Eindsymposium Natuurverkenning 2010-2040 26 januari 2012, Haagse Hogeschool, Den Haag
Zonder verhaal zijn feiten sprakeloos “Het is een feest om de resultaten van de Natuurverkenning 2010-2040 vandaag te mogen presenteren.” De openingswoorden van directeur Maarten Hajer van het Planbureau voor de Leefomgeving op het slotsymposium van de Natuurverkenning op 26 januari. Eerder die dag gebruikte Hajer het woord feest ook al. Voor de natuur zelf, in een interview met Trouw. “De natuur is een feestje, waarom vieren we dat niet?” Een middag over de noodzaak van een nieuw natuur- en landschapsverhaal dat boeit en bindt. perspectieven. ‘Kijkrichtingen’ die de onderzoekers niet zelf bedachten, maar ophaalden uit de samenleving tijdens een groot aantal workshops met belanghebbenden uit alle hoeken van de maatschappij. En dan blijkt dat de één bij natuur denkt aan wilde natuur, met veel soorten. De ander aan natuur waar je vooral van kunt genieten. Weer een ander aan ecosystemen waar je duurzaam uit kunt oogsten of soorten die iets voor je doen, zoals het bestuiven van gewassen. En niet het minst in aantal zijn de mensen die natuur gewoon zien als een fijn decor om in te wonen en werken.
Handvatten geven voor de vernieuwing van het natuurbeleid. Dat is de bedoeling van de Natuurverkenning 2010-2040. Om die adviezen te maken, onderzochten de wetenschappers van het planbureau de toekomst van natuur en landschap vanuit vier heel verschillende
Het planbureau trekt een aantal stevige conclusies uit haar exercitie. Directeur Maarten Hajer in zijn presentatie: “Het gedachtegoed van de Ecologische Hoofdstructuur is nog steeds zeer waardevol. En hoe robuuster zo’n natuurstructuur is, des te meer plek er is voor allerlei medegebruik. Denk maar aan een boom: hoe steviger de stam, des te groter de kroon die hij kan dragen.” En dat medegebruik, dat moeten mensen vooral zelf 1
Natuurverkenning moet landen in regio De woorden van de planbureaudirecteur vallen goed bij staatssecretaris Bleker, die het eindrapport van de verkenning in ontvangst neemt. “De Natuurverkenning moet landen in de regio”, zo vindt de bewindsman.
invullen. Zijn het niet vooral de kleine stukjes natuur, in onze eigen streek, die betekenis voor ons hebben? Hajer vervolgt: “Om de natuur te redden, zul je haar ook functioneel moeten aansnijden. Bijvoorbeeld door water op te vangen in natuurgebieden, zoals deze maand nog in Groningen gebeurde.” Tot slot moeten we ook accepteren dat in sommige situaties ander gebruik de natuur domineert. Vaak geen makkelijke keuze. Maar iets als wonen en werken in het groen kan wel onze internationale concurrentiekracht vergroten, stelt Hajer.
“Om de natuur te redden, zul je haar ook functioneel moeten aansnijden.”
Natuurlijke kustverdediging is een van de diensten die natuur de mens kan leveren. Bron: De Jong Luchtfotografie
“Als burger voel ik mij één met de natuur, het is de plek waar ik thuishoor. Het landschap is een uiting van de cultuurhistorische en economische traditie. Wie anders dan de mensen in de streek zouden verantwoordelijkheid moeten en kunnen dragen voor de instandhouding van die natuur en landschap?” Het verwijt uit de zaal, verwoord door Wereldnatuurfonds directeur Johan van der Gronden, dat hij slechts kil saneert, lijkt Bleker niet te raken. “De kracht van dit beleid is dat het ruimte creëert voor burgers en ondernemers.”
“De kracht van dit beleid is dat het ruimte creëert voor burgers en ondernemers.” Idealisme is verambtelijkt Publicist Bas Heijne onderschrijft de noodzaak tot het kweken van nieuwe betrokkenheid bij natuur en landschap. In zijn gesproken column constateert hij dat de natuurorganisaties, net als de cultuursector, niet langer een belang dienen dat algemeen wordt gevoeld. ‘Natuur’ is verworden tot absurdistisch gedachtegoed, aldus de publicist, waarbij de burger zich vooral gedwarsboomd voelt. Niet vreemd dat cynici ruim baan hebben en de natuurbeweging in het defensief dwingen. Wie heeft er zo nog zin in natuur? Wie voelt zich geïnspireerd door de kluwen van regels die Nederland ‘otterklaar’ zouden moeten maken? “De zuurgraad [van de natuurbeweging] moet wat afnemen”, antwoordt Heijne, als de zaal vraagt hoe het cynisme kan worden bestreden.
Eindsymposium Natuurverkenning 2010-2040 26 januari 2012, Haagse Hogeschool, Den Haag
2
The best and the brightest
Ontdek elkaars leefwerelden!
Muisstil wordt het bij het betoog van Louise Gunning, voorzitter van de Gezondheidsraad. “Hoe zou u het nou aanpakken, als u voor natuur zou werken?” had het planbureau haar gevraagd. Dat wist ze wel: “Mijn zorgen in mijn huidige baan gaan niet over de kosten die de pan uitrijzen, of over de vergrijzing. Mijn hoofdpunt is hoe ik ‘the best and the brightest’ aan het werk krijg in de gezondheidszorg. En dat doe ik door ze te verleiden. Is gezondheid niet de sector met de grootste technologische hoogstandjes? Hebben we ooit genoeg van gezondheidszorg en is het daarmee niet de motor van onze economie? Geeft werken in de gezondsheidszorg niet de grootste emotieboost die jonge mensen zich maar wensen kunnen? En is het niet de meest interessante sector om te besturen, met de leukste bestuurders aan boord?”
“Ik sta te kijken van deze heftigheid hier. Wat moet ú strijden!” Diederik van Hoogstraten, directeur van Ballast Nedam Sustainability Services, is niet jaloers op de natuursector. Hij is de tweede gastspreker om vanuit de eigen sector te reflecteren op de ontwikkelingen rond natuur. Complimenteert het PBL met haar uitnodiging aan andere sectoren om zich te verdiepen in elkaars leefwerelden. Nee, de bouwsector kijkt niet zover vooruit als het planbureau, niet tot 2040. Ze denkt en werkt in het nu. Maar de kansen zijn er niet minder interessant om.
“Wil je een schip bouwen, geef je mensen geen gereedschap, maar laat ze verlangen naar de zee”, besluit Gunning met de bekende uitspraak van Saint-Exupéry. “Ik wens u bestuurders die het beeld van de zee weten op te roepen.”
“Wil je een schip bouwen, geef je mensen geen gereedschap, maar laat ze verlangen naar de zee.” In de zaal herkent Drents gedeputeerde Rein Munniksma die behoefte aan een nieuw verhaal: “Vóór Bleker hadden we in elk Drents dorp een spreekwoordelijke keukentafel. Waar mensen samen werkten aan een vitaal platteland. Door de ingrepen van de staatssecretaris is die keukentafel nu weg en zitten we in een rouwproces. We hebben nieuwe inspiratie nodig om daar weer uit te komen.” Wereldnatuurfonds directeur Johan van der Gronden vindt de tijd rijp: “Het verschijnen van de Natuurverkenning is een uitstekend moment om te hergroeperen.”
“Ik sta te kijken van deze heftigheid hier. Wat moet ú strijden!”
“In de gebiedsontwikkeling ging het jarenlang te makkelijk. Daardoor maakte we ook fouten, bijvoorbeeld om de natuur te zien als obstakel. Structurele veranderingen in onze sector nopen ons nu tot breder denken, en dat brengt mij hier. In de gebiedsontwikkeling moeten we toe naar systeemdenken, waarin alle stromen integraal worden beschouwd. Recht wordt gedaan aan de identiteit van het gebied. Een voorbeeld is ons project over de tunnel voor de A2 in Maastricht. Die opdracht hebben we gewonnen met een verhaal over mensen.”
“Structurele veranderingen in onze sector nopen ons nu tot breder denken.”
Eindsymposium Natuurverkenning 2010-2040 26 januari 2012, Haagse Hogeschool, Den Haag
3
Het betoog van Van Hoogstraten spreekt de zaal duidelijk aan. Maar ecologen vertrouwen een bouwer niet zomaar. Marco Glastra, directeur van het Utrechts Landschap, noemt de herontwikkeling van vliegbasis Soesterberg als voorbeeld waar lokale belangenorganisaties en bedrijven samenwerken onder regie van de overheid. Bleker-proof dus, maar wél binnen door de overheid gestelde kaders. Dat samenwerking niet altijd vanzelf gaat, weet Monique van der Dungen van Groningen Seaports. “Bij de ontwikkeling van de Eemshaven waren het uiteindelijk de juridische kaders van de natuur- en milieuwetgeving die industrie en ecologen om tafel dwongen.”
“Het bouwen van wijken met aandacht voor gezondheid levert meer gezondheidswinst dan al die gezondheidscampagnes.” Vooraan in de zaal vinden de sprekers Van Hoogstraten en Gunning en planbureaudirecteur Hajer elkaar. De combinatie van zorg, bouwen en natuur, dat lijkt ze wel wat. “Het bouwen van wijken met aandacht voor gezondheid levert meer gezondheidswinst dan al die gezondheids-
campagnes”, verwacht Gunning. Van Hoogstraten doet graag mee: “Als we de maatschappelijke kosten en baten kunnen toerekenen aan projecten, dán gaat ‘ie vliegen!”
Gelijk hebben en gelijk krijgen En dan gebeurt het ter plekke. De strijd tussen de feiten en de beleving. Als derde gastspreker vertelt Toine Poppelaars, dijkgraaf van waterschap Scheldestromen, hoe hij natuur verankerd heeft, in zijn bedrijfsvoering en tussen de oren. Maar de dijkgraaf signaleert ook spanningsvelden tussen natuur en veiligheid, natuur en recreatie, natuur en economie. Stelt dat er rond de Hedwigepolder niet mét maar óver mensen wordt gesproken. Dat komt hem op felle reacties uit de zaal te staan. Er wás immers een door de Zeeuwen gedragen akkoord over ontpoldering! De onvrede is gemobiliseerd voor het electoraal gewin!
In het systeemdenken wordt een gebied integraal beschouwd.
Eindsymposium Natuurverkenning 2010-2040 26 januari 2012, Haagse Hogeschool, Den Haag
4
Dagvoorzitter Martijn de Greve duidt de discussie met een retorische vraag: “Zal de natuurbescherming de discussie over de Hedwigepolder echt winnen met de gang naar de rechter?” Gedeputeerde Rein Munniksma zet er een andere benadering tegenover. “Wij hebben ‘the best and the brightest’ om tafel gevraagd om na te denken over de wateropgave in Drenthe en Groningen. We hebben landbouwers en natuurbeschermers uitgedaagd 20 procent van hun wensen te laten varen, om 80 procent te kunnen realiseren. Allemaal naar de top. Na drie jaar was het project uitgevoerd en afgelopen januari hielden we droge voeten. Maar daar moet je dus wel voor communiceren.”
Feest “Zonder verhaal zijn feiten sprakeloos.” Veel kernachtiger had Maarten Hajer de middag niet kunnen samenvatten. Zijn feest kreeg hij, met de diversiteit aan sprekers en gasten die deelden, uitdaagden en aanmoedigden. Hun geesten aan elkaar scherpten en van elkaar leerden. Op zoek naar een nieuwe strategie om natuur te behouden en te ontwikkelen. Naar een verhaal ondersteund door kennis en feiten, maar geworteld in de beleving van mensen. Mireille de Heer De Natuurverkenning 2010-2040 is een product van het Planbureau voor de Leefomgeving, met medewerking van Wageningen UR.
Eindsymposium Natuurverkenning 2010-2040 26 januari 2012, Haagse Hogeschool, Den Haag
5