Werkproces 1.2
Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden
Zorgen voor het slaap– en waakritme ~Beroepsopdracht 6~
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 1 van 13
Inleiding en leerdoelen
Zorgen voor het slaap- en waakritme De titel van deze opdracht maakt wellicht al duidelijk waar deze opdracht zich op zal richten. Het belang van een goed evenwicht tussen het slaap- en waakritme geldt voor ons allemaal. Denk maar eens aan de behoefte aan rust (lichamelijk en geestelijk) na een drukke werkweek, of de moeite die het kost om na een aantal vrije dagen weer het ritme van een werkweek op te pakken. Het belang voor een evenwichtig slaap- en waakritme is voor zorgvragers met gezondheidsproblemen van een nog groter belang. Gezondheidsproblemen kunnen verergeren door bijvoorbeeld te weinig slaap. Tegelijkertijd is de opname in het ziekenhuis direct van invloed op het slaap- en waakritme van de zorgvrager. Uit een onderzoek uitgevoerd door de universiteit Utrecht met als titel ‘slaapkwaliteit in het ziekenhuis’ kwamen de volgende zaken naar voren: ‘het slaappatroon verandert zeer zeker in het ziekenhuis……. met als gevolg dat de slaapkwaliteit afneemt in het ziekenhuis. Bijna 60% van de patiënten gaven aan dat ze één of meer slaapproblemen ondervonden tijdens de opname’. In deze opdracht leer je hoe het slaap- en waakritme van een zorgvrager zich ontwikkelt, hoe een ziekenhuisopname hierop van invloed is en hoe je als verpleegkundige een bijdrage kan leveren in het zorgen voor een evenwichtig slaap- en waakritme. In onderstaand kader vind je de doelen die je tijdens de uitvoering van deze opdracht moet behalen.
Zorgen voor het slaap- en waakritme De student: verwoordt wat een evenwichtig slaap- en waakritme is en hoe dit in stand gehouden kan worden analyseert wat de oorzaken zijn van verstoringen in het slaap- en waakritme van zorgvragers en wanneer deze zijn ontstaan observeert wat het slaap- en waakritme is bij een zorgvrager en beoordeelt in hoeverre dit evenwichtig of verstoord is stelt interventies op en voert deze uit om een evenwichtig slaap- en waakritme te herstellen of te voorkomen dat het uit balans raakt
Competenties E F R
samenwerken en overleggen ethisch en integer handelen op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 2 van 13
Opdracht met een beschrijving van de context waarin de opdracht plaatsvindt
Het zorgdragen voor een evenwichtig slaap- en waakritme tijdens een ziekenhuisopname van een zorgvrager is een dagelijkse bezigheid van de verpleegkundige. De zorgvrager verblijft immers 24 uur per dag in het ziekenhuis. De zorg in het ziekenhuis gaat 24 uur per dag door. Dit betekent dat de gewoonten/ rituelen en omstandigheden die de zorgvrager thuis nodig heeft voor een evenwichtig slaap- en waakritme, in het ziekenhuis niet altijd kunnen worden gehanteerd. In deze opdracht richt jij je op het slaap- en waakritme van zorgvragers tijdens ziekenhuisopname en de interventies die de verpleegkundige kan ondernemen om het slaap- en waakritme in stand te houden of te herstellen. Complexiteit: De student zal de opdracht uitvoeren bij zorgvragers met een lage complexiteit. De zorgvragers bevinden zich tenminste een aantal dagen (2-4) op de verpleegafdeling en de student kan de eindverantwoordelijkheid voor de persoonlijke verzorging van de zorgvrager voor zijn rekening nemen. De door de student geplande en uitgevoerde interventies vallen binnen grenzen van de fase van de opleiding. NB: de student richt zich tijdens de opname enkel op verstoorde slaap- en waakritmes die tijdens de ziekenhuisopname zijn ontstaan. Chronische of reeds gediagnostiseerde verstoringen in het slaap- en waakritme bij zorgvragers worden buiten beschouwing gelaten.
Verantwoordelijkheid: De student kiest zorgvragers voor de opdracht waarbij hij zelf de verantwoordelijkheid kan nemen voor de uitvoering van de persoonlijke verzorging. De werkbegeleider zal vanzelfsprekend als back-up fingeren en blijft eindverantwoordelijke, maar zij zal in de besluitvorming en uitvoering geen actieve rol innemen. Transfer: De student kan de zorg voor een evenwichtig slaap en waakritme hanteren bij zorgvragers met verschillende levensfasen, achtergronden en opname- indicaties. De opdracht: 1. Je start de opdracht met een analyse, waarin je ten aanzien van onderstaande factoren op de verpleegafdeling beschrijft, hoe zij het slaap- waakritme kunnen beïnvloeden. Geef bij elke factor een voorbeeld. Beschrijf hierna per factor hoe deze kan worden weggenomen of verminderd. Klimaat op patiëntenkamers Meer-personenkamers Geluiden Verpleegkundige werkzaamheden Materialen De analyse mag maximaal 1.5 pagina bevatten. Lever het verslag ter beoordeling in bij je coach.
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 3 van 13
2.
Je richt je gedurende een periode van 2 tot 4 dagen, op het verstoorde slaap- en waakritme van 1 zorgvrager. Je observeert de zorgvrager gedurende een dag ten aanzien van zijn slaap- en waakritme. Naar aanleiding van een inventariserend gesprek zul je, in overleg met de zorgvrager, bepalen wat de oorzaak is van het verstoorde slaap- en waakritme. Op basis hiervan zul je samen met de zorgvrager een verpleegplan met interventies opstellen. In het verpleegplan wordt beschreven: De PES Een doel geformuleerd met behulp van de RUMBA criteria 4 verpleegkundige interventies, concreet geformuleerd Per interventie een motivatie waarom je deze interventie belangrijk vindt. Voer het verpleegplan, met de hierin opgestelde interventies, zoveel mogelijk zelf uit. In het geval dat je alleen nog dagdiensten draait, delegeer je interventies voor de avond- en nachtdienst aan collega’s. Evalueer met de zorgvrager in hoeverre het gestelde doel is behaald. Evalueer vervolgens mondeling met je werkbegeleider in hoeverre je het verpleegplan correct hebt uitgevoerd en wat je een volgende keer wellicht anders zou doen. Tot slot lever je het verpleegplan ter beoordeling in bij je coach.
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 4 van 13
Te behalen resultaat
Theorie/ Resultaat Praktijk P Analyse factoren van invloed op slaap- en waakritme P Mondelinge evaluatie van uitgevoerde zorg
Beoordelaar
P
Coach
Verpleegplan 1 verpleegkundige diagnose gericht op slaap- en waakritme
Behaald
Coach Werkbegeleider
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 5 van 13
POP en PAP
(75 min.) Bij elke beroepsopdracht wordt van jou verwacht dat je zelf een plan schrijft hoe je de opdracht in de praktijk wil gaan behalen. In de beroepsopdracht wordt aangegeven wat van jou wordt verwacht om de opdracht af te ronden (de praktijkopdrachten). Ook bieden we opdrachten in de theorie aan die je helpen om de kennis en vaardigheden op te doen om de praktijkopdracht te gaan uitvoeren (ondersteunende opdrachten). Het is nu aan jou om te bepalen hoe je aan de praktijkopdrachten gaat werken zodat je deze kan behalen. Dit doe je door een zogenoemd POP en PAP te schrijven. Dit staat voor Persoonlijk OntwikkelingsPlan en een Persoonlijk Activiteiten Plan. In het onderstaand schema staat aangegeven welke stappen je moet doorlopen om een volledig, concreet en bruikbaar POP en PAP te schrijven. Elk POP en PAP is weer anders. Iedereen heeft immers andere kennis en ervaring opgedaan in het leven, dus het leerproces is bij iedereen anders. Het leren opstellen van een POP en PAP maakt onderdeel uit van het leren plannen van het leerproces en het gestructureerd vormgeven van het leerproces. Ook dit zijn vaardigheden die jij je tijdens de opleiding eigen gaat maken! Bij elke beroepsopdracht dien je de opgestelde POP en PAP bij de coach in te leveren. Pas wanneer het POP en PAP door de coach is goedgekeurd, mag je in de praktijk aan de opdracht gaan werken. Oriëntatie Beschrijf wat nu je praktische ervaring al is met het onderwerp van de beroepsopdracht. Beschrijf wat nu je kennis is aangaande het onderwerp van de beroepsopdracht Te behalen resultaat Welk resultaat wil je bereiken met deze beroepsopdracht Uit welk specifiek gedrag blijkt je bekwaamheid bij de uitvoering van je werk op deze afdeling (competenties, SWOT) Welke producten kan je laten zien (zie beroepsopdracht) POP Waarin wil je jezelf nog ontwikkelen om deze beroepsopdracht te behalen (leervragen) Welke kennis Welke praktijkvaardigheden Welke persoonlijke leerdoelen PAP Stel acties op bij de leervragen die je in je POP hebt geformuleerd B.v. Ik ga ………….. B.v. Ik wil………….. B.v. Ik doe…………. B.v. Ik maak……….. Gebruik werkwoorden die een actie weergeven Wat heb ik hiervoor nodig B.v. -begeleiding van de werkbegeleider, mijn coach, mentor. B.v -tijd B.v. -stukjes B.v. -internet/ boeken/films Kortom Je werkbegeleider moet direct kunnen zien uit je PAP en POP: WAT je al WEET over dit onderwerp WAT je WILT WETEN over dit onderwerp WAT je gaat DOEN aangaande dit onderwerp WAT je hiervoor nodig hebt tijd, stukjes, begeleiding, internet, boeken
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 6 van 13
Ondersteunende opdrachten/ lesactiviteiten
A. (45 min.) Vul voor jezelf een weekplanning in waarbij je beschrijft welke activiteiten je gedurende de week onderneemt. Heb hierbij specifiek aandacht voor rust en inspanning, perioden van slapen, alcoholgebruik en het verschil tussen een werkdag en een vrije dag. Denk bijvoorbeeld eens aan onderstaande punten: Wat onderneem je wanneer je behoefte hebt aan ontspanning; Wat versta je onder uitrusten, hoe doe je dit; Wat voor soort inspanning zorgt er voor dat jij kunt ontspannen; Hoe lang slaap je ongeveer per nacht en hoeveel zou je het liefst slapen; Hoe vroeg ga je naar bed op werkdagen en wat is het verschil met vrije dagen. Wat zijn de lichamelijke, geestelijke en sociale klachten als je een aantal nachten niet voldoende slaapt. Neem je uitwerking mee naar les D. B. (45 min.) Bestudeer uit de reader Slaap- en waakritme hoofdstuk 1, 3, 5 en 6. Bestudeer uit ‘Basisverpleegkunde’ paragraaf 6.2 tot en met 6.5 Ga met behulp van de bestudeerde literatuur op zoek naar een beantwoording van de volgende vragen die zich richten op het slaap- en waakritme: Wat wordt er bedoeld met de term slaap- en waakritme Wat is de functie van een normaal slaap- en waakritme Wat zijn mogelijke oorzaken van verstoringen in het slaap- en waakritme zowel thuis als tijdens een ziekenhuisopname Welke symptomen wijzen op een verstoord slaap- en waakritme Welke interventies kun je toepassen om een evenwichtig slaap- en waakritme te bevorderen of te bewerkstelligen Neem je uitwerking en eventuele vragen of onduidelijkheden mee naar les D. C. (60 min.) Stel met behulp van de casussen uit bijlage 1, 2 verpleegplannen op. Beschrijf per verpleegplan: Een verpleegkundig doel, aan de hand van de RUMBA criteria 4 verpleegkundige interventies met hierbij een motivatie waarom je deze interventies belangrijk vindt. Neem je uitwerkingen mee naar les D. D. (2 lesuren) Volg de les van de verpleegkunde docent waarin het verpleegkundig proces rondom het slaap en waakritme centraal staat. Tevens zullen opdracht A, B en C worden nabesproken. E. (45 min.) Bestudeer ter voorbereiding op de masterclass van les F hoofdstuk 2, 4 en7 uit de reader Slaap en waakritme. Bestudeer ook 6.1.1 tot en met 6.1.7 uit ‘Basisverpleegkunde’. F. (2 lesuren) Volg de masterclass die zich zal richten op de neurologische aspecten van het slapen en de slaapcyclus. Er wordt ook ingaan op slaapbehoefte gerelateerd aan levensfasen, beïnvloedende factoren en slaapstoornissen.
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 7 van 13
G. (1 lesuur) Deze les staat in het teken van de relatie tussen ‘ethiek’ en het slaap en waakritme. Onder begeleiding van de docent voer je in de les discussie met je medestudenten over een aantal van onderstaande punten: zorgvragers kunnen zelf bepalen wanneer ze naar bed gaan; een ‘slaapmutsje’ voor het slapen gaan moet kunnen in een ziekenhuis; zorgvragers die ’s nachts slecht slapen mogen overdag in bed blijven; ook al kun je niet slapen, als je op bed ligt rust je toch uit; zorgvragers geef je nachtmedicatie, ook al moet je ze hiervoor wekken.
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 8 van 13
Bijlage 1 Casus 1 Dhr. Yilmaz is gisteren op de afdeling opgenomen. Hij had al een tijdje last van zijn buik en is nu opgenomen om te onderzoeken wat er mis zou kunnen zijn. Hij heeft over 3 dagen een CT-scan, tot die tijd wacht hij in het ziekenhuis. Dhr. maakt zich erge zorgen. Hij heeft nog geen idee wat er aan de hand zou kunnen zijn. Dhr. kan ’s nachts niet slapen. Hij valt dikwijls in slaap, maar schrikt dan weer wakker. Hij piekert zich suf. Overdag ziet dhr. er moe uit en hij geeuwt veel. Ook zegt hij zich prikkelbaar te voelen. P = Dhr. kan ‘s nachts moeilijk doorslapen (verstoorde slaap) E = Angst door onzekerheid gezondheid S = Dhr. zegt ’s nachts vaak wakker te worden Dhr. zegt te piekeren wanneer hij ’s nachts wakker is geworden Dhr. ziet er moe uit Dhr. geeuwt veel Dhr. zegt zich prikkelbaar te voelen
Casus 2 Dhr. Ling is gisteren op de afdeling opgenomen. Hij had al een tijdje last van zijn buik en is nu opgenomen om te onderzoeken wat er mis zou kunnen zijn. Hij heeft over 3 dagen een CT-scan, tot die tijd wacht hij in het ziekenhuis. Dhr. laat het allemaal over zich heen komen. Hij verwacht dat het allemaal goed zal komen. Toch ziet dhr. er moe uit. Hij geeuwt veel en zegt zich prikkelbaar te voelen. Bij navraag zegt dhr. dat hij moeite heeft met slapen. Hij valt wel in slaap, maar wordt ’s nachts regelmatig wakker van de geluiden op de afdeling en de verpleegkundig die ‘rondes loopt’. P = Dhr. kan ’s nachts moeilijk doorslapen (verstoorde slaap) E = Omgevingsgeluiden en rondes verpleegkundige S = Dhr. ziet er moe uit Dhr. geeuwt veel Dhr. zegt zich prikkelbaar te voelen Dhr. zegt ‘s nachts regelmatig wakker te worden
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 9 van 13
\ BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 10 van 13
Evaluatie Beroepsopdracht: ______________ Groep: ______________ Onderstaande vragen/ opmerkingen gaan over de ondersteunende opdrachten en lessen 1.
Bij de lessen en opdrachten begrijp ik wat er van me wordt verwacht: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens
2. De lessen en opdrachten geven me verdieping in het onderwerp: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens 3. De voorbereidende opdrachten (bijv. als voorbereiding op een les) zijn zinvol: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens 4. De studiebelastingsuren van de opdracht komen overeen met de werkelijkheid: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens Wanneer je ergens ‘volledig mee oneens’ óf ‘mee oneens’ hebt aangekruist, geef dan aan welk opdrachtnummer het betreft en wat er volgens jou veranderd kan worden:
5. Hoe heb je de studiebelasting ervaren? □ weinig
□ goed te doen □ te veel 6. De opdrachten in de bijlagen (bijv. kennistest of vragen maken) zijn zinvol: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens 7. In de verpleegkunde-lessen heb ik kennis opgedaan die ik goed in de praktijk kan gebruiken: □ mee oneens □ mee eens 8. Bij de skills-lessen is er voldoende tijd om de vaardigheden te oefenen: □ mee oneens □ mee eens 9. Bij de TSV-lessen is er voldoende tijd om de vaardigheden te oefenen: □ mee oneens □ mee eens 10. In de masterclasses heb ik kennis opgedaan die ik goed in de praktijk kan gebruiken: □ mee oneens □ mee eens
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 11 van 13
11. Deze opdracht vond ik het meest leerzaam_________________omdat ______________________________ ___________________________________________________________________________________________ 12. Deze opdracht vond ik het minst leerzaam_________________omdat ______________________________ ___________________________________________________________________________________________ 13. Deze les vond ik het meest leerzaam_________________omdat ___________________________________ ___________________________________________________________________________________________ 14. Deze les vond ik het minst leerzaam _________________omdat ___________________________________ ___________________________________________________________________________________________ Onderstaande vragen gaan over de opdracht(en) die je in de praktijk moest doen 15. Bij de opdracht(en) in de praktijk begrijp ik wat er van me gevraagd wordt:
17. De opdracht(en) is/ zijn op de afdeling goed te behalen:
□ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens
□ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens
16. De opdracht(en) in de praktijk sluiten aan bij de situatie op de afdeling: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens
18. De studiebelastingsuren van de praktijkopdracht(en) komen overeen met de werkelijkheid: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens
Omcirkel een cijfer wat je geeft voor de hele beroepsopdracht: 1
2
3
4
5
6
7
8
9
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
10
Pagina 12 van 13
Welke opmerkingen heb je nog:
Wat moet er hierbij volgens jou gebeuren:
Hartelijk dank voor het invullen en lever dit formulier in bij je mentor op school.
BBL-4, topklinisch traject RdGG, Cohort 2012 Opdracht 6: Zorgen voor het slaap- en waakritme
Pagina 13 van 13