Hogeschool West-Nederland HBO-Bacheloropleiding Tolk-Vertaler
© Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010
2/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Managementsamenvatting
Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling Opleidingen Variant Croho-nummer Locatie Auditdatum Auditteam
Hogeschool West-Nederland Opleiding Tolk-Vertaler Deeltijd: contact- en afstandsonderwijs 34004 Geen eigen huisvesting, tien lokalen worden gehuurd van het Zandvlietcollege te Den Haag 8-10-2010 Dhr. dr. J.A. Dop, vakdeskundige Dhr. drs. R. van Deemter, vakdeskundige en dagvoorzitter Mevr. drs. T.J.G. van der Heijden, studentlid auditteam Mevr. drs. E. van Tiggelen, NQA-auditor
Door HWN is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. Na afloop van de visitatiedag heeft de opleiding aanvullende documenten opgesteld en ingebracht. Ook is er op verzoek van het auditteam aanvullend telefonisch contact geweest met een zevental gesprekspartners die tijdens de visitatiedag door omstandigheden niet gehoord/gesproken konden worden. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Doelstellingen van de opleiding De opleiding heeft een relevante set eindcompetenties opgesteld die is gebaseerd op het, door het PSTEVIN geactualiseerde, landelijke competentieprofiel hbo-opleidingen Vertalen en Tolken Nederland. HWN is op de hoogte van internationale eisen die gesteld worden aan opleidingen voor vertaler en heeft deze vertaald naar een opleidingsprogramma. De competenties die HWN in haar opleiding nastreeft, sluiten aan bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor, de Dublin descriptoren. Het auditteam stelt vast dat de docenten binding hebben met het werkveld en vanuit die relaties op een passende wijze invulling geven aan actualisering van de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het opleidingsprogramma.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
3/57
Programma Het auditteam stelt vast dat het onderwijsprogramma voldoende beroepsgericht is. Ook weerspiegelt het opleidingsprogramma de beoogde eindkwalificaties. De opleiding heeft geen onafhankelijke werkveld- beroepencommissie dat het curriculum jaarlijks evalueert. Het programma van de opleiding vertoont naar de mening van het auditteam voldoende samenhang. Uit gesprekken met studenten, docenten en uit de aangeleverde documentatie, maakt het auditteam op dat het programma dat HWN aanbiedt, qua vorm en inhoud aansluit bij de kwalificaties van instromende studenten met een havo- vwo- diploma, mits zij beschikken over enige achtergrond in de taal waarvoor wordt opgeleid. De regels en richtlijnen voor instroom tot het verkorte opleidingstraject waren ten tijde van de opleidingsvisitatie weinig expliciet. HWN heeft de instroomeisen voor dit traject na de beoordeling van het auditteam scherper geformuleerd en als zodanig op haar website gepubliceerd. De opleiding voldoet aan de formele eisen voor studieduur. Ten aanzien van toetsing heeft het auditteam kunnen vaststellen dat de toetsen aansluiten op de behandelde thema’s en van voldoende niveau zijn. In het bijzonder door de integratie van de SNEVTtoetsing in het onderwijsprogramma. Het auditteam heeft ook vastgesteld dat de feedback die de studenten op gemaakte toetsen krijgen, kwalitatief en kwantitatief sterk verschilt tussen de verschillende deelopleidingen. Daarbij is de gehanteerde cesuur niet altijd transparant. Inzet van personeel Het auditteam heeft vastgesteld dat de docenten (recente) ervaring hebben in de beroepspraktijk en gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma van de opleiding. Tijdens de visitatie is het beeld bevestigd dat er onder de docenten voldoende binding is met de beroepspraktijk om in de studie hier een adequate relatie naar te kunnen leggen. Het auditteam stelt verder vast dat HWN voldoende personeel inzet om het onderwijs te verzorgen. De studenten zijn tevreden over de toegankelijkheid van de docenten. Voorzieningen Het auditteam stelt vast dat de huidige, enigszins verouderde, voorzieningen volstaan voor een studentenpopulatie van deze omvang en samenstelling. Studenten zijn tevreden over de mate en wijze van begeleiding die zij ontvangen van docenten. Mede gezien de korte lijnen en de toegankelijkheid van de docenten (ook buiten lesuren) hebben de studenten een upto-date beeld van hun studievoortgang. De beschikbaarheid van toetsresultaten en gegevens met betrekking tot de studievoortgang via een digitale leeromgeving is voor HWN nog een punt van verbetering voor de toekomst. Interne kwaliteitszorg Het systeem voor interne kwaliteitszorg is in grote lijnen vastgelegd op papier. De streefdoelen en de werkwijze zijn in mindere mate geconcretiseerd. In de dagelijkse gang van zaken is er aandacht voor verbeteren van de opleiding. Het auditteam ziet in dat de opleiding voldoende evaluatieonderzoeken uitzet bij betrokkenen om de kwaliteit van de opleiding te kunnen borgen. Wanneer de normen voor de resultaten uit deze onderzoeken
4/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
niet eenduidig zijn vastgelegd, gaat dit haar doel echter voorbij. De kleinschaligheid van de opleiding is meegenomen in de beoordeling van het onderwerp kwaliteitszorg. Het auditteam realiseert zich terdege dat gezien de geringe omvang van de opleiding het kwaliteitszorgbeleid geen lijvig document hoeft te zijn, mits het voldoet aan de basisvoorwaarden en hiernaar wordt gehandeld. Resultaten Het auditteam stelt vast dat de opleiding voldoet aan de vereiste basiskwaliteit. De bestudeerde eindwerkstukken getuigen hiervan. De invulling die wordt gegeven aan het vierde jaar kan naar het oordeel van het auditteam beter zodat de aansluiting met de leerdoelen in dat jaar duidelijker is en het aantal studiepunten voor de verschillende onderdelen is gerechtvaardigd. Het auditteam is van mening dat de opleiding met de aangeleverde streefcijfers en kengetallen aantoont dat zij voldoende zicht heeft op relevante gegevens met betrekking tot rendementen. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler van HWN aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
5/57
6/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
1
Basisgegevens
2
Beoordeling
3
9
11
2.1
Doelstellingen van de opleiding
12
2.2
Programma
16
2.3
Inzet van personeel
28
2.4
Voorzieningen
31
2.5
Interne kwaliteitszorg
33
2.6
Resultaten
37
Bijlagen
41
Bijlage 1:
Deskundigheden leden van het auditteam
43
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
49
Bijlage 3
Bezoekprogramma
53
Bijlage 4
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
55
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
7/57
8/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
1
Basisgegevens
De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Naam instelling Status instelling Naam opleiding in CROHO Registratienummer in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting(en)
8. Locatie 9. Code of conduct 10. Variant 11. Inhoudelijk profiel opleiding
12. Beoogd werkveld alumni
Hogeschool West-Nederland Aangewezen Opleiding Tolk-Vertaler 34004 Hbo-bachelor 240 studiepunten (per deelopleiding) Bacheloropleiding voor vertaler (contactonderwijs) met afstudeerrichtingen: vertaler Engels, Frans en Spaans. Bacheloropleiding voor vertaler (afstandsonderwijs) met afstudeerrichtingen: vertaler Engels, Duits, Frans en Spaans. Den Haag (tien lokalen worden gehuurd van het Zanvlietcollege) HWN heeft de Code of conduct getekend Deeltijd: Afstandsonderwijs met en zonder contacturen In de eerste drie jaren van de opleiding ontwikkelen studenten de volgende eindcompetenties; (1) Vertaalcompetentie, (2) Linguïstische en tekstuele competentie, (3) Culturele competentie, (4) Zoekstrategieën en onderzoekscompetentie. Daarnaast bereiden ze zich voor op de externe toetsing in SNEVT-verband aan het eind van het derde jaar. De eerste drie jaar staan nadrukkelijk in het teken van kennisontwikkeling ten aanzien van de moedertaal en de vreemde taal. Dit gebeurt onder andere door het laten bestuderen van boeken over grammatica zowel van het Nederlands als van de vreemde taal. De benodigde algemene culturele kennis van de moedertaal en vreemde taal wordt ontwikkeld middels colleges, op basis van voorgeschreven boeken en door de docent uitgereikte actuele en relevante artikelen. In het vierde jaar staat voorbereiding op de beroepspraktijk centraal. Het vierdejaarsprogramma bestaat uit drie componenten, a) cursus specialisaties, b) praktijkopdracht, c) onderzoek naar verworven competenties. De algemene doelstelling van de opleiding is om via een geïntegreerd onderwijsprogramma multifunctionele taalbemiddelaars op te leiden die over de kennis, vaardigheden en beroepshouding beschikken om in een regelmatig veranderende, internationale en multiculturele omgeving goed te functioneren als vertaler. Er zijn grofweg twee groepen beroepsbeoefenaren te onderscheiden: Zelfstandige vertalers Bewegen zich zelfstandig op de vertaalmarkt en opereren individueel, soms binnen een informeel netwerk van professionele freelancers en/of via een bemiddelingsbureau voor vertalingen.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
9/57
In-house-vertalers in dienst van een vertaalbureau of vertaaldienst. Deze groep is verbonden aan een vertaalbureau of een vertaaldienst (afdeling van een betrekkelijk groot commercieel bedrijf of een overheidsinstelling zoals de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, en buiten Nederland de Europese Instellingen).
13. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool 14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie
16. Schema opbouw programma
Daarnaast kunnen beroepsbeoefenaren verbonden zijn aan bedrijven en instellingen van allerlei aard, hetzij als vertaler, hetzij als multifunctionele taalbemiddelaar. De opleiding is de enige die wordt gegeven door HWN: HWN is de opleiding. Vorige visitatie heeft in oktober 2005 plaatsgevonden. Na de vorige visitatie zijn op basis van evaluaties en commentaren van externe deskundigen de volgende veranderingen en verbeteringen doorgevoerd: het beroepsprofiel is in samenwerking met de andere vertaalopleidingen in Nederland bijgesteld; het vierde jaar, dat ten tijde van de vorige visitatie nog niet had gedraaid, is nu op basis van allerlei evaluaties ontwikkeld tot een volwaardig afsluitend jaar; HWN beschikt nu over een digitale leeromgeving in de vorm van een interne website; de studentenadministratie en cijferadministratie zijn geprofessionaliseerd. De opleiding hanteert het landelijk profiel van eindcompetenties vertalen Hbo-opleidingen Vertalen en Tolken Nederland. Binnen dit profiel zijn 6 eindcompetenties te onderscheiden: 1. Vertaalcompetentie 2. Linguïstische en tekstuele competentie 3. Culturele competentie 4. Zoekstrategieën en onderzoekscompetentie 5. Technische competentie 6. Zakelijke en ondernemingsgerichte competentie De leerjaren zijn onderverdeeld in 3 fasen. Aan het einde van iedere fase is een zeker competentieniveau bereikt: Fase 1 (leerjaar 1): De student beschikt over voldoende kennis om deze in een relatief eenvoudige beroepssituatie onder begeleiding toe te passen. Fase 2 (leerjaar 2+3): De student is in staat om zelfstandig de competentie toe te passen in een relatief eenvoudige beroepssituatie. Fase 3 (leerjaar 4); De student is in staat om zelfstandig de competentie toe te passen in een complexe beroepssituatie.
10/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
2
Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding: Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel P
2 Programma
P
3 Inzet personeel
P
4 Voorzieningen
P
5 Interne kwaliteitszorg
P
6 Resultaten
P
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen – programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving – inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement
Oordeel Goed Goed Goed Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldaan Voldoende Voldoende Goed Goed Goed Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Goed Voldoende Voldoende
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande Hbobacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler van HWN aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau. In het rapport worden de termen contactonderwijs/ contactstudent gebruikt wanneer het gaat om onderwijs waarbij studenten fysieke contactmomenten hebben bij de opleiding middels één- of tweewekelijkse hoorcolleges. De termen afstandsonderwijs/ afstandstudent worden gebruikt wanneer een student geen fysieke contactmomenten heeft met de opleiding maar uitsluitend op afstand onderwijs volgt. Beide varianten vallen onder de noemer deeltijdonderwijs.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
11/57
2.1
Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen • Er is in Nederland één voltijdse bacheloropleiding voor vertalers en tolken, bij de Hogeschool Zuyd in Maastricht. Daarnaast zijn er drie erkende deeltijdse bacheloropleidingen: ITV-Hogeschool, LOI en HWN. Deze vier opleidingen werken samen in het overleg Vertaalopleidingen Nederland. • De HWN biedt met ingang van studiejaar 2010-2011 uitsluitend een vierjarige, deeltijdse bacheloropleiding die studenten opleidt tot startbekwame vertalers. Op basis van het getuigschrift kunnen afgestudeerde studenten zich laten opnemen in het Kwaliteitsregister Tolken en Vertaler. • HWN biedt de deeltijdopleiding in de vorm van contactonderwijs aan met als studierichtingen Engels, Frans en Spaans. Alle studierichtingen bieden de deeltijdopleiding voor vertaler ook via afstandsonderwijs aan. Studierichting Duits wordt momenteel uitsluitend via afstandsonderwijs gevolgd door studenten. • De eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op het landelijk profiel van zes eindcompetenties vertalen hbo-opleidingen Vertalen en Tolken Nederland. Dit profiel is op 28 mei 2010 vastgesteld door het Platform Sector Tolken en Vertalen (PSTEVIN) in Nederland. De eindkwalificaties zijn ook opgenomen in bijlage 5. Binnen het PSTEVIN zijn naast de opleidingen voor vertaler in Nederland, beroepsverenigingen en belangrijke vertaalbureaus vertegenwoordigd. Het vaststellen van de gemeenschappelijke en specifieke competenties ten behoeve van het landelijke profiel vertalen is een gezamenlijke exercitie geweest. Uit notulen van het PSTEVIN-overleg blijkt deelname van Hogeschool West Nederland. • Het landelijk profiel van eindcompetenties vertalen bestaat uit 6 competenties: (1) vertaalcompetentie, (2) linguïstische en tekstuele competentie, (3) culturele competentie, (4) zoekstrategieën en onderzoekscompetentie, (5) technische competentie, (6) zakelijke en ondernemingsgerichte competentie. De competenties zijn afzonderlijk vertaald naar specifieke kennis, vaardigheden en beroepshoudingen die benodigd zijn voor beheersing van de competentie (beroeps- en opleidingsprofiel vertaler). • HWN vertaalt de eindcompetenties naar fases die corresponderen met de studiejaren van een student. In de eerste twee studiejaren wordt voornamelijk aandacht besteedt aan de beheersing van de eerste vier competenties, in het laatste studiejaar komen de laatste twee competenties aan bod. • Het landelijke profiel wordt door alle bacheloropleidingen voor vertaler in Nederland gebruikt. Het is door collega’s van de Hogeschool Zuyd besproken met hogescholen voor vertaler in België en Duitsland. Het auditteam stelt vast dat HWN via het contact met Hogeschool Zuyd, op de hoogte is van internationale eisen die gesteld worden aan opleidingen voor vertaler en deze gebruikt als richtlijn bij het geven van invulling aan het onderwijs.
12/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Overwegingen De opleiding heeft een relevante set eindcompetenties opgesteld, gebaseerd op het geactualiseerde landelijke profiel eindcompetenties vertalen hbo-opleidingen Vertalen en Tolken Nederland (2010). De eindkwalificaties zijn vastgesteld door het Platform Sector Tolken en Vertalen in Nederland (PSTEVIN). Gezien de samenstelling van het PSTEVIN mag worden aangenomen dat bij de formulering van eindcompetenties aandacht uit is gegaan naar de eisen van vakgenoten en de beroepspraktijk. Het auditteam heeft daarnaast vastgesteld dat bij de totstandkoming van het opleidingsprofiel actuele ontwikkelingen in het beroep en maatschappelijke veranderingen in ogenschouw zijn genomen. Daar de meeste docenten van HWN tevens werkzaam zijn in de beroepspraktijk is de relatie tussen de inhoud van de opleiding en de beroepspraktijk ook op die manier geborgd. Ten aanzien van internationalisering concludeert het auditteam dat het curriculum van HWN een sterke internationale basis heeft. Dit komt mede voort uit het feit dat het beroep van vertaler kennis vergt van andere talen en culturen. Het is, mede door het afstandsonderwijs, voor buitenlandse studenten relatief eenvoudig om aan HWN een opleiding tot vertaler te volgen. HWN maakt zelf inhoudelijk en kwalitatief geen internationale vergelijking tussen de eigen opleiding en aanpalende opleidingen in het buitenland. De reden hiervoor is dat er op dit moment nog geen geformaliseerd platform of netwerk bestaat voor vertalers dat dit mogelijk maakt. Tot die tijd stelt HWN zich op de hoogte via haar contacten met Hogeschool Zuyd. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Domeinspecifieke eisen tot het oordeel goed.
Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen • Het inhoudelijk niveau van de opleiding wordt vooral gewaarborgd doordat studenten moeten voldoen aan de eisen van de SNEVT (Stichting Nationaal Examen voor Vertaler en Tolk). In de SNEVT werken de drie deeltijdse bacheloropleidingen voor vertaler in Nederland (LOI-Hogeschool, ITV-Hogeschool en HWN) samen met beroepsverenigingen en het werkveld. De belangrijkste doelen van de SNEVT zijn: (1) Het waarborgen van de betrokkenheid van het beroepenveld bij de opleiding voor vertaler en tolk, (2) Het bewaken van het inhoudelijk eindniveau van de opleiding (dit geschiedt doordat de examencommissie van de SNEVT een onafhankelijke voorzitter heeft en doordat de subcommissies per taal bestaan uit zowel docenten die verbonden zijn aan de drie opleidingen als uit externe deskundigen uit het werkveld). Nadere informatie over toetsing volgens SNEVT is opgenomen in het document ‘Reglement SNEVT’. • Bij facet 1.1 is beschreven welke eindcompetenties de opleiding hanteert voor de invulling van het programma voor de opleiding Vertaler en Tolk en op welke bronnen deze zijn gebaseerd. Het opleidingsprofiel geeft aan hoe de nagestreefde competenties in de loop van de opleiding aan de orde komen.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
13/57
•
Onderstaande tabel laat de relatie zien tussen de geformuleerde eindcompetenties uit het landelijke profiel (één tot en met zes) en de vijf Dublin descriptoren: Dublin descriptoren Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden
•
•
•
HWN- kerncompetenties 1, 2, 3, 4, 6 1, 2, 3, 5, 6 1, 2, 3, 4, 6 1, 2, 6 1, 2, 3, 4, 5, 6
HWN stelt de generieke hbo-kerncompetenties centraal in het onderwijsprogramma. In het document Beroeps- en opleidingsprofiel vertaler (juni 2010) wordt aangegeven op welke wijze HWN de ontwikkeling op de generieke hbo-kerncompetenties bij studenten middels het onderwijsprogramma stimuleert. Als voorbeeld, aan de kernkwalificatie “brede professionalisering” wordt als volgt aandacht besteedt; ‘Door veel gebruik te maken van beroepsbeoefenaren worden studenten bekend gemaakt met de beroepspraktijk en de eisen die aan beginnende beroepsbeoefenaren worden gesteld en tevens met de ontwikkelingen in het beroepenveld.’ Voor toetsing van het bachelorniveau, wordt op het gebied van taalvaardigheid tevens een zekere aansluiting gezocht met het Common European Framework of Reference (CEFR) of Europees Referentiekader (ERK). Dit raamwerk is ontwikkeld door de Raad van Europa en wordt in heel Europa gebruikt om taalvaardigheidniveaus in verschillende landen met elkaar te vergelijken. In de studiegids wordt per deelopleiding en per leerjaar ingegaan op de taalspecifieke doelstellingen.
Overwegingen HWN heeft, naar de mening van het auditteam, aangetoond dat de competenties die zij in haar opleiding nastreeft, aansluiten bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor, de Dublin descriptoren. Daarnaast is het auditteam overtuigd van het feit dat het bachelorniveau ten aanzien van de vertaalcompetenties wordt geborgd door de invulling die wordt gegeven aan de onderwijsmodules. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam voor het facet Niveau bachelor tot het oordeel goed.
Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is.
14/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Bevindingen • In het beroeps- en opleidingsprofiel wordt uitgelegd wat de belangrijkste vereisten zijn binnen het werkveld (taken en beroepshouding). Deze vereisten hebben de basis gevormd voor de formulering van eindcompetenties in het landelijk profiel. Verondersteld wordt dat de beheersing van deze eindcompetenties (mede) bepalend is voor een beginnend beroepsoefenaar om succesvol te (kunnen) zijn in zijn/ haar vak. • Het PSTEVIN vormt het platform voor de drie opleidingen voor vertaler in Nederland, de beroepsverenigingen en belangrijke vertaalbureaus om ervaringen uit te wisselen. In facet 1.1 is aangegeven dat het PSTEVIN de gemeenschappelijke en specifieke competenties ten behoeve van het landelijke profiel van eindcompetenties vertalen heeft vastgesteld. HWN heeft aangetoond dat zij de overleggen van het PSTEVIN periodiek bijwoont en waar mogelijk/ wenselijk een inhoudelijke bijdrage levert aan het overleg. In de notulen van het platform-overleg is de vaststelling van het landelijk profiel beschreven. • HWN leidt studenten op tot vertalers met een startbekwaamheid op het gebied van commercieel vertalen. Afgestudeerden gaan aan het werk in het bedrijfsleven als zelfstandig vertaler/revisor of als in-house vertaler/revisor in dienst van een vertaalbureau of vertaaldienst (deze laatste vindt men terug bij een betrekkelijk groot commercieel bedrijf of een overheidsinstelling zoals de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, en buiten Nederland de Europese Instellingen). Vertalers kunnen aldus verbonden zijn aan bedrijven en instellingen van allerlei aard, hetzij als vertaler, hetzij als multifunctionele taalbemiddelaar. Dit wordt onderschreven door alumni die tijdens de visitatiedag gesproken zijn. Naar schatting tweederde van de freelancers combineert het vertalen met andere werkzaamheden, zoals: redactiewerkzaamheden, tekstschrijven, taaltrainingen. Vertalers bij een bedrijf zonder specifieke vertaaldienst hebben vaak de functie van taaldienstverlener. Tot hun taken behoort naast het vertalen vaak ook het redigeren en schrijven van teksten. • In onderzoek onder alumni (2006-2009) is navraag gedaan naar aard van hun huidige werkzaamheden. 78 procent van de 23 respondenten gaf aan werkzaam te zijn als zelfstandig ondernemer. • In het beroeps- en opleidingsprofiel wordt ingegaan op de vereiste kwalificaties van een vertaler, de visie op de ontwikkelingen in het beroep en de werkterreinen waar de vertaler werkzaam kan zijn (zie document getiteld ‘beroeps- en opleidingsprofiel’, juni 2010). • Van borging van de hbo-oriëntatie middels een onafhankelijke Beroepen- en werkveldcommissie is geen sprake (meer). Deze commissie is in 2008 opgeheven door HWN. Zij geeft hiervoor als reden aan dat er op andere manieren structurele verbanden bestaan tussen opleiding en werkveld waardoor de inbreng van het werkveld adequaat is geborgd. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op het landelijke profiel van eindcompetenties vertalen. Daarnaast heeft het auditteam opgemerkt dat er voldoende binding is met het werkveld via netwerken en de docenten. Volgens het auditteam zijn de docenten goed in staat een beeld te scheppen van de functies en beroepen waar studenten als beginnend beroepsbeoefenaar voor worden opgeleid. Het ontbreken van beroepen- / werkveldcommissie wordt hiermee deels ondervangen.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
15/57
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Oriëntatie hbo-bachelor tot het oordeel goed. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ positief.
2.2
Programma
Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen • Het ontwikkelen van kennis vormt een belangrijk deel van de opleiding Tolk-Vertaler. De kennis die geleerd moet worden, betreft kennis van de moedertaal en van een vreemde taal; de linguïstische competentie. Daarnaast is algemene kennis vereist van de Nederlandse samenleving en die van de landen waarvan de taal wordt bestudeerd; de culturele competentie. Kennis wordt aangeleerd via voorgeschreven literatuur en actuele literatuur aangedragen door docenten. Het auditteam heeft de leerbronnen ingezien en is daarover overwegend positief. Deze voldoen in de basis aan de vereiste inhoud en kwaliteit, naar de mening van het auditteam zou op sommige punten meer diepgang kunnen worden nagestreefd. • De opleiding is daarnaast geënt op de ontwikkeling van (ver)taalvaardigheden. Gedurende het hele curriculum wordt hier aan gewerkt. De student oefent zijn vertaalvaardigheden met behulp van jaarlijks geactualiseerde readers met vertaal- en redactieteksten. Naar de mening van het auditteam zijn de vertaalteksten van de juiste kwaliteit en komt de vakliteratuur mede voort uit de internationale vakdiscussie. Methodes die gebruikt worden in de werkcolleges zijn onder andere: het in groepsverband aan vertaalopdrachten werken (uitsluitend in het vierde jaar en bij enkele talen) en het geven van spreekbeurten/presentaties. • Het valt het auditteam op dat de gebruikte literatuur minder is gericht op het ontwikkelen van grammatica. HWN geeft aan dat hier bewust voor is gekozen, omdat van studenten die met de studie (willen) beginnen een zeker basisniveau wordt verwacht op het gebied van grammatica. Wanneer deze basis voldoende is, zullen studenten bij aanvang van de studie de instaptoets met een voldoende resultaat kunnen afronden. Het auditteam heeft vastgesteld dat de instaptoets niet verplicht is gesteld voor studenten die aan de studie willen beginnen.
16/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
•
•
•
Het auditteam heeft geconstateerd dat pas in het vierde jaar zogenaamde “vertaalinstrumenten” aan bod komen in het onderwijsprogramma. Naar de mening van het auditteam zou hier eerder in het onderwijsprogramma aandacht naar uit moeten gaan, omdat studenten deze technieken ook al in eerdere studiejaren nodig hebben bij het vertalen van teksten. De opleiding biedt de studenten een viertal cursussen inleiding in mogelijke specialisaties. In deze cursussen treden beroepsvertalers op als gastdocent. Hierdoor krijgen studenten een eerste kennismaking met de (vaak specialistisch getinte) eisen die ook aan beginnende beroepsbeoefenaren worden gesteld en de actuele ontwikkelingen in werkveld. Aangezien deze specialisatiecursussen taaloverstijgend worden aangeboden, is er voor het auditteam weinig zicht op de transfer van deze kennis naar de individuele vertaalvaardigheid. Studenten halen er individueel lering uit, de opleiding voert hier verder geen controle op uit. De studenten van HWN voeren indien mogelijk een praktijkopdracht uit vanuit de eigen werksituatie. Studenten die binnen hun huidige werksituatie geen relevante opdrachten kunnen uitvoeren, kunnen toch praktijkervaring opdoen via het stagevertaalbureau dat HWN heeft opgezet. Dit bureau biedt studenten de mogelijkheid om “stage” te lopen door vertaalopdrachten uit te voeren voor non-for-profit organisaties. De stageperiode kan ook met een voldoende worden afgerond wanneer de student zelf extern opdrachten verwerft en die ter goedkeuring voorlegt aan de coördinator van het vierde jaar.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat HWN het onderwijsprogramma beroepsgericht is. De vertaalopdrachten die de studenten krijgen zijn ontleend aan de beroepspraktijk waardoor de stap van studie naar werken minder groot is. Het auditteam heeft bovendien geconstateerd dat de vertaalteksten een oplopende moeilijkheidsgraad hebben, waarbij het niveau past bij het corresponderende studiejaar en bij de competenties die de student dat jaar eigen moet maken. Het auditteam beschouwt het als een gemis dat vertaaltheorieën laat in het curriculum aan bod komen. Het auditteam ziet deze kennis alsmede vaardigheid met ‘vertaaltools’ als onontbeerlijk, wil men op een goede manier uitvoering geven aan de vertaalopdrachten. In de gesprekken met alumni en met studenten die contactonderwijs volgen, werd het bovenstaande niet als aandachtspunt aangemerkt. Zij gaven veelal aan dat zij door het oefenen met het vertalen van teksten en door lering te trekken uit de feedback van docenten, voldoende kennis van vertalen en vertaalvaardigheden op konden doen. Studenten die afstandsonderwijs volgen bevestigen het punt van het auditteam wel. Zij zijn op zichzelf aangewezen en hebben hierdoor meer behoefte hebben aan een vastomlijnd theoretisch kader en kennis van vertaalinstrumenten bij de uitwerking van hun opdrachten. Het auditteam vraagt hier aandacht voor. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Eisen Hbo tot het oordeel voldoende. Bij dit oordeel heeft de opmerking over de huidige ondersteuning bij de ontwikkeling van vertaalvaardigheden (middels vertaaltheorieën en vertaalinstrumenten) meegewogen.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
17/57
Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen • De structuur van de vierjarige bacheloropleiding (contactopleiding) voor vertaler is als volgt: Jaar 1 propedeutische fase met propedeutisch examen (60 studiepunten), Jaar 2 begin hoofdfase (60 studiepunten), Jaar 3 voortzetting hoofdfase (60 studiepunten. Jaar 4 afronding hoofdfase (60 studiepunten). • Op grond van de resultaten in het derde jaar wordt bepaald of de kandidaat in aanmerking komt voor de zogenaamde verklaring van geen bezwaar voor de vier tentamenonderdelen van het SNEVT-examen. Het landelijk examen maakt deel uit van het bachelorprogramma. • In de eerste drie jaren van de opleiding ontwikkelen studenten de eerste vier eindcompetenties en bereiden zich voor op de externe toetsing in SNEVT-verband. In het vierde jaar is de beroepsvoorbereiding geconcentreerd. Het vierde jaar bestaat uit drie componenten: (1) cursus specialisaties, (2) praktijkopdracht, (3) onderzoek naar verworven competenties. • De afstandopleiding kent nagenoeg dezelfde opbouw en indeling als de contactopleiding en gebruikt grotendeels dezelfde boeken. De inhoudelijke component wordt aangeboden in de vorm van modules. Twee of meer van die modules vormen samen de stof van één jaar van de contactopleiding. • In de studiegids 2010-2011 wordt per opleidingsonderdeel uitgelegd hoe doelstellingen (beheersing van de zes eindcompetenties) zijn gekoppeld aan de inhoud van een opleidingsonderdeel over de vier studiejaren heen. Er wordt per opleidingsonderdeel (bijvoorbeeld Nederlands-Engels) een gedetailleerde beschrijving gegeven van de doelstelling (wat moet een student kunnen om te laten zien dat hij de betreffende competenties beheerst?). Vervolgens wordt een omschrijving gegeven van de wijze waarop de student wordt gestimuleerd en gefaciliteerd om zich de betreffende competenties eigen te maken (op welke wijze wordt de student geacht zich te ontwikkelen?). Dit wordt voor ieder studiejaar uiteengezet. Overwegingen Uit bestudering van het curriculum lijkt het opleidingsprogramma de eindkwalificaties te weerspiegelen die nodig zijn om het vereiste niveau te halen en de beoogde beroepsvaardigheden te ontwikkelen. Het auditteam is van mening dat de opleiding de eindkwalificaties adequaat heeft uitgewerkt naar leerdoelen in de studiegids. Dit maakt het voor studenten inzichtelijk aan welke competenties gewerkt wordt in iedere fase van de studie en hoe zij dit geacht worden te doen. Het programma biedt, voor zover hier zicht op is voor het auditteam, aan studenten de mogelijkheid om de eindkwalificaties te behalen. Het auditteam plaatst nog wel een kanttekening bij dit facet. Uit de gesprekken met docenten en
18/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
management blijkt dat bovenstaande richtlijnen en kaders niet ‘leven’ bij de docenten en dat zij enigszins vrijblijvend invulling en uitvoering geven aan het curriculum. Bovendien is toezicht op de naleving van de regels minimaal, zo constateert het auditteam. Deze kanttekening weegt mee in het oordeel op dit facet, maar leidt niet tot een onvoldoende omdat de opleiding en de studenten het auditteam hebben overtuigd van het feit dat het huidige curriculum passend is voor de ontwikkeling van benodigde beroepsvaardigheden. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en met inbegrip van de kanttekening over de vrijblijvendheid waarmee docenten invulling kunnen geven aan het curriculum, komt het auditteam voor het facet Relatie doelstellingen en inhoud programma tot het oordeel voldoende.
Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen • Het curriculum van de opleiding is beschreven in de Studiegids (2010-2011). Het curriculum laat een verticale samenhang zien. Het auditteam heeft vastgesteld dat bij vertalingen en redactieopgaven sprake is van een oplopende moeilijkheidsgraad en dat het niveau van vertaalteksten past bij het corresponderende studiejaar en bij de competenties die de student dat jaar eigen moet maken. • Studenten kunnen pas deelnemen aan een onderdeel van het SNEVT-examen als ze voor dat onderdeel een verklaring van geen bezwaar hebben ontvangen. Die krijgen ze pas als ze voor het voorafgaande tentamen Vertalen VT-Ned 5, vertalen Ned-VT 5, Redactie 5 (zie studiepuntenregeling) een voldoende hebben gehaald. Deze toetsing waarborgt dat het vereiste niveau van vertaalvaardigheden is behaald dat vereist is om deel te mogen nemen aan het vierde studiejaar. • De horizontale samenhang in het opleidingsprogramma is volgens het auditteam zichtbaar bij het onderdeel grammatica. Studenten krijgen in de modules verschillende vertaalopdrachten. De vertaalteksten worden afgestemd op de aangeboden leerstof voor maatschappijkennis. • Studenten onderschrijven dat zij in de praktijk voldoende samenhang ervaren tussen de verschillende vakken binnen onderwijsmodules. • HWN biedt een brede, algemene opleiding ter voorbereiding op het vak van vertaler. Eventuele voorstellen tot verandering komen aan de orde in het overleg tussen CvB en de coördinatoren van de deelopleiding. Dit biedt mogelijkheden voor de bewaking van de samenhang van het curriculum. • Uit het onderzoek onder alumni in april 2010, blijkt dat 95 procent van de respondenten van mening was dat het programma voldoende samenhang vertoonde. Studenten en afgestudeerden met wie het auditteam heeft gesproken, bevestigen dit beeld.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
19/57
Overwegingen Op grond van de documentatie en de gesprekken met de docenten en studenten stelt het auditteam vast dat de opleiding een inhoudelijk samenhangend programma aanbiedt. Voor borging van deze samenhang is het noodzakelijk dat dit onderwerp structureel onderwerp van evaluatie is. De bestudeerde verslagen van verschillende overleggen van docenten, geven hier vooralsnog geen blijk van. Ook hebben de docenten het auditteam in mindere mate kunnen overtuigen van het feit dat hier structureel aandacht naar uitgaat. Dit is in de ogen van het auditteam een punt van aandacht. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Samenhang in opleidingsprogramma tot het oordeel voldoende. Hierbij is de opmerking meegewogen dat de samenhang nog in mindere mate structureel wordt bewaakt.
Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen • HWN biedt voor Engels, Frans en Spaans een deeltijdse opleiding aan met een beperkt aantal contactmomenten in de vorm van college-uren. Door het beperkt aantal contactmomenten moet de opleiding programmatische keuzes maken. HWN geeft aan dat dit er soms toe kan leiden dat er te weinig contacturen kunnen worden besteed aan de ontwikkeling van de wat lastigere eindcompetenties en vaardigheden dan wellicht gewenst is. • In het didactisch concept van de opleiding wordt aangegeven dat het aantal contacturen van de opleiding vanaf 2010 nog verder is afgenomen voor de richting Frans en Spaans. Voor deze talen geldt voortaan een tweewekelijks hoorcollege in plaats van een wekelijks hoorcollege. HWN geeft aan dat zij hiermee de elementen van de contactopleiding en die van de afstandsopleiding met elkaar tracht te combineren. Een contactweek wordt als het ware afgewisseld met een afstandsweek. Reden voor deze verandering was enerzijds om tegemoet te kunnen komen aan de groter wordende behoefte van studenten om meer op afstand de opleiding te volgden. Daarnaast was het niet rendabel meer om met de slinkende groep studenten die contactonderwijs volgden iedere week een hoorcollege te houden. Uit gesprekken met studenten die contactonderwijs volgen en voor wie deze aanpassing geldt, blijkt dat de afname van het aantal contacturen door sommigen in mindere mate wordt gewaardeerd. Studenten geven aan dat zij de contactmomenten als uiterst leerzaam ervaren en noodzakelijk achten voor een goede ontwikkeling van competenties en studievoortgang. • Hertentamens worden jaarlijks aangeboden, daarnaast worden separaat regelingen met studenten getroffen bij het niet behalen van een tentamen zodat zij geen studievertraging op hoeven lopen. Dit betekent niet dat zij vrijgesteld worden van tentamens, maar dat het behalen van een positief tentamenresultaat voor alle vertaalonderdelen geen harde eis is om door te mogen naar het volgende studiejaar. In het volgende studiejaar kunnen de
20/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
•
•
•
•
•
niet behaalde tentamens van het voorgaande jaar alsnog met goed resultaat worden afgerond. Bovenstaande geldt niet wanneer een cijfer lager dan een vijf is behaald op het tentamen. De deeltijdopleiding vergt van studenten een efficiënte wijze van studeren. Dit is niet voor iedereen weggelegd. Studenten worden door HWN ondersteund en begeleid bij het doorlopen van het studieprogramma. Studenten kunnen naar behoefte contact opnemen met de toegewezen studiebegeleider. Uit gesprekken met studenten blijkt dat docenten in de regel goed in de gelegenheid zijn geweest om adequaat op deze behoefte in te spelen. Voor het afstandonderwijs geldt dat van studenten een grote dosis zelfdiscipline en inzet wordt gevraagd. Uit de gehouden evaluatie van het afstandonderwijs Duits blijkt dat intensieve begeleiding via e-mail bijzonder op prijs wordt gesteld. Het auditteam heeft geconstateerd dat het veelal van de individuele docenten afhangt hoe hier invulling aan wordt gegeven, wat er bijvoorbeeld toe leidt dat het werk van studenten in de ene deelopleiding (Duits) aanmerkelijk sneller wordt nagekeken en uitvoeriger wordt becommentarieerd dan in de andere (Spaans). Het auditteam heeft vastgesteld dat een afstandsstudent veel vrijheid wordt gegeven om toe te werken naar de afronding van zijn studie. Iedere drie maanden zal een docent contact opnemen met de student om zijn/haar studievoortgang te bespreken. In de manier waarop verschillende docenten vrijheid geven aan studenten zijn verschillen tussen deelopleidingen gesignaleerd door het auditteam. Het toegenomen aantal afstandstudenten heeft de noodzaak duidelijk gemaakt om bij hen volgens een bepaald protocol te werken. Op die manier blijft de begeleiding van studenten voor docenten beheersbaar. Het protocol voor afstandstudenten is opgesteld in het voorjaar van 2010 en wordt ingevoerd met ingang van het nieuwe collegejaar. Na de visitatiedag is dit document nog verder aangescherpt. Het auditteam heeft geen specifieke klachten over struikelvakken aangetroffen.
Overwegingen Het auditteam oordeelt dat de opleiding aandacht besteedt aan de studeerbaarheid van het programma. Het auditteam constateert dat deze aandacht in de eerste plaats voortkomt uit de betrokkenheid van de docenten bij de studenten. Contactstudenten krijgen tijdens colleges en via de mail voldoende tijd en ruimte om vragen te stellen aan docenten over feedback op gemaakt werk. Ten minste één keer per drie maanden hebben de docenten telefonisch contact met de afstandsstudent. Daarnaast vinden aanvullende gesprekken plaats op initiatief van de student zelf. Het auditteam constateert dat de opleiding flexibel omgaat met de drempels in het studieprogramma die een goede studievoortgang verzekeren. Een student kan hierdoor doorstromen naar het volgende jaar terwijl hij een aantal vakken nog niet met een voldoende op het tentamen heeft afgesloten (minimaal toegelaten cijfer 5). Dit stimuleert de studievoortgang van de student op dat betreffende moment, maar het auditteam vraagt zich af of deze flexibiliteit op de langere termijn niet alsnog remmend kan werken op de studievoortgang. Immers, de student voldoet nog niet aan het vereiste niveau voor het volgende studiejaar. De gesprekken met docenten en studenten hebben de zorgen van het auditteam op dit punt deels weggenomen. Daarnaast is er geen sprake van een lager studierendement in het jaar erna.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
21/57
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en de bevinding dat de opleiding haar eigen studiedrempels niet consequent toepast, komt het auditteam voor het facet Studielast tot het oordeel voldoende.
Instroom (facet 2.5) Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen • HWN hanteert de wettelijke instroomeisen; studenten met een havo-, vwo- en mbo-4diploma kunnen instromen. De instroomeisen zijn vermeld in de studiegids en op de website. • HWN kan en wil in haar toelatingsbeleid geen structureel verschil maken tussen vwo-, havo- en mbo-abituriënten. Voor mbo-abituriënten kan het moeilijk zijn een vertaalopleiding te voltooien. Om die reden wordt mbo-abituriënten sterk aangeraden de toelatingstoets af te leggen, zodat zij een goed beeld hebben van het vereiste taalniveau. • Studenten die niet beschikken over een toelatinggevend diploma, kunnen alleen instromen na het afleggen van een toelatingsonderzoek dat bestaat uit vertalingen in en uit het Nederlands. • Wanneer studenten willen instromen in een hoger jaar, vindt ook een toelatingsonderzoek plaats. Als studenten in een hoger jaar instromen, krijgen zij vrijstelling voor één of meerdere jaren. De hoogte van de vrijstelling is afhankelijk van de vooropleiding van de betreffende student en de werkervaring die hij heeft opgedaan in de voorliggende periode (en de competenties die hij zich daarmee eigen heeft gemaakt). De coördinator van de deelopleiding beslist in deze gevallen over toelating. Als studenten instromen in een hoger leerjaar, wordt geen propedeutisch getuigschrift uitgereikt. • Studenten die niet over een Nederlands toelatinggevend diploma beschikken, zijn in principe toelaatbaar indien zij een vooropleidingsniveau hebben, dat gelijkstaat aan een havo- of mbo-diploma. Dit wordt in de eerste plaats door de aspirant student aangetoond met buitenlandse diploma's en/of een toelatingsonderzoek. Zo nodig wordt de NUFFIC om advies gevraagd. • De opleiding gaat uit van competentiegericht onderwijs. De instroompopulatie van het voortgezet onderwijs en het mbo is hier gemiddeld genomen mee vertrouwd. De opleiding zet geen extra middelen in om een goede aansluiting te garanderen. Dit, omdat aanmeldingen van studenten direct na het voortgezet onderwijs beperkt zijn. Nieuwe studenten worden middels de studiegids, website en gesprekken met docenten op de hoogte gesteld van de werkwijze van HWN en van de verwachtingen die gesteld worden aan de studenten. • De inhoudelijke aansluiting vindt plaats binnen de taalbeheersing. Voor alle deelopleidingen van HWN geldt dat het Nederlands één van de talen is waarin wordt vertaald. Voor sommige studenten is dit niet de moedertaal. Bij aanvang van de studie kunnen zij in plaats van het Nederlands, Engels, Frans, Duits of Spaans als moedertaal
22/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
•
opgeven. Daar wordt in het onderwijs vervolgens rekening mee gehouden, zoals bij de beoordeling van hun vertalingen en redactieopgaven en bij het SNEVT-examen. Studenten die een andere moedertaal hebben dan de vijf hierboven genoemde, mogen aan de opleiding deelnemen, maar zullen wel één van die talen als 'moedertaal' voor de opleiding moeten kiezen. Voor kandidaten die al in de beroepspraktijk werkzaam zijn en in verband met de invoering van het beroepsregister of om andere redenen een officieel getuigschrift willen hebben, bestaat de mogelijkheid van een verkort traject. Na de opleidingsvisitatie heeft de hogeschool de instroomeisen voor dit traject aangescherpt en gepubliceerd op de website. Wie in aanmerking wil komen voor het verkorte oplediingstraject moet beschikken over een afgerond traject ‘kort hbo vertaler’ of een eerstegraads opleiding op het vakgebied. Ook moeten belangstellenden over ten minste drie jaar werkervaring als vertaler beschikken.
Overwegingen Uit gesprekken met studenten, docenten en uit de aangeleverde documentatie, maakt het auditteam op dat het programma dat HWN aanbiedt, qua vorm en inhoud aansluit bij de kwalificaties van instromende studenten met een havo- en vwo- diploma met de juiste profielen (waarbij studenten duidelijk voordeel hebben als zij beschikken over aanvullende taalkennis). Het auditteam constateert dat de studentenpopulatie in de praktijk voornamelijk bestaat uit volwassenen met een achtergrond in taal en maar voor een zeer klein deel uit scholieren van het voortgezet onderwijs. De opleiding heeft de toelatingseisen en mogelijke vrijstellingen vastgelegd in de studiegids. Het auditteam stelt vast dat HWN meer aandacht kan hebben voor de aansluiting op gehanteerde onderwijsvormen. Vooral het competentiegerichte onderwijs vraagt extra begeleiding voor instromers die hier niet bekend mee zijn. Studenten hebben dit tijdens de visitatiedag deels onderschreven. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en de bevinding dat de opleiding meer aandacht kan hebben voor de aansluiting qua vormen, komt het auditteam voor het facet Instroom tot het oordeel voldoende.
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten/European credit points. Bevindingen • De bacheloropleiding van HWN heeft een studieduur van vier jaar. Alle jaren kennen een studielast van 60 studiepunten (1680 uur), alle semesters kennen een studielast van 30 studiepunten (zie ook studiegids 2010-2011). De totale studiebelasting van het curriculum komt daarmee op 240 studiepunten. Overwegingen Het auditteam constateert dat de opleiding voldoet aan de formele eisen voor studieduur.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
23/57
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overweging, komt het auditteam voor het facet Duur tot het oordeel voldaan.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7) Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen • De onderwijsfilosofie van HWN kan omschreven worden als afstandsonderwijs met en zonder contactmomenten. Bij Engels wordt één avond per week lesgegeven, bij de deelopleidingen Frans en Spaans één avond per twee weken. De deelopleiding Duits kent geen fysieke contactmomenten tussen student en docent. Bij alle deelopleidingen is er tussen student en docent ook mail- en telefonisch contact op afstand. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding geen duidelijk visie op onderwijs heeft geformuleerd die leidend is voor de gehanteerde aanpak. • Gemiddeld worden per leerjaar vier colleges per avond gegeven. Vrijwel altijd heeft een bepaalde groep (gemiddelde grootte van acht tot vijftien studenten) op een avond les van twee of drie docenten. Tijdens de (twee)wekelijkse colleges is sprake van interactie tussen docent en studenten. De thuis gemaakte vertalingen, brieven of andersoortige schriftelijke werkstukken worden besproken, vragen over de bestudeerde leerstof worden beantwoord en er wordt geoefend met grammatica en spreekvaardigheid. • De belangrijkste inhoudelijke taak van de (beginnende) vertaler is het leveren van beroepsproducten in de vorm van vertalingen. Hij gebruikt daarbij vooral de vertaalcompetentie en de linguïstische en tekstuele competentie. Het onderwijs bereidt de studenten daarop voor. Gedurende de gehele opleiding dienen de studenten vertalingen en samenvattingen te maken. • De eerste drie jaar van de opleiding staan in het teken van de voorbereiding op de SNEVT-tentamens. De opgaven worden in de loop van de eerste drie jaar moeilijker en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de beroepsproducten strenger. Het auditteam heeft geconstateerd dat het programma op dit punt een oplopende moeilijkheidsgraad in zich heeft. In deze fase van de studie wordt vrijwel uitsluitend het werkcollege als werkvorm gebruikt. Bij de deelopleiding Engels is in het derde jaar ook sprake van enkele groepsopdrachten. Van de studenten wordt verder verwacht dat zij tijdens een college presentaties kunnen geven over onderwerpen uit de maatschappijkennis. • In het vierde jaar wordt geen hoger vertaalniveau nagestreefd. Het niveau van de SNEVTvertalingen is het eindniveau voor wat betreft de hierboven genoemde competenties. In het vierde jaar wordt vooral aandacht besteed aan de beroepsvoorbereiding. In dit jaar wordt meer dan in de eerste drie jaar gebruikgemaakt van groepsopdrachten. • Het auditteam constateert dat het bestaande protocol voor afstandsonderwijs aan docenten onvoldoende houvast geeft om tot een eenduidige werkwijze te komen voor afstandsonderwijs. Naar aanleiding van de visitatie heeft HWN het protocol herzien.
24/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
•
Richtlijnen voor begeleiding zijn strakker vastgelegd. Het effect hiervan moet zich nog bewijzen. Het auditteam plaatst een kanttekening bij de invulling van het vierde jaar. De additionele vaardigheden die studenten zich in dat jaar eigen moeten maken om het landelijke bachelorniveau te kunnen halen, worden naar de mening van het auditteam niet voldoende ondersteund door de huidige invulling van het onderwijsprogramma in dat jaar.
Overwegingen Het auditteam constateert dat er geen eenduidige visie ten grondslag ligt aan het onderwijs. Docenten geven vorm en invulling aan het onderwijs vanuit hun eigen kennis en ervaring, zo constateert het auditteam. Zij trachten één lijn te hanteren door in (in)formeel overleg stil te staan bij didactiek. In dit overleg worden incidenteel best practices gedeeld en de toekomstige werkwijze met elkaar afgestemd. Taaloverstijgend vindt contact tussen docenten weinig plaats. Het auditteam ziet in dat bij een kleinschalige opleiding de onderlinge communicatielijnen korter zijn en dat het daarom niet altijd nodig is om zaken op papier vast te leggen. Ten aanzien van dit onderwerp, vindt het auditteam het echter noodzakelijk dat er duidelijke kaders worden opgesteld die leidend zijn voor de wijze waarop docenten hun onderwijspraktijk kunnen vormgeven en inrichten. Ofwel dat er een duidelijk didactisch concept ligt waar vanuit toekomstig handelen kan worden vormgegeven. De gesprekken met docenten, studenten en alumni hebben het auditteam ervan overtuigd dat het ontbreken van een eenduidig didactisch concept er tot nog toe niet toe heeft geleid dat studenten een discrepantie ervaren tussen vormgeving en inhoud. De verschillende werkvormen die de opleiding hanteert zijn naar de mening van studenten passend voor wat geleerd moet worden. Dit heeft het auditteam doen besluiten om voor dit facet toch een voldoende te geven. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en met inbegrip van de opmerking dat de opleiding het onderwijs in mindere mate vanuit een eenduidige didactische visie vorm- en inhoud geeft, komt het auditteam voor het facet afstemming tussen vormgeving en inhoud tot het oordeel voldoende.
Beoordeling en toetsing (facet 2.8) Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen • De toetsen worden opgesteld en beoordeeld door de desbetreffende docenten en zijn gebaseerd op het gegeven onderwijs. Dit betreft de toetsen in de eerste drie jaar. • Indien een docent twijfelt tussen een voldoende en een onvoldoende beoordeling van een gemaakt tentamen, wordt het oordeel gevraagd van een tweede docent van de betrokken deelopleiding. Het auditteam heeft geconstateerd dat dit in de praktijk zelden gebeurt.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
25/57
•
•
• • •
•
•
•
•
•
•
Voor alle deelopleidingen is er een subexamencommissie. Deze is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken ten aanzien van de toetsing. Docenten van de deelopleidingen maken deel uit van deze commissies. Alle toetsen worden besproken op een collegeavond op basis van een correctiemodel, aldus het reglement. Een dergelijk correctiemodel was niet beschikbaar voor de visitatie en heeft het auditteam niet kunnen beoordelen. Docenten hebben het auditteam overtuigd dat zij individueel in staat zijn om op basis van de eigen kennis en ervaring een subjectief toetsingskader te ontwikkelen voor beoordeling van tentamens. De toetsen worden na bespreking met de opgaven teruggegeven aan de studenten. De toetsing maakt onderdeel uit van de jaarlijkse studentenevaluatie. Het onderwijsprogramma richt zich in de eerste drie jaar vooral op de eerste vier eindcompetenties. Deze worden door middel van halfjaarlijkse tentamens getoetst. Het gaat om tentamens voor de twee vertalingen, voor redactie/samenvatten en voor maatschappijkennis. Tussen de vier vertaalrichtingen bestaan geringe verschillen. De onderdelen vertalen in en uit het Nederlands evenals samenvatting vertonen in de loop van de opleiding een opklimmende moeilijkheidsgraad. Een vertaling of redactieopgave kan als herkansing van een vorig tentamen dienen. Het halen van het tentamen betekent dan dat men het hogere niveau inmiddels heeft bereikt. Het auditteam heeft op basis van beschikbare documentatie niet vast kunnen stellen of bovenstaande regels in alle gevallen, zeker wat betreft het afstandsonderwijs, ook daadwerkelijk worden nageleefd. De docenten hebben aan het auditteam aangegeven bovenstaande regels te kennen en hanteren. De hoofddocent kon de regels voor toetsing reproduceren. Op basis van toegezonden werken van deelopleidingen Spaans, Duits en Engels heeft het auditteam geconstateerd dat de feedback die de studenten op gemaakte toetsen krijgen, kwalitatief en kwantitatief sterk kan verschillen tussen de verschillende deelopleidingen. Vergelijkt men vertaalprestaties die met het cijfer 6 zijn gewaardeerd, dan valt op dat de vertaalvaardigheid in deze selectie nog aanzienlijk varieert, wat de vraag oproept hoe hard de cesuur is en hoe aantal en zwaarte van de tekortkomingen zich tot deze cesuur verhouden. Aan het eind van het derde jaar wordt het SNEVT-examen afgenomen. SNEVT staat voor Stichting Nationaal Examen voor Vertaler en Tolk. In de SNEVT werken de drie deeltijdse bacheloropleidingen voor vertaler in Nederland (LOI Hogeschool, ITV Hogeschool en HWN) samen met beroepsverenigingen en het werkveld. De belangrijkste doelen van de SNEVT zijn het waarborgen van de betrokkenheid van het beroepenveld bij de opleiding voor vertaler en tolk en het bewaken van het inhoudelijk eindniveau van de opleiding. Het SNEVT-examen, dat tot op heden uit vier tentamens bestaat, vormt de afsluitende toetsing van de onderdelen vertalen in en uit het Nederlands, samenvatting en maatschappijkennis. De SNEVT-examens vinden buiten HWN plaats. Studenten moeten hier ook apart voor betalen. De studenten mogen pas deelnemen aan een van de vier SNEVT-tentamens als ze voor het te toetsen onderdeel een verklaring van geen bezwaar hebben ontvangen. Daarmee
26/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
•
•
•
•
•
•
•
geeft de opleiding aan dat er een reële verwachting bestaat dat de kandidaat slaagt voor het SNEVT-tentamen. In de subcommissies Duits, Engels, Frans en Spaans van de SNEVT heeft meestal ten minste één docent van HWN zitting. Het werk van kandidaten wordt geanonimiseerd, alvorens het wordt beoordeeld. Als een kandidaat voor een SNEVT-tentamen een voldoende haalt, wordt hij geacht voor dat onderdeel te hebben voldaan aan het landelijk vereiste niveau op de daarin getoetste competenties. Voor deze onderdelen wordt in het vierde jaar niet een nog hoger niveau geëist. In de competentietoetsing staat HWN studenten toe zich de competenties gradueel eigen te maken gedurende de vier studiejaren. Door gebruik te maken van vertaalteksten met een oplopende moeilijkheidsgraad worden studenten uitgedaagd hun competenties verder te ontwikkelen. Voor het onderzoek naar verworven competenties, maakt de opleiding gebruik van zelfevaluaties die zijn ingericht volgens een vast stramien. De ontwikkeling van competenties wordt beoordeeld door de docent op basis van een zelfevaluatie van de student. Uit gesprekken met docenten en studenten maakt het auditteam op dat een dergelijke zelfevaluatie vrij subjectief kan zijn en dat studenten het lastig kunnen vinden om hier zonder begeleiding een adequate invulling aan te geven. Het auditteam vraagt hier aandacht voor van de opleiding. Het vierde jaar is een beroepsvoorbereidend jaar. Voor iedere deelopleiding is de inhoud van dit jaar gelijk. De 60 studiepunten die de student kan halen in dit jaar zijn evenredig verdeeld over drie componenten: (1) Cursus specialisaties/ondernemersvaardigheden (opdrachten aangedragen door de docent), (2) Praktijkopdrachten (maken van vertalingen), (3) Toetsing verworven competenties (aantonen en bespreken van beheersing competenties middels zelfevaluatie formulier). Aan het eind van het vierde jaar leveren de studenten een samenvattend portfolio in op basis waarvan wordt vastgesteld of ze voldoen aan de eindkwalificaties. De eisen die inhoudelijk gesteld worden aan het portfolio zijn opgenomen in de informatie voor vierdejaars studenten (geactualiseerd in juni 2010). Het portfolio kan pas worden ingeleverd als de student voor alle examenonderdelen een voldoende heeft gehaald, met inbegrip van de SNEVT-tentamens. Als het portfolio afdoende aantoont dat een kandidaat aan alle voorwaarden voldoet die van toepassing zijn op een beginnende beroepsbeoefenaar op het gebied van vertalen, wordt het getuigschrift uitgereikt. Het auditteam heeft geconstateerd dat de richtlijnen voor het opstellen van het portfolio veel vrijheid geven aan studenten om hier een eigen invulling aan te geven. Dit is niet erg, maar maakt wel dat een eenduidige beoordeling van het portfolio door docenten lastig is. Het auditteam heeft meerdere portfolio-beoordelingen ingezien en geconcludeerd dat de hoogte van de beoordeling sterk afhangt van de docent die de beoordeling geeft.
Overwegingen Het auditteam heeft door het bestuderen van de documentatie kunnen vaststellen dat HWN een toetsingsreglement heeft opgesteld voor studenten. De kwaliteit van de toetsen wordt geborgd door de inzet van de studiecoördinatoren.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
27/57
Met behulp van tentamens, vertalingen, (reflectie)verslagen en het portfolio, gaat de opleiding na of studenten voldoende kennis hebben opgedaan en de beoogde competenties in voldoende mate beheersen. Het auditteam oordeelt dat de toetsen aansluiten op de behandelde thema’s en is positief over het niveau van de toetsen. In het bijzonder door de integratie van de SNEVT-toetsing in het onderwijsprogramma wordt goed geborgd dat studenten de leerdoelen van het onderwijsprogramma hebben gerealiseerd. Het auditteam heeft aan de hand van de verstrekte portfolio’s en tentamens geconstateerd dat beoordelingen inhoudelijk uiteen kunnen lopen en dat het lastig te herleiden is waarom studenten op sommige aspecten een hogere dan wel lagere beoordeling krijgen. Het bovenstaande verdient in belangrijke mate de aandacht van HWN, wil zij haar beoordeling van toetsen op gedegen wijze kunnen onderbouwen naar studenten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, met inbegrip van de kanttekening over de gehanteerde cesuur, komt het auditteam voor het facet beoordeling en toetsing tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Programma Het auditteam beoordeelt alle aspecten aangaande het programma van de opleiding positief. De opmerking van het auditteam over de regels en richtlijnen die HWN hanteert bij de instroom tot het verkorte programma beoordeelt het auditteam als onvoldoende. Dit vraagt om aanpassing. Dit oordeel ‘onvoldoende’ betreft een specifiek onderdeel binnen dit facet wat verder niets afdoet aan de aangetoonde kwaliteit binnen het onderwerp Programma. De onvoldoende weegt voor het auditteam daarom niet door naar een negatief oordeel van het onderwerp dat daarmee als positief wordt beoordeelt.
2.3
Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1) Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen • Van de zeventien docenten die lesgeven in de eerste drie jaar van de opleiding zijn twaalf docenten werkzaam als vertaler en hebben negen ervaring in het (hoger) onderwijs. Alle zeven docenten in het vierde jaar werken in de praktijk. • Via de netwerken van bestaande docenten of van leden van de Raad van Toezicht worden nieuwe docenten gezocht bij een opleidingsonderdeel. Alle nieuwe docenten werken óf in het onderwijs óf in de beroepspraktijk. In beide gevallen maakt scholing doorgaans deel uit van hun werkzaamheden buiten HWN. Het auditteam herkent dit in de CV’s van de docenten. • Studenten en alumni, met wie het auditteam sprak, zijn tevreden over de praktijkgerichtheid van de docenten en de verbinding die zij leggen tussen de theorie en de beroepspraktijk. Dit beeld komt overeen met in 2009 uitgevoerd evaluatieonderzoek.
28/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Studenten gaven daarin aan bijzonder tevreden te zijn over de kwaliteit van de docenten. In 2009 vond 90% van de studenten Frans dat de modules qua inhoud en opzet goed waren verzorgd en vond ook 83% van de studenten dat de didactiek van de docent van goed kwaliteit was. In 2010 waren die percentages voor de studenten Engels bij beide aspecten 86%. Overwegingen Het auditteam stelt op basis van de Curricula Vitae vast dat de docenten beschikken over (recente) ervaring in de beroepspraktijk. Studenten, docenten en tevredenheidsonderzoeken bevestigen het beeld dat er onder de docenten voldoende binding is met de beroepspraktijk om hier in de studie een adequate verbinding naar te kunnen leggen. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Eisen Hbo tot het oordeel goed.
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen • Er geldt geen strak beleid ten aanzien van het aantal contacturen dat door een docent aan iedere student kan worden besteed buiten de hoorcolleges om. Voor afstandsonderwijs kan het aantal uren nog wel eens oplopen. Docenten geven aan het auditteam aan dat zij niet te zwaar belast worden hierdoor. Studenten zijn tevreden over de hoeveelheid aandacht die ze van de docenten krijgen. • Het totaal aantal docenten dat lesgeeft of studenten begeleidt in de eerste drie jaren van de opleiding bedraagt zeventien (Duits drie, Frans drie, Engels vijf, Spaans zes). In totaal had HWN op 1 april 2010 in de eerste drie jaar 132 studenten. Het aantal fte bedroeg in totaal 2,47. In het verlengde van het gevoerde deeltijdonderwijs waarin zelfstudie centraal staat, beoordeelt het auditteam de staf-studentratio als passend. • Het ziekteverzuim ligt bijna ieder jaar ruim onder het landelijk gemiddelde van vier procent. Als een docent incidenteel niet aanwezig kan zijn, dan worden colleges overgenomen. Docenten regelen eventuele vervanging onderling. De coördinator ziet hier op toe. In de gesprekken met studenten en alumni wordt het beeld bevestigd dat er nagenoeg geen sprake is van lesuitval door afwezigheid van een docent. • Gemiddeld geven de docenten op een avond drie colleges. Veel studenten maken van de mogelijkheid gebruik om indien nodig buiten de lesavond via e-mail contact op te nemen met docenten. Studenten geven aan het auditteam aan dat van deze mogelijkheid inderdaad gebruik wordt gemaakt en dat zij in een korte tijd een reactie krijgen. • Er heeft de laatste jaren regelmatig verjonging van het docentencorps plaatsgevonden, waarbij gestreefd werd naar een goede mix van beroepsvertalers en opleiders, jong en oud, mannen en vrouwen.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
29/57
Overwegingen Het auditteam stelt op basis van de gesprekken en de documentatie vast dat de opleiding voldoende personeel inzet om het onderwijs te verzorgen. De studenten zijn positief te spreken over de toegankelijkheid van de docenten. Het auditteam heeft geen kritische opmerkingen gehoord vanuit studenten of docenten over gebrek aan aandacht of werkdruk. Eerder het tegenovergestelde. Over het terugbrengen van het aantal contacturen (van wekelijkse naar tweewekelijkse hoorcolleges) zijn studenten minder te spreken. Een dergelijke verandering zou naar de mening van het auditteam niet tussentijds geëffectueerd moeten worden, maar na degelijke evaluatie en consultatie van studenten moeten plaatsvinden. Dit aandachtspunt doet geen afbreuk aan de prestaties van HWN op dit facet en heeft daarom geen invloed gehad op het totaaloordeel. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Kwantiteit personeel tot het oordeel goed.
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen • Van de zeventien docenten (zie ook paragraaf 3.3.1) hebben dertien docenten een masteropleiding voltooid. Er zijn zeven native speakers. Negen docenten hebben ervaring in het middelbaar of hoger onderwijs twaalf docenten zijn werkzaam als vertaler. De docenten zijn ofwel ondernemer met een freelance contract ofwel pseudowerknemer met een tijdelijk contract voor negen maanden. • De docenten hebben geen regulier dienstverband bij de HWN. Zij zijn als freelancer voor negen maanden (een schooljaar) contractueel gebonden aan het onderwijs. Per jaar wordt gekeken in hoeverre docenten (opnieuw) worden aangesteld. Uitkomsten van studentevaluaties en informele jaargesprekken worden hierbij meegenomen. Wanneer een nieuwe docent in bepaalde opzichten tekortschiet, maakt de contractvorm het mogelijk relatief snel afscheid van hem of haar te nemen en een ander in te schakelen. Dit is wel eens gebeurd. • De studenten zijn volgens de evaluaties en de Keuzegids hoger onderwijs 2008 tevreden over de docenten. De eigen evaluaties van juni 2009 en 2010 bevestigden dit beeld. Overwegingen Het auditteam stelt op basis van de Curricula Vitae van docenten vast dat deze gekwalificeerd zijn voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma van de opleiding. Docenten beschikken op grond van opleiding, (recente)werkervaring en nascholing over de juiste kwalificaties/ competenties om de opleiding te verzorgen. Het auditteam is positief over de getoonde betrokkenheid van de docenten bij de opleiding en bij de studenten.
30/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Kwaliteit personeel tot het oordeel goed. Samenvattend oordeel Inzet van personeel Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Inzet van personeel’ positief.
2.4
Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1) De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen • De opleiding heeft geen eigen huisvesting. De leslokalen worden gehuurd het Zandvlietcollege in Den Haag en de leden van het College van Bestuur werken vanuit hun eigen huis. Het aantal lokalen vormt geen probleem. Vergaderingen van het College van Bestuur met de coördinatoren van de deelopleidingen vinden zelden plaats in het schoolgebouw. Dat geldt ook voor vergaderingen van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. • De leslokalen voldoen aan de kwaliteitseisen om het gewenste onderwijs te verzorgen. Het Zandvlietcollege bevindt zich op loopafstand van het Centraal Station. Het gebouw beschikt over een draadloos netwerk en andere technische hulpmiddelen (overheadprojector, beamers e.d.). In het lesgebouw is ook een grote pauzeruimte. • De opleiding beschikt over een eigen website met inlogmogelijkheid voor studenten en docenten. De opzet hiervan is echter verouderd en de inhoud dient, zo oordeelt het auditteam, op meer structurele basis geactualiseerd te worden. • De voorziening voor het afstandsonderwijs betreft de mail. Verder zijn er geen specifieke voorzieningen. De afstandsstudenten houden via e-mail contact met hun begeleidende docenten. Er wordt op dit moment nagegaan of de interne website ook voor dit doel kan worden gebruikt. Verbetering van de ondersteunende middelen voor het afstandsonderwijs en het contact tussen docenten en studenten in het algemeen (virtual classroom) is een voortdurend onderwerp van discussie in het docentenoverleg. Hier zijn op het moment van visitatie geen concrete punten uitgekomen. • Studenten die ook contactonderwijs hebben, geven aan dat zij de voorzieningen verouderd vinden. Zij zien dit niet als een belemmering van hun studieplezier en/of studievoortgang. Overwegingen Ondanks het feit dat de voorzieningen verbeterd kunnen worden om te voldoen aan moderne maatstaven, stelt het auditteam vast dat de huidige voorzieningen toereikend zijn om het programma naar wens uit te voeren. Het auditteam is van mening dat in de huidige tijd en met de huidige mogelijkheden een digitale leeromgeving voor afstandsonderwijs niet kan ontbreken. Studenten missen dit niet, zo blijkt uit het gevoerde gesprek.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
31/57
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Voorzieningen tot het oordeel goed.
Studiebegeleiding (facet 4.2) De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen • HWN heeft geen beleid uitgewerkt voor studiebegeleiding. De opleiding begeleidt individuele studenten op verzoek. Op lesavonden worden studenten in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen aan de coördinatoren van de opleiding. Daarnaast wordt er door docenten steun op individuele basis gegeven in de vorm van extra lessen, opdrachten en/of begeleiding buiten lesuren om. • Alle studenten ontvangen aan het eind van het eerste en tweede jaar een advies betreffende de voortzetting van de studie. Het gaat daarbij niet om een bindend studieadvies gekoppeld aan studiepunten. • Bij de deelopleiding Spaans bestaat een systeem van jaarmentoren. Zij nemen in ieder geval tweemaal per jaar contact op met studenten om te informeren naar de studievoortgang en eventuele problemen. • De informatievoorziening aan studenten geschiedt in eerste instantie digitaal via de interne website. Daarnaast worden vragen (over de verstrekte informatie) beantwoord tijdens lesavonden. • Het evaluatie onderzoek dat afgenomen is bij alumni van 2006-2009 toonde aan dat 90 procent van de respondenten van mening was dat studieproblemen voldoende besproken konden worden met de docent of de coördinator. Dit wordt onderschreven door de studenten die het auditteam heeft gesproken. • De studievoortgangsregistratie geschiedt centraal en is in handen van de secretaris van het CvB. Overwegingen Hoewel er geen heldere uitgangspunten voor studiebegeleiding zijn gedefinieerd voor de opleiding, zijn studenten tevreden over de mate van en de wijze waarop zij begeleiding ontvangen van docenten. De kleinschaligheid van de opleiding werkt hierbij in het voordeel van HWN. De informatievoorziening richting de studenten verloopt naar behoren. Mede gezien de korte lijnen en de toegankelijkheid van de docenten (ook buiten lesuren) hebben de studenten een up-to-date beeld van hun studievoortgang. De beschikbaarheid van toetsresultaten en gegevens met betrekking tot de studievoortgang via een digitale leeromgeving is voor HWN nog een punt van verbetering voor de toekomst. Te meer daar de verwachting is dat het aantal afstandstudenten de komende jaren toe zal nemen.
32/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Studiebegeleiding tot het oordeel voldoende. In dit oordeel is het aandachtspunt meegenomen dat een digitale leeromgeving in het kader van de begeleiding van studenten een punt van verbetering is. Samenvattend oordeel Voorzieningen Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Voorzieningen’ positief.
2.5
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten (facet 5.1) De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen • Het kwaliteitsbeleid is beschreven in het document “kwaliteitszorgdocument” (opgesteld in augustus 2010). Het document geeft een beschrijving van streefdoelen die gelden op verschillende terreinen binnen de opleiding, de wijze waarop kwaliteit wordt geëvalueerd door verschillende partijen (studenten, docenten, alumni et cetera) en de manier waarop opvolging kan worden gegeven aan de uitkomsten van evaluatie-onderzoeken. • Het auditteam stelt vast dat de streefdoelen die in het “kwaliteitszorgdocument” worden genoemd, beperkt worden geëxpliciteerd en dat de koppeling van doelen aan een tijdlijn in de toekomst ontbreekt (onderdeel beleidsvoornemens). Ook constateert het auditteam dat er voor de opvolging van evaluatieresultaten geen strakke richtlijnen gelden. Dit wordt bevestigd in gesprekken die zijn gevoerd met directie en docenten. • Jaarlijks worden door de studenten van elke deelopleiding het programma en de docenten anoniem geëvalueerd op basis van een evaluatieformulier. Deze evaluatie wordt gekoppeld aan de tentamens. De vragen hebben betrekking op het geboden programma (met inbegrip van de studielast) en ook op het functioneren van de docent. De studenten worden ook uitgenodigd om suggesties te doen voor eventuele verbeteringen. • De evaluatieformulieren worden ingeleverd bij en verwerkt door de secretaris van het College van Bestuur. De resultaten worden teruggekoppeld aan de deelopleidingscoördinator. Er zijn richtlijnen voor de verdere opvolging vastgelegd in het kwaliteitszorgdocument (augustus 2010). De opvolging van verbeterpunten volgens deze richtlijnen en via de omschreven type overlegvormen vinden in de praktijk niet zoals gepland plaats, zo constateert het auditteam aan de hand van de gesprekken met docenten en de ter beschikking gestelde documentatie hieromtrent. • HWN doet mee aan het onderzoek onder studenten in het kader van de Keuzegids. De relevante studentgegevens worden ter beschikking gesteld aan die organisatie. In de laatste editie van de Keuzegids deeltijdopleidingen hoger onderwijs wordt in verband met het geringe aantal respondenten geen oordeel uitgesproken.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
33/57
•
•
•
•
•
De opleiding doet onderzoek onder alumni. Dat is voor het eerst in 2005 gedaan. In april 2010 is dit onderzoek herhaald. In verband met het geringe aantal afgestudeerden is een hogere frequentie niet haalbaar. De opleiding wil in 2013 nieuw onderzoek doen. Op schrift is vastgelegd dat wanneer docenten van een bepaalde deelopleiding een gewenste veranderingen in de opzet van het programma of de organisatie van de hogeschool wil doorvoeren, daartoe strekkende voorstellen worden besproken in het overleg tussen coördinatoren en CvB. Het CvB neemt vervolgens een beslissing. De externe vierdejaarsdocenten bespreken hun bevindingen met de coördinator van het vierde jaar. Evaluaties door het werkveld vinden plaats door de docenten, aangezien 75 procent van de docenten (interne en externe docenten samen) werkzaam is als vertaler. Ieder jaar wordt een speciale studiedag georganiseerd waar ook vier of vijf vierdejaarsdocenten aanwezig zijn. Verder krijgt de opleiding werkveldinformatie via de alumni. HWN heeft ten aanzien van de resultaten als streefdoel: de resultaten van de studenten dienen minimaal overeenkomstig het landelijk gemiddelde te zijn. Ten aanzien van de studenttevredenheid streeft HWN ernaar dat alle studenten tevreden of zeer tevreden zijn over het programma, de docenten en de voorzieningen. De coördinatoren Duits, Engels, Frans en Spaans zijn belast met het aansturen van een studierichting. Zij hebben tot taak de kwaliteit van het onder hen ressorterende onderwijs te bewaken en tezamen met de docenten de door de centrale directie vastgestelde veranderingen door te voeren. Coördinatoren en docenten werken voor HWN op basis van een tijdelijk contract of als onderaannemer.
Overwegingen Vastgesteld is dat de opleiding een kwaliteitsbeleid heeft (d.d. augustus 2010) op basis waarvan het kwaliteitszorgsysteem zou moeten worden ingericht en uitgevoerd. De inhoud van dit document voldoet in de basis, maar bevat nog enkele losse eindjes: (1) streefnormen zijn aanwezig, maar worden beperkt geëxpliciteerd. (2) op het moment van visitatie bevatte het document geen beleidsvoornemens (deze zijn later ingebracht door de opleiding). (3) de wijze waarop verbeteringen in de praktijk worden gesignaleerd, besproken en aangepakt in de tijd is in het document beperkt inzichtelijk gemaakt. Het auditteam heeft uit gesprekken met docenten, coördinatoren en directie opgemaakt dat er voldoende betrokkenheid is om te investeren in de kwaliteit van de opleiding. De inhoud van het kwaliteitszorgdocument moet echter nog gaan “leven” onder de betrokkenen binnen de opleiding. Op dit moment maakt de werkwijze van HWN op het gebied van kwaliteitszorg in de praktijk een enigszins rommelige indruk op het auditteam. Gezien de kleinschaligheid van de opleiding kan het auditteam beperkte coulance tonen voor het feit dat kwaliteitszorg nog niet volledig is ingeregeld binnen het huidige onderwijssysteem; gezien de korte lijnen vindt informeel overleg gemakkelijk plaats en kunnen veranderingen relatief snel worden doorgevoerd (dit wordt dan niet altijd vastgelegd). Het auditteam vindt het echter noodzakelijk dat HWN aandacht laat uitgaan naar de verdere verbetering, concretisering en inbedding van het kwaliteitszorgsysteem binnen de opleiding. Wanneer doelen worden gekoppeld aan passende beleidsvoornemens, kan er (meer) gericht wordt geëvalueerd.
34/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en met inbegrip van de opmerking over de benodigde inbedding van het kwaliteitszorgsysteem, komt het auditteam voor het facet Evaluatie resultaten tot het oordeel voldoende.
Maatregelen tot verbetering (facet 5.2) De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen • Na de vorige visitatie zijn op basis van evaluaties en commentaren van externe deskundigen de volgende veranderingen en verbeteringen doorgevoerd: - het beroepsprofiel is in samenwerking met de andere vertaalopleidingen in Nederland bijgesteld. Het auditteam heeft dit vastgesteld op basis van de documentatie hieromtrent. - het vierde jaar, dat ten tijde van de vorige visitatie nog niet had gedraaid, is nu in werking gesteld. - HWN beschikt over een digitale leeromgeving in de vorm van een interne website; - het auditteam merkt hierbij op dat deze leeromgeving nog niet alle faciliteiten biedt die een dergelijke omgeving aan studenten zou moeten bieden. - de studentenadministratie en cijferadministratie zijn verbeterd. • In 2009-2010 is bij Frans en Spaans een tweewekelijkse opleiding ontwikkeld. In 20102011 zal deze op basis van de ervaringen van docenten en studenten verder worden ontwikkeld. • De resultaten van evaluaties worden verwerkt in het programma en het curriculum als docenten en coördinatoren daarvoor aanleiding zien. • Het College van Bestuur kan zelf besluiten nemen over veranderingen en aanpassingen op basis van externe ontwikkelingen of adviezen van bijvoorbeeld de Raad van Toezicht of vierdejaarsdocenten. Indien het om ingrijpende aanpassingen gaat, worden de docenten via de deelopleidingscoördinator geconsulteerd of wordt een algemene docentenvergadering bijeengeroepen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd, toen de beslissing werd genomen om bij Spaans en Frans van een weekopleiding over te gaan op een tweewekelijkse opleiding. • Het auditteam heeft geconstateerd dat kwaliteitszorg niet altijd consequent wordt vertaald naar een cyclische aanpak van verbeterpunten. Via overleg in de wandelgangen en op docentvergaderingen binnen een deelopleiding worden kritische verbeterpunten besproken en opvolging in gang gezet. Het auditteam heeft op grond van de geraadpleegde verslaglegging de indruk dat er pro-actiever gehandeld kan worden als het gaat om het identificeren van verbeterpunten en het realiseren van follow-up. Met name wanneer verbeterpunten niet direct tot onoverkomelijke problemen leiden kunnen actiepunten soms te lang blijven liggen. Dit wordt onderschreven door studenten en docenten die het auditteam gesproken heeft.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
35/57
Overwegingen Uit documentatie en gevoerde gesprekken leidt het auditteam af dat de opleiding verbetermaatregelen in gang zet op basis van evaluatie-uitkomsten. In relatief korte tijd kan actie worden ondernomen op kritische verbeterpunten. De korte lijnen binnen de organisatie dragen hieraan bij. De wijze waarop minder kritische aandachtspunten worden opgepakt, kan meer daadkrachtig en helder. In die zin stelt het auditteam vast dat de opleiding consciëntieuzer om kan gaan met evaluatie-uitkomsten. Namelijk volgens de door haarzelf vastgelegde uitgangspunten. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en met de aantekening dat doorvoering van verbetermaatregelen op alle geformuleerde aandachtspunten gewenst is, komt het auditteam voor het facet Maatregelen tot verbetering tot het oordeel voldoende.
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3) Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen • Door de kleinschaligheid van de opleiding zijn alle studenten en docenten rechtstreeks betrokken bij de evaluatie en eventuele bijstelling van het programma Het hebben van een opleidingscommissie wordt door HWN niet noodzakelijk geacht. • De jaarlijkse evaluaties worden besproken met de docenten. Dat gebeurt in eerste instantie binnen een deelopleiding tijdens het regelmatig georganiseerde docentenoverleg. • Studenten worden betrokken bij de kwaliteit van de opleiding doordat zij via enquêtes worden bevraagd. Ook worden studenten evaluatie-uitkomsten jaarlijks besproken met studenten indien de uitkomsten daartoe aanleiding geven. Studenten worden tevens geïnformeerd over de uitkomsten via de website (waarop ze kunnen inloggen). • In 2010 is een onderzoek gehouden onder de alumni (van 2006 tot en met 2009). Behoefte van alumni ten aanzien van verbeteringen van de opleiding is als onderwerp in dit onderzoek meegenomen. Het onderzoek leverde 23 reacties op van de in totaal 66 geslaagden die waren aangeschreven (35 procent). In de toekomst zullen geslaagden een jaar na het beëindigen van de studie worden geënquêteerd over hun bevindingen. • Een groot deel van de docenten (75 procent) is werkzaam in het beroepenveld. In deze zin is het beroepenveld betrokken bij de kwaliteitszorg. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de belanghebbenden bij de kwaliteitszorg van het onderwijs betrekt.
36/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, komt het auditteam voor het facet Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld tot het oordeel goed. Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ positief.
2.6
Resultaten
Gerealiseerd niveau (facet 6.1) De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen • Het landelijke SNEVT-examen is ingebouwd in het curriculum en meet het bereikte inhoudelijke eindniveau. Het bestaat uit 4 tentamens, die op worden opgesteld door landelijke commissies bestaande uit docenten van de opleidingen en beroepsvertalers. Correctie van deze tentamens is ook in handen van deze commissies. Ieder werkstuk wordt door twee of drie commissieleden beoordeeld. Er is in Nederland op dit gebied geen hoger niveau bereikbaar. Studenten van de opleiding zijn verplicht aan deze examens deel te nemen. • Tijdens het vierde jaar wordt getoetst of studenten het geleerde in praktijk kunnen brengen door middel van praktijkopdrachten. Verder wordt getoetst of studenten beschikken over de generieke hbo-competenties en over de opleidingsspecifieke persoonlijke competenties door middel van een zelfevaluatie met alle bijbehorende bewijzen. Deze worden opgenomen in het (digitale) portfolio op basis waarvan de bacheloropleiding wordt afgesloten. In dat portfolio worden ook de bewijzen opgenomen dat de kandidaat beschikt over de opleidingsspecifieke vertaalcompetenties. Bij de beoordeling van het portfolio wordt een extern deskundige ingeschakeld. • Voorafgaand aan het visitatiebezoek heeft het auditteam tien portfolio’s bestudeerd. Op grond hiervan stelt het auditteam vast dat het gerealiseerde niveau in de basis voldoet aan het hbo-bachelorniveau. De vertaalteksten in het portfolio weerspiegelen het benodigde vertaalniveau, het auditteam is van oordeel dat de Nederlandse vertaling bij een aantal studenten voor verbetering vatbaar is. • Het gerealiseerde niveau van de twee competenties die het laatste jaar centraal staan (technische- en ondernemersvaardigheden) blijkt uit de toepassing van verworven competenties. Bewijzen hiervoor worden gezocht in eerder gemaakte vertaalopdrachten en in de zelfreflectie van de student. Het auditteam oordeelt dat de eisen ten aanzien van het portfolio en de zelfreflectie zouden moeten worden aangescherpt om het aantal studiepunten dat hiervoor staat te kunnen rechtvaardigen. De opleiding heeft aangegeven na de visitatiedag het aantal studiepunten voor het portfolio te hebben verlaagd.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
37/57
•
•
Uit de in het voorjaar van 2010 gehouden enquête onder alumni van de bacheloropleiding is gebleken dat het merendeel van de respondenten die als vertaler werkzaam zijn (78 procent), van mening is dat zij als afgestudeerden beschikken over een voldoende startkwalificatie als beginnend beroepsbeoefenaar (95 procent). Door de samenstelling van het docentenbestand, de inschakeling van beroepsbeoefenaars als gastdocent of beoordelaar, de toetsing in SNEVT-verband en de rol van HWN binnen PSTEVIN is de relatie met het werkveld gelegd. Uit gesprekken met alumni is gebleken dat zij geen aansluitingsproblemen ondervinden bij de uitvoering van werkzaamheden in de beroepspraktijk. Zij worden naar eigen zeggen door HWN voldoende voorbereid op de beroepspraktijk.
Overwegingen Het auditteam beoordeelt het gerealiseerde niveau als voldoende. De opleiding volgt de SNEVT-toetsing en daarmee wordt het vereiste taalniveau bereikt. Daarnaast heeft het auditteam tien eindportfolio’s ingezien op grond waarvan het auditteam het behaalde hbobachelorniveau als voldoende beoordeelt. Ten aanzien van de invulling van het programma van vierde jaar is het auditteam niet helemaal overtuigd van de bijdrage die dit levert aan de leerdoelstellingen voor dat jaar. De oriëntatie op de beroepspraktijk mag grondiger en de eisen die aan het portfolio en de zelfreflectie gesteld worden scherper opdat het aantal studiepunten dat hiervoor staat ook gerechtvaardigd is. Het auditteam is van oordeel dat de eerste drie jaar van de studie een dusdanig goede basis legt voor het behalen van het Bachelorniveau (taalniveau) dat de enigszins magere invulling van het vierde jaar hiermee wordt gecompenseerd en het beoogde niveau toch wordt behaald. Dit neemt niet weg dat het auditteam aandacht vraagt voor een meer adequate invulling van het vierde jaar. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en de opmerking over de invulling van het vierde jaar komt het auditteam voor het facet Gerealiseerd niveau tot het oordeel voldoende.
Onderwijsrendement (facet 6.2) Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen • Op basis van de ervaringen streeft HWN bij de propedeuse naar een rendement van 70 procent en bij de hoofdfase naar een rendement van 60 procent. De opleiding hanteert geen streefcijfers voor afstandsonderwijs.
38/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
•
Resultaten propedeuserendement:
2005 2006 2007 2008 2009 •
•
•
Engels inschr 19 89% 12 75% 18 61% 11 91% 19
`
Frans inschr 10 100% 14 64% 3 67% 7 57% 6
Spaans inschr 16 81% 10 70% 8 50% 6 83% 7
In 2007 was er bij Engels en Spaans sprake van een slecht jaar, het gemiddelde propedeuserendement met 101 geslaagden van 134 eerstejaarsstudenten (75 procent) ligt desondanks nog boven die van de bacheloropleiding vertalen bij de Vertaalacademie van de Hogeschool Zuyd. Daar ligt het propedeuserendement onder 40 procent. Resultaten hoofdfaserendement (stand per april 2010) Engels 2005 studenten in hoofdfase diploma behaald nog ingeschreven uitgevallen
23 12 (52%) 4 (17%) 9 (van wie 4 met propedeusediploma)
Frans 2005 studenten in hoofdfase diploma behaald nog ingeschreven uitgevallen
10 3 (30 procent) 4 (40 procent) 3 (van wie 3 met propedeusediploma)
Spaans 2005 studenten in hoofdfase diploma behaald nog ingeschreven uitgevallen
16 5 (31 procent) 4 (25 procent) 7(van wie 6 met propedeusediploma)
Uit de cijfers blijkt dat er meer studenten uitvallen in de hoofdfase dan in de propedeuse. Dat geldt in ieder geval voor het cohort 2005 en de voorlopige cijfers voor het cohort 2006 bevestigen dit beeld. Van de 49 studenten van het cohort 2005 in de hoofdfase zijn tot nu toe 19 studenten afgevallen (40 procent). Twaalf studenten zijn nog bezig met de studie.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
39/57
•
• • •
De rendementscijfers zijn vergelijkbaar met die van andere hogescholen die deeltijdse opleidingen voor vertaler en tolk aanbieden. Dat blijkt ook uit de resultaten voor de SNEVT-tentamens. De studenten van HWN presteren bij het SNEVT-examen overeenkomstig het landelijk gemiddelde. Die prestaties zijn de laatste jaren omhooggegaan. Bij Frans is in 2009 ongeveer 65 procent van de studenten geslaagd, bij Spaans ongeveer 58 procent en bij Engels ongeveer 75 procent. Als studenten dus eenmaal opgaan voor de SNEVT-tentamens, dan hebben ze een grote kans daarvoor te slagen. In de hoofdfase van de studie is het studierendement beduidend lager dan in het eerste jaar van de studie. In het vierde jaar komt uitval nauwelijks voor. De kwantitatieve resultaten van de afstandsopleiding liggen lager dan de contactopleiding. Voor een deel komt dat omdat studenten niet altijd de ambitie hebben de gehele opleiding te voltooien en zich slechts voor een deel van de opleiding inschrijven.
Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleiding de streefcijfers voor de contactopleiding grotendeels behaalt. Bij het afstandsonderwijs ligt dit anders, omdat HWN daar – gezien de aard van de opleiding en de motivatie van de studenten om afstandsonderwijs te volgen – geen streefcijfers hanteert. Zowel binnen het contact- als het afstandsonderwijs stimuleert de HWN de studievoortgang, en daarmee het onderwijsrendement door drempels in het studieprogramma op te nemen (zie facet 2.4). Het auditteam is van mening dat de opleiding met de aangeleverde streefcijfers en kengetallen aantoont dat zij voldoende zicht heeft op relevante gegevens met betrekking tot rendementen en daar waar wenselijk en mogelijk op stuurt. Conclusie Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen, en het feit dat rendementen niet over de gehele linie worden behaald, komt het auditteam voor het facet Onderwijsrendement tot het oordeel voldoende. Samenvattend oordeel Resultaten Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Resultaten’ positief.
40/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
3
Bijlagen
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
41/57
42/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Bijlage 1:
Deskundigheden leden van het auditteam
Lid auditteam: De heer drs. R. van Deemter
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatie- of auditdeskundigheid
Lid auditteam NQA: Mevrouw drs. E. van Tiggelen
Lid auditteam: De heer dr. J.A. Dop
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Studentlid auditteam: Mevrouw drs. T.J.G. van der Heijden
HBO-Bacheloropleiding Tolk-Vertaler, HWN
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het auditteam:
De heer dr. J.A. Dop De heer Dop is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van internationale communicatie in de onderwijssector en het bedrijfsleven. Sinds 1978 heeft hij domeindeskundigheid als auteur en vertaler opgedaan. Door zijn jarenlange ervaring in het voortgezet, hoger en wetenschappelijk onderwijs heeft hij onderwijservaring. Bovendien heeft hij als deeltijdhoogleraar en bestuurder van een niet-bekostigde instelling ruime kennis van het (hoger) onderwijs en onderwijsprocessen. De heer Dop heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek opgedaan. Voor deze visitatie heeft de heer Dop onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
43/57
Opleiding: 1994 1993 1981 – 1986 1974 – 1978 1964 – 1970
1963 – 1964
Werkervaring heden 2004 – 2009 1996 – 2009
2000 – 2003
1999 1999 1998
1997 – 1998
1997 1996 - 1997
1992 – 1996
1990 - 1991 1990 - 1991 1989 – 1990
44/57
Heineken International Management Course, INSEAD (MBA opfriscursus) Heineken Brewing Course for Senior Managers McKinsey & Company interne trainingen (adviesvaardigheden, financiële analyse, projectmanagement, logistiek, organisatieontwikkeling) Cursussen i.v.m. politieke activiteiten (raadslid), zoals gemeentefinanciën; (top)kadercursussen VVD Studie Engelse Letteren en Cultuurgeschiedenis, Universiteit Leiden, afgerond met promotie in 1981 op proefschrift Eliza’s Knights: Soldiers, Poets and Puritans in the Netherlands, 1572-1586 Bijvakken: Moderne Nederlandse Literatuur, Russisch, Bestuurskunde “Liberal Arts” studie, Ursinus College, Collegeville, PA, USA (Fulbright Scholar), onder meer colleges kernfysica, staatsrecht VS, Zweeds, Russisch
Adviseur College van Bestuur en adjunct-hoogleraar ondernemingsbeleid, Webster University Leiden; freelance adviseur internationaal hoger onderwijs. Lid College van Bestuur, directeur communicatie en adjunct-hoogleraar ondernemingsbeleid, Webster University Leiden. Interim-manager en adviseur voor cliënten in biowetenschappen, ICT, financiële dienstverlening, onderwijs, uitzendwezen, reclame en consultancy op het gebied van ondernemingsbeleid, fusies en overnames, corporate en merkidentiteit, financiële communicatie en jaarverslagen, crisiscommunicatie (eenmanszaak CorporateProfile). Oprichter/DGA OrcaSys bv, een innovatieve onderneming voor het commercialiseren van ORCA, Open Record for Care, een elektronisch patiëntendossier voor medisch specialisten, waarvan het prototype aan het Erasmus MC was ontwikkeld. Interim-manager strategie en communicatie bij Vanenburg Ventures (nu Vanenburg Groep, aanvankelijk Baan Investment). Interim-directeur middelgroot reclamebureau; adviseerde cliënten in industrie en consumentenartikelen over merken, marketing en communicatiebeleid. Adviseur Raad van Bestuur United Services Group, assisteerde bij het opstellen van een nieuw ondernemingsbeleid en business plan voor een van hun groepsmaatschappijen. Interim-directeur corporate communicatie bij The Greenery International B.V., lid M&A team overnames Hagé Groep en Van Dijk Delft, rapporteerde aan de Voorzitter Raad van Bestuur. Corporate Communications Officer, Exact Holding NV (om persoonlijke redenen na 3 maanden teruggetreden). Adviseur Raad van Bestuur Royal Nedlloyd N.V. inzake een nieuw communicatie-, marketing- en merkenbeleid na het afstoten van het scheepvaartbedrijf aan P&ONedlloyd Hoofd In- en Externe Betrekkingen en change manager Heineken Nederland, toen de grootste werkmaatschappij van de Heineken Groep, lid Management Team, lid van het Corporate Strategy team dat (voor het eerst) de merkpersoonlijkheid van Heineken, Amstel en Heineken Brouwerijen, de brouwerij achter de merken, definieerde. Interim-manager communicatie bij het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (nu Cordaris). Directeur Thomas & Kleyn Corporate Communications Consultants. Interim-manager communicatie bij de Centrale Recherche Informatiedienst.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
1986 – 1992
1981 – 1986 1978 – 1981 voor 1978 Diversen 1996 – 2008 1996 – 2006 1962 – heden
Adviseur van cliënten in overheid, financiële dienstverlening, uitzendwezen, consultancy, luchtvaart en logistiek op het gebied van ondernemingsbeleid, corporate identity, financiële communicatie, PR en PA; gaf trainingen communicatievaardigheden aan topmanagers en adviseurs. Hoofd communicatie/tijdelijk manager professional development/tijdelijk IT-manager McKinsey & Company, Inc., Amsterdam/Brussel/Parijs Wetenschapsvoorlichter, Vrije Universiteit Amsterdam Doctoraalassistent, vakgroep Engels, Universiteit Leiden (promotie 1981); militaire dienst (MID, reservekapitein b.d.); leraar Engels VWO Voorzitter afdeling Leiden e.o., het Nederlandse Rode Kruis. Vice-voorzitter/secretaris Stichting Trombosedienst Leiden en Omstreken; begeleidde overdracht stichting aan LUMC, 2005-2006. Tal van functies in lokale politiek, kerkelijke, levensbeschouwelijke en maatschappelijke organisaties; lidmaatschappen beroepsverenigingen, politieke en lobbyorganisaties; nu o.m. lid raad van advies diverse Europese projecten HO-beleid, lid landelijke commissie Onderwijs en Jeugdzaken VVD, lid Netwerktafel Stadspartners Leiden Marketing. Werd in april 2006 benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau
De heer drs. R. van Deemter De heer Van Deemter is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van communicatie en taalvaardigheid. Hij is lid geweest onder meer van het kernteam Kwaliteitsnormering Tolken en Vertalers van het Ministerie van Justitie en heeft in opdracht van dit Ministerie een onderzoek uitgevoerd naar minimale taalvaardigheidseisen voor tolken en vertalers. Door consultancy-opdrachten op het gebied van toetsing van tolken en vertalers is hij bekend met het vakgebied. Bovendien heeft de heer Van Deemter onderwijservaring opgedaan gedurende zijn jarenlange ervaring in het universitaire onderwijs. Door het geven van lezingen op internationale congressen/symposia en de verzorging van masterclasses beschikt hij over internationale deskundigheid. Voor deze visitatie heeft de heer Van Deemter onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1973 1979 1991
Werkervaring 1977 – 1990 1979 – 1996
1980 – 1981 1994 – 2005
Eindexamendiploma Gymnasium α Doctoraaldiploma Duitse taal- en letterkunde, Fac. der Letteren, Rijksuniversiteit Leiden Propedeusediploma Nederlands Recht, Fac. der Rechtsgeleerdheid, Rijksuniversiteit Leiden
Freelance vertaler Duits-Nederlands (incidenteel) Docent bij de Vakgroep Duitse taal- en letterkunde, Rijksuniversiteit Leiden Expertisegebieden: historische en moderne taalkunde, taalvaardigheid, vertalen DuitsNederlands, vertaalwetenschap Docent Duits aan de MO-A-opleiding van de School voor Taal- en letterkunde te ‘sGravenhage Voorzitter CEVO-vaksectie Duits voor de eindexamens HAVO-VWO
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
45/57
1994 – 2002 1996 – heden
Lid resp. voorzitter van de Interfaculty Group of Languages van de Community of European Management Schools (CEMS) Projectmanager taaltoetsing Universiteit Leiden
Werkzaamheden in dit kader: 1998 – 1999 Onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie naar de ‘Tolkentoets IND’ 2000 – 2006 Lid kernteam Kwaliteitsnormering Tolken en vertalers Justitie (portefeuille: toetsing) 2004 – 2005 Lid Commissie Kwaliteitseisen Tolken en Vertalers van het Ministerie van Justitie 2005 – 2007 Toetsontwikkeling in opdracht van het Ministerie van Defensie 2004 – 2005 Onderzoek in opdracht van het Ministerie van Justitie naar minimale taalvaardigheidseisen voor tolken en vertalers 2006 – 2008 Inhoudelijk secretaris van een commissie van de Faculteit der Letteren van de Universiteit Leiden met de opdracht de taaltoetsing binnen de faculteit te evalueren. 2000 - heden Incidentele consultancy ten behoeve van instellingen op het gebied van toetsing van tolken en vertalers (SNEVT, Lessius Hogeschool Antwerpen, Stichting Instituut Gerechtstolken en -Vertalers) 2008 Oprichting van een Special Interest Group op het gebied van het evalueren van de competenties van tolken en vertalers binnen de European Association for Language Testing and Assessment (EALTA) 2009 Benoeming tot voorzitter van de wettelijke Commissie beëdigde tolken en vertalers 2008 – 2009 Ontwikkeling van een beoordelingskader ten behoeve van de Raad voor Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch 2009 – heden Incidentele organisatie en coördinatie van praktijktoetsen tolken en vertalen in opdracht van het Ministerie van Justitie 2009 Verzorging van twee ééndaagse Masterclasses (‘Public Service Translation’ en ‘Public Service Interpreting’) te Antwerpen ten behoeve van opleiders van tolk/vertalersopleidingen in opdracht van Centrale Ondersteuningscel voor Sociaal Tolken en Vertalen te Brussel (COC) te Brussel 2005 – heden Lezingen op internationale congressen/symposia op het gebied van het evalueren van de competenties van tolken en vertalers (FIT 2005, AILA 2008, EFSLIT 2008)
Mevrouw drs. T.J.G. van der Heijden Mevrouw Van der Heijden is ingezet als studentlid, vanwege haar jarenlange ervaring in en met het (hoger) onderwijs, haar kennis van en ervaring in het domein van de Nederlandse taal en haar ervaring als deeltijdstudent van de opleiding Italiaanse taal- en letterkunde van de Universiteit van Amsterdam. Na haar oorspronkelijke opleiding Kweekschool heeft mevrouw van der Heijden lessen Nederlands en onderwijskunde verzorgd in het VO, aan een PABO, aan lerarenopleidingen in het HBO en in nascholingsverband binnen het universitair onderwijs. Vanaf 1989 tot 2006 is zij werkzaam geweest als inspecteur, met name in de sectoren HO en VO. Landelijk was zij aanspreekpunt inzake bevoegdheden. De laatste jaren was zij bij de inspectie projectleider van onderzoeken naar zijinstroom en opleiden in de school. Mevrouw Van der Heijden heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek. Voor deze visitatie is zij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
46/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Opleiding: 1967 1968 1970 1972 1984
Kweekschool 41a Kweekschool 41b MO-A Nederlands MO-B Nederlands Doctoraal Nederlands: moderne letterkunde en taalbeheersing, bijvakken onderwijskunde, dramaturgie, kunstgeschiedenis 1987 – 1989 Studie onderwijskunde, niet voltooid i.v.m. benoeming tot inspecteur HO 2006 – heden Deeltijdstudie Italiaanse Taal en Letterkunde Universiteit van Amsterdam Bachelor behaald in mei 2010, van 2010- heden volgen van masterprogramma Werkervaring: 1968 – 1971 1971 – 1973 1973 – 1979 1979 – 1982 1983 – 1987 1987 – 1989
Invalbanen primair onderwijs Docent Nederlands Mavo-school Docent Nederlands Pedagogische Academie en Havo-top Mentor en docent diverse vakken Middenschool (Open Schoolgemeenschap Bijlmer) Docent onderwijskunde en vakdidactiek lerarenopleiding VO Nascholingsafdeling van UVA. Opzetten en verzorgen van opleidingstrajecten voor vrouwen die een leidinggevende positie in het onderwijs ambieerden 1989 – 1996 Inspecteur HO (toezicht op aantal HBO-instellingen, vanaf 1992 met name metaevaluatief onderzoek en toezicht op bestuurlijke hantering van uitkomsten visitaties en meta-onderzoek op lerarenopleidingen) 1990 – 1996 Vertrouwensinspecteur HO (½ dag) 1996 – 2003 Voorzitter vertrouwensinspecteurs alle sectoren (1 dag) 1996 – 2003 Inspecteur VO (algemeen toezicht) 2003 – 2006 Inspecteur HO, VO en PO (met name toezicht op kwaliteitsontwikkeling zijinstroomtrajecten en het vormgeven van ‘Opleiden in de school’). Landelijk aanspreekpunt inzake bevoegdheden en wet BIO Vut-gerechtigd begin 2006 2006 – 2009 Lid adviesraad KPMG dieptepilots ‘Opleiden in de School’ 2006 Panellid diverse VBI’s lerarenopleidingen (NQA en HOBEON) 2009 Panellid verificatiecommissie PABO’s op verzoek van NVAO 2010 Lid adviesraad Senter Novem pilots ‘Academische opleidingsschool’ Diversen: 1981 – 1985 1983 – 1985 1985 – 1989 1994 1999 2002 2003 2005
Vice-voorzitter Nederlandse middenschoolvereniging Redacteur tijdschrift voor onderwijsgevenden in het Nederlands MOER Hoofdredacteur MOER Auteur inspectierapport ‘Emancipatie in het Hoger Beroepsonderwijs’ Auteur inspectierapport ‘Nederlands in de basisvorming’ Auteur inspectierapport ‘De evaluatie van het zij-instroomtraject in het VO Auteur inspectierapport ‘De evaluatie van het zij-instroomtraject in het PO Auteur inspectierapport Convenant in het kader van scholing onbevoegden G4/Almere (eerste jaar)
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
47/57
Mevrouw drs. E. (Elke) van Tiggelen Mevrouw Van Tiggelen is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft expertise opgebouwd in organisatie- en cultuuroptimalisatie, begeleiden van organisatieveranderingen, management(team)begeleiding en -ontwikkeling, professionaliseren P&O-beleid en -instrumentarium, training & coaching, assessments. Mevrouw Van Tiggelen heeft de interne training NQA-auditor gevolgd. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en is verder ingewerkt binnen de werkwijze van NQA. Opleiding: 1992-1996 VWO atheneum, Koning Willem II College, Tilburg 1998-2005 drs. Economische psychologie + Sociale psychologie, Universiteit van Tilburg, Tilburg 2006-2007 Post – bachelor Arbeidsrecht + Sociale zekerheid + Ontslagrecht, Avans+, Breda 2008-2009 Leergang Instrumentarium van de HRM Professional, van den Broek & Partners, Zoetermeer Werkervaring: 2009-heden Senior Consultant Organisation & Control, BDO Consultants B.V., ‘s-Hertogenbosch 2008-2009 Consultant/ Organisatieadviseur, BDO CampsObers adviseurs P&O, ‘s-Hertogenbosch 2005-2008 Junior Consultant Personeel & Organisatie, BDO CampsObers adviseurs P&O, ‘s-Hertogenbosch 1999-2004 Teamcaptain regio Zuid Nederland, Red Bull Nederland, De Bilt
48/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Bijlage 2
Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
49/57
50/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
51/57
52/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Bijlage 3
Bezoekprogramma
Programma bezoek auditteam NQA vrijdag 8 oktober 2010. Haagse Hogeschool, kamer Ovaal 4.26. 09.00-11.00
Ontvangst en materiaalbestudering
11.00-11.45
Gesprek met management A. Minkman, voorzitter CvB en docent Engels J.W. Nelisse, lid CvB en coördinator Duits e Mevr. V. Cook, coördinator 4 jaar en docent Engels
11.45-12.30
Gesprek met docenten Mevr. P.C. van Dashorst, docent (afstandopleiding) Duits L.J.A. Huisman, coördinator en docent Engels T. A.J. Martens, coördinator en docent Frans R. C. M. Nijman, docent Engels en coördinator afstandsopleiding Engels J. Stapel, coördinator en docent Spaans
12.30-13.30
Lunchpauze De lunch vindt plaats in DOK 75, een oefenrestaurant van de opleiding Facility Management van de Haagse Hogeschool, dat zich op 5 minuten loopafstand bevindt.
13.30-14.15
Gesprek met studenten N. Antinao Avila, tweedejaarsstudent Spaans F. Crouzen, vierdejaarsstudent Spaans M.W.A. Pauwels, derdejaarsstudent Engels S.J. Pranger, tweedejaarsstudent Engels T.C.M. van Rooij, vierdejaarsstudent Frans W.R. Smeets, derdejaarsstudent Frans E. van der Wagt, derdejaarsstudent Frans
14.15-15.00
Gesprek met afgestudeerden en werkveld M. Berkhout, afgestudeerd student Spaans (2008) A.I. Salcines Angulo, afgestudeerd student Spaans (voorjaar 2010) M.H. Westera-Bailey, afgestudeerd student Engels (2007)
15.00-16.00
Eventuele extra gesprekken Materiaal bestuderen Intern overleg auditteam
1600-1630
Tweede gesprek met management
16.30-17.00
Afsluitend overleg auditteam
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
53/57
54/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Bijlage 4
1.
2. 3.
4.
5. 6.
7.
8. 9. 10.
Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
Beleidsdocumenten op opleidings- en hogeschoolniveau waaruit in kwalitatieve en kwantitatieve zin blijkt hoe in de afgelopen jaren aan de opleiding gestalte is gegeven en welk beleid de opleiding de komende jaren voor ogen heeft. Onderwijsbeleid en toetsbeleid. Een representatieve selectie uit het studiemateriaal, zoals: - Readers/syllabi (selectie) - Moduleboeken en handleidingen of studiewijzers (compleet overzicht), - (Stage- en afstudeer)handleidingen - Literatuurlijst en boekenlijst + selectie van boeken (onderscheiden in verplicht en aanbevolen) - Projectopdrachten (selectie). Een representatieve set van gemaakte toetsen (inclusief beoordelingen en feedback): - Toetsen - Opdrachten - Portfolio’s en assessments - Stageverslagen - Projectverslagen. Personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatie over functioneren en professionaliseren, scholingsplan) Informatie over het interne kwaliteitszorgsysteem: - Beleid, overzicht van evaluatie-instrumenten, streefcijfers - Recente evaluatierapporten (zowel intern als extern, inclusief de meetinstrumenten en de analyses) van aspecten van het onderwijs, zoals verslagen van gecommitteerden, evaluaties onder studenten en docenten, module-evaluaties, studenten tevredenheidsonderzoek, uitkomsten en analyses van evaluaties en verbeteractiviteiten. Samenstelling van relevante overlegorganen (opleidingscommissie, werkveldadviescommissie, Examencommissie, stafoverleg, e.a.) statuten/reglementen en notulen van de overlegorganen. Overzicht van externe contacten en aard van die contacten. Afstudeerproducten (zie lijst van 25), inclusief beoordelingen voor zo ver aanvullend op de reeds toegestuurde documenten. De meest recente voorlichtingsbrochure en overig relevant voorlichtingsmateriaal.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
55/57
56/57
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
Bijlage 5
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
De opleidingscompetenties van de opleiding zijn: 1. vertaalcompetentie 2. linguïstische en tekstuele competentie 3. culturele competentie 4. zoekstrategieën en onderzoekscompetentie 5. technische competentie 6. zakelijke en ondernemingsgerichte competentie.
© NQA – HWN: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Opleiding Tolk-Vertaler
57/57