan te wijzen. Het verkrijgen van transparantie aan de hand van deze indicatoren is een proces van de lange adem. Hieronder gaan we in op enkele aspecten die hiervoor naar onze mening randvoorwaardelijk zijn.
Beschikbaarheid kwaliteitsindicatoren Medisch-inhoudelijke indicatoren CZ groep vindt het belangrijk dat zorgaanbieders deelnemen aan landelijk vastgestelde klinische registraties. Op deze manier verkrijgen we waardevolle informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg. In de
zorgovereenkomst voor 2017 zullen wij alle overeen gekomen (verplichte en niet-verplichte) registraties van de registratieorganisatie Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) opnemen, evenals alle registraties die door de diverse beroepsgroepen zijn vastgesteld. In bijlage I zijn deze opgesomd. De zorgaanbieder geeft DICA toestemming voor het (door)leveren van de overeengekomen indicatoren aan CZ groep en Zorgverzekeraars Nederland, door dit ‘aan te vinken’ in de afzonderlijke klinische registraties. CZ groep vindt het belangrijk dat de continuïteit van DICA gewaarborgd blijft, zodat zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars ook in 2016 kunnen blijven samenwerken met DICA. Door een financiële bijdrage van een aantal zorgverzekeraars, onder wie CZ groep, is de financiering van DICA voor 2016 veiliggesteld. Het blijft echter moeilijk om de juiste indicatoren te ontwikkelen die echt iets zeggen over de uitkomsten van de behandeling. Momenteel zijn er nog niet veel outcome-indicatoren beschikbaar voor zorgverzekeraars. CZ groep blijft zich inspannen om deze informatie beschikbaar te krijgen. Patiëntervaringen CZ groep vindt kwaliteit van zorg zeer belangrijk. Inzicht in de kwaliteit van zorg op basis van patiëntervaringen kunnen we op veel verschillende manieren verkrijgen, bijvoorbeeld met de Patiënt Related Outcomes Measures (PROMs) of de Consumer Quality Index (CQI).
Ons uitgangspunt daarbij is dat zorgaanbieders deze metingen zo veel mogelijk zelf uitvoeren en dat ze de data voor meerdere partijen en doeleinden beschikbaar stellen. Voor deze metingen wordt gebruik gemaakt van gevalideerde tripartiet gedragen vragenlijsten. Inmiddels is een begin gemaakt met het omvormen van de bestaande, veelal aandoeningsgerichte, vragenlijsten naar een compacte generieke vragenlijst. Deze levert de juiste informatie op, belast de verzekerde niet onnodig en zorgt voor een verlichting van de administratieve druk bij zorgaanbieders. Om tijdig te beschikken over de data voor de zorginkoop, hebben wij met de ziekenhuizen afgesproken dat zij, indien zij de betreffende zorg verlenen, ten minste aan de landelijke benchmarkmetingen deelnemen, zoals opgenomen op de jaarkalender van zorgverzekeraars en te vinden op de website: www.patientervaringsmetingen.nl. De ziekenhuizen dienen hierbij de daarbij behorende werk- en meetinstructies te volgen, welke eveneens op deze website te vinden zijn. De resultaten uit de patiëntervaringsmetingen gebruikt CZ groep voor het verbeteren van de kwaliteit van de zorg, als input voor het kwaliteitsoverleg, bij de zorginkoop en ter keuzeinformatie voor verzekerden. Vanwege zorg vuldigheidseisen (privacy), dient het ziekenhuis voor deze metingen en het delen van de data een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met Stichting Miletus.
Bruikbaarheid kwaliteitsindicatoren Wij maken gebruik van patiëntervaringsmetingen bij de zorginkoop en ter keuzeinformatie voor onze verzekerden.
Kwaliteitsindicatoren kunnen door meerdere partijen en voor meerdere doeleinden worden gebruikt. Bijvoorbeeld
18
om het eigen handelen van de medisch specialist te vergelijken met gemiddelden of best practices binnen de beroepsgroep of voor zorgverzekeraars ten behoeve van hun zorginkoopafspraken. Maar ook als informatie voor patiënten op basis waarvan zij kunnen kiezen voor een bepaald ziekenhuis of behandelend specialist. Voor differentiatie in zorginkoopafspraken (meer of minder volume inkopen) zijn goede kwaliteitsindicatoren onontbeerlijk. Zorgverzekeraars Nederland en koepels van zorgaanbieders hebben gezamenlijk een top 30 van aandoeningen samengesteld waarvoor kwaliteitsindicatoren worden opgesteld. Voor de eerste 14 aandoeningen zijn al diverse indicatoren beschikbaar. Deze zijn echter nog veelal proces- en structuurgericht en nog maar weinig gebaseerd op uitkomsten, terwijl juist outcome informatie belangrijk is om gefundeerd onderscheid te kunnen maken in de omvang van de verschillende inkoopafspraken. Om dit verantwoord te doen, bekijkt CZ groep welke van de huidige top-14 indicatoren geschikt zijn om te gebruiken bij het maken van inkoopafspraken voor 2017. Hierbij kijken we nadrukkelijk naar de onderlinge samenhang tussen de indicatoren. Ook in kwaliteits gesprekken met ziekenhuizen bespreken wij de (on) geschiktheid van deze indicatoren. Of wij de indicatoren nu wel of niet geschikt vinden, de informatie kan in ieder geval heel bruikbaar zijn voor de patiënt bij het maken van keuzes. Wij denken dan ook na over hoe wij deze informatie toegankelijk kunnen maken voor de patiënt.
De huidige gegevens van patiëntervaringen lenen zich nog onvoldoende om te gebruiken als onderscheidend criterium voor gedifferentieerde inkoopafspraken. Daarvoor dienen de patiëntervaringen bij voorkeur ook beoordeeld te worden in combinatie met andere (outcome) kwaliteitsindicatoren.
Landelijk Schakelpunt Naast de beschikbaarheid en bruikbaarheid van kwaliteitsindicatoren blijft ook de discussie rondom verdere optimalisatie van e-health-toepassingen en onderlinge technische ICT-communicatie tussen instellingen onze nadrukkelijke aandacht vragen. CZ groep vindt het belangrijk dat zorgaanbieders gestructureerd werken aan deze veranderingen in de informatievoorziening en dat ze aansluiten bij de ontwikkelingen en technieken van de regioketens. Dit begint met het gestandaardiseerd vastleggen van gegevens in bronsystemen. CZ groep vindt het dan ook van groot belang dat publieke en private organisaties hiervoor (gezamenlijk) standaarden (raadpleegbaar via Nictiz) ontwikkelen en in gebruik nemen. Het Landelijk Schakelpunt (LSP), voor de gestandaardiseerde uit wisseling van medische gegevens tussen zorgaanbieders, speelt hierbij een grote rol. CZ groep zal zich blijven inspannen om te kunnen voldoen aan de randvoorwaarden voor een effectieve, veilige en betrouwbare inbedding van e-health. In dat kader promoot CZ groep tevens de NEN 7510-norm voor informatiebeveiliging in de zorg.
4.3 Kwaliteitsbeleid 4.3.1
Zorg conform de wetenschap en praktijk
De te contracteren zorg moet voldoen aan de eisen die de wet- en regelgeving aan de uitoefening stelt. Zorg die niet conform de stand van de wetenschap en praktijk is, sluiten wij uit van vergoeding vanuit de basisverzekering en kan niet bij ons worden gedeclareerd. Het gaat daarbij om zorg waarvoor (nog) onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat deze effectief en/of veilig is (op korte dan wel lange termijn). De voorwaarden staan beschreven in het rapport ‘Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk’, waarvan in januari 2016 een geactualiseerde versie is gepubliceerd (zie: www.zorginstituutnederland.nl). In bijlage II zijn een aantal behandelingen opgenomen waarvoor Zorginstituut Nederland heeft vastgesteld dat deze niet voldoen aan bovenstaand criterium. Deze lijst is overigens niet limitatief. Ook andere (bestaande, experimentele of innovatieve) behandelingen voldoen mogelijk niet aan het gestelde criterium. Een actueel overzicht van de standpunten en adviezen is te vinden op de website van Zorginstituut Nederland: www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/rapporten. Ons controlebeleid is onder meer gebaseerd op de stand van de wetenschap en praktijk. Dit houdt in dat we declaraties bij gebleken onrechtmatigheden achteraf kunnen terugvorderen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt toezicht op de uitgevoerde kwaliteit van de zorg. Dat gebeurt door het (laten) ontwikkelen en beoordelen van
19
kwaliteits- en veiligheidsindicatoren, het analyseren en behandelen van calamiteitenmeldingen en door het uitvoeren van onderzoek naar risicovolle thema’s. De minimumnormen van IGZ vormen de basis voor het zorginkoopbeleid van CZ groep. Voorwaardelijke toelating Voorwaardelijke toelating houdt in dat de behandelingen in beginsel 4 jaar lang tot de aanspraak behoren. In die tijd worden de effectiviteit en doelmatigheid door middel van onderzoek getoetst. De voorwaarde voor vergoeding uit het basispakket is deelname aan het hoofdonderzoek waarin deelnemende ziekenhuizen gegevens verzamelen over de (kosten)effectiviteit van de zorg. De minister van VWS wil dat tijdens de voorwaardelijke toelating zo veel mogelijk patiënten met medische indicatie in aanmerking komen voor vergoeding van de behandeling. Daarom is het in bepaalde omstandigheden ook mogelijk om de zorg buiten het hoofdonderzoek aan te bieden, mits de verzekerde deelneemt aan een aanvullend observationeel onderzoek (nevenonderzoek). Het gaat dan om de volgende specifieke situaties: • de verzekerde kan niet deelnemen aan het hoofd onderzoek omdat het ‘vol’ zit; • de verzekerde heeft deelgenomen aan het hoofd onderzoek maar heeft als deelnemer van de controlegroep nog niet de betreffende voorwaardelijk toegelaten zorg gekregen; • de verzekerde kan niet meedoen aan het hoofd onderzoek vanwege een niet-zorginhoudelijke reden. Bijvoorbeeld het niet spreken van de Nederlandse taal of het niet beschikken over een computer.
In het nevenonderzoek zijn de indicatie, de te onder zoeken behandeling en de follow-up hetzelfde als in het hoofdonderzoek. Voor zowel het hoofdonderzoek als het nevenonderzoek geldt dat vergoeding uit het basispakket alleen mogelijk is als de behandeling plaatsvindt in een van instellingen die aan het onderzoek deelnemen. Vanaf 2015 geldt als extra voorwaarde dat de betrokken partijen (onderzoekers, zorgaanbieders, beroepsgroepen, patiëntenorganisaties en fabrikanten) de afspraken (waaronder de juridische verhouding tussen betrokken partijen) per voorwaardelijk toelatingstraject adequaat in een convenant vastleggen. De voorwaarden voor dit convenant zijn te vinden op de website van het Zorg instituut: www.zorginstituutnederland.nl/pakket/ werkwijze+pakketbeheer/voorwaardelijke+toelating. De minister van VWS beslist jaarlijks na advies van het Zorginstituut welke onderwerpen worden toegelaten. Op 1 januari 2016 waren de volgende behandelingen voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket: • intra-arteriële behandeling door middel van thrombolyse/thrombectomie bij een acuut ischemisch cerebro vasculair accident (CVA) (per 1-1-2013 tot 1-1-2017); • behandeling met percutane renale denervatie voor therapieresistente hypertensie (per 1-1-2013 tot 1-1-2017); • autologe stamceltransplantatie bij therapierefractaire patiënten met de ziekte van Crohn (per 1-1-2014 tot 1-1-2018); • transluminale endoscopische step-up benadering bij patiënten met geïnfecteerde pancreasnecrose (per 1-1-2014 tot 1-1-2018); • adjuvante HIPEC ter preventie van het ontwikkelen van peritonitis carcinomatosa bij patiënten met een
colorectaal carcinoom (per 1-10-2015 tot 1-10-2019); • Belimumab (Benlysta), een geneesmiddel voor SLE, een ongeneeslijke auto-immuunziekte (per 1-7-2015 tot 1-7-2019); • behandeling met tumor infiltrerende lymfocyten (TIL) bij patiënten met een uitgezaaid melanoom (per 1-7-2015 tot 1-7-2019); • Autologe Vettransplantatie (AFT) bij borstreconstructie, waarbij eigen vetcellen naar de borst getransplanteerd worden (per 1-10-2015 voor de periode van 4,5 jaar, tot 1-4-2020); • PTED: een behandeling bij rughernia (per 1-1-2016 tot 1-1-2020); • occipitale zenuwstimulatie bij medicamenteus onbehandelbare chronische clusterhoofdpijn (per 1-1-2016 tot 1-1-2020); • Fampyra, een geneesmiddel voor MS (per 1-1-2016 voor de periode van 2 jaar tot 1-1-2018); • Vaccinatie met dendritische cellen bij melanoom stadium III (per 1-4-2016 voor de periode van 5 jaar en 4 maanden tot 1-8-2021). Kandidaten voor voorwaardelijke toelating in 2016 waarover nog geen beslissing is genomen, zijn: • een behandeling voor patiënten met het BRCA1-gen (erfelijke vorm van borstkanker); • een behandeling voor patiënten met maagkanker en uitzaaiingen in het buikvlies en/of buikvocht (HIPEC). Hierover zal de minister een beslissing nemen na vaststelling van het convenant door de betrokken partijen. De onderwerpen voor 2017 waren bij het opstellen van dit document nog niet bekend.
20
Radiofrequente denervatie (RF-denervatie) bij chronische aspecifieke lage rugklachten was sinds 2012 voor waardelijk toegelaten, maar wordt per 1 januari 2016 niet meer vergoed uit het basispakket. Uit een groot Nederlands onderzoek dat is uitgevoerd gedurende de voorwaardelijke toelating is namelijk gebleken dat deze behandeling geen belangrijke meerwaarde heeft ten opzichte van alleen de standaardbehandeling. Per 1-1-2017 loopt de voorwaardelijke toelating in het basispakket voor 2 behandelingen af: • Intra-arteriële behandeling door middel van thrombolyse/thrombectomie bij een acuut ischemisch cerebrovasculair accident (CVA) (de MR-CLEAN-studie); • Behandeling met percutane renale denervatie voor therapieresistente hypertensie (de SYMPATHY-studie). In de loop van 2016 verwachten we een definitieve analyse van de wetenschappelijke data uit de onder zoeken, waarna de minister zal besluiten deze behan delingen al dan niet in het pakket op te nemen. Vooruitlopend hierop geeft CZ groep aan voornemens te zijn deze complexe ingrepen met een laag volume, indien toegelaten in het basispakket, in 2017 selectief in te kopen op basis van nog te ontwikkelen kwaliteitscriteria.
4.3.2
Kwaliteitsbesprekingen ziekenhuizen
Jaarlijks voeren wij kwaliteitsbesprekingen met ziekenhuizen waarin wij een substantieel marktaandeel hebben. Deze besprekingen monden uit in onderlinge afspraken voor verdere kwaliteitsverbetering. Om de effectiviteit van deze gesprekken te vergroten, willen wij meer focus leggen op de te bespreken
kwaliteitsonderwerpen. Wij stellen voor de gesprekken primair te richten op: • het gewenste profiel van het ziekenhuis: onder meer aan de hand van onze regiovisie (concentratie en spreiding van diagnoses en behandelingen): - (complexe) acute zorg; - herinrichting oncologie; - marktbenadering: primair die aandoeningen waarbij een volume-kwaliteitsrelatie aan de orde is; - selectieve inkoop CZ groep; - minimumnormen beroepsgroepen. • te maken zorginkoopafspraken: - praktijkvariatie*; - gewenste substitutie naar eerste lijn; - beoordeling productmix; - in voorkomende gevallen beoordeling zorgaanbod op productniveau. • inkoop heupprothesen: op basis van categorieën NOV/ODEP**; • palliatieve zorg; • Samen Beslissen; • DICA-indicatoren, de landelijke top 14 en andere klinische registraties; • patiëntervaringen vanuit CQ-index (Consumer Quality Index) en PROMs (Patient Reported Outcome Measures); • afzonderlijke en op ziekenhuisniveau lopende of nieuwe onderwerpen.
* Praktijkvariatie Perifeer Arterieel Vaatlijden: Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat lopen de bloeddoorstroming naar de benen en voeten ook bij patiënten met claudicatio intermittens sterk kan verbeteren. In Nederland wordt looptherapie vaak voorgeschreven in de vorm van een eenmalig mondeling advies. De therapietrouw is in dat geval laag, omdat lopen pijn en kramp in de benen veroorzaakt. Daarom wordt de gesuperviseerde looptraining geadviseerd: lopen onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut. Deze gespecialiseerde therapeut dient naar onze mening lid te zijn van ClaudicatioNet. Specialisten kunnen voor de verwijzing gebruikmaken van de digitale verwijzer op de site van ClaudicatioNet. ** Inkoop heupprothesen: Uit diverse wetenschappelijke publicaties, maar vooral ook uit de nationale implantaatregisters, blijkt dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen de resultaten die de verschillende prothesen boeken. Daarbij is vooral het revisiepercentage van heupprothesen belangrijk. Hoge revisiepercentages zijn niet wenselijk omdat een revisie in het algemeen een lastigere operatie is dan een primaire protheseplaatsing. Bovendien moet de patiënt dan opnieuw onder het mes. De NICE (National Institute for Health and Care Excellence) raadt daarom aan om alleen heupprothesen te gebruiken met een revisiepercentage van 5% of minder bij 10 jaar follow-up. De NOV (Nederlandse Ortho paedische Vereniging) en ODEP (Orthopaedic Data Evaluation Panel) hanteren categorieën heupprothesen die zijn ingedeeld op basis van het revisiepercentage. CZ groep wil richting 2018 enkel heupingrepen contracteren waarbij prothesen worden gebruikt die voldoen aan de criteria van de NOV en de ODEP. Maar dit zullen we eerst in de kwaliteitsgesprekken met ziekenhuizen bespreken.
De gemaakte afspraken bij deze besprekingen zullen wij vastleggen in een door beiden te accorderen document. Dit document krijgt een continu en dynamisch karakter en kan worden beschouwd als ‘logboek’. In de zorgovereenkomst nemen wij een verwijzing naar dit document op.
21
4.3.3
Patiëntveiligheid
Een belangrijk onderwerp in het ‘Onderhandelaarsresultaat medisch specialistische zorg 2014 tot en met 2017’ (verder te noemen Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord (BHA)) betreft de patiëntveiligheid. Landelijk wordt gewerkt aan een patiëntveiligheidsagenda voor de jaren 2014 – 2017. Hierin ontwikkelt elke zorgaanbieder een ‘zelfmonitor’ waarop te zien is wat de stand van zaken is van de realisatie van de 10 VeiligheidsManagementSysteem (VMS)-thema’s, aangevuld met aanbevelingen uit de NIVEL- en IGZrapporten. CZ groep zal de stand van zaken rondom de implementatie van de VMS-thema’s blijven volgen.
4.3.4 Gepast gebruik CZ groep heeft als taak om samen met de zorgaanbieders zinnige en zuinige zorg te bieden aan zijn verzekerden. We duiden zinnige en zuinige zorg, ook wel omschreven als ‘gepast gebruik’, aan als: • gedeclareerde zorg die voldoet aan de indicatie voorwaarden zoals gesteld in de Zorgverzekeringswet; • gedeclareerde zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk; • zorg waarop de verzekerde redelijkerwijs is aan gewezen gezien zijn gezondheidssituatie. De kern hiervan is dat een verzekerde díe zorg krijgt die echt nodig is en dat deze zorg doelmatig en van goede kwaliteit is. Essentieel bij gepast gebruik is verder dat er een koppeling bestaat tussen de richtlijnen van de wetenschappelijke verenigingen, de standpunten van Zorginstituut Nederland, de inkoopafspraken, de registraties en de controles. CZ groep stimuleert gepast gebruik om de kwaliteit van de zorg te verhogen en de (onnodige) zorgkosten terug te dringen.
CZ groep gaat ervan uit dat aanbieders zorg leveren op een doelmatige en professioneel verantwoorde wijze, conform de stand van de wetenschap en praktijk en dat zij daartoe de geldende richtlijnen, standaarden en protocollen toepassen. Ook de indicatiestelling voor behandelingen dient op deze wijze te worden toegepast om onder- en overbehandeling tegen te gaan.
In bijlage III geven wij een opsomming van deze minimale vereisten. Als de zorg en/of de registratie niet blijkt te voldoen aan de in bijlage III opgenomen criteria, zullen we naast het terugvorderen van declaraties, in het volgende jaar een lager volume inkopen voor de betreffende aandoening. In de zorgovereenkomst 2017 zullen we deze voorwaarden eveneens opnemen.
Voor het pakket van verzekerde zorg en de lijst met behandelingen die niet voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk verwijzen wij naar de site van Zorginstituut Nederland (zie hiervoor ook bijlage II). Het Zorginstituut adviseert regelmatig over uitbreiding of inperking van de verzekerde zorg en neemt bij een specifieke zorgvorm een standpunt in over of het al dan niet verzekerde zorg betreft. Zorgaanbieders dienen op de hoogte te zijn van het actuele verzekerde pakket en hiernaar te handelen. Zorg die niet voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk mag niet worden vergoed uit de basisverzekering.
4.3.5
Controles CZ groep gaat de controles op het gebied van gepast gebruik intensiveren. Voor 2017 gaat het om de volgende 5 aandoeningen: varices, rughernia, PAOD, artrose van de knie en endometrium embolisatie bij myomen. Controles vinden steekproefsgewijs plaats. Om dit mogelijk te maken, willen wij goede inkoopafspraken met elkaar maken over enkele minimale vereisten waaraan de zorg moet voldoen. Deze vereisten dienen duidelijk geregistreerd te zijn in het dossier. Het zullen overwegend aspecten zijn die op dit moment al gebruikelijk zijn, maar we willen discussie achteraf voorkomen.
22
Selectieve inkoop
4.3.5.1 Aandoeningen voor selectieve inkoop Selectief inkoopmodel Selectieve inkoop is een vast onderdeel van het zorg inkoopbeleid van CZ groep. We kopen al enkele jaren selectief zorg in voor verschillende zorgaandachts gebieden, waaronder medisch specialistische zorg (MSZ), geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en paramedische zorg. Om aandoeningen selectief in te kopen, hanteert CZ groep een implementatiecyclus. Deze implementatiecyclus is als volgt opgebouwd: • Stap 0 (voorbereiding): verkennen aan welke nieuwe aandoeningen we een kwaliteitsstimulans kunnen geven door selectieve inkoop. • Stap 1 (jaar t): transparantie bieden bij de introductie van een nieuwe aandoening. CZ groep selecteert een aandoening op basis van medisch-inhoudelijke criteria, eventueel in relatie tot de omvang (in totale kosten en volume). In het eerste jaar worden voor deze nieuwe aandoening de kwaliteitsverschillen tussen zorgaanbieders transparant gemaakt, bijvoorbeeld door een benchmark op te stellen en deze te delen met de zorgaanbieders. • Stap 2 (jaar t+1): selectief inkopen van de zorg. In het tweede jaar kopen wij de zorg selectief in, op basis
van door CZ groep gestelde kwaliteitseisen. De kwaliteitsscores van zorgaanbieders maken wij inzichtelijk voor zowel zorgaanbieders als verzekerden. Aan de kwaliteitsscores zijn contracteerconsequenties verbonden. • Stap 3 (jaar t+2 e.v.): doorontwikkeling van het selectieve zorginkoopbeleid. In het derde en de opeenvolgende jaren ontwikkelen we het selectieve zorginkoopbeleid door. Indien nodig scherpen we het aan en actualiseren we het met nieuwe kwaliteitsdata. CZ groep onderzoekt ieder jaar of er nieuwe aan doeningen zijn waarbij een kwaliteitsverbetering te realiseren is door middel van selectieve zorginkoop. Voor elke nieuwe aandoening start de hierboven beschreven implementatiecyclus. Selectieve inkoop MSZ CZ groep continueert het selectieve zorginkoopbeleid ziekenhuizen van de afgelopen jaren. De zorg voor borstkanker, bariatrie, infectieprothesiologie en schisis kopen we ook in 2017 selectief in. Hierbij maken we zo veel mogelijk gebruik van landelijk beschikbare gegevens (voor borstkanker, bariatrie en infectieprothesiologie) en van een door CZ groep uitgezette vragenlijst (voor schisis). Wij beoordelen de aanbieders op basis van onze kwaliteitscriteria. In bijlage IV geven we aan op welke aspecten we de ziekenhuizen beoordelen. Wij stellen een verantwoordingsdocument op waarin we de keuze voor de indicatoren en de normering uitgebreid toelichten. Nieuwe aandoening voor selectieve inkoop 2017 Voor het inkoopjaar 2017 introduceren we een nieuwe aandoening voor de selectieve inkoop MSZ, te weten
‘Mohs-chirurgie bij maligne huidtumoren’. De reden om dit selectief in te kopen, betreft de waarneming dat het aantal maligne huidtumoren de laatste jaren fors groeit. Daarnaast ziet CZ groep een toename in het aantal instellingen dat Mohs-chirurgie uitvoert of voornemens is dit te doen. CZ groep wil met de selectieve inkoop de kwaliteit en doelmatigheid van Mohs-chirurgie borgen en waar mogelijk verbeteren. In bijlage IV beschrijven we de procedure om in aan merking te komen voor de contractering van deze zorg. Ook benoemen we in deze bijlage de minimale kwaliteitsvoorwaarden en aspecten die wij hanteren bij de beoordeling.
4.3.5.2 Minimumnormen beroepsgroepen CZ groep hecht groot belang aan de minimumnormen van de beroepsgroepen en de SONCOS-normen. Steeds meer wetenschappelijke verenigingen stellen minimumnormen op voor het uitvoeren van diverse behandelingen, maar deze zijn niet allemaal geschikt voor het maken van inkoopafspraken. De minimumnormen die wij wel meenemen in de inkoopafspraken voor 2017 zijn: • SONCOS (Stichting Oncologische Samenwerking); • NVVH (Nederlandse Vereniging voor Heelkunde); • NVRO (Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie); • NVVC (Nederlandse Vereniging voor Cardiologie); • NVU (Nederlandse Vereniging voor Urologie). De benodigde informatie voor toetsing aan deze normen is landelijk uitgevraagd. Publicatie hiervan verwachten we in juni 2016. Als wij het voor de kwaliteitsverbetering van zorg nodig vinden, leggen we de meetlat hoger dan
23
de normen die door de beroepsgroepen zijn vastgesteld (bijvoorbeeld bij de selectieve inkoop van borstkankerzorg).
Oncologie mammacarcinoom weke delen tumoren melanoom (bij)schildkliercarcinoom bijnieraandoeningen peritoneaal metastasen oesophaguscarcionoom maagcarcinoom pancreascarcinoom distale galgangcarcinoom lever- en galwegtumoren leverkanker colorectale carcinomen neuro-endocriene tumoren maligne bottumoren niercelcarcinoom testiscarcinoom blaaskanker prostaatkanker ovariumcarcinoom endometriumcarcinoom cercixcarcinoom vulvacarcinoom longcarcinoom hoofd-halstumoren gliomen algemene voorwaarden voor oncologische zorg
NVVH 5.0
Soncos 3
x x x x x x x x x x x x x x
x x x x
x
Soncos 3
NVU
NVVC
NVVH 5.0 Gastrointestinaal bariatrische chirurgie Hart en vaten AAA carotislijden PCI ICD THI Kinderchirurgie kinderhernia en testisafwijkingen
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
radiotherapie algemeen NVVH 5.0
NVRO
pylorusstenose
x x x
x NVRO
NVU
NVVC
24
Soncos 3
NVRO
NVU
NVVC
x x x x x x x x
4.4 Financieel 4.4.1
Landelijke afspraken
2017 is het laatste jaar van het landelijk gesloten BHA. In dit akkoord is de volumegroei van de medisch specia listische zorg gemaximeerd tot 1,0 procent. Met inachtneming van dit BHA stelt het ministerie van VWS op Prinsjesdag de definitieve begroting voor 2017 vast. Hierin kunnen echter nog ‘PM-posten’ zijn opgenomen waardoor definitieve duidelijkheid mogelijk later aan de orde is. Uitgangspunt voor de contractsafspraken voor 2017 is het door VWS definitief vastgestelde financiële kader. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat dit lager ligt dan wellicht verwacht mag worden vanuit afspraken in het BHA. Dit komt onder meer doordat diverse reserveringen of intensiveringen van eerdere jaren nu pas substantieel doorwerken. Voor 2017 kunnen we nu dan ook al vaststellen dat, op basis van de afspraken in de regeerakkoorden van Rutte I en II, het maximale groeipercentage van 1,0 procent met circa 0,7 procent verminderd zal worden. Nog los van een eventuele inrekening van de overschrijding van de macrokosten 2013. Daarom is onze huidige conclusie dat, behalve prijsindexering, het kader voor 2017 nauwelijks zal toenemen en misschien zelfs wel zal afnemen ten opzichte van 2016. Doel van ons contracteerbeleid is evenwel om macro-overschrijdingen te voorkomen, zodat het ongedifferentieerde Macrobeheersinstrument (MBI) niet toegepast hoeft te worden. Dit kan inhouden dat we sommige zorgaanbieders niet (meer) contracteren of alleen tegen een lager omzetplafond dan geoffreerd.
Good Contracting Practices Gelieerd aan het BHA zijn er tussen landelijke koepels van zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken gemaakt over ‘Good Contracting Practices’. Deze afspraken beogen transparantie te creëren in het contracteerproces. Na vaststelling in september 2014 zijn deze in het najaar van 2015 nog op enkele onderdelen aangepast. Het respecteren van en begrip hebben voor elkaars rol en verantwoordelijkheid zijn onmisbare elementen om te komen tot succesvolle contractsafspraken. CZ groep onderschrijft de Good Contracting Pratices dan ook en doet zijn uiterste best deze zo goed mogelijk in te vullen. Wij verwachten hetzelfde van zorgaanbieders.
4.4.2 Contractduur Zoals ook in het voorgaande zorginkoopbeleid is opgenomen, realiseren wij ons dat er een toenemende vraag is naar meerjarige overeenkomsten. Die sluiten beter aan bij het doorvoeren van veranderingen in het zorgprofiel van het ziekenhuis (en de grote financiële investeringen die hiermee gepaard kunnen gaan), de innovatie van zorg en het creëren van enige rust in de toenemende hectiek omtrent de jaarlijkse contractbesprekingen. Wij staan dan ook open voor meerjarenafspraken (in beginsel voor 3 jaar) wanneer deze voldoende tegemoet komen aan de kwalitatieve en financiële aspecten die wij met de zorgaanbieder willen overeenkomen. Uitgaande van een goede kwaliteit en het voldoen aan de kwaliteits voorwaarden die wij bij de contractering hanteren, zijn vooral het overeen te komen prijsniveau en de te maken volumeafspraken bepalend voor het wel of niet afsluiten van een meerjarenafspraak.
25
Tegelijkertijd willen wij binnen een meerjarenafspraak de ruimte hebben om desgewenst in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Hierbij valt de denken aan volumeaanpassingen uit hoofde van selectieve inkoop, (de)concentratie vanwege profielveranderingen, ongewenste praktijkvariatie, gewenste substitutie naar de eerste lijn, wettelijke (pakket)wijzigingen en kader overhevelingen voor dure geneesmiddelen. Per situatie willen we verkennen of een meerjarige overeenkomst voor beide partijen wenselijk is.
Enkele kengetallen Overzicht MSZ
21
miljard BKZ MSZ 2017
4,4
21% CZ Groep
Globaal landelijk beschikbaar kader. Na 3e dinsdag
Marktaandeel
september definitief door VWS vast te stellen
79%
307
gecontracteerde instellingen
Overige Zorgverzekeraars
82 ziekenhuizen 26 Academisch
8
STZ (Stichting Topklinische Ziekenhuizen)
Algemeen
Totaal aantal gecontracteerde instellingen voor medisch specialistische zorg in 2016
48
26
miljard Kader MSZ 2017
Beschikbaar financieel inkoopkader voor CZ op basis van marktaandeel
Andere instellingen: ZBC/EMS 151 Revalidatie 20 Audiologie 13 Trombosedienst 24 Overig 17
4.4.3
Omzetplafond
4.4.3.1 Algemeen Uit oogpunt van beheersing van de uitgaven voor medisch specialistische zorg continueren wij voor al onze verzekerden in 2017 het principe van het maken van prijs- en volumeafspraken per zorgproduct met een begrenzing tot een maximaal omzetplafond. Consequenties van gewijzigde prijs- of volumeafspraken vertalen we in beginsel door naar het afgesproken omzetplafond. Dit betekent dat we ook veranderingen vanwege selectieve inkoop en (de)concentratie van zorg verwerken in aangepaste plafondafspraken. Daarnaast vinden wij het wenselijk om voor bepaalde producten striktere volumeafspraken te maken. Bijvoorbeeld vanwege ongewenste praktijkvariatie of gewenste substitutie van tweede naar eerste lijn. Deze producten hebben wij opgenomen in categorie 1 en 2 en hiervoor hanteren we deelplafonds. Om te voorkomen dat het beoogde effect van de strakke volumeafspraken teniet wordt gedaan, is substitutie met andere zorg, die niet behoort tot categorie 1 en 2, niet mogelijk. Nacalculatie-afspraken Het afgelopen jaar zijn wij veelvuldig geconfronteerd met verzoeken van zorginstellingen voor nacalculatie op onderdelen van de zorg. Vooral vanwege het feit dat de realisatie niet (goed) beïnvloedbaar zou zijn. In zijn algemeenheid zijn wij geen voorstander van nacalculatie omdat het een risico met zich meebrengt dat gezamenlijk overeengekomen financiële kaders
worden overschreden. Om een dergelijke overschrijding te voorkomen, dienen wij hiervoor middelen te reserveren die we vervolgens weer in mindering brengen op de jaarlijks beschikbare groeiruimte of op bestaande omzetplafonds. Per saldo levert dit nauwelijks toegevoegde waarde op. Nacalculatie zonder reservering, met daardoor een aanmerkelijk risico op overschrijding van het macro-kader (en in een later stadium afroming door middel van het MBI), is voor ons hoe dan ook geen optie. Basisverzekering / aanvullende verzekering Het beschikbare financiële kader is alleen van toepassing op de zorg vanuit de basisverzekering. Onverzekerde zorg of zorg waarvoor een vergoeding geldt vanuit aanvullende verzekeringen is niet in dit kader opgenomen en maakt dan ook geen deel uit van het overeen te komen omzetplafond. Dit laat onverlet dat wij voor onze verzekerden ook prijs- en kwaliteitsafspraken willen maken voor deze zorg.
4.4.3.2 Substitutie van tweede naar eerste lijn Zoals eerder in het kader van regioregie is toegelicht, vinden wij een goede afstemming van de zorg tussen de eerste en tweede lijn van groot belang. Daarbij is het onze maatschappelijke plicht te onderzoeken of we de zorg, met behoud of zelfs verbetering van de kwaliteit, doelmatiger kunnen vormgegeven in een van deze actoren. In categorie 2 van onze speerpunten zijn een aantal producten opgenomen waarvan wij vinden dat de hiermee samenhangende zorg ook goed in de eerste lijn is uit te voeren. Voor de inkoopafspraken voor 2017 zullen wij kritisch kijken naar het volume van deze producten. Daar waar aanleiding is om een lager volume af te
27
spreken, en dus meer zorg te laten invullen door de eerste lijn, zullen wij dit doorvoeren. Deze afspraken resulteren dan ook in een lager omzetplafond.
4.4.3.3
Dure geneesmiddelen
Geneesmiddelen hebben een grote toegevoegde waarde voor de medisch specialistische zorg. Door toevoeging van nieuwe middelen ontstaan behandelopties die de kwaliteit en duur van leven verbeteren. Tegelijkertijd zien we dat deze middelen de betaalbaarheid van het stelsel onder druk zetten, omdat nieuwe middelen de reguliere behandelingen dreigen te verdringen. CZ groep stelt zich hierbij op het standpunt dat acute en niet uit te stellen zorg altijd beschikbaar moet zijn voor onze verzekerden bij instellingen die wij daartoe contracteren. Om de betaalbaarheid en toegankelijkheid van deze middelen duurzaam te organiseren, zien wij mogelijk heden op het gebied van prijsstelling, spillagereductie, doelmatige inzet van middelen, inzetten van biosimilars en therapeutische substituten, centralisatie van middelen op grond van het profiel van instellingen en een verkenning van de gezamenlijke inkoop van genees middelen. Voor CZ groep staat centraal dat deze middelen integraal onderdeel zijn van de behandeling in de medisch specialistische zorg. Daarmee vallen zij dus ook binnen het kader van de medisch specialistische zorg. Bij het afsluiten van contracten zullen alle veldpartijen rekening moeten houden met dat kader. Daarbij zien wij nacalculatie niet als een gewenste optie aangezien dat ten koste gaat van de (groei van) de huidige omzetplafonds.
Wij zien de volgende aandachtspunten voor de contractering van de dure geneesmiddelen voor 2017: • De maximum prijs per OVP eenheid wijkt in veel gevallen af van de daadwerkelijke inkoopprijs. Dat is onwenselijk. CZ groep zet in op vergoeding van deze middelen tegen inkooptarieven. • Voor een toenemend aantal middelen zijn of komen biosimilars beschikbaar. De nieuwe declaratie systematiek van dure geneesmiddelen voor 2017 stelt ons in staat om afspraken te maken over de preferentie van middelen. Samen met instellingen zullen wij daar constructief mee aan de slag gaan. Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot therapeutische substitutie tussen middelen. Daar waar medisch verantwoord zullen wij dit ook constructief en samen met instellingen oppakken. • De huidige omvang van verpakkingen leidt inherent tot spillage bij de apotheek. Door slimme planning van verstrekking aan patiënten kunnen batches meer op maat worden bereid en kan spillage worden gereduceerd. • Recente studies tonen aan dat het volume van TNF alfaremmers voor reumapatiënten verantwoord kan worden afgebouwd. Deze beweging zullen wij nadrukkelijk met instellingen bespreken en daar waar mogelijk uitbreiden tot andere middelen en indicaties. • Veel middelen zijn direct verbonden met de functie van een ziekenhuis. Zoals eerder aangegeven streeft CZ groep naar de vorming van oncologische centra. Daarbij past ook een concentratie van de middelen die bij deze zorg passen. Uitgangspunt blijft daarbij: centraal wat moet, decentraal wat kan. Er zal dus per instelling moeten worden bezien welke middelen bij
het profiel passen. • Weesgeneesmiddelen blijven geconcentreerd bij academische ziekenhuizen. Enkel bij uitzonderingen worden middelen breder beschikbaar gesteld, zoals enkele hematologische middelen. • CZ groep onderzoekt momenteel de mogelijkheden om gezamenlijk met andere verzekeraars en instellingen geneesmiddelen in te kopen. Zo gauw hier meer over bekend is, zullen we dit communiceren. Het ministerie van VWS heeft in 2015 ‘de sluis’ geïntro duceerd om nieuwe middelen (of middelen met grote indicatie-uitbreidingen) die een groot kostenbeslag kennen, doelmatig het stelsel te laten instromen. Op basis van de huidige landelijke afspraken omtrent de werking van het risicovereveningssysteem voor zorg verzekeraars staan wij op dit moment in beginsel positief tegenover nacalculatie bij ziekenhuizen van de kosten van het geneesmiddel in het jaar dat ze uit de sluis komen en het eerste volledige jaar daarna. Definitieve besluitvorming zal evenwel bij elk geneesmiddel afzonderlijk plaatsvinden. Wij willen benadrukken dat deze middelen ongeacht de allocatiesystematiek een groot beroep doen op het Budgettair Kader Zorg (BKZ). Dit kostenbeslag heeft dus ook gevolgen voor ziekenhuizen en instellingen die deze zorg niet leveren.
4.4.3.4 Integrale geboortezorg CZ groep wil met zijn partners werken aan het optimaliseren van de geboortezorg in Nederland. De belangrijkste doelen daarbij zijn een gezonde moeder en een gezond kind. CZ groep gelooft dat het aanbieden van integrale
28
geboortezorg hier in belangrijke mate aan kan bijdragen. Een aantal jaren geleden zijn door samenwerkings verbanden van verloskundigen, gynaecologen/zieken huizen en kraamzorgorganisaties in een aantal regio’s initiatieven genomen om de geboortezorg gezamenlijk en integraal aan te gaan bieden. De verwachting is dat een dergelijk geïntegreerd zorgaanbod een belangrijke kwalitatieve verbetering kan betekenen. In een aantal regio’s zijn dergelijke initiatieven nog niet van de grond gekomen. De minister heeft aangegeven dat er per 1 januari 2017 een volwaardige optie komt tot integrale bekostiging van de geboortezorg. CZ groep wil met ingang van 2017 met de regio’s waar al sprake is van een volledig geïntegreerd geboortezorg aanbod integrale zorgafspraken maken. In deze regio’s zullen wij onze lopende (plafond)afspraken met de ziekenhuizen over geboortezorg vanaf 2017 dan ook schonen, voor het deel dat overgaat naar de aanbieder van integrale geboortezorg. In de regio’s die nog niet zover zijn dat er integrale kwaliteits- en tariefafspraken gemaakt kunnen worden, zullen we in 2017 nog aparte (tarief) afspraken met de verschillende zorgaanbieders maken. Op dit moment is nog onduidelijk wanneer de overheid integrale financiering in alle regio’s verplicht stelt. Voor een nadere toelichting op ons zorginkoopbeleid geboortezorg, als ook op de voorwaarden die gelden als een regio afspraken met ons wil maken over een integraal zorgaanbod, verwijzen wij graag naar ons specifieke ‘Zorginkoopbeleid Geboortezorg 2017’, dat te vinden is op www.cz.nl/zorgaanbieder.
4.4.3.5 Eerstelijnsdiagnostiek Eerstelijnsdiagnostiek vormt een essentieel onderdeel van de curatieve zorg en beïnvloedt 60 tot 70 procent van de medische besluitvorming. Onderwerpen als ketenzorg en substitutie van de tweede naar de eerste lijn vragen dan ook om precisering en verdieping van het zorginkoopbeleid op het vlak van de eerstelijnsdiagnostiek. De komende jaren gaat CZ groep daarom zijn zorginkoopbeleid op dit deelterrein stapsgewijs nader preciseren. Daarbij zullen wij nadrukkelijk oog houden voor de samenhang en samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. Zo wil CZ groep behoud van regie door de huisarts stimuleren om te voorkomen dat verzekerden onnodig in het medisch circuit terechtkomen en om te zorgen dat verzekerden na een (poli)klinische behandeling in een instelling zo snel mogelijk weer onder de regie van de huisarts vallen. Eerstelijnslaboratoriumdiagnostiek klinische chemie en medische microbiologie Vorig jaar zijn we gestart met het differentiëren van het zorginkoopbeleid op het gebied van de eerstelijns laboratoriumdiagnostiek klinische chemie en medische microbiologie (hierna KCL MMB). Deze vorm van diagnostiek vormt het grootste onderdeel van de totale eerstelijnsdiagnostiek. Momenteel bieden zo’n 125 instellingen deze vorm van laboratoriumdiagnostiek aan en in veel regio’s zijn meerdere aanbieders actief op dit vlak. De ziekenhuislaboratoria nemen vooralsnog het grootste deel van de eerstelijnslaboratoriumdiagnostiek voor hun rekening, maar we zien dat het marktaandeel van de zelfstandige huisartsenlaboratoria gestaag toeneemt. Daarnaast zijn er nog enkele zelfstandige behandelcentra (diagnostische centra) actief op dit deelterrein.
CZ groep heeft nader zorginkoopbeleid geformuleerd voor de aanbieders van eerstelijnslaboratoriumdiagnostiek KCL MMB. Alle aanbieders worden daarbij gekwalificeerd op basis van een drietal criteria die samenhangen met kwaliteit en kosten: de aanwezigheid van een Diagnostisch Toetsoverleg, het aantal bepalingen per order en de prijs per order. Al naar gelang de scores deelt CZ groep de aanbieders in categorie A of B in. Aanbieders die op elk criterium aan de norm voldoen vallen onder categorie A, de rest valt onder categorie B. Een nadere toelichting op dit gedifferentieerde zorginkoopbeleid, de criteria, de normen en de consequenties van de indeling in categorie A of B is te vinden in ons ‘Zorginkoopbeleid Eerstelijnsdiagnostiek 2017’ dat vanaf 1 april 2016 te raadplegen is op onze site: www.cz.nl/ zorgaanbieders. Het zorginkoopbeleid Eerstelijnsdiagnostiek 2017 dient ter aanvulling op (en verdieping van) het zorginkoopbeleid Medisch Specialistische Zorg 2017. CZ groep zal het gedifferentieerde zorginkoopbeleid eerstelijnslaboratoriumdiagnostiek KCL MMB 2016/2017 voor de inkoopronde van 2018 evalueren en daarbij de criteria en de normstellingen kritisch wegen. Het is onze bedoeling om de criteria en de normstellingen de komende jaren stapsgewijs verder te verdiepen en aan te scherpen.
4.4.3.6 Medisch specialistische verpleging thuis Medisch specialistische verpleging in de thuissituatie (MSVT) kent een onderscheid tussen minder complexe en complexe zorg. Minder complexe MSVT is in hoge mate vergelijkbaar met (wijk)verpleegkundige zorg in de thuissituatie, maar wordt voorgeschreven door de medisch specialist en onder zijn verantwoordelijkheid uitgevoerd. Complexe MSVT is zorg in de thuissituatie
29
die een intensieve(re) betrokkenheid van de medisch specialist kent en betiteld kan worden als ziekenhuis verplaatste zorg. Overigens gaat het bij MSVT in ongeveer 80 procent van de gevallen over minder complexe zorg. CZ groep hanteert het bovengenoemde onderscheid ook bij de inkoop van MSVT door gebruik te maken van 2 verschillende codes, tarieven en overeenkomsten. Wij zijn van mening dat minder complexe MSVT goed onder de reguliere (wijk)verpleging kan worden gebracht, omdat deze zorgvormen – op de eindverantwoordelijkheid na – inhoudelijk identiek aan elkaar zijn. CZ groep heeft dan ook de intentie om minder complexe MSVT in 2017 in te kopen als reguliere verpleging. Het inkopen van minder complexe MSVT als reguliere verpleging vergt wel dat de NZa het vereiste ‘dat verwijzing van de medisch specialist zichtbaar moet zijn in het dossier’ loslaat. Gebeurt dit niet, dan zullen wij de kunstmatige scheiding tussen minder complexe MSVT en verpleging in stand houden en dit inkopen als 2 aparte prestaties binnen de wijkverpleging. Complexe MSVT ziet CZ groep in 2017 nog steeds als een aparte prestatie. Deze zorg wil CZ groep niet versnipperd inkopen. Door complexe MSVT geconcentreerd in te kopen (voor 2017 zullen we hoofdzakelijk de huidige contractanten opnieuw contracteren) waarborgen we de kwaliteit van deze zorg voor onze verzekerden zo goed mogelijk. Ook kan de zorg daardoor zo doelmatig mogelijk georganiseerd worden en is de continuïteit zo goed mogelijk gewaarborgd. Bij een select aantal zorgaanbieders wil CZ groep de complexe MSVT ook binnen de wijkverpleging inkopen op basis van vooraf gestelde eisen.
Bij de indiening van de offerte voor 2017 hoeft u geen MSVT op te nemen. Wij zullen deze zorg, evenals voorgaande jaren, inkopen bij de instellingen voor verpleging binnen de eerste lijn.
4.4.3.7 Bevolkingsonderzoek darmkanker screening In januari 2014 is het bevolkingsonderzoek darmkanker screening van start gegaan. In de komende jaren zal de groep mensen die hiervoor een uitnodiging ontvangt groter worden. Op basis van onze verzekerdenpopulatie brengen wij de benodigde in te kopen capaciteit regionaal zo goed mogelijk in beeld en maken wij hierover afspraken met de ziekenhuizen en ZBC’s. De zorgkosten nemen wij mee in het af te spreken omzetplafond, onder categorie 4. Daarom bestaat er volledige substitutievrijheid binnen het maximale omzetplafond dat voor deze producten binnen categorie 4 is overeengekomen. Nacalculatieafspraken zijn dan ook niet aan de orde.
ties verbinden voor wat betreft het af te spreken volume en daarmee het af te spreken omzetplafond. Sommige van deze aandoeningen zijn opgenomen in categorie 1 van onze speerpunten (zie verder), wat betekent dat er al expliciete volumeafspraken per product worden gemaakt. Momenteel voeren wij samen met een drietal zieken huizen een pilot uit om praktijkvariatie rondom PAOD grondig te onderzoeken en terug te dringen. Binnen deze pilot nemen de ziekenhuizen het voortouw. We proberen verklaringen te vinden voor het relatief grote aantal interventies door een chirurg of interventieradioloog ten opzichte van een conservatief behandeltraject. Ook kijken we samen met de ziekenhuizen hoe we het aantal interventies kunnen verminderen. De uitkomsten en resultaten gebruiken we om ook bij andere ziekenhuizen ongewenste praktijkvariatie bij PAOD en andere aandoeningen te verminderen.
4.4.3.9 Verzekerdenmutaties
4.4.3.8 Praktijkvariatie
Vektis heeft voor ziekenhuizen en revalidatiecentra (boven een bepaald omzetniveau) een landelijke systematiek ontwikkeld die inzicht geeft in de verzekerdenmutaties per 1 januari van elk jaar. Voor deze verzekerdenmutaties wordt vervolgens bepaald welk bedrag aan zorg hiermee samenhangt. Momenteel wordt getracht deze systematiek verder te verfijnen.
Al enige jaren zijn wij met ziekenhuizen in gesprek om te kijken of de geconstateerde verschillen in behandelwijzen te verklaren zijn. Soms vinden we een verhelderend antwoord maar vaker niet, wat voor beide partijen niet erg bevredigend is. Inmiddels is voor diverse aandoeningen informatie over meerdere jaren beschikbaar. Wanneer hieruit blijkt dat er elk jaar een (onverklaarbare) hoge praktijkvariatie zichtbaar is, zullen wij hieraan consequen-
Wij zijn ons ervan bewust dat dit systeem slechts een geprognosticeerde uitkomst schetst van de zorg consumptie van de overstappers. Het kan dus een vertekend beeld geven van de werkelijkheid. Hoewel het systeem niet zaligmakend is, wegen de voordelen nog steeds op tegen de nadelen. Vandaar dat CZ groep er ook in 2017 voor kiest om verzekerdenmutaties, overeen
Onderdeel van de te maken afspraken is dat de instelling het overeen te komen volume ook daadwerkelijk aanbiedt aan de screeningsorganisatie, zodat de te verwachten zorgvraag zo optimaal mogelijk kan worden ingevuld.
30
komstig de landelijke besluitvorming, op basis van de ‘Vektis-systemtiek’ te verwerken in de afzonderlijke plafondafspraken voor 2017.
4.4.4
Volume
4.4.4.1 Algemeen De grondgedachte bij prestatiebekostiging is dat er per product afspraken worden gemaakt over een in te kopen/ te leveren volume tegen een bepaalde prijs. De zorgvraag is echter niet helemaal voorspelbaar, zodat flexibiliteit in de afspraken noodzakelijk is. Het is de vraag of deze flexibiliteit volledig dient te zijn of dat er redenen zijn om hierin op onderdelen wat meer sturend te zijn. Bijvoorbeeld door striktere afspraken te maken over ongewenste praktijkvariatie of over een gewenste volumeontwikkeling naar de eerste lijn. Daarnaast willen we ook de kwaliteit en doelmatigheid op electieve zorg kunnen ‘belonen’ door een hoger volume af te spreken. Wij vinden dan ook dat voor onderdelen van de zorg specifieke volumeafspraken per product nodig zijn om de gewenste veranderingen in de zorg beter te kunnen realiseren. Vandaar dat wij, evenals in voorgaande jaren, kiezen voor een categorieindeling. De volumespeerpunten voor categorie 1 tot en met 3 sommen we per DBC-zorgproduct op in bijlage V. We maken een voorbehoud voor de productcodes, omdat het niet duidelijk is of alle productcodes nog van toepassing zijn in 2017. Mochten er ná publicatie van dit zorginkoopbeleid onverhoopt nog wijzigingen plaatsvinden, dan zullen wij deze op onze website zetten (www.cz.nl/ zorgaanbieder).
4.4.4.2 Categorie-indelingen Categorie 1 speerpunten Bij deze producten willen wij per zorgproduct een maximum aantal afspreken voor het hele jaar. Dit volume bepaalt samen met de prijs ook het maximaal te vergoeden bedrag. De producten in categorie 1 zijn gelijk aan de producten in 2016. Ook hanteren wij wederom een marge van maximaal 10 procent per speerpuntproduct (met als maximum het af te spreken totaalomzetniveau behorende bij deze categorie). In categorie 1 zijn onder meer producten opgenomen waarvan gegevens omtrent praktijkvariatie bekend zijn. Voor deze speerpunt producten is dus geen substitutie met producten uit andere categorieën mogelijk. De producten uit categorie 1 zijn niet gewijzigd ten opzichte van het contractjaar 2016. Categorie 2 speerpunten Ook voor de producten in categorie 2 vinden wij het belangrijk om sturingsinformatie te ontwikkelen om de realisatie gedurende het jaar te volgen. Zo kan ingegrepen worden als de realisatie zich beduidend anders ontwikkelt dan vooraf is afgesproken. Naast diverse producten voor electieve zorg, zijn in categorie 2 ook producten opge nomen die in aanmerking komen voor substitutie naar de eerste lijn. In categorie 2 is een ruimer substitutiebeleid van toe passing dan in categorie 1. Conform de systematiek van voorgaande jaren bestaat er tussen de producten uit categorie 2 substitutievrijheid, wanneer dit tenminste past binnen het totale afgesproken maximale omzet plafond van deze speerpuntproducten. Ook hierbij is geen substitutie mogelijk met producten uit andere categorieën. De producten uit categorie 2 zijn niet
gewijzigd ten opzichte van het contractjaar 2016. Categorie 3 (nieuw overgehevelde) dure geneesmiddelen In deze categorie vallen zorgproducten die recent zijn overgeheveld vanuit het extramurale geneesmiddelen vergoedingssysteem (GVS) naar het budgettair kader voor medisch specialistische zorg én waar een add-on voor is gecreëerd. Voor het contractjaar 2017 verwachten wij echter geen middelen in categorie 3 op te nemen, omdat er in 2016 geen nieuwe middelen zijn overgeheveld en ook voor 2017 zijn (op dit moment) geen middelen bekend die over geheveld zullen worden. Wij beschouwen het orale oncolyticum Ruxolitinib als overgeheveld in 2015 waardoor het kader in 2016 is verhoogd. Mochten er na publicatie van dit zorginkoopbeleid toch nieuwe middelen worden overgeheveld, dan zullen wij u informeren via onze website (www.cz.nl/zorgaanbieder). In dat geval geldt dezelfde bekostigingsprocedure als in voorgaande jaren. Volledigheidshalve geven wij die hieronder weer. In het eerste jaar van opname in categorie 3 calculeren wij deze producten na aan de hand van de declaratiegegevens in de eerste maanden van dat jaar (binnen het voor CZ groep beschikbare bedrag van de landelijke overheveling). In het tweede jaar wijzen wij deze producten nog eenmaal toe aan de hand van een substantieel aantal declaratiemaanden in het eerste jaar. Ook deze toewijzing vindt plaats binnen en tot het maximum van het voor CZ groep beschikbare bedrag van de landelijke overheveling. Voor de daaropvolgende jaren gaan wij ervan uit dat de dan afgesproken omzetplafonds een betrouwbare basis zijn
31
voor vervolgafspraken. De betreffende producten worden vanaf het derde jaar dan ook overgeheveld van categorie 3 naar categorie 4. Tussen de in categorie 3 opgenomen producten bestaat onderlinge substitutievrijheid. Als de totale werkelijke kosten lager zijn dan de definitief overeengekomen middelen, worden deze lagere werkelijke kosten vergoed. Indien de totale werkelijke kosten de definitief overeengekomen middelen overschrijden, komt deze overschrijding alleen voor vergoeding in aanmerking als daarvoor financiële ruimte is in categorie 4. Categorie 4 overig Alle overige producten die niet vallen onder categorie 1, 2 of 3 zijn ondergebracht in categorie 4. Voor deze producten geldt volledige substitutievrijheid binnen het maximum omzetplafond dat voor deze producten is overeengekomen. Overgehevelde oncolytica 2015 De in 2015 overgehevelde oncolytica (inclusief Ruxolitinib) hebben wij in 2015 en 2016 opgenomen in categorie 3. Vanaf het contractjaar 2017 vallen deze middelen binnen categorie 4. Er is in de afgelopen 2 jaar voldoende informatie verzameld die als basis kan dienen voor de afspraken voor 2017. De volumespeerpunten voor categorie 1 tot en met 3 sommen we in bijlage V per DBC-zorgproduct op.
Vier verschillende categorieën volume speerpunten.
Categorie 1
Maximum aantal te leveren zorgproducten voor het gehele jaar (met marge van 10% per product mits passend binnen omzetplafond van categorie 1)
Categorie 2
Maximum aantal te leveren zorgproducten voor het gehele jaar (met substitutievrijheid binnen omzetplafond van categorie 2)
Categorie 3
Overgehevelde dure geneesmiddelen: eerste twee jaren na te calculeren binnen voor CZ beschikbare bedrag ‒ overschrijding substitueerbaar met de afgesproken omzet van categorie 4
Categorie 4
Volledige substitutievrijheid binnen het maximum omzetplafond dat voor deze producten geldt
4.4.5 Prijs Sinds de invoering van de DOT-systematiek in 2012 is de prijsstelling van ziekenhuizen/ZBC’s een centraal thema in de onderhandelingen. Door de steeds veranderende productstructuur in de afgelopen jaren is de vergelijkbaarheid onder druk komen te staan. Wij pleiten daarom al lange tijd om zeer terughoudend te zijn met het doorvoeren van aanpassingen in de productstructuur en deze enkel te beperken tot de strikt noodzakelijke wijzigingen. Dit zal naar onze mening een positieve invloed hebben op de stabiliteit en bruikbaarheid van de productprijzen.
Ondanks bovengenoemde beperkingen blijft de prijsstelling een belangrijk onderdeel van de te maken contractafspraken. Door middel van goed functionerende kostprijssystemen van zorgaanbieders dienen efficiencyvoordelen tot uiting te komen in een lagere prijs per product. Offertes van zorgaanbieders beoordelen wij op basis van de prijzen per product maar ook van alle producten tezamen (prijsstelling ‘onder de streep’). Op dit moment constateren wij op beide aspecten (per product en in totaal) nog grote verschillen tussen diverse
32
(vergelijkbare) zorgaanbieders. Inzet van de inkoop afspraken voor 2017 is het terugbrengen van deze verschillen en het meer in lijn brengen van de huidige prijsafspraken met de onderlinge verhouding (markt aandeel) en relatie. Specifieke prijslijst Bij het indienen van de offerte dient de instelling enkel die zorg op te nemen die zij ook daadwerkelijk verstrekt. CZ groep toetst deze zorg op basis van de zogenaamde ‘zwarte en grijze lijst’, die voor de aanbieder ook zicht-
baar zijn in het zorginkoopportaal van VECOZO. Wij pretenderen niet in alle gevallen compleet te zijn en verzoeken u dan ook voor de overige producten goed te beoordelen of u deze dient op te nemen in de offerte. De lijsten zijn ingericht op basis van informatie waarover wij op dat moment beschikten. Deze toetsing gaat onder meer over: verzekerde zorg, selectieve inkoop CZ groep, landelijk vastgestelde minimumnormen, WBMV-zorg en zorg die niet via MSZ gecontracteerd wordt (zoals ‘verkeerde bed’). Zwarte lijst Deze lijst betreft de uit te sluiten zorgproducten (waarbij het hele product wordt uitgesloten). Grijze lijst Indien van toepassing vindt uitsluiting plaats op het niveau van diagnosecode. In het zorginkoopportaal van VECOZO is op de grijze lijst zichtbaar welke diagnosecodes uitgesloten zijn. De witte lijst bevat de gecontracteerde diagnosecodes behorend bij een zorgproduct. De contractering en de daarbij behorende uitsluitingen neemt CZ groep over in zijn declaratiesystemen. We steken er veel energie in om beide lijsten (zwart en grijs) zo correct en compleet mogelijk te maken. Vanwege de complexiteit van de systematiek maken wij hierbij echter wel een voorbehoud. Benchmarks CZ groep maakt bij de zorginkoop gebruik van diverse informatiebronnen. Ten tijde van het opstellen van dit zorginkoopbeleid worden diverse benchmarks ontwikkeld. CZ groep is voornemens om instellingen bij de inkoop voor 2017 met elkaar te vergelijken op basis van declaratiegegevens en patronen. Mogelijk hebben deze vergelijkingen ook inkoopconsequenties.
We scherpen onze benchmarks aan nu er meer informatie over de realisatie vanuit voorgaande jaren beschikbaar komt. De prijsoffertes voor 2017 beoordelen wij aan de hand van prijsinformatie uit het verleden en andere ingediende offertes voor 2017. Dit houdt in dat wij diverse benchmarks hanteren voor de beoordeling van de ingediende prijs offertes. Primair zijn deze benchmarks gebaseerd op de per product gewogen gemiddelde prijzen. Deze kunnen vervolgens verbijzonderd zijn naar regio of vergelijkbare instellingen (academisch ziekenhuis, STZ, algemeen ziekenhuis of ZBC). Ook kan een verdeling naar marktaandeel van CZ groep bij de zorgaanbieders deel uitmaken van de beoordeling.
4.4.6 Declaratieaspecten
om onjuistheden op de nota te melden. Soms hebben we echter gerichte informatie van het ziekenhuis nodig om de juistheid van de nota vast te stellen. In die gevallen zal een specifiek hiervoor ingerichte backoffice van CZ groep contact opnemen met de zorgadministratie van het ziekenhuis. Uiteraard rekenen wij op een coöperatieve opstelling en verwachten wij hierbij de volledige medewerking van het ziekenhuis.
Voorschot Zorgaanbieders die declareren middels DBC- zorgproducten kunnen een verzoek tot bevoorschotting indienen om het onderhanden werk (OHW) te financieren. Het onderhanden werk bestaat uit DBC’s die nog niet zijn afgesloten. Indien de DBC’s wel zijn afgesloten, maar nog niet zijn gedeclareerd, vallen ze onder het onderhanden werk plus. Dat bevoorschotten we niet.
Kwaliteit van declaraties CZ groep is in 2015 gestart met het maken van analyses over de kwaliteit van declaraties. Hierbij hebben we specifieke aandacht voor de correcties die we krijgen aangeboden. Vooral de correcties ter verrekening van het eigen risico van verzekerden zorgen voor veel administratieve lasten bij zowel de ziekenhuizen als de zorgverzekeraars. Daarnaast zorgt het voor veel onduidelijkheid voor de verzekerde. CZ groep gaat inzichtelijk maken waar verbetering in de kwaliteit van de declaraties te behalen is en verwacht door een gezamenlijke inspanning het percentage correcties zo laag mogelijk te krijgen en te houden. Klantparticipatie CZ groep vraagt zijn verzekerden om actief te participeren in het controleren van de verwerkte declaraties. Zij hebben de mogelijkheid om aanvullende uitleg aan ons te vragen en
33
Wij stellen bepaalde voorwaarden aan het verstrekken van een voorschot en zullen deze voorwaarden vastleggen in een bevoorschottingsovereenkomst voor 2017. Onder verwijzing naar de afspraken in het BHA rondom het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen partijen, hanteren wij voor het verkrijgen van een voorschot de verplichting tot aansluiting op de landelijke OHW-grouper. Via deze OHW-grouper ontvangen wij namelijk een betrouwbare en uniforme opgave van de omvang van het OHW. Enkel zorgaanbieders die een overeenkomst met CZ groep hebben gesloten dan wel voornemens zijn die te sluiten, komen in aanmerking voor een bevoorschottingsovereenkomst.
Raamwerkovereenkomst CZ groep heeft ervoor gekozen om vanaf 2015 te werken met een ‘raamwerkovereenkomst bevoorschotting’ en een jaarlijks af te sluiten addendum bij de overeenkomst. In de raamwerkovereenkomst staan de algemene afspraken rondom bevoorschotting. In het addendum zijn de voor dat jaar specifieke afspraken – zoals de (vaststelling van de) hoogte van het voorschot – vastgelegd. De raamwerkovereenkomst sluiten we af voor onbepaalde tijd en deze kan eindigen op de momenten zoals genoemd in de overeenkomst. Het addendum komen we jaarlijks overeen. Beide documenten dienen ondertekend te zijn voordat een instelling in aanmerking komt voor een voorschot. Voldoet een instelling aan de verschillende voorwaarden zoals beschreven in de raamwerkovereenkomst bevoorschotting en het jaarlijkse addendum, dan berekent CZ groep het voorschot op maximaal 100 procent van het OHW. We stellen het percentage naar beneden bij als blijkt dat niet is voldaan aan één of meerdere voorwaarden.
Controles De huidige bekostigingssystematiek is complex. Een goede controle op de ingediende declaraties is dan ook van groot belang. In de afgelopen jaren zijn onze inspanningen op het gebied van controles fors uitgebreid. Horizontaal Toezicht Het streven van CZ groep is dat de zorgaanbieders hun declaraties, voorafgaand aan de indiening, zelf controleren. Naar aanleiding van de self-assessments over voorgaande jaren, worden op landelijk niveau initiatieven ontwikkeld om te komen tot heldere regelgeving rondom deze zelfcontrole.
Voor- en achteraf controleren Daarnaast controleren wij zo veel mogelijk tijdens de verwerking van de ingediende declaratie. Soms is dit niet mogelijk en voeren wij ook controles uit na de verwerking: de zogenoemde achterafcontroles. Aan het begin van elk jaar informeert CZ groep de zorgaanbieders op hoofdlijnen over de voorgenomen controles. In de praktijk krijgt niet elke zorgaanbieder te maken met alle controles: enkel de zorgaanbieder die (mogelijk) onjuist declareert zullen wij om een reactie vragen. Daarnaast kan het zijn dat we door nieuwe ontwikke lingen in de loop van het jaar andere controles toevoegen aan het plan. Dit kondigen we altijd vooraf aan waarbij we zorgaanbieders de gelegenheid geven om hierop te reageren. In lijn met de focus van de NZa zal CZ groep de komende jaren meer aandacht besteden aan materiële controles, onder meer op basis van dossieronderzoek. In dat verband willen wij benadrukken dat we veel belang hechten aan een complete registratie van de verwijzingen, diagnostische onderzoeken, bevindingen en behandelingen in het medisch dossier. Bij de uitvoering van materiële controles neemt CZ groep de regels in acht uit artikel 87 van de Zvw, hoofdstuk 7 van de Regeling zorgverzekering en ‘Protocol materiële controles’ van Zorgverzekeraars Nederland.
4.5 Revalidatiezorg, trombose diensten en audiologische centra De zorginkoop bij deze zorgaanbieders geven we vorm aan de hand van de in dit document genoemde criteria en binnen de hieronder geschetste beleidslijnen. Voor de
34
verschillende categorale zorgaanbieders brengen wij dan ook bepaalde nuances aan in de zorginkoop voor 2017. Deze zijn voor revalidatiezorg, trombosezorg en audio logische zorg weergegeven in onderstaande paragrafen. Wij vragen nadrukkelijk aandacht voor de te volgen procedure en het daarin benoemde tijdpad (hoofdstuk 6). Revalidatiezorg De doorontwikkeling van de productstructuur via registratie van modules heeft in het afgelopen jaar al volop aandacht gekregen in de diverse landelijke gremia. In het komend jaar zal meer duidelijkheid moeten ontstaan over in hoeverre deze ontwikkelingen kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een duurzaam werkbare productstructuur en bijbehorende financiering. Het duidingsrapport ‘Medisch specialistische revalidatie: zorg zoals revalidatieartsen plegen te bieden’ van het Zorginstituut Nederland uit 2015 geeft meer helderheid over de vraag of zorg binnen de afbakening van de medisch specialistische revalidatiezorg past. We gaan ervan uit dat de zorg, zoals verleend in instellingen voor revalidatiezorg, hieraan voldoet. Ook gaan we ervan uit dat u het algemene beroepskader revalidatiezorg en de recent ontwikkelde behandelkaders voor de specifieke doelgroepen toepast. We bespreken graag met u hoe u deze heeft ingebed in de huidige zorgverlening. De organisatie en vorm van oncologische revalidatie en nazorg is momenteel suboptimaal georganiseerd en staat hierdoor in de belangstelling. Het Zorginstituut Nederland kijkt momenteel naar een nadere specificering van deze zorg. De uitkomst hiervan wordt in de loop
van 2016 verwacht en deze zullen we meenemen binnen onze zorginkoop voor 2017.
de trombosezorg elkaar weten te vinden en waarin de vereiste kennisuitwisseling plaatsvindt.
Om met elkaar meer inzicht te krijgen in behandel resultaten is eind 2015 in een samenwerking tussen Revalidatie Nederland, de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen en een tweetal zorgverzekeraars, waaronder CZ groep, een intentieverklaring getekend om te komen tot een Landelijke Databank Uitkomstmaten. Op termijn moet dit ertoe leiden dat de kwaliteit in revalidatiecentra verder omhooggaat. Patiënten krijgen hierdoor inzicht in de kwaliteit van zorg en het biedt verzekeraars de mogelijkheid om op basis van deze kwaliteitsinformatie gedifferentieerd in te kopen. Een ontwikkeling in de goede richting die bijdraagt aan een kwalitatief hoogwaardige, doelmatige en betaalbare revalidatiezorg.
Audiologische centra De zorg die audiologische centra verlenen moet voldoen aan de algemene beroeps- en behandelkaders voor de audiologische zorg, met inachtneming van de richtlijnen die door de Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (FENAC) zijn opgesteld. Tegen de achtergrond dat naar verwachting steeds meer verzekerden de komende jaren te maken krijgen met gehoorproblematiek, is een doelmatige regionale inbedding van de audiologische zorg steeds belangrijker om de zorgvraag binnen de landelijke groeikaders te kunnen opvangen. Daarbij is het de taak van de audiologische centra om complexe(re), multidisciplinaire gehoorzorg aan te bieden. CZ groep zal, mede gezien de genoemde ontwikkelingen, sturen op substitutie naar de audicien waarbij de ontwikkelde veldnorm in deze sector het uitgangspunt is.
Trombosediensten CZ groep vindt het belangrijk dat de zorgvraag van de trombosepatiënt meer centraal komt te staan. Dit kan door patiënten eigen regie te laten voeren en keuze mogelijkheden te geven. Voor onze verzekerden moet zelfmeten betaalbaar en beschikbaar zijn wanneer de verzekerde dit wenselijk vindt en ertoe in staat is. Het plaats- en tijdonafhankelijk zelfmeten kan van grote meerwaarde zijn voor de kwaliteit van leven. Door de moderne communicatiemiddelen is het niet langer noodzakelijk om deze zorg in de directe nabijheid van de patiënt in te kopen. Voor de patiëntveiligheid is een goede relatie tot de keten (huisarts, medisch specialist, verpleeghuis etc.) zeer belangrijk. Het is van belang dat we samen werkingsverbanden vinden waarin de partijen binnen
CZ groep vindt de kwaliteit van de geleverde zorg van groot belang. Vanuit dat perspectief hechten wij aan de deelname van de audiologische centra aan de CQImetingen die de FENAC/NVVS coördineert. Wij vinden het belangrijk om inzicht te krijgen in de (ervaren) kwaliteit van zorg bij de audiologische centra en gaan ervan uit dat de resultaten aan zorgverzekeraars beschikbaar worden gesteld. CZ groep heeft, sinds de overgang naar prestatie bekostiging, bij de inkoop nadrukkelijk aandacht voor het mitigeren van de regionale verschillen in prijs- en volumemix. Ook komend jaar zal daar onverminderd aandacht voor zijn, zeker in de wetenschap dat de effecten van de
35
doorgevoerde verkorting van de doorlooptijd inmiddels zichtbaar zijn.
4.6 Buitenland CZ groep heeft al enkele jaren contracten met zieken huizen en medisch specialisten in de grensregio’s met België (Vlaanderen) en Duitsland (Nordrhein-Westfalen). Voor 2017 willen we deze contractering consolideren. België In België sluiten we tripartiete overeenkomsten met ziekenhuizen en de Christelijke Mutualiteiten (CM), waarin we ook een afspraak maken over de maximale zorgomzet. Zo willen we voorkomen dat het in Nederland afgesproken bestuurlijk hoofdlijnenakkoord zal leiden tot een weglek-effect naar het buitenland. Het volumegroeipercentage dat in het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord is vastgelegd, hanteren wij ook bij de contractering in België. Daarnaast maken we, net als in Nederland, selectieve inkoopafspraken over de geselecteerde aandoeningen borstkanker, bariatrie, blaasverwijdering en schisis. Ziekenhuizen die niet voldoen aan de minimumnormen zoals in het verantwoordingsdocument zijn vastgelegd, contracteren we niet voor de behandeling van deze aandoeningen. Duitsland In Duitsland liften we mee op de contracten van de AOK Hamburg-Rheinland met ziekenhuizen en vrijgevestigde medisch specialisten. Via de internationale zorgpas kunnen verzekerden van CZ groep, OHRA, DeltaLloyd en OPZP met hetzelfde gemak als in Nederland gebruik maken van de zorg in de Duitse grensregio.
5 Voorwaarden voor een contract
CZ groep maakt voor het aangaan van een overeenkomst onderscheid tussen bestaande en nieuwe zorgaanbieders. Een bestaande zorgaanbieder heeft in 2016 een overeenkomst (medisch specialistische zorg) met CZ groep op basis waarvan hij zorg bij CZ groep heeft gedeclareerd. Zorgaanbieders die in 2016 geen overeenkomst (medisch specialistische zorg) hebben met CZ groep, beschouwen wij als nieuwe aanbieders. Uitgangspunt is dat CZ groep de contractuele relatie met al gecontracteerde zorgaanbieders in 2017 wil voortzetten. Bepalend hierbij is dat de overeenkomst gedurende 2016 niet is beëindigd en dat we voor 2017 overeenstemming bereiken over de inhoud van het contract.
nummer in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. • Het medisch en paramedisch personeel van de zorg aanbieder is BIG-geregistreerd. • De zorgaanbieder beschikt over een geldige AGB-code voor het leveren van de zorg. • De zorgaanbieder beschikt over een gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem, al dan niet als integraal onderdeel van een kwaliteitskeurmerk. • De zorgaanbieder neemt deel aan relevante uitvragen van de IGZ en kwaliteitsindicatoren zoals opgenomen in de Transparantiekalender (www.zorginzicht.nl/ bibliotheek/Paginas/transparantiekalender.aspx).
Zorg Iedere zorgaanbieder die voor een overeenkomst in aanmerking wil komen, dient te voldoen aan de volgende eisen.
Algemeen • De zorgaanbieder dient, indien wettelijk benodigd, te beschikken over een toelating WTZi, waaruit blijkt dat de door de zorgaanbieder aangeboden zorg geleverd mag worden. • De zorgaanbieder beschikt over een geldig inschrijf-
• Het zorgaanbod van de zorgaanbieder is grotendeels gericht op zorg vanuit de Zorgverzekeringswet. • De zorgaanbieder levert kwalitatief verantwoorde zorg die klantgericht en doelmatig wordt verleend naar de stand van de wetenschap en praktijk. • De zorgaanbieder werkt met zorgpaden, inclusief voor- en nazorg. • De zorgaanbieder en de door hem verleende zorg voldoen aan alle eisen die wet- en regelgeving hieraan stellen.
36
Specifieke eisen voor ZBC’s • De zorgaanbieder beschikt over een kwaliteitskeurmerk (bijvoorbeeld ZKN, HKZ of NIAZ). • Bij nachtelijk verblijf zijn minimaal 2 verpleegkundigen aanwezig. • De zorgaanbieder heeft een schriftelijke achterwacht regeling met een of meerdere ziekenhuizen. • De zorgaanbieder beschikt over een 24/7 bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst voor de eerste opvang met deskundig BIG-geregistreerd personeel. Dat personeel handelt bij problemen adequaat en kan 24/7 een medisch specialist oproepen die de patiënt binnen een uur kan zien. • De zorgaanbieder heeft een regeling voor achterwacht en waarneming. Zorgaanbieders dienen over de benodigde documenten te beschikken en deze te kunnen overleggen als CZ groep daarom vraagt. Bovenstaande eisen zijn bepalend voor de vraag of de zorgaanbieder in aanmerking komt voor een overeenkomst. Daarnaast gelden als minimumeisen de randvoorwaarden op het gebied van toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid zoals deze in dit zorginkoopbeleid zijn opgenomen.
Bestaande zorgaanbieders Bestaande zorgaanbieders kunnen door het insturen van een offerte aan CZ groep kenbaar maken dat zij in aanmerking willen komen voor een overeenkomst. In hoofdstuk 6 van dit zorginkoopbeleid vindt u meer informatie over de wijze waarop u dit kunt doen en de termijnen die wij hiervoor hanteren.
Nieuwe zorgaanbieders Nieuwe zorgaanbieders dienen kenbaar te maken dat zij in aanmerking willen komen voor een overeenkomst door het invullen van een vragenlijst (https://uitvragen.zp.vecozo.nl). Naast algemene informatie over de organisatie, het zorgaanbod en de minimumeisen, worden ook de 5 hieronder genoemde aandachtspunten uitgevraagd. Daarnaast vragen we een businesscase aan te leveren waarin de instelling voor medisch specialistische zorg laat zien wat de meerwaarde van de instelling is ten opzichte van het bestaande zorgaanbod in de regio. In de case dienen in ieder geval het zorgaanbod, kwaliteitstransparantie, efficiënte organisatie en doelmatigheid aan bod te komen. In hoofdstuk 6 van dit zorginkoopbeleid vindt u meer informatie over de wijze waarop u dit kunt doen en de termijnen die wij hiervoor hanteren. CZ groep beoordeelt de businesscase en toetst of het wenselijk en noodzakelijk is om een nieuwe instelling te contracteren vanuit het oogpunt van toegankelijkheid, doelmatigheid en innovatie van de zorg voor de doelgroep. Als we van mening zijn dat we al in voldoende mate aan onze zorgplicht voldoen, zien wij af van contractering van de instelling. CZ groep kan hierop een uitzondering maken als de instelling duidelijk
aantoonbare meerwaarde of een duidelijke innovatie biedt ten opzichte van het al gecontracteerde zorg aanbod. Zelfstandige behandelcentra nemen binnen de medisch specialistische zorg een bijzondere positie in. Vaak betreft het instellingen met een beperkt, gespecialiseerd zorg aanbod in een beperkte setting. Door specialisatie, standaardisatie en innovatie kunnen deze behandelcentra zich ten opzichte van ziekenhuizen onderscheiden op het gebied van doelmatigheid en vernieuwing van de zorg. Het aanbieden en inkopen van zorg in deze behandel centra brengt echter ook risico’s met zich mee. Door het ontbreken van een breed zorgaanbod, zoals in zieken huizen, is de continuïteit van de zorg een bijzonder aandachtspunt. Het gaat hierbij om continuïteit in brede zin: van de organisatie van de keten van de zorg tot de bereikbaarheid en beschikbaarheid bij complicaties. Bovendien hebben niet alle centra bij aanvang een inspectierapport en een certificering (in de zin van een keurmerk dat de kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg borgt). Bovenstaande punten lichten wij hieronder toe. Deze aandachtspunten werken we in 2016 verder uit waarbij het streven is om deze nadien te bespreken of uit te vragen bij reeds gecontracteerde zorgaanbieders. In de aanloop naar de contractering voor 2018 willen we kijken of we deze criteria als selectievere criteria voor de contractering van (bestaande) zorgaanbieders kunnen gebruiken. Voor alle nieuwe zorgaanbieders gebruiken we onderstaande punten mede als uitgangspunt ter beoordeling van de meerwaarde ten opzichte van het bestaande gecontracteerde zorgaanbod.
37
1. De zorgaanbieder werkt niet aanbod- maar vraaggericht CZ groep wil dat zijn verzekerden de juiste zorg op het juiste moment en op de juiste plaats ontvangen. Hierbij staat de zorgvraag van de verzekerde centraal. Dit houdt voor ZBC’s bijvoorbeeld in dat we kritisch kijken of zij de zorgvraag van de verzekerde wel het beste kunnen beantwoorden of dat de verzekerde mogelijk beter af is in een regulier ziekenhuis of in de eerste lijn. Dit kan onder andere door het hanteren van duidelijke in- en exclusiecriteria. 2. De zorgaanbieder biedt ketenzorg Om de zorgvraag van de verzekerde optimaal te beantwoorden, is het van belang dat de totale keten van aanbieders die zorg levert goed georganiseerd is. CZ groep wil dat de zorgaanbieders een vraaggericht ketenzorgaanbod hebben. Dit betekent dat zij alle gebruikelijke zorg, behorend bij de diagnostiek en behandeling van de zorgvraag van de verzekerde, aanbieden. Een ZBC kan deze zorg bijvoorbeeld zelf leveren of hierover afspraken maken met ketenpartners. 3. De zorgaanbieder heeft de juiste registraties, keurmerken en toelatingen Een kwaliteitskeurmerk of certificering geeft aan dat de kwaliteit en de veiligheid van de medische behandelingen door een onafhankelijke instantie is getoetst. Voorbeelden zijn ZKN, HKZ en NIAZ. 4. De zorgaanbieder biedt voldoende continuïteit van zorg, in het bijzonder bij nazorg en complicaties Hoewel dit altijd belangrijk is, is het met name een aandachtspunt voor ZBC’s vanwege de veelal
beperkte omvang en de aard van de geleverde zorg. Het gaat daarbij om de aanwezigheid van medisch specialisten en verplegend personeel. Onder continuïteit verstaan we ook dat er continue (telefonische) bereikbaarheid is en dat er afspraken zijn gemaakt, bijvoorbeeld met een ziekenhuis, om bij complicaties goede en tijdige medische zorg te garanderen. 5. Praktijkruimte(n) en (verblijfs)faciliteiten zijn passend geoutilleerd De praktijkruimte(n) en (verblijfs)faciliteiten moeten passend geoutilleerd en ingericht zijn en voor de patiënt goed bereikbaar en toegankelijk zijn. Voor zorgaanbieders die invasieve ver richtingen uitvoeren en/of klinische opnames bieden, is de inrichting en de veiligheid van operatiekamers en verblijfsfaciliteiten een bijzonder aandachtspunt.
38
6 Proces contractering 2017
6.1 Fasen van het contracteer proces Het contracteerproces bestaat uit de volgende fasen: • Fase 1: Voorbereiding, formuleren en publiceren van het zorginkoopbeleid 2017 door CZ groep • Fase 2: Indiening van de offerte door zorgaanbieders in het VECOZO Zorginkoopportaal • Fase 3: Beoordeling van de offerte door CZ groep en start van de onderhandelingen • Fase 4: Afronding van de onderhandelingen en formele vastlegging van de voorwaarden en de financiële afspraken • Fase 5: Publicatie van het zorgaanbod door CZ groep Fase 1 Met het publiceren van het zorginkoopbeleid Medisch Specialistische Zorg geven wij het ‘startsein’ voor het inkooptraject voor 2017. Dit document plaatsen wij op 1 april 2016 op onze website. U kunt het vinden onder www.cz.nl/zorgaanbieder. Fase 2 Om voldoende tijd in te ruimen voor het adequaat beoordelen van alle offertes, het voeren van
besprekingen met zorgaanbieders en het afronden van afspraken, dient u uw offerte uiterlijk in te dienen in de periode van 1 juni 2016 tot 15 juni 2016. U kunt de offerte indienen via het Zorginkoopportaal van VECOZO. Fase 3 Na het indienen van de offertes beginnen de onderhandelingen. Om de regionale besprekingen tijdig te kunnen starten, is het noodzakelijk dat elke zorgaanbieder zich aan de termijnen houdt. Bij tijdige ontvangst van de offertes zullen wij deze beoordelen en binnen 4 weken contact opnemen met de aanbieder. Op dat moment zullen wij nadere afspraken maken voor de vervolg procedure van de onderhandelingen. Fase 4 Wij wensen uiterlijk 1 november 2016 overeenstemming te bereiken voor 2017 en de voorwaarden, het omzet plafond en de prijslijst vast te leggen in een overeenkomst. Fase 5 Uiterlijk 19 november 2016 zullen wij onze verzekerden informeren over welke instellingen voor medisch specialistische zorg wij voor 2017 hebben gecontracteerd.
39
Nieuwe zorgaanbieders Ten aanzien van fase 2 en 3 geldt een aanvulling voor een nieuwe zorgaanbieder. Zoals in hoofdstuk 5 toegelicht, dienen nieuwe zorgaanbieders een vragenlijst en businesscase in te dienen. De vragenlijst is beschikbaar via het VECOZO Zorginkoopportaal (https://uitvragen.zp.vecozo.nl). Naast de vragenlijst en businesscase moet u als nieuwe aanbieder ook een offerte in termen van p x q voor 2017 indienen. De vragenlijst, businesscase en offerte moet u uiterlijk in de periode van 1 juni 2016 tot 15 juni 2016 indienen. Wij zullen de stukken daarna beoordelen en nemen indien nodig contact met u op voor aanvullende informatie. Uiterlijk 1 september 2016 laten wij weten of u in aanmerking komt voor een overeenkomst en of wij dus het onderhandelingstraject met u ingaan.
6.2 Technische aspecten indiening offerte 2017 De hele offerte (voor zowel A-segment, B-segment als OVP) moet in termen van p x q worden ingediend. Indiening vindt plaats via het Zorginkoopportaal van VECOZO. Bij de offerte voegt u een apart document met een toelichting op de offerte. De tarieven beschouwen
we als integrale tarieven (kostendeel en honorarium). Naast de overige verrichtingen kunnen andere kosten (bijvoorbeeld voor kwaliteitsregistraties of hulp middelen) niet apart in rekening worden gebracht. Vanzelfsprekend dient de offerte uitsluitend de zorg te bevatten die het ziekenhuis mag leveren volgens de (WBMV-)vergunning, de standaard van wetenschap en praktijk, de minimumnormen die zijn gesteld door de beroepsgroepen en de door CZ groep gestelde criteria in het kader van de selectieve inkoop. Basisverzekering (14- en 15-codes) versus aanvullende verzekering (16- en 17-codes) Zoals eerder vermeld maakt de zorg waarvoor een vergoeding geldt uit een aanvullende verzekering, geen deel uit van de overeen te komen maximale zorgomzet. Voor onze verzekerden willen wij over deze zorg toch prijsafspraken maken. Wij verzoeken zorgaanbieders daarom om bij het indienen van de offerte ook prijs voorstellen voor de 16- en 17-codes aan te leveren. Wij verwachten hierbij geen volumevoorstellen. Bij voorkeur maken we gelijke prijsafspraken voor verzekerde en niet-verzekerde zorg. De prijzen dienen bij contractering echter niet hoger te zijn dan bij niet-contractering.
1 april 2016 startsein inkooptraject 2017
6.3 Tijdpad JAN FEB
MRT APR MEI JUN JUL
AUG SEP
OKT NOV DEC
Fase 1 Voorbereiding, formuleren en publiceren inkoopdocument 2017 door CZ
Fase 2 Indiening offerte door zorgaanbieders in Vecozo Zorginkoopportaal
Fase 3 Beoordeling offerte door CZ en start onderhandelingen
Fase 4 Afronding onderhandelingen en formele vastlegging van de voorwaarden en financiële afspraken
Fase 5 Publicatie zorgaanbod door CZ
Fase 2 en 3 bevatten een aa nvulling voor nieuwe zorgaa n bieders. Deze worden in hoofdstuk 5 toegelicht 40
6.4 Bereikbaarheid Bij een optimaal lopend contracteertraject hoort een goede bereikbaarheid van beide kanten. Van onze zijde mag u verwachten dat wij gedurende het hele traject goed bereikbaar zijn. Communicatie zal plaatsvinden via het Zorginkoopportaal van VECOZO, maar in voor komende gevallen ook via onderling overleg: telefonisch, per e-mail en eventueel per post. De zorginkoper die uw offerte beoordeelt, laat u weten binnen welke termijn u een inhoudelijke reactie op uw offerte mag verwachten. Ook geeft hij door onder welk telefoonnummer en e-mailadres hij bereikbaar is. Op onze website staat per regio vermeld welke zorginkoper de contactpersoon is.
Ook staat vermeld als wij een behandeling binnen de Treeknormen bij een bepaalde zorgaanbieder niet kunnen garanderen (waarbij we deze behandeling binnen de Treeknormen elders wel garanderen). Het zorginkoopbeleid voor de contractering van MSZzorg voor 2017 stellen wij voor 1 april 2016 vast en zullen wij publiceren op onze website www.cz.nl/zorgaanbieder. Het document is voor elke (potentiële) zorgaanbieder digitaal toegankelijk. Daarnaast zullen wij het zorginkoopbeleid ook in een papieren versie naar bestaande contractspartners sturen.
6.5 Publicatie gecontracteerd aanbod
Uiterlijk 19 november presenteert CZ groep de gecon tracteerde zorgaanbieders voor 2017. Op www.cz.nl/zorgvinden is per aandoening, behandeling, specialisme, zorgsoort en leverancier een lijst met zorgaanbieders te zien met daarbij de volgende informatie: • NAW-gegevens van de zorgaanbieder; • de etalage-informatie die u zelf invult en beheert in Mijn Zorgaanbod; • de contractstatus, die overeenkomt met de vergoedingsstatus voor de verzekerden; • de wachttijden (indien beschikbaar); • kwaliteitsinformatie, waaronder de selectieve inkoop resultaten (indien beschikbaar); • patiëntervaringen (indien beschikbaar).
41
7 Betrekken van verzekerden bij het zorginkoopbeleid
CZ groep koopt zorg in die zo veel mogelijk aansluit bij wat onze verzekerden nodig hebben. Het is dan ook goed dat zij nog meer inspraak krijgen in het zorginkoopbeleid van zorgverzekeraars. Wij lopen hierop vooruit en geven patiënten een vaste plek in ons inkoopproces. Onze zorginkopers betrekken hen proactief en structureel bij het inkopen van zorg. Zij worden daarbij ondersteund door de afdeling Patiëntenparticipatie, die in 2015 is opgericht. Dankzij deze nieuwe afdeling hebben patiëntenverenigingen nu ook een eenduidig loket binnen CZ groep. In Nederland bestaan globaal 4 typen patiënten organisaties: de categorale patiëntenverenigingen, de cliëntenraden, de (regionale) zorgbelangen en de landelijke koepels. Afhankelijk van hun rol en doelgroep, betrekken we deze partijen bij ons zorginkoopbeleid.
Betrokkenheid Ledenraad De Ledenraad is ons hoogste bestuursorgaan, dat bestaat uit 21 verzekerden van CZ groep. In 2015 hebben wij hen geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van patiëntenparticipatie in ons zorginkoopbeleid. In 2016 betrekken we de Ledenraad nauwer bij het samenstellen daarvan. We gaan ervan uit dat de Ledenraad waar nodig feedback geeft om ons zorginkoopbeleid te verbeteren.
Betrokkenheid Zorgbelang Zorgbelang is een organisatie die de algemene patiëntenbelangen in een specifieke regio behartigt. De regionale zorgbelangorganisaties en CZ groep werken al 10 jaar intensief samen. Voor 2017 heeft Zorgbelang bepaald voor welke zaken extra aandacht nodig is bij het inkopen van zorg, in afstemming met alle inkoopsectoren. Zo hebben we dit jaar nog nadrukkelijker bekeken wat we aan zorg inkopen en hoe patiënten deze zorg ervaren.
Betrokkenheid individuele patiëntenverenigingen Bij onze selectieve inkoopaandoeningen heeft CZ groep regelmatig contact met de betrokken patiënten verenigingen. Hierbij vindt dan met name afstemming plaats over de gewenste te hanteren kwaliteitscriteria. Maar ook buiten onze selectieve inkoop is er regelmatig contact met diverse patiëntenverenigingen. Dit in het kader van algemene informatie-uitwisseling of voor specifieke items zoals de door hen opgestelde zorgstandaarden of keurmerken. Wij verwachten dat dergelijke contacten in de toekomst alsmaar zullen toenemen.
42
8 Ten slotte
De druk om onze (potentiële) verzekerden voor 19 november 2016 volledig te informeren over het gecontracteerde zorgaanbod voor 2017 neemt toe. Wij zetten alles op alles om vóór deze datum tot afronding van de besprekingen te komen. CZ groep heeft begrip voor de complexiteit van de wereld waarbinnen we tot afspraken moeten komen en voor ieders individuele belang daarbij. Wij vragen u echter om oog te hebben voor de afgesproken (landelijke) kaders die mede bepalend zijn voor het bereiken van overeenstemming. Graag gaan wij tijdig met u in overleg zodat we vóór 19 november een besluit kunnen nemen. Wij hopen dat ook u zich in dit proces coöperatief en constructief opstelt.
43
Bijlage 1: Dataregistratie
De instelling neemt, voor zover de betreffende zorg wordt geleverd, deel aan onderstaande registraties en geeft op verzoek van de zorgverzekeraar inzicht in de data uit deze dataregistraties.
1. De lopende deelregistraties en de door DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing) nieuw ontwikkelde registraties. Momenteel zijn de volgende registraties gereed: • Darmkanker (DSCA) • Borstkanker (NBCA) • Maag- en slokdarmkanker (DUCA) • Longchirurgie (DLSA) • Aneurysmachirurgie(DSAA) • Melanoom (DMTR) • Pancreaskanker (DPCA) • Carotis chirurgie (DACI) • Leverchirurgie (DHBA) • Longkanker-radiotherapie (DLRA) • Gynaecologische oncologie (DGOA) • Behandeling CVA (CVA Benchmark) • Kinderchirurgie (EPSA) • Bariatrie (DATO) • Spinale chirurgie (DSSR) • Behandeling Parkinson (DPIA) • Borstimplantaten (DBIR) • Coloscopieën (DGEA)
2. De cardiologieregistraties van de National Cardiovascular Data Registry (NCDR). 3. De dataregistratie van de HIV-zorg. 4. De dataregistratie van de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU). 5. De dataregistratie van de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Cranio-Faciale Afwijkingen (NVSCA). 6. De landelijke kwaliteitsregistratie voor de behandeling van hoofd- halstumoren. 7. Het ‘Meetbaar Beter-programma’ voor hartcentra. 8. De Quality Registry Neuro Surgery (QRNS).
Bijlage 2: Behandelingen uitgesloten van vergoeding waarvoor toestemming vereist is en/of die niet gecontracteerd zijn Uitgesloten van het contract is medisch specialistische hulp, die niet conform de Nederlandse Zorg verzekeringswet (Zvw) is. Eén van de criteria uit de Zvw is dat de zorg voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Zorg waarvoor (nog) onvoldoende weten schappelijk is bewezen dat deze effectief en/of veilig is (op korte dan wel lange termijn), komt niet voor vergoeding in aanmerking en valt dus niet onder het contract. Hieronder staan een aantal voorbeelden van behandelingen die niet aan bovenstaand criterium voldoen en dus niet onder het contract vallen. Deze lijst is overigens niet limitatief. Ook andere, meer experimentele of innovatieve behandelingen voldoen mogelijk niet aan bovengenoemd criterium. Informatie hierover is te vinden op de website van het Zorginstituut Nederland: www.zorginstituutnederland.nl.
• Discusprothese • Dynamische stabilisatie d.m.v. bijvoorbeeld Dynesis, X-stop, Coflex, DIAM-systeem • Minimaal invasieve chirurgie voor een lumbale wervelkanaalstenose • Percutane transforaminale endoscopische discectomie (PTED) • Facetgewrichtinfiltraties bij chronische lage rugklachten • Radiofrequente denervatie bij patiënten met chronische facetpijn, sacroiliacale gewrichtspijn, discogene pijn of een mengbeeld • Extracorporeal Shock Wave Therapy (ESWT) bij schouderklachten • Extracorporeal Shock Wave Therapy (ESWT) bij een fasciitis plantaris • Extracorporeal Shock Wave Therapy (ESWT) bij achillespees tendinopathie
• Radiotherapie bij Ledderhose • Radiotherapie bij M. Dupuytren • Plaatsing totale duimbasisprothese (CMC1-prothese) bij carpometacarpale (CMC) 1-artrose. • Vertebroplastiek en ballonkyphoplastiek bij pijnlijke compressie door wervelfracturen • Femoro-acetabulaire chirurgie ter behandeling van FAI (femoro-acetabulaire impingement) • Het plaatsen van een Metaal-op-Metaal heupprothese • Hyaluronzuurinjecties in een gewricht • Platelet Rich Plasma (PRP) bij laterale epicondylaire tendinopathieën • Mannitol infusie bij een complex regionaal pijnsyndroom type 1 • Intracorneale ringsegmenten bij keratoconus • Epithelial-on collageen crosslinking bij keratoconus en keratectasie
• DMEK hoornvliestransplantatie • Accomoderende lenzen bij cataract • Nervus vagus stimulatie bij depressie • Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS), transcraniële directie currente stimulatie (tDCS), electrische (corticale) stimulatie en andere vormen van neuromodulatie bij tinnitus • Cochleair implantaat bij tinnitus • Microvasculaire decompressie bij tinnitus • Endobronchiale klepplaatsing bij longemfyseem • Radiofrequente ablatie (RFA), Laser-induced interstitële thermotherapie (LITT) en/of Transarteriële chemo-embolisatie (TACE) bij levermetastasen (uitgezonderd TACE als palliatieve behandeling in salvagesetting van niet-reserceerbare functionerende neuroendocriene levermetastasen). • Transarteriële chemo-embolisatie (TACE) bij intrahepatisch cholangio(cellulair) carcinoom • SIRT/radioembolisatie bij levermetastasen • SIRT/radioembolisatie bij intrahepatisch cholangio (cellulair) carcinoom • Assisted hatching bij IVF • Foamsclerosering bij stamvarices
• Laparoscopische adhesiolyse bij chronische buikpijn • Duodenal-Jejunal bypass (EndoBarrier) voor de behandeling van obesitas met of zonder Diabetes Mellitus type II • Endoluminale fundoplicatie met Esophyx® bij gastro-oesofageale reflux • Transplantatie eilandjes van Langerhans • Wormtherapie bij inflammatoire darmziekten • Klinische opname voor kinderen met ernstige obesitas. Het gaat hier om de gecombineerde leefstijlinterventie met opname met als doel blijvende gewichtsreductie en gedragsverandering. • Electrische stimulatie van de lagere oesofageale sfincter bij gastro-oesofageale reflux ziekte • Sacrale neurostimulatie (SNS) bij kinderen en volwassenen met therapieresistente functionele obstipatie • Veneuze angioplastiek bij chronische cerebrospinale veneuze insufficiëntie (CCSVI) bij multiple sclerose (MS) • Transcraniële magnetische stimulatie bij depressie • Renale denervatie bij therapieresistente hypertensie • Occlusie van het linker hartoor bij atriumfibrilleren
• Neuromusculaire electrostimulatie (NMES) bij ernstig hartfalen • Deep Brain Stimulation als behandeling van therapieresistente depressie en therapieresistente Gilles de la Tourette • Nesovic-operatie, al dan niet gecombineerd met adductorenrelease, bij sportgerelateerde liesklachten (chronische pubalgia) • Occipitale neurostimulatie bij clusterhoofdpijn • Minimaal invasieve behandeling van een hallux valgus • PCA3 test bij prostaatkanker • Epidurale/peridurale injecties bij chronische, aspecifieke lage rugklachten • Plaatsing van een erectieprothese • Male Sling bij stress urine incontinentie • HIFU bij prostaatkanker • Steriele waterinjecties (SWI) ter pijnbestrijding bij een bevalling • Langdurige antibiotica bij patiënten met persisterende niet specifieke klachten in het kader van een post treatment Lyme disease syndroom (PTLDS)
Bijlage 3: Criteria voor gepast gebruik
Invasieve behandeling van varices 1. Definitie Het betreft de primaire varices in de benen als uiting van oppervlakkige veneuze pathologie. Recidief varices blijven hier buiten beschouwing. 2. Indicatiestelling Vergoeding in het kader van de zorgverzekering is alleen mogelijk als voldaan is aan alle volgende indicatie criteria: • er is sprake van significante klachten en/of symptomen, passend bij veneuze ziekte én • uit Duplex onderzoek blijken onderstaande bevindingen: - axiale staminsufficiëntie: reflux over een aaneengesloten lang traject inclusief de crosse; - een refluxduur van ten minste 0,5 seconde; - een diameter van de spatader van ten minste 3 mm doorsnede. Bij de afwezigheid van klachten en/of symptomen die bij veneuze ziekte passen of in het geval het alleen cosmetische redenen betreft, komt de eventuele behandeling niet ten laste van de Zorgverzekeringswet. De potentiële behandelopties zijn een operatieve
ingreep of endovasculaire behandeling. De effectiviteit van sclerocompressietherapie is, onafhankelijk van de techniek (vloeistof, foam of stoom), minder effectief dan de operatieve ingreep (klassieke strip) of de endovasculaire behandeling. Sclerocompressietherapie wordt niet gezien als gepast gebruik van zorg waardoor vergoeding vanuit de Zorgverzekeringswet niet mogelijk is. In geval van samenwerking tussen verschillende specialismen (chirurg en dermatoloog), kan slechts één zorgtraject worden gedeclareerd. Alle activiteiten die voortvloeien uit de zorgvraag van de patiënt worden geregistreerd binnen het zorgtraject dat het eerst is geopend, ongeacht het specialisme. 3. Registratie in dossier De volgende items moeten geregistreerd worden in het medisch dossier van de patiënt die een invasieve varicesbehandeling heeft ondergaan: 1. Klinisch beeld: - Anamnese: klachten, functionele beperkingen en de conservatieve behandelingen die zijn gevolgd; - Bevindingen bij lichamelijk onderzoek; - Registratie bevindingen conform CEAP classificatie. 2. Verslag duplex onderzoek waarin, per been en per
3. 4.
bloedvat, is vermeld: - diameter van het vat; - lengte van het insufficiënte traject; - (in)sufficiëntie crosse; - de refluxduur; Conclusie en reden keuze voor invasieve behandeling. De toegepaste behandeltechniek.
Operaties bij een lumbale discushernia (HNP) 1. Definitie Het betreft een operatie bij een lumbale discushernia (lage rughernia) met een radiculopathie/lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS). Hieronder verstaan we lokaal verplaatst discusmateriaal buiten de normale grenzen van de tussenwervelschijf, resulterend in pijn, spier zwakte of gevoelloosheid in een myotoom of dermatoom. De operaties bij een cervicale/thoracale discus hernia of een recidief discushernia vallen niet binnen deze definitie. 2. Indicatiestelling Een in opzet conservatieve behandeling verdient in de eerste drie maanden in het algemeen de voorkeur. Wanneer bij een lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) veroorzaakt door discushernia, de pijn in het been
meer dan 6 weken aanhoudt, progressief of ondraaglijk is en niet voldoende conservatief te behandelen is (niet afdoende reageert op pijnstilling volgens de WHO-pijnladder) kan operatief ingrijpen nodig zijn. Daarbij moet zenuwwortelcompressie door een discushernia op het bijpassende niveau zijn bevestigd middels een recente MRI. Uitzonderingen ten aanzien van de timing: het caudasyndroom is een indicatie voor een spoed interventie en ook bij een progressieve parese valt een spoedoperatie te overwegen. Een operatie is niet geïndiceerd als: • er alleen sprake is van rugpijn; • de beenpijn kort duurt (< 6 weken); • de dermatoom niet klopt met de beknelde zenuw. Nieuwe operatietechnieken voor lage rughernia dienen uitsluitend toegepast te worden in klinische trials. De laserbehandeling is vanwege de aanspraakbeperking bij een lumbale HNP geen verzekerde zorg. Ook de fusie wordt niet gezien als gepaste zorg. De percutane transforaminale endoscopische discectomie (PTED) wordt waarschijnlijk in het kader van onderzoek (voorwaardelijke toelating) opgenomen in de basis verzekering. Buiten dit onderzoek blijft de PTED geen verzekerde zorg. 3. Registratie in dossier De volgende items moeten geregistreerd worden in het medisch dossier van de patiënt die een rugherniaoperatie ondergaat:
1. Klinisch beeld: - Anamnese: klachten (inclusief startdatum), functionele beperkingen en de conservatieve behandelingen die zijn gevolgd (onder meer de WHO-pijnladder); - Lichamelijk onderzoek (reflexen, sensibiliteit, kracht links/rechts, welk dermatoom). 2. Verslag radioloog over de MRI. Dit verslag bevat een beschrijving van de aan- of afwezigheid van een zenuwwortelcompressie met vermelding van niveau en zijde. 3. Conclusie (niveau neurocompressie passend bij klinisch beeld) en reden keuze voor chirurgie. 4. Operatietechniek: open microdissectomie, endo scopisch, fusie, laser e.d.
Operaties bij PAOD (arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit) 1. Definitie Het betreft de operatieve behandeling van claudicatio intermittens. We hanteren daarbij de definitie uit de CBO-richtlijn ‘diagnostiek en behandeling van arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit’: claudicatio intermittens is het bestaan van arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit met symptomen en klachten bij inspanning (PAOD 2). 2. Indicatiestelling • Claudicatio intermittens wordt vastgesteld middels een bepaling van de enkel/arm-index of de looptest. • Wanneer sprake is van een index >0,9 cq. daling <0,15 is er geen sprake van significant vaatlijden en is ingrijpen niet aan de orde. Bij een waarde van <0,9 ofwel een looptest met een daling van >0,15 bij inspanning is wel sprake van vaatlijden.
• Er is pas sprake van een indicatie voor operatief ingrijpen na adequate conservatieve behandeling i.e. gesuperviseerde looptraining: min. 2-3x per week 30 minuten, gedurende 6 maanden. Indien voorafgaand aan operatief ingrijpen geen conservatieve behandeling is toegepast dient de motivatie hiervan in het dossier aanwezig te zijn. Wanneer er geen baat is bij conservatieve therapie is operatieve therapie geïndiceerd. Er zijn twee opties: percutaan (PTA/stent) of operatief (bypass, TEA). Routinematige primaire stentplaatsing is geen gepast gebruik van zorg. 3. Registratie in dossier De volgende items moeten geregistreerd zijn in het dossier van patiënten die vanwege deze aandoening een operatie ondergaan: 1. anamnese: klachten en duur ervan; 2. conservatieve behandeling: al of niet gesuperviseerde looptraining. -indien gevolgd: intensiteit (frequentie, aantal minuten/week, aantal weken), resultaat; -indien niet gevolgd: reden hiervan. 3. aanvullende diagnostiek: verslag enkel-/arm index, looptest; 4. operatietechniek (percutaan-PTA/stent, operatief (TEA, bypass)), indien stentplaatsing: vermelding van de reden waarom tot stentplaatsing is besloten.
MRI en artroscopie bij artrose van de knie 1. Gepast gebruik Afbakening voor de controle: het betreft patiënten van 50 jaar en ouder met artrose van de knie. • MRI Bij knieklachten wordt eerst een staande kniefoto, bij voorkeur met een fixed flexion opname gemaakt. Er is geen indicatie voor routinematig gebruik van een MRI. • Artroscopie - Bij artrose van de knie wordt geen artroscopie met lavage, debridement en/of nettoyage toegepast. - Alleen in geval van ‘slot’-klachten door grote fragmenten in de knie kan een artroscopische verwijdering overwogen worden. - Degeneratief meniscusletsel wordt niet operatief behandeld. 2. Registratie in dossier • MRI Indien er toch een MRI wordt gemaakt bij een patiënt van 50 jaar en ouder met knieklachten zijn de overwegingen hiervoor in het dossier vastgelegd. • Artroscopie - Klinisch beeld: Anamnese: klachten ( inclusief startdatum), functionele beperkingen. - Lichamelijk onderzoek: onderzoek knie. - Conclusie en toelichting keuze voor artroscopische behandeling.
3. Beoordeling Aan de hand van een steekproef uit de declaraties zullen we in 2018 de registratie in de medische dossiers beoordelen. De resultaten van deze materiële controle (uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de medisch adviseur) op ‘gepast gebruik’ bespreken we met de betreffende behandelaar en nemen we indien nodig mee in de afspraken voor 2019. Verwijzing: (NOV-richtlijn (2010) en Verstandig kiezen)
Endometrium embolisatie bij endometrium myomen 1. Gepast gebruik Naar aanleiding van een onderzoek naar de effectiviteit van embolisatie bij behandeling van endometrium myomen, is in 2013 de richtlijn Hevig Menstrueel Bloedverlies (HMB) aangepast (1). Op vrijwel alle relevante uitkomstmaten is een goede vergelijking te maken tussen embolisatie en hysterectomie en – in mindere mate – tussen embolisatie en myomectomie. Embolisatie geeft gunstigere resultaten dan hysterectomie met betrekking tot de kosten en het herstel tot aan werkhervatting. Wanneer een patiënt in aanmerking komt voor hysterectomie, dient embolisatie in de counseling betrokken te worden. Het niet beschikbaar zijn van embolisatie in het ziekenhuis is op zichzelf geen indicatie voor chirurgie. In dat geval dienen patiënten te worden verwezen.
2. Registratie Embolisatie bij HMB is een onderdeel van het zorgtraject van de gynaecoloog; ook wanneer de behandeling wordt uitgevoerd door de interventieradioloog. Voor de behandeling van Uterus myomatosus worden onderstaande diagnose en zorgactiviteiten gebruikt. 0307.G15: Uterus myomatosus
037111: Abdominale uterus extirpatie. 037131: Vaginale uterus extirpatie. 080828: Embolisatie van vaten. 037113: Laparoscopische uterus extirpatie, LAVH/LASH.
3. Beoordeling In 2018 zullen we de zorgprofielen per instelling analyseren aan de hand van de declaratiegegevens en bijbe horende zorgactiviteiten over 2017. Indien de bevindingen hiertoe aanleiding geven zullen we die ter sprake brengen tijdens de inkoopgesprekken in 2018. Verwijzing Richtlijn Hevig Menstrueel Bloedverlies
Bijlage 4: Procedure contractering CZ groep selectieve inkoopaandoeningen
A. Tijdpad
Activiteit
Planning
Om onze verzekerden uiterlijk op 19 november 2016 te kunnen informeren over het door ons gecontracteerde aanbod, hanteren wij het volgende tijdpad:
Doorontwikkeling selectieve zorginkoopbeleid Aankondiging en vragenlijst versturen aan aanbieders voor schisis Sluitdatum indienen vragenlijst schisis Ontvangen landelijke kwaliteitsgegevens
December 2015 Januari 2016
Versturen conceptscores naar aanbieders
Hoor-wederhoor periode waarin aanbieders reactie kunnen indienen op basis van de conceptscores Publiceren definitieve verantwoordingsdocument
Versturen definitieve scores naar aanbieders
Publiceren definitieve scores op zorgvinden
Uiterlijk 15 februari 2016 Uiterlijk 15 april 2016 voor borstkanker en bariatrie Medio mei 2016 voor infectieprothesiologie Eind maart 2016 voor schisis Eind mei 2016 voor borstkanker, infectieprothesiologie en bariatrie Begin april 2016 voor schisis Juni 2016 voor borstkanker, infectieprothesiologie en bariatrie Uiterlijk 2 mei 2016 voor schisis Uiterlijk 1 juli 2016 voor borstkanker, infectie prothesiologie en bariatrie Uiterlijk 2 mei 2016 voor schisis Uiterlijk 1 juli 2016 voor borstkanker, infectie prothesiologie en bariatrie Uiterlijk 19 november 2016
B. Wie komen in aanmerking voor contractering van selectieve inkoopaandoeningen? Alleen aanbieders die in het lopende contractjaar (2016) gecontracteerd zijn voor de selectieve inkoopaandoeningen komen in aanmerking voor een contract. Zij dienen te voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen van CZ groep. Startende centra of centra die het lopende jaar niet gecontracteerd zijn Nieuwe startende centra of centra die in het lopende contractjaar (2016) niet gecontracteerd zijn maar in 2017 in aanmerking willen komen voor een contract, zullen de door CZ groep gevraagde informatie moeten verstrekken ter beoordeling van de aanvraag. Een eerste toets zal zijn of CZ groep het uit oogpunt van toegankelijkheid voor de doelgroep wenselijk en noodzakelijk vindt om te contracteren. Indien CZ groep de meerwaarde van contractering onderkent, zal daarna de kwaliteitstoets op basis van het verantwoordingsdocument volgen. Hiertoe dient de nieuwe zorgaanbieder onder meer de vragenlijst selectieve inkoop en mogelijk aanvullende informatie aan CZ groep te verstrekken.
C. Toelichting beoordelingscriteria selectieve inkoop 2017 De 5 aandoeningen waarvoor CZ groep in 2017 selectief zorg inkoopt zijn: 1. borstkankerzorg (kopen we selectief in sinds 2011) 2. bariatrie (kopen we selectief in sinds 2012) 3. schisis (kopen we selectief in sinds 2014) 4. infectieprothesiologie (kopen we selectief in sinds 2014) 5. Mohs-chirurgie bij maligne huidtumoren
Naast de voorwaarden uit de overeenkomst gelden voor de selectieve inkoop een aantal specifieke inkoopvoorwaarden. Bij het versturen van de scores voor de fase van hoor en wederhoor, maakt CZ groep kenbaar wat de exacte vereisten zijn voor de criteria. Hiervoor stellen we een verantwoordingsdocument op waarin we de keuze voor de indicatoren alsmede de normering uitgebreid toelichten. Als een zorgaanbieder niet voldoet aan de gestelde inkoopvoorwaarden, komt hij niet in aanmerking voor een contract voor de desbetreffende aandoening. Wij beoordelen zorgaanbieders per aandoening op onderstaande aspecten. Borstkankerzorg De minimale kwaliteitsvoorwaarden voor contractering waarop wij de zorgaanbieders zullen beoordelen zijn: Voldoet aan alle minimale kwaliteitsnormen. Dit betekent: • 80% of meer van de patiënten is vóór de behandeling besproken in een pre-multidisciplinair team en hiervan is een digitaal verslag beschikbaar. • bij 80% of meer van de patiënten is er een volledige pathologieverslag, zoals gedefinieerd door de NABON, beschikbaar. Voldoet aan alle randvoorwaarden: • het percentage patiënten met een primair mammacarcinoom en/of DCIS dat is opgenomen en geaccordeerd door de behandelaars in de NABON mamma registratie (waarbij de informatie in de registratie volledig is) is ≥ 90%; • aanlevering van de landelijk afgesproken externe
NBCA-indicatoren aan CZ groep; • ten minste 75 primaire borstkankeroperaties per behandellocatie; • het percentage patiënten dat postoperatief besproken is in een multidisciplinair team en waarvan een digitaal verslag beschikbaar is, is ≥ 90%; • ten minste twee gecertificeerde NVCO-chirurgen aanwezig, die borstkankerpatiënten behandelen; • ten minste twee gecertificeerde internist-oncologen aanwezig, die borstkankerpatiënten behandelen; • het percentage patiënten met een BI-RADS eind categorie in de verslaglegging is ≥ 90%. Bij het versturen van de definitieve scores uiterlijk op 1 juli 2016, maakt CZ groep kenbaar wat de exacte vereisten zijn voor de categorie-indeling. Hiervoor stellen we een verantwoordingsdocument op waarin we de keuze voor de indicatoren alsmede de normering uitgebreid toelichten. Bariatrie De minimale kwaliteitsvoorwaarden voor contractering waarop wij de zorgaanbieders zullen beoordelen zijn: • Volume per behandellocatie: minimaal 100 ingrepen per behandellocatie. • Volume per chirurg: minimaal 50 bariatrische ingrepen per chirurg per jaar. Maximaal één chirurg mag dat jaar, als derde, vierde of vijfde chirurg in het ziekenhuis, minder dan 50 ingrepen uitvoeren. Indien een chirurg is gestopt met deze behandeling wordt hij niet meegeteld.
Verder moet uw instelling voldoen aan alle onderstaande basisvoorwaarden: • Data-aanlevering op alle indicatoren via DATO. • Voldoen aan de aspecten van een goede indicatie stelling volgens de norm met een gedocumenteerde afvalpoging van minimaal een half jaar. • Er wordt altijd een multidisciplinair voortraject doorlopen volgens de norm. • Er is altijd een multidisciplinair natraject ingericht volgens de norm met een follow-up periode van minimaal 3 -5 jaar. • Er zijn minimaal twee bariatrisch chirurgen die de ingrepen uitvoeren. • Er worden minimaal twee soorten bariatrische ingrepen uitgevoerd waarvan de Gastric Bypass er één van is. • Er is altijd een volledig multidisciplinair team aanwezig. Bij het versturen van de definitieve scores uiterlijk op 1 juli 2016, maakt CZ groep kenbaar wat de exacte vereisten zijn voor de criteria. Hiervoor stellen we een verantwoordingsdocument op waarin we de keuze voor de indicatoren alsmede de normering uitgebreid toelichten. Schisis De minimale kwaliteitsvoorwaarden voor contractering waarop wij de zorgaanbieders zullen beoordelen zijn: • CZ groep stelt als minimumnorm dat er per behandellocatie minimaal 25 operaties (bij nieuwe, nog niet eerder geopereerde, patiënten met schisis (definitie conform NVSCA) plaatsvinden. We toetsen de aantallen over het voorgaande jaar, dan wel op basis
van het gemiddelde over de drie voorgaande jaren; • De instelling beschikt over een multidisciplinair schisisteam waaraan de volgende disciplines deel nemen: plastisch chirurg, kaakchirurg, KNO-arts, kinderarts, klinisch geneticus, orthodontist, maatschappelijk werker of psycholoog en logopedist; • De instelling beschikt, op elke behandellocatie, ten minste over twee plastisch chirurgen, beide met recente ervaring in de behandeling van schisis patiënten. CZ groep gaat er hierbij vanuit dat beide plastisch chirurgen voldoende primaire schisis operaties verrichten; • De instelling beschikt, op elke behandellocatie, over minimaal twee kaakchirurgen, beide met recente ervaring in de behandeling van schisispatiënten; • De instelling neemt deel aan de landelijke registratie van NVSCA en de gegevens hiervan worden openbaar gemaakt; • De instelling houdt een complicatieregistratie van schisispatiënten met verslag bij; • Ten minste 90% van de nieuwe patiënten wordt binnen 2 weken gezien op het schisisspreekuur; • De algemene kenmerken van een zorgpad zijn opgenomen in het zorgpad van het ziekenhuis; De algemene kenmerken die opgenomen horen te zijn binnen het zorgpad zijn: 1. Een zorgpad is aandoeningsgericht en beschrijft het pad dat de patiënt doorloopt. 2. Een zorgpad is evidence-based (gebaseerd op wetenschappelijke evidentie). 3. Er is sprake van standaardisatie. De (deel)verantwoordelijkheden en taken van professionals zijn expliciet uitgeschreven. Voor doorlooptijden worden streefwaarden genoemd.
4. Uit de beschrijving van elke fase van het zorgpad wordt duidelijk hoe patiënten worden betrokken bij de besluitvorming en welke informatie en ‘empowerment’ patiënten ontvangen in die fase. 5. Er zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop gecontroleerd wordt of professionals zich aan het zorgpad houden en op welke wijze variantieanalyses plaatsvinden. • Er moet een zorgpad beschikbaar zijn voor patiënten en ouders; • De instelling is, op elke behandellocatie, een kindercentrum of heeft een kinderafdeling. Bij instellingen met een kinderafdeling worden de volgende aanvullende vereisten gesteld: - De instelling beschikt over ten minste één anesthesioloog met aandachtsgebied anesthesie bij kinderen, die in ieder geval wordt ingezet bij ingrepen bij kinderen jonger dan 2 jaar; - De instelling draagt er zorg voor dat bij laag complexe ingrepen bij kinderen tot en met 12 maanden cardiorespiratoire bewaking (apneubewaking) op de kinderafdeling wordt gegarandeerd; - Niet-kindercentra verwijzen naar een kinder centrum in geval van complexe chirurgie en (verwachte) intensieve postoperatieve zorg. Bij het versturen van de definitieve scores uiterlijk op 2 mei 2016, maakt CZ groep kenbaar wat de exacte vereisten zijn voor de categorie indeling. Hiervoor stellen we een verantwoordingsdocument op waarin we de keuze voor de indicatoren alsmede de normering uitgebreid toelichten.
Infectieprothesiologie De aspecten waar uw instelling minimaal aan moet voldoen zijn: • minimaal 20 infectiechirurgische knie- en heup revisies bij geïnfecteerde knie- en heupprothesen op behandellocatie per jaar; • minimaal 10 chirurgische knie- en heuprevisies per orthopedisch chirurg; • minimaal twee gespecialiseerde orthopeden aanwezig; • patiënten worden besproken in het MDO door orthopedisch chirurg, infectioloog en/of medisch microbioloog; • garantie dat de doorverwezen patiënten (vanuit de regio) door het ziekenhuis kunnen worden behandeld binnen een redelijke termijn; • de instelling heeft 2 jaar achtereen geen boven gemiddelde infectiepercentage bij de reguliere heup- en knievervangingen. Mocht dit wel het geval zijn, dan zal CZ groep vragen om een verklaring. Bij het versturen van de definitieve scores uiterlijk op 1 juli 2016, maakt CZ groep kenbaar wat de exacte vereisten zijn voor de criteria. Hiervoor stellen we een verantwoordingsdocument op waarin we de keuze voor de indicatoren alsmede de normering uitgebreid toelichten. Mohs-chirurgie bij maligne huidtumoren Voor de uitvoering van Mohs-chirurgie stelt CZ groep als minimumeis dat zowel de zorgaanbieder als de daar werkzaam zijnde dermatologen zijn gecertificeerd door de landelijke werkgroep Mohs-chirurgie. Zorgaanbieders en dermatologen die geen certificaat hebben, komen bij
CZ groep niet in aanmerking voor een contract voor de uitvoering van Mohs-chirurgie. Zorgaanbieders die wél gecertificeerd zijn beoordelen we op basis van toegankelijkheid en doelmatigheid om te bepalen of zij in aanmerking komen voor een overeenkomst. De landelijke werkgroep Mohs-chirurgie heeft het afgelopen jaar dermatologen en Nederlandse centra gecertificeerd voor het uitvoeren van Mohs-chirurgie. De werkgroep maakt de certificering en de gehanteerde criteria en onderbouwing in mei 2016 openbaar. CZ groep neemt deze gegevens mee in de contractering voor 2017. CZ groep zal evenals bij de andere selectieve inkoopaandoeningen een verantwoordingsdocument opstellen met hierin de concrete eisen.
Bijlage 5: Volumespeerpunten 2017 Korte omschrijving Amandelen Astma * Atrium fibrilleren * Benigne Prostaat Hypertrofie Carpaaltunnelsyndroom Cataract Chronisch hartfalen * Controle DRP * COPD * Cyclusstoornissen * Diabetes bij volwassenen * Dure geneesmiddelen indien overgeheveld per 01-01-2017 Follow up cardiologie overig * Follow up post infarct hartfalen * Galblaasverwijdering Heupvervanging HNP lumbaal Hoge bloeddruk * Knievervanging Lage rugklachten * Liesbreuk Lokale aanvulling Osteoporose * PAOD Plaatsen IUD * Ulcus cruris * Varices Voetcontrole bij diabetes *
Categorie 1
Categorie 2
Categorie 3
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x
* Dit betreffen producten welke ook voorkomen in de eerste lijn waarvan het wenselijk is de behandeling primair in de eerste lijn te laten plaatsvinden
Categorie 1
Aandoening
Zorgproduct
Omschrijving
Amandelen Benigne Prostaat Hypertrofie Cataract Galblaasverwijdering Heupvervanging Knievervanging Liesbreuk Liesbreuk
100101005 149999026 070401008 110901012 131999052 131999104 110401022 110401024
Oper adenoid/ tonsillen | Zonder VPLD | Kijkoperatie bij Goedaardige prostaatvergroting Standaard cataract operatie | Zonder VPLD | Oog lens Oper galblaas/ galwegen zwaar/ middel | Met VPLD | Spijsvertering galblaas/-weg/pancreas Totale heup operatie/ Implantatie heupprothese bij artrose | Met VPLD | Botspierstelsel ziekte/laat gev trauma Totale knie operatie/ Implantatie knieprothese bij artrose | Met VPLD | Botspierstelsel ziekte/laat gev trauma Hernia femoralis/ inguinalis | Oper open enkelzijdig zwaar | Spijsvertering hernia Hernia femoralis/ inguinalis | Oper endoscopisch enkelzijdig zwaar | Spijsvertering hernia
Categorie 2 Aandoening
Zorgproduct
Omschrijving
Astma Atrium fibrilleren Atrium fibrilleren Chronisch hartfalen Controle DRP COPD Cyclusstoornissen Diabetes bij volwassenen Lage rugklachten Osteoporose Osteoporose Voetcontrole bij diabetes Carpaaltunnelsyndroom Carpaaltunnelsyndroom Follow up post infarct hartfalen Follow up cardiologie overig HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal HNP lumbaal Hoge bloeddruk Hoge bloeddruk Hoge bloeddruk
100501046 099899063 099899072 099899066 079799037 100501036 149399028 040201013 990089041 131999067 131999174 099699083 990004071 069499006 219699011 219699023 131999258 131999257 131999260 131999259 131999262 131999261 131999264 131999263 131999266 131999265 131999268 131999267 090301007 090301015 090301013
1 of 2 polikliniekbezoeken bij astma Behandeling of onderzoek op de polikliniek bij Een (chronische reumatische) hartziekte of acuut reuma Consult op de polikliniek bij Een (chronische reumatische) hartziekte of acuut reuma Hartfalen licht poli Diagnose geen DRP | Licht ambulant | Oog chor/retina/corp vitr/endoftalmitis COPD licht poli Lichte behandeling op de polikliniek bij Stoornissen van de menstruatiecyclus Diabetes licht ambulant Lage rugklachten licht ambulant Osteoporose Dexa onderzoek Osteoporose licht poli Diabetische voet | Licht ambulant | Hart/Vaat arterie/arteriole/capillair Operatieve ingreep bij Plastische chirurgie aan armen of benen Operatieve ingreep bij Carpaaltunnelsyndroom (zenuwtunnelvernauwing in de pols) Follow-up na een hartinfarct Follow-up in verband met een hartafwijking of -ingreep (Lichte behandeling op de polikliniek) Oper wervelkolom zeer complex | Zonder VPLD | Oper wervelkolom zeer complex | Met VPLD | Oper wervelkolom complex | Zonder VPLD | Oper wervelkolom complex | Met VPLD | Oper wervelkolom zwaar | Zonder VPLD | Oper wervelkolom zwaar | Met VPLD | Oper wervelkolom middelzwaar wo Hernia cervicalis | Zonder VPLD | Oper wervelkolom middelzwaar wo Hernia cervicalis | Met VPLD | Oper wervelkolom middelzwaar wo recidief HNP | Zonder VPLD | Oper wervelkolom middelzwaar wo recidief HNP | Met VPLD | Oper wervelkolom middelzwaar wo HNP/ laminectomie | Zonder VPLD | Oper wervelkolom middelzwaar wo HNP/ laminectomie | Met VPLD | Hoge bloeddruk licht ambulant Hoge bloeddruk licht ambulant Hoge bloeddruk Poli 3-4/ Routine onderzoek >2
Categorie 2 Aandoening
Zorgproduct
Omschrijving
PAOD PAOD PAOD PAOD
099699004 099699040 099699041 099699098
PAOD PAOD
990062004 990062005
PAOD PAOD Ulcus cruris Varices Varices Varices
990062007 990062008 129999055 099799044 099799048 099799042
Varices
099799043
Varices
099799046
Varices
099799047
Varices Varices Varices
099799051 099799052 099799050
Plaatsen IUD
210301004
PAOD | Oper perifere vaten zeer zwaar/ endovasculaire stent | Zonder VPLD | Hart/Vaat arterie/arteriole/capillair PAOD | Oper huid/ weke delen zwaar/ middel | Zonder VPLD | Hart/Vaat arterie/arteriole/capillair PAOD | Oper huid/ weke delen zwaar/ middel | Met VPLD | Hart/Vaat arterie/arteriole/capillair PAOD 2/ PAOD arm | Oper perifere vaten zeer zwaar/ endovasculaire stent | Met VPLD | Hart/Vaat arterie/arteriole/ capillair Inbrengen van een stent(-graft) (inwendige prothese) in een slagader bij Een operatieve ingreep door een radioloog Inbrengen van meerdere stent(-graft)s (inwendige protheses) in een slagader bij Een operatieve ingreep door een radioloog Behandeling van een bloedvatvernauwing bij Een operatieve ingreep door een radioloog Behandeling van vernauwingen in bloedvaten bij Een operatieve ingreep door een radioloog Behandeling van een open been (ulcus cruris) Poli 1-5 Open operatie aan 1 stamvene bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Binnen de ader dichtmaken 1 stamvene bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Operatie aan 3 of meer stamvenen waarvan minimaal 1 open operatie bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Operatie aan 2 stamvenen waarvan minimaal 1 open operatie bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Binnen de ader dichtmaken 3 of meer stamvenen bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Binnen de ader dichtmaken 3 of meer stamvenen bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Dichtspuiten ader(s) onder echo-geleide bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Dichtspuiten ader(s) bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Poliklinisch via de huid verwijderen van een of meerdere aders bij spataderen/ chronische oppervlakkige aandoening aan de bloedvaten Plaatsen van een spiraal bij Anticonceptie / Voorbehoedsmiddelen
Categorie 3 Aandoening
Zorgproduct
Omschrijving
n.v.t.* * op dit moment geen geneesmiddelen vastgesteld die zijn/worden overgeheveld in 2016 respectievelijk 2017. Mochten deze onverhoopt na publicatie van dit inkoop document toch worden vastgesteld dan worden deze afzonderlijk gecommuniceerd.
580.073.1613
60