Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten Een analyse van de samenvattingen van recente publicaties over toepassingen voor langdurende zorg op afstand
Auteurs: ir. Heidi Evers, ir. Nienke Blijham en dr. Charles Willems Met medewerking van prof. dr. Luc de Witte (adviseur) Redactie: drs. Dorine van den Brandhof
Vilans Utrecht, december 2009
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten Een analyse van de samenvattingen van recente publicaties over toepassingen voor langdurende zorg op afstand
Auteurs: ir. Heidi Evers, ir. Nienke Blijham en dr. Charles Willems Met medewerking van prof. dr. Luc de Witte (adviseur) Redactie: drs. Dorine van den Brandhof Vilans Postbus 8228, 3503 RE Utrecht Telefoon: (030) 789 2525, e-mail:
[email protected] Website: www.vilans.nl © 2009 Vilans Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Deze publicatie en de bijbehorende bijlagen zijn gratis te downloaden via www.vilans.nl/literatuurstudie-zoa
Samenvatting Achtergrond Zorg op afstand is in Nederland en in de rest van de wereld in opkomst. Zorg op afstand is zorg die door een zorgverlener bij de cliënt thuis (of dicht bij huis) wordt geleverd, maar waarbij die zorgverlener niet bij de cliënt thuis aanwezig is. Er zijn inmiddels veel toepassingen en technisch is er veel mogelijk. Zorg op afstand is echter nog volop in ontwikkeling. Bij de implementatie worden er hindernissen ervaren en toepassingen zijn in de praktijk wisselend succesvol. Toch zijn de verwachtingen hoog. Het leveren van zorgdiensten bij mensen thuis of in de buurt van hun woning kan veel voordelen met zich mee brengen. Zorg op afstand kan veel betekenen voor de kwaliteit van leven en het zelfmanagement van mensen die langdurende zorg nodig hebben, net als de bijbehorende diensten voor het uitwisselen van informatie over de gezondheid en het welzijn van cliënten. In deze inventariserende literatuurstudie is gezocht naar internationale publicaties die in de afgelopen jaren over het onderwerp gepubliceerd zijn. Met deze inventariserende literatuurstudie wil Vilans de stand van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van zorg op afstand in kaart brengen en ontsluiten voor het veld. Dit rapport bevat de resultaten en de conclusies van de literatuurstudie. Het is bedoeld voor iedereen die zich interesseert in de mogelijkheden, stand van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van zorg op afstand. Het rapport heeft drie bijlagen. Bijlage 1 bevat een gedetailleerde beschrijving van de zoekstrategie. In bijlage 2 is een inhoudelijke beschrijving opgenomen van de belangrijkste bevindingen, ingedeeld naar aandoening of zorgvraag. De bijlagen 3.1 t/m 3.11 zijn als aparte documenten beschikbaar en bevatten referenties van de gevonden literatuur per aandoening of zorgvraag. Deze bijlagen zijn net als dit rapport zelf te downloaden vanaf www.vilans.nl/literatuurstudie-zoa.
Onderzoeksvragen
Welke toepassingen van zorg op afstand worden er wereldwijd gebruikt in de langdurende zorg? Voor welke zorgbehoeften en aandoeningen worden de verschillende toepassingen ingezet (met speciale interesse voor de ouderenzorg en de meest voorkomende chronische ziekten: hartaandoeningen, diabetes, COPD)? Welke toepassingen kunnen bijdragen aan de extramuralisering van zorg voor mensen met een chronische ziekte? In hoeverre zijn de effecten van verschillende toepassingen onderzocht? Wat zijn veelbelovende toepassingen en ontwikkelingen en welke factoren dragen bij aan het succes of het falen van de implementatie van dienstverlening voor zorg op afstand? In welke richting gaan de technische ontwikkelingen?
Onderzoeksmethode In maart en april 2008 hebben we een inventarisatie gedaan van publicaties in de online database van Pubmed. Het belangrijkste zoekwoord was “telemedicine”. Er is vooral gezocht naar publicaties over evaluatiestudies, zoals effectmetingen,
trials en pilots en naar artikelen over technische ontwikkelingen. De zoekopdrachten in Pubmed resulteerde in een lijst van in totaal 2315 publicaties. Hieruit zijn uiteindelijk 448 relevante samenvattingen geselecteerd. Deze zijn aan de hand van de zorgbehoefte waarvoor ze worden ingezet en de soort technologie gecategoriseerd tot een overzicht. Op basis van deze analyse zijn de hieronder samengevatte bevindingen gedaan.
Conclusies op hoofdlijnen Welke toepassingen van zorg op afstand worden er wereldwijd gebruikt in de langdurende zorg? Diverse technologieën worden ingezet om zorg op afstand te verlenen. Er wordt al veel gebruik gemaakt van interpersoonlijk contact op afstand via de telefoon en nieuwere media als gsm-/sms-technologie, videocontact, e-mail en websites. Daarnaast is de inzet van sensoren voor het meten van fysiologische gegevens volop in ontwikkeling. De breedte van de zorgvraag waarvoor de technologieën worden ingezet varieert sterk per toepassing. Voor welke zorgbehoeften en aandoeningen worden de verschillende toepassingen ingezet? De meeste toepassingen zijn gevonden voor de zorg voor de volgende aandoeningen: Hartaandoeningen (monitoring en ondersteuning) Ouderenzorg (veiligheid, valdetectie) Diabetes (monitoring) Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw (faciliteren interpersoonlijk contact) Welke toepassingen kunnen bijdragen aan de extramuralisering van zorg voor mensen met een chronische ziekte? De toepassingen die gericht zijn op extramuralisering, zijn vooral terug te vinden bij dementie en in de ouderenzorg. In hoeverre zijn de effecten van verschillende toepassingen onderzocht? Concluderend kunnen we zeggen dat grote effectstudies nog schaars zijn. Over het geheel gezien zijn er nog weinig grote studies gevonden, zoals “randomized controlled trials”. Grootschalige implementatie van zorg op afstand verkeert ook in het buitenland nog in een beginstadium. Het merendeel van de publicaties gaat over kleinschalige pilots. Wat zijn veelbelovende toepassingen en ontwikkelingen? Veelbelovende ontwikkelingen lijken die ontwikkelingen te zijn die gericht zijn op voordeel voor de cliënt en die efficiënter gebruik maken van schaarse zorg, bijvoorbeeld de toepassingen voor activiteitenmonitoring bij ouderen die er aan bijdragen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Hetzelfde geldt voor de toepassingen voor het beter managen van de belangrijke chronische ziekten als hartaandoeningen, diabetes en COPD. Hierbij zijn studies gevonden die aantonen dat inzet van technologie er toe kan leiden dat er minder ziekenhuiszorg nodig is. In welke richting gaan de technische ontwikkelingen? De meeste technische ontwikkeling vindt plaats op het gebied van draagbare en draadloze sensoren en het verzenden en verwerken van informatie uit autonome sensoren.
Inhoud 1 Inleiding..................................................................................... 2 Achtergrond............................................................................... 2 1.1 Doel van de studie.................................................................... 2 1.2 Leeswijzer............................................................................. 3 1.3 Voor wie is dit rapport geschreven?............................................... 3 2 Zorg op afstand............................................................................ 4 Wat is zorg op afstand?.................................................................. 4 2.1 Definities .............................................................................. 5 2.2 Ontwikkeling van zorg op afstand.................................................. 6 3 Onderzoeksmethode....................................................................... 7 3.1 Selectie van de artikelen............................................................ 7 3.2 Categorisatie van de artikelen..................................................... 9 4 Resultaten................................................................................. 12 4.1 Kwantitatieve analyse totale aantallen artikelen per categorie.............12 4.2 Kwantitatieve analyse aantallen evaluatiestudies per categorie............17 4.3 Kwalitatieve analyse gevonden effectstudies en studies van grotere omvang ............................................................................................. 20 5 Conclusies en aanbevelingen........................................................... 22 6 Vilans....................................................................................... 28 7 Referentielijst............................................................................ 29 Bijlage 1: Zoekopdrachten in Pubmed.................................................. 30 Bijlage 2: Inhoud van de artikelen per aandoening/zorgvraag...................... 33 Hartaandoeningen...................................................................... 33 Diabetes.................................................................................. 33 Longaandoeningen...................................................................... 34 Huidaandoeningen...................................................................... 35 Dementie................................................................................. 35 Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw............................ 35 Ouderenzorg............................................................................. 36 Kanker.................................................................................... 37 Revalidatie............................................................................... 37 Ambulancezorg en ziekenhuiszorg.................................................... 38 Overige en ongespecificeerde aandoeningen....................................... 38 Overzicht bijlagen 3.1 t/m 3.11: Referenties van de geselecteerde literatuur per aandoening of zorgvraag................................................................... 39
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
1
1 Inleiding Achtergrond Zorg op afstand is in Nederland en in de rest van de wereld in opkomst. Er zijn inmiddels veel toepassingen en technisch is er veel mogelijk. Zorg op afstand is echter nog volop in ontwikkeling. Bij de implementatie worden er hindernissen ervaren en toepassingen zijn in de praktijk wisselend succesvol. Toch zijn de verwachtingen hoog. Het leveren van zorgdiensten bij mensen thuis of in de buurt van hun woning kan veel voordelen met zich mee brengen. Door diensten en technologie voor zorg op afstand kunnen zorgvragers vaak langer zelfstandig thuis blijven wonen. De zorg kan bijvoorbeeld beter worden afgestemd op het dagelijks leven van de cliënt, waardoor deze meer vrijheid ervaart. Ook kan er vaker en intensiever contact plaatsvinden, zonder dat de cliënt of de zorgverlener daarvoor de deur uit moet. De bevolking vergrijst en er zijn steeds meer mensen met een chronische ziekte of beperking. Hierdoor zal de vraag naar zorg de komende jaren groeien tot een niveau waarbij het niet meer mogelijk is om aan alle vraag te beantwoorden als we alleen de traditionele manieren van zorgverlening inzetten. Met name de ouderenzorg en dementiezorg en de zorg voor veelvoorkomende chronische ziekten zoals hartaandoeningen, diabetes en COPD vraagt om de ontwikkeling van een andere aanpak in de komende jaren. [1]
1.1
Doel van de studie
Met deze inventariserende literatuurstudie wil Vilans de stand van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van zorg op afstand in kaart brengen en ontsluiten voor het veld. De verwachte mogelijkheden van zorg op afstand zijn groot, de noodzaak om nieuwe zorgconcepten in te zetten ook. Zorg op afstand kan veel betekenen voor de kwaliteit van leven en het zelfmanagement van mensen die langdurende zorg nodig hebben, net als de bijbehorende diensten voor het uitwisselen van informatie over de gezondheid en het welzijn van cliënten. Als het Nederlandse kenniscentrum op het gebied van de langdurende zorg wil Vilans daarom bijdragen aan het verspreiden van toepasbare kennis over zorg op afstand 1. Het programma Participatie, Zelfredzaamheid en Technologie van Vilans richt zich onder andere op onderzoek, ontwikkeling en het verspreiden van informatie over zorg op afstand. In deze inventariserende literatuurstudie hebben we gezocht naar wetenschappelijke artikelen die in de afgelopen jaren over het onderwerp gepubliceerd zijn. De vragen die we ons hierbij stellen zijn: Welke toepassingen van zorg op afstand worden er wereldwijd gebruikt in de langdurende zorg? Voor welke zorgbehoeften en aandoeningen worden de verschillende toepassingen ingezet (met speciale interesse voor de ouderenzorg en de meest voorkomende chronische ziekten: hartaandoeningen, diabetes, COPD)? Welke toepassingen kunnen bijdragen aan de extramuralisering van zorg voor mensen met een chronische ziekte? 1
Vilans heeft als doelstelling het verbeteren van de kwaliteit van leven en participatie voor mensen die langdurig zorg nodig hebben, door werkers en organisaties toe te rusten met praktisch toepasbare kennis.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
2
In hoeverre zijn de effecten van verschillende toepassingen onderzocht? Wat zijn veelbelovende toepassingen en ontwikkelingen en welke factoren dragen bij aan het succes of het falen van de implementatie van dienstverlening voor zorg op afstand? In weke richting gaan de technische ontwikkelingen?
Omdat Vilans zich richt op de langdurende zorg, richt deze verkenning zich vooral op toepassingen in de langdurende zorg, met speciale interesse voor de ouderenzorg, dementie en de zorg voor mensen met de meest voorkomende chronische ziekten: hartaandoeningen, diabetes en COPD.
1.2
Leeswijzer
In deze publicatie zijn de aanpak, de resultaten en de conclusie van deze literatuurstudie beschreven. In hoofdstuk twee leest u meer over het begrip zorg op afstand en de ontwikkeling ervan. In hoofdstuk drie vindt u de aanpak en de zoekmethode van de literatuurstudie en de criteria die gebruikt zijn om de relevante artikelen te selecteren. De resultaten hiervan en een inhoudelijke analyse zijn beschreven in hoofdstuk vier. In hoofdstuk vijf worden conclusies en aanbevelingen gegeven. In bijlage 1 vindt u meer details over de zoekstrategie. In bijlage 2 is een inhoudelijke beschrijving opgenomen van de gevonden artikelen per zorgvraag. De verwijzingen naar de gevonden literatuur per zorgvraag en per technologie zijn opgenomen in bijlage 3.1 t/m 3.11. Deze bijlagen zijn niet opgenomen in dit rapport, maar zijn niet als het rapport zelf, te downloaden vanaf www.vilans.nl/literatuurstudie-zoa.
1.3
Voor wie is dit rapport geschreven?
Dit rapport is bedoeld voor iedereen die zich interesseert in de mogelijkheden, de stand van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van zorg op afstand. Vilans wil met deze informatie professionals van dienst zijn, zoals:
Besturende en coördinerende medewerkers van zorgorganisaties die op zoek zijn naar informatie over en mogelijkheden voor nieuwe manieren van dienstverlening. Beleidsmakers en bestuurders van zorgorganisatie, overheden en zorgverzekeraars Onderzoekers Ontwikkelaars en adviseurs
Zorg op afstand kan bijvoorbeeld plaatsvinden via sms.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
3
2 Zorg op afstand Wat is zorg op afstand? Zorg op afstand is zorg die door een zorgverlener bij de cliënt thuis (of dichtbij huis) wordt geleverd, maar waarbij die zorgverlener niet bij de cliënt thuis aanwezig is. Dit is niet voor alle vormen van zorg mogelijk en wenselijk. Er zijn veel werkzaamheden waarbij lijfelijke aanwezigheid van een zorgverlener noodzakelijk is, zoals wassen of een injectie geven. Zorg kan ook betekenis krijgen door communicatie, zoals praten, adviseren, vragen stellen, gegevens uitwisselen, iemand informeren en iemand gerust stellen. Dit kan met informatie- en communicatietechnologie vaak ook op afstand plaatsvinden. Al langere tijd wordt hiervoor de telefoon gebruikt. Maar met de voortschrijdende ontwikkeling van internet en de koppeling van telefoon- en computernetwerken komen er steeds meer nieuwe vormen van informatieoverdracht en communicatie beschikbaar, die ook voor de zorg interessante mogelijkheden bieden (zie ook de brochure “Zorg van ver en toch dichtbij – technologieën, toepassingen en de rol van de zorgverlener bij zorg op afstand”, uit de serie Zicht op Zorg en Technologie van Vilans [2]). In Nederland is in diverse - veelal kleinschalige - projecten ervaring opgedaan met de verschillende vormen van zorg op afstand. Vanuit het perspectief van de zorgverlener worden in rapporten van onder meer de Rekenkamer [1], Nictiz [3] en ActiZ [4] de volgende voordelen genoemd: Tijdsbesparing Snel zicht op veranderingen in het functioneren van de cliënt en daarop snel kunnen inspelen Vroegtijdige signalering van lacunes in kennis en symptoomherkenning bij cliënten, voordat deze bedreigend worden Gerichtere werkwijze bij begeleiding van cliënten Snellere bijstelling van zorg- en verpleegplan(nen) Beter toegespitste zorg op maat Versteviging van de schakel tussen zorgverlener en cliënt Toepassingsmogelijkheden in meerdere fasen van het ziekte- en zorgproces Vergroting van zelfmanagement (zelfzorg, eigen controle, lotgenotencontact) van cliënten Verhoging van de kwaliteit van zorg In een aantal gevallen: mogelijkheden voor gebruik bij meerdere doelgroepen en voor meerdere toepassingen tegelijk Om deze potentiële voordelen eruit te halen, is het wel van belang dat zorg op afstand op de juiste manier wordt ingezet. Ook is een planmatige aanpak vanaf het begin van een implementatietraject een voorwaarde voor succes. Een organisatie die met zorg op afstand aan de slag gaat, moet een beeld hebben van: de te bereiken doelen, de manier waarop de technologie een plaats kan krijgen binnen het werkproces, hoe zij draagvlak onder cliënten en personeel krijgt het functioneel programma van eisen voor de aan te schaffen technologie en systemen. [2]
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
4
2.1
Definities
Er zijn verschillende definities voor het begrip zorg op afstand. ActiZ formuleert zorg op afstand kort en bondig: Zorg op afstand is zorg die op afstand wordt gegeven via moderne communicatietechnieken (Bron: ActiZ [2, 4]). Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) heeft een Nederlandse Technische Afspraak (NTA) geformuleerd over telemedicine [5]. Hierin is telemedicine gespecificeerd als: “Een zorgproces of het geheel van zorgprocessen waarbij afstand wordt overbrugd door gebruikmaking van informatietechnologie en telecommunicatie, én er tenminste twee actoren betrokken zijn, waarvan er minimaal één een erkende zorgverlener (Wet BIG) is of handelt onder de verantwoordelijkheid van een erkende zorgverlener.” De ISO heeft deze definitie in oktober 2008 aanvaard als internationale technische specificatie. De WHO gaf in 1998 een meer beschrijvende definitie van zorg op afstand (telemedicine) [6]: “Telemedicine is the delivery of healthcare services, where distance is a critical factor, by all healthcare professionals using information and communications technologies for the exchange of valid information for diagnosis, treatment and prevention of disease and injuries, research and evaluation, and for the continuing education of healthcare providers, all in the interests of advancing the health of individuals and their communities.” Ofwel: telemedicine is het leveren van zorgdiensten, daar waar afstand een kritische rol speelt, door alle zorgprofessionals die informatie- en communicatietechnologie gebruiken voor het uitwisselen van betrouwbare informatie voor diagnose, behandeling en preventie van ziekten en letsel, voor onderzoek en evaluatie en voor het voortdurend leerproces van zorgverleners, steeds gericht op het verbeteren van de gezondheid van individuen en hun leefomgeving. De WHO maakt verder onderscheid naar telepreventie en telemedicine (curatieve zorg). De Europese organisatie voor telematica in de zorg, EHTEL (European Health Telematics Association), maakt verder onderscheid naar diensten tussen zorgprofessionals of artsen (zoals teleradiologie en telepathologie) en diensten die direct aan patiënten worden verleend (zoals “telehomecare”, mobiele zorg en consultatie via internet) [6]. De definities zijn breed en omvatten veel interessante mogelijkheden. In dit onderzoek richt Vilans zich als kenniscentrum voor langdurende zorg zich echter vooral op: toepassingen voor monitoring, bewaking en ondersteuning van cliënten op afstand ten behoeve van langdurende zorg; toepassingen waarbij contact plaatsvindt met de cliënt zelf, in zijn of haar woonomgeving, of toepassingen waarbij de cliënt zorg op een eenvoudiger manier kan ontvangen doordat hij minder ver hoeft te reizen om de zorg te krijgen die hij of zij nodig heeft.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
5
2.2
Ontwikkeling van zorg op afstand
De reguliere zorg heeft pas de laatste tien jaar belangstelling voor zorg op afstand. Daarvoor werd het concept al wel toegepast op schepen of afgelegen gebieden en in landen waar grote afstanden overbrugd moeten worden zoals de Verenigde Staten, Canada en Australië. Deze landen zijn de bakermatten voor zorg op afstand. Binnen Europa lopen landen als Finland en Frankrijk voorop met de ontwikkeling van technologie en de eerste toepassingen. Veel technologische ontwikkelingen zijn gericht op toepassingen in de curesector, terwijl toepassingen voor langdurende zorg veruit in de minderheid zijn [7]. In Nederland bestond bij zorgorganisaties, beleidsmakers en overheid lange tijd het idee dat het aspect afstand niet relevant voor ons is. Tegenwoordig is men zich bewust dat zorg op afstand niet alleen kan worden ingezet om grote afstanden te overbruggen, maar ook om de reistijd van de cliënt en zorgverlener te beperken. Met het oog op de druk op de arbeidsmarkt en financiële middelen in de zorg biedt zorg op afstand ook in Nederland veel mogelijkheden. Verwachtingen rondom zorg op afstand zijn: hogere kwaliteit door intensievere zorg betere zelfmanagement van de cliënt efficiëntere inzet van schaarse professionals [8] [9] In Nederland is de afgelopen jaren een aantal initiatieven gestart rond zorgverlening via een beeldscherm met videocommunicatie. Andere toepassingen worden nog veel kleinschaliger toegepast. Zorg op afstand komt in Nederland onvoldoende van de grond, stelt de Algemene Rekenkamer in het onlangs verschenen rapport Zorg op afstand [1]. AWBZ-instellingen ervaren nauwelijks prikkels om te innoveren. Voor de extramurale AWBZ bestaat er een mogelijkheid om zorg op afstand te financieren, de Beleidsregel Zorginfrastructuur. Deze beleidsregel is eigenlijk vrij beperkt, maar de Nederlandse Zorgautoriteit legt de regel ruim uit. Hierdoor zijn er mogelijkheden voor de financiering van zorg op afstand in bijvoorbeeld woonzorgcomplexen en woonzorgzones. Vilans constateert in Nederland een tendens bij leveranciers van verpleegoproepsystemen om vooral met beeldschermen te werken [10]. Het lijkt alsof leveranciers deze technologie als uitgangspunt nemen en vervolgens kijken welke problemen hiermee kunnen worden opgelost. De valkuil hiervan is dat gedacht wordt vanuit het aanbod aan technologie en niet vanuit de vraag in de zorg. Dit beperkt de ruimte voor ontwikkeling van nieuwe zorgtoepassingen beperkt. De Rekenkamer laat in haar onderzoek [1] onderbelicht dat bestaande en aankomende zorgprofessionals meer vertrouwd moeten raken met de mogelijkheden van technologie en de consequenties hiervan. Werken met technologische toepassingen vraagt meestal om een forse aanpassing van de werkwijze en taakherschikking en dat vraagt om grote aandacht voor implementatie. Dit blijkt lang niet zo eenvoudig te zijn als het in eerste instantie lijkt. Pas als de nieuwe werkwijze is geïmplementeerd zijn ook echte uitspraken te doen over de economische effectiviteit van deze toepassingen, zoals blijkt uit de kritische evaluatie zoals die van het project Koala is gemaakt [11]. Inzicht in internationale ontwikkelingen en effecten die elders zijn bereikt kunnen de implementatie van zorg op afstand in Nederland ondersteunen. Vanuit deze achtergrond vormden de volgende vragen de basis voor de onderzoeksvragen van de literatuurstudie (zie paragraaf 1.2).: Welke ontwikkelingen spelen internationaal op het gebied van zorg op afstand voor zover ze in de wetenschappelijke literatuur aangetroffen worden? Wat is bekend over de effecten van de toepassing van zorg op afstand?
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
6
3 Onderzoeksmethode Om een antwoord te krijgen op de vragen uit paragraaf 1.1 hebben we een inventariserende literatuurstudie uitgevoerd. Deze studie brengt in kaart wat er in de afgelopen jaren over zorg op afstand gepubliceerd is. Het onderzoek bestond uit drie fasen: Selectie van de artikelen Categorisatie van de artikelen Inhoudelijke analyse
3.1
Selectie van de artikelen
In maart en april 2008 hebben we een inventarisatie gedaan van publicaties in de online database van Pubmed [12]. Pubmed is de website van de U.S. National Library of Medicine (NLM), waarin meer dan 19 miljoen titels en samenvattingen van artikelen over biomedische onderwerpen zijn opgenomen. Het belangrijkste onderdeel van PubMed is de MEDLINE-database van de U.S. National Library of Medicine (NLM). Deze database bevat ongeveer 5200 tijdschriften uit ruim 80 landen [13]. Er is vooral gezocht naar publicaties over effectstudies, zoals trials, evaluatiestudies en pilots en naar artikelen over technische ontwikkelingen. Vanwege de snelheid van de technologische ontwikkelingen zijn alleen artikelen van de afgelopen drie jaar in de inventarisatie meegenomen. Binnen deze artikelen hebben we alleen de artikelen in het Nederlands, Engels en Duits geselecteerd. De zoekopdrachten in Pubmed resulteerde in een lijst van in totaal 2315 publicaties. Voor uitgebreide informatie over de zoekstrategie zie bijlage 1. Van de 2315 artikelen hebben we eerst de titels doorgelezen en beoordeeld op hun relevantie voor de studie. Artikelen vielen af wanneer zij niet gericht zijn op langdurende zorg, de technologie niet gericht is op het op afstand leveren van zorg, of de technologie niet gericht is op het zeer regelmatig of continu uitwisselen van informatie. Daarnaast is speciale selectie toegepast op artikelen over toepassingen voor onderlinge communicatie tussen zorgverleners. Artikelen vielen af wanneer de toepassingen niet gericht waren op het sneller of intensiever leveren van zorg aan de cliënt (kwaliteit van de wijze van levering van zorg), het besparen van reistijd voor de cliënt (bijvoorbeeld de thuiszorgmedewerker krijgt bij de cliënt ter plaatse advies over het behandelen van wonden van een specialistisch verpleegkundige) of het toegankelijker worden van de specialistische zorg voor de cliënt (bijvoorbeeld de zorgverlener in een lokale praktijk kan contact maken met het ziekenhuis, zodat de cliënt niet daar naartoe hoeft). Daarnaast vielen ook artikelen af over specifieke toepassingen in geïsoleerde en onderontwikkelde gebieden (bijvoorbeeld bij natuurvolken) of op schepen. Artikelen zonder samenvatting werden uitgesloten en artikelen die dubbel voorkwamen in verschillende lijsten werden eruit gehaald. Dit resulteerde in een reductie van de lijst van 2315 titels tot een lijst van 774 relevante titels (zie ook Figuur 3.1 voor een schematische weergave van het zoek- en selectieproces). © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
7
A. 2315 publicaties als resultaat van de zoekopdrachten in de Pubmeddatabase. n = 1851
C. 774 potentieel relevante titels
E. 448 relevante samenvattingen
F. 275 hiervan zijn evaluatiestudies
B. Op basis van de titels vallen 1541 af vanwege de exclusiecriteria: Het artikel gaat niet over toepassingen, ontwikkelingen of evaluaties van technologie voor zorg op afstand. De toepassing gaat niet over langdurende zorg. Er is geen sprake van informatieuitwisseling. De toepassing is niet gericht op voordelen voor de cliënt. De toepassing is gericht op een (geïsoleerd) gebied met specifieke bepalende omstandigheden. Er is geen samenvatting van het artikel beschikbaar in de Pubmeddatabase. D. 322 samenvattingen vallen af vanwege bovenstaande exclusiecriteria en enkele aanvullende criteria: Het artikel gaat over een interventie, waarbij het feit dat deze op afstand plaatsvindt niet relevant is voor de studie. Het artikel gaat over een technologie die niet special gericht is op zorg op afstand, maar er eventueel voor gebruikt zou kunnen worden. Het artikel gaat over een onderdeel van een systeem voor zorg op afstand, het systeem als geheel blijft buiten beschouwing.
Figuur 3.1: Samenvatting van het selectieproces van artikelen.
Van de 774 titels zijn de samenvattingen gelezen waarmee ze opnieuw zijn geëvalueerd op relevantie. Hierbij hebben we dezelfde exclusiecriteria gebruikt als bij het selecteren van de titels en een aantal aanvullende criteria:
Artikelen over zorg via de telefoon, een algemeen gebruikte techniek, zijn niet meegenomen als zij gericht zijn op de evaluatie van een specifieke zorghandeling of therapie waarbij het feit dat de zorg via de telefoon geleverd wordt niet het object van de evaluatie is, maar toevallig het geval is. Bijvoorbeeld: een studie over de vraag of cliënten die na de diagnose nog een keer advies krijgen van een verpleegkundige (via de telefoon) hun medicijnen beter gebruiken dan mensen die dit advies niet krijgen. Hierbij is niet de toepassing van het op afstand zorg verlenen onderwerp van de studie, maar meer de vraag of het contact met de zorgverlener bijdraagt aan het beter gebruik van medicijnen. Daarentegen zijn artikelen die bijvoorbeeld het effect van telefonisch contact vergelijken met het effect van contact met de cliënt in dezelfde ruimte wel meegenomen in het onderzoek. Artikelen over technische ontwikkelingen die niet direct bedoeld zijn om te worden ingezet voor het leveren van zorg op afstand. Bijvoorbeeld
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
8
artikelen waarbij slechts in de conclusie vermeld staat dat de technologie ook gebruikt zou kunnen worden voor zorg op afstand. Artikelen over ontwikkeling van systeemonderdelen waarbij het systeem als geheel buiten beschouwing blijft. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van een chip voor een hoogwaardige sensor, slimme software voor de netwerkverbinding, of hardware/software voor efficiëntere dataverzameling/-verwerking.
Na het selecteren en uitsluiten van een deel van de samenvattingen op basis van deze exclusiecriteria, bleven nog 448 potentieel interessante artikelen over. Van de gevonden publicaties over zorg op afstand richt zich dus slechts een kwart (448 van 2315) op toepassingen in de langdurende zorg waarbij contact met cliënten plaatsvindt.
3.2
Categorisatie van de artikelen
De 448 artikelen zijn op basis van hun samenvattingen ingedeeld naar drie kenmerken:
Het soort onderzoek dat het artikel beschrijft. Er is onderscheid gemaakt naar evaluatie- en effectstudies en naar artikelen die een technische ontwikkeling beschrijven of het onderzoek daar omheen. De zorgvraag of aandoening waarvoor de technologie en/of zorgdienst wordt ingezet; De informatie- of communicatietechnologie die is gebruikt.
Soorten onderzoek Voorbeelden van evaluatie- en effectstudies zijn studies naar: de invloed van de toepassing op de behandeling of de kwaliteit van leven van de cliënt; de haalbaarheid en/of bruikbaarheid van de toepassing; het effect op werkprocessen van zorgverleners; kosteneffectiviteit van de toepassing. Voorbeelden van artikelen die een technische ontwikkeling beschrijven of het onderzoek daar omheen, zijn artikelen over: apparatuur om zorg op afstand te leveren, of over het ontwikkelproces daarvan; een test van de technische werking van een systeem; onderzoek naar wensen en behoeften of voorwaarden, criteria of aanbevelingen voor succesvolle ontwikkeling of toepassing. Zorgvragen en aandoeningen De indeling voor de zorgvraag of aandoening bestaat uit 12 categorieën: 1. Hartaandoeningen: zorgbehoeften en aandoeningen als chronisch hartfalen, hoge bloeddruk, herstel na een hartoperatie, hartrevalidatie 2. Diabetes: de zorg voor cliënten met diabetes type 1 of 2 en de bijbehorende co-morbiditeiten, zoals hoge bloeddruk (deze artikelen hebben overlap met de artikelen over hartaandoeningen), risico op oogaandoeningen en voetwonden. 3. Longaandoeningen: diverse vormen van COPD, bijvoorbeeld astmapatiënten, patiënten die aanvullend zuurstof gebruiken en longtransplantatiepatiënten. 4. Huidaandoeningen: diverse huidaandoeningen waarvoor monitoring wenselijk is, zoals de monitoring van verdachte huidplekken of moedervlekken en (doorlig-)wonden. 5. Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw: diverse psychische aandoeningen, waaronder depressie, eetstoornissen, angststoornissen en © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
9
6. 7.
8. 9.
10.
11. 12.
schizofrenie en daarnaast de ondersteuning van de therapietrouw bij deze aandoeningen en van bijvoorbeeld bij het stoppen met roken of bij dieetprogramma’s. Dementie: met name toepassingen voor nog thuiswonende dementerenden en hun mantelzorgers. Ouderenzorg: toepassingen voor ouderen die niet gericht zijn op een specifieke aandoening uit de eerder beschreven categorieën zoals dementie of de veelvoorkomende chronische ziekten. Hierbij zijn wel artikelen toegevoegd over toepassingen voor chronisch zieke ouderen, die niet gericht zijn op een chronische ziekte in het bijzonder. Kanker: de zorg voor diverse soorten kanker en voor de symptomen van chemotherapie. Een deel van de artikelen hebben betrekking op huidkanker en overlappen met de categorie huidaandoeningen. Revalidatie: diverse vormen van revalidatie en het monitoren van therapie- of oefenprogramma’s. Een deel van de artikelen gaat over de revalidatie na een herseninfarct. Artikelen over hartrevalidatie zijn hier niet ingedeeld omdat de hiervoor te monitoren functies meer overeenkomst hebben met de zorg voor hartaandoeningen. Ambulancezorg en ziekenhuiszorg: hieronder vallen artikelen die gericht zijn op sneller of intensiever leveren van zorg aan de cliënt (kwaliteit van de wijze van levering van zorg), het besparen van reistijd voor de cliënt of het toegankelijker worden van de specialistische zorg voor de cliënt. Overige aandoeningen: diverse aandoeningen die niet zijn in te delen in een van de bovenstaande categorieën. Per aandoening zijn slechts een paar artikelen gevonden. Ongespecificeerde aandoeningen: artikelen over toepassingen van technologie en/of diensten voor zorg op afstand, waarbij niet uit de samenvatting kon worden opgemaakt om welke aandoening het gaat.
Informatie- en communicatietechnologie Voor de wijze waarop via informatie- en communicatietechnologie informatie wordt overgebracht is een indeling gemaakt die bestaat uit 9 categorieën: A. B.
C. D.
E.
Telefonische ondersteuning: contact en ondersteuning door het voeren van gesprekken via een normale vaste telefoonlijn of eventueel een mobiele telefoon. Transmissie van gegevens via sms of mobiele telefonie: het mobiel doorsturen van berichten met gegevens en/of het geven van terugkoppeling of een alarm via sms, via mobiel internet of via ander gebruik van technologie voor mobiele communicatie zoals een mobiele telefoon of PDA. Hierbij gaat het met name over korte berichten of data die onafhankelijk van tijd en plaats kunnen worden doorgestuurd, niet zozeer over planbare telefonische gesprekken. Uitwisselen van digitale foto’s: het doorsturen van foto’s voor het op afstand monitoren van aandoeningen. Videocommunicatie: technologieën waarmee real-time wordt gecommuniceerd via bewegend videobeeld met geluid, zoals videoconferencing via tv of pc en beeldtelefonie. Deze vorm van zorg op afstand wordt ook wel schermzorg genoemd. Het verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren: het meten van gegevens, op automatische (autonome) wijze of door de cliënt zelf, met apparatuur die de gegevens automatisch of met één druk op de knop doorstuurt naar de juiste plaats. Bij de autonome metingen kan gedacht worden aan activiteitenmonitoring en automatische alarmeringssystemen (waaronder valdetectie). Bij de zelfmetingen gaat het vaak om het doorsturen van gegevens als bloeddruk, ECG-signalen en bloedsuikerwaarden. Onder deze categorie zijn ook systemen ingedeeld waarbij cliënten via een apparaat vragenlijsten over hun gezondheid beantwoorden, die automatisch worden doorgestuurd naar de juiste ontvanger. Een zorgverlener kan de automatisch doorgestuurde gegevens meestal uitlezen via de PC of een PDA. Soms gaat het bij deze categorie om
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
10
F. G. H. I.
gegevens die automatisch via mobiele communicatietechnologie worden doorgestuurd. In die gevallen is er overlap met categorie B. Communicatie via een website: de cliënt logt zelf in op een beveiligd webaccount om gegevens in te voeren en/of terugkoppeling te ontvangen. Communicatie via e-mail: contact met een cliënt via e-mail. Overige technieken: wijzen van communicatie die niet onder een van de bovenstaande categorieën vallen, maar waarbij de specifieke vorm van communicatie wel genoemd is. Ongespecificeerde technieken: hieronder vallen artikelen waarbij niet uit de samenvatting was op te maken om welke technologie het ging. Bijvoorbeeld artikelen waarbij in de samenvatting alleen gesproken wordt over het verlenen van zorg via ‘e-health’, ‘telemonitoring’ of ‘telemedicine’.
Zorg op afstand via de televisie.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
11
4 Resultaten Dit hoofdstuk beschrijft een kwantitatieve en een kwalitatieve analyse van de gecategoriseerde artikelen. In de eerste paragraaf en in Tabel 1 worden de totalen van de aantallen gevonden artikelen geanalyseerd. In de tweede paragraaf en Tabel 2 wordt specifiek ingegaan op de aantallen evaluatiestudies die gevonden zijn. Van alle artikelen hebben we de samenvatting gelezen. Daaruit blijkt dat de toepassingen van zorg op afstand zeer gevarieerd zijn. Paragraaf 3 van dit hoofdstuk bevat een kwalitatieve analyse van de grotere evaluatiestudies en effectmetingen die gevonden zijn. In bijlage 2 vindt u een inhoudelijke samenvatting per categorie aandoening/zorgvraag.
4.1
Kwantitatieve analyse totale aantallen artikelen per categorie
Tabel 1 geeft de resultaten weer van de literatuurinventarisatie. Per rij is aangegeven voor welke zorgvraag of aandoening zorg op afstand wordt ingezet, per kolom is aangegeven welke technologie wordt ingezet om te communiceren met de cliënt. Per cel is aangegeven hoeveel artikelen in totaal gevonden zijn en hoeveel daarvan evaluatie- of effectstudies waren (dit getal staat tussen haakjes rechts in de cel). De lijsten met artikelen per cel zijn voor de specifieke aandoeningen en de “overige aandoeningen” opgenomen in de bijlagen 3.1 t/m 3.11 bij dit rapport. In iedere eerste cel van de rijen van de tabel staat naast de categorie aandoening het totaal aantal artikelen dat gevonden is over de aandoening en het aantal daarvan dat over evaluatie- of effectstudies gaat (tussen de haakjes). De eerste cel van iedere kolom van de tabel geeft ditzelfde aan voor de gebruikte communicatietechnologie. Sommige artikelen komen meerdere malen in de tabel voor omdat ze toepassingen voor meerdere aandoeningen en/of technologieën beschrijven. De som van de totalen in de laatste kolom en de laatste rij van de tabel geeft daardoor een hoger aantal artikelen aan dan het aantal artikelen in de eerste kolom en de eerste rij. Het totaal aantal combinaties van aandoening en communicatiewijze in de cel rechts onderaan (526) wijkt daardoor ook af van het totaal aantal artikelen dat gevonden is (448). Voor iedere cel in de tabel is de referentielijst opgenomen in bijlage 3. Per aandoening of zorgvraag is de inhoud van de bijbehorende artikelen samengevat in bijlage 2. De tabel laat zien dat binnen de 448 artikelen de variatie groot is. Over alle aandoeningen en zorgvragen uit dit onderzoek bestaan er artikelen over verschillende manieren van communicatie. Meest beschreven aandoeningen Over sommige aandoeningen en zorgvragen is meer gepubliceerd dan over andere. De meeste artikelen zijn gevonden over: hartaandoeningen (90 artikelen), ouderenzorg (51 artikelen) diabetes (40 artikelen), psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw (38 artikelen).
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
12
1
Hartaandoeningen – 90 (62)
14 (14)
10 (7)
-
3 (3)
E Het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren – 24 (48) 39 (20)
2
Diabetes – 40 (36) Longaandoeningen – 27 (21) Huidaandoeningen – 21 (19)
4 (4) 4 (4) -
6 (5) 3 (3) -
2 (2) 10 (9)
2 (2) 2 (1) 5 (4)
9 (6) 8 (3) -
7 (7) 6 (6) 1 (1)
1 (1) -
-
11 (10) 5 (5) 6 (5)
42 (37) 28 (22) 22 (19)
Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw – 38 (35) Dementie – 6 (4) Ouderenzorg – 51 (19) Kanker – 18, (17) Revalidatie -19 (12) Ambulancezorg en ziekenhuiszorg – 14 (10) Overige aandoeningen – 42 (31) Ongespecificeerde aandoeningen 106 (27) Totaal aantal combinaties
16 (15)
1 (1)
-
11 (11)
2 (2)
7 (6)
1 (1)
-
5 (4)
43 (40)
2 (2) 4 (4) 3 (3) -
1 (-) 4 (-) 1 (1) -
1 (-) 3 (3) 1 (-0)
2 (2) 7 (5) 3 (3) 10 (7) 4 (4)
1 (-) 28 (8) 1 (1) 4 (-) 5 (4)
1 (-) 2 (2) 2 (1) 1 (1) -
1 (-) 1 (-) -
3 1 1 1
6 (3) 4 (4) 4 (3) 3 (3)
8 (4) 56 (22) 18 (17) 20 (12) 14 (11)
8 (8) 7 (6)
3 (1) 3 (-)
8 (4) -
5(2) 10 (9)
11 (4) 25 (1)
4 (4) 10 (8)
2 (2) 5 (5)
1 (1) -
23 (17) 54 (9)
65 (43) 114 (38)
62 (60)
32 (18)
25 (18)
64 (53)
133 (49)
48 (41)
13 (11)
9 (4)
140(77)
526 (331)
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
A Telefonische ondersteuning – 57 (55)
B Transmissie van gegevens via sms of mobiele telefoon 30 (17)
C Uitwisselen van digitale foto’s – 22 (15)
D Videocommunicatie – 61 (48)
F Communicatie via een website – 46 (36)
G Communicatie via e-mail 12 (9)
H Overige technieken – 9 (4)
I Ongespecificeerde technieken - 135 (73)
Totaal aantal combinaties
7 (5)
2 (2)
2 (1)
19 (14)
96 (66)
(-) (1) (1) (-)
Tabel 4.1: Overzicht van aantallen gevonden artikelen verdeeld per categorie van aandoeningen en communicatiewijze. Getallen tussen () verwijzen naar effectstudies.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
16
Voor hartaandoeningen is het meest gepubliceerd over het verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren (39 artikelen), telefonische ondersteuning (14 artikelen) en transmissie van gegevens via de mobiele telefoon of sms (10 artikelen). Voor diabetes zijn eveneens de meeste artikelen gevonden over het verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren (9 artikelen). Daarnaast zijn in verhouding veel artikelen gevonden over communicatie via een website (7 artikelen) en transmissie van gegevens via de mobiele telefoon of sms (6 artikelen). Ook bij ouderenzorg zijn de meeste artikelen gevonden over het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren (28 artikelen). Dit komt mogelijk doordat sommige artikelen over ouderenzorg zich richten op ouderen met chronische ziekten (in het algemeen) en ook omdat veel gevonden artikelen voor ouderen zich richten op alarmering bij noodsituaties en op activiteitenmonitoring. Voor psychische zorg en therapietrouw is het meest gepubliceerd over communicatievormen die persoonlijk contact faciliteren, zoals telefonische ondersteuning (16 artikelen) en videocommunicatie (11 artikelen). Over het verzenden van meetgegevens en het verzenden van informatie uit autonome sensoren zijn daarentegen maar twee artikelen gevonden. Meest beschreven technologieën Het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren (133 artikelen) is de technologie waar het meest over gepubliceerd is. Dit komt vooral doordat veel artikelen over de veelbeschreven aandoeningen en zorgvragen over deze vorm van informatieverzameling gaan. Daarna volgen videocommunicatie (64 artikelen), telefonische ondersteuning (62 artikelen) en communicatie via een website (48 artikelen). Voor bijna elke aandoening zijn artikelen gevonden over deze communicatiewijzen. Dit in tegenstelling tot een technologie als het verzenden van foto’s, die vooral wordt toegepast voor de zorg voor huidaandoeningen en voor (huid)kanker.
4.2
Kwantitatieve analyse aantallen evaluatiestudies per categorie
Een van de onderzoeksvragen uit deze studie is in hoeverre de effecten van verschillende toepassingen zijn onderzocht (paragraaf 1.1). Tabel 4.2 geeft nog eens apart de aantallen evaluatie- en effectstudies weer. Net als in Tabel 4.1 geeft elke rij de aandoening/zorgvraag weer waar de zorg op afstand voor wordt ingezet. In de kolom staat weer de wijze van communicatie. De laatste rij en kolom bevat de som van alle velden per kolom of rij. Deze optellingen zijn net als bij Tabel 4.1 niet gelijk aan het aantal artikelen per aandoening of per communicatiewijze omdat er artikelen zijn die in meerdere cellen voorkomen en dus bij het optellen van cellen dubbel meegeteld worden. Van alle artikelen gaan er slechts 275 over evaluaties of effectstudies. Categorieën van aandoeningen met de meeste evaluatie- en effectstudies. Tabel 4.2 laat zien dat de meeste evaluatie- en effectstudies gevonden zijn in de categorieën hartaandoeningen (62 artikelen); diabetes (36 artikelen); © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
17
psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw (35 artikelen).
Voor hartaandoening zijn veel evaluatie- en effectstudies gevonden waarbij gebruik gemaakt wordt van het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren (20 artikelen), telefonische ondersteuning (14 artikelen) en transmissie van gegevens via sms of mobiele telefonie (7). Dezelfde trend is terug te vinden bij diabetes, hoewel daar juist de meeste evaluatie- en effectstudies zijn gevonden over contact via een website (7 artikelen). Na hartaandoeningen en diabetes zijn de meeste evaluatie- en effectstudies gevonden over psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw. Het totaal aantal artikelen over effectstudies komt bijna overeen met het totaal aantal artikelen (35 van 38). Categorieën van communicatietechnieken met de meeste evaluatie- en effectstudies. De meeste evaluatie- en effectstudies zijn gevonden op het gebied van: telefonische ondersteuning (55 artikelen); videocommunicatie (48 artikelen); het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren (48 artikelen); contact via een website (36 artikelen). In de categorieën telefonische ondersteuning, videocommunicatie en contact via een website.zijn er voornamelijk evaluatie- en effectstudies gevonden en nauwelijks artikelen over technische ontwikkelingen. Uitzondering hierop is het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren. Hierbij beschrijft maar ongeveer 40% van de gevonden artikelen evaluatie- of effectstudies.
Telefonische ondersteuning is een vorm van zorg op afstand waarover relatief veel effectstudies gevonden zijn.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
18
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
A Telefonische ondersteuning – 55
B Transmissie van gegevens via sms of mobiele telefoon 17
C Uitwisselen van digitale foto’s – 15
D Videocommunicatie – 48
F Communicatie via een website – 36
G Communicatie via e-mail – 9
H Overige techniek en – 4
I Ongespecificeerde technieken - 73
Totaal aantal combinaties
3 2 1 4
E Het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren – 48 20 6 3 -
Hartaandoeningen – 62 Diabetes – 36 Longaandoeningen – 21 Huidaandoeningen – 19
14 4 4 -
7 5 3 -
2 9
5 7 6 1
2 1 -
1 -
14 10 5 5
66 37 22 19
Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw – 35 Dementie – 4 Ouderenzorg – 19 Kanker – 17 Revalidatie – 12 Ambulancezorg en ziekenhuiszorg – 10 Overige aandoeningen – 31 Ongespecificeerde aandoeningen 27 Totaal aantal combinaties
15
1
-
11
2
6
1
-
4
40
2 4 3 -
1 -
3 -
2 5 3 7 4
8 1 4
2 1 1 -
-
1 1 -
3 4 3 3
4 22 17 12 11
8 6
1 -
3 -
2 9
4 1
4 8
2 5
1 -
17 9
42 38
60
18
18
53
49
41
11
4
77
331
Tabel 4.2: overzicht van aantallen gevonden effectstudies per categorie van aandoeningen en communicatiewijze.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
19
4.3 Kwalitatieve analyse gevonden effectstudies en studies van grotere omvang Over het geheel gezien zijn er nog weinig grote studies gevonden, zoals randomized controlled trials. Hieronder beschrijven we de schaarse grote studies die gevonden zijn. Voor telefonische ondersteuning zijn al enkele studies naar effecten uitgevoerd. Het meest concrete resultaat geeft een grote studie (n=1069) naar de kosteneffectiviteit van telefonische diseasemanagement bij hartklachten. Dit onderzoek wijst uit dat deze dienst niet leidt tot kostenbesparing, maar wel tot meer levensjaren van de cliënt. Van alle gevonden artikelen gaan er 36 over studies waarin ook kosteneffectiviteit is meegenomen. Zes van deze studies gaan over telefonische ondersteuning bij hartaandoeningen, de rest van de studies op dit gebied is zeer verdeeld over de categorieën van aandoeningen en technologieën. Er zijn nog enkele andere grote studies uitgevoerd naar het effect van telefonische ondersteuning. Drie grote studies (n=134, n=226, en n=230) wijzen uit dat telefonische ondersteuning leidt tot minder ziekenhuisopnames en betere therapietrouw bij mensen met hartfalen. Deze resultaten worden echter ook tegengesproken door studies die weinig effect meten (n=151, n=42). Drie andere grotere studies (n=194, n=397 en n=83) tonen aan dat telefonische zorg voor astma en COPD net zo goed is en goedkoper dan wanneer cliënten naar de kliniek moeten komen om een vragenlijst af te nemen. Ook leidt telefonische zorg tot betere deelname van cliënten. Voor psychische zorg en therapietrouw gaan relatief veel artikelen over telefonische ondersteuning, maar er zijn slechts vijf wat grotere studies gevonden. Deze gaan over het bevorderen van medicatietrouw (n=500 en n=402), het verminderen van depressie bij kankerpatiënten (n=149) en over de behandeling van dwang- en angststoornissen (n=72, n=116). Deze studies hebben positieve resultaten. Over de inzet van sensoren zijn met name veel artikelen te vinden over de zorg aan mensen met een chronische ziekte, zoals hartaandoeningen en diabetes, en de ouderenzorg (39, 9 en 28 artikelen). Een groot deel van deze artikelen gaat nog over technische ontwikkelingen, maar ook worden er al evaluatie- en effectstudies uitgevoerd (20, 6 en 8 artikelen). Deze zijn overwegend van kleine omvang of richten zich op evaluatie van de toepasbaarheid of de acceptatie van het systeem (pilots, kwalitatieve studies). Rond hartaandoeningen zijn wel enkele randomized controlled trials verricht. Deze wijzen uit dat monitoring van ECG-signalen, bloeddruk en gewicht in combinatie met telefonische opvolging of videocommunicatie zorgt voor minder ziekenhuisbezoeken, heropnames of opnamedagen en bovendien bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven van patiënten met hartfalen. Bij de meeste categorieeen van technieken gaan meer dan de helft van de artikelen over evaluatie- of effectstudies. Het verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren is hier uitzondering op. Hierbij beschrijft maar ongeveer 40% van de gevonden artikelen effectstudies. Een mogelijke verklaring is de diversiteit aan meetgegevens die sensoren kunnen verzamelen. Daarnaast speelt mogelijk een rol dat bij meetgegevens vaak nog een technische interpretatieslag nodig is om de gegevens bruikbaar te maken. Bij de meeste andere communicatiewijzen interpreteren de gebruikers de overgebrachte informatie, terwijl bij meetgegevens ook wel automatisch een signaal wordt gegenereerd.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
20
Opvallend is dat over videocommunicatie bij de belangrijke chronische ziekten hartaandoeningen, diabetes en COPD slechts enkele kleine studies zijn gevonden, terwijl in Nederland juist steeds vaker schermzorg wordt ingezet voor de zorg voor chronisch zieken, met name voor ondersteuning aan mensen met diabetes. Videocommunicatie wordt vooral toegepast in de psychische zorg, de ouderenzorg en bij revalidatie. De meeste studies zijn klein van omvang. Over het doorsturen van foto’s zijn relatief weinig artikelen gevonden. De gevonden toepassingen richten zich vooral op huidaandoeningen en het monitoren van de conditie van de ogen bij diabetici. Bij huidaandoeningen blijkt de technologie vooral goede toepassing te vinden bij het monitoren van wonden. Over dit onderwerp zijn diverse kleine studies gevonden, maar ook een grotere studie (n=272). Ook is de toepasbaarheid van het gebruik van foto’s aangetoond voor het monitoren van de verbetering of verslechtering van huidwonden. Er is een grote effectstudie (n=2771) gevonden naar het monitoren van retinopathie van de ogen van diabetespatiënten. De technologie blijkt hiervoor goed bruikbaar, maar dit is niet voor alle oogaandoeningen het geval. Een aantal studies over diabetes toont aan dat het invoeren van bloedwaarden op een website voor het verkrijgen van terugkoppeling zorgt voor een verbeterde bloeddruk. Opvallend is ook het aantal effectstudies naar de toepassing van zorg via een website voor COPD-patiënten. Hierover zijn vier randomized controlled trials gevonden (n=120, n=88, n=157 en n=300). Daarnaast zijn er studies gevonden over het gebruik van websites bij psychische zorg en ondersteuning. De grootste daarvan heeft een omvang van 73 respondenten en wijst erop dat online behandeling van boulimia mogelijk is. Hoewel bijna alle studies over psychische zorg en ondersteuning effectstudies zijn, zijn in verhouding met de andere gebieden van zorg niet meer grote evaluatiestudies gevonden. De studies die wel wat groter zijn, zijn vooral gericht op de haalbaarheid van behandeling via technologische middelen in plaats van contact in dezelfde ruimte (n=72, n=116, n=140, n=115 en n=241). De studies over het gebruik van e-mail zijn nog zeer klein van omvang of kwalitatief van aard. Tot slot zijn nog enkele grote effectstudies gevonden naar toepassingen van telehealth (ongespecificeerde techniek) bij diabeteszorg (n=445, n=400, n=197). Uit deze studies blijkt dat dit leidt tot significante vermindering van het aantal ziekenhuisopnames en doorverwijzingen naar de eerstelijnszorg. Bij deze artikelen kon niet uit de abstracts worden opgemaakt om welke technologie het gaat. In bijlage 2 is per categorie aandoening of zorgvraag een inhoudelijke samenvatting gegeven van de gevonden artikelen.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
21
5 Conclusies en aanbevelingen Bij het benoemen van de conclusies en aanbevelingen willen we nog eens herhalen dat deze verkenning zich richt op: Toepassingen voor langdurende zorg; Toepassingen waarbij contact plaatsvindt met de cliënt zelf, in zijn of haar woonomgeving, of toepassingen waarbij de cliënt zorg op een eenvoudiger manier kan ontvangen doordat hij minder ver hoeft te reizen; Speciale interesse voor de ouderenzorg en dementie en de zorg voor cliënten met de meest voorkomende chronische ziekten: hartaandoeningen, diabetes en COPD. Algemeen kunnen we zeggen dat er veel meer artikelen (2315) gevonden zijn dan er relevant waren voor deze verkenning (448). Dat betekent dat er buiten de langdurende zorg en buiten toepassingen voor contact met of met voordeel voor de cliënt, ook veel geschreven is over andere vormen van telemedicine en gebruik van telecommunicatie in de zorg. In dit hoofdstuk geven we per onderzoeksvraag (zie paragraaf 1.1) de conclusies van dit onderzoek weer.
Welke toepassingen van zorg op afstand worden er wereldwijd gebruikt in de langdurende zorg? Uit tabel 1 en 2 is gebleken dat voor diverse aandoeningen diverse technologieën worden ingezet om zorg op afstand te verlenen. Er wordt al veel gebruik gemaakt van interpersoonlijk contact op afstand via de telefoon en nieuwere media als gsm-/sms-technologie, videocontact, e-mail en websites. Daarnaast is de inzet van sensoren voor het meten van fysiologische gegevens volop in ontwikkeling. De breedte van de zorgvraag waarvoor de technologieën worden ingezet varieert sterk per toepassing. Hetzelfde geldt voor de schaal waarop de technologieën worden ingezet. Hieronder lichten we dit per technologiesoort toe. A. Telefonische ondersteuning (57 artikelen) Deze technologie wordt al breed en routinematig ingezet. Vaak wordt telefonische ondersteuning gebruikt in combinatie met andere technologie voor het monitoren van patiënten. Ook wordt in sommige gevallen geprobeerd om door middel van telefonisch advies of ondersteuning een bezoek aan de kliniek onnodig te maken. B. Transmissie van gegevens via sms of mobiele telefonie (30 artikelen). sms en mobiele telefonie worden nog niet op grote schaal ingezet. Er zijn wel diverse publicaties gevonden over technische ontwikkelingen en onderzoek en over kleine pilots en kwalitatieve studies. C. Uitwisselen van digitale foto’s (22 artikelen) Het uitwisselen van foto’s wordt nog maar incidenteel ingezet, met name voor het monitoren van huidaandoeningen en de conditie van de ogen bij diabetici. Hier zijn ook enkele grotere evaluatiestudies gevonden. D. Videocommunicatie (61 artikelen) Videocommunicatie wordt op relatief kleine schaal toegepast. Toepassing vindt plaats bij diverse aandoeningen, met de nadruk op de psychische zorg, de ouderenzorg en bij revalidatie. De meeste studies zijn klein van omvang (pilots).
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
22
E. Het verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren (124 artikelen). Met het meten en doorsturen van gegevens worden op grote schaal pilots uitgevoerd. Veel studies beschrijven toepassingen bij mensen met een chronische ziekte of ouderen. De toepassingen hebben meestal tot doel om de ziekte beter te monitoren en te managen of om ervoor te zorgen dat ouderen veilig en langer zelfstandig thuis kunnen wonen. F. Communicatie via een website (46 artikelen) In alle categorieën van aandoeningen zijn er artikelen gevonden over het gebruik van websites. De mogelijkheden voor voorlichting en het invoeren of ontvangen van persoonlijke informatie zijn breed. Toepassing vindt zowel plaats op kleine schaal, als ook in enkele grotere studies. G. Communicatie via e-mail (12 artikelen) Communicatie via e-mail wordt slechts incidenteel toegepast, er zijn relatief weinig artikelen gevonden. H. Overig (9 artikelen) Er zijn niet veel publicaties over toepassingen die niet in te delen zijn onder een van de andere categorieën. De toepassingen die gevonden zijn betreffen enkele roboticatoepassingen, persoonlijk advies via de post en een slimme toiletzitting die bloeddruk kan meten. Bij het vergelijken van de elektronische communicatiewijzen via een website of via e-mail is het opvallend dat er veel meer gepubliceerd is over communicatie via een website (46 artikelen) dan over communicatie via e-mail (12 artikelen). Dit kan te maken hebben met de mogelijkheid om via internet gebruik te maken van beveiligde accounts en de mogelijkheid dat bij e-mail fouten in de adressering gemaakt worden. Ook is een website een beter middel voor het beschikbaar stellen van achtergrondinformatie, terwijl e-mail geschikter is voor het overbrengen van kortere berichten.
Voor welke zorgbehoeften en aandoeningen worden de verschillende toepassingen ingezet (met speciale interesse voor de ouderenzorg en de meest voorkomende chronische ziekten: hartaandoeningen, diabetes, COPD)? De meeste toepassingen zijn gevonden voor de zorg voor de volgende aandoeningen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Hartaandoeningen (90 artikelen) Ouderenzorg (51 artikelen) Diabetes (40 artikelen) Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw (38 artikelen) Longaandoeningen (27 artikelen) Huidaandoeningen (21 artikelen) Revalidatie (19 artikelen) Kanker (18 artikelen) Ambulance zorg en ziekenhuis zorg (14 artikelen) Dementie (6 artikelen) Overig (44 artikelen)
Chronische ziekten Bij chronische ziekten als hartaandoeningen, COPD en diabetes zijn veel studies gevonden over verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het monitoren van meetbare fysiologische gegevens een belangrijk element is in de zorg voor mensen met een chronische ziekte. Hierbij gaat het meestal over gegevens zoals ECG, bloeddruk, © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
23
hartslag, bloedsaturatie, bloedglucose en gewicht. Beoordeling vindt vervolgens plaats door artsen of verpleegkundigen of automatisch via een algoritme dat alarm geeft bij een bepaalde grenswaarde. Dezelfde informatie wordt soms overgebracht via sms of mobiele telefonie. Bij hartklachten zijn deze mobiele toepassingen vooral gericht op continue monitoring. Bij diabetes en COPD zijn er pilotstudies gevonden naar het geven van een directe terugkoppeling via sms, zodat een cliënt directe begeleiding krijgt bij het beter leren omgaan met de aandoening. Ook telefonische ondersteuning wordt toegepast bij chronisch zieken, net als ondersteuning door het uitwisselen van informatie of chatten via een website. Dat er voor deze groepen ook veel artikelen over telefonische ondersteuning zijn gevonden, kunnen we verklaren uit het feit dat deze cliënten ook mentale ondersteuning nodig hebben voor het verminderen van angst, voor advies en voor het verbeteren van therapietrouw. Ouderenzorg Bij de ouderenzorg constateren we eveneens dat er veel gepubliceerd is over verzenden van meetgegevens of van informatie uit autonome sensoren. Hierbij ligt de nadruk echter niet zozeer op continue monitoring maar meer op de ontwikkeling van systemen die automatisch situaties kunnen signaleren waarbij ingrijpen nodig is. Deze systemen zijn bedoeld voor het bewaken van de (algemene) veiligheid van kwetsbare ouderen (bijvoorbeeld valdetectie en activiteitenmonitoring). Huidaandoeningen Bij huidaandoeningen wordt veel gebruik gemaakt van het uitwisselen van foto’s voor het beoordelen van wonden en huidplekken. Verder zijn er enkele onderzoeken gevonden naar de toepasbaarheid van deze technologie voor het monitoren van huidkanker en van de conditie van de ogen bij diabetici. Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw Bij psychische zorg zijn de toepassingen die zijn onderzocht vooral gericht op het faciliteren van interpersoonlijk contact (telefoon, videocommunicatie, website), waarbij de meeste artikelen over videocommunicatie gaan (11 van 64 artikelen). De reden hiervoor is mogelijk dat fysiologische gegevens hier minder van belang zijn, terwijl het menselijk contact juist wel een belangrijk middel is bij de behandeling en het monitoren van deze cliënten. Revalidatie Ook bij revalidatie zijn veel publicaties gevonden over het gebruik van videocommunicatie (10 van 21 artikelen). Bij revalidatie wordt deze technologie vaak ingezet voor het monitoren van oefeningen en van de voortgang van het herstel. Dementie Opvallend is dat voor dementie eigenlijk maar weinig artikelen zijn gevonden en er dat in de gevonden publicaties bovendien geen specifieke toepassing er uit springt. Dit is opvallend omdat er in Nederland veel belangstelling is voor toepassingen die de zorg voor dementerenden ondersteunen of ertoe bijdragen dat (beginnend) dementerenden zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.
In hoeverre zijn de effecten van verschillende toepassingen onderzocht? Concluderend kunnen we zeggen dat grote effectstudies nog schaars zijn. Over het geheel gezien zijn er nog weinig grote studies gevonden, zoals randomized controlled trials. Ook zijn er bij verschillende aandoeningen beschrijvingen gevonden van randomized controlled trials die nog niet afgerond zijn. Van 2315 artikelen uit de periode 2005 tot 2008 met betrekking tot het gebruik van telemedicine, ambulatory monitoring en het gebruik van telecommunicatie in de zorg voor mensen thuis waren er 448 gericht op het leveren van zorg op afstand, © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
24
voor het dichterbij brengen van de langdurende zorg voor cliënten. Hiervan gingen er slechts 275 over evaluaties of onderzoek naar de effecten van een toepassing. Grootschalige implementatie van zorg op afstand verkeert ook in het buitenland nog in een beginstadium. Het merendeel hiervan gaat over kleinschalige pilots. Bij de effectstudies gaat het meestal om het aantonen van de werking van het concept of de haalbaarheid. Vaak wordt alleen aangetoond dat de cliënten voordeel hebben van het gebruik van het systeem of er tevreden over zijn. Een enkele studie toont aan dat er door inzet van zorg op afstand minder ziekenhuisopnames nodig zijn of bijvoorbeeld betere bloedwaarden behaald worden. Veruit de meeste evaluatiestudies zijn gepubliceerd op het gebied van hartaandoeningen (62) en diabetes (36) (zie Tabel 4.1 of 4.2). Een verklaring kan zijn dat dit belangrijke volksziektes zijn waarvoor mensen een beroep doen op langdurende zorg en er derhalve veel onderzoek naar wordt verricht. Na hartaandoeningen en diabetes zijn de meeste evaluatie- en effectstudies gevonden over psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw. Het totaal aantal artikelen over evaluatie- en effectstudies komt daarbij bijna overeen met het totaal aantal artikelen (35 van 38). Dit kunnen we verklaren uit het feit dat er voor deze groep aandoeningen vooral veel artikelen zijn gevonden over het gebruik van reeds geruime tijd gangbare communicatiewijzen, zoals telefonische ondersteuning (15 van 16 artikelen), websites (11 van 11 artikelen) en videocommunicatie (6 van 7 artikelen).
Welke toepassingen kunnen bijdragen aan de extramuralisering van zorg voor mensen met een chronische ziekte? De toepassingen die gericht zijn op extramuralisering, zijn vooral terug te vinden bij dementie en in de ouderenzorg. Bij dementie zijn enkele toepassingen gericht op het monitoren van achteruitgang, op het ondersteunen van mantelzorgers, op het kunnen traceren van dwalende dementerenden met GPS, of op het ondersteunen van dementerenden bij medicijngebruik. Bij ouderenzorg vinden we toepassingen voor het monitoren van activiteiten of vitale functies. Deze toepassingen bewaken de veiligheid, maken snel ingrijpen mogelijk of signaleren verslechtering van de gezondheid. Verder zijn er systemen die ondersteuning bieden bij een snel ontslag uit het ziekenhuis na een operatie of na een hartaandoening, zoals systemen voor monitoring van vitale functies of telefonische ondersteuning. Ook bij revalidatie worden systemen ingezet die er voor zorgen dat mensen thuis beter kunnen herstellen en meer continue ondersteuning krijgen bij revalidatie-oefeningen. Hierbij gaat het meestal om videocommunicatie.
In welke richting gaan de technische ontwikkelingen? Er zijn relatief weinig artikelen over technische ontwikkelingen en onderzoek daar omheen op het gebied van: telefonische ondersteuning, communicatie via een website, communicatie via e-mail. Deze technologieën zijn al ingeburgerd en wellicht vindt er daardoor ook weinig ontwikkelingsgerelateerd onderzoek plaats op dit gebied. © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
25
Over andere technologieën zijn er wel artikelen over ontwikkeling of over onderzoek daaromheen. Het gaat om: het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren, transmissie van gegevens via sms of mobiele technologie, videocommunicatie, het uitwisselen van digitale foto’s. Deze ontwikkelingen zijn vooral gericht op de ontwikkeling van draadloze sensoren. Vaak wordt gewerkt aan sensoren die zo licht mogelijk zijn en geen hinder veroorzaken bij het dragen ervan. Ook wordt gewerkt aan intelligente algoritmes die autonoom een noodsituatie of alarmerende grenswaarde kunnen herkennen en hierop alarm kunnen geven, bijvoorbeeld intelligente systemen voor activiteitenmonitoring bij ouderen. Er zijn enkele studies gevonden over de ontwikkeling van toepassingen van videocommunicatie voor de ouderenzorg en revalidatie. In de ouderenzorg wordt gewerkt aan toepassingen voor automatische beeldanalyse voor het monitoren van medicijninname en aan toepassingen die het mogelijk maken om op afstand meetinstrumenten als een stethoscoop, dermascoop en dentalscoop te gebruiken. Bij revalidatie gaat het om systemen die de bewegingen kunnen herkennen en volgen van patiënten die revalidatieoefeningen doen.
Wat zijn veelbelovende toepassingen en ontwikkelingen en welke factoren dragen bij aan het succes of het falen van de implementatie van dienstverlening voor zorg op afstand? Veelbelovende ontwikkelingen lijken die ontwikkelingen te zijn die gericht zijn op voordeel voor de cliënt en die efficiënter gebruik maken van schaarse zorg, bijvoorbeeld de toepassingen voor activiteitenmonitoring bij ouderen die er aan bijdragen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Hetzelfde geldt voor de toepassingen voor het beter managen van de belangrijke chronische ziekten als hartaandoeningen, diabetes en COPD. Hierbij zijn studies gevonden die aantonen dat inzet van technologie er toe kan leiden dat er minder ziekenhuiszorg nodig is. Wel komt hier en daar terug dat de interventie soms misschien gerichter kan worden toegepast bij bepaalde cliënten om een effectievere en meer kostenefficiënte inzet te bereiken. Ook blijkt dat soms meer effect zou kunnen worden gehaald door meer directe terugkoppeling te geven op gegevens over medicatie-inname, dieet en oefeningen. Veel van de gevonden artikelen gaan over het verzenden van meetgegevens of informatie uit autonome sensoren. Hoewel grote effectstudies nog schaars zijn, lijken de verwachtingen van dit soort technologie groot. Verwachtingen zijn het sneller kunnen ingrijpen op wijzigingen in de gezondheid, het verminderen van het aantal bezoeken aan de kliniek en het verbeteren van de kwaliteit van leven van cliënten. Het functioneren van de techniek en de verbinding is een belangrijke factor voor succesvolle implementatie. Evenals de gebruiksvriendelijkheid en ook de kosten van de techniek. Bij veel artikelen is de tevredenheid van de cliënt met het systeem opgenomen in de conclusie. De tevredenheid van de zorgverlener en de werkbaarheid is minder vaak uitgewerkt. Dit lijkt in Nederland een belangrijke factor voor succesvolle implementatie, maar internationaal blijkt hier niet in alle studies aandacht voor. Sommige studies besteden hier wel aandacht aan. Daarin komt naar voren dat het belangrijk is dat zorgverleners het gevoel hebben dat zij hun werk net zo goed of beter kunnen uitvoeren met het systeem en dat de werkdruk en administratieve belasting niet mogen toenemen.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
26
Het relatief geringe grootschalige effectstudies van zorg op afstand, zowel nationaal als internationaal, geeft aan dat de kennisontwikkeling op dit gebied nog in volle gang is. Bekend is ook dat vaak na een pilot evaluatie op beperkte schaal de ontwikkeling niet wordt doorgezet. De resultaten van dit onderzoek doen vermoeden dat de grote variëteit in onderwerpen en benaderingen op een belangrijke manier bijdraagt aan dit probleem. Hierdoor is het (nog) niet mogelijk om een gemeenschappelijke technische infrastructuur te gebruiken en zo grootschalig effectonderzoek te faciliteren. Pas op het moment dat er positieve en breed toepasbare resultaten beschikbaar komen van grootschalige effectstudies kan worden verwacht dat zorg op afstand breder wordt geïmplementeerd.
Een van de mogelijkheden van zorg op afstand is dat patiënten zelf meer medische handelingen uitvoeren.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
27
6 Vilans Vilans is het onafhankelijke kenniscentrum voor werkers en organisaties die langdurende zorg bieden. Wij ontwikkelen met hen vernieuwende praktijkgerichte kennis, zodat we samen de kwaliteit van leven verbeteren voor mensen die langdurig zorg nodig hebben. Vilans richt zich met haar kennis en handelen primair op werkers en organisaties. Het verbeteren van de kwaliteit van leven voor cliënten die langdurende zorg nodig hebben is onze inspiratiebron. Onze inzet is dat mensen die langdurig zorg nodig hebben zelf hun leven richting en inhoud kunnen geven wat betreft gezondheid, relaties, werk en onderwijs, materiële omstandigheden – zoals inkomen, wonen – en zingeving. Daarbij is het belangrijk dat de samenleving en het gevoerde beleid de eigen regie ondersteunen. De meerwaarde voor de praktijk is de maatstaf voor de toegevoegde waarde van Vilans. Wij vervullen een maatschappelijke functie en kiezen daarom nadrukkelijk een onafhankelijke positie. Onze kenniscollecties en relatienetwerken zijn openbaar en algemeen toegankelijk.
Meer weten over zorg op afstand en andere technologie voor de langdurende zorg? Kenniscirkel Domotica voor Wonen en Zorg/Zorg op afstand www.vilans.nl/domoticawonenzorg De Kenniscirkel Domotica voor Wonen en Zorg/Zorg op afstand is de plek waar u terecht kunt voor onafhankelijke informatie over het gebruik van domotica en zorg op afstand. De Kenniscirkel Domotica voor Wonen en Zorg/Zorg op afstand: houdt u op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van domotica en zorg op afstand, analyseert innovaties en informeert u over kansen en bedreigingen, ondersteunt u bij implementatietrajecten. Zicht op zorg en technologie www.vilans.nl/zichtopzorgentechnologie De serie Zicht op zorg en technologie geeft zorgverleners en hun leidinggevenden inzicht in nieuwe en bestaande technologieën die het werk van zorgmedewerkers kunnen verlichten en de kwaliteit van leven van cliënten kunnen verbeteren. De serie bestaat uit brochures voor zorgverleners en factsheets voor managers en bestuurders. Vanuit een beschrijving van herkenbare problemen uit de dagelijkse praktijk wordt bekeken welke technologische oplossingen er zijn. Of neem contact met ons op via de Vilans infolijn: (030) 789 25 25 of
[email protected]
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
28
7 Referentielijst Onderstaand overzicht bevat de literatuur die gebruikt is bij de opzet van het onderzoek en het schrijven van de brochure. Voor de uitgebreide lijsten met de gevonden artikelen per aandoening die zijn opgenomen in tabel 4.1, verwijzen we naar de bijlagen 3.1 t/m 3.11 bij deze brochure die te downloaden zijn via www.vilans.nl/literatuurstudie-zoa Referentielijst brochure 1. Algemene Rekenkamer, Zorg op afstand. Een innovatie in de langdurige zorg. Den Haag: juli 2009 2. J. van Lier en Ch.G. Willems. Zorg van ver en toch dichtbij - Technologieën, toepassingen en de rol van de zorgverlener bij zorg op afstand. Vilans, Utrecht: 2009 3. Boshuizen, D. Zorg op afstand met behulp van ICT, Deelproject: Inventarisatie van praktijkvoorbeelden en stimuleringskansen. Nictiz, december 2008 4. ActiZ, Zorg op afstand – altijd dichtbij, ActiZ, november 2008 5. NTA 8028:2007 nl, Telemedicine (Medische informatica), NEN, 01-11-2007 6. Shug, S.H. (ed.) Sustainable Telemedicine: paradigms for future-proof healthcare - A Briefing Paper. Ethel, Brussel: februari 2008 7. Ch.G. Willems en J. van Lier. Factsheet Zorg & Technologie 7 voor bestuurders en managers in de zorg - Zorg op afstand door gebruik van Etechnologie, Vilans, Utrecht: 2009 8. Peeters, J.M. en A.L. Francke, Monitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling eind 2008/begin 2009. Nivel, Utrecht: 2009 9. RVZ Advies Arbeidsmarkt en Zorgvraag 2006 10.Willems, Ch.G. en D.Golsteijn-Kramer, Rapport verpleegoproepsystemen Vilans, Utrecht: 2008 11. Boonstra, A., M.Broekhuis e.a. Kijken op afstand een leerzaam alternatief rapport. RUG/RHG: juli 2008 12. Pubmed website, van de U.S. National Library of Medicine, http://www.pubmed.gov, voor het laatst bezocht in augustus 2009 13. Website van de U.S. National Library of Medicine, voor het laatst bezocht in augustus 2009 http://www.nlm.nih.gov/pubs/factsheets/dif_med_pub.html. 14. ActiZ, ActiZ Toolkit Zorg op afstand. ActiZ, 2009
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
29
Bijlage 1: Zoekopdrachten in Pubmed
Voor de zoekopdrachten in Pubmed zijn zogenaamde MeSH-termen gebruikt (Medical Subject Headings). MeSH-termen zijn zoektermen die onderzoekers van de NLM aan artikelen toekennen. Aan ieder artikel koppelen zij ongeveer tien tot twintig MeSH-termen. Het voordeel van het gebruik van MeSH-termen bij het zoeken is dat ook artikelen over een onderwerp worden gevonden wanneer dit onderwerp niet letterlijk genoemd staat in de titel of de samenvatting van een artikel. Als belangrijkste MeSH-term voor het aandachtsgebied van het onderzoek is ‘Telemedicine’ gebruikt. Dit is een overkoepelende term, die in Pubmed gedefinieerd is als: “delivery of health services via remote telecommunications. This includes interactive consultative and diagnostic services.” Uit de Pubmeddatabase bleek dat andere relevante termen onder deze MeSHterm vallen, zoals: Care at a distance, Remote Care, Distant Care, Remote monitoring, e-health, Telecare, Tele monitoring / Telemonitoring, Tele health / Telehealth, Tele care / telecare, Home monitoring, Home technology, Ambient technology, Wearable technology, Home technology. De MeSH-term ‘Telemedicine’ is gebruikt in combinatie met MeSH-termen voor diverse soorten effectstudies en technische ontwikkelingen. Daarnaast bleken de volgende 2 MeSH-termen bruikbaar: Home care services: Community health and NURSING SERVICES providing coordinated multiple services to the patient at the patient's homes. These home-care services are provided by a visiting nurse, home health agencies, HOSPITALS, or organized community groups using professional staff for care delivery. It differs from HOME NURSING which is provided by non-professionals. Ambulatory, monitoring: The use of electronic equipment to observe or record physiologic processes while the patient undergoes normal daily activities. Omdat deze MeSH-termen meer omvatten dan zorg waarbij over afstand gecommuniceerd wordt, zijn ze verfijnd door ze te combineren met de MeSHterm ‘Telecommunications’. Hierbij is vanwege de geringe omvang van de resultatenlijsten niet verder verfijnd door een combinatie te maken met termen voor effectstudies of technische ontwikkelingen. De MeSH-term ‘Ambulatory monitoring’ is wel gekoppeld aan de brede Mesh-term ‘Technology’ om te zoeken naar publicaties over interessante draagbare sensortechnologie die mogelijk nog geen telecommunicatie mogelijk maakt. Ook is ‘Ambulatory monitoring’ gekoppeld met de MeSH-term ‘Home’ om specifieke toepassingen in de thuissituatie te vinden. Het overzicht van de gebruikte MeSH-termen is weergegeven in tabel B1.1. Tabel B1.2 geeft de exacte combinaties van MeSH-termen weer die gebruikt zijn bij de zoekopdrachten en de resulterende aantallen zoekresultaten.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
30
MeSH-Termen: "Telemedicine"
"Home Care Services" "Monitoring, Ambulatory"
MeSH-Termen: "Clinical Trials as Topic" "Clinical Trial "[Publication Type] “Randomized Controlled Trials as Topic" "Randomized Controlled Trial "[Publication Type] "Evaluation Studies as Topic" "Evaluation Studies "[Publication Type] "Validation Studies as Topic" "Validation Studies "[Publication Type] "Case Reports"[Publication Type] "Cost-Benefit Analysis" "Device Approval" "Empirical Research" "Intervention Studies" "Needs Assessment" "Outcome Assessment (Health Care)" "Pilot Projects" "Research Design" "Telecommunications”
MeSH-Termen: "Technology" "Diffusion of Innovation" "Equipment Design" "Environment Design"
"Home" "Technology" "Telecommunications"
Tabel B1.1: Overzicht gebruikte MeSH-termen en combinaties
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
31
MeSH-zoekopdracht
Resultaten
"Telemedicine"[Mesh] AND (Clinical Trials as Topic[Mesh] OR "Clinical Trial "[Publication Type])
258
"Telemedicine"[Mesh] AND ("Evaluation Studies as Topic"[Mesh] OR "Evaluation Studies "[Publication Type])
343
"Telemedicine"[Mesh] AND ("Randomized Controlled Trials as Topic" [Mesh] OR "Randomized Controlled Trial "[Publication Type])
161
"Telemedicine"[Mesh] AND ("Validation Studies as Topic"[Mesh] OR "Validation Studies "[Publication Type])
18
"Telemedicine"[Mesh] AND "Case Reports"[Publication Type]
23
"Telemedicine"[Mesh] AND Cost-Benefit Analysis[Mesh]
64
"Telemedicine"[Mesh] AND "Device Approval"[Mesh]
no results
"Telemedicine"[Mesh] AND "Empirical Research"[Mesh]
16
"Telemedicine"[Mesh] AND “Intervention Studies"[Mesh]
3
"Telemedicine"[Mesh] AND "Needs Assessment"[Mesh]
10
"Telemedicine"[Mesh] AND "Outcome Assessment (Health Care)"[Mesh]
122
"Telemedicine"[Mesh] AND "Pilot Projects"[Mesh]
123
"Telemedicine"[Mesh] AND "Diffusion of Innovation"[Mesh]
75
"Telemedicine"[Mesh] AND "Equipment Design"[Mesh]
143
"Telemedicine"[Mesh] AND "Research Design"[Mesh]
52
"Telemedicine"[Mesh] AND "Environment Design"[Mesh]
no results
"Monitoring, Ambulatory"[Mesh] AND home
329
"Monitoring, Ambulatory"[Mesh] AND "Technology"[Mesh]
98
"Monitoring, Ambulatory"[Mesh] AND "Telecommunications"[Mesh]
214
"Home Care Services"[Mesh] AND "Telecommunications"[Mesh]
263
Totaal
2315
Tabel B1.2: Overzicht combinaties van MeSH-termen en zoekresultaten
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
32
Bijlage 2: Inhoud van de artikelen per aandoening/zorgvraag Deze bijlage bevat een inhoudelijke analyse van de gevonden publicaties uit Tabel 4.1. We hebben de samenvattingen van de artikelen uit iedere cel gelezen. Op basis daarvan is per cel een samenvatting gemaakt van de inhoud van de publicaties. In onderstaande paragrafen is een inhoudelijke samenvatting gegeven van de gevonden artikelen per aandoening of zorgvraag.
Hartaandoeningen De meeste artikelen in deze categorie richten zich op hartfalen, hoge bloeddruk en hartrevalidatie na een ziekenhuisopname of operatie. De toepassingen voor hoge bloeddruk gaan voor een deel over hoge bloeddruk bij diabetespatiënten. Hierbij gaat het om het automatisch doorsturen van meetgegevens. Binnen de hartaandoeningen zijn de meeste artikelen gevonden over het automatisch doorsturen en monitoren van meetgegevens (39 artikelen). Veel van deze studies zijn klein of richten zich op evaluatie van de toepasbaarheid of de acceptatie van het systeem. Hierbij zijn ook randomized controlled trials uitgevoerd die uitwijzen dat monitoring van ECG-signalen, bloeddruk en gewicht in combinatie met telefonische opvolging of videocommunicatie zorgen voor minder ziekenhuisbezoeken, heropnames of opnamedagen en bijdragen aan een betere kwaliteit van leven van patiënten met hartfalen. Alle gevonden studies over telefonische ondersteuning zijn evaluatiestudies. Bij het automatisch doorsturen van gegevens zijn er ook artikelen die zich richten op nieuwe technische ontwikkelingen. De meeste daarvan richten zich op de ontwikkeling van systemen voor draadloze monitoring. Dit laatste is ook terug te zien in de artikelen die gaan over het gebruik van sms- of gsm-technologie. Van deze technologie zijn de meeste artikelen gevonden over toepassing bij hartaandoeningen. Ook websites worden gebruikt voor het monitoren van mensen met hartklachten. Hierover is een aantal artikelen gevonden (7) die kleine evaluatiestudies beschrijven, gericht op verschillende wijze van monitoring. In verhouding zijn er voor hartaandoeningen relatief weinig artikelen gevonden over het gebruik van videoconferencing.
Diabetes De meeste artikelen over diabeteszorg gaan over de toepassing van technologie voor het automatisch meten en verzenden van data (9 artikelen) en over het gebruik van websites (10 artikelen). Twee trials van redelijke omvang (n=100 en n=101) tonen aan dat het monitoren van bloedwaarden die patiënten invoeren op een website heeft geleid tot een kleine verbetering in bloedwaarden. Een ander artikel wijst erop dat vooral meerwaarde te halen is wanneer behandelaars deze informatie gebruiken om mensen te ondersteunen bij het beslissen over de
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
33
dosering van medicijngebruik. De overige artikelen gaan over kleinere studies met voorzichtige positieve resultaten. Artikelen over evaluatiestudies naar het automatisch meten en verzenden van data gaan over zeer diverse toepassingen. De meeste artikelen gaan over het meten van bloedglucose, maar er is ook een artikel over het monitoren van de bloeddruk en het relateren van de bloeddruk aan het risico op glaucoom. De technische ontwikkelingen zijn gericht op het ontwikkelen van slimme, kleine, draagbare sensoren. Twee grote studies zijn gericht op het doorsturen van foto’s om de staat van de ogen te kunnen controleren. Deze technologie blijkt goed bruikbaar om te monitoren op retinopathie (n=2771), maar nog niet betrouwbaar genoeg voor het detecteren van de optische disc bij glaucoom (n=175). Bij de artikelen over telefonische ondersteuning (4) zijn drie studies gericht op het ondersteunen van jongeren met diabetes bij het omgaan met de aandoening en bij medicijngebruik. Bij de artikelen over het gebruik van gsm- en sms-technologie (6 artikelen) richten drie kleine studies zich op directe terugkoppeling op bloedsuikerwaarden via sms. Dit kan eraan bijdragen dat patiënten leren hun bloedwaarden beter te beheersen. Eén van deze artikelen is eveneens specifiek gericht op jongeren met diabetes. Videobeelden blijken minder geschikt voor het monitoren van de ogen, maar uit een pilot blijkt dat voetwonden wel behandeld kunnen worden via videoconferencing. Opvallend is dat naar videocommunicatie bij diabetes slechts kleine studies zijn gevonden met wisselend resultaat, terwijl in Nederland juist vaak schermzorg wordt ingezet voor ondersteuning aan mensen met diabetes. Er zijn enkele grote studies gevonden die betrekking hebben op een telehealthprogramma. Hierbij worden gemonitorde gegevens onderling uitgewisseld tussen degenen die betrokken zijn bij de behandeling. 3 studies (n=445, n=400 en n=197) naar diabeteszorg voor veteranen tonen aan dat een telehealthprogramma leidt tot een significante reductie in het aantal ziekenhuisopnames en doorverwijzingen naar de eerstelijnszorg door de zorgcoördinator. Drie artikelen gaan over de effecten van telemedicine op bloedwaarden. Een artikel beschrijft een studie (n=1665) die aantoont dat casemanagement via telemedicine in gebieden met weinig medische voorzieningen na 1 jaar zorgt voor betere controle over bloedsuiker, bloeddruk en cholesterolwaarden.
Longaandoeningen Over longaandoeningen hebben we diverse ontwikkelingen en trials gevonden. Enkele grotere studies wijzen uit dat telefonische zorg voor astma en COPD (n= 194, n= 397 en n=83) net zo goed is en goedkoper dan wanneer mensen voor het afnemen van een vragenlijst naar de kliniek moeten komen. Ook zorgt dit ervoor dat patiënten beter deelnemen aan de behandeling. In die richting is er ook onderzoek gevonden naar het gebruik van videoconferencing, maar deze onderzoeken zijn relatief klein en betreffen alleen een pilot en een tweede pilot waarbij de verpleegkundige het contact maakt vanuit het huis van de cliënt. Daarnaast zijn er effectstudies gevonden (n=120, n=88, n=157 en n=niet beschreven) die aantonen dat het geven van voorlichting en terugkoppeling via internet bijdraagt aan betere zorg, betere gezondheid, betere deelname aan het programma, betere kwaliteit van leven en soms ook tot minder ziekenhuisopnames. Een elektronisch cliëntendossier kan hier ook een positieve rol vervullen. De studies naar het automatisch doorsturen van gegevens zijn kleiner en divers van aard. Er zijn drie studies naar effecten gevonden. De grootste daarvan © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
34
(n=155) betreft de evaluatie van een algoritme dat op basis van een risicoinschatting kan inschatten of intensievere controle nodig is bij patiënten die een longtransplantatie hebben ondergaan. De andere artikelen zijn gericht op het doseren van zuurstof, ventilatie aan de hand van bloedsaturatiewaarden en telefonische ondersteuning bij het weer zelf leren ademen na beademing. Uit studies naar de ervaringen van cliënten met de verandering van de werkwijze van professionals blijkt dat zij een snelle toegang tot de zorg zeer waarderen.
Huidaandoeningen Verreweg de meeste artikelen over het op afstand monitoren van huidaandoeningen gaan over het doorsturen van foto’s (11 van 23 artikelen). Hieruit blijkt dat het mogelijk is om op afstand verbetering of verslechtering van wonden te monitoren (n=272+236). Dit leidt mogelijk tot minder bezoeken aan wondzorgcentra, eerste hulp en ziekenhuis. De technische kwaliteit van het fotomateriaal verschilt. Er zijn zowel studies gevonden die positief staan tegenover de kwaliteit van het fotomateriaal, als studies die de kwaliteit nog niet betrouwbaar genoeg achten. Naast het gebruik van foto’s zijn er ook vier artikelen gevonden over kleinere studies naar het gebruik van videoconferencing bij huidaandoeningen. Twee daarvan (n=15 en n=9) wijzen erop dat het monitoren van wonden via videocommunicatie met een wondzorgcentrum haalbaar is en minder belastend voor de cliënt. Tot slot zijn er ook artikelen gevonden over het gebruik van internet. Hierbij maken specialistisch verpleegkundigen via internet contact met een wondzorgcentrum om patiënten thuis te kunnen monitoren.
Dementie In totaal zijn er zeven artikelen gevonden over zorg op afstand aan mensen met dementie. Hierbij worden diverse technologieën gebruikt. Twee artikelen gaan over ondersteuning van mantelzorgers: één kwalitatieve studie gaat over telefonische ondersteuning van mantelzorgers en een artikel over een usabilitytest van een systeem dat via internet en e-mail ondersteuning biedt aan mantelzorgers. Twee artikelen gaan over het toetsen van de verstandelijke vermogens van mensen met dementie via telefoon (n=34) en videoconferencing (n=33). Daarnaast is geschreven over de mogelijkheid om via videoconferencing medicijninname te ondersteunen van (n=8). Een andere toepassing is een systeem dat het voor familie mogelijk maakt om een dwalende dementerende op te sporen via gps op hun gsm of notebook. De praktische ervaring met deze technologie is nog zeer beperkt.
Psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw De meeste artikelen over psychische zorg en therapietrouw gaan over consult en behandeling van patiënten via de telefoon (13) of via videoconferencing (11). Van beide groepen zijn alle artikelen effectstudies. Zes artikelen beschrijven evaluaties van het geven van psychiatrische zorg via de telefoon: drie artikelen over psychiatrische aandoeningen en dwangstoornissen © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
35
en drie over en angststoornissen. Eén artikel is gericht op de tevredenheid van psychiaters over het werken met de telefoon en beschrijft dat psychiaters nog technische en interpersoonlijke barrières ervaren voor een goede zorgverlening. Er zijn vier artikelen gevonden over telefonische ondersteuning voor het voorkomen of verminderen van depressiviteit bij mensen met een chronische ziekte (3 artikelen) of bij mensen die kanker hebben (1 artikel). Daarnaast zijn vier artikelen gevonden over studies naar de inzet van telefonische ondersteuning voor het verbeteren van therapietrouw. Er zijn acht artikelen gevonden over psychische behandeling op afstand door videocommunicatie. Drie daarvan (n= 115, n=16 en n=25) gaan over psychische ondersteuning en vermindering van angstgevoelens van mensen met kanker. De andere vijf artikelen beschrijven studies die uitwijzen dat het mogelijk is om diverse andere vormen van psychische behandeling aan te bieden via videoconferencing. Daarnaast zijn nog drie artikelen gevonden over studies naar de mogelijkheid van psychiatrische consultatie op afstand. Een artikel beschrijft een RCT (n=241+254) die aantoont dat psychiatrische consultatie via videoconferencing bij een korte behandeling even effectief is als contact in dezelfde ruimte. Er zijn zes artikelen die er op wijzen dat het mogelijk is om psychische behandeling te geven via internet, waaronder een zelfhulpprogramma via internet voor cognitieve gedragstherapie bij mensen met depressie, sociale fobie (n=29), angststoornissen of pleinvrees (n=30) en boulimia of eetbuien (n=73/2). Over het automatisch doorsturen van data uit metingen zijn twee artikelen gevonden, één over het monitoren van medicijninname van mensen met schizofrenie en één (n=5) artikel dat erop wijst dat het mogelijk is om veteranen met pijn en depressie te monitoren voor diverse aandoeningen als zij wekelijks vragen beantwoorden via een telehealthmonitor. Ook sms-technologie wordt toegepast om snel te kunnen reageren bij een opkomende psychose bij mensen met schizofrenie en psychosen. In één evaluatiestudie (n=45, 1 jaar) concluderen de onderzoekers dat dit leidt tot significant minder ziekenhuisopnamen.
Ouderenzorg De gevonden artikelen over zorg op afstand in de ouderenzorg gaan verreweg het vaakst over het automatisch doorsturen van meetgegevens (27 artikelen). Hierbij gaat het voor een groot deel om technische ontwikkelingen en evaluaties. Acht artikelen beschrijven effectstudies. De belangrijkste onderwerpen zijn activiteitenmonitoring of lifestylemnonitoring (7 artikelen), het monitoren van vitale functies (10 artikelen) en de ontwikkeling van intelligente alarmeringssystemen (5 artikelen). Toepassingen voor activiteitenmonitoring lijken nog volop in ontwikkeling. Van de zeven artikelen die hierover gevonden zijn, gaan er vijf over technische ontwikkelingen voor het meten van activiteiten en de systemen daaromheen. Twee artikelen gaan over kleine evaluaties (n=22 en n=24). Deze studies wijzen erop dat een oudere zich veiliger kan voelen, maar de angst om te vallen niet kleiner wordt. Van de artikelen over het monitoren van vitale functies wijzen vier kleine evaluatiestudies erop dat de systemen positief worden ervaren. Vijf artikelen beschrijven ontwikkelingen op dit gebied, waaronder systemen die ook alarmeren na detectie van een val en de ontwikkeling van slimme miniatuursensoren. Zeven artikelen gaan over kleine evaluaties van videocommunicatie voor virtuele thuisbezoeken van verpleegkundigen. De systemen zijn bruikbaar en kunnen © VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
36
eraan bijdragen dat ouderen minder geisoleerd zijn en langer zelfstandig kunnen wonen. Over gebruik van websites en e-mail voor de zorg voor ouderen zijn slechts enkele artikelen gevonden (2 resp. 1 artikel). De eerste resultaten van een trial met een webportal voor ouderen zijn positief. Een studie richt zich op een systeem waarmee mantelzorgers op het werk een oudere kunnen monitoren zodat de werknemer productief kan zijn voor zijn werkgever. Het derde artikel gaat over een e-mailsysteem voor gebruik binnen zorginstellingen. Twee van de artikelen over andere technieken gaan over robotica, in de vorm van een slimme stok en rollator die richting aangeven en een telepresencerobot die communicatie met familie en verzorgenden mogelijk maakt.
Kanker Van de zes artikelen over telefonische ondersteuning (3 artikelen) en videoconferencing (3 artikelen) voor mensen met kanker gaan vier artikelen over het verminderen van angst en depressie (beide 2 artikelen) en één over het geven van psychische ondersteuning en advies over medicijnen via videoconferencing aan jongeren met kanker (n=115). Daarnaast zijn er artikelen over het gebruik van foto’s gevonden voor het monitoren van huidplekken die verdacht zijn voor huidkanker. Deze wijzen er op dat deze technologie nog niet voldoende betrouwbaar is om verdachte huidplekken te beoordelen. Van de vier artikelen waarvan uit de samenvatting niet was op te maken welke technologie gebruikt werd, gingen twee artikelen eveneens over het monitoren van huidkanker, waarbij een grote evaluatie (n=2009, 15 maanden) uitwijst dat routinebeoordeling op afstand van mensen met huidkanker wel mogelijk is. De andere studie beschrijft een positieve evaluatie (n=134) van het gebruik van teledermatologie voor het voorbereiden van een operatie voor huidkanker. Over het gebruik van mobiele telefonie is een kleine positieve evaluatie (n=6) gevonden. Deze evaluatiestudie ging over het doorsturen van metingen van de symptomen van chemotherapie via de mobiele telefoon met de mogelijkheid om een alarm te genereren. Er is een kleine Nederlandse effectstudie (n=39+145) gevonden over het gebruik van websites met een ondersteuningsprogramma voor het monitoren van mensen die zijn geopereerd aan kanker aan hoofd en nek. Deze studie wijst erop dat deze toepassing kan bijdragen in de kwaliteit van leven. Daarnaast is er een artikel over een studie (n=43+182) die erop wijst dat een e-healthprogramma voor kankerzorgcoördinatie ervoor zou kunnen zorgen dat patiënten succesvol symptomen kunnen managen zonder gebruik te maken van zorgvoorzieningen.
Revalidatie De meeste artikelen over revalidatiezorg op afstand gaan over het gebruik van videoconferencing (10 artikelen). Drie artikelen daarvan beschrijven kleine positieve evaluaties (n=6, n=11, n=4) naar de inzet van videoconferencing bij mensen die een beroerte hebben gehad. Daarnaast zijn er twee artikelen over de mogelijkheid voor het beoordelen van spraakstoornissen, één artikel over ergotherapie op afstand en een artikel over een programma voor mensen met rugletsel.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
37
Vier artikelen van een Italiaanse schrijversgroep gaan over technische ontwikkelingen van systemen voor het automatisch doorsturen van gegevens. Twee artikelen beschrijven systemen voor revalidatie na een beroerte. De andere twee artikelen beschrijven de ontwikkeling en configuratie van een systeem dat het mogelijk maakt om op afstand de bewegingen en de handfunctie te beoordelen van mensen die en handtransplantatie hebben ondergaan. Er zijn drie artikelen over effectstudies gevonden waarbij niet uit de samenvatting blijkt welke technologie gebruikt is. Alledrie de studies wijzen op positieve resultaten van telerehabilitatie bij beroerte, bij mobiliteitsbeperkingen en bij een posttraumatische dwangstand van de elleboog. Daarnaast beschrijft één artikel een behoefteninventarisatie (n=43) onder zorgverleners. Daarin zijn de behoeften en ervaren voor- en nadelen geïnventariseerd van een telerehabilitatienetwerk voor ouderen die uit het ziekenhuis zijn ontslagen.
Ambulancezorg en ziekenhuiszorg Over ziekenhuiszorg en acute zorg op afstand zijn de meeste artikelen gevonden over het automatisch doorsturen van gegevens (5 artikelen). Twee van deze artikelen gaan over het monitoren van vitale functies van slachtoffers in een noodsituatie, zoals op de eerste hulpafdeling van een ziekenhuis, op de plaats van een ongeval of in een slagveldsituatie. Twee andere artikelen beschrijven positieve evaluaties van het doorsturen van meetgegevens vanuit een ambulance naar het ziekenhuis. Daarnaast gaan drie artikelen over het gebruik van videoconferencing. Twee van deze artikelen gaan in op de evaluatie van videocommunicatie met een telepresencerobot voor het afleggen van patiëntenbezoeken in een ziekenhuis. Uit de evaluaties blijkt dat dit haalbaar is en efficiënter patiëntenbezoek mogelijk maakt. Een artikel gaat over het op afstand monitoren van patiënten op de intensive care in een lokaal ziekenhuis. Dit onderzoek wijst erop dat dit leidt tot minder sterfgevallen en een korter verblijf op de IC en in het ziekenhuis. Een artikel beschrijft een grote evaluatie (n=400+1200) van een systeem voor het op afstand adviseren bij neurologische operaties vanuit een specialistisch ziekenhuis aan een netwerk van ziekenhuizen.
Overige en ongespecificeerde aandoeningen Omdat deze categorie een diversiteit aan onderwerpen bevat die buiten de belangrijkste ontwikkelingen vallen, is het niet voldoende relevant om hier diep op in te gaan. De beschrijvingen zijn gebaseerd op het doornemen van de titels van de gevonden artikelen en bevatten geen informatie over de samenvattingen van deze artikelen. Enkele onderwerpen die apart benoemd kunnen worden zijn artikelen over parkinson, slaapapneu, HIV, stotteren, nieraandoeningen en palliatieve zorg op afstand. Van de groep ‘ongespecificeerde aandoeningen’ kan op basis van de samenvattingen in het geheel niet worden achterhaald voor welke zorgvraag de toepassing geldt.
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
38
Overzicht bijlagen 3.1 t/m 3.11: Referenties van de geselecteerde literatuur per aandoening of zorgvraag. De volgende bijlagen zijn te downloaden vanaf: www.vilans.nl/literatuurstudie-zoa o Bijlage 3.1 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij hartaandoeningen o Bijlage 3.2 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij diabetes o Bijlage 3.3 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij longaandoeningen o Bijlage 3.4 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij huidaandoeningen o Bijlage 3.5 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij psychische zorg en het stimuleren van therapietrouw o Bijlage 3.6 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij dementie o Bijlage 3.7 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen in de ouderenzorg o Bijlage 3.8 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen in de zorg voor kankerpatiënten o Bijlage 3.9 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen in de revalidatie zorg o Bijlage 3.10 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij ambulance zorg en ziekenhuis zorg o Bijlage 3.11 bij rapport Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten: Referenties naar artikelen over toepassingen bij overige aandoeningen
© VILANS december 09 /
Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten
39