zoetwatertekort
in West Nederland West Nederland, oktober 2011
Platform Zoetwater West Nederland
Geachte Lezer, Door klimaatverandering krijgen we steeds vaker te maken met droogte. In het voorjaar van 2011 hebben we gevolgen daarvan aan den lijve ondervonden. Nu komt een dergelijke periode nog ongeveer eens in de tien jaar voor. In 2050 mogelijk elke twee jaar. Bij langdurige droogte komt de zoetwatervoorziening in het geding, zeker omdat de vraag naar zoetwater in de toekomst toeneemt. Zonder maatregelen leiden deze ontwikkelingen tot schade aan natuur, waterrecreatie, land en tuinbouw, industrie en de drinkwatervoorziening. Hoe voorkomen we dit? Dat is een vraag die watergebruikers en overheden samen moeten beantwoorden. Samen, omdat oplossingen die uitgaan van het huidige waterbeheer en watergebruik naar verwachting onvoldoende zijn. Mogelijk zijn onorthodoxe maatregelen nodig waarbij de taakverdeling tussen overheid en watergebruikers ook ter discussie staat. Zoetwater is één van vijf hoofdonderwerpen van de Deltabeslissing: de lange termijn keuze van de Rijksoverheid ten aanzien van alle belangrijke waterthema’s. De Deltabeslissing, die in 2014 door de regering wordt genomen, heeft grote gevolgen voor de zoetwatervoorziening in West Nederland. De voorbereiding op de Deltabeslissing is in volle gang. In het afgelopen jaar zijn de knelpunten in beeld gebracht. Dit jaar wordt zo objectief mogelijk in kaart gebracht wat denkbare oplossingen zijn. Watergebruikers en regionale overheden worden nadrukkelijk betrokken bij de voorbereiding van de Deltabeslissing. Daartoe is Nederland verdeeld in zeven regio’s. Als voorzitter van het Platform waarin de waterschappen en provincies van de regio West Nederland zijn vertegenwoordigd, roep ik u op deel te nemen aan de gesprekken over de zoetwatervoorziening. Met vijf miljoen inwoners, Mainports, Greenports en waardevolle natuurgebieden spelen er grote belangen in West Nederland. Om het belang van deze regio goed te behartigen hebben we uw inbreng als watergebruiker, deskundige, ambtenaar of bestuurder hard nodig. Als u nog niet betrokken bent, dan is nu het goede moment om aan te haken en mee te denken over oplossingen en de consequenties daarvan! Met vriendelijke groet,
Patrick Poelmann Voorzitter Platform Zoetwater West Nederland
Deze brochure bevat informatie over de volgende onderwerpen: 1. Knelpunten - 2. Oplossingen - 3. Huidige situatie - 4. Ontwikkelingen 5. Proces - 6. Spelers - 7. Ervaringen droogte
1. Knelpunten In het afgelopen jaar zijn de te verwachten knelpunten op het gebied van de zoetwatervoorziening in kaart gebracht. In de regio West Nederland spelen, bij langdurige droogte, vier knelpunten: 1. Verzilting inlaatpunten - In West Nederland wordt zoetwater ingelaten om de effecten van zoute kwel in diepe polders te bestrijden en om de waterkwaliteit in algemene zin te verbeteren. Als het lang droog is wordt het water bij een aantal inlaatpunten zelf te zout, doordat getijdewater verder landinwaarts door kan dringen. Water met een hoog zoutgehalte is bijvoorbeeld bedreigend voor natuurgebieden en de Greenports. Langdurig geen water inlaten is geen optie omdat het water langs veendijken en in veengebieden op peil moet blijven om dijkverzakkingen en bodemdaling te voorkomen.
2. Onvoldoende rivierafvoer - In droge periodes leidt een lage waterstand in rivieren en kanalen tot beperkingen voor de scheepvaart. Daarnaast wordt het steeds moeilijker om vanuit de rivier water in het gebied te krijgen, wat nodig is om alle sloten op peil te houden. 3. Geen wateraanvoer mogelijk - Dit probleem speelt in hoger gelegen gebieden als de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Door de hogere ligging zijn deze gebieden geheel afhankelijk van regenwater. Bij langdurige droogte daalt de grondwaterstand sterk en treed schade op aan natuur en landbouw. 4. Voorraad overvraagd/uitgeput - Als het extreem droog is kan een klein deel van de regio west te maken krijgen met een gebrekkige aanvoer van water uit de randmeren van de Flevopolder. Dat kan de veiligheid van dijken in dat gebied in gevaar brengen. KNELPUNTEN
Amsterdam
FUNCTIES
verzilting inlaatpunten
greenport / kapitaalintensieve teelt
onvoldoende rivierafvoer
krw / natura 2000 gebieden
geen wateraanvoer mogelijk
mainports
voorraad overvraagd/uitgeput
Aalsmeer Bollenstreek
Boskoop
Utrecht
Den Haag Westland / Oostland
Krommerijn gebied
Rotterdam
Knelpunten per sector Gebrekkige aanvoer van zoetwater bij langdurige droogte heeft gevolgen voor verschillende watergebruikers. Drinkwatervoorziening Bereiding van drinkwater wordt bemoeilijkt als de kwaliteit van het inlaatwater afneemt. Zowel de verzilting van het water als de algemene daling van de waterkwaliteit vormen een bedreiging voor drinkwaterbedrijven. Energieproductie en industrie Bij droogte stijgt de watertemperatuur. Het is dan niet altijd meer mogelijk om koelwater te lozen, met negatieve gevolgen voor de productiecapaciteit. Verzilting van het oppervlaktewater vormt ook een bedreiging voor de industrie omdat te veel zout leidt tot schade aan de installaties. Land- en tuinbouw Hoogwaardige teelt in de Greenports en andere land- en tuinbouwgebieden is in veel gevallen gevoelig voor water met een hoog zoutgehalte. In die delen van de regio
2
waar de aanvoer van water terugloopt kunnen gewassen schade lijden door een lage grondwaterstand en beperkte beschikbaarheid van water om gewassen te beregenen. In de hoger gelegen delen lijden gewassen met name schade door de sterke daling van de grondwaterstand. Waterrecreatie Bij droogte neemt de waterkwaliteit af. Dat heeft negatieve gevolgen voor de visstand en leidt ook tot toename van het aantal zwemverboden. Lage waterstanden leiden tot vaarverboden die nadelig zijn voor de recreatievaart. Stedelijk gebied De verminderde waterkwaliteit bij droogte heeft ook negatieve gevolgen voor het stedelijk water. De kans op stankoverlast neemt bijvoorbeeld toe. Scheepvaart Lage waterstanden leiden tot beperkingen voor de scheepvaart.
Platform Zoetwater West Nederland
2. Oplossingen Alle denkbare oplossingen Uit de knelpuntenanalyse volgt dat de huidige zoetwatervoorziening op termijn niet meer voldoet. Rijk en regio’s zetten dit jaar, in overleg met de watergebruikers, de eerste stap op weg naar een pakket van maatregelen om dit probleem voor te zijn. Die eerste stap is het in beeld brengen van alle denkbare oplossingen. Dat moet zo objectief mogelijk gebeuren.
Meer dan de Deltabeslissing Op dit moment is waterbeheer en daarmee ook de zoetwatervoorziening primair een overheidstaak. Daarbij zijn de taken verdeeld tussen het Rijk als verantwoordelijke voor het hoofdwatersysteem en de waterschappen die verantwoordelijk zijn voor het regionale waterbeheer. Watergebruikers spelen op dit moment nog een beperkte rol. De Deltabeslissing, die in 2014 wordt genomen, doet uitspraken over de te volgen strategie en de verdeling van zoetwater op nationaal niveau. Deze keuze is van groot belang voor
de regio’s, maar niet afdoende. Ook op regionaal niveau moeten keuzes worden gemaakt. Daarvoor zijn waterschappen, provincies, gemeenten en de watergebruikers in de regio aan zet. De oplossing van knelpunten op het gebied van de zoetwatervoorziening is kortom een verantwoordelijkheid van alle betrokkenen.
Strategieën Om er voor te zorgen dat ook echt alle denkbare oplossingen in kaart worden gebracht zijn vier scenario’s geformuleerd:
1. Water volgt, overheid verzorgt Bij dit scenario blijft de overheid primair verantwoordelijk om, afhankelijk van de vraag, te zorgen voor voldoende zoetwater. 2. Water stuurt, overheid verzorgt Maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening (uitgevoerd door de overheid) zorgen er voor dat watergebruikers zich vestigen waar voldoende zoetwater beschikbaar is. 3. Water volgt, private partijen verzorgen In dit scenario zorgen marktpartijen of gebruikers voor de levering van voldoende zoetwater, daar waar dit nodig is. 4. Water stuurt, private partijen verzorgen De gebruikers zijn zelf verantwoordelijk om het nodige te doen om aan de eigen vraag naar zoetwater te voldoen. Deze strategieën zijn tot stand gekomen door het assenkruis dat hiernaast is afgebeeld toe te passen. In elk kwadrant zijn ter illustratie een aantal mogelijke maatregelen binnen de strategie opgesomd.
Zoetwatertekort in West Nederland
Overheid
1
2
- Watervoorraden aanleggen in Hoofdwatersysteem of regionaal systeem - Open verbinding met zee sluiten om zo verzilting tegen te gaan - Alternatieve aanvoerroutes
- Functie verandering faciliteren voor landbouw, industrie en natuur - Verandering binnen een functie faciliteren : andere doelen voor de lokale natuur, andere typen landbouw
Water stuurt
Water volgt
3
4
- Collectieve watervoorziening voor glastuinbouw - Innovatie in sectoren, bijvoorbeeld andere gewassen telen, aanpassing productieproces in industrie - Industrie in haven Rotterdam maakt hun koelinstallaties geschikt voor zout water
- Watergebruikers leggen piekbergingen aan - Watergebruikers gaan water ontzilten - Watergebruikers investeren in beperking van het watergebruik
MARKT
3
3. huidige situatie Aanvoer Zoetwater Een groot deel van het jaar zorgen regen en de grote rivieren samen voor voldoende aanvoer van zoetwater. Als het minder regent dan normaal, dan wordt dat tekort aangevuld met water uit Rijn en Maas. Via verschillende onderdelen van het nationale watersysteem bereikt dit water de Regio West Nederland.
Droogte 2011 Bij langdurige droogte zoals in april en mei van 2011 wordt het inlaatwater van de Hollandse IJssel en de Nieuwe Maas te zout door indringing van zeewater. Om schade aan gewassen en natuur te voorkomen wordt dan gestopt met het inlaten van water op de gebruikelijke plaatsen en wordt water aangevoerd uit de Lek en de Nederrijn. Dat gebeurt met de zogenaamde Kleinschalige Water Aanvoer (KWA). Op 19 mei van dit jaar heeft staatssecretaris Atsma de KWA in werking gesteld. De inzet van de KWA is onderdeel van een pakket aan maatregelen dat bij langdurige droogte wordt genomen door de waterschappen. Het beregenen van veenkades om uitdroging te voorkomen is een ander voorbeeld. Tijdens de droogte in 2003 is ook op een andere manier water aangevoerd: via de Tolhuisroute. Dat is een echte noodmaatregel die leidt tot vaarverboden in de binnenstad van Amsterdam en kwetsbaarheid bij onverwachte regenval.
Watergebruik In droge periodes heeft West Nederland op dit moment 90 m3/s zoetwater nodig. Dit water wordt voor uiteenlopende doelen gebruikt. De meeste daarvan spreken voor zich. Twee behoeven een korte toelichting: •
•
4
verziltingsbestrijding en waterkwaliteitsverbetering
drinkwater en industrie
veiligheid en onomkeerbare schade veengronden en natuur
Veiligheid en onomkeerbare schade natuur Veel dijken in West Nederland zijn veendijken. overige landbouwgewassen Als die uitdrogen worden ze instabiel. Dit kan worden voorkomen door het water bij die dijken steeds op peil te houden. West Nederland glastuinbouw en fruitteelt kent ook veel veengebieden. Als die uitdrogen daalt de bodem sterk. Dat is onomkeerbare is relatief zout water dat uit de bodem omhoog komt; een schade. Om dat te voorkomen mag het grondwaterpeil niet direct gevolg van de inpoldering. Om de waterkwaliteit in die te veel zakken. polders op peil te houden worden deze polders doorgespoeld Verziltingsbestrijding en waterkwaliteitsverbetering met water van betere kwaliteit. In de delen van de regio West West Nederland kent veel diepe droogmakerijen (polders) Nederland waar geen sprake is van verzilting wordt ook doordie te maken hebben met zogenaamde ‘brakke kwel’. Dit gespoeld om de algemene waterkwaliteit op peil te houden.
Platform Zoetwater West Nederland
4. Ontwikkelingen Vaker en langer droog Ons klimaat verandert. De droge maanden begin dit jaar lijken daar een voorbode van te zijn. Hoe snel die verandering gaat en hoe groot die zal zijn staat niet vast. Eén ding is wel duidelijk: we krijgen vaker te maken met droge periodes die ook langer aan zullen houden. Dat is de conclusie die het KNMI trekt uit alles scenario’s die zij voor 2050 en later hebben doorgerekend. Op dit moment hebben we ongeveer eens in de tien jaar een echt droge zomer. Die frequentie kan stijgen tot vijf maal in tien jaar.
Staatssecretaris Joop Atsma zet op 19 mei 2011 gemaal De Aanvoerder bij De Meern in werking om West Nederland vanwege de aandurende droogte te voorzien van extra zoetwater.
Stijgende watervraag In droge periodes heeft West Nederland op dit moment 90 m3/s zoetwater nodig. In de komende eeuw kan deze behoefte groeien naar 120 tot 200 m3/s. Dat heeft de volgende oorzaken: • Klimaatverandering Als het droger wordt verdampt er meer water. Dat moet gecompenseerd worden. Dat betekent dat er meer water nodig is voor bescherming van de veendijken, het tegengaan van bodemdaling, beregening van landbouwgewassen, koelwater, drinkwater e.d. • Ontwikkelingen in de landbouw Vanuit de concurrentie positie en specialisatie is leveringszekerheid van water van voldoende kwaliteit van steeds groter belang. Daar staat tegenover dat er, met name bij telers van hoogwaardige gewassen, ontwikkelingen zijn waardoor zij minder afhankelijk zijn van het water dat waterbeheerders leveren. • Economische ontwikkelingen Als de economie groeit zal de watervraag ook toenemen. • Bevolkingsgroei Groei van de bevolking leidt tot stijging van de watervraag door de eigen consumptie, maar ook door de toename van economische activiteit en bijvoorbeeld de druk op recreatievoorzieningen. • Bodemdaling Als het beleid om bodemdaling tegen te gaan wordt aangescherpt, ontstaat daarmee extra vraag naar water.
Zoetwatertekort in West Nederland
5
5. Proces Het Deltaprogramma Het Deltaprogramma, met het deelprogramma zoetwater, is opgezet om de Deltabeslissing voor te bereiden. Het proces tot aan de Deltabeslssing verloopt in vijf stappen. Elk jaar wordt afgesloten met een beslssing van de regering over de kaders voor het volgende jaar. Om er voor te zorgen dat de kennis en belangen van de verschillende regio’s in Nederland goed in de Deltabeslissing tot uiting komen, heeft het deelprogramma Fase
Zoetwater Nederland verdeeld in zeven regio’s. Deze regio’s wordt verzocht tijdens de eerste vier stappen input te leveren. Voordat de regering haar jaarlijkse besluit neemt over de kaders voor de volgende stap, wordt de inhoud van dit besluit voorgelegd aan het Bestuurlijk Platform Zoetwater en aan het Overleg Water en Noordzee. De samenstelling van deze twee gremia vindt u achterin deze brochure, bij het onderdeel ‘Spelers’.
Periode
Inhoud
1
2010-2011
Eerste knelpuntenanalyse
2
2011-2012
Verfijning knelpuntenanalyse/ In beeld brengen mogelijke oplossingsstrategieën
3
2012-2013
In beeld brengen kansrijke oplossingsstrategieën/ definitieve knelpuntenanalyse
4
2013-2014
Keuze voor de voorkeursstrategie
5
2014
Deltabeslissing
West Nederland De regio West Nederland beslaat de beheersgebieden van de hoogheemraadschappen De Stichtse Rijnlanden, Schieland en de Krimpenerwaard, Delfland en Rijnland en de waterschappen Vallei en Eem, en Amstel, Gooi en Vecht. Deze waterschappen nemen samen met de provincies Gelderland, Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland het voortouw in de regio West Nederland. Daartoe hebben zij het Bestuurlijk Platform Zoetwater West Nederland opgericht. De regionale diensten Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland van Rijkswaterstaat zijn ook in het Platform vertegenwoordigd. Besluiten van het Bestuurlijk Platform Zoetwater West Nederland worden voorbereid door het Ambtelijk Platform Zoetwater West Nederland. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voert het secretariaat.
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap van Rijnland Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Waterschap Vallei en Eem
Noord-Holland
Utrecht
Gelderland
Zuid-Holland
Participatie Het Platform Zoetwater West Nederland staat op het standpunt dat zij het belang van de regio alleen effectief kan behartigen als de watergebruikers op een goede manier bij het proces betrokken zijn. Om die reden worden twee maal per jaar bijeenkomsten georganiseerd voor vertegenwoordigers van organisaties op het gebied van natuur en milieu, land- en tuinbouw, recreatie, industrie, drinkwaterproductie, energieproductie, kennisorganisaties en lokale overheden. 6
Platform Zoetwater West Nederland
6. Spelers Regio West Nederland Bestuurlijk Platform Zoetwater West Nederland Bestuurlijk overleg waarin vertegenwoordigers van de 10 overheden die deeluitmaken van de regio West Nederland zitting nemen. Daarnaast zijn de regionale directies van Rijkswaterstaat vertegenwoordigd. • Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden - dijkgraaf de heer P.J.M. Poelmann (voorzitter) • Hoogheemraadschap van Delfland - lid van het dagelijks bestuur de heer A. van den Berg • Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden - lid van het dagelijks bestuur de heer E.J. Miltenburg
• Hoogheemraadschap van Rijnland – lid van het dagelijks bestuur de heer A.G. Straathof • Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard – lid van het dagelijks bestuur de heer G. de Jonge • Provincie Utrecht - gedeputeerde de heer R.E. de Vries • Waterschap Hollands Delta – lid van het dagelijks bestuur de heer J. Geluk • Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, dijkgraaf de heer J. de Bondt en lid van het dagelijks bestuur de heer G.C.M. Korrel
• Provincie Zuid Holland - gedeputeerde de heer H. Weber • Provincie Noord Holland, gedeputeerde mevrouw J. Geldhof • Provincie Gelderland, gedeputeerde de heer C. Verdaas (agendalid) • Waterschap Vallei en Eem – lid van het dagelijks bestuur mevrouw J.M.P. Moons • Rijkswaterstaat - hoofdingenieur directeur dienst Utrecht mevrouw K. Visser
• Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier – lid van het dagelijks bestuur de heer L. Kohsiek
Het Nationale Niveau Staatssecretaris - Joop Atsma Bestuurlijk vervantwoorderlijk voor het Deltaprogramma namens de ministeries van Infrastructuur en Milieu en – van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Deltacomissaris - Wim Kuijken Voert de regie op het Deltaprogramma, in opdracht van de staatssecretaris
Bestuurlijk Platform Zoetwater De bestuurlijke link tussen het nationale niveau en de regio. Jaarlijkse rapportages worden met dit overleg besproken voordat deze aan de staatssecretaris worden aangeboden • Regio Noord - Gedeputeerde Provincie Groningen Mark Boumans / Dijkgraaf Wetterskip Fryslân Paul van Erkelen • Regio Oost - Waterschap Reest en Wieden, lid dagelijks bestuur Hans Pereboom • Regio Noord Holland en Flevoland Gedeputeerde Provincie Flevoland Anne Bliek - de Jong • Regio West - Dijkgraaf Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Patrick Poelmann • Regio Zuidwestelijke Delta - Gedeputeerde Provincie Zuid Holland Han Weber / Dijkgraaf Waterschap Hollandse Delta Jan Geluk Zoetwatertekort in West Nederland
• Regio Rivieren - Dijkgraaf Waterschap Rivierenland Roelof Bleker • Regio Zuid - Dijkgraaf Waterschap Aa en Maas Lambert Verheijen • VNG - Gemeente Drechterland, wethouder Luzette Wagenaar-Kroon • IPO - Gedeputeerde Provincie Drenthe Tanja Klip • UvW - Dijkgraaf Hoogheemraadschap van Rijnland Gerard Doornbos • Vewin – Directeur Theo Schmitz
Overleg Water en Noordzee Overleg waar voorstellen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu worden besproken met vertegenwooridgers van maatschappelijke organisatie. Voorstellen van het deelprogramma Zoetwater en andere onderdelen van het Deltaprogramma worden aan dit overleg voorgelegd.
• Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Produktie Associatie (NOGEPA) • Nederlandse Vereniging van Zandwinners (NVZ) • Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) • Sportvisserij Nederland • Stichting De Noordzee • Stichting Natuur en Milieu • Stichting Reinwater • Stichting van de Nederlandse visserij • Vereniging Natuurmonumenten
• ANWB Koninklijke Nederlandse Toeristenbond
• Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)
• Federatie van Oppervlaktedelfstoffen winnende Industrieën (FODI)
• Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland (VEWIN)
• Koninklijk Nederlands Watersportverbond
• Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken (VBKO)
• Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR)
• Vereniging VNO-NCW
• LTO-Nederland
• Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) 7
7. ervaringen droogte 2011 Dirk Kunst, beheerder Natuurmonumenten o.a. van Natuurgebied De Nieuwkoopseplassen
Wim van Buren, regiobeheerder Oude Rijngebied, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Hoe heeft u de droogte in 2011 beleefd? Om de Nieuwkoopseplassen staan veel huizen waarvan de fundering gevoelig is voor een lage grondwaterstand. Dat betekent dat we het peil niet te veel kunnen laten fl uctueren. Dus als het droog is, dan laten we water in. In april en mei was dat heel veel water. In principe is dat niet goed voor de natuur in het gebied. Hoewel het waterschap veel doet om water van optimale kwaliteit te leveren, blijft ‘gebiedsvreemd’ water altijd van wat mindere kwaliteit. Als het lang droog is, dan wordt dat probleem ook groter omdat de droogte de kwaliteit van het inlaatwater negatief beïnvloedt.
Wat was uw rol tijdens de droogte dit voorjaar? Ik was verantwoordelijk voor de voorbereiding en het operationeel beheer van de Kleinschalige Wateraanvoer (KWA). Dat is een wateraanvoerroute van het gebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden naar de waterschappen langs de kust, die wordt gebruikt als in die gebieden door droogte een watertekort dreigt. Dit jaar is de KWA van 17 mei tot medio juni ingezet. Dat was voor de eerste keer sinds de droogte van 2003.
Veel schade dus? Nee, dat niet. Door goede samenwerking met het waterschap hebben we steeds behoorlijk goed water kunnen inlaten. Dat heeft er ook mee te maken dat het voorkomen van onomkeerbare natuurschade hoge prioriteit krijgt als het water schaars is. Wat natuurlijk ook heeft meegeholpen is, dat het na het voorjaar ook echt goed is gaan regenen. Als de droogte langer had geduurd, dan hadden we misschien toch water van mindere kwaliteit moeten gaan inlaten, met alle negatieve gevolgen voor de natuur van dien.
Peter Bontekoe, Salixkweker uit Boskoop Hoe heeft u de droogte in 2011 beleefd? Het was een spannende tijd die mij zeker een aantal slapeloze nachten heeft opgeleverd. Maar, wat terugkijkend het belangrijkste is, is dat de kwekers hier in de regio Boskoop de droogte dit jaar eigenlijk zonder noemenswaardige schade zijn doorgekomen. Maar het was toch extreem droog? Klopt, maar om twee redenen viel het deze keer mee. In de eerste plaats heeft de droogte ‘maar’ twee maanden geduurd en is het daarna echt goed gaan regenen. In de tweede plaats heeft een uitstekende samenwerking met het waterschap er toe geleid dat op tijd de juiste noodmaatregelen zijn genomen. Dat was echt perfect. Hoe kijkt u naar de toekomst? Dit keer ging het goed. Maar als droogte vaker voor gaat komen en langer gaat duren dan helpen de noodmaatregelen niet meer. Daar moeten we echt een oplossing voor gaan bedenken.
8
Hoe heeft u de droogteperiode beleefd? Belangrijkste is dat ik gedurende de gehele periode het gevoel heb gehad dat het een goed beheersbare situatie was. Ik denk dat dat ook geldt voor de andere betrokkenen binnen ons waterschap. In goed overleg zijn de nodige maatregelen genomen als bijvoorbeeld het in werking stellen van de KWA en het beregenen van veenkades in het gebied om de veiligheid te waarborgen. Die maatregelen hebben gewerkt. En als de droogte langer had geduurd dan twee maanden? Bij De Stichtse Rijnlanden hadden we het gevoel dat er ook bij langere droogte niet direct grote problemen zouden ontstaan. Ook als de afvoer van de Lek nog verder zou dalen, dan zouden we, met de inzet van noodpompen nog een tijd vooruit kunnen. Belangrijk daarbij is wel dat in ons beheergebied geen sprake is van verzilting. De waterkwaliteit is hier tijdens droogte niet een probleem zoals het dat voor de waterschappen langs de kust wel is.
Contact Als u vragen heeft over de zoetwatervoorziening in West Nederland of over de werkzaamheden van het Platform Zoetwater West Nederland, dan kunt u die stellen aan: Liesbeth Borghouts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Postbus 550 3990 GJ Houten
[email protected] tel. 030 – 634 5966
Platform Zoetwater West Nederland