Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o.
Zomer 2010
september 2010 nummer 7
Het was weer een drukke zomer voor SNC. Besprekingen met gemeente, vleermuizenonderzoek, schapenproject, excursies, inventarisatiewerkzaamheden, nieuwsbrieven schrijven, vele mails beantwoorden van lezers, enz. Hier een samenvatting van gemeentenieuws en interessante waarnemingen.
SNC en gemeente weer in gesprek SNC en het nieuwe college hebben intensief overleg gehad om te proberen om de in het verleden ontstane verstoorde verhoudingen weer te herstellen. Er zijn uitgebreide gesprekken gevoerd met de nieuwe wethouders Joost Eerdmans (met in portefeuille het Groenbeheer) en Jouke van Winden (met in portefeuille het Groenbeleid), als ook met de gemeentesecretaris, en de door de gemeente aangewezen contactpersoon-uitvoering. Duidelijke afspraken moeten nog worden vastgelegd en dit moeten we nog even afwachten, maar SNC is voorzichtig optimistisch. Uiteraard zal SNC zich bij haar eigen beleid altijd houden aan haar statutaire doelstellingen.
Reorganisatie gemeentehuis Groenbeheer en Groenbeleid vielen in het vorige College onder dezelfde portefeuille ‘Buitenruimte’. Nu zijn deze gesplitst: Groenbeleid behoort nu tot de portefeuille van wethouder Jouke van Winden (Stadsontwikkeling) en Groenbeheer tot die van wethouder Joost Eerdmans (Buitenruimte). De scheidslijnen zijn ons nog niet echt duidelijk. Het ontwikkelen van een “Groenvisie” door Stadsontwikkeling heeft volgens Jouke van Winden een hoge prioriteit: welk eindbeeld willen we voor Capelle op groengebied, wat zijn de mogelijkheden? Ook Joost Eerdmans wenst meer en mooier Groen in Capelle. Uiteraard is het Groen niet het enige waar de gemeente mee te maken heeft. Er zullen altijd afwegingen moeten worden gemaakt, zeker nu gemeentes moeten bezuinigen als gevolg van de economische crisis. SNC blijft meedenken.
Waarnemingen SNC inventariseert zoveel mogelijk waarnemingen in en rond Capelle van flora en fauna. Steeds meer meldingen krijgen we binnen van onze nieuwsbrieflezers en supporters, waarvoor onze hartelijke dank. Het vergroot onze kennis over de aanwezigheid, verspreiding, toe- of afname van soorten, de mogelijke oorzaken hiervan (beheer, klimaatverandering), het scheppen van kansen en het nemen van maatregelen om de biodiversiteit te vergroten. Hier volgen een paar hoogtepunten van de afgelopen zomer.
De grote keizerlibel is weliswaar algemeen in Nederland, maar tot nu toe waren er weinig waarnemingen in het Schollebos. Vanwege hun snelle vliegen zijn de grote libellensoorten lastig te onderscheiden, maar het aantal waarnemingen neemt wel toe. Die toename is waarschijnlijk te danken aan het geduld dat enkele waarnemers kunnen opbrengen! Grote Keizerlibel
Dit jaar is de kleine vuurvlinder weer tweemaal in het Schollebos waargenomen en éénmaal langs de Capelseweg. Het is een kleinere vlindersoort. Het is vooral een liefhebber van schralere graslanden. De vlinder is algemeen, maar komt niet in grote aantallen voor. De grootste aantallen worden waargenomen in augustusseptember. Per jaar kennen de meeste vlinders 3 generaties, zogeheten “geboortegolven”. De rupsen van de derde generatie vuurvlinders overwinteren in de strooisellaag bijvoorbeeld afgevallen blad, e.d. De eitjes worden afgezet op zuringsoorten (vooral Schapenzuring en wat minder op Veldzuring en andere zuringsoorten). Al deze zuringsoorten komen voor in het Schollebos. Kleine Vuurvlinder
IJsvogel Het IJsvogelpaartje heeft drie keer een broedpoging gedaan, net als vorig jaar. We hebben wel met zekerheid kunnen constateren, dat de laatste 2 pogingen tot jongen hebben geleid. Het uitvliegen van de jongen is helaas niet waargenomen.
Bruine Kiekendief Twee keer is deze zomer een laag overvliegende Bruine Kiekendief waargenomen in het Schollebos. Waarschijnlijk een op jacht of verkenning zijnde oudervogel van een paartje dat in Hitland heeft gebroed (daar zijn ook drie uitgevlogen jonge exemplaren gezien). Het is een typische roofvogel van rietvelden.
Krakeend De Krakeend heeft voor de 2e keer met succes in het Schollebos gebroed en nu met 2 paartjes.
Vos Het aantal waarnemingen van Vossen neemt toe. Het is nog onduidelijk of het jonge vossen betreft op zoek naar een eigen territorium, of dat het een blijvertje wordt. Feit is wel dat de vos een vaste bewoner is van o.a. Kralingse Bos, Rottemerengebied en Hitland en steeds meer oprukt naar stedelijk gebied
Groot Glaskruid Een onopvallende plant, die je zomaar over het hoofd ziet omdat die zelfs van een klein afstandje veel op Brandnetel lijkt. Het kan zijn dat die al langer in het Schollebos aanwezig was, maar is afgelopen zomer pas ontdekt. De plant behóórt ook tot de Brandnetelfamilie. Langs een voetpad staan vele exemplaren tussen de struiken.
Boekweit Ook een nieuwkomer in het Schollebos is Boekweit, een lid van de Duizendknoopfamilie. Boekweit (Fagopyrum esculentem) is één van de oudste landbouwgewassen en afkomstig uit Azië. Vroeger werd Boekweit ook veel in Nederland verbouwd, maar alleen op arme zanden veengronden. “Jammerkoren” werd het ook wel genoemd, omdat soms hele oogsten na nachtvorst verloren gingen. De zaden lijken op kleine beukennootjes (Latijnse naam voor Beuk = Fagus) en werden tot meel vermalen dat voor veel voedselproducten werd gebruikt. Boekweit is echter geen graansoort (“Pyrus”= koren) en bevat dan ook geen gluten. In het Schollebos zijn 2 locaties aangetroffen met op elke locatie slechts één exemplaar. Waarschijnlijk zijn ze er gekomen via in de winter uitgestrooid vogelzaad dat vaak boekweitzaden bevat.
Ook de Aardpeer, een kleine soort zonnebloem, werd dit jaar voor het eerst in Schollebos aangetroffen. Vroeger werd de Aardpeer gekweekt als voedselplant: de wortelknollen zijn eetbaar. Tegenwoordig wordt hij ook gekweekt voor de siertuin en kan van daaruit verwilderen. Aardpeer
Poelruit Ook een nieuwkomer voor het Schollebos en in een prachtige pol bloeiend aan de oever van de Nieuwerkerkse Tocht. Poelruit is een lid van de grote Ranonkelfamilie, waartoe ook soorten horen als boterbloem, dotterbloem en akelei. Vooral een plant van het rivierenlandschap en op natte grond.
Kamgras Een paars bloeiende grassoort die nog wel algemeen is in Nederland, maar wel sterk afneemt en daarom op de “Rode Lijst” is geplaatst. Aangetroffen langs de oever van de “Grote Vijver” in het Schollebos.
Adderwortel Wederom een lid van de Duizendknoopfamilie, waartoe ook het alom voorkomende Perzikkruid behoort. De bloeiwijze heeft dan ook wat weg van een uit de kluiten gewassen bloeiaar van het Perzikkruid. Het is een vrij zeldzame plant van vochtige, matig voedselrijke grond, maar wordt ook gekweekt als tuinplant en kan dus verwilderen. Het gaat om slechts één exemplaar en was nooit eerder waargenomen in het Schollebos. De naam dankt de plant aan zijn slangachtige wortel. De plant werd gebruikt als medicijn o.a. voor bloedstelping en als wondkruid.
Stinkende Gouwe Stinkende Gouwe is een heel algemene plant met gele bloemetjes (4 kroonbladen). Hij behoort tot de Papaverfamilie, waartoe bijv. ook de Klaproos hoort. Vanwege het oranjegele melksap werd deze plant van oudsher gebruikt voor vele medicinale toepassingen zoals wrattenbestrijding, diverse oogaandoeningen, galziektes, enz. De verspreiding van de zaadjes gebeurt door mieren: op de zaadjes zit een eiwitrijk propje, het “mierenbroodje” waar mieren gek op zijn. Ze verslepen de zaadjes naar hun ondergrondse nest, verwijderen daar het mierenbroodje en laten het zaadje achter.
Bijzondere vorm van Stinkende Gouwe In het Schollebos komt een spontane mutatie voor van de Stinkende Gouwe. Deze heeft geen 4 kroonblaadjes, maar een veelvoud daarvan (12 of 16). Dit verschijnsel heet polyploïdie.
Polyploïdie Bij de vorming van de geslachtscellen (de meiose) worden gepaarde chromosomen gesplitst, waarbij van elk paar slechts één in elke geslachtscel komt. Soms treedt er een fout op tijdens deze meiose: de gepaarde chromosomen worden dan niet gesplitst. Dit heeft tot gevolg dat de geslachtcellen nog steeds 2 gepaarde chromosomen hebben: bij bevruchting ontstaan dan cellen met een dubbel paar chromosomen. Die bevruchte cellen groeien vervolgens uit met dubbel aantal (8) kroonblaadjes. Dit kan vervolgens nog een keer gebeuren met als resultaat 16 kroonblaadjes. In de sierbloemen- en graanteelt wordt polyploidie kunstmatig opgewekt om vollere bloemen of grotere graankorrels te krijgen. Deze mutatie in de natuur komt van tijd tot tijd voor en is bij Stinkende Gouwe zeldzaam. Vooral bij de Paardenbloem komt dit geregeld voor.
Vleermuizen SNC heeft een Batdetector aangeschaft, een apparaat waarmee je de ultrasone geluiden van vleermuizen omzet in voor ons hoorbare geluiden. Hiermee kunnen we vleermuizen spotten en ook herkennen om welke soort het gaat.
Een slijmzwam, maar geen echte schimmel, zwam of paddenstoel. Slijmzwammen vormen een aparte groep. Ze behoren niet tot de “echte” schimmels. Heksenboter
In het Wegelingpark waren op het houtsnipperpad begin juli klodders slijm te zien met een botergele kleur. Dit is het zogenoemde plasmodium van de slijmzwam Heksenboter. Het kruipt enige tijd over houtsnippers en voedt zich met bacteriën en algen.
Als de slijmzwam zich gaat voort planten, trekt het plasmodium zich samen en verhardt. De kleur verandert bij deze soort van geel naar beigebruin. Het kussenvormige geheel is bros en binnen in zitten de sporen.
Oproep om natuurvriend(in) te worden Als u ons financieel wilt steunen, kunt u uw bijdrage overmaken op: banknummer 42 89 550 t.n.v. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel en omgeving te Capelle aan den IJssel. Colofon Foto’s Vogels, vlinder, vos: www.vogeldagboek.nl. Keizerlibel en boekweit: Paul Sinnema. Stinkende Gouwe, Adderwortel: Rob Ollefers. Aardpeer, Paul Fenwick op Wikipedia. Heksenboter, Eric Stockx Overige foto’s SNC
Inktviszwam Deze bijzondere en zeer zeldzame zwam “Paddenstoel” is wederom te bewonderen in de Heemtuin langs de ’s Gravenweg. De heemtuin heeft vanwege deze zwam vorig jaar grote bekendheid gekregen (landelijke dagbladen, televisie en heel veel fotografen, zelfs uit Belgie). Capelle kan hierop trots zijn
Bronnen Vlinderstichting. Dagvlinders in kleur; Moussault 1975. Veldgids Libellen; KNNV-uitgeverij, 4e druk 2004. Heukels’ Flora van Nederland, 23e druk. Wikipedia; GNU-licentie voor vrije documentatie. Eindredactie en teksten: Ruud Sterk Ontwerp en opmaak: Ina Scheek