Kenniscentrum Zorginnovatie
Meer weten? Wilt u meer weten over de onderzoeken en projecten van Kenniscentrum Zorginnovatie? Heeft u zelf een vraag op het gebied van onderzoek? Wilt u ondersteuning bij een bepaald vraagstuk in uw organisatie? Of bent u benieuwd naar het laatste nieuws over het kenniscentrum en wilt u meer weten over aankomende evenementen? Bezoek dan onze website: kenniscentrumzorginnovatie.nl Of stuur een mail naar:
[email protected]
Kenniscentrum Zorginnovatie Telefoon: 010 794 5185 Het secretariaat is bereikbaar van 09:00 tot 17:00 uur
Zorgen waar het moet, ontzorgen waar het kan
Bezoekadres: Rochussenstraat 198 3015 EK Rotterdam Het secretariaat bevindt zich op 2e etage, kamer RS.02.130 Postadres: Postbus 25035 3001 HA Rotterdam
Kenniscentrum Zorginnovatie zorgt voor kennis die wérkt
Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam is een dynamische organisatie die praktijkgericht onderzoek doet voor de gezondheidszorg in de regio Rotterdam in nauwe verbinding met het onderwijs en de wetenschappelijke wereld
Zorgprofessionals zijn bij Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam aan het goede adres voor onderzoek ter verbetering van hun dagelijkse praktijk. Studenten krijgen er kans deel te nemen aan deskundig onderzoek in hun latere beroepsveld. Wij zijn gericht op vernieuwing van de gezondheidszorg. Ons motto is daarbij: optimale zorg waar het nodig is en zoeken naar mogelijkheden om te ontzorgen waar het kan. Ook dat laatste hoort erbij, want de vraag naar zorg neemt toe in kwantiteit en kwaliteit: dubbele vergrijzing van de bevolking, toename van het aantal chronisch zieken, groeiende (technologische) mogelijkheden en steeds mondigere cliënten die andere verwachtingen hebben van professionals. Innovatie is daarom urgent! Ons kenniscentrum steunt op ervaring. In 2002 begonnen wij aan de hogeschool met een aantal lectoren met praktijkgericht zorgonderzoek. Tientallen projecten hebben wij samen met zorgverleners, zorginstellingen en andere partners uitgevoerd, andere projecten lopen nu. Ze dragen bij aan concrete verbeteringen in ziekenhuizen, verzorgingshuizen, eerstelijnszorg en bij cliënten thuis. We hebben nieuwe producten geleverd die zorgprofessionals direct kunnen toepassen, maar we realiseren ook wetenschappelijk verantwoorde kennis. Nieuwe inzichten worden gepresenteerd op congressen, in vakpublicaties en in wetenschappelijke tijdschriften. In deze brochure leest u wat wij doen en hoe wij werken. U maakt kennis met vijf spraakmakende projecten. Zij staan voor veel meer! Kenniscentrum Zorginnovatie is een aantrekkelijke partner voor onderzoek en ontwikkeling, ook in uw praktijk.
Hogeschool Rotterdam staat middenin de samenleving. De hogeschool verbindt onderwijs en onderzoek ten dienste van de Rotterdamse regio. Het onderzoek is geconcentreerd in zes kenniscentra: Zorginnovatie, Sustainable Solutions, Creating010, Talentontwikkeling, Mainport Innovation en Innovatief Ondernemerschap.
Praktijkgericht onderzoek Wanneer het gaat om zorgvernieuwing, bestaan er in zorg en wetenschap genoeg goede ideeën over de richting waarin die gezocht moet worden:
3. Evidence based care: het professionele perspectief. Gericht op professioneel handelen en het bieden van kwalitatief hoogwaardige evidence based zorg volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten.
»» van ziekte en herstel naar gezondheid en preventie »» van zorgafhankelijkheid naar participatie en zelfmanagement »» van monodisciplinair organiseren naar meer samenhang »» van zorg in een kliniek naar zorg in de huiselijke omgeving »» van practice based care naar evidence based care »» van systeemgericht naar persoonsgericht »» van professionele zorg naar ‘samen zorgen’ door professionals, vrijwilligers en familie »» van zelf doen naar doen met technologische ondersteuning
4. Zorginnovatie met technologie: het innovatieperspectief. De inzet van techniek, ICT of media om de zorginnovatie optimaal te ondersteunen.
Maar hoe pas je zulke inzichten toe in de praktijk? Kenniscentrum Zorginnovatie zorgt voor kennis die wérkt door onderzoek, uitproberen, monitoren en evalueren. In samenwerking met zorgprofessionals en het onderwijs kan het zo bijdragen aan innovatie in de concrete omstandigheden waar de zorg elke dag voor staat. Door studenten en docenten van Hogeschool Rotterdam te betrekken bij de projecten werken we ook aan een betere opleiding van de professionals van morgen.
Samenwerking met professionals uit de praktijk
In elk onderzoek staat voor ons de cliënt centraal: levert het direct of indirect een bijdrage aan wat belangrijk is vanuit het patiëntenperspectief? Daarnaast is er steeds expliciet aandacht voor de rol, de werkwijze en de competenties van de zorgprofessional. In onderzoek van het kenniscentrum is altijd aandacht voor de rol van cultuur, bijvoorbeeld die verbonden met etniciteit en leefomgeving.
Kenniscentrum Zorginnovatie streeft naar het maken van strategische meerjarige samenwerkingsafspraken met zorginstellingen, maatschappelijke organisaties of deelgemeenten in Rotterdam en omgeving. Onderdeel van deze afspraken zijn de onderzoeksvragen vanuit de praktijk die het kenniscentrum probeert te beantwoorden door de kennis van onderzoekers, docenten, studenten en praktijkwerkers met elkaar te verbinden.
Samenwerking met het onderwijs Het kenniscentrum is binnen Hogeschool Rotterdam sterk verbonden met het Instituut voor Gezondheidszorg, dat (post)hbo-opleidingen in de gezondheidszorg verzorgt. Het kenniscentrum draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs door resultaten uit onderzoek te vertalen naar deze bachelor- en masteropleidingen. Zo sluit de afgestuurde student van deze opleidingen zoveel mogelijk aan bij de praktijkbehoefte van de Rotterdamse zorginstellingen. Het kenniscentrum draagt ook projecten aan die onderwijs en onderzoek met elkaar verbinden. Via praktijkopdrachten (proeftuinen, minoren, afstuderen) kunnen studenten een rechtstreekse bijdrage leveren aan een onderzoeksproject. Het kenniscentrum begeleidt deze studenten en is betrokken bij de organisatie van Minor+, waarin een team van ambitieuze studenten, docenten en onderzoekers ieder vanuit het eigen vak samenwerkt aan een gezamenlijke opdracht. Ook studenten uit andere onderwijsinstituten van de hogeschool, zoals Engineering, Media, Bouw, Logistiek, Financiën, Culturele Maatschappelijke Vorming, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening kunnen zinvolle bijdragen leveren aan projecten van Kenniscentrum Zorginnovatie. Tevens dragen wij ook hier weer bij aan de kwaliteit van het onderwijs.
De onderzoekslijnen Bij de aanpak van de zorgvernieuwing kiezen we vier invalshoeken die in vier onderzoekslijnen zijn ondergebracht, gericht op het ontwikkelen en verspreiden van kennis: 1. Zelfmanagement en participatie: het cliëntperspectief. Zorgverleners stimuleren en ondersteunen waar nodig de zelfredzaamheid en het zelfmanagement van cliënten. Meedoen in de samenleving is een centraal thema voor mensen met beperkingen en chronisch zieken. 2. Samenhang in zorg: het organisatieperspectief. Betere samenwerking tussen professionals en zorginstellingen onderling en tussen professionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Ketensamenwerking tussen organisaties en sectoren en verbetering van logistiek en efficiency.
Een van de projectvormen is de proeftuin, een meerjarig innovatief project waarin alle aspecten van de praktijk aan bod komen. Zorginnovatie betekent naast zorginhoudelijke verbetering tenslotte ook vernieuwing op terreinen als bedrijfsvoering, logistiek, omgeving, financiëring, ontwerp en bouw, techniek en sociale media.
Onderzoek
Verbinden & Ontwikkelen
Praktijk
Onderwijs
Kennis
De lectoren
Het kenniscentrum heeft een brede expertise over onderwerpen variërend van het voorkómen van zorg (door nadruk op preventie), het verbeteren van het professionele handelen met bruikbare kennis en interventies en het leveren van evidence based zorg, tot en met het ondersteunen van dagelijks leven met chronische aandoeningen (zelfmanagement en participatie). Deze kennis passen we toe op de hele levenslijn, van zorg rondom zwangerschap en geboorte tot en met zorg rond het einde van het leven.
Een lector is expert op een bepaald aandachtsgebied en geeft leiding aan een team van docenten, onderzoekers en studenten die onderzoek verrichten in samenwerking met externe partners.
Onze belangrijkste doelgroepen zijn: »» kinderen en jongvolwassenen met chronische aandoeningen »» ouderen met een zorg- of ondersteuningsvraag »» mensen met een beperking of handicap »» zwangere vrouwen En natuurlijk de zorgprofessionals, familie en vrijwilligers rondom deze doelgroepen.
Bij Kenniscentrum Zorginnovatie werken lectoren met de volgende aandachtsgebieden: »» Wijkzorg »» Samenhang in de Ouderenzorg »» Publieke Zorg en Jeugd »» Openbare Gezondheidszorg Aspecten van Ouderenzorg »» Perinatale Zorg en Preventie »» Transities in Zorg »» Disability Studies, Diversiteit in Participatie »» Arbeid en Gezondheid »» Evidence Based Care »» Zorgtechnologie »» Functieverlies bij Ouderen in Levensloopperspectief Het kenniscentrum en zijn lectoren werken samen met tal van landelijke en internationale kennis- en onderzoeksinstellingen. De kenniscirculatie en het uitwisselen van onderzoeksvragen en resultaten die daar plaatsvinden, verstevigen de positie en de kwaliteit van de regionale zorginnovaties. Want als kenniscentrum keren wij altijd terug naar de dagelijkse zorgpraktijk in Rotterdam en omgeving.
De zorg wil er vroeger bij zijn
PROGRAMMA KLAAR VOOR EEN KIND In Rotterdam overlijden meer baby’s dan in de rest van Nederland. Dat geldt met name voor de perinatale sterfte vanaf de 22e week van de zwangerschap tot een week na de geboorte. Ook andere uitkomsten rond de geboorte, zoals een te laag geboortegewicht en vroeggeboorte zijn in Rotterdam ongunstiger dan in heel Nederland. Een slechtere start kan voor een kind ook later tot grotere risico’s leiden. Het programma Klaar voor een Kind heeft als doel de zwangerschapsuitkomsten in de stad te verbeteren. Het programma wordt in opdracht van Gemeente Rotterdam gecoördineerd door Erasmus MC en GGD Rotterdam Rijnmond en loopt in ieder geval tot 2014. Klaar voor een Kind is opgebouwd uit een aantal ‘schakels’ waarvan Zwangerschap er een is. Voor de schakel Zwangerschap zijn onderzoekers van Kenniscentrum Zorginnovatie, de Verloskunde Academie Rotterdam* en het Erasmus MC verantwoordelijk. Binnen deze schakel lopen twee projecten: ‘Vroeg begonnen, veel gewonnen’ en ‘R4U’. Voor ‘Vroeg begonnen, veel gewonnen’ is een samenwerking aangegaan met deelgemeente Hoogvliet en verloskundigen en gynaecologen daar. Er is onderzocht waarom veel vrouwen pas laat naar een verloskundig zorgverlener gaan, met alle risico’s van dien. Om hier verandering in te brengen is bovendien een gerichte voorlichtingscampagne gestart met flyers en posters. Ook bezochten speciaal
opgeleide Voorlichters Perinatale Gezondheid een flink aantal ROC’s en groepsbijeenkomsten en informeerden zij vrouwen individueel. Om in een vroeg stadium risico’s voor de baby te signaleren, is verder het screeningsinstrument R4U ontwikkeld: een uitgebreide vragenlijst die naast medische ook sociaalmaatschappelijke, economische en psychische risicofactoren in kaart brengt. Zowel de onderzoeksresultaten als de ervaringen met de voorlichtingscampagne, de Voorlichters Perinatale Gezondheid en het ontwikkelde screeningsinstrument, worden nu ook gebruikt in het landelijke programma ‘Healthy Pregnancy 4 All’ waarbij Kenniscentrum Zorginnovatie en de Verloskunde Academie Rotterdam betrokken zijn. * De Verloskunde Academie Rotterdam is een samenwerkingsverband van Hogeschool Rotterdam en Erasmus MC. Hanneke Torij leidt de schakel Zwangerschap: ‘Het is schrikbarend om te concluderen dat er zwangere vrouwen zijn die pas bij 24 weken zwangerschap of zelfs later voor het eerst naar een verloskundige of gynaecoloog gaan. Juist hier kan veel gezondheidswinst worden behaald.’ klaarvooreenkind.nl
Houvast op weg naar zelfstandigheid
Werkzame handleiding
ACTIEPROGRAMMA OP EIGEN BENEN VOORUIT!
RICHTLIJN HIV EN ARBEID
Aanleiding voor het Actieprogramma Op Eigen Benen Vooruit! waren eerdere onderzoeken van het kenniscentrum naar wat jongeren willen en kunnen in de zorg. De onderzoeken Op Eigen Benen en Op Eigen Benen Verder hadden duidelijk gemaakt dat de transitiefase van kinderzorg naar volwassenenzorg in Nederland nog tekort schiet. Een aanzienlijk deel van de jongeren heeft bij deze overgang het gevoel in een diep gat te vallen. Ook zorgverleners vonden dat er in de zorginstellingen een betere aansluiting moet komen en dat jongeren beter moeten worden voorbereid op het volwassen leven met de aandoening.
Dankzij de medische vooruitgang is hiv een chronische ziekte geworden in plaats van een terminale aandoening. De aandacht verschuift naar het dagelijkse leven van mensen met hiv, waarin arbeidsparticipatie een belangrijke rol speelt. Mensen met hiv ondervinden vaak problemen bij het uitvoeren van hun werk of de terugkeer naar werk.
In het Actieprogramma Op Eigen Benen Vooruit!, uitgevoerd door Kenniscentrum Zorginnovatie en het CBO, hebben 30 verbeterteams van zorgverleners uit ziekenhuizen en revalidatiecentra in het hele land meegedaan. Het doel was met behulp van nieuwe interventies en door uitwisseling van ervaringen tot tastbare verbetering van de transitiezorg te komen. Eén van de ontwikkelde instrumenten is het Individueel Transitieplan/de Groei-wijzer, waarmee de ontwikkeling naar zelfstandigheid van jongeren wordt gestimuleerd. Andere interventies zijn de Transitiepoli en de Transitiecoördinator, waardoor de overgang van kinderzorg naar volwassenenzorg beter begeleid en gestructureerd kan worden. Deze interventies zijn met een aantal andere opgenomen in de Transitie Toolkit die online voor zorgverleners beschikbaar is: www.opeigenbenen.nu/toolkit Bij het verbeteren van de transitiezorg in de 30 teams werd de Doorbraakmethode gebruikt, een gestructureerde manier van werken waarin de nadruk ligt op actie in de dagelijkse praktijk. Door de inzet van velen, van de kinderverpleging tot en met de specialisten, konden bijna alle 30 teams in 2012 aan het einde van het Actieprogramma verbeteringen in hun transitiezorg aantonen. Over het onderzoek en de resultaten zijn onder meer de boekjes Op Eigen Benen, Op Eigen Benen Verder en Op Eigen Benen Vooruit! en het proefschrift On Your Own Feet verschenen. Projectleider AnneLoes van Staa: ‘De toename van het aantal chronisch zieke jongeren in Nederland geeft het belang aan van een vloeiende transitie naar de volwassenenzorg en een bredere kijk op adolescentengeneeskunde. Zorgen voor een veilige transitie is geen luxe, maar een noodzaak!’ opeigenbenen.nu
Met dit gegeven voor ogen is de Multidisciplinaire Richtlijn HIV en Arbeid ontwikkeld. Kenniscentrum Zorginnovatie, het Slotervaartziekenhuis Amsterdam, Erasmus MC, de HIV Vereniging Nederland en vele anderen werkten er samen aan. De richtlijn verzamelt de beschikbare kennis over hiv en arbeid en doet op basis van wetenschappelijke inzichten en praktijkervaring aanbevelingen voor het verbeteren van de zorg. Hij is bestemd voor mensen met hiv en een breed scala aan zorgverleners, van hiv-behandelaars en consulenten tot de bedrijfsarts en de bedrijfsmaatschappelijk werker. Er zijn geen Nederlandse cijfers over arbeidsparticipatie van mensen met hiv, maar volgens onderzoek in andere westerse landen is de werkloosheid bij deze groep 45 tot 65 procent. Hoofddoel van de richtlijn is dan ook het wegnemen van belemmeringen voor arbeidsparticipatie. Maatschappelijke participatie en werk geven een doel, structurering, sociale contacten, identiteit en inkomen en voor de samenleving betekenen ze behoud van expertise en minder aanspraak op regelingen voor arbeidsongeschiktheid.
In de samenleving bestaat een gebrek aan kennis over hiv en ook in de werksfeer komen onbegrip, misvattingen, angst, vooroordelen en discriminatie voor. De werknemer met hiv zelf kan een wisselende gezondheid hebben en beperkingen ervaren met invloed op de arbeidsparticipatie. De richtlijn geeft aanbevelingen over hoe hiermee om te gaan en gaat ook in op regelgeving, sociale voorzieningen en andere factoren. Het wetenschappelijke onderzoek voor de richtlijn werd gedaan door Kenniscentrum Zorginnovatie. Onderzoeker Marlies Wagener: ‘Gelukkig zijn er genoeg mensen met hiv die hun ervaringen willen delen. Op basis van hun verhalen zijn de thema’s voor de Multidisciplinaire Richtlijn HIV en Arbeid vastgesteld. Ook de zorgprofessionals hebben we ervoor geraadpleegd.’
Mensen met dementie, mantelzorgers en thuiszorg komen tot elkaar
Ouderen houden contact dankzij technologie
ACADEMISCHE WERKPLAATS DEMENTIE
INNOVATIEPROJECT DE VITALE LINK
In Capelle en Krimpen aan den IJssel bij Rotterdam loopt het veelzijdige project Academische Werkplaats Dementie. Doel ervan is de zorgkwaliteit voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers te verbeteren. Onderzoekers, praktijkwerkers, organisatiedeskundigen, docenten en studenten werken erin samen.
De meeste ouderen blijven graag zo lang mogelijk zelfstandig wonen, thuis of in een beschermde woonomgeving. Ook vanuit de zorg gezien is dat vaak de meest aantrekkelijke optie. Het betekent wel dat de zorg daar omheen goed gestructureerd moet worden, en dit terwijl de vraag groeit en het aanbod aan zorgverleners door de vergrijzing gaat krimpen. Kan moderne communicatietechnologie een bijdrage leveren aan beter contact tussen de zelfstandig wonende cliënt en de zorg? En er tevens aan bijdragen dat de oudere niet in een isolement terecht komt? Het innovatieproject De Vitale Link in de Rotterdamse wijk Pendrecht draait om het gebruik van beeldtelefoons in de ouderenzorg om tot betere zorg en meer participatie te komen.
Het eerste deel van het project (2008-2011) werd uitgevoerd door Thuiszorg De Zellingen, Kenniscentrum Zorginnovatie en het Van Kleefinstituut. In het tweede deel, vanaf 2012, staat de Academische Werkplaats ook ten dienste van nieuwe partners in de zorgketen dementie in Capelle en Krimpen. De Zellingen heeft het initiatief genomen tot deze zorgketen, waarin geriaters, huisartsenpraktijken, GGZ-medewerkers en welzijnsorganisaties meedoen. Dankzij de wisselwerking tussen praktijk en wetenschap kwamen we tot heldere onderzoeksvragen en nieuwe kennis: over de behoeften van mantelzorgers, over de zorgrelaties tussen mensen met dementie, hun mantelzorger en de zorgprofessional en over de toepassing van evidence based interventies in de thuiszorg. De intensieve samenwerking tussen onderwijs, wetenschap en praktijk heeft concrete producten opgeleverd voor de bijscholing van thuiszorgmedewerkers en het beroepsonderwijs. Vanuit Hogeschool Rotterdam hebben al meer dan honderd studenten meegewerkt aan een van de deelprojecten. De Zellingen heeft een meer geïntegreerde benadering van de zorg voor mensen met dementie en hun mantelzorgers bereikt. De functie wijkverpleegkundige met aandachtsveld dementie werd versterkt en kreeg meer tools en deskundigheid. Per thuiszorgteam zijn twee contactpersonen dementie aangesteld en opgeleid. Mantelzorgers worden beschouwd als vast onderdeel van de zorg. Aan de training ‘vroegsignalering van dementie’ namen 206 thuiszorgmedewerkers deel. De meesten gebruiken in hun praktijk de kaart Vroege Signalen van Dementie die door de Werkplaats is ontwikkeld. De training ‘communicatie met mantelzorgers en omgaan met probleemgedrag van mensen met dementie’ werd door 105 thuiszorgmedewerkers gevolgd. Door onderzoekers van het kenniscentrum is het boekje Dementie en Regie geschreven, over de relatie tussen mensen met dementie, hun mantelzorger en hun thuiszorgmedewerker. Onderzoeker Connie Klingeman: ‘Studenten zijn actief betrokken bij de Academische Werkplaats. Je ziet hun interesse voor het onderwerp dementie groeien. Dat blijkt uit reacties als “Mijn oma heeft het ook. Daar hield ik me nooit zo mee bezig, maar nu ben ik er toch mee aan de slag gegaan.” Dat vind ik heel mooi en hoopgevend.’
De Vitale Link is een samenwerking van Hogeschool Rotterdam (Kenniscentrum Zorginnovatie, Instituut voor Gezondheidszorg en Instituut voor Engineering & Applied Science), Woonstad Rotterdam, Gezondheidscentrum Zuiderkroon, Aafje, Erasmus MC Geriatrie en het bedrijf Xelion. In het kader van het project zijn in Pendrechtse wooncomplexen aan de Dinteloordstraat en de Burghsluissingel beeldtelefoons met internetaansluiting geïnstalleerd. In 54 zorgwoningen is de beeldtelefoon bovendien het middelpunt geworden van een breder zorgdomoticasysteem (domotica = integratie van technologie en diensten voor een betere kwaliteit van wonen en leven). De bewoners kunnen direct communiceren met de zorgmedewerkers, met de arts, met de bezoeker die voor de voordeur staat en later ook met familie en vrienden. De opgedane ervaring wordt weer gebruikt voor de ontwikkeling van een integraal systeem voor andere projecten in de zorg. In veel zorginstellingen wordt gewerkt met meerdere systemen naast elkaar. De zorgverlener heeft apparaten voor het openen van deuren, het verpleegkundig oproepsysteem of het brandalarm. Door een open standaard kunnen producten van diverse leveranciers naast elkaar werken over één systeem. Kenniscentrum Zorginnovatie doet voor De Vitale Link vooral onderzoek naar de behoeften van cliënten en zorgverleners en naar de tijdens het project opgedane ervaringen. Projectleider Yvonne Schikhof: ‘De samenwerking is heel constructief. De partijen in de projectgroep zijn telkens bereid met elkaar na te gaan hoe een volgende stap te nemen. Ze willen graag van elkaar en van elke stap leren. Ook buiten de projectgroep weten mensen elkaar te vinden.’ vitalelink.samenhangindeouderenzorg.nl