Zorg voor de Toekomst Welkom in Stedum
Juni 2013 | Zorg voor de Toekomst Noord- en Oost-Groningen | www.zorgvoordetoekomst.com
1
Welkom in Stedum Beste lezer, Zorgconcepten voor de toekomst in Noord- en Oost Groningen ontwikkel je het best samen met de bewoners. Zij hebben zicht op hun zorgvraag voor de toekomst en zij weten als geen ander welke zorgkracht zij zelf kunnen inzetten in de toekomst. Welke hulp en steun willen zij elkaar in de toekomst bieden en vragen. Om een antwoord te krijgen op deze vragen zijn we neergestreken in het dorp Stedum in Noord-Oost Groningen. We hebben met dorpsbewoners gesproken over de toekomst van zorg. Ze vertelden over het wonen in Stedum, de band die ze hebben met het dorp, de hulp en steun die ze elkaar bieden en die ze van elkaar ontvangen en ze vertelden ook over hoe ze zelf oud willen worden, al dan niet in Stedum, en wat hun wensen zijn voor de toekomst. In dit Ebook vindt u een beknopt beeld van het dorp Stedum en u treft de portretten van de bewoners aan. De bewoners bij wie we aanschoven aan de keukentafel zitten in verschillende levensfasen: dertigers, veertigers, zeventigers, twee bewoners met een professionele achtergrond in de zorg, nieuwkomers, maar ook geboren en getogen Stedumers, bewoners met en zonder kinderen. Kortom: een dwarsdoorsnede van de dorpssamenleving. Het zijn stuk voor stuk verhalen die een beeld schetsen van actieve bewoners met ideeën en enthousiasme, die kansen zien voor de toekomst van zorg in hun dorp. Ook geven zij aan welke rol en inzet zij verwachten van professionals in de zorg. Een mooie kans om zorg voor de toekomst samen vorm te geven.
Inhoudsopgave:
Marieke van Ginkel, programmaleider Zorg voor de Toekomst
Voorwoord 3 | Portret van Stedum 4 | Zes protretten 10 | De rode draad 24
2
3
Portret van Stedum
De geschiedenis Stedum is rond 1100 gesticht. Het dorp is bekend geworden door Jonker Adriaan Clant, die in 1648 als afgevaardigde van Ommelander Staten de Vrede van Münster tekende. Zijn praalgraf bevindt zich in de romanogotische kruiskerk, de Bartholomeuskerk (13e eeuw). De familie Clant woonde in de borg Nittersum. Deze borg is in de 19e eeuw afgebroken en alleen de contouren ervan zijn nog zichtbaar door de bomen. Stedum ligt op een dubbele wierde en de functie als handelswierde zien we nog terug in de dichte bebouwing van de Hoofdstraat. De Bartholomeuskerk en het gebied rond de Hoofdstraat zijn een beschermd dorpsgezicht. Tot 1990 was Stedum de hoofdplaats van de gemeente Stedum, waartoe ook de dorpen en gehuchten Dijkum, Garsthuizen, Garsthuizervoorwerk, De Harde, Krangeweer, Lutjewijtwerd, De Vennen, Vierburen, De Weer en Westeremden behoorden. Vanaf 1990 maakt Stedum deel uit van de gemeente Loppersum. De jaren ’60 als omslagpunt Tot en met de jaren ’50 was Stedum een gesloten dorp dat zich richtte op veehouderij en landbouw. Het dorp was volledig zelfvoorzienend, met meer dan 4
veertig middenstanders waaronder zelfs drie bakkers. De meeste zaken waren gecombineerde winkels, de schoenmaker verkocht ook schoenen. Na de jaren ’60 nam de invloed van buitenaf toe en grotere winkelbedrijven namen de plaats in van de kleine middenstand. Er kwamen minder winkels en het dorp kreeg tegelijkertijd te maken met een toename van het aantal forensen. Doordat de veehouderij en landbouw een minder grote rol speelden in het dorp, was er ruimte om het culturele aanbod uit te breiden en er kwamen allerlei sportactiviteiten. De toneelvereniging, zangvereniging en andere verenigingen en clubjes ontstonden. In 2005 is een Dorpsvisie opgesteld, omdat er veranderingen optraden in het dorp. Het vertrek van jongeren bleef relatief beperkt, maar ouderen (70+) vertrekken en het aantal 30- tot 50-jarigen loopt flink terug. Het café en de supermarkt sloten hun deuren en daarmee verloor het dorp ook twee ontmoetingsplekken. Het gemis van die twee ontmoetingsplekken, zorgde er wel voor dat er nog meer aandacht was voor elkaar ontmoeten door middel van activiteiten. In 2012 was die trend nog steeds zichtbaar en met meer dan 30 verenigingen is Stedum een actief en betrokken dorp. 5
Demografie
Er is een kleine daling in het aantal inwoners te zien: in 2004 woonden er 1113 mensen, in 2011 waren dat er nog 1047. De ontgroening is zichtbaar. Het aantal 0- tot 3-jarige kinderen in Stedum neemt af van 71 in 2004 naar 47 in 2011. Naast de ontgroening speelt de vergrijzing mee: in 2004 waren de 41- tot 50-jarigen het sterkst vertegenwoordigd in het dorp, anno 2011 zijn dat de 51- tot 60-jarigen. Het aantal inwoners tussen de 61 en 70 jaar is in die zeven jaar tijd ook gegroeid, met 32 personen.
6
7
Stedum anno 2013
Stedum is tegenwoordig een woondorp in de gemeente Loppersum met een beperkt aantal voorzieningen. Er zijn een apotheekhoudende huisartspraktijk, een peuterspeelzaal, een praktijk voor fysiotherapie en medische fitness in het zogeheten Swaithoes, een hervormde en een gereformeerde kerk en een openbare en christelijke school die overigens in 2013 gaan fuseren. Café en supermarkt zijn verdwenen; Middelstum, Loppersum en Bedum zijn de centrumdorpen waar alle dagelijkse voorzieningen wel zijn. Eens in de week doet de SRV-wagen het dorp aan en ook bezorgen supermarkten uit naburige dorpen vooraf bestelde boodschappen thuis. Stedumers denken na over het zelf realiseren van een dorpse winkelvoorziening. Elke vrijdag staat er een rijdende snackbar bij de haven. Aan de oostkant van Stedum ligt een nieuwbouwwijk. Er is vanuit de gemeente Loppersum met medewerking van een aantal Stedumers in 2011 een sociale paragraaf opgesteld: ‘Stedum Sociaal; leven, verbinden en ontmoeten, ondernemen, leren en creëren’. Stedum wil een echt dorp blijven, met een hechte en geïntegreerde sociale gemeenschap. Een dorp dat in staat is zijn voorzieningen te
8
behouden en daarmee aantrekkelijk te blijven voor gezinnen met jonge kinderen. Stedum is sinds 2009 bezig om de inwoners meer in beweging te krijgen: ‘Stedum Sportdorp’, waar samen met verenigingen en bewoners het sportaanbod wordt opgezet. Er zijn diverse sportvoorzieningen in het dorp: sporthal, voetbalveld, ijsbaan, tennisbanen en een jeu-de-boulesbaan. Het informatiepunt is ook een nieuwe ontwikkeling. Daar kunnen bewoners, met name senioren, informatie krijgen en er worden themadagen georganiseerd. Er moeten echter nog meer bewoners deelnemen om voldoende draagvlak te krijgen. Verder is het dorp bezig de begraafplaats op te knappen. De aula is inmiddels in handen van de Stichting Historie Stedum. Het is een ontmoetingsplaats voor iedereen die zich op enigerlei wijze bezighoudt met de historie van het dorp. Al met al kan van Stedum worden gezegd dat het een vitaal dorp is met een sterke sociale samenhang. Uit de sociale paragraaf van de gemeente is het nieuwe dorpsmotto ontstaan: Stedum: vrij, verantwoord, verdraagzaam.
9
Zes Portretten
‘De regierol van de mensen wordt steeds groter’
Gerben Roest is de 32-jarige predikant van de Hervormde Gemeente in de Bartholomeuskerk in Stedum. Met zijn vrouw en twee jonge dochters woont hij in de pastorie naast de kerk. Hij komt van oorsprong uit Veenendaal, heeft in Utrecht theologie gestudeerd en woont sinds vier jaar in Stedum. Zijn oudste dochter gaat naar de basisschool in Middelstum. De Hervormde Gemeente in Stedum is een streekgemeente: ook Lellens, Wittewierum en Ten Post vallen eronder. Stedum is erg levendig en dat het verenigingsleven serieus wordt genomen, komt ten goede aan de sociale cohesie, ziet Roest. De grote steden zijn gericht op consumeren, maar Stedum is gericht op samen activiteiten doen. Het is geen enkel probleem als je niet wilt deelnemen, maar als zelfs als nieuwkomer kun je al vrij snel een centraal punt vormen in de activiteiten. Er is gauw contact met mensen en je kent je buren – dat was in Utrecht wel anders. De saamhorigheid in het dorp is groot en Roest voelt zich thuis in Stedum. 10
Stedumers helpen graag mensen; niet alleen familie en vrienden maar ook de buren. Als er om hulp wordt gevraagd wordt dat beantwoord, maar ook zonder vraag kloppen ze nog aan bij de buren; voor de zekerheid. De kerk draagt zorg voor de naasten wel uit in de boodschap en diaconie, maar speelt er verder niet op in omdat er al veel onderling wordt geregeld. “De mensen die graag helpen zijn denk ik vooral de veertig- of vijftig-plus; zit het in de mensen zélf of komt het voort uit het morele besef van vroeger? De tijd moet het uitwijzen.” Het over en weer hulp bieden zit vooral in de praktische klussen; boodschappen doen, de was doen en dergelijke. Zijn vrouw heeft er oog voor en biedt ook weleens hulp aan. Hij merkt dat ouderen boven de tachtig niet weg willen uit Stedum en zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Met het oog op zorg in de toekomst voor Stedum over pakweg dertig jaar heeft Gerben Roest wel een beeld; thuiszorg is nu al goed beschikbaar en dat moet ook zo blijven, en mensen gaan meer onderling regelen. “Iedereen met goede
wil moet samenwerken.” De eigen regierol van mensen wordt groter, meent hij: ze moeten zelf goed uitzoeken wat ze graag willen en wat bij hen past qua zorg. Technologie zal ook een grotere rol spelen in de toekomst. Het Swaithoes is erg belangrijk: veel mensen hebben gezondheidsproblemen en daar kan het Swaithoes een positieve wending aan geven. De focus komt te liggen op een gezondere levensstijl; op dat vlak moeten meer initiatieven worden genomen. Voedsel van eigen bodem wordt steeds gewilder en dat kan het ondernemerschap versterken. Zijn persoonlijke verlanglijstje voor Stedum: een mooie speeltuin, een winkel en een bakker, dit alles vanwege het sociale aspect. Hij vindt het een goed idee als er met betrekking tot de zorg een aanspreekpunt in het dorp komt: “Iemand die ‘een van ons’ is, maar niet te bemoeizuchtig.” Daar moeten wel goede mensen voor worden uitgezocht. “Een professional die alle zorgtalenten bij elkaar brengt is een mooi idee!”
11
‘Het is nuttig om eerst de familie en buren te benaderen voor ondersteuning en daarna pas de zorgprofessional’
Mariele Mijnlieff (44) en haar buurvrouw Francoise de Thouars (42) zijn zo’n twee jaar geleden in Stedum neergestreken, beiden met partner en kinderen die naar de basisschool in Stedum gaan. Ze wonen bij de haven en daar is veel te doen; de ijsbaan, tennisbaan, scouting op zaterdag en natuurlijk de patatkraam op vrijdag. Francoise de Thouars en Mariele Mijnlieff vonden allebei hun ontvangst in Stedum als nieuwkomers hartverwarmend. Ze vonden de dorpsbewoners erg uitnodigend. Hun eerste contacten waren met mensen die de hond uitlieten en natuurlijk via de school van de kinderen. Ze ervaren geen druk om mee te doen met activiteiten maar er zijn veel clubjes en er wordt veel georganiseerd. Francoise de Thouars: “Als je zegt dat je wel ergens mee wilt helpen, dan vergeten ze dat absoluut niet!” Mariele Mijnlieff kreeg al tijdens haar verhuizing naar Stedum de vraag of ze mee wilde helpen met de speelweek van de basisschoolkinderen – en of het hutten bouwen plaats mocht vinden in haar achtertuin. De Thouars wordt af en toe gevraagd 12
om de catering te verzorgen, of ze pannen wil uitlenen en men klopt bij haar aan voor advies. De jeu-de-boulesbaan ligt pal achter de design studio van haar en haar man aan het Klokkenpad; na hun spel drinken de leden een kop koffie bij hen. Beide vrouwen zien het als een groot voordeel om nieuw in een dorp te komen wonen, omdat je dan blanco tegen alles en iedereen aankijkt en niets weet van eventuele conflicten. “Al krijg je er later wel wat van mee natuurlijk.” De saamhorigheid is groot in Stedum. De Thouars: “Het verraste mij dat mensen spontaan hulp aanboden bij de verbouwing van het huis.” Mijnlieff: “Wij regelen veel onderling met de buren, zoals oppassen op elkaars kinderen.” Als er sprake is van een urgente situatie, dan kun je altijd mensen om hulp vragen. “Het is minder complex leven in Stedum, er hoeven minder agenda’s worden getrokken; mensen zitten hier in een vast dagelijks ritme. Het is een rijkdom om ergens heen te gaan waar je al contact met de buren hebt.” Belangrijke levensgebeurtenissen worden gedeeld
in het dorp; iedereen krijgt een rouwkaart als een (oud-)dorpeling komt te overlijden. Zo krijg je ook wezenlijke verbinding met elkaar omdat je weet wat er speelt. Je bent op de hoogte van de situatie. Dat is traditie, voornamelijk onder de oudere dorpsinwoners. Een nieuwere traditie is het introduceren van nieuwe dorpsgenoten in het maandelijkse dorpsblad ‘De Stedumer’. Beide vrouwen hebben er al ingestaan met hun gezin. Ze vinden het een leuke manier om het dorp kennis te laten met de nieuwe gezichten. De namen worden goed onthouden, merken ze. Mijnlieff: “Het is opvallend dat dat er best veel families met drie generaties in het dorp wonen.” Voor hulp en steun is het nuttig om eerst aan de familie en buren te vragen of ze wat kunnen betekenen en dan pas de professional te benaderen. Mantelzorg wordt steeds belangrijker. De oudere mensen die voortijdig vertrekken uit het dorp en naar dorpen gaan met zorginstellingen doen dat ook zodat ze nog de tijd hebben om een leven op te bouwen in het nieuwe dorp. Zelf zijn beide vrouwen nog niet bezig met nadenken over hun oude dag.
De wensen voor Stedum: voor Mariele Mijnlieff is dat een supermarkt. “Dat is de meest laagdrempelige ontmoetingsplek.” Maar ze realiseert zich dat daar te weinig draagvlak voor is. Francoise de Thouars zou graag een punt willen hebben waar vers brood te koop is, bijvoorbeeld op een plek waar nu al mensen samenkomen zoals de school. Of ze zou de school willen combineren met een bibliotheekvoorziening. “Het is belangrijk voorzieningen zó in te richten dat mensen elkaar toevallig kunnen ontmoeten, in plaats van in de clubjes waar ze lid van zijn.” Mensen moeten wel een reden hebben om ergens heen te gaan, bijvoorbeeld om boodschappen te doen. De haven is ook aan herinrichting toe. Dat is een ontmoetingsplek voor hengelaars, kinderen en fietsers, maar het lijkt nu meer op een parkeerplek dan op een dorpsplein. De Thouars zou haar liefde voor koken willen inzetten bij het dorpsgebeuren aan het Klokkenpad. “Eten als basis van een ontmoeting, want eten moet iedereen.” Het mooiste lijkt haar als er eens in de week een avond is dat dorpsbewoners om de beurt koken en mensen voor een klein bedrag kunnen mee-eten. 13
Margreet Wiersema (45) heeft samen met haar man een zorgboerderij, De Heemen. Ze houden melkkoeien en verbouwen mais en tarwe ten behoeve van de koeien. De zorgboerderij heeft de naam ‘zorgbuurderij’ omdat Margreet het belangrijk vindt, om naast het aanbieden van dagbesteding voor de cliënten, verbinding te houden met Stedum en de directe omgeving. Bij De Heemen kan je buurten en er is onder meer een ‘dorpstuin’ gerealiseerd waar Stedumers elkaar kunnen ontmoeten, tuinieren en oogsten. Wiersema is een geboren en getogen Stedumse. Ze verliet het dorp toen ze verpleegkunde ging studeren. Later ging ze in Loppersum wonen. Zo’n negen jaar geleden namen zij en haar man de familieboerderij in Stedum over, waar ze nu samen met hun drie schoolgaande kinderen wonen en werken. De sociale verbanden zijn belangrijk in Stedum, zegt Wiersema, maar het is wel zichtbaar dat de kinderen van de dorpsbewoners meer uitwaaien. Ook haar eigen kinderen moeten voor de middelbare school naar Delfzijl of Groningen. Dat is erg jammer omdat er hele een afstand moet worden overbrugd. De twee basisscholen in Stedum gaan fuseren en dat wordt echt een samenwerkingsschool met één voordeur. Het is alleen is nog niet duidelijk waar die voordeur zich zal bevinden, aangezien een van beide gebouwen moet worden opgeheven. Nieuwe bewoners van Stedum zijn vaak ook op zoek naar gezelligheid in het dorp en hebben belangstelling voor de dorpstuin. De tuin richt zich op het dorpsgevoel. De producten worden langs de weg verkocht. De gemeenschappelijke tuin is ook ontstaan vanuit het idee van de eigen kracht van dorpen en mensen. De supermarkt is verdwenen en daardoor heeft ze veel ‘zwaaicontacten’, zoals Wiersema het uitdrukt. “Ik rijd door het dorp, ik zie bekenden, maar ik maak geen praatje meer zoals vroeger.” Het is in Stedum gebruikelijk om elkaar te helpen. De zorgboerderij is verbouwd met hulp van dorpsgenoten. Het is voor Margreet Wiersema
14
‘Houd de zorg in de omgeving. Breng vraag en aanbod lokaal bij elkaar’
vanzelfsprekend om in de familie mantelzorg te verlenen. Er worden ook wel activiteiten rondom de zorg voor elkaar georganiseerd. De gereformeerde kerk hield rond Kerst een actie om pakketjes te maken voor mensen die dat volgens de Stedumers konden aangeven wie zij vonden dat die wel een cadeautje verdienden. Men kon zelf ook producten en spullen inleveren voor die pakketjes. De tijden zijn wel veranderd vindt Wiersema, er is steeds meer sprake van een individualistische samenleving. Men kijkt wel naar elkaar om, maar loopt niet snel ongevraagd binnen bij iemand die hulp nodig heeft; je moet er zelf om vragen. Wiersema wil graag meehelpen in het dorp, maar zou haar aanbod vanuit haar eigen situatie willen vormgeven. “Wat zou ik kunnen doen met de zorgboerderij voor mensen die de aandacht en hulp nodig hebben?” Ze vindt het ook belangrijk om het met elkáár te doen. “Niet bij de gemeente langsgaan voor de aanvragen van zorg maar eerst in de buurt kijken wie kan helpen.” Dat moet nog wel groeien, denkt ze. Er moet een soort eigen ‘krachtcentrale’ komen. Het initiatief moet van onderop komen. “Er is veel professionele zorg in het dorp. Waarom doen wij daar niet iets mee? Misschien zou je van Stedum een soort zelfvoorzienend kloosterdorp kunnen maken.” Haar ideaal is dat iedereen weet waar de professionele zorg zit in het dorp, dat men van elkaar weet wie wat kan en wil betekenen, en dat de alle Stedumers die dat nodig hebben er een beroep op die zorg kunnen doen. “Klein beginnen en dan hopen dat het zich als een olievlek verspreidt. Dat houdt de zorg ook goedkoop.” De zorg heeft nu te veel schakels. Daardoor voelen mensen zich minder betrokken, meent Margreet Wiersema. “Mensen verwachten maar dat alles voor hen wordt geregeld als het zover is en lopen dan tegen de bureaucratie aan.” Zij is zelf jarenlang wijkverpleegkundige geweest, met als speerpunt de ouder-en-kindrelaties. Mensen stellen hoge eisen aan de professional; de wijkverpleegkundige kan niet alles meer doen. “Het is jammer dat er geen professional meer is die even door het dorp wandelt om te kijken hoe alles gaat. Je mist de
15
verbindende schakel.” De wijkverpleegkundige moet in haar ogen weer de spin in het web worden en een coördinerende rol krijgen. Zorginstellingen kunnen vaak geen maatwerk leveren en mensen vallen buiten de boot als ze niet in het standaardpakket passen. De Heemen is opgezet om (jong)volwassen en kinderen (naschoolse opvang) die tussen wal en schip vallen, met maatwerk te begeleiden. Margreet Wiersema maakt graag gebruik van alle nieuwe digitale mogelijkheden. “Het is fantastisch om mensen via de social media te informeren over de
16
zorgboerderij.” Ook als haar eigen generatie ouder wordt, denkt ze dat die goed gebruik kan maken van social media om in contact te blijven met anderen. Ook handig als je hulp nodig hebt. Thuisalamering is al een tijdje beschikbaar in Stedum en zal dat ook zeker blijven. Het is een dienst die los kan worden ingekocht. Als iemand hulp nodig heeft, bijvoorbeeld omdat zij is gevallen, kan diegene door middel van een druk op de knop de zorgcentrale bereiken. Ook ziet Wiersema toekomst voor de zorg op afstand door middel van bijvoorbeeld beeldtelefoons, om het platteland meer leefbaar te houden voor ouderen.
Een ontmoetingsplek mist Margreet Wiersema in Stedum, zoals de supermarkt toen die er nog was. Er is een dorpscoöperatie opgezet om lokaal geproduceerd voedsel beschikbaar te maken voor de Stedumers. “Houd het meer in je omgeving en breng ondernemers samen. Je moet vraag en aanbod lokaal bij elkaar brengen.” Het eerste initiatief was de slacht van een Stedumer koe; dorpelingen konden intekenen om vlees te kopen in pakketten van tien kilo. De dorpscoöperatie staat nog in de kinderschoenen, maar ze is bedoeld om de leefbaarheid op het platteland te vergroten door nieuwe contacten en activiteiten. “Het zou prachtig
zijn als zorgverlening ook een onderdeel van de dorps coöperatie zou worden in de toekomst. Vraag en aanbod in het dorp op elkaar afstemmen.”
17
Karel Zuiderveld (56) woont niet in Stedum, maar in Terheijl, een streek net onder Roden. Hij fysiotherapeut en de eigenaar van het Swaithoes. Toevalligerwijs kwam hij 33 jaar geleden in Stedum terecht. De Stedumers beschouwen hem als een echte Stedumer en hij mag meedoen met de dorpsactiviteiten. Karel is een begrip in het dorp. Karel Zuiderveld merkt op dat het dorp is veranderd: “Vroeger waren er veel autochtonen en twee kerkkampen, maar tegenwoordig loopt alles veel meer door elkaar heen en de sociale cohesie is groot. Dorpsbelangen en de Oranjevereniging doen veel goede dingen voor de dorpsverbinding. Clubjes zorgen voor reuring in het dorp en mensen leven steeds minder langs elkaar heen. “Stedum is zeer leefbaar en absoluut geen ghosttown!” In het dorp is het zo dat als mensen het moeilijk hebben, er min of meer vanzelf hulp om hen heen ontstaat. Mensen gaan vanzelfsprekend even met de buurvrouw naar het ziekenhuis. De mantelzorg wordt steeds belangrijker in de toekomst, denkt Karel Zuiderveld. Dat vraagt om korte lijnen met de professional en laagdrempeligheid; professionals moeten zich meer verbinden met de informele structuur. Ook voor de zorgprofessional zal het prettig zijn om met kortere lijnen te werken; er is nu veel geregel tussen zorgprofessionals onderling in plaats van met één centraal persoon in het dorp – bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige. “Het werkt dus twee kanten op.” Het zou ook fijn zijn als de organisatie op een logische plek komt te zitten; er worden nu door de zorgverleners onnodig veel kilometers gemaakt. En de administratieve last moet kleiner worden, dat kost immers veel tijd die beter in de zorg gestoken kan worden.
‘De mantelzorg wordt steeds belangrijker en de professionele zorg moet laagdrempelig zijn’ 18
Karel Zuiderveld is zelf zorgprofessional en richt zich verbeteren van de gezondheid in Stedum en naburige dorpen. “Als mensen weer goed functioneren is het de kunst om het zo te houden en direct in te grijpen bij een terugval.” Er staat een grote stamtafel in het Swaithoes, als ontmoetingsplek voor de patiënten en sporters. De filosofie van het Swaithoes is ook het ‘ont-moeten’; het is een ontmoetingsplek, waar niets hoeft en alles kan. De zorg gaat volgens Zuiderveld kapot
aan de administratieve lasten en daarom doet hij bijvoorbeeld niet mee aan certificering en verricht hij alleen de hoognodige administratie. Hij is naar eigen zeggen ‘opgeleid om te behandelen en niet als administrateur en boekhouder’. Alles heeft te maken met vertrouwen. Momenteel trainen er in het Swaithoes zo’n 220 mensen, grotendeels uit Stedum maar ook uit naburige dorpen. Zuiderveld vindt het belangrijk om activiteiten te organiseren; uitstapjes, acties voor het goede doel maar ook andere projecten. Hij is bijvoorbeeld medeverantwoordelijk voor de komst van een AED (Automatische Externe Defibrillator) in Stedum. Er hangt een AED aan het Swaithoes en inmiddels hebben zestig dorpelingen een cursus gevolgd zodat ze met behulp van de AED kunnen reanimeren. Als hun hulp gewenst is krijgen ze een sms van de meldkamer, direct na de alarmering. Dit is de snelste weg voor een adequate hulpverlening bij een hartstilstand. Karel Zuiderveld vindt dit mooi om samen met het dorp te doen. Dit soort activiteiten die ook goed zijn voor de sociale samenhang, worden in het Swaithoes aangeboden. Het bevorderen van de onderlinge contacten werkt mee aan het bevorderen van een gezonde leefstijl, meent Zuiderveld. “Je traint in het Swaithoes nooit in je eentje, maar altijd als onderdeel van een groep. Dat zorgt er voor dat mensen niet afhaken.” Er werkt nog een tweede fysiotherapeute in de praktijk. Zij is gespecialiseerd in oedeemtherapie. Ook is er een psycholoog beschikbaar om problemen die mensen ervaren met bijvoorbeeld overgewicht vanuit die invalshoek aan te kunnen pakken. Een multifunctioneel gebouw zou een aanwinst voor Stedum zijn, meent Karel Zuiderveld. Een ontmoetingsplek met daarin ‘een barretje en een winkeltje met dagverse producten’. Zelf heeft hij niet de ambitie dat op te zetten. “De huisarts moet ook blijven; onze huisarts vertrekt, ik hoop dat iemand zijn praktijk over gaat nemen.” Ten slotte heeft Karel Zuiderveld de wens om het stuk braakliggend terrein aan de Weemweg om te ploegen en er volkstuintjes van te maken. Dat geeft in zijn ogen nog meer binding in het dorp.
19
‘Professionele zorg is ontzettend belangrijk, maar kan niet zonder vrijwilligers’
Sieta Smit (70) komt oorspronkelijk uit Wittewierum, een klein dorp in de gemeente Ten Boer. Als 17-jarige werkte ze een tijdje in een kindertehuis in Noord-Holland. Ze kwam 46 jaar geleden naar Stedum en ze woont samen met haar man, een geboren en getogen Stedumer, in het dorp. Haar twee zoons wonen ook in Stedum; haar dochter woont in Leiden. De drie kleinkinderen gaan in Stedum naar de basisschool. Smit heeft een sterke band met het dorp. Sieta Smit heeft door haar vrijwilligerswerk erg veel mensen leren kennen en ze vindt dat de Stedumers ‘goed naar elkaar omkijken’. Meedoen met activiteiten in het dorp is goed, maar als je er geen behoefte aan hebt, is dat ook prima. Smit zit al jaren in de commissie van de vrouwenraad en het informatiesteunpunt in Stedum. Eens in de twee weken kan elke Stedumer langskomen in het Hervormd Centrum voor informatie en er worden themadagen gehouden. “Zorg geven is makkelijker dan om hulp vragen, maar je hoeft je niet groot te houden als je ergens 20
mee zit.” Als er iets aan de hand is met iemand in Stedum zal dat via-via de meeste bewoners wel ter ore komen: “Elke straat heeft wel een nieuwsblad.” Men moet wel kenbaar maken dat men hulp nodig heeft van de dorpsgenoten. Het is niet gebruikelijk om ongevraagd bij iemand naar binnen te lopen. Smit heeft haar zorgen over de zorg; “nu men spreekt over ‘naoberschap’, kan het zijn dat mensen die zorg nodig hebben, buiten de boot vallen en de zorg gaan missen.” Professionele zorg is ontzettend belangrijk, vindt Sieta Smit. Vrijwilligers en professionals kunnen niet zonder elkaar, maar het is de bedoeling dat de vrijwilliger de plek van de professional in gaat nemen om te bezuinigen, denkt ze. Maar: “Je moet de zorg niet overnemen van de professional.” Als zij zelf zorg nodig zal hebben, dan rekent ze op haar zoons die dichtbij wonen. Ze wil anderzijds zo min mogelijk gebruik maken van de hulp van familie. “Bij elkaar op de lip zitten is niet altijd fijn en je wilt je familie niet teveel belasten.” De apotheekhoudende huisarts is onmisbaar voor het dorp. De huisarts wordt door Smit omschreven
als zeer betrokken. Smit fitnesst verder in het Swaithoes onder begeleiding van fysiotherapeut Karel Zuiderveld. Het Swaithoes is ook een ontmoetingsplek voor de sporters. Er staat een stamtafel waar men gezellig wat kan drinken en napraten. Er worden uitstapjes georganiseerd en er zijn soms acties voor het goede doel. Verder zijn er weinig voorzieningen in Stedum. Het café wordt gemist: “Een café hóórt in het dorp, alles werd in het dorp georganiseerd.” Vergaderen en activiteiten organiseren kan in het hervormd centrum of het gereformeerd trefpunt, waar zowel kerkelijke als algemeen activiteiten worden georganiseerd. De centra worden gerund door vrijwilligers. Sieta Smit is zelf vrijwilliger op een afdeling voor dementerenden in De Twaalf Hoven in Winsum. Ook werkt ze vrijwillig in de Wiemersheerd in Loppersum. Ze brengt daar eens per maand de bewoners naar de koffiekamer en schenkt koffie. Ze vindt het vanzelfsprekend om te helpen in deze instellingen, waar respectievelijk haar oom en schoonmoeder hebben gewoond. De bezuinigingen in de zorg zijn
merkbaar in de zorginstellingen, omdat indicaties moeilijk worden gegeven. “Er zijn bewoners die pas laat een indicatie krijgen en zeggen ‘ik had hier eerder moeten komen’.” Dementerenden in Stedum blijven zo lang mogelijk thuis. Zorgverleners zouden meer persoonlijke aandacht moeten geven aan de cliënten thuis, maar Smit beseft dat dat moeilijk is gezien de bezuinigingen. Smits wens voor Stedum is vooral: houden wat er nu is. De huisartspraktijk met apotheek mag niet verdwijnen. Hoewel de supermarkt wel gemist wordt, is het volgens haar onhaalbaar om opnieuw een kleine winkel te starten. Een plek waar men kan samenzijn, een café of andere ontmoetingsplek, zou erg welkom zijn.
21
Tjeerd Burgstra is een alleenstaande man, geboren in Stedum in 1938. Hij woonde bij zijn ouders tot hun dood. Sinds een paar maanden woont hij in een seniorenwoning. Vanuit zijn woonkamer heeft hij zicht op zijn geliefde Bartholomeuskerk. Hij wil beslist in Stedum blijven wonen. “Een oude boom moet je niet verplanten.” Zelf noemt hij het ‘rijk en voedzaam leven’ in Stedum. Zijn omgeving omschrijft hij als ‘ruimte van uitzicht, weidsheid van blik’, refererend aan het mooie, uitgestrekte Groningerland. Deze geschiedeniskenner van Stedum is geboren en getogen in Stedum en hij wil er ook graag blijven wonen. Hij is een bekend man in het dorp en weet uitzonderlijk veel over de historie van Stedum. Hij geeft rondleidingen in de Bartholomeuskerk en vertelt bevlogen over zijn dorp. Door zelfstudie spreekt hij Frans, Duits, Engels en zelfs wat Russisch, zodat hij toeristen in hun eigen taal het verhaal van Stedum kan vertellen. Zelf is hij nog nooit naar het buitenland geweest. De sociale cohesie is groot in Stedum. “Je bent welkom om mee te doen aan de activiteiten in het dorp, maar als je daar geen behoefte aan hebt, is dat geen enkel probleem”. De wederzijdse verhoudingen zijn goed. Burgstra hecht veel waarde aan het gemeenschapsverband. Stedum was vroeger alleen gericht op veehouderij en landbouw, maar tegenwoordig wonen er veel forensen in het dorp en worden er veel activiteiten georganiseerd. Vroeger waren er behalve de twee kerken ook een café en een supermarkt in het dorp waar de dorpsbewoners elkaar ontmoetten. De beide basisscholen gaan fuseren, iets dat Burgstra als zeer positief ervaart. Tjeerd Burgstra heeft zelf dertig jaar lang mantelzorg verricht voor zijn ouders en voor de buren. Dat heeft hij altijd in goed overleg met de huisarts en thuiszorg gedaan. Hij ervoer dat niet als een belasting en kon het al die jaren volhouden omdat hij zelf erg actief is. Hij had bovendien een band met degenen die hij verzorgde. “Je groeit geleidelijk in een verzorgende rol.” Er was zo nu en dan enige hulp in de vorm van iemand die hielp om boodschappen te doen.
‘Het is prima oud worden in Stedum’
22
Burgstra vindt het verlenen van mantelzorg ook voor zichzelf waardevol. Hij komt nog steeds bij de voormalige buur; even kijken of alles goed gaat. Hij ervaart het als een soort natuurlijke verbondenheid: omzien naar mensen die dichtbij je wonen. Dat
gebeurt in het dorp, en met gesloten beurs. Wel meent Burgstra dat mensen liever alleen kortdurende mantelzorg verlenen en dan liever aan hun naasten dan aan mensen die verder van ze afstaan. Burgstra zelf zou zich meteen aanmelden als helper als er een poule voor mantelzorg zou worden opgezet; hij zou langs die weg ook wel hulp willen ontvangen. Maar hij moet afwachten hoe de mantelzorg om hem heen zal worden georganiseerd wanneer hij het nodig heeft. Structureel mantelzorg verlenen is iets heel anders dan incidenteel en kortdurend. Burgstra is bang dat de informele zorg niet betrouwbaar is en daarom moeten de informele en de professionele zorg goed samenwerken om de kwaliteit en continuïteit te waarborgen. De zorg is na de oorlog veranderd. Voor de oorlog werd de zorg als een onderlinge dorpsplicht verricht. Door de professionalisering is de kwaliteit van de zorg nu verbeterd. Hetgeen als “een zegen voor de hele samenleving” wordt ervaren. Burgstra krijgt zelf huishoudelijke ondersteuning, daar kan hij de komende jaren op rekenen. Er komt eens in de twee weken een vaste hulp. Dat is iemand die al een bekende was van de familie Burgstra en dat vindt hij erg prettig. Indien nodig springt zijn familie die in het dorp woont, bij. Het is prima oud worden in Stedum, thuiszorgorganisaties bieden hulp thuis aan en er zijn seniorenwoningen. Burgstra is zelf nog in staat om op de fiets naar Loppersum of Bedum te gaan om boodschappen te doen. Er is niet veel te merken van de vergrijzing; de oudere senioren vertrekken uit eigen beweging uit het dorp naar omliggende dorpen waar wel zorginstellingen zijn. Ze gaan weg uit voorzorg, nog voordat het echt nodig is. Burgstra ziet zijn toekomst niet somber in. “Zoals het nu is, is het goed.” Hij hoopt op een goede samenwerking van de professionele zorg en de informele zorg. Op deze manier wil hij hier graag blijven wonen. De wijkverpleegkundige wil hij graag als spil in het dorp terug zien komen en hij hoopt ook dat de huisartspraktijk met apotheek blijft bestaan in Stedum. “De huisarts kent iedereen. Als je voor de huisarts naar een ander dorp moet, mis je dat.” Het sociale contact is wel verarmd door het gemis van een supermarkt. Hierdoor ontmoeten mensen elkaar minder vaak. Gelukkig zijn er wel veel verenigingen in het dorp. Dat komt ten goede aan de sociale cohesie.
23
De rode draad
De portretten geven een impressie van hoe bewoners van nu hun toekomst al dan niet in Stedum voor zich zien. Een aantal opmerkingen en wensen komen telkens weer terug. We zetten ze hieronder op een rijtje: • • • • • • • • • • •
24
In Stedum kun je prima oud worden Er wordt onderling veel hulp en steun geboden Niemand denkt (te) ver vooruit Er zijn geen grote verlanglijsten voor de toekomst De huisarts, apotheek en fysiotherapeut zijn heel belangrijk voor het dorp Behoefte aan afstemming tussen - Bewoners en professionals - Bewoners onderling - Professionals onderling Focus op gezond leven en elkaar ontmoeten Elkaar ontmoeten = elkaar kennen = elkaar gemakkelijker hulp en steun vragen en bieden Afstemming op dorpsniveau: een wijkverpleeg- kundige of een dorpse zorgcoördinator Regierol voor bewoners Bewoners zien een gouden kans voor Stedum en willen zich hier zelf voor inzetten, in samen- werking met zorgprofessionals.
25
Colofon Interviews: Fenna Bolding, STAMM en Ekelien IJszenga Programmamanager: Marieke van Ginkel, Zorg voor de Toekomst Fotografie en vormgeving: Caroline Penris Met dank aan alle geïnterviewden
26