Rapportage ActiZ ledenonderzoek
Zorgcontractering 2009
Voor
ActiZ, organisatie van zorgondernemers
Van
ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour
Luuk van Eijken MSc. Datum
23 april 2009
Pag. 1
Inhoudsopgave Voorwoord ActiZ................................................................................................................. 3 0.
Onderzoeksverantwoording zorgcontractering 2009 ................................................. 4 0.1
Respons op het onderzoek naar zorgcontractering ................................................ 4
1.1 Productieafspraken .......................................................................................................6 1.1 1.2
Tarieven intramuraal ............................................................................................. 6 Volume intramuraal............................................................................................... 9
1.3
Tarieven extramuraal........................................................................................... 10
1.4
Volume extramuraal ............................................................................................ 11
1.5
Ketenzorg dementie ............................................................................................ 12
2.
Afspraken kwaliteit & zorg......................................................................................14 2.1 2.2
Afspraken kwaliteit zorg......................................................................................14 Afspraken zorginnovatie- of verbeterprojecten .................................................... 16
2.3
Afspraken doelmatigheid van de zorg.................................................................. 16
2.4
Overige productieafspraken................................................................................. 18
3. Struikelpunten .............................................................................................................19 3.1
Disproportionele eisen ........................................................................................ 19
3.2
Verwachting problemen zorgcontractering........................................................... 22
4. Conclusie vanuit ActiZ – Innovatie onder druk ...............................................................23 Bijlage 1: Overzicht concessiehouders..............................................................................24 Bijlage 2: Begrippenlijst .................................................................................................... 25
Pag. 2
Voorwoord ActiZ Zorgorganisaties die op basis van de AWBZ zorg willen leveren moeten hiertoe productieafspraken maken met het zorgkantoor in de regio. In Nederland zijn er 32 zorgkantoren. Deze zorgkantoren behoren tot de twaalf AWBZ-verzekeraars, concessiehouders, die door de overheid zijn aangewezen. De zorgkantoren voeren in hun regio namens alle verzekeraars de AWBZ uit. Om de AWBZ zorg (in natura) bekostigd te krijgen moeten zorgorganisaties jaarlijks productieafspraken maken met het zorgkantoor: afspraken over bijvoorbeeld de prestaties, de prijs, de kwaliteit en de omvang van de zorg die de aanbieder mag leveren aan de cliënt. Het zorgkantoor is de enige AWBZ inkoper in de regio waar de zorgorganisatie zaken mee kan doen. Voor zorg met verblijf (intramurale zorg zoals verpleeg- en verzorgingshuizen) hebben zorgkantoren een contracteerplicht, voor zorg thuis (extramurale zorg) is er contractvrijheid. Het staat het zorgkantoor vrij om bij de inkoop aanbestedingsregels toe te passen. Idealiter kiest de cliënt zelf zijn aanbieder van voorkeur waar hij terecht wil om AWBZ zorg te ontvangen. Vooralsnog gaat dit via tussenkomst van het zorgkantoor. Dit is de huidige omgeving waarbinnen de zorgorganisaties ondernemen en de zorg verkopen aan het zorgkantoor. Jaarlijks worden productieafspraken gemaakt tussen zorgorganisaties en het zorgkantoor. Deze productieafspraken moeten uiterlijk per 1 maart zijn gemaakt voor het lopende kalenderjaar (deze cyclus wordt vervroegd voor 2010). In de productieafspraken is voor de zorgorganisatie vastgelegd welke en hoeveel zorg (in natura) door de AWBZ bekostigd wordt aan cliënten die voor de AWBZ zijn geïndiceerd. ActiZ, brancheorganisatie van zorgondernemers, volgt de ontwikkelingen rondom het inkoop- en contracteerbeleid tussen zorgorganisaties en zorgkantoren nauwgezet. Hiertoe heeft ActiZ wederom een onderzoek uitgezet onder haar leden: de zorgcontractering voor 2009. De uitkomsten hiervan staan in dit rapport. Hiermee ontstaat landelijk en regionaal transparantie over de AWBZ zorgcontractering. De uitkomsten voorzien zorgaanbieders in informatie over de uitvoering van de AWBZ. Ook voor ActiZ en voor andere landelijke en regionale partijen is de informatie van dienst om de uitvoering AWBZ te verbeteren. Uiteindelijk gaat het om het creëren van adequate condities waarbinnen zorgorganisaties succesvol kunnen ondernemen zodat professionals de (potentiële) cliënt van verantwoorde zorg kan voorzien.
Pag. 3
0. Onderzoeksverantwoording zorgcontractering 2009 0.1 Respons op het onderzoek naar zorgcontractering Het onderzoek naar zorgcontractering laat een goede afspiegeling van de ActiZ leden zien. Niet alleen is er een goede respons behaald, ook is de verdeling van de grootte in balans met het ledenbestand van ActiZ. In het onderzoek zijn de zorgorganisaties gekoppeld aan de AWBZ-verzekeraars, de concessiehouders. Hierbij zijn Achmea, Agis, CZ, Menzis en UVIT 1 de partijen met de grootste dekking. De andere concessiehouders zijn in de analyse ondergebracht in de groep overig. Een overzicht van alle concessiehouders staat in Bijlage 1. In de onderstaande figuren staan de belangrijkste kenmerken uitgesplitst. Respons Aantal benaderde zorgorganisaties
426
Aantal ingevulde vragenlijsten
167
Responspercentage
39,2%
Figuur 0.1 – Respons op onderzoek naar zorgcontractering * De benaderde personen zijn verzocht, als zij deel uitmaken van een groter organisatorisch verband of concern, één enquêteformulier in te vullen op het niveau waarop productieafspraken worden gemaakt met de zorgkantoren.
Productieomvang
Aantal
Percentage
Lager dan €5 miljoen
40
23%
Tussen €5 en €15 miljoen
38
23%
Tussen €15 en €25 miljoen
21
13%
Tussen €25 en €50 miljoen
38
23%
Meer dan €50 miljoen
30
18%
167
100%
Totaal
Figuur 0.2. – Verdeling naar productieafspraak
1
UVIT is een verzekeraarscombinatie van Univé-VGZ-IZA-Trias waartoe de VGZ en Trias zorgkantoren toe
behoren.
Pag. 4
Concessiehouder
Aantal
Percentage
Achmea
20
12%
Agis
24
14%
CZ
29
17%
Menzis
28
17%
UVIT
40
24%
Overig
26
16%
Totaal
167
100%
Figuur 0.3 – Verdeling naar dominante concessiehouder
Pag. 5
1.1 Productieafspraken In deze rapportage is een uitsplitsing gemaakt naar intra- en extramurale zorg. In paragraaf 1.1 en 1.2 zal worden ingegaan op de intramurale zorg met de ontwikkelingen rond de contracttarieven (1.1) en volumes inclusief het Volledig Pakket Thuis (1.2). In paragraaf 1.3 en 1.4 wordt ditzelfde voor de extramurale zorg beschreven. In paragraaf 1.5 wordt ingegaan op ketenzorg dementie. In Bijlage 2 is een begrippenlijst opgenomen.
1.1 Tarieven intramuraal Bij de intramurale zorg is een splitsing gemaakt naar type zorg. De splitsing ziet er als volgt uit: Reguliere verpleeghuiszorg
Reguliere verzorgingshuiszorg Aanvullende verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen Zorgzwaartetoeslagen Een volledig overzicht van de uitkomsten is te vinden in figuur 1.2. Het landelijke beleid is erop gericht in 2009, vanwege de transitie naar de nieuwe zorgzwaartebekostiging, intramurale zorg op het maximumtarief te contracteren.
Reguliere verpleeghuiszorg In het onderzoek naar zorgcontractering in 2009 blijkt dat 75% van de organisaties op het maximumtarief contracteert. Dit is zelfs iets afgenomen ten opzichte van 2008, toen 79% aangaf het maximumtarief te contracteren.
Reguliere verzorgingshuiszorg Bij de reguliere verzorgingshuiszorg is 72% van de organisaties gecontracteerd op het maximumtarief. Daarmee is het aantal licht afgenomen wanneer we dit vergelijken met 2008.
Aanvullende verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen Aanvullende verpleeghuiszorg heeft als enige een lichte stijging van het percentage organisaties dat contracteert op het maximumtarief. Was dit in 2008 nog 57%, in 2009 nam dit toe tot 61%.
Pag. 6
Zorgzwaartetoeslagen Bij de zorgzwaartetoeslagen was een lichte daling te zien. In 2008 gaf 75% van de respondenten aan het volledige tarief te hanteren. In 2009 is dit 70%. Desondanks contracteert het merendeel tegen het maximale tarief.
Afspraken zorgzwaartepakketten Wanneer we kijken naar de afspraken rond zorgzwaartepakketten blijkt dat bijna alle respondenten aangeven op tweezijdig verzoek, dus met het zorgkantoor, productieafspraken te hebben gemaakt. Dit is een enorme stijging ten opzichte van 2008: toen was er sprake van een uiteenlopende interpretatie van beleid. Alleen organisaties in het werkgebied van UVIT geven nu aan ook op eenzijdig verzoek afspraken te maken. De opmerkingen over zorgzwaartepakketten gaan vooral in op ‘onder druk’ gemaakte afspraken op tweezijdig verzoek. Het voorstel kwam dan vanuit het zorgkantoor, en met een beperkte speelruimte. Daarnaast geven de respondenten aan dat er veel onduidelijkheid is, zoals welke zorgzwaartepakketten verzorgingshuizen mogen bieden. Ook de mogelijkheid om bepaalde zorgzwaartepakketten aan te bieden zijn ingeperkt. Ja, tweezijdig
Ja, eenzijdig
Niet van
verzoek
verzoek
toepassing
2009
97%
3%
0%
2008
58%
23%
19%
Ja, tweezijdig verzoek Achmea
Ja, eenzijdig verzoek
Niet van toepassing
100%
0%
0%
Agis
95%
5%
0%
CZ
96%
4%
0%
100%
0%
0%
85%
15%
0%
Overig
100%
0%
0%
Totaal
97%
3%
0%
Menzis UVIT
Figuur 1.1 – Productieafspraken zorgzwaartepakketten naar concessiehouder
Pag. 7
Maximum tarief Tarieven intramurale zorg
Afwijking
2009
2008
2007*
2009
2008
2007*
Reguliere verpleeghuiszorg
75%
79%
85%
2,8%
2,1%
2,5%
Reguliere verzorgingshuiszorg
72%
74%
82%
2,7%
3,8%
2,6%
Aanvullende verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen
61%
57%
68%
4,0%
2,7%
3,1%
Zorgzwaartetoeslagen
70%
75%
85%
2,9%
3,2%
4,7%
* De vergelijking met 2007 is niet eenduidig te interpreteren omdat het ministerie van VWS in 2008 een generieke korting van 1% op alle intra- en extramurale tarieven heeft doorgevoerd. Het referentiepunt van de NZa maximumtarieven in 2008 en 2009 is wel vergelijkbaar. Figuur 1.2 – Overzicht tarieven intramurale zorg naar type intramurale zorg
Pag. 8
1.2 Volume intramuraal Bij het analyseren van de veranderingen in het volume van intramurale zorg bij de zorgorganisaties, zien we eenzelfde beeld als in 2007 en 2008. Het grootste deel van de respondenten geeft aan dat het volume gelijk is gebleven (70%). Opvallend is wel de toegenomen gemiddelde daling bij de organisaties die hebben aangegeven een volumedaling te hebben op hun intramurale zorg. Dit is opgelopen tot 4,7% terwijl dit in 2008 nog 3,3% was. In figuur 1.3 staan alle cijfers bij elkaar.
Volume intramurale zorg
Lager
Hoger
Gelijk
2009
18%
11%
70%
2008
18%
13%
69%
2007
21%
15%
64%
2009
2008
2,8%
2,0%
4,7%
3,3%
Volumegroei indien hoger (gemiddeld) Volumedaling indien lager (gemiddeld) Figuur 1.3 – Mutatie volume intramurale zorg
Het Volledig Pakket Thuis wordt slechts door een beperkte groep aangeboden. Veel respondenten geven aan dat er geen productieafspraken zijn gemaakt omdat deze zorg door hen niet aangeboden wordt. De andere reden is dat het zorgkantoor geen afspraken wilde maken over het Volledig Pakket Thuis. Bij het Volledig Pakket Thuis is opvallend dat 9 van de 38 aanbieders minder heeft geleverd dan hun verkoopinzet. Aantal cliënten Volledig Pakket Thuis Conform verkoopinzet Minder dan verkoopinzet
Aantal
Percentage 29
totaal
19%
278 51
9
6%
Nee
111
74%
Totaal
149
100%
329
Figuur 1.4 – Productieafspraken over Volledig Pakket Thuis
Pag. 9
1.3 Tarieven extramuraal Net als in 2008 zijn er grote verschillen tussen de tarieven van intra- en extramurale zorg. Voor 2009 geeft slechts 7%(!) van de respondenten aan het maximum tarief te hanteren. De gemiddelde afwijking is echter wel iets afgenomen. Was dit in 2008 nog 5,5%, voor 2009 is dit 4,9%. Maximum tarief Tarieven extramurale zorg Tarieven
Afwijking
2009
2008
2009
2008
7%
11%
4,9%
5,5%
Figuur 1.5 – Tarieven extramurale zorg
Net als in 2008 blijkt Agis in 2009 de hoogste korting toe te passen bij het contracteren. Daarbij is ook Menzis met 6,3% een van de grote afwijkers op de maximumtarieven. Opvallend is dat de andere grote concessiehouders juist in 2009 onder de gemiddelde afwijking zitten. Een overzicht van de afwijkingen op de maximumtarieven extramurale zorg per concessiehouder staat in figuur 1.6. De vergelijking met de tarieven van 2007 is niet opgenomen omdat deze niet goed is te maken. Naast de generieke korting van 1% die in 2008 is doorgevoerd op alle tarieven is in 2008 ook een tariefkorting van 3,5% ingevoerd op de functies Ondersteunende begeleiding en Persoonlijke verzorging die met de bonus/malus regeling ongedaan of tot 7% opgehoogd kan worden.
2009
2008
Achmea
5,0%
5,4%
Agis
6,6%
6,3%
CZ
4,0%
4,6%
Menzis
6,3%
5,1%
UVIT
3,9%
4,9%
Overig
3,0%
6,1%
Totaal
4,9%
5,5%
Figuur 1.6 – Afwijkingen op maximumtarieven per concessiehouder
Pag. 10
1.4 Volume extramuraal In de verdeling van de afwijking bij het volume extramurale zorg, zien we wat verschillen met 2008. In 2009 geeft 24% aan een lager volume te hebben gecontracteerd, maar daarentegen heeft 25% een hoger volume gecontracteerd. De verschillen zijn mede te verklaren doordat er een extra categorie is opgenomen voor organisaties die geen volume hebben vastgelegd omdat de cliëntkeuze het volume bepaalt en er sprake is van persoonsvolgende bekostiging (PVB). Deze categorie scoort 20%. Hieruit blijkt dat een vijfde van de extramurale zorg via PVB wordt bekostigd. Opvallend is dat wanneer zorgorganisaties een volumedaling hebben, deze ook zeer fors is. Deze is gemiddeld 27%(!). Een vergelijking met 2008 is niet mogelijk. In de meting van 2008 zijn de volumemutaties afgetopt op 20%. De data van 2009 liet echter zien dat een groot aantal organisaties forse dalingen had. Daarom is aftopping in 2009 losgelaten.
Niet bekend Volume extramurale zorg
Lager
Hoger
Gelijk
2009*
24%
25%
31%
2008
49%
31%
20%
2007
38%
34%
28%
2009
2008**
12,8%
9,7%
27,0%
9,9%
Volumegroei indien hoger (gemiddeld)
i.v.m. PVB 20%
Volumedaling indien lager (gemiddeld)
* Bij het vergelijken van 2009 met de voorgaande jaren moet worden meegenomen dat in 2007 en 2008 de volgende antwoordcategorie niet is bevraagd: ‘maximum zorgvolume ligt contractueel niet vast in verband met cliëntvolgende bekostiging’. ** Vergelijking van de cijfers tussen 2008 en 2009 zijn niet mogelijk in verband met aftopping van de afwijking op 20% in 2008. Figuur 1.7 – Volume extramurale zorg
Pag. 11
1.5
Ketenzorg dementie
In het onderzoek van 2009 zijn vragen gesteld over ketenzorg dementie. 40% van de respondenten geeft aan dat er afspraken zijn gemaakt over ketenzorg dementie met hun concessiehouder. Binnen de productieafspraken wordt voornamelijk casemanagement (45%) vastgelegd. 26% van de respondenten heeft voor deze ketenzorg op het maximumtarief kunnen contracteren en 22% heeft meerjarenafspraken kunnen maken. Dit is onvoldoende om de continuïteit van ketenzorg dementie op langere termijn te borgen. Productieafspraken dementiezorg
Aantal
Afspraken gemaakt
Percentage 66
40%
Geen afspraken gemaakt
101
60%
Totaal
167
100%
Figuur 1.8 – Productieafspraken dementiezorg
Productieafspraken dementiezorg
Aantal
Casemanagement gecontracteerd
Percentage 30
45%
zorgkantoor
25
38%
Maximumtarieven gecontracteerd
17
26%
Meerjarenafspraken gemaakt
15
23%
Toereikende facilitering vanuit
Figuur 1.9 – Productieafspraken naar onderwerp
De belangrijkste reden om geen afspraken te maken met de concessiehouder over ketenzorg dementie is het stadium waarin de ketenzorg dementie zich in de regio bevindt (40%). Daarnaast geeft een deel van de respondenten aan (nog) geen onderdeel uit te maken van ketenzorg (22%). Naast de ketenzorg dementie wordt door 29% van de respondenten ook afspraken gemaakt over andere ketens van zorg (figuur 1.11). De meest genoemde ketens zijn: Cerebraal Vasculair Accident (CVA) Palliatieve Terminale Zorg Samenwerking met huisartsen
Pag. 12
Geen afspraken gemaakt omdat
Aantal
Ketenzorg dementie in de regio is nog in een beginstadium van ontwikkeling
Percentage
40
40%
22
22%
11
11%
9
9%
8
8%
6
6%
5
5%
34
34%
Onze organisatie maakt geen onderdeel uit van ketenzorg Er is bestuurlijk tussen aanbieders nog onvoldoende draagvlak Onze organisatie heeft als onderaannemer afspraken gemaakt over ketenzorg dementie De eisen van het zorgkantoor zijn te veelomvattend De Mededingingswet/NMa biedt te veel onzekerheid en wordt gevreesd voor evt. sancties/boetes Het zorgkantoor was niet bereid voldoende aan mijn (financiële) verkoopvoorwaarden tegemoet te komen Anders
Figuur 1.10 – Redenen om geen afspraak te maken over ketenzorg dementie
Afspraken over andere ketens dan ketenzorg dementie Afspraken gemaakt
Aantal
Percentage 48
29%
Geen afspraken gemaakt
119
71%
Totaal
167
100%
Figuur 1.11 – Productieafspraken over andere ketens dan ketenzorg dementie
Pag. 13
2. Afspraken kwaliteit & zorg 2.1 Afspraken kwaliteit zorg Alle concessiehouders stellen eisen aan de kwaliteit van zorg. In de inkoopprocedure en het contract zijn bijvoorbeeld diverse (impliciete) bepalingen opgenomen. In het onderzoek is verder ingegaan op de afspraken die al dan niet zijn opgenomen in de overeenkomst met het zorgkantoor. De belangrijkste afspraak voor 2009 is net als in de voorgaande jaren een aantoonbaar kwaliteitssysteem (80%). Daarnaast speelt het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg een belangrijke rol. Zowel het meedoen aan, als het delen van de uitkomsten van dit Kwaliteitskader met de cliëntenraad, is bij een groot deel van de respondenten afgesproken (respectievelijk 68% en 65%). Laag scoren afspraken over de Netwerkindicatoren Dementie (7%) en het volgen van goede voorbeelden van het programma Zorg voor Beter (5%). Tussen de concessiehouders zijn ook een aantal opvallende verschillen waar te nemen. Zo maken organisaties in de regio’s van CZ (meten 79,3%; delen: 89,7%) en Menzis (meten 75,9%; delen: 72,5%) vaker afspraken over het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg (voor zowel meten en delen). Zorgorganisaties in de regio’s waar UVIT de concessiehouder is, maken minder dan gemiddeld afspraken over gecertificeerde kwaliteitssystemen of het hebben van een keurmerk als Perspekt (26,1%). CZ maakt met 20,7% veel vaker afspraken over Netwerkindicatoren Dementie. De overige kwaliteitsafspraken gaan voornamelijk in op de tevredenheid van cliënten. Ook worden afspraken gemaakt over investering in leerlingen en kwaliteit van de organisatie voor medewerkers. In figuur 2.1 op pagina 14 staat een volledig overzicht van de cijfers.
Pag. 14
Kwaliteitsafspraken
2009
2008
2007
80%
75%
82%
68%
37%
Aantoonbaar kwaliteitssysteem, bv. MIK-V, HKZ, INK, PREZO Meedoen aan metingen Kwaliteitskader Verantwoorde zorg* Bespreken uitkomsten Kwaliteitskader Verantwoorde zorg met cliëntenraad voor verbeterplannen
65%
Gecertificeerd kwaliteitssysteem of bezit van keurmerk (Perspekt)
51%
Netwerkindicatoren Dementie
7%
51%
50%
Goede voorbeelden van programma Zorg voor Beter volgen
5%
17%
12%
Anders
11%
8%
4%
* In 2008 is gevraagd of er kwaliteitsafspraken zijn gemaakt over de implementatie van de branchenorm Verantwoorde Zorg.
Per concessiehouder Kwaliteitsafspraken
Totaal
Achmea
Agis
CZ
Menzis
UVIT
Andere
Aantoonbaar kwaliteitssysteem, bv. MIK-V, HKZ, INK, PREZO
80%
80,0%
73,9%
75,9%
77,5%
87,0%
75,0%
68%
60,0%
56,5%
79,3%
75,0%
69,6%
45,8%
65%
40,0%
39,1%
89,7%
72,5%
73,9%
58,3%
kwaliteitssysteem of bezit van keurmerk (Perspekt)
51%
55,0%
39,1%
62,1%
55,0%
26,1%
54,2%
Netwerkindicatoren Dementie
7%
5,0%
4,3%
20,7%
5,0%
0,0%
8,3%
Meedoen aan metingen Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Bespreken uitkomsten Kwaliteitskader Verantwoorde zorg met cliëntenraad voor verbeterplannen Gecertificeerd
Goede voorbeelden van programma Zorg voor Beter volgen
5%
5,0%
0,0%
3,4%
5,0%
8,7%
12,5%
Anders
11%
15,0%
17,4%
13,8%
12,5%
0,0%
8,3%
Figuur 2.1 – Afspraken kwaliteit zorg 2009 per concessiehouder
Pag. 15
2.2 Afspraken zorginnovatie- of verbeterprojecten In het onderzoek is, naast de afspraken over kwaliteit, ingegaan op afspraken over zorginnovatie- en verbeterprojecten. Voor 2009 zien we een kleine daling van het aantal projecten dat voor meer dan de helft wordt gefaciliteerd door het zorgkantoor. Slechts 12,6% geeft aan één of meerdere projecten te hebben die zijn gefaciliteerd door het zorgkantoor. Wanneer we dit verder analyseren valt op dat 7 van de 20 respondenten die aangeven één of meerdere projecten hebben die gefaciliteerd zijn door het zorgkantoor, in het werkgebied van UVIT vallen.
Zorginnovatie- of verbeterprojecten gefaciliteerd door zorgkantoor Antwoord
2009
2008
Nee
87,4%
86,6%
Ja, over 1 project
11,4%
9,9%
Ja, over 2 projecten
0,6%
1,5%
Ja, over 3 of meer projecten
0,6%
2,0%
Figuur 2.2 – Zorginnovatie- of verbeterprojecten gefaciliteerd door zorgkantoor
2.3 Afspraken doelmatigheid van de zorg Bij de analyses over de gemaakte afspraken betreffende doelmatigheid, komen net als in 2008 de onderwerpen tariefkorting en normering van te leveren zorg binnen de bandbreedte van de indicatieklasse bovendrijven. Tariefkorting wordt voornamelijk door Achmea (85,0%) en UVIT (73,9%) toegepast. UVIT vinden we ook terug bij normering van te leveren zorg binnen de bandbreedte van de indicatieklasse (69,6%). 72,4% van de organisaties binnen het werkgebied van CZ geven aan hier afspraken over te hebben. Ten opzichte van 2008 is opvallend dat respondenten uit het werkgebied van Menzis minder harde afspraken hebben in 2009. Toen gaf 85% van de respondenten aan afspraken over tariefkorting te hebben gemaakt. In 2009 is dit nog 47,5%. Eenzelfde daling zien we bij normering van te leveren zorg binnen de bandbreedte van de indicatieklasse. In 2008 gaf 80% van de respondenten in het gebied van Menzis aan hier afspraken over te hebben gemaakt. In 2009 is dit 32,5%.
Pag. 16
Afspraken doelmatigheid
2009
2008
59%
58%
56%
59%
47%
38%
30%
26%
frictiedagen
7%
9%
Vergroten van omvang van groepen
2%
2%
Aanspreken reserves
1%
1%
Anders
8%
12%
14%
11%
Tariefkorting Normering van te leveren zorg binnen de bandbreedte van de indicatieklasse Sturing op de ‘mix van zorgproducten’ Beperking substitutie tussen productievolumes Verminderen mutatie- en
Niet van toepassing
Per concessiehouder Afspraken doelmatigheid Tariefkorting
Totaal
Achmea
Agis
CZ
Menzis
UVIT
Andere
59%
85,0%
56,5%
65,5%
47,5%
73,9%
33,3%
56%
60,0%
56,5%
72,4%
32,5%
69,6%
54,2%
47%
40,0%
60,9%
34,5%
27,5%
73,9%
54,2%
30%
20,0%
43,5%
41,4%
10,0%
39,1%
25,0%
7%
0,0%
13,0%
6,9%
12,5%
8,7%
0,0%
groepen
2%
0,0%
4,3%
3,4%
2,5%
0,0%
0,0%
Aanspreken reserves
1%
0,0%
4,3%
0,0%
2,5%
0,0%
0,0%
8%
5,0%
13,0%
10,3%
7,5%
8,7%
4,2%
14%
5,0%
21,7%
6,9%
22,5%
4,3%
25,0%
Normering van te leveren zorg binnen de bandbreedte van de indicatieklasse Sturing op de ‘mix van zorgproducten’ Beperking substitutie tussen productievolumes Verminderen mutatie- en frictiedagen Vergroten van omvang van
Anders Niet van toepassing
Figuur 2.3 – Afspraken doelmatigheid per concessiehouder 2009
Pag. 17
2.4 Overige productieafspraken 20% van de respondenten geeft aan dat er ook productieafspraken zijn gemaakt in het kader van de Zorgverzekeringswet (niet zijnde kraamzorg). De belangrijkste afspraken zijn gemaakt voor: paramedische zorg fysiotherapie diverse eerstelijnsbehandelingen De meeste productieafspraken worden gemaakt met de zorgverzekeraars achter de vijf grootste concessiehouders.
Pag. 18
3. Struikelpunten 3.1 Disproportionele eisen In 2008 werd door de respondenten nog een sterk gevoel van disproportionaliteit in de eisen van het zorgkantoor gepercipieerd. Vooral respondenten in het werkgebied van Achmea en Menzis haalden een hoog aandeel. Opvallend is dat juist deze twee een forse afname hebben. Menzis daalde van 65,0% naar 15,0%. UVIT en Agis worden nu het vaakst genoemd als het gaat om disproportionele eisen. Opvallend is de toegenomen perceptie van disproportionaliteit bij UVIT. Waar dit in 2008 nog op 27,8% lag, is dit in 2009 gestegen tot 56,5%. Per concessiehouder Disproportionele eisen
Totaal
Achmea
Agis
CZ
Menzis
UVIT
Andere
Zorgkantoor hanteert bij de inkoop van zorg disproportionele eisen voor 2009
36%
40,0%
52,2%
41,4%
15,0%
56,5%
25,0%
54%
77,1%
58,8%
58,3%
65,0%
27,8%
54,3%
Zorgkantoor hanteert bij de inkoop van zorg disproportionele eisen voor 2008
Figuur 3.1 – Disproportionele eisen per concessiehouder
Het belangrijkste struikelblok in 2009 is tariefkorting. Dit wordt door 80%(!) van de respondenten die disproportionele eisen ervaren aangegeven en is aanzienlijk hoger dan in 2008 (57%). Opvallend lager dan gemiddeld scoort Menzis hier met 50%. Het volledige overzicht is te vinden in figuur 3.2. In de aanpak van de disproportionele eisen zien we dat 80% de eisen (noodgedwongen) heeft geaccepteerd. 62% heeft overleg aangevraagd met het zorgkantoor en 38% heeft schriftelijk bezwaar aangetekend. Bij de stevigere juridische acties (3%) zien we dat alleen bij de respondenten in het werkgebied van CZ een juridisch traject is ingezet. Het volledige overzicht is te vinden in figuur 3.3. De Handreiking bij het contracteerbeleid AWBZ 2009 inclusief juridische adviezen van ActiZ heeft bij de respondenten voor bijna een kwart in redelijke mate bijgedragen aan de afwegingen voor de te volgen verkoopstrategie. Uit de opmerkingen blijkt dat het document inhoudelijk zinvol is, maar dat het zorgkantoor weinig tot geen onderhandeling toestaat.
Pag. 19
Disproportionele eisen
2009
2008
Tariefkortingen
80%
57%
Zorgkantoor beslist eenzijdig over bijstelling productieafspraken
48%
Voortzetting zorglevering na bereiken productieplafond
32%
33%
Het hanteren van bestuursverklaring(en) voor het voldoen aan eisen / voorwaarden uit het inkoopbeleid
22%
Oneigenlijke administratieve lasten
22%
Acceptatieplicht van nieuwe cliënten in volgorde van de wachtlijst
12%
Eenzijdig boetebeding
12%
35% 10%
Doorcontracteren van zorgplicht met vrijwaring voor derden
7%
Verplichte inzet van reservemiddelen
5%
2%
35%
54%
Anders
Per concessiehouder Disproportionele eisen Tariefkortingen
Totaal
Achmea
Agis
CZ
Menzis
UVIT
Andere
80%
75,0%
83,3%
83,3%
50,0%
100,0%
66,7%
48%
62,5%
41,7%
16,7%
66,7%
69,2%
33,3%
32%
62,5%
41,7%
8,3%
16,7%
53,8%
0,0%
22%
37,5%
16,7%
16,7%
0,0%
38,5%
16,7%
22%
12,5%
8,3%
66,7%
33,3%
0,0%
16,7%
wachtlijst
12%
0,0%
8,3%
16,7%
16,7%
23,1%
0,0%
Eenzijdig boetebeding
12%
0,0%
25,0%
16,7%
0,0%
15,4%
0,0%
7%
12,5%
8,3%
0,0%
0,0%
15,4%
0,0%
5%
0,0%
16,7%
0,0%
16,7%
0,0%
0,0%
35%
25,0%
33,3%
33,3%
33,3%
23,1%
50,0%
Zorgkantoor beslist eenzijdig over bijstelling productieafspraken Voortzetting zorglevering na bereiken productieplafond Het hanteren van bestuursverklaring(en) voor het voldoen aan eisen / voorwaarden uit het inkoopbeleid Oneigenlijke administratieve lasten Acceptatieplicht van nieuwe cliënten in volgorde van de
Doorcontracteren van zorgplicht met vrijwaring voor derden Verplichte inzet van reservemiddelen Anders
Figuur 3.2 – Disproportionele eisen per concessiehouder
Pag. 20
Aanpak disproportionele eisen
Per concessiehouder Totaal
Achmea
Agis
CZ
Menzis
UVIT
Andere
(Noodgedwongen) geaccepteerd
80%
87,5%
91,7%
75,0%
66,7%
69,2%
83,3%
62%
25,0%
66,7%
83,3%
66,7%
53,8%
50,0%
gemaakt
38%
0,0%
58,3%
33,3%
50,0%
23,1%
16,7%
Vragen gesteld in de Q & A procedure
22%
37,5%
16,7%
16,7%
0,0%
38,5%
16,7%
3%
0,0%
0,0%
16,7%
0,0%
0,0%
0,0%
3%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
15,4%
0,0%
2%
0,0%
8,3%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
18%
12,5%
16,7%
16,7%
16,7%
23,1%
33,3%
Overleg aangevraagd met het zorgkantoor Schriftelijk de bezwaren aan het zorgkantoor kenbaar
Juridische actie tegen het zorgkantoor, bijv. een kort geding Eenzijdige productieafspraken bij de NZa ingediend (Regionale) cliëntenorganisatie(s) ingeschakeld Anders, namelijk:
Figuur 3.3 – Aanpak disproportionele eisen per concessiehouder
Handreiking bij het contracteerbeleid AWBZ 2009
Totaal
Grote mate bijgedragen
1%
Redelijke mate bijgedragen
22%
Beperkte mate bijgedragen
39%
Niet bijgedragen
29%
Niet bekend met handreiking
9%
Figuur 3.4 – Gebruik handreiking ActiZ
Pag. 21
3.2 Verwachting problemen zorgcontractering Een opvallende daling is er rond de verwachting van problemen als gevolg van de zorgcontractering in 2009. In 2008 verwachtte nog 60% van de respondenten problemen; in 2009 is dit gedaald tot 43%. De grootste problemen worden verwacht bij CZ (58,6%), Agis (56,5% en UVIT (52,2%). Opvallend zijn Achmea (2008: 77% en 2009: 30%) en Menzis (2008: 75% en 2009: 29%). Een totaaloverzicht is te vinden in figuur 3.5. Per concessiehouder Verwachting 2009
Totaal
Achmea
Agis
CZ
Menzis
UVIT
Andere
Percentage verwachting problemen rond zorgcontractering 2009
43%
30,0%
56,5%
58,6%
28,9%
52,2%
33,3%
60%
77,1%
52,9%
58,3%
75,0%
57,4%
48,6%
Percentage verwachting problemen rond zorgcontractering 2008
Figuur 3.5 – Verwachting problemen rond zorgcontractering
Degenen die problemen verwachten noemen vooral de innovatie in de bedrijfsvoering (74%) en in de zorg (66%). Opvallende dalers zijn verschraling van de zorg (in 2008 nog 62%, in 2009: 37%) en de verslechtering van de financiële positie (in 2008 nog 70%, in 2009: 31%). Dit wil echter niet vanzelfsprekend zeggen dat er minder zorgorganisaties zich in een slechte financiële positie bevinden dan vorig jaar. Wel blijkt dat 31% van de respondenten (van de 43% die problemen verwachten) dit jaar een – verdere verslechtering van de financiële positie te verwachten. Daarnaast kunnen we concluderen dat de pijnpunten zijn opgeschoven naar innovatie in de bedrijfsvoering en de zorg en dat geen zorg kan worden geboden als voorkeursaanbieder van cliënten. Daarmee geven de respondenten het signaal dat zij ook van de concessiehouders op deze punten medewerking verwachten.
Verwachte problemen
2009
2008
Rem op innovatie in de bedrijfsvoering
74%
Rem op innovatie in de zorg
66%
Geen zorg kunnen bieden als voorkeursaanbieder van cliënt
64%
65%
Strenger selecteren aan de poort
56%
36%
Ontoereikende groeimogelijkheden
40%
66%
Verschraling van zorg
37%
62%
Verslechtering financiële positie
31%
70%
Anders
81%
30%
Figuur 3.6 – Verwachte problemen rond zorgcontractering
Pag. 22
4. Conclusie vanuit ActiZ – Innovatie onder druk De algemene indruk is dat innovatie in het gedrang komt. Dit terwijl innovatie voor de zorgonderneming van wezenlijk belang is om goed in te kunnen blijven spelen op de markt. Zorgorganisaties verwachten de meeste problemen bij innovatie van zorg en van de bedrijfsvoering. Zorgkantoren faciliteren hen nauwelijks hierin. Ook vernieuwingen in producten zoals het Volledig Pakket Thuis blijken – zoals verwacht - geen perspectief te bieden. (Duurzame) ketenzorg dementie moet zich duidelijk nog verder ontwikkelen en door zorgkantoren adequater worden gefaciliteerd. Deze contracteerronde vergroot de uitholling van de sector omdat zorgorganisaties die nauwelijks kunnen innoveren een slecht perspectief hebben. Zonder vernieuwing komt professionele effectieve en efficiënte zorg aan kwetsbare mensen in het gedrang, zeker gezien de arbeidsproblemen die het voorland zijn van de sector. De druk op de tarieven en voorwaarden van zorgkantoren blijft groot. Er lijkt wel een einde te komen aan de neerwaartse spiraal van tariefdalingen. De rek is er uit. Dit verschilt overigens per concessiehouder. Niettemin worden de tariefkortingen het meest genoemd als disproportionele eis. Nog vaker dan vorig jaar. Een groot deel van zorgorganisaties heeft afspraken gemaakt over het hant eren van het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg. Echter de helft van de zorgkantoren blijft eisen stellen aan kwaliteitssysteemcertificatie. Het beleid tussen de concessiehouders loopt onderling uiteen en is soms veranderd ten opzichte van 2008.
Pag. 23
Bijlage 1: Overzicht concessiehouders Agis zorgverzekeringen CZ zorgkantoren De Friesland Zorgverzekeraar Delta Lloyd Zorg Groene Land Achmea Menzis Zorg PWZ Achmea Salland Verzekeringen Univé Zilveren Kruis Achmea Zorg & Zekerheid Zorgverzekeraar DSW Zorgverzekeraar Trias Zorgverzekeraar VGZ
Pag. 24
Bijlage 2: Begrippenlijst
Bonus/malusregeling Door het ministerie van VWS is in 2008 een bezuiniging doorgevoerd op het tarief voor Ondersteunende begeleiding en Persoonlijke verzorging die per saldo 7% moet opbrengen. Deze besparing kan door een zorgaanbieder worden gerealiseerd door een doelmatige inzet van uren zorg binnen de bandbreedte van de indicatieklasse, dan wel door een tariefkorting te accepteren. Op voorhand werd het tarief verlaagd met 3,5% welke korting door een doelmatige ureninzet ongedaan gemaakt wordt (bonus). Indien de doelmatigheidsnorm niet gehaald wordt, volgt bovenop de initiële korting nog een korting van 3,5% (malus) waardoor per saldo in een tariefkorting optreedt van 7%. Casemanagement Individueel aanspreekpunt voor de cliënt (en mantelzorger) wat betreft de doorlopende planning en afstemming van integrale zorg. Ondersteunt de zelfregie of neemt deze desnoods over. Organiseert de individuele samenhang van zorg. Andere namen zijn: zorgregisseur, (dementie)consulent, trajectbegeleider, etc. Contracteerronde Jaarlijks contracteren zorgkantoren/concessiehouders zorgorganisaties voor zorg. Zorgkantoren stellen een inkoopbeleid op en zorgorganisaties verkopen de zorg die zij willen bieden. Op basis daarvan maken zorgorganisaties en zorgkantoren productie- en contractafspraken over de te leveren zorg en tarieven in dat kalenderjaar. In 2009 zijn deze afspraken uiterlijk 1 maart gemaakt voor het jaar 2009. Voor 1 november kan er een herschikking plaatsvinden van de productieafspraken. Indicatieklasse Cliënten die voor AWBZ zorg thuis worden geïndiceerd, krijgen een indicatiebesluit in termen van functies (zoals Persoonlijke verzorging en Begeleiding) en klassen. De klasse geven een bandbreedte aan op hoeveel uren of dagdelen zorg de cliënt recht heeft, bijvoorbeeld voor Verpleging klassen 2: 2 - 3,9 uur per week. Binnen de indicatieklasse maken de zorgorganisatie en cliënt concrete afspraken over de te leveren zorg. Ketenzorg Het samenhangend geheel van zorginspanningen dat door verschillende zorgaanbieders, onder een herkenbare regiefunctie wordt geleverd, waarbij het cliëntproces centraal staat. Ook wel netwerkzorg genoemd: het kan volg-tijdelijke of gelijktijdige zorg betreffen.
Pag. 25
Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg Het kader voor het meten van cliëntervaringen en zorginhoudelijke veiligheid waarmee verpleeg- verzorgingshuizen en thuiszorg vergelijkbare informatie verzamelen voor kwaliteitsverbetering, consumenten en maatschappelijke verantwoording. Het Kwaliteitskader is opgebouwd vanuit een gemeenschappelijke visie van zorgorganisaties, professionals, cliëntenorganisaties, zorgverzekeraars en inspectie) op verantwoorde zorg. Maximumtarief Voor de vergoeding van de kosten die een zorgaanbieder maakt voor bijvoorbeeld een uur verpleging of voor een dag verblijf in een verpleeghuis, stelt de overheid een maximum uur- of dagprijs vast. In de onderhandelingen over het jaarlijkse te sluiten contract met het zorgkantoor wordt een prijs overeengekomen die op of onder dit maximumtarief zit. De term maximumtarief is tot op zekere hoogte misleidend omdat dit tarief is afgeleid van de kosten die zorgaanbieders gemiddeld maken. Mutatiedag Een kalenderdag waarop de plaats in verpleeg- en verzorgingshuizen leeg is als gevolg van het overlijden of een verhuizing van een bewoner. Netwerkindicatoren Meetbare aspecten waarmee de stand van zaken wordt vastgesteld bij bepaalde waarden of dimensies die de (kwaliteit van) de ketenzorg kenmerken. Persoonsvolgende bekostiging Bij persoonsvolgende bekostiging (pvb) volgt de bekostiging de keuze van de cliënt. De cliënt bepaalt zelf van welke zorgorganisatie hij zorg wil ontvangen. Die keuze van de cliënt bepaalt hoeveel zorg die zorgorganisatie de bekostiging (afgebakend tot de financiële contracteerruimte van het zorgkantoor). Substitutie tussen productievolumes Zorgkantoor en zorgaanbieder maken jaarlijks productieafspraken over de verschillende zorgvormen, zoals Verzorging, Verpleging, Begeleiding, etc. Daarbij worden afspraken gemaakt over de hoogte van de vergoeding (tarief) en de hoeveelheid zorg. Wanneer er meer vraag ontstaat naar een bepaalde zorgvorm dan was voorzien terwijl bij andere zorgvormen vraaguitval optreedt, bestaat de mogelijkheid dat zorgkantoor en zorgaanbieder een herschikking aanbrengen in de productieafspraken. Tariefkorting Bij de zorgcontractering worden onder meer afspraken gemaakt over het tarief. Een tariefkorting is een korting op het maximumtarief waardoor het tarief lager wordt.
Pag. 26
Volledig Pakket Thuis (VPT) Het leveren van verblijf en overige geïndiceerde zorg aan een cliënt met een ZZP-indicatie bij de cliënt thuis. Het VPT stimuleert het scheiden tussen wonen en zorg, doordat de cliënt zelf de woonkosten betaald. Zorg voor beter Met het programma ‘Zorg voor Beter’ wordt hard gewerkt om de thuiszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langdurende geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Doel is een kwalitatief betere, efficiënte en duurzame zorg met tevreden cliënten. [zie voor informatie de site www.zorgvoorbeter.nl ]. Zorgzwaartepakket (ZZP) Een volledig pakket van zorg dat aansluit op de kenmerken van de cliënt en het soort zorg dat de cliënt in een verpleeg- en verzorgingshuis nodig heeft. Een ZZP bestaat uit een beschrijving van het type cliënt (een cliëntprofiel), het aantal benodigde uren zorg en een beschrijving van die zorg. Aan ieder ZZP hangt een (maximale) prijs. Zorgzwaartetoeslag Een bedrag bovenop het voor de zorgorganisatie geldende bedrag per verpleegdag/ZZP in een verpleeghuis. Hiervoor kunnen productieafspraken worden gemaakt ter dekking van de extra kosten in verband met specifieke cliëntgroepen met een hoge (gemiddelde zorg van 22 uur per cliënt per week) of zeer hoge (gemiddelde zorg van 28 uur per cliënt per week) zorgvraag.
Pag. 27