zone stad #-; #-; #-; #-; #-; #-;

8&3,&/*/

zone stad MM

#-;

7%Ǒǜ

i8FSLOFNFST CFLJKLFOUPUBBM QBLLFUWBOKPCTw

MM

#-;

4UBE

"OUXFSQTTUBET CFTUVVS[PFLU XFSLOFNFST NFUHPFTUJOH

MM

#-;

#SBOEXFFS i3JTJDPT[JKO VJUEFOCP[Fw

MM

#-;

1PMJUJF

i8JKHBBOWPPS FFOEZOBNJTDI FOLMFVSSJKLLPSQTw

MM

#-;

0$.8

8FSLFOCJK0$.8 JTLJF[FOWPPSIFU NBBUTDIBQQFMJKL CFMBOH

MM

#-;

1SPWJODJF

i.JKOSPMTUPFM WPSNUHFFO BSHVNFOUw

8&3,&/*/

zone stad

, P S U F J O I P V E

%FCSBOEXFFS

%F"OUXFSQTFCSBOEXFFSJTBMUJKE PQ[PFLOBBSOJFVXFSFLSVUFOEJF WPPSNFOTFOEPPSIFUWVVSXJMMFO HBBO

%FQPMJUJF

.FOTFOJOWFJMJHIFJECSFOHFO XJKLXFSLEJDIUCJKEFCVSHFS JOOPWBUJFWFMPHJTUJFLPGBOBMZTFWBO EFNJTEBBE8FSLFOCJKEFQPMJUJF LBOBMMFLBOUFOVJU

ǳȚȴȚ̄ȭǜǳȒ ȥǑȴȩǽǞȊǤǩȩȚȚ ɆǽȒǺǩȔǤȩǽɋ ǤǽȩȊȊǩȩȭȴǩȔȭ ȴǺȚȒǑȭȌǩǵȩǩɅǩ ȌȺǤȚȒǑȩǽǯȔ ǑȩȌǩȴȴǩȭȴȺǜǜǩ ȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ ǩǽȔǤȩǩǤǑǞȴǽǩ ǩɅǽȴǑǜȚȔȔǬ ǞȚȡȩǤǽȔǑȴǽǩ ǜǑȩȴ ȴǽȒȥǩȩȒǑȔ

)FU[PSHCFESJKG

%F[PSHTFDUPSCFXFFHUFO[PFLU OJFVXFLSBDIUFOPNNFFEJF HSPFJFOEFTPDJBMFVJUEBHJOHBBOUF HBBO

%FIBWFO

8FSLFOJOIFULMPQQFOEIBSUWBO EF"OUXFSQTFFDPOPNJF UVTTFO NBTUPEPOUFOWBOTDIFQFOFO TDIFSQFTUBMFOWBOJOEVTUJSÑMF UFDIOPMPHJFDIFDLEFWBDBUVSFTJO EFIBWFO

ȴǩȊȭȴǩȔ ȌǽǩȭǜǩȴǺǜǑǩȴǩȔ ǩɅǽȴǑǜȚȔȔǬ ȥǩȴǩȩǤǩȒǩɌǩȩ ǑȌǩɋȊǩȭȴǩȔȭ ǜǑȩȴȴǽȒȥǩȩȒǑȔ ȈȚǺǑȔɅǑȔǜǑǩȌǩȔ ȥǑȴȩǽǞȊɅǑȔǤǩ ȥǩȩȩǩ

8PFOTEBH NBBSU

%FQSPWJODJF

%FQSPWJODJFESVLUIBBSTUFNQFM PQBMMFEFMFOWBOIFUQVCMJFLF MFWFOFOTUSFFGUPPLCJOOFOIBBS QFSTPOFFMTCFTUBOE[PWFFM NPHFMJKLEJWFSTJUFJUOB

6OJWFSTJUFJU"OUXFSQFO .FFBBOEFXJFHTUBBOWBO POEFS[PFLEBUOJFUFOLFMEF XFUFOTDIBQNBBSEFXFSFME WFSBOEFSU&OEFNPUPSWBO "OUXFSQFOTHSPPUTUF LFOOJTDFOUSVNIFMQFOESBBJFO 6OJWFSTJUFJU"OUXFSQFO[PFLUNFFS EBOBDBEFNJDJ

8PFOTEBH NBBSU

8&3,&/*/

zone stad

-JFWF$BFST -VD)PTUFOTFO(FSU'POUZOWBO7%"#i8FSLOFNFSTHBBOWPPSFFOUPUBBMQBLLFUwǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

7%"#[JFUPOEFSTDIFJEUVTTFOPWFSIFJEFOQSJWÏLMFJOFSXPSEFO

i8FSLFONPFUKFHSBBHEPFOw %F7%"#JTOJFUBMMFFOFFO CFNJEEFMBBSWPPSXFSLHFWFST FOXFSL[PFLFOEFO.BBSPPL FFOHSPUFXFSLHFWFS*OCFJEF HFWBMMFOHFMEUEFTMPHBO AJOWFTUFSFOJONFOTFO

PNJFNBOEACJOOFOUFIBMFO te sector. Dus is dat niet meteen het grootste argument als wij personeel &FOCFESJKGTXBHFO (4.

LucHostens: “Voor wie enkel dat wil zien, is dat natuurlijk een troef. Maar wij weten dat de meeste werkzoekenden of sollicitanten kijken naar het totaalpakket. Mensen zoeken in de eerste plaats een baan waarvan 0 Wie na lezing van deze bijlage ze aannemen dat ze het graag zulzin krijgt om bij de overheid in de len doen. En dan kijk je veel verder zone stad te solliciteren, is welkom dan dit.” bij de VDAB. “Voor wie dat wenst, Lieve Caers (HRM verantwoordelijis er de nodige begeleiding”, zegt ke): “Mensen kiezen toch in de eerdirecteur Luc Hostens. “In de werk- ste plaats voor iets wat hen inhoudewinkels kan je een CV laten nakij- lijk motiveert. En daarnaast bekijken ken en bijschaven waar nodig. En ze de arbeidsvoorwaarden in zijn gein de jobclub kunnen werkzoeken- heel. Bij de VDAB en heel wat dienden uitvoerig training krijgen rond sten van de overheid is er veel ruimalle facetten van het solliciteren. te om tijdens je loopbaan te evolueTot en met een training voor een ren. Er is een heel rijk opleidings- en mondelinge sollicitatie die we dan bijscholingsaanbod. Dat heeft zeker filmen om te kunnen leren uit de ook zijn waarde. Bovendien biedt de publieke sector toch een grotebeelden.” re openheid voor zaken zoals loop0 .BHFFOTPMMJDJUBOUCJKFFO baanondebreking. Bovendien besefPWFSIFJEBOEFSFHFTQSFLLFO fen de meeste mensen dat een betrekWFSXBDIUFOEBOCJKFFOQSJWÏ king bij zo’n dienst een betere garantie biedt op een leefbare verhouding CFESJKG Luc Hostens: “Ik zie bij onze ei- werk-privé. Dan ga je die materiële gen sollicitaties weinig verschil. troeven toch anders bekijken.” Je zal bijna overal een korte voorstelling hebben, een overzicht van 0 &OEBOJTFSEFWFFMHFSPFNEF je loopbaan en studies en een ge- XFSL[FLFSIFJE%FWPMLXJKTIFJE sprek over je motivatie voor die XJMEBUKFACJKEFTUBBUCJOOFO job bij die dienst. En daarnaast CFOUWPPSKFMFWFO test van je competenties. Veel ver- Luc Hostens: Dat is een stuk relatieschil tussen privé en overheid zal ver dan jaren geleden. Als ik bij de daar niet zijn. VDAB kijk, zie ik dat ongeveer één derde van onze mensen een ‘vaste 0 )FFGUFFOQSJWÏXFSLHFWFS benoeming’ heeft. Anderen werken OJFUWFFMNFFSNPHFMJKLIFEFO in dienstverband zoals in de priva-

recruteren. Natuurlijk speelt de factor werkzekerheid wel een rol. Dat is ook een objectief gegeven. Wie bij een publieke dienst werkt, weet dat zijn of haar job minder gevoelig is voor de economische concjunctuur en dus ook meer stabiliteit biedt. Maar verder zien we toch dat het fabeltje van de job voor de rest van je leven echt wel een fabeltje is. Werknemers willen evolueren en uitdaging voelen.”

0 &FOPWFSIFJEJTBBOIBOEFOFO WPFUFOHFCPOEFOEPPSSFHFMT 0PLWPPSBBOXFSWJOHFO*TEBU HFFOIBOEJDBQ

Luc Hostens:”De privésector heeft inderdaad het objectieve voordeel dat zij kandidaten kunnen aanwerven op basis van hun eigen inzichten.

MM

i.FOTFOLJF[FO WPPSJFUTXBUIFO NPUJWFFSUw ȌǽǩɅǩǞǑǩȩȭ ǺȩȒ̋ɅǤǑǜ ǑȔȴɆǩȩȥǩȔ MM

i8FSLOFNFST XJMMFOFWPMVFSFOFO VJUEBHJOHWPFMFOw ȌȺǞǺȚȭȴǩȔȭ ɅǤǑǜ̋ǤǽȩǩǞȴǩȺȩ ǑȔȴɆǩȩȥǩȔ

Bij de overheid is dat allemaal een stuk strenger gereglementeerd. Daar zijn diplomavereisten bijvoorbeeld onontkoombaar. Een privé werkgever kan beslissen om iemand met vergelijkbare ervaring zonder dat diploma wel aan te werven.Wij ondervinden dat zelf ook wel eens als een probleem. Zo zijn hier mensen die zeker op basis van hun ervaring en kwaliteiten als arbeidsconsulent zouden kunnen werken. Maar zijn hebben dat diploma niet. Dat ligt natuurlijk gevoelig.”

8PSEUFSPPLHFXFSLUBBOEJWFS TJUFJU

Luc Hostens: “Bij ons is dit al tien jaar een accent. Maar diversiteit gaat verder dan allochtonen. Wij werken ook aan diversiteit door aandacht te hebben voor 50-plussers en mensen met een arbeidshandicap. De ervaring leert dat expliciete vermelding bij vacatures en duidelijke communicatie daarover goed werkt. Niet allen bij ons als werkgever, maar ook bij andere overheidsdiensten.”

0 .BBSEFTDIPMJOHWBOBMMPDIUP 0 .BBSEJFSFHFMT[JKOOVFFO OFOCMJKGUQSPCMFNBUJTDI NBBMOPEJHPNWSJFOEKFTQPMJUJFL Gert Fontyn (expert vacaturewerking): “Kortgeschooldheid is indeUFWFSNJKEFO

raad een blijvend probleem. Maar daar proberen we op in te spelen met onze opleidingen. We investeren daar sterk in. Soms zelf in samenwerking met de toekomstige werkgever. Zo werken we met een vooropleiding groenarbeiders toen de stad van Antwerpen daarvoor recruteerde. Dit is een piste die we in de toekomst meer wilen bewandelen door maatwerk te leveren voor grote aanwervingen.” Luc Hostens: “Dit is belangrijk, zeker in het perspectief van de krapte die er op de arbeidsmarkt zal komen door de demografische ontwikkelingen. We hebben een wekelijks overleg met de stad Antwerpen. Om de arbeidsmarkt te bekijken. En te kijken naar de noden van de stad als werkgever. 0 4QFDJģFLWPPS"OUXFSQFOJTEF Ook met politie en brandweer hebUIFNBUJFLWBOBMMPDIUPOFXFSL ben we een samenwerking op maat. OFNFST FO XFSL[PFLFOEFO Een goede evolutie!” Lieve Caers: “De aanwervingen moeten inderdaad objectiveerbaar zijn. Maar we zoeken toch naar oplossingen voor dit gegeven. Zo loopt nu een project waarbij externe organisaties een certificaat of attest van beroepsbekwaamheid afleveren. Dat heet een EVC-attest. Dta staat voor ‘Eerder Verworven Competenties’. Dat zal nu gebeuren voor enkele knelpuntberoepen. Wij geloven er sterk in dat dit een goed model is voor de toekomst. Omdat een externe partner dat attest aflevert, blijft het objectiviteit, wat in de publieke sector toch heel belangrijk is. En toch biedt het mensen die misschien oorspronkelijk niet het juiste diploma haalden, toch een terecht perspectief.

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

%FTUBE"OUXFSQFO[PFLUXFSLOFNFSTNFUWFFMHPFTUJOH

i8JKXFSLFOWPPSEFCVSHFSTw %FTUBE"OUXFSQFO[PFLU POBGHFCSPLFOOBBSOJFVX QFSTPOFFM.FOTFOEJF CFXVTUWPPSEFTUBELJF[FOFO HFESFWFO[JKOPNAFSJFUTWBO UFNBLFO;PUWBO"[JKONBH

%F"XBBSEFO [JKOIFJMJH

0 Nele Carpentier is bij de stad

M M .FOTFOEJFBBOEFTMBH

Antwerpen verantwoordelijk voor de wervingscommunicatie en het imago van de stad als werkgever. “Dat betekent dat ik onder meer naar jobbeurzen ga. Mijn taak is dubbel. Ik moet ervoor zorgen dat kandidaat-werknemers weten wat je bij de stad allemaal kunt doen en ik moet ervoor zorgen dat het positieve imago van de stad als werkgever bij de mensen doordringt”, zegt Nele Carpentier. En dat laatste blijft nog steeds nodig. “Sommige mensen hebben een totaal verkeerd beeld van een stadsambtenaar, als zou het een stoffige figuur zijn die de hele dag achter een bureau zit. Er zijn ook mensen die denken dat wie voor de stad werkt niets moet doen. Dat verhaal klopt helemaal niet. Sterker nog, het is niet waar. Er wordt hier hard gewerkt”, lacht Nele Carpentier. #FXVTULJF[FOWPPSEFTUBE Maar wat voor soort van werknemers zoekt de stad Antwerpen eigenlijk? “We willen mensen die ervoor kiezen om hun beroep bij ons uit te oefenen en zich aangetrokken voelen tot een bedrijf waar je samen dingen verwezenlijkt. Eigenlijk moeten stadsambtenaren ploegspelers én individualisten zijn. In ieder geval willen we graag dat mensen weten wat ze willen en bewust voor een bepaalde job bij de stad kiezen. Even bij de stad solliciteren omdat je toch iets moet doen is geen goed uitgangspunt en die mensen vallen meestal ook uit de boot”, zegt Nele Carpentier. Vorig jaar heeft de stad Antwerpen een bevraging georganiseerd onder het hoger opgeleid personeel en daaruit blijkt dat 80 procent van de werknemers graag bij de stad werkt. “Belangrijk is dat ze ook vin-

/FMF$BSQFOUJFSiIFUJNBHPWBOTUPĩHFTUBETBNCUFOBSFOLMPQUOJFUwǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

den dat ze in een dynamisch bedrijf werken, waar rekening wordt gehouden met hun werk en hun mening. Gerespecteerd worden voor wat je doet is voor iedereen belangrijk. En die waardering krijg je bij de stad”, vervolgt Nele Carpentier. 8FSLFOWPPSEFCVSHFS Eén van de troeven van werken bij de stad is volgens Nele Carpentier dat veel Antwerpenaren het werk van het stadspersoneel iedere dag zien of ervaren. “Als onze mensen langs Park Spoor Noord lopen, kunnen ze zeggen ‘kijk hier heb ik aan meegewerkt’. Veel van de dingen die stadspersoneel doen, worden vroeg of laat zichtbaar. Dat geldt ook voor wie een louter administratieve baan heeft. Die mensen zorgen ervoor dat vergunningen toegestuurd worden, papieren op de juiste plek terecht-

komen en noem maar op.” Die zichtbare functie, ook al werken veel mensen achter de schermen, moet kandidaat-werknemers op het lijf geschreven zijn. “Je werkt in opdracht van het stadsbestuur, maar je werkt voor de burgers van deze stad. Wat daartussen zit zijn duizenden mensen die elk op hun eigen manier een rol spelen.” "NCBTTBEFVSTWBOAUTUBE Nele Carpentier vindt het spijtig dat veel medewerkers van de stad nog vaak terughoudend zijn over hun baan. “Ik hoop dat ze vroeg of laat ambassadeur worden van het bedrijf Antwerpen en de dynamiek die er hier heerst uitdragen. Ik begrijp hen wel hoor. Soms krijgen mensen die bij de stad werken domme opmerkingen naar het hoofd geslingerd. Die vooroordelen hé. Als

)FUXPPSE ȚȔȴǺǑǑȌȭȴǑǤǺȺǽȭ ǑȔȴɆǩȩȥǩȔ 0 “Als deskundige onthaal in het BBOEF stadhuis van Antwerpen, organiik de bezoeken van internatioXFSLOFFNTUFST seer nale delegaties aan onze stad en beleefdheidsbezoeken van ambassaWBOEFTUBE deurs. Ik verzorg ook de internationale briefwisseling. "OUXFSQFO Daarnaast startte ik twee jaar geleden de commerciële verhuur van de ȭɌȌɅǽǑȒȚȩȴǩȌȒǑȔȭ

zalen in het stadhuis op. Sindsdien werd ik meteen ook het aanspreekpunt voor potentiële huurders. Mijn )FU0$.8NFFHFSFLFOE XFSLFOFS[PONFOTFO functie vereist eigenlijk heel wat organisatorische en communicatieve WPPSEFTUBE"OUXFSQFO vaardigheden, meertaligheid en 4ZMWJB.PSUFMNBOTJTFSEBBS een flinke dosis creativiteit. Door ÏÏOWBO mijn klantvriendelijke aanpak en dynamische ingesteldheid, probeer ik een goede ambassadrice te zijn van de stad Antwerpen. Vice versa biedt de stad mij immers ook vele voordelen: dichtbij huis werken, leuke werksfeer en een boeiend takenpakket.”

het stadspersoneel erin slaagt om te vertellen waar ze mee bezig zijn, zullen die vooroordelen vroeg of laat wel verdwijnen.” Zelf heeft Nele Carpentier niks dan lof voor de stad Antwerpen als werkgever. “Ik heb ook bij privébedrijven gewerkt en kan dus vergelijken. Het professionalisme en de dynamiek is bij de stad zeker even groot als elders. Ik werk hier ondertussen enkele jaren en heb nooit het gevoel gehad dat mijn inzet niet wordt gewaardeerd. Integendeel, als ik met ideeën of suggesties kom, wordt daar wel degelijk rekening mee gehouden. En ja, wie voor de stad werkt kan rekenen op flexibele werktijden en mag niet klagen over het aantal dagen vakantie. Dat zijn zaken die niet meteen doorslaggevend zijn, maar wel leuk meegenomen natuurlijk.”

XJMMFOCJKEFTUBE"OUXFSQFO NPFUFOEFWJKG"XBBSEFOJO IFUBDIUFSIPPGEIPVEFOFO PPLUPFQBTTFO %JWFSTJUFJUSFTQFDUIFCCFO WPPSJFEFSFFONFUXJFKFJO DPOUBDULPNU POHFBDIUMFFG UJKE HFTMBDIU BGLPNTU UBBM DVMUVVS PQMFJEJOH TFLTVFMF HFBBSEIFJE JOLPNFO CVSHFS MJKLFTUBBU *OUFHSJUFJUTUFFETDPSSFDUFO CFUSPVXCBBS[JKO,MBOUFO NPFUFOFSPQLVOOFOSFLF OFOEBUIFUBMHFNFFOCFMBOH WBOEFTUBEWPPSPQTUBBUCJKBM MFTXBUKFEPFU+FCFOUFFSMJKL IFCUSFTQFDUWPPSEFFJHFO EPNNFOWBOEFTUBEFOMBBU KFQFSTPPOMJKLFWPPSLFVSFO OJFUNFFTQFMFOCJKCFTMJTTJO HFOEJFKFOFFNU ,MBOUHFSJDIUIFJEEFOLFO JOGVODUJFWBOEFLMBOUCJKBM MFTXBUKFEPFU6JUFSBBSECFOU KFEBBSOBBTUPPLLMBOUWSJFO EFMJKLWPPSKFDPMMFHBTCJKEF TUBE[JKOXFFSJNNFSTWPPSEF CVSHFSFOWPPSFMLBBS ,PTUFOCFXVTU[JKO[VJOJH FOWFSBOUXPPSEPNHBBONFU HFME NBUFSJBBMFOUJKE+FHBBU TUFFETCFXVTUPNNFUIFU NBUFSJBBMFOQBQJFSEBUKFHF CSVJLU KFLPNUPQUJKEPQWFS HBEFSJOHFO KFOFFNUHFFO POHFPPSMPPGEVJUHFCSFJEF LPGGJFQBV[F y 4BNFOXFSLFOEFIBOEFO VJUEFNPVXFOTUFLFO TB NFONFUKFDPMMFHBTFOTUSF WFOOBBSFFO[PHPFENPHF MJKLSFTVMUBBU+FHFFGUPQCPV XFOEFGFFECBDL POEFSTUFVOU KFDIFGJO[JKOIBBSCFTMJTTJO HFO OFFNUKFUBLFOTFSJFVT FOUPPOUKFMPZBBMBBOEFTUBE

ȒǑǑȩȴȈǩȈǑȔȭǩȔ

ǞȚȒȒȺȔǽǞǑȴǽǩǤǽǩȔȭȴȥǑȴȩǽȒȚȔǽȺȒȚȔǤǩȩǺȚȺǤ

4ZMWJB.PSUFMNBOTǳȚȴȚȭȴǑǤ

.BBSUKF+BOTFOǳȚȴȚȭȴǑǤǑȔȴɆǩȩ̋

ǑȔȴɆǩȩȥǩȔ

ȥǩȔ

0 “De communicatie-inspanningen van de stad springen in het oog en prikkelden mijn nieuwsgierigheid. Ik wou - en wil nog steeds - deel uitmaken van de drijvende kracht achter de slogan ’t Stad is van iedereen. Dus besloot ik deel te nemen aan een examen. Ik slaagde en kon onmiddellijk aan de slag.” “Bovendien voel ik me goed in een non-profit omgeving, ik wil mijn steentje bijdragen aan de samenleving. Een stad die investeert in haar communicatie, investeert immers in haar burgers.” “De stad investeert bovendien niet alleen in haar burgers, maar ook in haar personeel. Het opleidingsaanbod is bijvoorbeeld heel groot. Je kan je dus permanent bijscholen en groeien, een belangrijke voorwaarde voor een bevredigende job. Je weet wat ze zeggen over een gezonde geest...”

`\kjmffi

(''bd¯\kjgX[%*''m\ie`\ln[\jkiXk\eg\iaXXi% -'m\ie`\ln[\jg\\ck\ii\è\e% )'bd\e\i^`\qlè`^\jkiXXkm\ic`Z_kè^% [XXi_\Ya\XXec\^mffief[`^ @b_X[eff`k ^\[XZ_k[\ [peXd`\b\e ^\[i\m\e$ _\`[mXe\\e df[\ie XiZ_`k\Zk\e$ Yli\Xlk\mè[\eXZ_k\i[\dli\e mXe[\jkX[%Q\k[\bnXcàb\ i\glkXk`\mXe\\ejkf]¯^\XdYk\$ eXiàdXXil`ka\_ff][1_`\in\ib a\jXd\ed\kkf]]\Zfcc\^X¨jXXe [\l`kjkiXcè^mXe\\ed\kifgffc

Fekn\ig\el`kmf\iè^mXe\\e[lliqXd\\ej]\\imfcc\jkiXXkm\ic`Z_kè^è[\jkX[# X]n\ibè^mXe\\ec\m\e[`^\eki\e[p<`cXe[a\mXe:X[òkfkBXkk\e[àb[fb#_\iXXec\^ mXeîfk\Xjj\eXcjD\ìYil^#Fl[XXe#JZ_f\edXibk\e>if\egcXXkj#ègcXekè^mXe \\ejkXk\f]k_\Xiki`fc\iè^jjpjk\\d\e_\iXXec\^mXecfbXc\Xjj\e Xcj [\ =il`k$ _f°XXeè9\iZ_\d#[\Klie_flkj\YXXeè;\lie\\e_\kDffib\ejgc\èè9fi^\i$ _flkqàedXXi\eb\c\mXe[\l`k[X^\e[\gifa\Zk\e[`\aflXcjXiZ_`k\Zk#fekn\ig\i# è^\e`\lif]gifa\Zkc\`[\ik\nXZ_k\ejkXXe% DXXb_\kè¨kjkX[è(mXemfc^\e[\]leZk`\j1

{ 8iZ_`k\Zkf]è^\e`\limffi_\kfekn\ig\el`kmf\iè^mXe jkiXk\e\egc\è\eè[\jkX[ { 8iZ_`k\Zkmffi_\kfekn\igmXe[\§:XdgljmXe[\kf\bfdjk¨ { 8iZ_`k\Zkmffi_\k^\Yfln\eY\_\\imXe_\kjk\[\càbfe[\inàj

;i`\j#^\gXjj`fe\\i[XiZ_`k\Zk \ejkX[jd\[\n\ib\i

{ @e^\e`\limffinXk\iY\_\\i\ei`fc\iè^#fg\eYXi\m\ic`Z_kè^ f]Y\_\\i\efe[\i_fl[mXe_\kfg\eYXXi[fd\è { M\iXeknffi[\càb\mffi[\X][\cè^§Fekn\ig\el`kmf\iè^¨ [`\Y\jkXXkl`k\\e(''$kXcXiZ_`k\Zk\e#è^\e`\lij# fekn\ig\ij#k\b\eXXij\eX[dè`jkiXk`\ { 8[m`j\limXe[\jkX[jYflnd\\jk\i { K\Z_e`jZ_k\b\eXXimffi_\kfekn\igmXejkiXk\e\egc\è\e mXe[\jkX[

;\jkX[8ekn\ig\emè[kaflnbnXc`k\`k\eY\cXeîàb\i[Xea\c\\]kà[# a\^\jcXZ_k#a\j\bjl\c\mffib\lif]a\X]bfdjk%

nnn%Xekn\ig\e%Y\&afYj

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

&FOTUBEFOIFUPQFOCBSFEPNFJO[JKOJODPOTUBOUFPOUXJLLFMJOH

.JDIFM(FSJUTFO1BUSJDJB%F4PNFSCVJHFO[JDIPWFSEFUFLFOUBGFM"MTFSJFUTHFCFVSUJOIFUPQFOCBBSEPNFJO IFCCFO[JKFSEFIBOEJOHFIBEǳȚȴȚȌȺǤȚȒǑȩǽǯȔ

i+FXFFUCJKEFTUBEWPPSXJF KFXFSLUFOEBUJTFFODBEFBVw "MTFSFSHFOTJO"OUXFSQFO FFOTUSBBUPGQMFJOXPSEU PQFOHFCSPLFOJTEFLBOT HSPPUEBU1BUSJDJB%F4PNFS PG.JDIFM(FSJUTFSJFUTNFFUF NBLFOIFCCFO 0 “Het mooie van deze job is dat je

weet voor wie je werkt en dat beschouw ik als een cadeau. De resultaten van ons werk zijn altijd zichtbaar en je wordt erop aangesproken door de burger”, zegt Michel Gerits. Hij is verantwoordelijk voor de meerjarenplanning van het openbaar domein in de stad. Dat doet hij samen met Patricia De Somer, die bij de dienst Stadsontwikkeling van de stad Antwerpen datzelfde openbaar domein tij-

delijk coördineert. Voor haar functie verschijnt binnenkort een vacature. “Stadsontwikkeling is misschien wel het meest complexe bedrijf van de hele stad. Met de districten en het stadsbestuur hebben we maar liefst tien opdrachtgevers. Het is mijn taak om alle plannen, wensen en bekommernissen op één lijn te krijgen”, zegt de coördinatrice. 4MJOHFSWBOEPTTJFST Patricia De Somer en Michel Gerits beheren op dit moment maar liefst 1.800 lopende dossiers die op de een of andere manier te maken hebben met openbaar domein. Driehonderd projecten moeten nog dit jaar van start gaan of zijn al bezig. “En dan zijn er nog honderden dossiers

in voorbereiding. Tegen 2012 moet zo’n 80 procent van de tijdens deze legislatuur geplande projecten op de sporen staan”, zegt Michel Gerits. Bij die voorbereiding komt heel wat kijken. “Zo hebben we de stad in sectoren verdeeld. Midden wat het district Antwerpen is en noord en zuid of respectievelijk de noorderen zuiderdistricten. En er wordt gewerkt aan een draaiboek, waarin zal staan wat de timing en de voorbereiding van een project is, wanneer we beginnen en hoe. Dat is nodig omdat we bij een heraanleg vaak rekening moeten houden met nutsbedrijven. En het is belangrijk dat alle klussen op elkaar afgestemd zijn. Zo vermijden we dubbel werk en blijft ook de hinder voor de omwonenden van

een werf tot een minimum beperkt”, zegt Patricia De Somer. 4BNFOXFSLJOHEJTUSJDUFO De Antwerpse districten zijn belangrijke klanten van de afdeling Openbaar Domein. “Het grootste deel van de tijd werken we in opdracht van hen. En die samenwerking gaat steeds beter. De vorige legislatuur hadden de districtsbesturen voor het eerst een eigen budget en dat was voor sommige politici even wennen. Nu is er al een zekere routine in de districten. En tenslotte weten deze mensen het best wat er nodig is in hun wijken. Onze afdeling heeft of wil ook in elk district een consulent Openbaar Domein. Precies omdat het zo belangrijk is voor

ons om te weten welke behoeften er daar zijn”, zegt Patricia De Somer. Patricia De Somer is ondertussen een ancien als stadsambtenaar en werkte vroeger onder meer als hoofd ‘pop en rock’ voor culturele centra en districtssecretaris i n Deurne. Michel Gerits is sinds een jaar aan de slag bij de stad Antwerpen. “Tot dan was ik architect en had ik meestal maar één klant. Nu is iedereen klant. De bevolking inbegrepen. Het is heel leuk om op straat de resultaten van je werk te zien. Veel zichtbaarder dan dit kan moeilijk. Wat ik wel heb geleerd is dat communicatie zeer belangrijk is. Mensen willen op de hoogte zijn van wat er gaat gebeuren. En ze hebben gelijk.”

&MLEJTUSJDUIFFGU[JKOFJHFOXFSWFO &SMJHUOPHIFFMXBUPQEF UFLFOUBGFMWBOEFBGEFMJOH 0QFOCBBS%PNFJO8F MJKTUFOFOLFMFQSPKFDUFOJOEF "OUXFSQTFEJTUSJDUFOPQEJF OVBMCF[JH[JKOPGEFWPMHFOEF KBSFOWBOTUBSU[VMMFOHBBO

"OUXFSQFO

0 Het Braemplein: het plein bij de

politietoren wordt een doorsteek van de Oudaan naar de Kammenstraat, die op termijn autovrij wordt. .FSLTFN 0 De heraanleg van de Bredabaan. De werken worden in 2011 gegund en starten in principe het jaar daarop. #FSDIFN 0 De heraanleg van zowel de Drie-

koningen- als de Statiestraat is volop aan de gang. Later wordt ook de Fruithoflaan volledig aangepakt.

&LFSFO 0 De heraanleg van het Kristus Koningplein in het centrum van Ekeren is het grootste project.

%FVSOF 0 De as Turnhoutsebaan en de Frank Craeybeckxlaan worden volledig heraangelegd. Ze maken deel uit van het Masterplan Deurne-Dorp, dat het district opnieuw een kern moet geven.

#PSHFSIPVU 0 Het Vinçotteplein wordt bebouwd en zal een echt plein worden. Ook het Laar en het Moorkensplein volgen. Deze dossiers zitten nog in een studiefase.

8JMSJKL 0 De heraanleg van de Bist is het grootste project in het district. Ook de De Bruynlaan staat op de agenda. Het kruispunt aan de VII-de Olympiadelaan, dat weliswaar grotendeels in het district Antwerpen ligt, wordt eveneens aangepakt.

)PCPLFO 0 Er is een masterplan voor het centrum van Hoboken in de maak. Nu worden er kleinere ingrepen in het district uitgevoerd.

%F#JTUJO8JMSJKLPOEFSHBBUCJOOFOLPSUFFONFUBNPSGPTFǳȚȴȚȌȺǤȚ ȒǑȩǽǯȔ

#F[BMJ 0 In de meest noordelijke districten worden grote rioleringswerken uitgevoerd.

8PFOTEBH NBBSU

8&3,&/*/

zone stad

/JFVXFMJDIUJOHSFLSVUFOMFFSUBMMFTPWFSJOUFSWFOUJFTNFUHFWBBSMJKLFTUPħFO

i)FUOFNFOWBOSJTJDPT JTFDIUVJUEFOCP[Fw &FODPOUBJOFSJTJFUTUFCSVUBBM OFFSHF[FUPQEFLBEF&FOWBU LBOUFMEF&SMFLUWMPFJTUPGVJU EFDPOUBJOFS%FTQFDJBMJTUFO *OEVTUSJFFO(FWBBSMJKLF4UPĠFO LPNFOJOBDUJF 0 In ver vervlogen tijden moest een

brandweerman alles kunnen. Ook vandaag is elke pompier nog een allrounder, maar de maatschappij is zoveel complexer geworden. Elk incident vraagt een andere aanpak. Daarom specialiseren alle Antwerpse brandweerlui zich in één onderwerp. “We hebben acht verschillende specialiteiten”, legt brandweerwoordvoerder Johan Van Olmen uit. “Elke lichting rekruten krijgt een opleiding in één van die specialiteiten. Voor het brandweerkorps is het een uitdaging om op alle momenten voldoende specialisten per gebied te hebben. Elke brandweerman krijgt de mogelijkheid om na vijf jaar een andere specialiteit te volgen.”

$IFNJTDIFJOEVTUSJF De huidige lichting rekruten wordt ondergedompeld in de wereld van Industrie en Gevaarlijke Stoffen, kortweg IGS. Van Olmen: “Hyperbelangrijk in Antwerpen met zijn wereldhaven en de bijhorende chemische industrie. Alle rekruten krijgen een basisopleiding IGS van 120 uur. Ook de kandidaat-brandweerlui die in 2010 aan hun opleiding zullen beginnen, worden opgeleid tot IGS-

specialisten.” Willy Demul maakt de kandidaatbrandweerlui wegwijs in de wereld van chemiepakken en gaspakken. “Al van in het begin van hun opleiding focussen we op IGS. Daar hoort natuurlijk theorie bij, maar pas alleen door veel te oefenen, leren ze het echt. Een chemiepak behoort tot de basisuitrusting. Maar dat pak voldoet niet bij een ernstige interventie. Dan trekken we de gaspakken aan om voldoende beschermd te worden. Zo’n gaspak is echt een afgesloten systeem. Stappen wordt dan moeilijker.”

*FEFSFFOIFFGU FFOTQFDJBMJTBUJF M M /BBTU*(4*OEVTUSJFFO(F

WBBSMJKLF4UPGGFO[JKOFSCJO OFOEF"OUXFSQTFCSBOEXFFS OPH[FWFOBOEFSFTQFDJBMJTB UJFT&MLFQPNQJFSLSJKHUOBEF CBTJTPQMFJEJOHPOHFWFFS VVSDVSTVTQFSKBBS

"EFNCFTDIFSNJOH "EFNIBMJOHTUPFTUFMMFO[JKO WBBLOPPE[BLFMJKLCJKCSBOEFO PGJOUFSWFOUJFTNFUHFWBBSMJK LFUPFTUFMMFO4QFDJBMJTUFOPO EFSIPVEFOFOUFTUFOEFUPF TUFMMFO

"VUPWPFSEFS #SFOHUEFDPMMFHBTWFJMJHFO[P TOFMNPHFMJKLUFSQMBBUTF#F EJFOUUJKEFOTEFJOUFSWFOUJFEF BVUPQPNQPGEFBVUPMBEEFS

)VMQWFSMFOFSBNCVMBODJFS %JFOUEFFFSTUF[PSHFOUPFFO WFSWPFSUTMBDIUPGGFSTOBBSIFU [JFLFOIVJT

*OUFSWFOUJFEVJLFS .PCJFMFEPVDIFT “Bij een interventie met gevaarlijke stoffen is het heel belangrijk om beredeneerd te werk te gaan”, vertelt Demul. “Dat betekent in de praktijk dat we onze tijd nemen. Risico’s nemen tijdens een interventie met gevaarlijke stoffen is echt uit den boze. Als er slachtoffers zijn, ligt dat natuurlijk anders. In dat geval primeert het in veiligheid brengen van die mensen.” De IGS-specialisten beschikken over heel wat specifiek materieel, zoals verplaatsbare douches. “Gemiddeld moeten we toch driemaal per maand uitrukken. Dat gebeurt vaker dan vroeger, omdat er in de haven maar ook elders in de industrie veel meer met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Niet alle interventies zijn even spectaculair en gevaarlijk, maar voorzichtig moeten we altijd zijn.”

3FEUESFOLFMJOHFO [PFLUOBBS WFSNJTUFQFSTPOFO CFSHUFFO TUPGGFMJKLPWFSTDIPUPGIBBMU FFOWPFSUVJHVJUIFUXBUFS

,MJNUFBN 0G3&%UFBN#FWSJKEUNFOTFO VJUNPFJMJKLCFSFJLCBSFQMBBU TFO[PBMTFFOCPVXLSBBOPG FFOBGHFTMPUFOSVJNUF[PBMT FFOUBOL

4FJOLBNFSXBDIU %FPQFSBUPSDPÚSEJOFFSUFO TUVVSUEFPQESBDIUFOWBO VJUEFTFJOLBNFS FOHFFGUEF NFOTFOPQIFUUFSSFJOJOGPS NBUJFPWFSPOEFSNFFSEFUF WPMHFOSPVUF

5FDIOJTDIIVMQWFSMFOFS

#FTDIFSNEEPPSIVODIFNJFQBLLFOHBBOEFSFLSVUFOFFOWFSEBDIUF [BLUFMJKGǳȚȴȚ̄ȭȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

#FWSJKEUHFLOFMEFOOBFFOWFS LFFSTPOHFWBM FFOJOTUPSUJOH PGVJUFFOHFCMPLLFFSEFMJGU FOXPSEUPPLJOHF[FUWPPSIFU WFMMFOWBOCPNFO

)FUEBHFMJKLTFMFWFOJOEFCSBOEXFFSLB[FSOFJOCFFME

VJOEFPDIUFOEEFPOEFSPĩDJFSFOPWFSMPQFOEFEBH QMBOOJOH

%FCSBOEXFFSMVJTUBBO[FMGJOWPPSIFUQPFUTFOWBOEF LB[FSOFi(FMVLLJHWPMHFOTFFOCFVSUSPMw

4QPSUIPPSUFSBMMFEBHFOCJK5SBQQFOMPQFOJTCFMBOHSJKL BMTIFUCSBOEUJOFFOBQQBSUFNFOUTHFCPVX

*OEF,B[FSOF/PPSEXPSEUFSWPPSIFOHFLPPLU JOEF BOEFSFLB[FSOFTLPLFOEFCSBOEXFFSMVJ[FMG

%FOJFVXFMJDIUJOHSFLSVUFOMVJTUFSUBBOEBDIUJHOBBSEF JOTUSVDUJFTWPPSFFOPFGFOJOHJOEFLB[FSOF

/JFUUFWPPSTQFMMFO NBBSIFULBOFMLNPNFOUOPEJH[JKO VJUSVLLFOSJDIUJOHFFOJOUFSWFOUJF

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

7FFMLBOEJEBBUCSBOEXFFSMVJIVJWFSFOWPPSEFTQPSUQSPFWFO NBBS

i"MTKFIFU FDIUXJMU TMBBHKFJO EFQSPFWFOw %FTQPSUQSPFWFO FOEBO WPPSBMIFU[XFNHFEFFMUF CPF[FNFOLBOEJEBBU CSBOEXFFSMVJBOHTUJOi.BBS XJFWPMEPFOEFUSBJOU IBBMU IFUw [FHU#BSU+BOTTFOT 0 En nog een geruststelling: de

Antwerpse brandweer legt haar rekruten sinds dit jaar andere sportproeven op. Die zijn meer‘brandweergericht’ en testen niet louter de fysieke paraatheid van de kandidaten. Volgens Bart Janssens, al enkele jaren pompier, zijn de nieuwe proeven niet meteen gemakkelijker. “Ik heb ze uitgebreid getest. Geen makkie, maar wie voldoende traint, haalt het.” (FXJDIUTWFTU In het zwembad eindigde voor veel kandidaten de brandweerdroom. 200 meter zwemmen in vijf minuten, 50 meter rugslag in anderhalve minuut, twintig seconden onder water zwemmen en nog twee opdrachten, zonder pauze: de zwemproef was loodzwaar. In het nieuwe systeem moet er alleen 200 meter gezwommen worden in zes minuten. “Het zwemmen was lastig, ja”, herinnert Bart Janssens zich nog. Hij lukte in 2003 in de sportproeven. “Van de eerste maal. Vooral de krachtproeven betekenden voor mij een uitdaging. Maar vooraf weet je welke uitdagingen je voorgeschoteld zal krijgen. Ik ben dus drie maanden lang naar de fitness

8FSLFOCJKEF CSBOEXFFS M M #SBOEXFFS"OUXFSQFOJT

PPLEJUKBBSPQ[PFLOBBSOJFV XFDPMMFHBT,BOEJEBUVSFO LVOOFOUPUFONFUBQSJMHF TUFMEXPSEFO8JFTMBBHUWPPS EFTQPSUFOTFMFDUJFQSPFWFO NBHCFHJOOFOBBOEFPQMFJ EJOHUPUCSBOEXFFSNBOPG WSPVX5JKEFOTEJFPQMFJEJOH EJF[FTNBBOEFOEVVSU XPS EFOEFSFLSVUFOBMCFUBBME%F WJKGTQPSUQSPFWFOPNWBUUFO -PPQUFTU ,SBDIUVJUIPVEJOHTDJSDVJU ;XFNUFTU %VSG $MBVTUSPGPCJF

geweest, en ik heb het gehaald.” De nieuwe sportproeven zijn meer verbonden met de job van brandweerman. Zo moet er een circuit worden afgelegd met een gewichtsvest van vijf kilo aan. “Vrij zwaar”, weet Janssens. “Zeker het pompen en het optrekken met dat extra gewicht is niet vanzelfsprekend.” Volgens Bart kan minstens 80% van de mensen slagen voor de fysieke proeven. “Eén voorwaarde: je moet er in geloven. Als je het zelf echt wil, kan je er voor trainen. En dat geldt ook voor vrouwen, hoor.” Eens de sportproeven achter de rug, is de rekruut nog lang niet verlost van sportieve activiteiten. “Sport maakt wezenlijk deel uit van het dagprogramma van een brandweerman”, vertelt Bart. “Elke dag sporten we één uur onder begeleiding van een monitor. En er is ook dagelijks de mogelijkheid om vrij te sporten.” $POEJUJFJTOPEJH Al die sportactiviteiten hebben zeker hun nut. Bart: “Een brand bestrijden kan fysiek erg zwaar zijn. Loop maar eens naar de zevende verdieping van een brandend appartementsgebouw, met een zwaar beschermingspak aan je lijf. Daar heb je echt een goede conditie voor nodig. Dat sporten tijdens de werkuren is echt iets om naar uit te kijken. Zeg nu zelf: ken jij veel beroepen waarin je gewoon tijdens de job naar de fitness kan? En niet één keer, maar elke dag?”

M M %FQSFDJF[FPNTDISJKWJOH

WBOEFQSPFWFOWJOEKFPQEF XFCTJUF8JFOJFUTMBBHUWPPS FFOWBOEFQSPFWFO NBHOJFU NFFSEFFMOFNFOBBOEFOPH SFTUFSFOEFQSPFWFO M M 0QEPOEFSEBHNBBSU

WBOUPUVVSPGWBOUPU VVS PSHBOJTFFSUEFCSBOE XFFSJOGPNPNFOUFOJOEFLB [FSOFPQEF/PPSEFSMBBO M M 0Q[BUFSEBHNBBSUWBO

UPUVJTFSFFOFFSTUFPF GFOEBHWPPSEFTQPSUQSPFWFO JOEFLB[FSOFPQEF/PPSEFS MBBO 1PTU/PPSE 7BOUPU VLBOEF[XFNQSPFGHFPF GFOEXPSEFOJOIFU8F[FO CFSH[XFNCBE M M 8JF[JDIJOTDISJKGUWPPSEF

TFMFDUJFQSPDFEVSFLBOPQ[B UFSEBHBQSJMOPHFFOUXFF EFLFFSLPNFOPFGFOFO7BO UPUVVSWPPSEFTQPSU QSPFWFO WBOUPUVVS WPPSIFU[XFNNFO M M *OTDISJKWFOWPPSFFOWBO

EFJOGPTFTTJFTPGEFPFGFOEB HFOJTNPHFMJKLWJBEFJOGPMJKO WBOEFTUBE"OUXFSQFO

i #BSU+BOTTFOTJOIFULSBDIUIPOLi8JFWPMEPFOEFUSBJOUWPPSEFTQPSU QSPFWFO IBBMUIFUwǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

XXXBOUXFSQFOCFKPCTLMJL LFOPQKPCTCJKEFCSBOEXFFS

i+FNPFUBMTCSBOEXFFSNBOFDIUHFFOFMFLUSJDJFO[JKOw 8JFCJKEFCSBOEXFFSXJM NPFUUFDIOJTDIFFOLSBBO [JKO;PMVJEUIFUDMJDIÏi,MPQU OJFUw WFSUFMU+BSLPi+FNPFU FDIUHFFOFMFLUSJDJFOPG NFDIBOJDVT[JKOw 0 Jarko Van Severen (35) begon

vorige maand aan zijn opleiding tot brandweerman. Hij behaalde een ASO-diploma in de richting Moderne Talen – Wetenschappen. In hogere studies had hij weinig zin en hij zocht werk. “Ik heb in verscheidene fabrieken gewerkt”, blikt de rekruut terug. “Een bureaujob is sowieso niets voor mij.” Maar zijn leven lang doorbrengen in de fabriek, wilde hij ook niet. “Een vriend vroeg of de brandweer niets voor mij zou zijn.

We hebben er lang over gepraat. Ik besloot er voor te gaan. Noem het maar een late roeping, maar ik voelde meteen dat ik de juiste keuze had gemaakt.” 8BQFOFOJOEFCJC Voor de beruchte sportproeven bereidde Jarko zich grondig voor. “En ik heb me ook op technisch vlak bijgeschoold. In de bibliotheek haalde ik een cd-rom over automechanica. Thuis vond ik nog een boekje over hoe je zelf elektriciteit moet leggen. Schrik voor de testen had ik niet.” Dat bleek ook niet nodig, want Jarko slaagde voor alle proeven, ook voor de technische vragen. “Ik moest bijvoorbeeld uitleggen hoe je een verstopte leiding weer vrijmaakt. Niet echt onmogelijk, ook

al heb je niet echt een technische achtergrond.” Volgens de kersverse rekruut, die nog vijf maanden opleiding voor de boeg heeft, helpt een beetje technische aanleg wel. “Maar tijdens de opleiding krijg je echt de tijd om bij te leren. Het wagenpark zelf onderhouden moeten we heus niet doen.” Sommige karweien vragen toch enig inzicht. “Natuurlijk moet je je persoonlijke persluchtsysteem wel onderhouden. En ook hulpmiddelen zoals zwaar knipmateriaal en de kettingzaag moeten nagekeken worden. Maar zo moeilijk is dat allemaal niet. Zorgen dat de ketting van de zaag gesmeerd blijft lopen, daar moet je geen speciale talenten voor hebben.”

i&FOLFUUJOH[BBHPOEFSIPVEFOJTOJFU[PNPFJMJKLw [FHU+BSLP7BO 4FWFSFOǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

Mensen die voor anderen

vuur

door het gaan, DIE ZOEKEN WE. We zijn dringend op zoek naar mensen op wie we blindelings kunnen rekenen. Zowel bij een oefening of klus in de kazerne als bij het grote werk. Want brandweerlieden (m/v) staan pal in het gevaar. Je bent niet bang om je handen vuil te maken? Kom dan vooraf oefenen voor de sportproeven. Dan weet je meteen of jij het vuur uit je sloffen kan lopen en... zwemmen.

En kom zeker naar een infomoment op donderdag 25 maart van 13 tot 17 uur of van 19 tot 21 uur in de brandweerkazerne Noord, Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen. Er zijn oefendagen zaterdag 27 maart en zaterdag 17 april 2010 telkens van 14 tot 17 uur in de Post Noord. Voor het zwemmen kan je op 27 maart van 18 tot 22 uur oefenen in zwembad Wezenberg, Desguinlei 17-19, Antwerpen

en op 17 april in zwembad Groenenhoek, Orpheuslaan 1 in Berchem. Graag een seintje van je aanwezigheid op de infoavond en/of oefendag(en) via de infolijn 03 22 11 333. Voor meer info kijk op www.antwerpen.be/jobs, of haal de infobrochure in een districtshuis of in de stadswinkel (Grote Markt 11).

DE BRANDWEER. ‘N SCHOON BEROEP. www.antwerpen.be/jobs

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

,PSQTDIFG&EEZ#BFMFNBOTHBBUWPPSVOJGPSN EZOBNJTDIFOLMFVSSJKLLPSQT

i8BBJFSWBONPHFMJKLIFEFO CJK"OUXFSQTFQPMJUJFJTVOJFLw i&FOBHFOUEJFIFUJO "OUXFSQFOLBONBLFO JT PWFSBMXFMLPNw [FHU&EEZ #BFMFNBOT DIFGWBOIFU HSPPUTUFMPLBMFQPMJUJFLPSQT WBO#FMHJÑ 0 België telt 196 politiezones maar

geen enkel kan tippen aan dat van de Koekenstad. “Met 2.500 agenten en burgerpersoneel zijn we het grootste korps”, stelt de korpschef. Baelemans wil er dan ook niet van weten dat zijn korps als een grijze muis evolueert door het politielandschap. Hij heeft de ambitie om er een performant bedrijf van te maken en zweert bij drie waarden in de bedrijfsvoering. %JFOTUWFSMFOJOH “Een uniforme werking, dynamisch en kleurrijk”, luidt het. “Bij het begrip uniform kan iedereen wel wat voorstellen. Een uniforme werking moet in de eerste plaats de dienstverlening ten goede komen. Dynamisch en kleurrijk zijn begrippen die misschien minder duidelijk zijn. Het heeft er vooral mee te maken dat we voeling houden met de realiteit van elke dag. Diversiteit, ook visueel, speelt daarbij een belangrijke rol. Elke Antwerpenaar moet zich herkennen in het korps.” Diversiteit heeft volgens hem ook te maken met het aanbod van interessante jobs. “De grootschaligheid van het korps stelt ons in staat om een

waaier van mogelijkheden aan te bieden en dat is uniek. Geen enkel ander korps kan dat.” 0QMFJEJOHWFS[JMWFSFO Baelemans is overtuigd dat zijn korps voor elke agent een geschikte functie in petto heeft. “Ook omdat het grondgebied van de zone vrij uitgestrekt is en dat maakt dat we actief zijn in landelijke dorpen. Maar evengoed in zones waar we elke dag worden geconfronteerd met de grootstedelijke problematiek.” “En onze mensen krijgen de kans om te groeien in hun job, zowel horizontaal als verticaal. We zitten hier met veel specialisaties: interventie, wijkwerking, jeugd, leefmilieu, motor- en fietsbrigade ... en straffe agenten vinden hun weg naar het Bijzonder Bijstandsteam. “ “De doorgroeimogelijkheden van agent naar inspecteur, hoofdinspecteur en zelfs commissaris zijn reëel. Promoties vergen extra opleidingen, maar een opleiding in ons korps kan bijna altijd worden verzilverd.” De korpschef is overtuigd dat elke politieman die ervaring opdoet in Antwerpen, ook elders aan de bak komt. “Ik ken er weinig of geen die elders niet welkom zijn. Sollicitanten die tien jaar ervaring in Antwerpen kunnen voorleggen, zijn overal gegeerd. Maar voor alle duidelijkheid, ik heb het liefst dat de manschappen hier blijven. We kunnen trouwens nog altijd nieuwkomers gebruiken, want niet alle functies zijn volzet.”

ǽȔȭȥǩǞȴǩȺȩȈȚǺǑȔȒǑȩǽǯȔ

,PSQTDIFG&EEZ#BFMFNBOTJTFSWBOPWFSUVJHEEBU[JKOLPSQTWPPSFMLFBHFOUFFOHFTDIJLUFGVODUJFJOQFUUP IFFGUǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

ǑǵǩȔȴȥǽǑȌǩǩȒǑȔȭ

ǽȔȭȥǩǞȴǩȺȩȊȚǩȔɅǩȩȭȴǑȥȥǩȔ

i*FEFSFFOHFMJKLWPPSEFXFUw

i4MFDIUQBSLFSFOJTIJOEFSMJKLw

i0QUJKEBBO4QPSUQBMFJTw

M M )FUXFSLUFSSFJOWBOJOTQFDUFVS+P

M M )FUWFSLFFSTUFBN;VJEIPVEUUPF

M M +BBSMJKLTTUBBOFSIPOEFSENBTTB

IBO.BSJÑO VJU-JFSWBOBGEFMJOH 8FTUTJUVFFSU[JDIPQFOSPOEEF.FJS EFCFLFOETUFXJOLFMTUSBBUWBO7MBBO EFSFOi'PVUQBSLFFSEFSTFO[BLLFO SPMMFSTCF[PSHFOPOTTPNTXBUXFSL NBBSEFNFFTUFUJKECFTUFEFOXFBBO XJOLFMEJFWFO%BUHBBUWBOPPSCFMMFUKFTWBOFFOIBM WFFVSPVJUEF)FNB UPUXBBSEFWPMMFKVXFMFO7PPSBM JOEFWBLBOUJFQFSJPEFTHBBOWFFMNJOEFSKBSJHFOJOEF GPVU8FHFWFOFSBMUJKEHFWPMHBBO7FSIBBMUKFTPWFS IFUXBTWPPSFFOXFEEFOTDIBQQBLLFOOJFU0PLBMJT EFEJFGFFONJMKPOBJSEJFIBBTUJHXJMCFUBMFO XFNB LFOFSXFSLWBO*FEFSFFOJTHFMJKLWPPSEFXFUw

[JDIUPQEFUPFQBTTJOHWBOEFQSJPSJ UBJSFWFSLFFSTSFHFMT1JB-FFNBOT VJU)PCPLFOJTÏÏOWBOEFFOUIPVTJ BTUFMFEFOWBOIFUUFBNi"MUJFOKBBS FOJLXJMEJUXFSLCMJKWFOEPFO)FUJT QMF[BOUFOBGXJTTFMFOEw [FHU[F;F EPFUIBBSKPCHSBBHPNEBU[FPWFSUVJHEJTWBOIFUOVU i'PVUQBSLFFSEFSTQBLLFOXFFMLFEBHBBO%JFCF TUVVSEFSTCFTFGGFOOJFUIPFWFFMIJOEFS[FWFSPPS[B LFOBBOEFBOEFSFXFHHFCSVJLFSTFOCFXPOFSTi)FU UFBNIPVEUPPLEFGJFUTFSTFOWPFUHBOHFSTJOEFHBUFO i7PPSBMGJFUTFSTSJKEFOHSBBHEPPSIFUSPPEFOEBOLSJK HFO[FPPLFFOQSPDFTWFSCBBM/FU[PBMTEFGJFUTFSTEJF UJKEFOTIFUSJKEFOHTNFO%BUNBHFWFONJOi

FWFOFNFOUFOPQIFUQSPHSBNNBJO IFU4QPSUQBMFJT*OTQFDUFVS,PFO7FS TUBQQFO VJU&JOEIPVUFO[JKODPM MFHBTWBOBGEFMJOH0PTUIFCCFOFSUFM LFOTEFIBOEFOWPMNFF PNIFUWFS LFFSJOHPFEFCBOFOUFMFJEFOi)FU MJKLUFFOWPVEJHNBBSEBUJTIFUWFSSFWBO7PPSEF4JO UFSLMBBTTIPXWBO4UVEJPNFUESJFTIPXTQFSEBH [JKOXFNFUUXBBMGDPMMFHBTEFIFMFEBHJOEFXFFS&O EBUJTFDIUHFFONBOUFWFFMw%FJOTQFDUFVSSBBEUEF NFOTFOBBOPN[PWFFMNPHFMJKLNFUIFUPQFOCBBSWFS WPFSUFLPNFOi8JFNFUEFXBHFOLPNU NPFUHPFE PQUJKE[JKOFOHFCSVJLUFNBLFOWBOQBSLJOH/PPSE PQ UJFONJOVVUKFTTUBQQFOWBOIFU4QPSUQBMFJTw

ǺȚȚǳǤǽȔȭȥǩǞȴǩȺȩȴȚȒȌǩȔǑǩȩȴȭ

ǑȭȭǽȭȴǩȔȴǩǞǑȩȚȌǽȔǩǤȺȩǬ

ǽȔȭȥǩǞȴǩȺȩ ǞǑȩȚȌǽǩȔɅǑȔɆǑǵȴǩȔǤȚȔȊ

i&MLFEBHFFOVJUEBHJOHw

i*LTUBNJKONBOOFUKFw

i4PDJBBMJOEFPNHBOHw

M M )PPGEJOTQFDUFVS5PN-FOBFSUT

M M $BSPMJOF%VSÏ VJU,BQFMMFOCF

M M *OTQFDUFVS$BSPMJFO7BO8BHUFO

VJU-PLFSFOJTDIFGWBOFFOLPQQJH XJKLUFBNCJKBGEFMJOH$JUZ)VOXFSL UFSSFJOTJUVFFSU[JDIPQEF%BN 4JOU +BOTQMFJO %F$POJODLQMFJOFO%JFQF TUSBBU&FOCVVSUNFUFFOOJFUPOCF TQSPLFOSFQVUBUJFi,BOEJEBUFONPF UFO[JDIOJFUMBUFOBGTDISJLLFOw [FHUIJKi"HFOUFOEJF IJFSIVOTUBHFLPNFOEPFO XJMMFOIJFSPPLCMJKWFOw 5PN-FOBFSUT[XFFSUCJKIFUQFSTPPOMJKLDPOUBDUNFUEF CVSHFSTi8FTQJUTFOPOTUPFPQWPFUQBUSPVJMMFTPNEBU EFNFOTFOPOTEBOWMVHHFSBBOTQSFLFO8FSLFOJOBG EFMJOH$JUZWFSHUWFFMGMFYJCJMJUFJUWBOEFNBOTDIBQQFO NBBSEBUWPSNUPPLFFOEFFMWBOEFDIBSNF&MLFEBH JTFFOVJUEBHJOHw MVJEUIFU

IPPSUUPUIFUCVSHFSQFSTPOFFMWBOBG EFMJOH/PPSEi%FQPMJUJFNBBLUNFFS FONFFSHFCSVJLWBOCVSHFSQFSTP OFFM WPPSBMJOEFBENJOJTUSBUJFw [FHU [F$BSPMJOFJTBTTJTUFOUFWBOEFDPN NJTTBSJTDPÚSEJOBUPSPQFSBUJFT"MTFS FFOWPFUCBMNBUDIPQIFUQSPHSBNNBTUBBUPGCJOOFO LPSUEFSJUWBOEF3POEFWBO'SBOLSJKL EBO[FU[JKEFPS HBOJTBUJFNFFPQQPUFOi0OEFSWFSBOUXPPSEFMJKLIFJE WBONJKOPWFSTUF)JKIBLUEFLOPQFOEPPS*LESBBH EBOXFMHFFOVOJGPSNNBBSWPPSEFNFFTUFDPMMFHBT NBBLUEBUHFFOWFSTDIJM%F[FKPCJTBGXJTTFMFOEFOIFU JTBCTPMVVUQMF[BOUXFSLFO)FUJTXFMFFONBOOFOXF SFMEKFNBBSJLLBOCFTUNJKONBOOFUKFTUBBOw

EPOL VJU(JFSMF[FJWJKGKBBSHF MFEFOEFGJOBODJÑMFTFDUPSWBBSXFM FOHJOHBBOEFTMBHCJKEFQPMJUJFi*L IFCFSOPHHFFOTFDPOEFTQJKUWBOw [FHU[F)BBSXFSLUFSSFJOJTEF+PEFO CVVSUi)FUJTFFO[POFEJFHPFEJOEF HBUFOXPSEUHFIPVEFO)JFSOFNFOXFHFFOSJTJDPT .BBSIFUJTFSMFVLXFSLFOFOEFNFOTFOBQQSFDJÑSFO PO[FJO[FUw%FNFFSUBMJHIFJEWBOEFCFXPOFSTWJOEU [FHFFOQSPCMFFNi8FTQSFLFO/FEFSMBOET 'SBOT &O HFMTFOEFSFTUJTIBOEFOFOWPFUFOXFSLw MBDIU[Fi*L [JFIFU[JUUFOPNEJUXFSL[PMBOHNPHFMJKLUFEPFO%F CFEPFMJOHWBOPO[FKPCIPVEUJOEBUXFPQFFOTPDJBMF NBOJFSNFUEFNFOTFOPNHBBO&OEBUMJHUNFXFMw

De politie van Antwerpen zoekt Agenten en Inspecteurs Heb jij het ook in je? • Je staat stevig in je schoenen en je kunt rustig en zelfverzekerd optreden. • Je houdt ervan verantwoordelijkheid te dragen. In een job die elke dag weer anders is. Want het ene moment sus je een burenruzie, het andere moment verleen je bijstand bij een ongeval. • Je bent een echte teamspeler. Dat team reikt verder dan je directe collega’s en chefs. Je onderhoudt immers ook contacten met allerlei partners. Want:“samen staan we sterk”. • Je bent je ervan bewust dat alle ogen op jou gericht zijn. Je hebt immers een belangrijke voorbeeldfunctie. Je dient de samenleving. Contact met de burger, dienstverlening en zin voor samenwerking staan voor jou centraal.

deren ders die hun kin Hoe stel je ou er de ernst van nd zo st, ru ge en zoek rschatten? de situatie te onde

Ma aa akk m maar eens duidelijk da ook ‘niks verk rds doen’ de t buurtbewoneree s bang maakt.

Wat hebben we voor jou? De politie van Antwerpen zoekt zowel agenten als inspecteurs (m/v). Terwijl agenten zich vooral toeleggen op verkeersopdrachten en buurtproblemen, hebben inspecteurs ook gerechtelijke bevoegdheid, waardoor ze ingezet worden bij onderzoeken.

Aantrekkelijk statuut • Je krijgt een mooie, vaste verloning, aangevuld met vergoedingen en toelagen. Goed om weten is dat je reeds tijdens je opleiding betaald wordt.

Hoeve bestuuerdl zorg geef je ee aangereder die net ieman dronken en? nd heeft

• Jaarlijks heb je 32 verlofdagen. Tal van andere regelingen vergemakkelijken de combinatie van w werk en gezin. Uiteraard mag je ook wat van je collega’s verwachten. Je wordt goed voorbereid op je taken. •U Opleiding en begeleiding houden nooit op. Dat past uitstekend bij je natuurlijke ‘drive’ om jezelf O steeds verder te ontwikkelen en bewust met je loopbaan om te gaan. s •D De politie van Antwerpen biedt je een engagement voor minstens 6 jaar. Het H geeft ons en jou de comfortabele zekerheid van een vaste stek binnen het korps. Je krijgt bovendien alle kansen om binnen het korps door te groeien. b

Toelatingsvoorwaarden To • Je J bent minstens 17 jaar bij inschrijving of 18 jaar bij de start van de opleiding. • Je J bent Belg. • Je J bent fysiek in orde opdat je kan slagen in de sportproeven. • Je J beschikt over een recent bewijs van ‘Uitreksel uit het strafregister’ (max. 3 maanden). • Je J beschikt bij de start van de opleiding over een rijbewijs B. • Je J bent bereid het uniform en een wapen te dragen. Als je inspecteur van politie wil worden, beschik je bovendien over een diploma secundair •A onderwijs. o

e lm als d je als eens kjea eigen club r a a m Blijf orters van supp and zien. de vij

Ben jij iemand voor de politie? En is de politie van Antwerpen iets voor jou? Op de website www.beginermaareensaan.be vind je alle informatie die je zoekt. Heb je toch nog vragen? Dan kan kan je ons gratis bellen op 0800 62 333, elke werkdag tussen 9 en 18 uur.

DE POLITIE VAN ANTWERPEN. BEGIN ER MAAR EENS AAN. 0800 62 333 / www.beginermaareensaan.be

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

+PCDPBDI&NNZ7BO1VZWFMEFXFSLUNFFBBOKFUSBKFDUOBBS[FMGTUBOEJHIFJE 8FSLFOCJK0$.8"OUXFSQFOJTXFSLFOWPPSIFUNBBUTDIBQQFMJKLCFMBOH0GKFOVNBBUTDIBQQFMJKL

XFSLFS )3DPOTVMFOUPGQSFWFOUJFBEWJTFVSCFOU"MUJKECFTUBBUKFUBBLFSJOPNNFOTFOUFIFMQFO 8FSLFOCJK0$.8"OUXFSQFOCFUFLFOUPPLFFOHSPUFEJWFSTJUFJUBBOKPCTFOKPCJOIPVE&OLFMF NFEFXFSLFSTHFUVJHFO

i*L[JFNFOTFOHSBBHHSPFJFOw ;PSHFOWPPSIFUXFM[JKOWBO IBBSLMBOUFOJTEFLFSOUBBL WBO0$.8"OUXFSQFO%BU IFUNFFSJTEBOFFOMFFĦPPO VJULFSFO MJHUWPPSEFIBOE 4BNFOHFWBULPNUIFUOFFS PQ[FWFOHSPOESFDIUFO7PPS NBBUTDIBQQFMJKLXFSLFSTFFO EBHFMJKLTFKPOHMFFSPFGFOJOH 0 “De zeven grondrechten van de

klanten garanderen, is de kerntaak van het OCMW”, zegt jobcoach

Emmy Van Puyvelde. “Het recht op financiële hulp, waar mensen initieel meestal om vragen, is er slechts één. De andere zijn het uitoefenen van een zinvolle activiteit, wonen, gezondheidszorg, psycho-sociale ondersteuning, juridische bijstand en recht op cultuur. Door de leefloonwet uit 2002 ligt de nadruk eerder op activering dan financiële hulp. Veel meer dan vroeger kijken we dus hoe het komt dat iemand geen minimuminkomen heeft. Is er nood aan

een opvang of Nederlandse les? We maken samen een traject en begeleiden tot zelfstandigheid.” 0QEFXFSLWMPFS “Voor een klant is de weg naar verandering niet gemakkelijk. We hebben bijgevolg heel wat vaardigheden nodig om de hulpvraag sociaal en financieel te onderzoeken en te vertalen in een stappenplan. Hoe begin je eraan? Hoe help je een dakloze, motiveer je een alleenstaande

moeder, geef je een negatieve boodschap? Daarbij komen wetgeving, dossiers, verslagen. Om kort op de bal te spelen, krijgen startende maatschappelijk werkers sinds 2005 intensieve jobcoaching op de werkvloer. Als jobcoach laat ik mensen kennismaken met hun job en leid ik mensen op. Zo hebben ze de goede praktijk en de emotionele ondersteuning voor de soms schrijnende realiteit bij de hand.” “Ik voel mij in deze job als een vis

in het water. Ik zie mensen graag groeien en ik hou ervan ze te helpen om naar boven te halen wat erin zit, direct, zonder omwegen. Dat is fijn voor hen, maar ook voor mij. Als ik het breder trek naar de werking van het OCMW zie ik dat maatschappelijk werkers op korte tijd veel moeten realiseren. Gelukkig staan ze er niet alleen voor en kunnen ze rekenen op een goede samenwerking met interne en externe diensten.”

,MBOUBBOIFUXPPSE M M 7FSCFUFSJOHIPFGUOJFUEVVS

+PCDPBDI&NNZ7BO1VZWFMEFBBOEFTMBHǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

UF[JKO%BUCFXJKTUA,MBOUBBO IFUXPPSE IFULMBOUQBSUJDJQB UJFJOJUJBUJFGCJOOFOIFU0$.8 )FUCFHPOJOKVOJWBOVJUTP DJBBMDFOUSVN%F7POEFMXBBS FMLFXFLFOFFOUBMXFSFME CVSHFSTWFS[BNFMFOPOEFSMFJ EJOHWBOHSPFQTXFSLFS'SBOLZ %F1SJOT;FQSBUFOPWFSUIFNBT BMTDPNNVOJDBUJFFOLMBOUWSJFO EFMJKLIFJE)VOBEWJFTHFMEU OB HPFELFVSJOHEPPSEFSBBE WPPS FMLTPDJBBMDFOUSVNJO"OUXFS

QFO3FTVMUBBU[JKOPOEFSBOEFSF WSJKFUJKETGPMEFSTJOIFMEFSFUBBM UJQTWPPSLMBOUHFSJDIUTDISJK WFOFOHF[FMMJHFSPOUIBBMNFU TQFFMIPFLKFTFOQMBOUFO'SBO LZi8FEPFOQJPOJFSTXFSL&O EFHSPFQESBBHUEBU[FMG NFUFO UIPVTJBTNFFOJOBMMFEJWFSTJUFJU &FOUFLFOEBUIFUCFTUBBOEFOF HBUJFWFCFFMEPWFS0$.8LMBO UFOOJFULMPQU%FWPMHFOEFTUBQ JTFFOHSPFQWPPSIPHFSPQHF MFJEFOJFVXLPNFSTFOÏÏOWPPS 'SBOLZ%F1SJOTǳȚȴȚǤȊ KPOHFSFOw

*OWFJMJHFIBOEFO

i.FUFFO MPPQCBBOPQ NBBU IFUCFTUF VJUKF[FMGIBMFOw .FUMFJEJOHHFWFOEFOFO IVMQWFSMFOFSTTUBBODPBDIFT -BVSFODF/FVFO,SJTUJOF 7BOEFOCFSHIFWPPSFFO WFSTDIJMMFOEQVCMJFL*OIFU IVNBOSFTPVSDFTUFBNWBO 0$.8"OUXFSQFOWJOEFO[F FMLBBS 0 Met zijn twee zorgen de vrou-

wen voor de coaching en counseling binnen OCMW-Antwerpen. Laurence Neu, consulent arbeidspsycholoog en coach, startte coaching en vorming voor leidinggevenden in 2007. Counselor Kristine Vandenberghe organiseert supervisie, intervisie en counseling voor hulpverleners. “Sinds kort is het mandaat ondergebracht bij HR-management. Een interne jobverandering voor mij tot gevolg en meer body voor ons als team.” Laurence: “Hoewel we een verschillend doelpubliek hebben, kunnen we overleggen over werkthema’s en komen tot

4UFGBBO7BO3FVTFMǳȚȴȚɆǽȒ ǺǩȔǤȩǽɋ M M i3JTJDPTUPUFFONJOJNVN

een betere dienstverlening. Uiteraard binnen de lijnen van onze beroepsethiek.” 3FTVMUBBUHFSJDIU “Met een loopbaan op maat kunnen mensen het beste uit zichzelf halen. Dat komt de organisatie ten goede”, gaat Laurence verder. “Bovendien is de opdracht van het OCMW zo complex dat ondersteuning essentieel is en niet vrijblijvend: we zoeken samen met onze mensen naar concrete antwoorden.” Kristine: “We werken vanuit de persoon, de krachten en competenties, daarop kan je beter bouwen.” 7FSSJKLFO “Coaching is een heel krachtig instrument, aldus Laurence. Dat doen in een organisatie die investeert in haar werknemers is verrijkend.” Kristine: “We hopen de medewerkers en de leidinggevenden te kunnen bijstaan in de verbinding met zichzelf, de klanten, de collega’s en de organisatie.”

$POTVMFOUFODPVOTFMPS-BVSFODF/FVFO,SJTUJOF7BOEFOCFSHIF ǳȚȴȚǑȩȌǩȴȴǩȭȴȺǜǜǩ

CFQFSLFO JTNJKOESJWFw [FHU 4UFGBBO7BO3FVTFM IPPGESJ TJDPCFIFFS0$.8FO;PSH CFESJKGi(BBUIFUPWFSEFWFS XBSNJOHTJOTUBMMBUJFJOFFO SVTUIVJT FFOTOJKNBDIJOFJO FFOHSPPULFVLFOPGJOTUSVD UJFTWPPSFFOOJFVXFQPFUT NBDIJOF FFOQSFWFOUJFBEWJ TFVSIPVEUIFUXFM[JKOPQIFU XFSLWBOQFSTPOFFM UFDIOJ TDIFQMPFHFOEJSFDUJFWPPS PHFO1SPCMFNFOTUVSFOXF CJKFOWPMHFOXFNFFPQ[P EBU[F[JDIOJFUPQOJFVXWPPS EPFO1SFWFOUJFGCF[PFLFOXF HFSFHFMEEFWFSTDIFJEFOFMP DBUJFT%JFNJYWBONFOTFMJKL DPOUBDU PSHBOJTBUJFFOUFDI OJFL[PSHUWPPSBGXJTTFMJOHJO IFUUBLFOQBLLFU#PWFOEJFO XFSLFOXFJOUFOTJFGTBNFO NFUEFQSFWFOUJFBEWJTFVST BSCFJETHFOFFTLVOEFFOQTZ DIPTPDJBMF[PSH%JFNVMUJEJT DJQMJOBJSFFOJOUFHSBMFBBOQBL XFSLUWFSSVJNFOEFO[PSHU FSWPPSEBUEFKPCJFEFSFEBH XFFSCPFJFOEJTw

Het klikt tussen ons! OCMW Antwerpen zet zich dagelijks in voor mensen die minder kansen hebben. Onze klanten hebben nood aan advies, begeleiding en praktische hulp. Daarom zijn onze diensten zeer veelzijdig. Op verschillende locaties in Antwerpen zetten wij meer dan 1 000 professionele medewerkers met een diverse opleiding in. Heb je een hart voor mensen? Dan pas jij ook in dit plaatje. We zoeken: UÊiiÊLiÃÌÕÕÀÃ`ÀiVÌiÕÀÊÛÀÊì«>ÀÌiiÌ Maatschappelijk Integratie; UÊiiÊv`Ê>ÀLi`ÃÛi}i`Æ UÊiiÊ>`ÕVÌVÀ`>ÌÀÊ>ÀLi`ÃÛi}i`Æ UÊ«ÀiÛiÌi>`ÛÃiÕÀÃÊ>ÃÌiÀ®Æ UÊ«ÀiÛiÌi>`ÛÃiÕÀÃÊL>ViÀ®Æ UÊ>>ÌÃV>««iÊÜiÀiÀÃ°

Mail naar [email protected] of bel 03 338 25 95 / 27 93.

2010026_lc

Meer info over de functie, de deelnamevoorwaarden en de selectieprocedure? www.ocmw.antwerpen.be < Werken bij het OCMW < Vacatures

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

;PSHCFESJKG"OUXFSQFOESBBJTDIJKGWPPSEFOPEFOFOXFOTFOWBOEFTFOJPS 4BNFOXFSLFOBBO FFOUIVJTHFWPFM M M i;PSH

.BBUTDIBQQFMJKLXFSLFS"OO%F4DIVUUFSFOWFS[PSHFS#PC$BTUFMFJOPQXFSLCF[PFLCJK'SBODJOFǳȚȴȚȥǑȴȩǽǞȊǤǩȩȚȚ

5IVJT[PSH NFFS EBOFFOIBOEKFIVMQ )VMQCJKLMVTKFTBMTLPLFOFO QPFUTFO LBOFSWPPS[PSHFO EBUJFNBOEIFFMXBUMBOHFS JO[JKOWFSUSPVXEFPNHFWJOH LBOCMJKWFOXPOFO.BBSPPL WPPSBDVUFWSBHFOLBOEF "OUXFSQFOBBSCFSPFQEPFOPQ IFUUFBNWBO5IVJT[PSH 0 “Thuiszorg is het aanbod dat er-

voor zorgt dat mensen langer op een kwalitatieve manier kunnen blijven thuis wonen”, legt maatschappelijk werker Ann De Schutter uit. “Sommige mensen vragen enkel poetshulp. Anderen hebben naast onderhoud nog verdere vragen. Daarvoor zetten we verzorgers in. Zij doen huishoudelijke taken zoals koken, wassen, admini-

stratie en naar de winkel gaan. De verzorgers en poetshulpen helpen de klanten bij hun dagelijkse taken. Een goed gesprek af en toe hoort er ook bij.” 4OFMMFIVMQ “Een apart circuit binnen de thuiszorg is de acute hulpverlening”, gaat Ann verder. “Die is 4 jaar geleden opgestart omdat we op hoogdringende vragen geen antwoord hadden. Ik doe de uitvoering ervan. Ik verzorg het eerste contact met de klant en ik coach en coördineer de tien verzorgers van de acute dienst. We werken overkoepelend voor Antwerpen-stad, Hoboken, Borgerhout, Berchem, Merksem en Deurne. Vaak komen vragen van mensen die ontslagen

worden uit het ziekenhuis en geen mantelzorg hebben. Ze vinden een leeg huis, met een lege koelkast. Wij doen dan boodschappen en zorgen dat ze de eerste dagen verder kunnen. Of ze zijn gevallen en kunnen tijdelijk het huishouden niet doen. Onlangs kreeg ik een vraag van een man met een reuma-opstoot. Dan krijgt hij hulp bij het eten en wassen.” 7FSOJFVXJOH “Ik geloof dat ons werk een waardig antwoord biedt op de vraag om zo lang mogelijk thuis te blijven. In een breder kader zie ik dat Zorgbedrijf Antwerpen een duidelijk doel heeft. Het is een jong bedrijf dat naar je luistert. Recent werd een aantal veranderingen in onze thuis-

zorgdoorgevoerd. Voortaan werken de maatschappelijke werkers als jobcoach of als klantbegeleider. Vroeger deden we het hele pakket en was het een voortdurend zoeken naar waarop de nadruk lag. Nu weten klanten dat ze voor vragen terecht kunnen bij de klantbegeleider. Die zoekt uit welke hulp nodig is en begeleidt elke bijkomende vraag. De teamcoaches staan in voor de planning en houden overleg met de medewerkers van de thuiszorg. Ze werken ook nauw samen met diensten als thuisverpleging.” “Zelf ben ik heel gedreven om de acute dienstverlening verder uit te bouwen. Ik hou van het snelle beslissen, het contact met zo veel mensen en het gevoel dat ik werkelijk iets kan doen voor iemand.”

i&FOIVJTIPVEFOJOIFUHSPPUw i&FOXPPO[PSHDFOUSVN 8;$ LBOKFWFSHFMJKLFONFU FFOHSPPUIVJTIPVEFOw [FHU 5IFSFTJOB7BO1VZFOCSPFDL IPPGEWFSQMFFHLVOEJHFJO%F (VMEFO-FMJF )PPGEWFS QMFFHLVO EJHF 5IFSFTJOB ǳȚȴȚ ȥǑȴȩǽǞȊǤǩ ȩȚȚ

0 Mijn dag begint ‘s morgens om 7

uur met de werkplanning, de verdeling van de dagtaken en alle extratjes die erbij komen. De zorg voor onze bewoners is erg gevarieerd. Mensen zijn niet bij ons voor een

bepaalde behandeling, ze wonen hier. Verplegen in het Zorgbedrijf, zij het in een WZC of bij de thuisverpleging, betekent voortdurend flexibel zijn en beroep doen op je gezond verstand. Als verpleegkundige in een ziekenhuis geef je eerder acute en technische zorgen. Als verpleegkundige in een woonzorgcentrum werk je zelfstandig en bouw je een relatie op met de bewoners. Als dat je ligt, is het een fantastische job.”

CFESJKG "OUXFS QFOHSPF QFFSU TJOETKB OVBSJ BMMFXPPO [PSHEJFO TUFOWBO 0$.8 "OUXFS QFO8FCJFEFOEJFOTUFOBBO XBBSNFFXFEF"OUXFSQTF TFOJPSFOIFMQFOUIVJTUFCMJK WFOXPOFOw [FHU4BOESB#PT NBOT EJSFDUFVSWBOXPPO [PSHDFOUSVN 8;$ .FMHF TIPGi"MTEBUOJFUNFFSMVLU LVOOFONFOTFOJOFFOXPPO [PSHDFOUSVNUFSFDIU*OEF EJFOTUFODFOUSBCJFEFOXF IVMQCJKIVOEBHFMJKLTMFWFO JOGPSNBUJFFOEJWFSTFBDUJWJ UFJUFO0O[FEJFOTUFOXFSLFO OBVXTBNFOFO[JKOJOFMLEJT USJDU;PLVOOFOQFSTPOFFMTMF EFOEPPSHSPFJFOCJOOFO;PSH CFESJKG"OUXFSQFOFOJTEF LBOTHSPPUEBUKFEJDIUCJKIVJT XFSLUw i'MFYJCJMJUFJUJTWPPSPO[FNF EFXFSLFSTFFOCFMBOHSJKLFFJ HFOTDIBQ8FXFSLFONFU NFOTFO NFFTUBMJOFFOIVJ TFMJKLFPNHFWJOH;PCPVXFO XFNFUPO[FLMBOUFO IVOGB NJMJFFOEFDPMMFHBTFFOQFS TPPOMJKLFCBOEPQ%BUJTWPPS POTFFOCFMBOHSJKLFVJUEB HJOHw

;PSHCFESJKG CPVXUUPFLPNTU

M M i;PSHCFESJKG"OUXFSQFO

TUBBUPQIFUQVOUPNGJLTCJK UFCPVXFOJOWFSTDIJMMFOEF XJKLFOWBOEFTUBE8FXJM MFOEBUFSJOFMLFXJKLWPPS [JFOJOHFOWPPSEF"OUXFSQ TFTFOJPSFO[JKOw [FHU1JFU $MBVT EJSFDUFVS'BDJMJUJFT i0PLCJKFFOPWFSIFJETCF ESJKGLBOIFUWPPSVJUHBBO +BNNFSHFOPFHJTEJUPOWPM EPFOEFHFXFUFOFOTQSFLFO XFBMTXFSLPNHFWJOHUFDI OJTDIFNFOTFOOJFUNFUFFO BBO5FSXJKMPOTBBOCPEFJ HFOMJKLIFFMJOUFSFTTBOUJT 8F[PFLFOCJKWPPSCFFMEQSP KFDUPOUXJLLFMBBSTPNNFFUF QMBOOFOFOPOUXFSQFO IFU XFSLVJUWPFSFOHFCFVSUEPPS FYUFSOFCFESJKWFO8FSLFO CJKFFOPSHBOJTBUJFJOPQTUBSU CFUFLFOUPPL[FMGKFKPCLOF EFO+FLBOKFEVTVJUMFWFO JOEFCSFFETUF[JO;FMGEPF JLIFUHSBBHPNXJMMFWBOEF NBBUTDIBQQFMJKLFSFMFWBOUJF .FUNJKOFSWBSJOHJOEFDPN NFSDJÑMFTFDUPSWPFHJLFFO BOEFSFLJKLUPFw

*RHVWLQJ LQHHQMREPHWSLW"

6ROOLFLWHHUHQRQWGHNGHWURHYHQYDQ=RUJEHGULMI$QWZHUSHQ

=RUJEHGULMI$QWZHUSHQ]RHNW

:HOGUDZRUGHQRRNYROJHQGH IXQFWLHVRSHQYHUNODDUG

9HUSOHHJNXQGLJHQ

9HU]RUJHQGHQ

6WUDWHJLVFKVWDIPHGHZHUNHU)DFLOLWLHV

(UJRWKHUDSHXWHQ

3URMHFWPDQDJHUV)DFLOLWLHV

.LQHVLWKHUDSHXWHQ

&R|UGLQDWRU+RXVHNHHSLQJ

+RRIGYHUSOHHJNXQGLJHQ

'HVNXQGLJH0DUNHWLQJ

+53DUWQHU

'LUHFWLHVHFUHWDUHVVH

-XQLRU+53DUWQHU

3ODQQHUV

+5'HVNXQGLJH

'LUHFWHXUZRRQ]RUJFHQWUXP

([SHUWEHKHHUVFHO -XQLRU&RQVXOWDQW9HUDQGHULQJVPDQDJHPHQW

=RUJEHGULMI$QWZHUSHQZHUIWHQWKRXVLDVWHWDOHQWHQDDQ 9RRUPHHULQIRUPDWLHNLMNVQHORSZZZRFPZDQWZHUSHQEHMREV

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

8FSLFOJOEFIBWFOFFO[FFSVJUHFCSFJEFLPSGWBOVJUEBHJOHFO %FIBWFOWBO"OUXFSQFOJTEFNPUPSWBOPO[FXFMWBBSU8JFJO"OUXFSQFOXPPOUPGXFSLUIFFGUEBUWSJK TOFMEPPS&DIUUBTUCBBSXPSEUIFUQBTUJKEFOTFFOWJSUVFMFSJUEPPSEFWBDBUVSFTEJFFSPQFOTUBBO

7MPUFO XBMLSBOFOCFESJKG IJFS#SBCP

)BWFOLBQJUFJOTEJFOTU

4MFFQCFESJKG #BHHFSCFESJKG

*OGSBTUSVDUVVSEJFOTUFO#SVHHFOFOTMVJ[FO XFHFOFOHFCPVXFO TFSWJDFCFESJKG

)POEFSEWBDBUVSFTJOIBWFOCFESJKG %FIBWFOWBO"OUXFSQFO CFIBOEFMEFWPSJHKBBS NJMKPFOUPOHPFEFSFO0N EJFQSFTUBUJFUFIBMFO [JKOFS NFOTFOOPEJHEJFEBUIFMQFO SFBMJTFSFO 0 Van de circa 180.000 personeelsle-

den die direct of indirect voor de haven werken, zijn er 1.650 in dienst van het Havenbedrijf. Dit jaar moeten in het Havenbedrijf zo’n 100 vacatures worden ingevuld. Het activiteitenterrein van het Havenbedrijf is dan ook heel ruim. Het zorgt ervoor dat alle havengebruikers vlot kunnen werken. Dat doet

het met diensten als het Sleepbedrijf, het Kraanbedrijf, het Baggerbedrijf, de dienst Bruggen & Sluizen en de Infrastructuurdiensten. Daarnaast vervult de Havenkapiteinsdienst een regulerende en controlerende rol, wijst de dienst Patrimoniumbeheer de gronden toe, promoot marketing de haven en kijkt Strategie naar de toekomst. Het Havenbedrijf heeft permanent een 360 graden overzicht over wat er reilt en zeilt in de haven en is daarmee ook het aanspreekpunt voor overheden en beleidsmakers. Dat het Havenbedrijf heel wat meer is dan het louter nautische, is duidelijk: de ruime waaier activitei-

ten vraagt om heel uiteenlopende profielen. Naast de nautische officieren zijn dat diverse universitaire profielen. Op technisch vlak is de Antwerpse haven een onwaarschijnlijk boeiende omgeving met een heel bijzonder karakter waar technisch gegradueerden en onderhoudsvaklui met verschillende specialisaties terecht kunnen. Samen met de administratief, commercieel, technisch en nautisch uitvoerende medewerkers maken zij van de Antwerpse haven een van de belangrijkste economische draaischijven in Europa en de wereld. Dat Gemeentelijk Havenbedrijf

Antwerpen werd in 1997 opgericht om de concurrentiekracht van de haven te versterken. Daarvoor is natuurlijk personeel nodig en wel op zeer diverse terreinen. Om het scheepvaartverkeer van en naar de haven vlot te laten verlopen, kunnen schepen beroep doen op de diensten van het Havenbedrijf of van private ondernemingen. Zo zijn er de Sleepdienst, het Baggerbedrijf, de Havenkapiteinsdienst, het Elektriciteitsbedrijf en een Kraanbedrijf die hun diensten aanbieden. Dat laatste bedrijf verhuurt drie vlotkranen en meer dan 30 walkranen. Het sleepbedrijf manoeuvreert zee-

7FSLFFSTMFJEFS1FHHZ5PSGT

8FSLMFJEFS1JFUFS+BFLFO

M M "MTWFSLFFSTMFJEFSEJFTDIF

M M 1JFUFS+BFLFO VJU)PWF

QFOEPPSEFTMVJ[FOCFHFMFJEU FOIFOFFOTMFQFSFOFFOMPPET CF[PSHUJT1FHHZ5PSGT VJU %FVSOFOPHBMUJKEFFOCVJUFO CFFOUKFi"MTWSPVXUPDI0Q PO[FEJFOTU[JKOFSNBBSUXFF )FUBBOUSFLLFMJKLFWBOXFSLFO CJKEFIBWFOJTEBU[FHFFOPO EFSTDIFJENBLFOUVTTFONBO FOWSPVX8FIFCCFOEF[FMGEF LBOTFOFOEF[FMGEFMPOFOw1FH HZIFFGUFFSTUKBBSHFWBSFO WPPS[FBBOEFXBMHJOHXFS LFOi*LLPOUPFOWFSTDIJMMFO EFBBOCJFEJOHFOUFHFONFLBBS BGXFHFO&FOMPPETCJKWPPS CFFME XFFUOPPJUXBOOFFSIJK PG[JKUIVJTLPNU%BO[JKOWBTUF VSFOCFUFS0O[FTPDJBMFWPPS EFMFO[JKOOJFUHFSJOHNBBMUJKE DIFRVFT IPTQJUBMJTBUJFWFS[FLF

SJOH FFOFYUSBMFHBBMQFOTJPFO FOGJKOFDPMMFHBT8FIFCCFO BMMFOHFWBSFO%BUTDIFQUFFO CBOE+B JLCFOUFWSFEFOw

1FHHZ5PSGTǳȚȴȚǤǽȩȊȊǩȩȭȴǩȔȭ

LXBNUXBBMGKBBSHFMFEFONFU FFOHSBEVBBU#PVXLVOEFWPPS EFIBWFOXFSLFO7BOUFDI

1JFUFS+BFLFOǳȚȴȚǑȩȌǩȴȴǩȭȴȺǜǜǩ

OJTDIBTTJTUFOULMPNIJKPQUPU XFSLMFJEFS#PVXLVOEF EJFEF TVQFSWJTJFIPVEUWBOBBOHBOH [JKOEFXFSLFOi8JKIFCCFO BMMFHFCPVXFOWBOEFIB WFOPOEFSPO[FIPFEF.PHF MJKL[BMTUSBLTPPLEFSFOPWBUJF WBOEFPVEFCSBOEXFFSLB[FSOF UPUOJFVXIBWFOIVJTPQPO[F EJFOTUUFSFDIULPNFOw BMEVT +BFLFO EJFFFOHSPUFWSJKIFJEJO [JKOXFSLFSWBBSUi5FONJOTUF [PMBOHJLNJKOWFSBOUXPPSEF MJKLIFJEOFFN;FMGCFOJLWPPS BMUFWSFEFOPWFSEFHF[POEF NJYUVTTFOCVSFBVFOCVJUFO XFSL&OXFHFOJFUFOWBOWPM EPFOEFWSJKFEBHFO WBTUFVSFO ÏOXFIFCCFOIFUHFMVLCJKFFO HSPUFXFSLHFWFSUFXFSLFO%BU CJFEUBMUJKEJFUTNFFSTPDJBMF WPPS[JFOJOHFOEBOFMEFSTw

schepen binnen de dokken. Daarvoor heeft het 90 vaartuigen, die trouwens ook voor brandbestrijding worden ingezet. Het baggerbedrijf garandeert de diepgang van de commerciële ligplaatsen, de sluizen en de dokken. Het bouwaanvraagloket behandelt de bouwaanvraagdossiers van het havengebied op de rechteroever. Niet alle werk wordt in de eigen achtertuin gepresteerd. De afdeling Marketing, Promotie en Commerciële relaties organiseert promotieacties in binnen- en buitenland om de haven beter bekend te maken. Hierbij krijgt ze de steun van de afdeling Strategische Communicatie.

$JKGFST

M M ;PWFFMWPMUJKETF

XFSLOFNFSTUFMEFEFIBWFOJO )JFSCJK[JKOEFEJSFDUFOEF JOEJSFDUFUFXFSLTUFMMJOHCJKFM LBBSPQHFUFME

M M *OEFHFNFFOUFOSPOE"OU

XFSQFOXFSLUHFNJEEFME QSPDFOUWBOEFCFSPFQTCFWPM LJOHEJSFDUPGJOEJSFDUJOEFIB WFO,PQMPQFSJT,BQFMMFONFU CJKOB4UBCSPFLIBBMU

Het is

hoog

springtijd We winden er geen doekjes om, in de havenwereld sta je nooit stil. Onze mensen kiezen voor actie. Doeners en denkers die weten wat ze willen en er ook werk van maken. Geen wonder dat we samen aan het roer staan van een bruisende wereldhaven. De plaats bij uitstek waar je veel kan beleven en vooral bewegen. Het Gemeentelijk Havenbedrijf beheert en onderhoudt de volledige infrastructuur: van dokken en sluizen tot kranen, sleepboten en baggerschepen. Medewerkers kunnen dus heel wat richtingen uit in deze boeiende, internationale werkomgeving. In ruil garanderen we straffe extralegale voordelen en een mooi evenwicht tussen werk en privé. Het resultaat? Een hecht team dat trots is om de haven mee uit te bouwen. Met volle overtuiging en volle kracht vooruit, als (m/v):

Werkleider elektriciteit

Personeelsverantwoordelijke

Jouw uitdaging: Je geeft leiding aan een groep uitvoerende medewerkers en zorgt voor de planning en praktische organisatie van de uit te voeren werken. Je bent verantwoordelijk voor de nodige logistieke en technische ondersteuning bij de werkuitvoering, zoals het beheer en de bestelling van gereedschappen en materialen. Je staat ook in voor toezicht op de door derden uitgevoerde werken.

Jouw uitdaging: Je bent verantwoordelijk voor het dagelijks personeelsmanagement, personeelsplanning, administratie en beheer van de havenkapiteinsdienst, en streeft naar een kwalitatief hoogstaande dienstverlening tegen een marktconform tarief. Daarnaast assisteer je de hoofdverkeersleider bij de organisatie van de dienst en het uitstippelen van het algemeen en veiligheidsbeleid. Je bent het aanspreekpunt van de personeelsdienst en bent in een wisselsysteem met 2 collega’s op bepaalde tijdstippen van wacht.

Ons aanbod: Bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen kun je rekenen op een gevarieerde job met stimulerende verantwoordelijkheden en plaats voor nieuwe initiatieven. Verder bieden we een aantrekkelijk loonpakket met onder andere maaltijdcheques, extralegaal pensioen, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding, mobiliteitsvergoeding en verzekering arbeidsongeschiktheid. Het Havenbedrijf beschikt over een strijkdienst en onze werkomgeving is rookvrij.

Jouw profiel: Je behaalde een masterdiploma of bent gelijkwaardig door ervaring. Je kan zowel zelfstandig als in team werken, bent klantvriendelijk en communiceert goed schriftelijk en mondeling. Administratief sta je sterk in je schoenen en je bijt je graag vast in dossiers. Je kan goed organiseren en gaat planmatig te werk. Gangbare kantoortoepassingen hebben geen geheimen voor je.

Interesse? Inschrijvingsformulieren en documentatiemappen zijn verkrijgbaar bij de personeelsdienst van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, en op onze vacaturewebsite.

Jouw profiel: Je behaalde een masterdiploma in een technische richting of bent gelijkwaardig door ervaring. Je beschikt over een grote praktisch-technische bagage, kan goed leidinggeven en bent in staat om je medewerkers te motiveren. Je kan goed organiseren, weet van aanpakken en kan problemen doordacht en met de nodige flexibiliteit oplossen. Je gaat verantwoordelijkheid niet uit de weg en neemt zelfstandig initiatieven. Je hebt een sterke affiniteit voor kwaliteit, veiligheid en milieuzorg. Uiterste inschrijvingsdatum: 29 maart 2010

Uiterste inschrijvingsdatum: 9 april 2010

Verkeersleider

Werkleider bouwkunde

Jouw uitdaging: Je staat in voor vlot scheepsverkeer aan één van de grote sluizencomplexen van de Antwerpse haven. Veiligheid is uiteraard jouw prioriteit, maar je hebt ook een sterk klantgerichte en commerciële reflex om aanlooptijden en kosten voor zee- en binnenvaart zo laag mogelijk te houden. Je zorgt mee voor de blijvende aantrekkingskracht van de Antwerpse haven door schepen efficiënt in te plannen, sluizen optimaal te benutten, alert in te spelen op steeds wisselende omstandigheden en constant rekening te houden met de wensen van rederijen en agentschappen.

Jouw uitdaging: Als werkleider kies je uit verschillende uitdagingen waarbij de realisatie van een bouwproject, groot of klein, centraal staat. Je werkt samen met een ploeg uitvoerende medewerkers en aannemers. Je plant en organiseert de onderhouds- en nieuwbouwwerken in het havengebied: van het herstellen van kaaimuren in de oude dokken of het vervangen van daken op de werkhuizen tot schutbetimmering in de toegangsgeul van onze sluizen of de inrichting van natuurgebieden. Afwisseling is hier het sleutelwoord. Kwaliteit, veiligheid, timing en budgetbewaking zijn van cruciaal belang.

Jouw profiel: Je bent master/licentiaat in de nautische wetenschappen (of gelijkwaardig door relevante ervaring) en hebt het brevet van kapitein of eerste luitenant ter lange omvaart of een bewijs van 36 maanden vaart, waarvan minimum 24 maanden als wachtoverste. Ook in moeilijke en steeds wisselende omstandigheden behoud je het overzicht, neem je je verantwoordelijkheid op en hak je knopen door. Je stelt de juiste prioriteiten, anticipeert op mogelijke probleempunten en onderneemt de nodige actie om de planning te realiseren. Dankzij jouw communicatieve aanpak motiveer je het sluispersoneel om altijd en overal kwaliteit te leveren. Jouw parate talenkennis (Engels en Frans, Duits is een pluspunt) komt in de internationale context van de Antwerpse haven zeker van pas. Dienstverlening is je drijfveer en op de verwachtingen van de klanten speel je flexibel in.

Jouw profiel: Je behaalde een bachelordiploma of diploma HOKT (industriële wetenschappen en technologie optie bouw), of bent gelijkwaardig door ervaring. Je hebt een grote praktisch-technische bagage en/of ervaring. Organiseren zit je in het bloed, leidinggeven is je niet vreemd. Je bent assertief en kan motiveren. Problemen ga je niet uit de weg en je neemt zelfstandig initiatief. Je hebt oog voor kwaliteit, veiligheid en milieuzorg.

Andere openstaande vacatures: - Consulent scheepvaartmanagement - Technisch manager energie Het vacatureoverzicht van het Havenbedrijf vind je op

www.havenvanantwerpen.be/jobs

www.havenvanantwerpen.be/jobs

Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Personeelsdienst, Havenhuis, Entrepotkaai 1, 2000 Antwerpen. Tel. 03 205 22 79, 03 205 20 95 of 03 205 20 76. E-mail: [email protected]

Word één van onze witte

haven. Kom naar ons jobevent op 5 mei!

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad Federale Overheidsdienst Financiën

heeft honderdtal vacatures in Antwerpen Wie denkt aan de Federale Overheidsdienst Financiën denkt aan belastingen. Maar er is zo veel meer! Financiën is als werkgever nog altijd minder bekend en toch heeft deze overheidsdienst verrassend veel te bieden. De jongeren die er werken voelen zich aangesproken door de taakinhoud, de carrièremogelijkheden en de zekerheid.

Anne Bruyneel

Voor veel mensen staat de Federale Overheidsdienst Financiën nog steeds gelijk aan de gevreesde bruine enveloppe met het jaarlijkse aangifteformulier. Die hardnekkige ideeën doen vaak vergeten dat wie op zoek is naar een interessante job zijn gading kan vinden bij de fiscale controlediensten (directe belastingen en btw), de douane en accijnzen of de invorderingsdiensten (ontvangkantoren). Vier jonge mensen, die allen eerst in de privé aan de slag waren, hebben na een selectie de stap gezet naar de Federale Overheidsdienst Financiën. Ze zijn alle vier tevreden over die keuze.

“Goede combinatie van werk en leven” Anne Bruyneel (28) uit Borgerhout

Gersende Michiels

Philippe Boen

Anne Bruyneel mag bij de Douane en Accijnzen een geheel nieuwe dienst mee uit de grond helpen stampen. “Ik werk op de afdeling Authorized Economic Operators (AEO, geautoriseerde marktdeelnemer)”, legt Anne uit. “Na verschillende controles door ons team krijgt de ondernemer een AEOcertificaat, waardoor hij veel soepeler kan werken. Dat wil niet zeggen dat hij ineens mag doen wat hij wil, maar hij heeft er wel een verkoopsargument bij, want de afwikkeling van goederen zal vlotter lopen via deze firma.” Anne studeerde accountancy-fiscaliteit en werkte al als beheerder van Europese subsidies bij AG VESPA. “Maar het was een project dat afliep eind 2009. Bij Financiën vond ik wat ik zocht: veel kansen, werkzekerheid en stabiliteit. Deze overheidsdienst staat bekend om zijn goede balans tussen werk en leven. Ik woon ook lekker dichtbij. Afhankelijk van het vervoermiddel ben ik in 15 tot 30 minuten op het werk. Met de auto ben ik er het snelst.” Ook tijdens het werk kan Anne de buitenlucht opzoeken. “Deze job, waarbij ik regelmatig bedrijven bezoek, biedt een ideale combinatie van kantoor- en buitenjob. Ik hou van sociale contacten met verschillende mensen. Het netwerken ligt me wel.”

“Als wij de belastingen niet opeisen, is dat oneerlijk tegenover wie wel correct betaalt” Nathalie Sellekaerts

Michel Duchéne

Ik wil er wel op wijzen dat een afbetalingsplan geen recht is van de belastingsbetaler maar wel een gunst van de ontvanger. Ik heb al gemerkt dat wie uiteindelijk een dergelijke regeling krijgt, vaak opgelucht is. Sommigen zien ons als boeman, maar we zijn er om de mensen te helpen. En zeg nu eerlijk: wij innen wat werd berekend in functie van het inkomen. Als dat niet gebeurt, is dat oneerlijk tegenover de mensen die wel spontaan betalen. Iedereen gelijk: dat is rechtvaardig en correct.”

“Mensen afschrikken helpt niemand verder” Philippe Boen (27) uit Grobbendonk

Aanwerven in crisistijd

Philippe Boen is begonnen op een klein ontvangkantoor. “Daardoor had iedereen bij ons zeer afwisselende taken. We deden boekingen van betalingen, stelden vervolgingen in en vorderden verkeersbelasting. Door die verscheidenheid leer je veel bij.” Philippe had al langer interesse in een job bij de overheid. Na wat surfen schreef hij zich in voor een selectie bij Selor, het selectiebureau van de overheid. “Die organiseren al lang geen examens meer waarbij je met duizenden een Heizelpaleis vult. Wij legden onze selectieproeven af op een computer. Daarna volgde een gesprek met een selectiecommissie.” Financiën drukt erop dat de toegangsproef geen examen meer is. “Een examen is kennisgericht, zegt Mien De Decker van de dienst Wervingen. Tegenwoordig houden we selecties die competentiegericht zijn. We peilen naar het potentieel dat mensen hebben. Zijn ze gemotiveerd, hebben ze interesse voor de job, kunnen ze goed samenwerken, werken ze doelgericht, communiceren ze goed..?” “Dat is best wel belangrijk als je aan het loket met mensen in aanraking komt”, beaamt Philippe. “Ik stel me altijd klantvriendelijk op, want de mensen doen een inspanning om tot bij ons te komen. De meesten zijn daar toch wel wat bang voor. Je merkt trouwens vrij snel of iemand je wat op de mouw wil spelden of echt aan de grond zit. Er moet sowieso betaald worden maar mensen afschrikken helpt ons niet verder.”

Michel Duchêne, verantwoordelijke van de dienst Wervingen

“Werken in Antwerpen is ideaal om veel bij te leren”

Gersende Michiels (24) uit Hamme

Nathalie Sellekaerts (28) uit Edegem

Gersende Michiels studeerde eerst drie jaar boek-

Als economiste ziet Nathalie Sellekaerts de boekhoudingen na op een btw-controledienst. “Daartoe heb ik een jaar stage gelopen en me gaandeweg de specifieke wetgeving eigen gemaakt. Die kennis is nodig en een voordeel, want bepaalde boekhouders kennen de jongste wetswijzigingen niet.” “De meeste betwistingen gaan over het al dan niet inbrengen van privé-facturen. Een voorbeeld is het recht op aftrek als je een bureau hebt in je privéwoning. Dat is vaak moeilijk in te schatten. Het gebeurt dat ik ter plaatse ga kijken.” Bij discussies streeft Nathalie ernaar een akkoord te bereiken over inkomsten en uitgaven. Daarna gaat het dossier naar de ontvangers, die het belastinggeld moeten innen. Geen akkoord mondt uit

houding en behaalde daarna een master in de handelswetenschappen. Vandaag werkt ze op een ontvangkantoor van de belastingen. “Zo zijn er een tiental kantoren in Antwerpen. Wij vervolgen nietbetalers van personenbelasting.” “Wie zijn belastingen niet betaalt, krijgt eerst een aanmaning, later een aangetekende brief en nog later volgt een deurwaarder of loonbeslag.” “Maar in de meeste gevallen hoeft het zover niet te komen. We starten een dialoog en een afbetalingsplan kan besproken worden met de ontvanger. Waarom mensen niet betalen? Vergeten, onvoldoende geld, nog op vakantie gegaan, een nieuwe auto gekocht... noem maar op.”

in een proces-verbaal en eventuele rechtszaak. Dat betekent veel tijdverlies.” Alle gesprekspartners vinden het innen van belastingen trouwens billijk. “Met dat geld betaalt de overheid heel veel”, zegt Mien De Decker: “onderwijs, kindergeld, wegen, openbaar vervoer, de sociale vangnetten, onze veiligheid, noem maar op.” Nathalie kiest voor de fiets om naar het werk te gaan.” In een halfuurtje ben ik er. Iedereen begint in een kantoor van de centrumsteden en dat is ideaal om snel veel te leren. Dichtbij huis kom je vaak niet verder dan het controleren van je eigen bakker.”

De Federale Overheidsdienst Financiën wil voor de stad en de provincie Antwerpen alleen al een honderdtal vacatures invullen. En dat in tijden van crisis. Michel Duchêne van de dienst Wervingen legt uit: “De opdrachten en uitdagingen van de overheid zijn tijdens een financiële en economische crisis zelfs nog zwaarder dan wanneer de economie goed draait. Wanneer de mensen minder verdienen en de bedrijven lagere winsten boeken, liggen de belastinginkomsten uiteraard ook lager. Het blijft dus noodzakelijk dat de belastingen zo correct en rechtvaardig mogelijk worden geïnd om ons land middelen te bezorgen. Daarom werven we aan. Want tussen de 28.500 medewerkers zitten heel wat babyboomers en die gaan nu geleidelijk aan met pensioen. Slechts een deel van hen wordt vervangen, want een stuk van de werklast wordt overgenomen door de steeds groeiende automatisering waarin we de voorbije jaren zeer veel hebben geïnvesteerd.” Werven doet de FOD Financiën met de slogan “Vind je plek”. Waar komt die vandaan? “In de allereerste plaats werven we aan om onze personeelsbehoeften in te vullen. Dus komen de starters daar terecht waar de nood het hoogst is. En dat komt goed uit voor Antwerpse sollicitanten omdat we in Antwerpen nu eenmaal zeer veel vacatures hebben. Dat betekent echter niet dat iedereen hier meteen de job van zijn dromen krijgt. Om te vinden moet je zoeken. Maar iemand met een realistisch beeld van zijn eigen capaciteiten, die zijn weg zoekt, zich inzet en openstaat voor nieuwe kansen en interessante ervaringen vindt bij ons ongetwijfeld zijn plek.” Willen jullie op het vlak van Human Resources een bepaalde klemtoon leggen? “We hechten veel belang aan de ontwikkeling van de competenties van onze medewerkers. Kennis, vaardigheden, ervaring, normen en waarden. Dat is wat ze dagelijks nodig hebben om hun job goed te doen en de burger nog beter te dienen! Vandaar dat we zeer veel investeren in opleiding. We bieden onze personeelsleden ook diverse loopbaanmogelijkheden en zo kunnen ze hun eigen loopbaanpad zelf uitstippelen.”

Rej`falhagêfBej]j_ej De FOD Financiën beheert de middelen die noodzakelijk zijn om aan de collectieve noden van onze samenleving te voldoen. Aan deze dienstverlening werken zoveel disciplines mee, dat je altijd wel een plek vindt waar je capaciteiten het beste tot hun recht komen. Je krijgt diverse loopbaanmogelijkheden aangeboden zodat je zelf je pad kunt uitstippelen, op je eigen ritme. Je bent een specialist of je wordt er een dankzij de vele ontwikkelingsmogelijkheden. Enthousiasme is daarbij een motor die veel in beweging kan zetten. We durven ons engageren en vertrouwen op elkaar. Bij de FOD Financiën zijn we immers collega’s, geen concurrenten. Meer weten over onze functies in Antwerpen? Surf naar www.jobfin.be of www.selor.be voor meer informatie over de geplande Nederlandstalige selecties. Hier volgt een overzicht. De datum verwijst naar de begindatum van de inschrijvingsperiode: 19 maart 2010:

Bej]j_eaahàogqjècajrkknànacek=jpsanlaj$jera]q>% 23 april of 30 april 2010:

Fqneopajejrknànejcajrkknànacek=jpsanlaj$jera]q=% Atlanpajejrknànejcajrkknànacek=jpsanlaj$jera]q>% Oktober 2010:

Beo_]ha_kjpnkhaqnoaj`kooeanâdaanànorkknànacek=jpsanlaj$jera]q=%

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

1SPWJODJF[FUPPLQFSTPOFFMJOWPPSPOUXJLLFMJOHTTBNFOXFSLJOH

i1SPWJODJFCJFEUWFSSBTTFOE WFFMSVJNUFFOLBOTFOw %JFUFS(PPTTFOTWFSMJFUFFO KBBSHFMFEFOFFOKPCCJK EFNVUVBMJUFJUPNCJKEF QSPWJODJFEJFOTUIPPGEUF XPSEFOWBOEFEJFOTU/PPSE ;VJE 0 “Een bewuste keuze”, klinkt het

positief. “Ik merk nog elke dag dat de provincie heel veelzijdig is en de diensten heel veel ruimte geeft.” Dat de provincie toch aardig wat geld inzet voor ontwikkelingssamenwerking en -educatie, is voor sommigen verrassend. Voor Dieter Goossens is dit niet meer dan normaal. “Elke overheidsdienst, op welk niveau ook, moet en mag zich verantwoordelijk voelen voor wat aan de andere kant van de wereld gebeurt. Onze provincie geeft het goede voorbeeld. Wij kunnen trots stellen dat we al lang die bewuste 0,7 procent van onze uitgaven besteden aan de Noord-Zuid problematiek.” Volgens Dieter Goossens komt het er vooral op neer dat alle initiatieven van overheden en nietgouvernementele organisaties goed afgestemd worden. “Ik vind het belangrijk dat we complementair zijn en samenwerken. Het festival Mano Mundo is daar een mooi voorbeeld van. De provincie is initiatiefnemer en organisator. Maar doet dat samen met organisaties zoals 11.11.11. en het ACW-wereldsolidariteit, die sterk betrokken zijn bij de organisatie en het thema.” Op de dienst Noord-Zuidbeleid werken negen mensen. Als diensthoofd geeft Dieter Goossens hen leiding. Door de vele taken die de dienst op zich neemt, is het altijd behoorlijk druk. “Wij zijn zowel bezig met ontwikkelingssamenwerking als met educatie en sensibilisering hier. Wij hebben regioprojecten in Guatemala, Senegal en de Filippijnen rond duurzame ontwikkeling. Daarnaast hebben we nog een noodhulpfonds en steunen we een 60-tal organisaties die projec-

8FSFMESFDPSE JKTKFTTNVMMFO M M %JFUFS(PPTTFOTXJM

%JFUFS(PPTTFOTIFFGUBMTXFSLOFNFSCJKEFQSPWJODJFFFOWFOTUFSPQEFIFMFXFSFMEǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

ten uitvoeren in de derde wereld. Daarnaast wordt ook gewerkt aan het bewustzijn van de bewoners van de provincie. Dat gebeurt onder andere via Mano Mundo en het filmfestival Open Doek in Turnhout. Er zijn ook educatieve projecten. “Zo is er ‘Kleur Bekennen’ een educatief

project naar scholen rond wereldburgerschap”, verduidelijkt Dieter Goossens. “We steunen ook gemeentes in hun inspanningen voor een lokaal mondiaal beleid. En niet onbelangrijk: we willen van de provincie een FairTradeProvincie maken. Ook dat gaat de goede kant op. Sinds ik

hier werk leerde ik veel mensen en diensten kennen. Met een heel diverse achtergrond en missie. Maar ook met een open geest. En dat is heel prettig werken.”

i

XXXQSPWBOUCFEO[ XXXLMFVSCFLFOOFOCF

NFU[JKOUFBNJONFJIFU XFSFMESFDPSEJKTKFTFUFO CSFLFO%BUHFCFVSUPQEF "OUXFSQTF(SPUF.BSLU PQNFJWBOBGVVS%F XFSFMESFDPSEQPHJOHLB EFSUJOEFDBNQBHOFSPOE A'BJS5SBEF%JFDBNQBH OFNFUPOTFSUPFBBO[FU UFOPNUFLJF[FOWPPSQSP EVDUFOVJUEFFFSMJKLFIBO EFM1SPEVDUFOXBBSWPPS PPLEFCPFSFOFOQSPEV DFOUFO[PXFMJOIFU/PPS EFOBMTIFU;VJEFOFFOFFS MJKLFQSJKTLSJKHFO;P[JKOFS PPLGBJSUSBEFJKTKFT%FXF SFMESFDPSEQPHJOHXJMEBBS EFBBOEBDIUPQWFTUJHFO 8JFXJMEFFMOFNFOLSJKHU FFOHSBUJTGBJSUSBEFJKTKF 7BOBGVVSXPSEUIFUXF SFMESFDPSEHFWJFSENFUPQ USFEFOTWBO&MDSÒNF(MB DF2VÏTFO&SJL#BSBOZBOLB %F"OUXFSQTFTDIPMFO[JKO VJUHFOPEJHE.BBSFYUSB MFLLFSCFLLFONFUFFOIBSU WPPSEF I FFSMJKLFXFSFME [JKOXFMLPN

A"NCUFOBBSPSHBOJTFFSUGFTUJWBMNFUXFSFMENV[JFL +PIBO.BTU JTEF ESJKWFOEFLSBDIUBDIUFSIFU HSBUJTGFTUJWBM.BOP.VOEP EBUEJUKBBSQMBBUTWJOEUPQ FONFJ&FOWFSSBTTFOEFKPC WPPSFFOBNCUFOBBS 0 “Mano Mundo is een uniek festi-

val”, start Johan Mast . “Niet omwille van de affiche of de animatie. Wel door ons specifieke doel. Voor ons is het festival geen doel. Wel een middel om aandacht te vragen voor de problematiek Noord-Zuid. Op een heel toegankelijke en niet belerende manier. En de doelstelling gaat ook ruimer. Want we maken ook veel andere prioriteiten van de provincie waar. We gaan voor grote diversiteit. Voor toegankelijkheid.

We geven jonge mensen en verenigingen kansen. Denk maar aan de blinde deejay Rik Van Assche die dit jaar bij ons zijn droom kan waarmaken. Dat we dit allemaal doen, maakt ons zo uniek.” Mano Mundo combineert op de affiche altijd Vlaamse artiesten met bekende en minder bekende groepen uit het Zuiden. “De affiche is bij ons niet zo belangrijk. Je zal bij ons dingen zien en horen die je nooit hoorde. Voor ons is de norm dat ons publiek aangenaam verrast moet worden. Blijkbaar kunnen we dat toch behoorlijk, want nogal wat groepen die bij ons als onbekende passeerden, maakten daarna wel naam.” De job van Johan bestaat vooral uit de praktische organisatie. Omdat

+PIBO.BTUǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

Mano Mundo draait op vrijwilligers, betekent dat ieder jaar weer veel investeren in het voorbereiden van die mensen. Maar een festival organiseren betekent ook promotie voeren, partners zoeken, materiaal zoeken. Enzovoort. Niet meteen wat je met de ambtenarij vereenzelvigt. “Toen ik voor deze job koos, deed ik dat voor de inhoud”, zegt Johan Mast. “Het cliché dat je kiest voor de zekerheid van de overheid en vaste uren gaat dus niet op. Integendeel. Ik vind hier nog steeds de uitdaging die ik nodig heb. En mijn leeftijd is ook nog geen probleem. Als vijftiger ben ik nog een jonge hond in vergelijking met de organisator van het bekende Britse festival van Glastonbury. Die is al 74!”

.BOP.VOEP PQFONFJ M M %FEFFEJUJFWBOIFU

HSBUJTGFTUJWBM.BOP.VOEP TUBBUJOIFUUFLFOWBO$POHP %F[BOHFSFT-FLJ BMKBSFOCF LFOEBMTQSFTFOUBUSJDFWBOIFU GFTUJWBM [BMEF[FLFFS.BOP .VOEPBGTMVJUFONFUIBBS.P UPXOQSPKFDU0PL1FHHVZ 5BCV EF[PPOWBOEFQJPOJFS WBOEF$POHPMTFSVNCB TUBBU PQEFBGGJDIF7BO7MBBN TFLBOU[JKO3BZNPOEWBOIFU (SPFOFXPVE "YM1FMFNBOFO 'JYLFTBBOHFLPOEJHE

(HQ-REELMGH 3URYLQFLH$QWZHUSHQ

%LQQHQKHWSURYLQFLHEHVWXXUYDQ$QWZHUSHQYLQGMHJHJDUDQGHHUGGpMRERPMRXZ WDOHQWHQHQDPELWLHVZDDUWHPDNHQ (;3(57EHYHLOLJLQJHQEHZDNLQJ

&RQWUDFWRQEHSDDOGHGXXUVWDIGLHQVWYDQKHWGHSDUWHPHQW&XOWXXU -HRUJDQLVHHUWGHEHYHLOLJLQJHQGHEHZDNLQJYDQGHFXOWXUHOHLQVWHOOLQJHQ'LDPDQWPXVHXP.RQLQJLQ)DELROD]DDO$UHQEHUJVFKRXZEXUJ« HQ ELM FXOWXUHOH HYHQHPHQWHQ -H FRQWUROHHUW GH EHVWDDQGH V\VWHPHQ HQ SURFHGXUHV HQ ORVW YHLOLJKHLGVSUREOHPHQ RS -H KHEW HHQ PDVWHUGLSORPDDDQJHYXOGPHWKHWJHWXLJVFKULIWOHLGLQJJHYHQGHLQGHEHZDNLQJVVHFWRURIEHKDDOWGLWWLMGHQVGHSURHIWLMG

$'9,6(8563257

&RQWUDFWRQEHSDDOGHGXXUGLHQVWYULMHWLMGVHQODQGVFKDSVEHOHYLQJ -HYROJWGHDFWXDOLWHLWEHKRHIWHQHQWUHQGVRPWUHQWVSRUWRSHQGRHWYRRUVWHOOHQWRWRSWLPDOLVHULQJYDQKHWSURYLQFLDDOVSRUWEHOHLGLQ VDPHQZHUNLQJPHWKHWDXWRQRRPSURYLQFLHEHGULMIVSRUW-HYHU]RUJWGHLQWHUQHHQH[WHUQHFRPPXQLFDWLH-HKHEWHHQPDVWHUGLSORPD

0,/,(8&2g5',1$725

6WDWXWDLUGLHQVWGXXU]DDPPLOLHXHQQDWXXUEHOHLG 6DPHQPHWMHFROOHJD¶VVWLSSHOMHHQYROJMHKHWSURYLQFLDDOPLOLHXHQQDWXXUEHOHLGXLWHQYROJWGHXLWYRHULQJHUYDQRS-HKHEWHHQ PDVWHUGLSORPD ELM YRRUNHXU LQ GH ZHWHQVFKDSSHQ RI PLOLHXZHWHQVFKDSSHQ -H KHEW KHW DWWHVW YDQ PLOLHXFR|UGLQDWRU $ RI % RI EHQW EHUHLGGLWWHEHKDOHQ

',(167+22)'&RQWUDFWRQEHSDDOGHGXXUGLHQVWPLOLHXYHUJXQQLQJHQ

-H EHQW YHUDQWZRRUGHOLMN YRRU HHQ SURIHVVLRQHOH EHKDQGHOLQJ YDQ GH YHUJXQQLQJVDDQYUDJHQ -H RSWLPDOLVHHUW GH SURFHGXUHV HQ SURFHVVHQHQMHFRDFKWMHPHGHZHUNHUV-HEHOHLGLVLQRYHUHHQVWHPPLQJPHWGHYRRURSJHVWHOGHEXGJHWWHQHQSDVWELQQHQGHJHOGHQGH UHJHOJHYLQJ-HFRPELQHHUWHHQPDVWHUGLSORPDPHWMDDUUHOHYDQWHEHURHSVHUYDULQJ

',(167+22)'&RQWUDFWRQEHSDDOGHGXXUGLHQVWSURMHFWZHUNLQJHQRUJDQLVDWLHRQWZLNNHOLQJ

-H]HWLQVDPHQZHUNLQJPHWGHOLMQPDQDJHUVYHUEHWHUSURMHFWHQRSHQGRHWYRRUVWHOOHQRPGHRUJDQLVDWLHVWUXFWXXUWHRSWLPDOLVHUHQ-H FRDFKWMHPHGHZHUNHUVLQKXQDGYLVHUHQGHUROHQMHEHZDDNWGHYRRUXLWJDQJYDQGHSURMHFWHQ-HFRPELQHHUWHHQPDVWHUGLSORPDPHW MDDUUHOHYDQWHEHURHSVHUYDULQJ

,17(51($8',725&RQWUDFWRQEHSDDOGHGXXUVWDIGLHQVWYDQKHWGHSDUWHPHQWYDQGH3URYLQFLHJULI¿HU

-HEHQWYHUDQWZRRUGHOLMNYRRUKHWXLWYRHUHQYDQDXGLWRSGUDFKWHQHQKHWRSVWHOOHQYDQHHQMDDUOLMNVDXGLWSODQ+HWLVMRXZWDDNRPGH ZHUNLQJGHGRHOWUHIIHQGKHLGHQGHHI¿FLsQWLHYDQGHLQWHUQHFRQWUROHV\VWHPHQHQULVLFREHKHHUV\VWHPHQWHYHUEHWHUHQ-HFRPELQHHUW HHQPDVWHUGLSORPDPHWMDDUUHOHYDQWHEHURHSVHUYDULQJ

0(7$$/5(67$85$725

&RQWUDFWRQEHSDDOGHGXXUKDOIWLMGV=LOYHUPXVHXP6WHUFNVKRI'HXUQH 2S EDVLV YDQ ZHWHQVFKDSSHOLMN RQGHU]RHN EHZDDN MH GH FRUUHFWH UHVWDXUDWLH HQ EHZDULQJ YDQ RQ]H ]LOYHUFROOHFWLH -H EHVFKULMIW GH YRRUZHUSHQ HQ GH VWDDW ZDDULQ ]H ]LFK EHYLQGHQ -H GRHW YRRUVWHOOHQ WRW YHUEHWHUGH EHZDULQJ HQ EHKDQGHOLQJ -H FRPELQHHUW HHQ EDFKHORUGLSORPDPHWMDDUUHOHYDQWHHUYDULQJ

3(5621((/69(5$17:225'(/,-.(&RQWUDFWppQMDDUKDOIWLMGV$XWRQRRP3URYLQFLHEHGULMI&DPSXV

9HVWD(PEOHP5DQVW -HVWDDWLQYRRUGHSHUVRQHHOVDGPLQLVWUDWLHHQKHWSHUVRQHHOVEHKHHUYDQYDVWHHQPHHUGDQIUHHODQFHPHGHZHUNHUVYDQRQV RSOHLGLQJVLQVWLWXXWYRRUEUDQGZHHUDPEXODQFLHUVHQSROLWLH-HKHEWHHQEDFKHORUGLSORPDELMYRRUNHXULQSHUVRQHHOVZHWHQVFKDSSHQRI EHGULMIVSV\FKRORJLH

&21752/(859$1:(5.(16WDWXWDLUGLHQVWPRELOLWHLW

-HKHEWGHWHFKQLVFKHHQLQKRXGHOLMNHNHQQLVRPGHFRUUHFWHXLWYRHULQJYDQGHLQIUDVWUXFWXXUZHUNHQRQGHUDQGHUH¿HWVSDGHQWXQQHOV HQ EUXJJHQ RS WH YROJHQ -H KHEW HHQ ERXZWHFKQLVFK SUR¿HO HQ MH ZRUGW LQJHVFKDNHOG LQ HHQ WHDP YDQ LQJHQLHXUV HQ VSHFLDOLVWHQ PRELOLWHLW-HKHEWHHQEDFKHORUGLSORPDELMYRRUNHXUULFKWLQJERXZNXQGH

3/2(*%$$67(&+1,6&+(',(167

6WDWXWDLU3URYLQFLDDO,QVWLWXXW3,9$ 6DPHQPHWMHWHDPYHU]RUJMHKHWWHFKQLVFKJHVSHFLDOLVHHUGRQGHUKRXGHQYRHUMHKHUVWHOZHUNHQXLW-HPDDNWGHZHUNSODQQLQJRS HQYROJWGH]HRSMHFRDFKWHQRQGHUVWHXQWMHPHGHZHUNHUVMHQHHPWFRQWDFWPHWH[WHUQHOHYHUDQFLHUV-HKHEWMDDUUHOHYDQWH HUYDULQJ

2QVDDQERGHHQ]HHUERHLHQGHIXQFWLHELQQHQHHQRSHQEDDUEHVWXXUZHUN]HNHUKHLGJUDWLVKRVSLWDOLVDWLHYHU]HNHULQJ PDDOWLMGFKHTXHV JUDWLV DERQQHPHQW RSHQEDDU YHUYRHU YRRU ZRRQZHUNYHUNHHU YHUJRHGLQJ QLHWJHPRWRULVHHUGH YHUSODDWVLQJHQ JOLMGHQGH ZHUNXUHQ H[WUDOHJDDO SHQVLRHQ YRRU FRQWUDFWXHOHQ UHOHYDQWH HUYDULQJ ZRUGW RQEHSHUNW PHHJHUHNHQG ,QWHUHVVH" 6WXXU MRXZ NDQGLGDWXXU XLWJHEUHLGH FY HQ NRSLH GLSORPD XLWHUOLMN RS 0$$57 QDDU SURYLQFLH$QWZHUSHQWDYKHW'HSDUWHPHQW+50±GLHQVW3HUVRQHHOVEHZHJLQJHQ.RQLQJLQ(OLVDEHWKOHL $QWZHUSHQRIYDFDWXUHVSHUVRQHHO#DGPLQSURYDQWEH 'H YROOHGLJH WDDN HQ SUR¿HORPVFKULMYLQJ GH VSHFL¿HNH DDQZHUYLQJVYRRUZDDUGHQ HQ KHW H[DPHQ SURJUDPPDYDQDOOHIXQFWLHVNDQMHRSYUDJHQELMPHYURXZ,QJH9DQ$VWHQWHO RIUDDGSOHJHQ RSZZZSURYDQWEH

Departement HRM Personeelsbewegingen Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen

8&3,&/*/

8PFOTEBH NBBSU

zone stad

1SPWJODJF"OUXFSQFOLJFTUWPPSEJWFSTJUFJUJOIFUQFSTPOFFMTCFMFJE

i.JKOSPMTUPFMWPSNU HFFOBSHVNFOUw &SJD"FSUT XFSLU BMTUFDIOJTDIFYQFSU UPFHBOLFMJKLIFJE)JK CFLJKLUBMMFQMBOOFOWPPS QVCMJFLFSVJNUFOBPQ IVOUPFHBOLFMJKLIFJEFO CSVJLCBBSIFJEWPPSQFSTPOFO NFUFFOCFQFSLJOH 0 “Ik werkte bij de dienst 100 en was

rij-instructeur voor ik hier kwam werken”, vertelt Eric Aerts. “Ik studeerde daarna nog bij tot verkeersdeskundige. De provincie heeft mij aangeworven voor die deskundigheid. En niet omdat ik toevallig in een rolstoel zit. Mijn rolstoel is dus geen argument bij mijn aanwerving. Ik heb bewust voor deze job gekozen. Want ik wil mijn deskundigheid benutten. Dat kan ik hier beter omdat ik hier zowel invloed heb op concrete projecten, maar via de politieke beleidsmensen ook invloed kan hebben op de wetgeving.”

&SJD"FSUTCFTUVEFFSUFFOCPVXQMBOǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩȥǩȩȩǩ

1SPCMFNFOWPPSLPNFO Alle plannen voor projecten van openbare werken in de provincie passeren door de handen van Eric Aerts. Hij bekijkt of de projecten rekening houden met de noden van andersvaliden. En waar het kan adviseert hij nog veel liever voor de plannen worden getekend. “Dat advies en dat nazicht is écht nodig”, klinkt het beslist. “Ik ben er trots op dat ik in mijn job veel problemen kan voorkomen. Weet je dat de provincie Antwerpen de enige provincie is, die zo’n functie heeft? Ook al is die eigenlijk al dertig jaar verplicht? Ik ken de frustraties van collega’s uit andere provincies. Zij mogen zo’n toezichtsysteem niet op punt zetten. Hierdoor wordt in andere provincies nauwelijks rekening gehouden met toegankelijkheid. En

dat is een politieke verantwoordelijkheid.” $PSSFDUFXFSLHFWFS Wie denkt dat Eric bij contacten met aannemers en architecten makkelijker iets gedaan krijgt, omdat hij zelf een rolstoel gebruikt, zit fout. “Misschien geloven ze me sneller omdat ik ervaring heb”, bedenkt Eric. “Ik zal wel iets beter kunnen argumenteren. Maar ik weet ook dat ze vaak denken dat ik wel zal overdrijven vanuit mijn positie. Of handel uit een soort ‘eigenbelang’. Terwijl dat bij mij geen rol speelt.” MM

i.JTTDIJFO HFMPWFOEF BBOOFNFSTNF TOFMMFSPNEBUJL FSWBSJOHIFCw ǩȩǽǞǑǩȩȴȭ ȴǩǞǺȔǽȭǞǺ ǩɋȥǩȩȴ ȥȩȚɅǽȔǞǽǩ

Beperking of niet, volgens Eric maakt het professioneel niet zoveel uit. “De provincie is op dat vlak een correcte werkgever. Een handicap is hier geen argument. Niet voor en niet tegen. Slagen voor de examens is de enige norm. Praktische hindernissen worden opgelost. En zo hoort het. Natuurlijk vind ik het fijn dat hier correct wordt gehandeld met alle sollicitanten. Maar ik vind vooral de professionele voldoening een argument om hier graag te werken Ik krijg veel vertrouwen en veel vrijheid. Veel meer dan ik bij veel privé werkgevers heb gezien.”

)POEAXFSLUNFF PQDPNQVUFSBGEFMJOH #BSU7PPSTQPPMTJT[FFSTMFDIU[JFOEFO XFSLUBMT*5FYQFSUCJKEFQSPWJODJF %BOL[JKHFMFJEFIPOE(FOUMFFO BBOHFQBTUFTPGUXBSFLBOIJKQFSGFDU GVODUJPOFSFOPQEFJOGPSNBUJDBBGEFMJOH 0 Sinds enkele jaren maakt Bart Voorspools deel

uit van de IT-afdeling van het provinciebestuur. Aanvankelijk werkte hij er op de helpdesk. Intussen werkt hij mee aan de ontwikkeling van nieuwe programma’s. Een mooie loopbaan, zeker als u weet dat Bart zeer slechtziend is. “Ik heb een aangeboren afwijking waardoor ik geen kleuren of details zie”, vertelt de computerspecialist. “Ik heb ook geen dieptezicht en ik ben zeer lichtgevoelig. Het klinkt misschien raar dat ik in de computerbranche werk. Maar eigenlijk is dat niet zo bijzonder. Net in onze branche kan je veel toepassingen creëren die maken dat je als slechtziende toch goed kan werken. Het komt er in de praktijk op neer dat ik alles kan wat collega’s kunnen, als ik maar heel dicht bij mijn scherm

kan zitten en grote letters op dat scherm kan projecteren.” (FFOTQFFMUJKE Voor zijn collega’s is de aanwezigheid van Bart vanzelfsprekend. Net als de aanwezigheid van geleidehond Gentle. “Mijn collega’s weten dat ze hem niet moeten aanhalen. Gentles ‘werk’ bestaat er in om me veilig hier te krijgen en mij te begeleiden als ik door het gebouw loop. Verder moet hij vooral heel stil en onopvallend zijn. Net daarom mogen mijn collega’s hem niet aaien of zo. Anders denkt hij dat het speeltijd is. En dat is voor thuis…” Bart Voorspools vindt werken bij de provincie voor een IT’er helemaal niet te min. “Integendeel. Hier heb je steeds de middelen om te kunnen werken. En er moeten ook steeds nieuwe dingen ontwikkeld worden. Veel andere computerspecialisten moeten zich beperken tot onderhoud en gebruikers helpen. Hier vind ik veel meer uitdaging.”

#BSU7PPSTQPPMTFOIPOE(FOUMFǳȚȴȚȌȺǤȚ ȒǑȩǽǯȔ

(SFFU7FSCFSHUǳȚȴȚȈǑȔɅǑȔǤǩȩ ȥǩȩȩǩ

ǞȚȡȩǤǽȔǑȴǽǩȥȺȔȴǺǑȔǤǽǞǑȥ

i.FUDPODSFUF OPEFOCF[JHw M M (SFFU7FSCFSHU XFSLU

BMTBEWJTFVSUFBNDPÚSEJOBUPS WBOIFUDPÚSEJOBUJFQVOUIBO EJDBQ&FOKPCXBBSJO[F[JDI WPMMFEJHLBOPOUQMPPJFO&O XFSLUWPPSFFOXFSLHFWFSEJF EJWFSTJUFJUPQFFODPSSFDUFNB OJFSCFOBEFSU i5PFOJLIJFSTPMMJDJUFFSEF XFSEPQEFGPSNVMJFSFOHF WSBBHEPNFFOFWFOUVFFMFS LFOOJOHTOVNNFSCJKIFU 7MBBNT"HFOUTDIBQWPPSQFS TPOFONFUFFOIBOEJDBQw IFS JOOFSU(SFFU7FSCFSHU[JDIOPH HPFEi%BUEJFWSBBHBBOJF EFSFFOXFSEHFTUFME LBOWPPS FFOCVJUFOTUBBOEFSFFOEFUBJM MJKLFO"MTKF[FMG[POOVNNFS IFCU JTIFUFFOXFSFMEWBO WFSTDIJM8BOUEFWSBBHUPPOU EBUEF[FXFSLHFWFSKFIBOEJ DBQBMTFFOOJFUCFQBMFOEHF HFWFOCFOBEFSU&O[PIPPSU IFU8BOUJLEFFEOFUBMTJF EFSFFOFFOFYBNFOFONPFTU OFUBMTJFEFSFWBMJEFXFSLOF NFSHPFETDPSFOPNEFKPCUF IFCCFOw %FKPCWBO(SFFU7FSCFSHUTJ UVFFSU[JDIHSPUFOEFFMTBDI UFSEFTDIFSNFO%FQSPWJO DJFJTIFUDPÚSEJOFSFOEQVOU WPPSEFXBDIUMJKTUFOWPPSQFS TPOFONFUFFOIBOEJDBQi8JK [PSHFOEBUEFBGTUFNNJOHUVT TFOEFWSBBHOBBSXPOFOPG EBHCFTUFEJOHWBOQFSTPOFO NFUFFOIBOEJDBQXPSEUBG HFTUFNEPQIFUBBOCPE0Q EJFNBOJFSWFSNJKEFOXFLPS UFUFSNJKOQPMJUJFLFO[JFOXF TOFMMFSXBBSXFFSTUSVDUVSFMF QSPCMFNFO[JKOw 7PPS(SFFUFFOKPCNFUWFFM WPMEPFOJOHi*LCFOFFOTPDJ BBMWFSQMFFHLVOEJHFEJFEBBS OBPPLTPDJPMPHJFTUVEFFSEFw WFSLMBBSU[Fi*OEF[FKPCCFO JL[PXFMNFUDPODSFUFOPEFO WBONFOTFOCF[JH BMTNFUIFU NFFSTUSVDUVSFMF%VTXPSEFO [PXFMEFWFSQMFFHLVOEJHFBMT EFPOEFS[PFLFSJONJKBBOHF TQSPLFO%BUJL[FMGFFONP UPSJTDIFIBOEJDBQIFCOBFFO [JFLUFQFSJPEF JTOBUVVSMJKL FFOFYUSBNPUJWBUJF*LXFFU NBBSBMUFHPFEXBUIFUJTPN QSPGFTTJPOFMF[PSHOPEJHUF IFCCFOw

8PFOTEBH NBBSU

8&3,&/*/

zone stad

/JFUBMMFFOQSPGFTTPSFOPQEFMPPOMJKTUWBO6OJWFSTJUFJU"OUXFSQFO 6OJWFSTJUFJU"OUXFSQFOJTOJFUFOLFMFFOLXFFLWJKWFSWPPSBDBEFNJTDIQFSTPOFFM NBBSFFOXFSLHFWFS WBOIFFMVJUFFOMPQFOEFQSPmFMFO)FUCSVJTUFSJOEFLFVLFOUPUBDIUFSEFQSPFGCVJ[FOWBOEF MBCPSBUPSJB%PDUPSFSFOJTBMWBTUHFFONVTUPNPQEFMPPOMJKTUWBOEF6"LPNFOUFTUBBO

i"MVNOVT[JKOJTHFFOWFSFJTUFw ,SJTUJFO4FHIFST JT TUBGNFEFXFSLFSHFMJKLF LBOTFOFOEJWFSTJUFJUBBOIFU EFQBSUFNFOU6OJWFSTJUFJU 4BNFOMFWJOHi)FUJTOJFU PNEBUIFUFFOVOJWFSTJUFJUJT EBUJFNBOE[POEFS VOJWFSTJUBJSEJQMPNB[JDI NPFUFOMBUFOBGTDISJLLFOPN IJFSUFLPNFOTPMMJDJUFSFOw 0 “De medewerkers van de UA zijn

qua profiel en bekwaamheden héél uiteenlopend. Hier lopen niet enkel professoren en onderzoeksassistenten rond. Er is ook heel wat administratief en technisch personeel om de instelling te doen functioneren, verduidelijkt ze. Zelf staat ze mee in voor de diversiteit op de campussen. “Zowel onder studenten als personeel. Geen evidente opdracht, maar gelukkig ook geen soloslim-job. Ik werk onder meer samen met projectcoördinatoren, departement personeel,

4UBGNFEFXFSLFS,SJTUJFO4FH IFSTi)JFSMPPQU[PWFFMLFOOJT

de dienst studieadvies, …. De universiteit heeft de traditie via projecten gelijke kansen te lanceren. Dat behoort tot mijn taak, ook om een overkoepelend beleid uit te tekenen en zo weer meer concrete acties mee in gang te steken.” Diversiteit in de hand werken, vraagt eerst om een balans te maken van de situatie. “Om een betere aanpak voor de diversiteit onder het personeel uit te zetten, hebben we een enquête uitgevoerd die ons moet vertellen hoe ver we staan. Laten we kansengroepen genoeg aan bod komen? Dat willen we tegen mei in beeld gebracht hebben.” “De universiteit wil een pluralistische instelling zijn, maar vormt momenteel nog geen uitzondering op andere sectoren wat diversiteit betreft: bepaalde kansengroepen blijven ondervertegenwoordigd. Met andere woorden, er is nog werk aan de winkel. Niettemin, het zijn uitdagingen die we niet uit de weg gaan.”

i3FTVMUBUFO[JFOMPPOUw &MT.FSDLYJTBMMJDIUFFO WBOEFKPOHTUFXFSLOFNFST WBOEF6"%FKBSJHF MBCPSBOUFIFMQUFMLFEBHNFF HSFOTWFSMFHHFOEPOEFS[PFL VJUUFWPFSFO 0 Els werkt op de afdeling fysiolo-

gie van het departement Diergeneeskunde. “Mijn ouders zijn landbouwers. Ik ben grootgeworden tussen de dieren, dus ik ben ontzettend blij dat mijn werk betrekking heeft op dierenwelzijn.” Ze staat als laborante in voor het basiswerk dat er verricht wordt voor het onderzoek van de doctoraatsstudenten. “Zelf heb ik op Plantijn Hogeschool gestudeerd. Ik ben hier vorig jaar mijn stage komen doen. Dat was mijn collega’s blijkbaar goed bevallen, waardoor ze me al snel vroegen om iemand met zwangerschapsverlof te vervangen. Zo ben ik uiteindelijk in een vaste functie gerold.” Ook de UA ontkomt niet aan de crisis en is misschien nog net dat tikkeltje zorgzamer met de budgetten.“Toch groeit onze dienst”, weet Els. Ze werkt dag in dag uit met doctoraatsstudenten, toch voelt ze zelf niet de nood nog een extra diploma te behalen. “Ik ben blij met mijn hogeschoolopleiding. De drang om zelf te doctoreren voel ik niet, hoe graag ik ook meewerk aan het baanbrekend onderzoek dat velen hier leveren. Ik help hen waar ik kan. Wanneer zij furore maken op internationale congressen en vooral wanneer hun onderzoek tastbare gevolgen voor de diergeneeskunde heeft, voelt dat als een grote beloning. Het ontbreekt hier ook niet aan feedback. Als je slecht maar ook als je goed bezig bent, zal je het geweten hebben. Ik ben dankbaar

voor die directheid.” De collegialiteit reikt ook ver buiten de muren van het labo. “We zoeken geregeld samen een restaurantje op of plannen een weekend weg met de groep. Je kan hier ook je weekendverhalen kwijt en moet niet met zorgen blijven zitten. Er is altijd wel iemand die een luisterend oor biedt.” Ze bemerkt geen competitieve sfeer onder de doctoraatsstudenten. “Iedereen helpt hier iedereen. We zitten hier vaak tot ‘s avonds laat. We gaan

Zelf is Kristien geen alumnus van de UA. “Dat is ook helemaal niet nodig om hier aan de slag te kunnen. Wat niet wil zeggen dat de UA haar alumni niet graag ziet komen solliciteren, toch staat de unief ook open voor andere universitair geschoolden en trouwens ook niet-universitaire profielen. Ik heb bijvoorbeeld politieke wetenschappen aan de UGent en nadien meertalige communicatie gestudeerd.” Het is geen slecht betaalde job, maar dat is niet de grote motivatie voor Kristien. “Hier loopt zo veel kennis en expertise rond, en je kan die betrekken bij je werk. Zo bestaat er een stuurgroep gelijke kansen waarin verschillende professoren het onderwerp benaderen vanuit hun deskundigheid. Het is fascinerend om in zo’n leerrijke omgeving te mogen werken. En ook de collegialiteit is groot. Alleen lunchen, dat ken ik hier niet.”

#JOOFO6OJWFSTJUFJU "OUXFSQFO[JKONPNFOUFFM NFEFXFSLFSTUFXFSLHF TUFME%FQFSTPOFFMDBUFHPSJFÑO WBOEF6"WBMMFOVJUFFOJOUXFF HSPFQFO"DBEFNJTDIQFSTPOFFM "1 FO"ENJOJTUSBUJFG5FDIOJTDI QFSTPOFFM "51

er zo hard in op dat we vaak onbewust overuren kloppen. Hier heerst ook een flexibel systeem. Vandaag klop ik overuren, maar morgen mag ik later binnenkomen. Je draagt zelf verantwoordelijkheid over hoe je met je werktijd omspringt. Daarbovenop heb ik 35 verlofdagen en twee weken collectieve sluiting. Schitterend, al weet ik nog niet wat ik ermee ga doen. Stilzitten ken ik niet.”

NFEFXFSLFST

-BCPSBOUF&MT.FSDLYXFSLUNFFBBOIFUVJU[JDIUWBOEFEJFSFOHFOFFTLVOEFǳȚȴȚȴǺȚȒǑȭȌǩǵȩǩɅǩ

"OOJDL.PSBTi)FUJTFFOUPĠF QMPFHWBONFOTFOEJFBMUJKE CFSFJE[JKOPNCJKUFTQSJOHFO ǳȚȴȚȴǺȚȒǑȭȌǩǵȩǩɅǩ

,FVLFOQMPFH [PSHUWPPS HFWVMEF TUVEFOUFONBHFO "OOJDL.PSBT JTBDUJFGJOEF BGEFMJOHDBUFSJOHWBOEF6" )BBSKPCCFHJOUBMWSPFHJOEF PDIUFOENFUIFULMBBS[FUUFO WBOIFUPOUCJKUWPPSTUVEFOUFO i0NVCFOJLBMJOEFXFFS)FU LBOFSCJKPOTESVLBBOUPF HBBO NBBSWFSHFFUOJFUXF IFCCFOPPLWFFMWBLBOUJFw 0 Slaatjes, soepen, studentenme-

nu’s tot de recepties tijdens doctoraatsverdedigingen en congressen: de UA heeft een 57-tal medewerkers die instaan voor de catering en de studentenrestaurants. “Chef-koks, hulpkoks, afwassers, tot zaalpersoneel, het is een heel diverse club en bovenal een toffe ploeg. Want tijdens de lunch kan het er hier hevig aan toe gaan, maar iedereen springt bij waar hij kan”, vertelt de Edegemse Annick. “Twee jaar geleden liet ik een andere cateringjob staan om hier te komen werken. Daar heb ik nog geen seconde spijt van gehad. Ik word niet graag opgesloten in de keuken. Daarom is deze job ideaal voor me. De UA heeft verscheidene campussen. Ze hebben niet allemaal een even grote en volledig uitgeruste keuken. Daarom toer ik met mijn busje elke dag rond van de ene campus naar de andere zodat ze allen van voldoende eten voorzien zijn. Het is altijd weer wat anders en de dag vliegt voorbij. Bovendien hebben we heel wat vrije dagen. Tijdens de zomervakantie zijn we zeven weken gesloten. Toch geen onbelangrijk argument als je kinderen hebt.” En hoe vlot gaat die studentenkost naar binnen? “Onze restaurants draaien goed. De studenten hebben duidelijk hun favorieten. Wanneer er pita of koninginnenhapje met frietjes op het menu staan, dan is het hier een overrompeling. Ze hebben ook eigen inbreng: er staat overal een doos met groene en rode kaartjes. Daar kunnen ze hun opmerkingen of complimentjes op kwijt. Gelukkig is het vaak lof, maar soms krijgen we ook wel eens vragen als: ‘Waar zijn

Kijk verder www.ua.ac.be

De Universiteit Antwerpen is een kenniscentrum met 3.800 medewerkers waar grensverleggend en vernieuwend onderzoek wordt uitgevoerd op internationaal niveau. De universiteit besteedt hierbij bijzondere zorg aan de opvang en begeleiding van de studenten, met voortdurende aandacht voor onderwijsinnovatie. De universiteit is een autonome pluralistische universiteit die wenst mee te werken aan een open, democratische en multiculturele samenleving, en die een gelijkekansenbeleid voert.

Wij zijn steeds op zoek naar (m/v):

Academisch, Administratief en Technisch Personeel GEÏNTERESSEERD? Voor meer info (opdracht, profiel, arbeidsvoorwaarden, sollicitatieformulier, afsluitdatum kandidaatstelling, datum indiensttreding, …), surf naar www.ua.ac.be/vacatures e afkomst , etnisch eslacht eftijd, g e l n a d rijker elang zijn b nsen e m van teiten Kwali

of nationaliteit.

zone stad #-; #-; #-; #-; #-; #-;

Recommend Documents