Zorg & Welzijn Opleiding verpleegkundige niveau 4
Titel integrale opdracht: “Zorg rondom een operatie ” Uitstroombranche: generieke opdracht ziekenhuis Werkprocessen: 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.4 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager(s) 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied Competenties: A, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, R, T, U, V. Beginvereisten: instroom afgerond niveau 3 BOL/BBL ; reguliere jaar 3 BOL niveau 4/CE1 en CE2 is afgerond Leerweg en leerjaar: 3e leerjaar BOL en BBL Periode van generieke fase: 3e leerjaar semester 5 (periode 9). Aantal lesweken (lesdagen): 6 weken BOL- 2 lesdagen per lesweek BBL- 1 lesdag per lesweek Individuele of groepsopdracht: 1 groepsopdracht.( duur 4 weken). Aanbevolen aantal studenten bij groepsopdracht: 2
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
1
Verpleegkundige niveau 4 3e leerjaar Sem 5 periode 9
Lesprogramma (zie ook lesinhouden op bl z 1 en 2) vakgebieden
Aantal contacturen per week BOL
loopbaanbegeleiding
2
opdrachtbegeleiding
2
Verpleegkunde
4
Leerinhouden
BBL 1
Voor BBl in combinatie met projectbegeleiding Alleen voor BOL leerlingen.
2
a. Opname in een ziekenhuis b. Preoperatieve zorg c. Per-operatieve zorg/ anesthesietechnieken. d. Postoperatieve zorg
Klinisch redeneren/ PVZ
2
1
a. Klinisch redeneren/Gebruik maken van vakliteratuur/Evidence based practice/ CBO richtlijnen b. probleemoplossend denken en handelen/analytisch vermogen c. organisatiekunde: oa. sociale kaart en ketenzorg d. aan de hand van casus klinisch redeneren oefenen
Interactie
2
1
a. (motiverende)gesprekstechnieken b. (medische) ethiek/ gezondheidspsychologie c. GVO, preventie en nazorg
Pathologie
2
1
Chirurgie
Rekenen
1
1
Medisch rekenen voor BOL en BBL
Nederlands
1
1
Engels
1
1
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
2
Situatieschets Jij bent 3e jaars leerling verpleegkundige en sinds 2 maanden werkzaam op de afdeling urologie/gynaecologie van een ziekenhuis. Op de afdeling wordt mevrouw Jansen opgenomen. Zij is 52 jaar en opgenomen voor een gynaecologische operatie, een debulking. Er werken een paar 1e en 2e jaars leerlingen op de afdeling, en ze vragen aan jou wat dit voor een operatie is. Wat ze moeten voorbereiden, wat de complicaties kunnen zijn en welke zorg er gegeven moet worden. Ook jij hebt nog geen patiënten verzorgd die voor deze operatie gingen, dus ga je op zoek naar informatie over deze operatie. Nadat je alle informatie hebt verzameld ga je dit in een klinische les vertellen aan de leerlingen en de collega’s die geïnteresseerd zijn.
Opfrisdeel Tijdens de lessen verpleegkunde komt vooral de zorgvrager in het ziekenhuis aan bod. 1. Wat voor vragen uit de anamnese zijn belangrijk bij een zorgvrager die voor een operatie gaat. 2. Waaruit bestaat een preoperatief onderzoek. 3. Welke onderdelen uit een preoperatief onderzoek zijn verpleegkundige taken? 4. Wat voor lichaamsverzorging is er nodig voor een operatie? 5. Waarom moet een zorgvrager “nuchter” zijn voordat hij geopereerd gaat worden. 6. Wat draag je als verpleegkundige allemaal over aan de verpleegkundige van de operatiekamer. 7. Welke anesthesietechnieken ken je? 8. Wat is een laryngoscoop en wat een tube? 9. Wie licht de familie in na de operatie. 10. Op welke aspecten let je als je een zorgvrager mag ophalen van de verkoeverkamer. 11. Wanneer neem je een zorgvrager niet mee van de verkoever. 12. Wat zijn je eerste acties als een zorgvrager terugkomt op de verpleegafdeling.
Verdiepingsdeel 13. Geef antwoord op de volgende vragen: a. De woorden anesthesie en analgesie worden vaak gebruikt als het over verdovingen gaat. Zijn het verschillende woorden voor hetzelfde of zijn het wezenlijke verschillende zaken? Zoek uit wat deze woorden inhouden b. De anesthesioloog informeert tijdens zijn vooronderzoek altijd of de zorgvrager ooit eerder anesthesie heeft gehad. Waarom zal hij deze vraag stellen? c. Net zoals de wereld van topsport dit tegenwoordig van sporters wil weten, wil de anesthesioloog ook het hematocriet (Ht) van de zorgvrager weten. Wat is het hematocriet, en waarom is dit voor de anesthesioloog van belang? d. Waarom is het noodzakelijk dat de anesthesioloog bij bepaalde operaties spierontspanners gebruikt? e. Waarom wil de anesthesioloog iets weten over medicijn-, alcohol-, en drugsgebruik van de zorgvrager voor de operatie. f. Verklaar waarom algehele anesthesie tegenwoordig vaak gecombineerd wordt met locoregionale anesthesie. Wat betekent locoregionale anesthesie? Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
3
g. Wat betekent plexusanesthesie? h. Bij epidurale anesthesie wordt jeuk als mogelijke complicatie genoemd. Bedenk welke bekende groep medicijnen deze jeuk kan veroorzaken. i. Stel dat jij de keuze hebt om tijdens een operatie te kiezen voor algehele of locoregionale anesthesie. Wat zou je dan kiezen, wat zijn je argumenten zowel voor als tegen? j. Waarom moeten de naalden voor spinale anesthesie extreem dun zijn? k. Kijk of je aan een controlelijst van een verkoeverkamer kunt komen. Beschrijf wat er allemaal ingevuld word op zo’n lijst en waarom dit noodzakelijk is? l. Bedenk 4 redenen waarom chirurgische zorgvragers tijdens de operatie aan hypothermie kunnen gaan lijden. m. Wat betekent het begrip antagoneren? Eindproduct
‘ Zorg rondom een operatie ‘
Met je mede student ga je een klinische les geven over de pre, per en post operatieve verpleegkundige zorg rondom een operatie. Zowel de standaard, als de specifieke zorg bij deze operatie. Zoek met een mede student een operatie uit ( doe dit in overleg met de vakdocent om verdubbeling van operaties te vermijden) en ga informatie zoeken over de pre, per en postoperatieve zorg rondom deze operatie. Maak hiervan een power point presentatie. Deze presenteer je aan je mede studenten. De klinische les lever je als verslag in bij de vakdocent. En je presenteert het samen aan je medestudenten. Let op: inleverdatum en presentatie in overleg met vakdocenten, maar voor einde van periode 9. Eisen aan de opdracht: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Bepaal voor welke zorgvrager welke operatie je gaat uitwerken. Motiveer waarom je kiest voor deze operatie en waarom die geschikt is voor je opdracht. Maak bij het schrijven van de klinische les gebruik van recente vakliteratuur en internet. Laat zien dat je informatie EBP is. Beschrijf de standaard en de specifieke pre operatieve zorg die uitgevoerd wordt door jou als verpleegkundige. Beschrijf kort de peroperatieve zorg bij deze operatie. ( welke anesthesie etc.) Beschrijf de standaard en de specifieke post operatieve zorg die uitgevoerd wordt door jou als verpleegkundige. Dit alles laat je middels een powerpoint zien aan je medestudenten. Een klinische les duurt min. 10 en max. 20 minuten. Zie ook algemene eisen voor het schrijven van een werkstuk en presenteren in de bijlagen. LET OP: Je hebt gebruik gemaakt van tenminste een vaktijdschrift ( niet ouder dan twee jaar) een vakboek over het onderwerp tenminste een internetsite Deze bronnen vermeld je in de toelichting op een zodanige manier dat de lezer de gebruikte informatie ook kan terugvinden Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
4
Naam student 1: 2:
Datum:
Beoordelingslijst opdracht: “zorg rondom een operatie” De student:
O/V/G
1.
Heeft het opfrisdeel uitgewerkt.
2.
Heeft het verdiepingsdeel uitgewerkt.
3.
Bepaalt voor welke zorgvrager een operatie uitgewerkt gaat worden.
4.
Motiveert waarom deze operatie geschikt is voor de opdracht.
5.
Zoekt informatie op in drie verschillende bronnen en voegt deze toe: -
internet: geeft internetsite op
-
vakliteratuur: gebruikt tenminste een vaktijdschrift ( niet ouder dan twee jaar)
6.
Beschrijft de preoperatieve zorg
7.
Beschrijft de peroperatieve zorg
8.
Beschrijft de postoperatieve zorg
9.
Beschrijft de rol en taak van de verpleegkundige
10.
Heeft een duidelijke powerpoint-presentatie gemaakt.
Waardering van het eindproduct: eindproduct
beoordelaar
Waardering
herkansing
O/V/G Verslag wordt beoordeeld door de school. Presentatie wordt beoordeeld door de school.
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
5
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
6
Zorg & Welzijn Opleiding verpleegkundige niveau 4
Titel integrale opdracht: “Onderzoeken” Uitstroombranche: generieke opdracht ziekenhuis Werkprocessen: 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.4 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psycho-sociaal gebied 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager(s) 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied Competenties:A, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, R, T, U, V. Beginvereisten: instroom afgerond niveau 3 BOL/BBL/ reguliere jaar 3 BOL niveau 4/CE1 en CE2 is afgerond Leerweg en leerjaar: 3e leerjaar BOL en BBL Periode van generieke fase: 3e leerjaar semester 5 (periode 9). Aantal lesweken (lesdagen): 6 weken BOL- 2 lesdagen per lesweek BBL- 1 lesdag per lesweek Individuele of groepsopdracht: 1 groepsopdracht.( duur 6 weken). Aanbevolen aantal studenten bij groepsopdracht: 3
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
7
Verpleegkundige niveau 4 3e leerjaar Sem 5 periode 9
Lesprogramma zie ook lesinhouden op blz. 1 en 2 vakgebieden
Aantal contacturen per week BOL
loopbaanbegeleiding
2
opdrachtbegeleiding
2
Verpleegkunde
4
Leerinhouden
BBL 1
Voor BBL in combinatie met projectbegeleiding Alleen voor BOL leerlingen. 2
a. Voor en nazorg diverse onderzoeken b. Isolatie methodes in een ziekenhuis c.ontslag/overdracht
Klinisch redeneren/ PVZ
2
1
a. Klinisch redeneren/Gebruik maken van vakliteratuur/Evidence based practice/ CBO richtlijnen b. probleemoplossend denken en handelen/analytisch vermogen c. organisatiekunde: oa. sociale kaart en ketenzorg d. aan de hand van casus klinisch redeneren oefenen
Interactie
2
1
a. (motiverende)gesprekstechnieken b. (medische) ethiek/ gezondheidspsychologie c. GVO, preventie en nazorg
Pathologie
2
1
Interne/oncologie
Rekenen
1
1
Medisch rekenen voor BOL en BBL
Nederlands
1
1
BOL Periode 11/BBL Periode 11
Engels
1
1
BOL periode 11// BBL periode 11
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
8
Situatieschets Jij bent 3e jaars leerling verpleegkundige en werkzaam op de longafdeling in een ziekenhuis. Op deze afdeling liggen veel zieke mensen die regelmatig voor onderzoek gaan. Ze zijn niet erg spraakzaam omdat ze veel nadenken over uitslagen die waarschijnlijk niet goed zijn. Zo ook mevrouw Brug, zij is 70 jaar getrouwd en heeft 2 kinderen. Zij is bekend met COPD en ze is ook onder behandeling van de cardioloog in verband met hoge bloeddruk. Mevrouw wordt nu opgenomen met een astmatische bronchitis. Mevrouw is bij binnenkomst duidelijk benauwd, ze zit voorovergebogen en ze heeft een piepende ademhaling. Mevrouw maakt een vermoeide indruk, is goed aanspreekbaar, maar zegt weinig. De arts-assistent komt, neemt de medische anamnese af en verricht lichamelijk onderzoek. Ondertussen komt een laborante bloed afnemen voor onderzoek en prikt de arts-assistent een arteriële bloedgas. Ook spreekt de arts –assistent af dat het bloed gekweekt moet worden omdat er een infectie in het spel is. Zo snel mogelijk moet er een ECG en een thoraxfoto gemaakt worden. Je zoekt alle formulieren bij elkaar, ponst alles af en gaat bellen met de afdelingen waar de onderzoeken plaats vinden. Ondertussen probeer je mevrouw toch in te lichten over de onderzoeken die gaan plaats vinden. De onderzoeken moeten snel gedaan worden, zodat de diagnose gesteld kan worden en er met de behandeling kan worden gestart.
Opfrisdeel Tijdens de lessen verpleegtechnische handelingen in het 2e leerjaar ( of tijdens de opleiding N3) heb je al kennis gemaakt met diverse onderzoeken, en materiaal dat opgestuurd wordt voor onderzoek. 1. Welk lichaamsvocht kun je allemaal opsturen voor onderzoek 2. Wat is de reden ( indicatie) dat lichaamsvocht onderzocht moet worden. 3. Waarom moet het ene monster steriel, en de ander niet steriel worden afgenomen 4. Wie geeft je opdracht om lichaamsvocht af te nemen en op te sturen, of mag je dit zelf doen. 5. Welke gegevens moeten op het monster staan en welke op de bijbehorende formulieren. 6. Wat vermeld je in je rapportage als je iets hebt afgenomen 7. Geef een korte beschrijving van het principe ECG. 8. Als je zwanger bent, kun je het maken van röntgenfoto’s gewoon bijwonen, mits je maar een loodschort aantrekt. Wat vind jij van deze uitspraak? 9. Voor een zorgvrager met claustrofobie is het moeten ondergaan van een CT-scan enorm belastend. Welke mogelijkheden zijn er, waardoor het je toch lukt om dit onderzoek te laten plaatsvinden? 10. Wanneer iemand een MRI-onderzoek krijgt, is er een aantal belangrijke zaken dat vermeld moet worden. Welke zijn dit? 11. Cel- en weefselonderzoek kan op verschillende manieren verricht worden. Benoem deze verschillende manieren, en geef aan wat je ermee kunt bewerkstelligen.
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
9
Verdiepingsdeel Geef antwoord op de volgende vragen: 1. Een belangrijke taak van verpleegkundigen is het inlichten van zorgvragers. Kennisoverdracht is namelijk een belangrijk onderdeel van de zorg, zodat zorgvragers goed voorbereid worden op een ingreep of onderzoek. De ervaring leert dat artsen deze taken soms bewust of onbewust aan verpleegkundigen overlaten. Stel, jij werkt op een afdeling waar dit vaak voorkomt. Op welke manier kun je dit probleem aanpakken? 2.Waarom moet bij een echo van de onderbuik de blaas van de zorgvrager gevuld zijn? 3. Kan voor bloedonderzoek alleen bloed uit de ader gebruikt worden of moet het soms ook uit de slagader? Licht je antwoord toe. 4. Een onderzoek is vaak een spannende aangelegenheid. Vaak spelen ook schaamtegevoelens een rol. Wat is schaamte? Heeft schaamte een functie in de omgang met elkaar? Hoe ga je zelf met schaamte om? Hoe wil je met de schaamte van zorgvragers omgaan? 5. “Goedemorgen mevrouw, u krijgt straks een arteriële asstrup op de hometrainer, gebruikt u trouwens nog anticoagulantia?” Medische en technische termen zijn vaak moeilijk te begrijpen voor zorgvragers. Toch wil je iedereen goed inlichten en voorbereiden op het onderzoek of de ingreep. Beschrijf welke aandachtspunten je in acht wilt nemen bij de volgende doelgroepen: jonge kinderen, verstandelijk gehandicapten, oude mensen, en allochtonen. 6. Zorgvragers moeten het onderzoek dat ze hebben ondergaan na terugkomst op de afdeling verwerken. Welke rol kunnen verpleegkundigen daarin spelen, volgens jou? 7. Een zorgvrager plast weinig na een onderzoek ( bv met contrastvloeistof). Waarop zou dit kunnen wijzen? Leg uit. 8. Wat betekenen de woorden ‘angiografie’ en ‘bronchoscopie’ letterlijk? 9. Bij welke onderzoeken wordt er contrastvloeistof gebruikt? 10. Wat betekent de afkorting ERCP? En wat is het voor een onderzoek? 11. Het lijkt logisch dat een zorgvrager voorafgaand aan een gastroscopie niet mag eten en drinken. Maar wat is de reden dat een zorgvrager niet mag roken?
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
10
Eindproduct: ‘ Onderzoeken’ Met je mede studenten ga je een voorlichting/instructiefilmpje maken voor een onderzoek. 1 persoon is de cliënt, 1 persoon de verpleegkundige en 1 persoon filmt. Je zoekt samen een onderzoek uit (in overleg met de vakdocent om verdubbeling te voorkomen) en beschrijft voor welke doelgroep je dit voorlichting/instructiefilmpje maakt en wat de inhoud van het filmpje wordt. Dus eigenlijk schrijf je een script voor het filmpje. Het filmpje wordt het bewijsstuk waarin jullie laten zien dat je: - de juiste informatie geeft. ( voorbereiding en nazorg) - ingaat op vragen van de cliënt - aandacht heeft voor onzekerheid over uitslag Het voorlichting/instructiefilmpje duurt ongeveer 10 minuten. Het schriftelijk deel lever je in bij de vakdocent, het instructiefilmpje wordt vertoond aan je medestudenten. Let op: inleverdatum en prestatie in overleg met vakdocent maar voor het einde van periode 9! Eisen aan de opdracht: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p.
Bepaal over welk onderzoek je een filmpje wilt maken. Motiveer waarom je kiest voor dit onderzoek en waarom die geschikt is voor je opdracht. Maak bij de voorbereiding gebruik van recente vakliteratuur en internet. Laat zien dat je informatie EBP is. Beschrijf de voorlichting die je een zorgvrager zou willen geven over het naderend onderzoek. Denk hierbij aan de voorbereiding, waar een zorgvrager zich aan moet houden. Denk aan de eventuele houding tijdens het onderzoek. Denk aan de nazorg die jij moet geven. Maak met je medestudent een instructiefilmpje hierover. Het filmpje duurt min.10 en max. 20 minuten. Zie ook algemene eisen voor het schrijven van een werkstuk in de bijlagen. LET OP: Je hebt gebruik gemaakt van tenminste een vaktijdschrift ( niet ouder dan twee jaar) een vakboek over het onderwerp tenminste een internetsite Deze bronnen vermeld je in de toelichting op een zodanige manier dat de lezer de gebruikte informatie ook kan terugvinden
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
11
Naam student 1: Datum: 2: Beoordelingslijst opdracht: “Onderzoeken” De student:
O/V/G
1.
Heeft het opfrisdeel uitgewerkt.
2.
Heeft het verdiepingsdeel uitgewerkt.
3.
Bepaalt voor welk onderzoek er een filmpje gemaakt gaat worden.
4.
Motiveert waarom dit onderzoek geschikt is voor de opdracht.
5.
Beschrijft de doelgroep voor dit instructiefilmpje.
6.
Zoekt informatie op in verschillende bronnen en voegt deze toe: -
internet: geeft internetsite op
-
vakliteratuur: gebruikt tenminste een vaktijdschrift ( niet ouder dan twee jaar)
7.
Beschrijft de voorbereiding voor het onderzoek
7.
Beschrijft het onderzoek zelf
8.
Beschrijft de nazorg bij dat onderzoek.
9.
Beschrijft de rol en taak van de verpleegkundige voor, tijdens en na het onderzoek.
10.
Heeft een duidelijk instructiefilmpje gemaakt. gemaakt.
Waardering van het eindproduct: eindproduct
beoordelaar
Waardering
herkansing
O/V/G Verslag wordt beoordeeld door de school. Instructiefilmpje wordt beoordeeld door de school.
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
12
Bijlagen: Bijlage 1 Nederlands op niveau 3F (mbo niveau 4) Beoordelingscriteria schriftelijk verslag/werkstuk (3F)
Voldaan
Niet voldaan
De student gebruikt titels en eventueel tussenkopjes De student verdeelt de tekst duidelijk in verschillende alinea’s (tussen elke alinea een regel wit) De student bouwt zijn/haar tekst op aan de hand van een inleiding, kern en slot. De student schrijft de werkwoorden in tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord foutloos De student spelt de woorden foutloos De student gebruikt de leestekens (punt, komma, vraagtekens, uitroeptekens, dubbele punt, aanhalingstekens) foutloos De student maakt leesbare zinnen. Zinnen van maximaal 15 woorden zijn leesbaar. De student begint elke zin met een hoofdletter. Ook namen van personen, instanties, adressen en landen worden met een hoofdletter geschreven. De student past zijn taalgebruik aan aan de situatie en het doel van het verslag (formeel/informeel) De student schrijft grammaticaal kloppende zinnen met minimaal een onderwerp en gezegde De student gebruikt regelmatig signaalwoorden om tekstverbanden duidelijk te maken
Toelichting
Datum:
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
13
Bijlagen/ kopieerblad:
Nederlands op niveau 3F (mbo niveau 4) Bijlage 2 Beoordelingscriteria mondelinge presentatie (3F)
Voldaan
Niet voldaan
De student kan een duidelijk verhaal houden in goedlopende zinnen De student bouwt zijn/haar verhaal op aan de hand van een inleiding, kern en slot. De student kan het publiek overtuigen met argumenten De student gebruikt (audio)-visuele hulpmiddelen als ondersteuning van zijn/haar verhaal De student heeft een actieve lichaamshouding (rechtop staan) De student maakt oogcontact met het publiek De student past zijn/haar taalgebruik aan aan de situatie en het doel van het verslag (formeel/informeel) De student stelt het publiek in de gelegenheid om vragen te stellen De student leest niet voor. Hij/zij vertelt zijn/haar verhaal aan de hand van een aantal kernwoorden op papier De student hanteert een prettig volume en spreektempo De student spreekt met grammaticaal correcte zinnen De student heeft voldoende woordenschat om het verhaal duidelijk over te brengen De student kan zonder aarzeling inspelen op reacties van het publiek
Toelichting
Datum
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
14
BIJLAGE Indeling programmaonderdelen uitstroom periode 9 niveau 4 generiek en breed Periode 9
Kop op werkprocessen van niveau 3: 1.1. Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op (t) + kop 1.2.ondersteunt bij persoonlijke basiszorg (t) 1.4. voert verpleegtechnische handelingen uit (t) + kop niveau 4 1.6. geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager(s) (t) 2.1. begeleidt de zorgvrager bij zelfredzaamheid (t) 2.2. Begeleidt de zorgvrager op psychosociaal gebied (t) 3.5 evalueert de zorgverlening
Periode 9
Lesinhouden:
Per vakken: breed
1. Verpleegkunde en verpleegtechnische handelingen: -
professionalisering: bevoegd/bekwaam; wet BIG
-
medisch rekenen;
-
beroepscode; visie op verplegen (Gordon e.a. domeinen) ;
-
verpleegtechnisch handelen niveau 4; hanteren van medischtechnische apparatuur
-
rapporteren; veiligheid: melden van incidenten
-
Evidence based practice gebruik leren maken en toe kunnen passen van goed wetenschappelijk onderzoek in de praktijk. Richtlijnen kunnen gebruiken die ontwikkeld zijn door het CBO (www.cbo.nl )
-
klinisch redeneren: probleemoplossend denken en handelen; analytisch vermogen;
-
ICF model; organisatiekunde: sociale kaart en ketenzorg;
2. IBS : -
Gezondheidspsychologie: denkbeelden over gezondheid enzo;
-
GVO en preventie ( individueel en groep) ;
-
ethiek en ethisch denken. Begeleiden bij angst en verwardheid ten gevolge van bijvoorbeeld een ingreep of behandeling en bij gevoelens van algehele malaise. Zonodig ondersteunt zij de naasten bij angst, onzekerheid en slechtnieuws
-
Kennis van verschillende culturen en religies
-
Sociale vaardigheden
-
evidence based practice: gebruik leren maken en toe kunnen passen
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
15
van goed wetenschappelijk onderzoek in de praktijk. Richtlijnen kunnen gebruiken die ontwikkeld zijn door het CBO Pathologie: ziekenhuis zorg breed overleg met verpleegkunde docent. Periode 9: opdrachten
Opdracht 1: (‘ zorg rondom een operatie’) organiseer een klinische les over de pre, per en post operatieve verpleegkundige zorg rondom een operatie Opdracht 2: ( ‘onderzoeken’) maak een voorlichting/instructiefilmpje over een onderzoek.
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
16
HZP0P periode 1 Semester 5 Verpleegkundige niveau 4 BOL e Per. 9 3 jaar periode 1 Vak / onderwerp Loopbaan begeleiding
code LBB
9 2
Opdracht begeleiding Verpleegkunde/Verpl technisch Klinisch redeneren Interactie Pathologie Rekenen Nederlands
PRO VEP/VVT PVZ IBS PAT REK NED
2 3 1 2 2 1 1 14
opmerking groepsbegeleiding Stage ervaring uitwisselen Generiek Generiek Generiek Generiek Generiek
HZP2A periode 1 HZP2F periode 3 Semester 2 Verpleegkundige niveau 4 BBL Per. 1 3e jaar periode 1 Vak / onderwerp Loopbaan begeleiding Opdracht begeleiding Verpleegkunde Klinisch redeneren/PVZ Interactie Pathologie Rekenen Nederlands
code LBB
1 1
VEP PVZ IBS PAT REK NED
2 1 1 2 1 1 9
opmerking groepsbegeleiding intervisie Generiek Generiek Generiek Generiek Periode 1 Periode 1
Leereenheid periode 9 breed; 2 opdrachten AZ Niveau 4 BOL/BBL ROCvA, MBO college Hilversum, gezondheidszorg. Versie juli 2012
17