ZIJLNIEUWS ZORG OP DE SCHOP
‘Ik leef bij de dag’ ‘Wij zijn goed voorbereid op de toekomst’ ‘Ze zoeken nu nog een maatje voor me’
3/2014 KWARTAALBLAD VOOR OUDERS, VERWANTEN EN RELATIES
COLUMN
HETTY DE WITH, bestuurder
[email protected]
In het oog van de orkaan Je hebt er vast wel eens van gehoord: in een orkaan zit een oog. En in het oog stormt het niet, het is daar doodstil, de orkaan draait om het oog heen. Aan dat beeld moet ik soms denken als ik aan onze organisatie denk. We zijn nu al zo’n jaar of vijf bezig om ons voor te bereiden op de hervormingen in de langdurige zorg. We weten al heel lang dat de AWBZ gaat verdwijnen en plaats maakt voor andere wetten. Die verandering betekent nogal wat. Ik heb er op diverse plaatsen al eerder over geschreven. Ditmaal schrijf ik over de gevolgen voor medewerkers. Want deze veranderingen raken alle medewerkers van De Zijlen of gaat hen raken in de komende periode. De Zijlen wordt steeds meer een organisatie die mensen ondersteunt, die complexe problemen kennen in hun leven. De lichte zorgvragers komen bij de gemeente terecht en niet meer bij De Zijlen. Dat betekent dat sommige ambulante medewer-
kers van De Zijlen te maken krijgen met werken binnen of voor de gemeente. Anderen, en dat zijn de meesten, merken dat de vraag van cliënten verandert van lichte naar zware zorg. Het gevolg is dat mensen zich moeten oriënteren op ander werk binnen De Zijlen, dat zij zich moeten om- of bijscholen zodat zij toegerust raken om ook de nieuwe zorgvragers goed te kunnen ondersteunen. De Zijlen biedt deze bijscholing en oriëntatie op je carrière. Maar dat vraagt ook een actieve houding van medewerkers. Onderzoeken bij jezelf waar je zwakke plekken zitten. Een plan maken om jezelf bekwaam te maken voor deze nieuwe periode in je loopbaan. Sommige medewerkers denken dat alle veranderingen hen niet zullen raken. Zij denken dat ze in het oog van de orkaan zitten. Dan gebeurt er na verloop van tijd datgene, wat alle orkanen doen: je loopt een groot risico midden in de storm terecht te komen…
DOORGESLUISD.
Veel leesplezier!
De hervorming van het zorgstelsel heeft nogal wat consequenties. Welke dat precies zijn is nog niet helemaal duidelijk, omdat onder meer het wachten was op een definitief ‘ja’ vanuit de landelijke overheid. Hoe staan cliënten, begeleiders en gemeenten in deze woelige tijden? U leest erover in dit nummer van Zijlnieuws.
600ste vrijwilligster in zonnetje gezet! De 15-jarige Anita Ausma liep afgelopen jaar snuffelstage in het Wierdehuis op Sintmapark. Dat vond ze in het begin best spannend, al duurde dat maar even.
Daarna was ze helemaal enthousiast. Na haar stage meldde ze zich zelfs aan als vrijwilligster bij De Zijlen. Haar aanmelding bleek de 600ste te zijn en het bijzondere is dat Anita met haar vijftien jaar ook nog eens de jongste vrijwilligster is! Onlangs werd ze in het Wierdehuis verrast door vrijwilligerscoördinator Geeske Tuma. Anita ontving een bos bloemen, chocola en een relatiegeschenk van De Zijlen. Anita gaf aan dat ze het werk heel leuk vindt. Ze verricht allerlei hand en spandiensten en gaat met cliënten aan de wandel. Na haar middelbare school wil ze een opleiding in de zorg gaan volgen.
Nieuwe tarieven aanvullende diensten 2015 Aanvullende diensten zijn diensten die niet onder de AWBZ-zorg vallen. De Zijlen biedt ze tegen betaling aan, aan alle cliënten. De nieuwe tarieven voor 2015 zijn nu bekend en staan op www.dezijlen. nl onder ‘Organisatie’. Bij het volgende Zijlnieuws wordt de folder meegestuurd.
2 / ZIJLNIEUWS
Noteer alvast in uw agenda symposium ‘Complex? Geen probleem!’
Op donderdag 23 april 2015 organiseert De Zijlen een symposium over complexe zorg. Het symposium bestaat uit bijzondere sprekers, interactieve workshops en een markt. De Zijlen heeft veel ervaring op het gebied van ondersteuning aan mensen met intensieve en complexe vragen. Complexe zorg kenmerkt zich door de ingewikkelde zorgvraag van cliënten. Ook als het moeilijk wordt, blijven we samen zoeken naar een eigen plek van betekenis. Daarin onderscheiden we ons van andere (regionale) aanbieders. Ingewikkelde zorgvragen resulteren vaak in zoektochten. Praktijkvoorbeelden en dilemma’s kenmerken het symposium. Hoe doen we dat samen binnen De Zijlen? Noteer alvast in uw agenda: donderdag 23 april 2015 symposium ‘Complex? Geen probleem!’
Het zorgstelsel op de schop
De AWBZ wordt per 1 januari 2015 vervangen door een nieuwe wet met de naam Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wet regelt alles voor mensen die langdurig de zwaarste zorg nodig hebben. Lichtere vormen van ondersteuning gaan uit de AWBZ. Denk aan begeleiding en dagbesteding. Deze gaan over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die wordt uitgevoerd door gemeenten. Verpleging en verzorging worden onderdeel van de Zorgverzekeringswet. Die wet wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraars.
Jeugdwet Andere onderdelen van de AWBZ en de Zorgverzekeringswet gaan over naar de nieuwe Jeugdwet. Met ingang van 2015 zijn gemeenten hiervoor verantwoordelijk. Alle zorg voor kinderen tot 18 jaar met een verstandelijke beperking valt vanaf volgend jaar onder de Jeugdwet. Het gaat onder meer om begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, behandeling en verblijfszorg (ZZP). Alleen de zorg voor kinderen en jongeren met ernstige verstandelijke, lichamelijke of meervoudige beperkingen valt vanaf 2015 onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Het gaat in dat geval om kinderen die blijvend zijn aangewezen op permanent toezicht of op 24 uur zorg per dag. Ook de zorg voor sterk gedragsgestoorde mensen met een licht verstandelijk beperking (SVLVG) wordt onderdeel van de Wlz.
Nieuwe Wmo Vanaf 1 januari is de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht. Alle veranderingen roepen niet alleen vragen op, maar zorgen ook voor misverstanden. Het ministerie van VWS geeft antwoord op tien van die misverstanden. Bijvoorbeeld: ‘Kinderen, vrienden en buren worden verplicht om mij te helpen’. ‘Nee’, zegt de overheid. ‘De Wmo 2015 stelt hulp door kinderen, vrienden of buren niet verplicht. Ze zijn dus nooit verplicht om te helpen. Gemeenten mogen wel onderzoeken of het sociale netwerk de cliënt kan helpen. De gemeente kan rekening houden met deze hulp als ze een aanbod doet aan
de cliënt. In het gesprek met de cliënt moet de gemeente ook vragen of de mantelzorger hulp nodig heeft bij het uitvoeren van zijn taken.’
Meer vragen en antwoorden Of deze: ‘Als het geld bij de gemeente op is, krijg ik geen ondersteuning meer.’ Het antwoord luidt: ‘In de wet staat dat de gemeente maatschappelijke ondersteuning moet bieden als iemand niet zelf of met hulp van zijn netwerk kan meedoen in de samenleving of zelfredzaam kan zijn. Gemeenten moeten altijd aan deze wettelijke plicht voldoen. Ook als het geld op is.’ Tot slot: ‘Mijn gespecialiseerde dagbesteding wordt wegbezuinigd en de gemeente zal mij afschepen met een algemene voorziening, zoals een activiteit in het buurthuis.’ Het antwoord: ‘Gemeenten moeten passende ondersteuning bieden aan mensen als ze niet zelf of met hulp van hun netwerk kunnen meedoen of zelfredzaam kunnen zijn. Voor sommige mensen is een activiteit in het buurthuis passend. Bijvoorbeeld een koffieochtend bezoeken om eenzaamheid te voorkomen. Voor andere mensen is gespecialiseerde dagbesteding nodig. Bijvoorbeeld om te leren hoe ze structuur aanbrengen in hun dag. In dat geval moeten gemeenten gespecialiseerde dagbesteding aanbieden. Uit het onderzoek door de gemeente blijkt welke ondersteuning passend is voor een cliënt. Nieuwsgierig geworden naar de andere antwoorden? Kijk op www.rijksoverheid.nl/misverstanden-over-de-wmo
ZIJLNIEUWS / 3
5
vragen aan de wethouder
Wethouder Ton Schroor van Groningen heeft Zorg & Welzijn in zijn portefeuille. Zijlnieuws stelde de wethouder vijf vragen. Per 1 januari gaat een aantal taken vanuit de AWBZ naar de Wmo. Wat verwacht u van de mensen zelf die bij de gemeente aankloppen voor ambulante begeleiding? ‘Wij vinden het belangrijk om te kijken naar dat wat iemand wel kan, in plaats van te kijken naar wat iemand niet kan. Wie weet wat er allemaal mogelijk is met een steuntje in de rug van anderen, zoals familie, buren, vrienden, kennissen, vrijwilligers of het wijkcentrum. De meeste Stadjers zijn in onze ogen prima in staat om zelf het heft in handen te nemen en initiatieven te ontplooien. Eén ding is voor ons heel belangrijk en dat is de mens zelf. We worden als gemeente verantwoordelijk voor een grote groep mensen, die wij nu nog niet goed kennen. Om te voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen, kunnen Stadjers die het zelf niet helemaal redden, blijven rekenen op bij hen passende ondersteuning.’ Wat mogen zij van de gemeente verwachten? ‘Zoals gezegd kunnen mensen die het op eigen kracht niet lukt, blijvend op onze steun rekenen. Allereerst gaan we met ze in gesprek. Samen zetten we de mogelijkheden en beperkingen op een rij. Vervolgens bespreken we mogelijke oplossingen. Wij vinden het belangrijk dat er genoeg keuze is in het ondersteuningsaanbod. Naast alle hulp die er al is, willen we ook vernieuwen. Dat is nodig, omdat vragen ingewikkelder worden, maar ook omdat er flink in de kosten moet worden gesneden.’ Wat zijn de grootste veranderingen voor mensen die een steuntje nodig hebben ten opzichte van de huidige situatie? ‘Als mensen een vraag hebben over ondersteuning, kunnen zij straks terecht bij het sociaal wijkteam in de wijk. Hier zijn alle wijkbewoners eveneens
4 / ZIJLNIEUWS
welkom met hun ideeën voor de wijk. Vervolgens wordt samen met de mensen, heel dicht bij in de eigen omgeving, gekeken welke ondersteuning het beste bij hen past.’ Wat vindt u de grootste voor- en nadelen van deze verandering? ‘Voor Groningen is deze aanpak niet echt nieuw. We doen namelijk al veel in de wijk en dat willen we verder uitbreiden. Bijvoorbeeld nog meer samenwerken met organisaties in de wijk, inclusief zoveel mogelijk actieve wijkbewoners die samen hun buurt of wijk nog mooier maken. Wij willen een stad waar iedereen zich thuis voelt en meedoet. Waar nodig pakken buurt- en wijkbewoners de zaken aan samen met vrijwilligers en beroepskrachten. Uiteindelijk willen we een sociaal wijkteam in elke wijk, een team dat wijkbewoners de helpende hand biedt. Een nadeel van deze verandering? Dat er op dit moment veel op gemeenten af komt. We moeten heel wat regelen in een relatief korte tijd. Bovendien krijgen we minder geld van het Rijk om alles te realiseren, dus moeten we kijken waar aanpassingen mogelijk zijn.’ Wat hebt u als gemeente voor wensen, denkend aan de toekomst? ‘Mensen doen nu al veel, maar we vragen - straks nog meer dan eerder - van mensen om zelf of samen met hun sociale netwerk knelpunten op te lossen. Waar nodig ondersteunen we vanuit de gemeente. Dit betekent een omslag voor ons allemaal. We hebben de eerste stappen gezet, maar we zijn er nog niet. 2015 is een overgangsjaar. Onze wens is dat we passende zorg en ondersteuning kunnen bieden aan inwoners die dit nodig hebben en dat we een stadsbrede dekking van goedwerkende sociale teams weten te realiseren.’
‘Wij staan direct op de stoep’ Voormalig ambulant begeleider Bart van Dijk van De Zijlen is enthousiast over zijn nieuwe functie. Hij is sinds anderhalf jaar lid van het sociaal wijkteam Beijum. Hij is nog steeds in dienst van De Zijlen, net als zijn collega’s die worden betaald door de samenwerkende organisaties die samen het sociaal wijkteam vormen. Deelnemers zijn bijvoorbeeld NOVO, Lentis, Bureau Jeugdzorg, Elker, MJD Groningen, het Wmo-loket, het Centrum voor Jeugd & Gezin. Met de hervorming van het zorgstelsel krijgen veel Nederlandse stadswijken en dorpen een dergelijk sociaal wijkteam. Twee vragen aan Bart.
Wat is en doet een sociaal wijk- Wat is de kracht van een team? dergelijk team? ‘Een sociaal wijkteam bestaat uit hulpverleners uit diverse organisaties, die binnen één team samenwerken. Eenmaal per week komen we bij elkaar om de aanmeldingen te bespreken. Mensen die in nood zitten melden zichzelf aan of we krijgen namen door van de politie, het Centrum voor Jeugd & Gezin, het Meldpunt Overlast of andere organisaties. MEE Groningen meldde bijvoorbeeld vier mensen aan. Dan kijken we bij wie z’n vakgebied de vraag het beste aansluit en vervolgens gaan we met twee mensen de betrokkene bezoeken om te zien wat er speelt. Welke vraag heeft de persoon en wie kan hem daar het beste mee helpen? Is er een sociaal netwerk? Zo ja, kunnen familie of vrienden iets doen? Is professionele hulp nodig? Zo ja, welke? Vervolgens schakel je, samen met de betrokkene de hulp in die nodig is. Is alles geregeld en wordt de hulp geboden? Dan gaan wij weer weg. We doen momenteel ook een zogeheten Heerdenonderzoek. We bezoeken mensen thuis en vragen hoe de woning voldoet, hoe ze hun woonomgeving ervaren en of ze op welke manier actief willen zijn in of voor hun buurt. Op die manier leren wij heel veel wijkbewoners kennen en zij ons.’
‘De kracht is dat je een grote club professionals bij elkaar hebt, die je kunt raadplegen. Iedereen heeft korte lijnen met z’n eigen organisatie en weet wie je waarvoor kunt vragen. Ook kunnen wij heel snel handelen. Na een aanmelding staan wij zo snel mogelijk op de stoep. Wij doen gewoon en gaan direct op een urgente melding af. Bijvoorbeeld bij een woningontruiming kijken we waardoor de huurachterstand of overlast voor de omgeving is ontstaan. Is inzet van de Kredietbank nodig? Zijn er psychische problemen? Wij helpen de allereerste nood oplossen en gaan net zo lang door met onze hulp, tot de rust is weergekeerd en een passende oplossing voor de langere termijn is gevonden. Kan de persoon zelf contact opnemen met de hulpverleners? Is er familie die kan helpen? Als het nodig is, gaan we zelf mee naar een instantie. Het belangrijkste is dat de hulp in gang wordt gezet. Ook al krijgt iemand na ons bezoek langdurige, geïndiceerde zorg, wij blijven contact houden. We bellen af en toe om te horen of alles naar tevredenheid verloopt. Zo blijft iemand in beeld en kan op elk moment met vragen bij ons terecht.’
ZIJLNIEUWS / 5
‘Ik leef bij de dag’ Sinds een jaar of tien wordt Anita Mekkes ambulant begeleid door De Zijlen. Of ze zonder die twee uur begeleiding per veertien dagen kan? “Nee”, zegt ze, “dan zou er van alles mis gaan. Ik begrijp dingen soms niet goed. Als ik bijvoorbeeld naar de gemeente moet, snap ik de helft niet van wat ze zeggen. Dan is het fijn als er iemand bij is om mij te helpen.” Vertrouwen Op de vraag of familie of buurtgenoten een rol kunnen spelen in die begeleiding, antwoordt Anita: “Ik wil niet dat bijvoorbeeld mensen uit de buurt of vrijwilligers alles weten van mijn financiën of over mijn privé. Daarover wil ik geen praatjes hebben in het dorp. Ik praat er bijvoorbeeld met de begeleiding over als er iets is met de kinderen. Dat doe je niet zomaar met iedereen. Een beroep doen op mijn familie? Ja mijn moeder past op de kinderen, meer niet. Gewoon voor de gezelligheid. Van meer vragen kun je ruzie krijgen. Ik ken ook cliënten die geen ouders of vrienden hebben. Wat moeten zij dan? Daarom ben ik juist naar De Zijlen gegaan. Begeleiders van De Zijlen weten waar ze het over hebben en ze hebben een zwijgplicht, daar moeten ze voor tekenen. Wat ik wil is een paar mensen die ik helemaal kan vertrouwen. Contact maken met mensen heeft tijd nodig. Dan is het fijn dat je niet altijd nieuwe mensen hebt waar je aan moet wennen. Ja, je moet de persoon aan wie je zoveel vertelt volledig kunnen vertrouwen, dat vind ik heel belangrijk.” Verhaal kwijt Wat een begeleider nog meer moet kunnen? “Goed kunnen luisteren”, vervolgt Anita, “en helpen als er iets is. Ze moeten je kunnen begrijpen en vooral ook geloven. En ze moeten je op ideeën kunnen brengen, zo van: heb je dit of dat al eens geprobeerd? Ze weten ook veel, want dankzij De Zijlen ben ik in contact gekomen met andere cliënten. Ik ga naar de ambulante avond, naar de creatieve markt of we gaan samen eten. Andere mensen ontmoeten die ook worden begeleid is voor mij heel belangrijk. Mensen met een verstandelijke beperking begrijpen elkaar heel goed en we leren van elkaar. Bij mijn begeleiders Anoesjka en Fennie kan ik vooral mijn verhaal kwijt.” Bij de dag Over één ding is Anita heel duidelijk: “Ik wil het liefst dat alles blijft zoals het is! Anoesjka vraagt wel eens: en over vijf jaar? Dat weet ik niet. Ik leef bij de dag. Op tv hoor ik wel eens: nog ‘even’ en dan breekt de oorlog uit. Wat is ‘even’? Ik maak me geen zorgen, want er kan in de tussentijd nog van alles veranderen. Dat zie je zo vaak. Mensen met een verstandelijke beperking denken niet vooruit. Dat is veel te ver weg en dan maken we ons misschien zorgen over dingen die helemaal niet gaan gebeuren.”
6 / ZIJLNIEUWS
‘Wij zijn goed voorbereid op de toekomst’
Anoesjka Munning is één van de twee ambulante begeleidsters van Anita. “Wat we vooral doen is meekijken met Anita’s leven en situaties bespreken. Hoe gaat het met het wonen, de kinderen, haar werk, lichamelijk functioneren of kunnen we samen haar netwerk uitbreiden? We bieden een luisterend oor, signaleren en ondersteunen.” Aangepast Er gaat nogal wat veranderen binnenkort. “Ja”, zegt Anoesjka, “al is 2015 een overgangsjaar waarin de begeleiding door gaat zoals die nu is. In de loop van volgend jaar horen we hoe de gemeente de ambulante begeleiding gaat invullen via de Wmo. We zijn als begeleiders goed op de toekomst voorbereid. De begeleidingsuren hebben we waar mogelijk al ingeperkt, het ondersteuningsplan is aangepast en elke cliënt heeft nu ook een netwerkkaart. Waar dat kan, proberen we vrijwilligers in te zetten. Daarnaast houden we elk half jaar een risicokaart bij. Stel dat de begeleiding wegvalt, wat kan er dan gebeuren? Op die manier hebben gemeenten en wij goed zicht op mogelijke risico’s en kunnen we laten zien hoe belangrijk het is dat de begeleiding blijft.” Kan een deel van de begeleiding niet worden vervangen door contact per computer, telefoon of tablet? Anoesjka vindt van niet en benadrukt dat het face to face contact heel belangrijk is en moet blijven. “Per computer mailen ze misschien dat het goed gaat, maar dan zie je niet of dat daadwerkelijk het geval is, vandaar dat je nooit zonder de echte ontmoetingen kan.” Voorzichtig Anoesjka vertelt dat zij en haar collega’s over de hervorming van het zorgstelsel goed worden geïnformeerd. “Het is een vast punt op onze agenda tijdens werkbesprekingen en ieder van ons heeft een speciale taak wat betreft de toekomst. Zo heb ik contact met de gemeente, waar we ons onder andere hebben voorgesteld aan de Wmo-adviesraad. Verder krijgen we onze informatie via intranet, internet, tv en hebben we bijeenkomsten binnen De Zijlen, waar we ervaringen en zorgen delen. Vanuit de landelijke overheid is echter nog niet alles helder over wat er precies gaat gebeuren, waardoor ik altijd heel voorzichtig ben met het informeren van cliënten. Met onduidelijke informatie over dingen die nog kunnen veranderen, creëer je veel onzekerheid en dat is niet goed.” Of Anoesjka tot slot een tip heeft voor cliënten? “Denk met ons mee”, zegt ze. “Hoe gaan we de begeleiding inrichten wanneer we straks misschien minder begeleidingsuren dan nu hebben? Kunnen we samen nog meer doen met uitbreiding van het netwerk? Ik ga er van uit dat ons beroep blijft bestaan, want de mensen die we begeleiden hebben het nodig en contact met de cliënt is het mooiste wat er is!”
ZIJLNIEUWS / 7
‘
Extra aandacht voor bewegen blijft nodig
’
Zo’n anderhalf jaar geleden gingen cliënten en begeleiders van Wierde 13 en 17 op Sintmapark aan de slag met de zogeheten ‘beweegbakken’. Dit zijn plastic bakken die zijn gevuld met allerlei voorwerpen om het bewegen van mensen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen te stimuleren. De Zijlen deed het idee op bij een collega-zorgaanbieder elders in het land. Of cliënten sindsdien daadwerkelijk meer bewegen? Dat onderzocht Manon Veling, destijds student orthopedagogiek en inmiddels tijdelijk persoonlijk begeleidster op Wierde 13a.
‘Kleine bewegingen, grote resultaten?’ Dit is de titel van haar afstudeerscriptie. “Bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen gaat het vaak om hele kleine bewegingen”, begint Manon haar uitleg. “De complete set bestaat uit tien verschillende bakken met voorwerpen. Bijvoorbeeld een regenpijp waardoor knikkers rollen. Of een vuilniszak die is vastgemaakt aan een pomp. Nadat je de vuilniszak onder de arm of het been van de cliënt hebt gelegd, pomp je deze op.”
Actuele thema’s De vraag vanuit De Zijlen was ‘Hoe staat het er nu voor met de motorische activering van mensen met verstandelijke ernstige meervoudige beperkingen?’ Voor mijn opleiding was dit niet voldoende, dus heb ik de vraag breder getrokken en heb ik voor mijn onderzoek de vraag gesteld in hoeverre de interventie effectief is. Na het onderzoek, uitgevoerd in nauwe samenwerking met de fysiotherapeut, gedragswetenschapper en
8 / ZIJLNIEUWS
begeleiders van De Zijlen bleek dat het bewegen van cliënten enorm is toegenomen, maar ik kan niet aantonen dat dit door de beweegbakken komt. Leefstijl en bewegen zijn actuele thema’s in de zorg waar steeds meer mee wordt gedaan en dat heeft een positief effect.”
Praktische hulpmiddelen Naast het theoretisch deel van het onderzoek waren de praktijkervaringen essentieel. Negen cliënten deden mee. Begeleiders hielden een schema bij en meldden hoeveel beweegmomenten er dagelijks waren, al dan niet met gebruik van de beweegbakken. Driemaal per week gingen ze aan de slag. “De ontwikkelaars van de bakken stellen dat de alertheid van cliënten omhoog gaat na het werken met de bakken”, aldus Manon, “maar dat heb ik niet wetenschappelijk kunnen aantonen. Wat wel duidelijk is, is dat de begeleiders positief zijn over het werken
met de beweegbakken. Voor hen zijn de bakken vooral praktische hulpmiddelen om met beweging aan de slag te gaan.”
Individueel Manon geeft aan blij te zijn met de manier waarop op dit moment met beweging wordt omgegaan. “Meer zou nog mooier zijn, zeker voor deze mensen die wat hun beweging betreft afhankelijk zijn van de mensen om hen heen. Voor velen van hen is een kleine beweging al mooi, want bewegen kost hen heel veel inspanning. Na het zwemmen zijn de meesten helemaal op. Gezien de complexiteit van de beperkingen is de mate van bewegen heel individueel afgestemd. Wat bij de ene persoon past, is ongeschikt voor een ander. Maar net als dat voor iedereen geldt, is elke beweging – groot of klein goed voor de gezondheid, ook voor deze mensen. Het is belangrijk dat de extra aandacht die bewegen nu krijgt, blijft!”
Het gezin krijgt de regie Binnen Flinq jeugd zetten De Zijlen en Vanboeijen zich in voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. Voor de jeugd die nu met begeleiding van Flinq woont, verandert er niets per 2015. Wel staan veranderingen op stapel in de doorverwijzing van jongeren naar de organisatie. Gemeenten krijgen een grotere rol als het gaat om jongeren met een licht verstandelijke beperking. Bart de Bruin, directeur van Flinq jeugd, blikt vooruit.
Kracht “Kinderen en jongeren kwamen eerder via het consultatiebureau, de huisarts of Bureau Jeugdzorg binnen bij De Zijlen. Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor jongeren tot 18 jaar. Jeugdzorg wordt dan onderdeel van de Centra voor Jeugd en Gezin. Hoe dat uitpakt voor jongeren met een licht verstandelijke beperking is op dit moment nog de vraag. Het is wel een goede ontwikkeling dat de hulp straks dichtbij het gezin of dichtbij de jongere wordt geboden. Waar ik een groot voorstander van ben is om de sterke kanten van ouders verder te verstevigen en hen een grotere rol te geven binnen de ondersteuning van hun kind. Met andere woorden: we willen veel nauwer met hen samenwerken dan nu het geval is. De regie hoort volgens mij bij de ouders of bij de vertegenwoordiger van de jongere te liggen. Flinq jeugd is, naast de informele zorg, de professionele hulpverlener die naadloos aansluit op de vraag die ouders en jongeren stellen.”
Droom “Ouders en jongeren kiezen zelf de zorgaanbieder van wie zij hulp willen. Het zou mooi zijn wanneer het dossier van het kind bij de ouders of vertegenwoordigers zou liggen en niet bij de instanties. Daarmee leg je de regie waar die hoort. Stel je voor, nog even en de jongere of zijn familie kan online het dossier laten inzien aan meerdere professionals en hen om hulp vragen. Een soort digitale ‘zorgmarktplaats’. Vandaaruit plan je gezamenlijk afspraken, beoordeel je de geboden hulp en betaal
je de hulpverlening vanuit het online gezinshulpbudget. Dit lijkt misschien een droom, maar ik zie het als belangrijke uitdaging voor de komende jaren. Elders in het land zijn ontwikkelingen gaande op het vlak van de ‘jeugdcloud-droom’. Zij laten zien hoe gezinnen op eigen kracht en met behulp van slimme ICT-ondersteuning de regie oppakken, onafhankelijk van zorgaanbieders.”
Omslag “Ook wordt het steeds belangrijker om goed samen te werken met zogeheten ketenpartners, zoals welzijnsinstellingen en reguliere voorzieningen in de wijk. In eerste instantie is straks het woord aan familieleden, buren, buurtgenoten en vrijwilligers om ondersteuning te bieden aan mensen die een steuntje in de rug goed kunnen gebruiken. Is professionele zorg nodig? Dan komen de gespecialiseerde begeleiders en zorgaanbieders aan bod. Samen met de informele zorg gaan ze aan de slag om die hulp te bieden die nodig is, afgestemd op de vraag van de cliënt. Die omslag ligt voor ons.” “Kortom: de jeugdzorg staat voor de uitdaging om meer dan nu de hulp vanuit de cliënt te gaan organiseren. Het gezin moet, los van aanbieders, zoveel mogelijk de regie over het eigen leven en zorgtraject krijgen. Ik raad iedereen aan om de animatiefilm te kijken op www.jeugdcloud.nl. Dit filmpje sluit volledig aan bij onze visie en – wie weet toekomstige - werkwijze.”
ZIJLNIEUWS / 9
DOORGESLUISD.
portage van de verhuisdag op de Facebookpagina van De Zijlen.
Hornerheem prachtig verbouwd December vorig jaar verhuisden bewoners van Hornerheem in Zuidhorn tijdelijk naar de Ommegang in Niekerk. Dit had te maken met de verbouwing van Hornerheem. De verbouwing is klaar en het resultaat is heel mooi! Frisse kleuren, nieuwe keukenblokken, een mooie multifunctionele ruimte en een prachtig loungevertrek. Op 27 augustus verhuisden de bewoners naar hun nieuwe woning.
Zijlen on Tour Woensdag 3 september genoten cliënten tijdens de Leekweek van vele artiesten die belangeloos mee deden aan ‘Zijlen on Tour’. Een super geslaagd evenement! Het feest was mogelijk dankzij de inzet van de vrijwilligers van Stelten Leek. Meer foto’s staan op www.vrijetijdsbureau.nl en www.stelten.nu.
Harma Boer te gast bij Bloemenstaete Zwaantje Tammes (81) woont al enkele jaren in een appartement in Bloemenstaete in Sappemeer. Een aantal van haar medebewoners heeft de afgelopen maanden meegedaan aan diverse Prokkels, de prikkelende ontmoeting tussen mensen met en zonder beperking. Zo werd Zwaantje op het idee gebracht om ook een wens in te dienen. Ze wilde
namelijk heel graag een keer kennismaken met weervrouw Harma Boer van RTV Noord. Harma vond dit zo’n leuke wens dat ze woensdag 13 augustus het weerpraatje voor RTV Noord heeft opgenomen bij Bloemenstaete. Uiteraard maakte ze uitgebreid kennis met Zwaantje en gingen ze samen op de foto!
Muurschilderijen Synagogeplein Twee kunstenaressen, Henny Alkema en Wiepie Roffel, zijn al enkele maanden aan het schilderen bij het Synagogeplein. Al bij binnenkomst zie je de prachtige poort van Nienoord en het Wapen van
Blij met nieuwe locatie! Begin juli zijn elf bewoners van de Jan Kortstraat verhuisd naar de Willem Diemerstraat in Musselkanaal. Zowel bewoners als verwanten en medewerkers zijn erg blij met de nieuwe locatie. Voorafgaand aan de verhuizing kregen de medewerkers een instructieochtend op de nieuwe locatie, zodat zij alle apparatuur goed kunnen bedienen. De verhuisdag was een hectische maar geslaagde dag met een heerlijk stamppotbuffet voor iedereen na afloop. Kijk voor de fotore-
Leek. Vervolgens op de gangen een koets met twee paarden, het raam van het Joodse schooltje en een bootje op het Leekstermeer. Momenteel zijn ze bezig met een stoomtrein. Ze vinden dit project heel leuk om te doen en vooral de contacten met de bewoners vinden ze erg waardevol.
10 / ZIJLNIEUWS
‘Ze zoeken nu nog een maatje voor me’ Hans Folkers (67) is op de dag van het gesprek niet zo fit. Gister had hij een aanval van nierstenen en dat heeft hem erg vermoeid. Hij heeft vanochtend de huisarts gebeld, maar die was er niet. En dan? Gelukkig kan hij een beroep doen op steun vanuit het woonzorgcentrum waar hij sinds anderhalf jaar woont. Ook heeft hij z’n begeleidster Gertiena van De Zijlen al even gebeld om haar te vragen wat hij nu moet doen. “Het helpt als ik haar even kan bellen. Ze stelde me gerust en de verpleegkundige van het woonzorgcentrum komt zo nog langs.”
Ei kwijt Ondanks de hulp, oogt Hans onrustig en hij huilt regelmatig. “Die huilbuien heb ik al heel lang”, zegt Hans, die erbij meldt dat hij PDD-NOS heeft en een licht verstandelijke beperking. “Voor die huilbuien heb ik therapie gehad van Lentis, maar dat is gestopt. Ze zeggen dat ik genezen ben. Ik heb nog wel eenmaal per week een uur begeleiding van Gertiena. We praten over wat er die week is gebeurd en ze helpt me als er conflicten zijn. Bij haar kan ik vooral mijn ei kwijt. Eerder hielp de begeleiding van De Zijlen me ook met de administratie, maar dat doet nu een vrijwilliger van Humanitas. Hij komt eenmaal per veertien dagen om m’n papieren door te nemen. Ik houd zelf een kasboek bij en hij regelt de rest. Het is een aardige man en ik ben blij met hem. Ik bel regelmatig met mijn zus. Ze heeft kanker en daar maak ik mij zorgen over. Ik bel mijn zus niet als er problemen zijn. Met problemen bel ik Gertiena.”
Op stap Hans zegt niets te weten van komende veranderingen. “Dat volg ik niet. Ik heb een Persoonsgebonden budget (Pgb) en Gertiena zegt dat alles blijft zoals het is. Als dat zo is, hoef ik mij
ook nergens in te verdiepen. Ik weet niet wat ik moet zonder begeleiding. Dan zou er van alles gebeuren, want ik maak veel mee. Gertiena zoekt via Humanitas nog een maatje voor me om eens mee op stap te gaan. Ik had wel een maatje, maar dat was iemand van 25 en dat leeftijdsverschil is te groot. Ik zoek iemand om af en toe een eindje mee te gaan rijden of om mee te stappen.”
Veel mensen Hans heeft een grote groep mensen om zich heen en geniet daar van. “Elke woensdag komt Gerda, m’n huishoudelijke hulp. Met haar ga ik deze week kleren kopen in winkelcentrum Paddepoel. Elke dinsdag ga ik naar een eetclub. Daar heb ik Herbert uit Leeuwarden leren kennen, waar ik eerder veel mee uitging. Nu doen we dat niet zo vaak meer. Ik ben wat banger geworden. Ik ga binnenkort wel op vakantie met Roelof, een goede vriend van mij die elke maandagavond op bezoek komt. We gaan op een cruiseschip door Nederland. Ik vind veel mensen om me heen wel mooi, maar ik kan ook goed alleen thuis zijn. Ik mag graag wat lezen en tv kijken.”
ZIJLNIEUWS / 11
DOORGESLUISD. Russische vrouwen op bezoek in ‘t Roer
Vrijdag 8 augustus namen drie vrouwen uit het Russische Moermansk een kijkje op ‘t Roer in Groningen. De vrouwen hebben elk een (jong)volwassen kind met
Het was leuk om te horen hoe enthousiast de bewoners waren over hun eigen plekje. Na afloop gaven de bezoekers kunstwerken cadeau, gemaakt door cliënten uit Moermansk.
Kwart eeuw Sintmarum! Dit jaar bestaat de Sintmarun 25 jaar. Dat werd natuurlijk gevierd. Er verscheen een speciale verjaardagskalender met foto’s van zijspanners door de jaren heen. Uiteraard was de run dit jaar extra feestelijk met allerlei activiteiten langs de route en een groot slotfeest. De Sintmarun vond plaats op 27 september.
Diploma voor bewoners Bloemenstaete een beperking. Ze zijn in hun woonplaats de organisatie Nadjezda (Hoop) aan het opzetten om mensen met een beperking een volwaardig leven te bieden. De vrouwen stelden vragen met behulp van een tolk. Ze waren onder de indruk van de grote appartementen, de ruimte die de bewoners voor zichzelf hebben. Ze kregen een rondleiding door het gebouw en namen een kijkje in de appartementen van Peter, Hennie en Robert. Vol trots lieten zij hun appartement zien en beantwoordden ze vragen van de gasten.
Bewoners van Bloemenstaete hebben meegedaan aan de cursus ‘Stap je gezond’. Dit project bestaat uit drie onderdelen. Bij het eerste onderdeel van ‘Stap je gezond’ draag je een stappenteller. Het apparaat telt de hoeveelheid stappen. Zo kun je aan het eind van de dag zien hoeveel stappen je hebt gelopen. Daarnaast krijg je les in gezonde voeding. Ook is een onderdeel van Stap je Gezond een rondleiding in de supermarkt en koken met elkaar. De deelnemers hebben de cursus goed doorlopen en ontvingen een diploma.
Sprookjeswandeling Op zaterdag 31 augustus was iedereen welkom op Nienoord in Leek om een verlichte sprookjeswandeling te maken. De route was versierd met lampjes en onderweg kwam je sprookjes tegen zoals De Kleine Zeemeermin, Peter Pan, Hans en Grietje of Roodkapje. Meer foto’s zijn te vinden op www.vrijetijdsbureau.nl www.stelten.nl
Groningen en Drenthe samen verder Op 1 juli 2014 ging het Noordelijk Platform Gehandicaptenzorg (NPGZ) van start. In het NPGZ zijn het Platform Gehandicaptenzorg Groningen (PGZG) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Drenthe
npgz samengevoegd. Het platform houdt zich als netwerkorganisatie bezig met alle maatschappelijke ontwikkelingen die de zorg voor en daarmee het leven van mensen met een beperking en kwetsbare burgers raken. De samenwerking met het onderwijs rond de opvang van jongens en meiden met een licht verstandelijke beperking is stevig neergezet. Verder wordt nauw samengewerkt met de Vereniging Groninger Gemeenten en andere partijen om de Wmo zo goed mogelijk in te voeren. Ook is een meldpunt en consultatieteam Seksueel Misbruik voor mensen met een verstandelijke beperking opgericht. Hetty de With is de voorzitter van het platform.
Colofon
Zijlnieuws komt vier keer per jaar uit. Tekst en fotografie: De Zijlen en Tineke Hamming Zuidlaren Vormgeving: Wecke Design Groningen Druk: De Marne Leens Redactie: Ida van Emmerik, Sita Mik, Martha Koster, Janet Jonker, Jan Jongstra en Natascha Sanders
12 / ZIJLNIEUWS