Is er een vraag om hulp ?
Zoekende relatie Antwoord : ja Is er een werkbare vraag ? Nee, dan spreken we van een zoekende relatie (een zoekende werkrelatie)
Geef de cliënt in een zoekende relatie geen sleutel, vertel hem hoe hij het er beste naar kan zoeken.
Zoekende relatie = een klaagtypische relatie Klager (o.a. Fredericke Bannink) Zoeker (o.a. Louis Cauffman)
3
4
5
6
1
Werkbare hulpvraag ? • Heeft de hulpvrager geen idee wat hij zelf zou kunnen doen, dan spreek je over een zoekende relatie. Hij ziet zichzelf niet als een deel van het probleem of de oplossing.
• Meer mandaat dan in de vorige situatie, maar het is nog niet volledig duidelijk waar ze naartoe willen. • Zoekers – zoekende relatie
7
8
Wees waakzaam voor… • De linguïstische truc….
Geen advies geven !
Jij bent het toch met me eens dat….
Weerstand
Uiteraard weet ik dat jij ook zo over dit thema denkt….
9
10
Niet werkbare doelen 1. Vage of onduidelijke doelen
Doelen
‘Het gaat niet langer: ik ben op’ ‘Ik ben altijd maar moe en futloos’ ‘Ik zit vast’
11
12
2
Niet werkbare doelen
Niet werkbare doelen
2. Teveel doelen ineens
3. De mogelijke oplossing wordt onmiddellijk geblokkeerd ‘Ik ben nu éénmaal zo’ ‘Wat ik ook probeer, het helpt toch niet’ ‘Als ik mezelf erop betrap dat ik even niet angstig ben, dan slaat de angst onmiddellijk toe’ 14
Niet werkbare doelen
Niet werkbare doelen
4. ‘Ik ben het niet, het zijn de anderen’
5. Zwart-witdenkers
‘Zolang mijn zoon dit niet doet, blijven wij conflicten hebben.’ Deze cliënten hopen dat de hulpverlener hen te hulp zal schieten door anderen te beïnvloeden. 15
16
17
18
Doelformulering
3
Doelformulering : in gedragstermen Specifiek Meetbaar
Uitdagend Vraagt een grote inspanning.
Doelen
Aanvaardbaar
Positief
Van belang voor de cliënt
Tijdsgebonden Realistisch
M. Le Fevere de ten Hove : ‘Hij is expert in wat goed is voor hem; wij in de manier waarop hij dit kan bereiken’
Klein
Moeder: “Hij moet zich wat beter gedragen thuis” Hulpverlener: “Wat bedoel je met beter gedragen” Moeder: “Doen wat ik vraag” Hulpverlener: “Wat vraag je zoal en wat doet hij dan” Moeder: “Kom aan tafel en dan blijft hij in de zetel zitten voor de TV” Hulpverlener: “Wat wil je dat hij doet als jij zegt kom aantafel” Moeder: “Dat hij de tv uitzet en aan tafel komt” Hulpverlener: “Zou het een opdracht (doel) kunnen zijn voor hem dat als jij vraagt om aan tafel te komen dat hij dan 1. De Tv uitzet en 2. Aan tafel komt ? “
19
20
Welformulering
In het begin van een oplossing Bij het werken vanuit het oplossingsgerichte denkkader proberen we onze cliënt maximaal te emanciperen zodat hij eigen oplossingen kan blijven construeren voor mogelijke toekomstige problemen.
Het is/lijkt gemakkelijker om te formuleren wat je niet wilt.
21
22
Checklist
Interventies uit ‘Simpel’
• Positief bekrachtigen van het zoekgedrag • Aandacht voor datgene wat, ondanks de problemen die zich voordoen, toch nog goed gaat. • Het probleem uit zijn algemene bewoordingen halen en vertalen in concrete termen. • Zoeken naar uitzonderingen op het probleem. • Hoop op daadwerkelijke veranderingen op gang brengen, zodat de cliënt kan geloven dat verandering mogelijk is.
• • • •
Erkenning bieden Positieve ondersteuning Eigen verantwoordelijkheid stimuleren Aandacht voor wat goed gaat – continueringsvraag • Concretiseren, differentiëren, prioriteiten stellen • Zoeken naar uitzonderingen 23
24
4
Technieken • Wondervraag / mirakelvraag
Op zoek naar uitzonderingen
yes-set
25
Voorbeeld wondervraag…
28
Varianten
Mag ik je een vraag stellen die misschien een beetje vreemd is? Stel … dat nadat we ons gesprek beëindig jij naar huis gaat ….. en je dag afmaakt….. terwijl je doet wat je normaal doet… en dan ga je naar bed. En terwijl je slaapt … gebeurt er een wonder en de problemen waarvoor je hier nu zit zijn verdwenen. Maar je slaapt, dus je weet niet dat het wonder heeft plaatsgevonden. Als je morgen wakker wordt, wat zullen dan de eerste dingen zijn waaraan je merkt dat het wonder heeft plaatsgevonden?
• Magische deur : Stel je voor dat die deur daar een magische deur is en wanneer je daar eenmaal door bent gegaan het probleem is verdwenen.
• Wondervraag zonder wonder Stel je nou eens voor dat de samenwerking met deze cliënt werkelijk is, zodat jullie zich hier goed bij voelen ? Wat zou het eerste zijn waaraan jullie dit merken?
29
30
Technieken • Schaalvragen
Opdrachten
31
5
1. Observatieopdrachten
2. Continueringsopdracht
• Hoop. Suggereren dat verandering mogelijk is. Bruikbaar om uitzonderingen helder te krijgen
• Ik zou je graag uitnodigen om tussen nu en de volgende sessie te observeren, wat er in je gezin gebeurt waarvan je wilt dat het blijft gebeuren. (Steve de Shazer)
Bijvoorbeeld : je vraagt aan je cliënt om vast te stellen wanneer het probleem draaglijker is, wat hij anders doet,….
opschrijven
34
3. De voorspellingsopdracht
3. De voorspellingsopdracht
Bron : Louis Cauffman
• Aandringen om zich te focussen op zonnige momenten werkt niet • Voordeel: niet meer volledig in beslag genomen worden door het probleem.
1. Vraag om een voorspelling te doen over de confrontaties die hij met zijn probleem zal hebben. 2. De intensiteit 3. De mate van controle 4. Beschrijving van hoe het probleem zal stoppen 5. Noteer deze voorspelling 35
36
4. Schaalvragen ‘Op een schaal van 0 tot 10 waar 0 staat voor ‘geen enkele verandering’ en 10 staat voor ‘zo gaat het wel weer’. Waar sta je dan nu?’
Oplossingsgerichte vragen die nuttig kunnen zijn.
Veranderingen zijn mogelijk Focus op de positieve uitzonderingen Leid de aandacht af van het probleem 37
38
6
Oplossingsgerichte vragen
Oplossingsgerichte vragen
• Wat wil je anders? Waar wil je beter in worden? Wat wil je leren? • Welke voordelen zal dit hebben voor jou? • Wat hoeft niet te veranderen? • Wanneer is het probleem er niet? of Wanneer is het probleem er een beetje minder?
• Hoe zal ik merken dat je een oplossing gevonden hebt voor het probleem? Wat zie ik jou anders of meer doen? Wat hoor ik je ouders of leraren zeggen waaruit ik kan afleiden dat het beter met jou gaat? • Wat zou de volgende kleine stap kunnen zijn?
39
40
Welk soort relatie ? Zelf gebruik ik niet graag het woord huiswerk of opdracht omdat het cliënten soms herinnert aan de eigen schooltijd. Niet iedereen heeft positieve herinneringen aan het maken van huiswerk.
Henry Barthes is een interim-leerkracht. Hij krijgt een tijdelijke betrekking voor een periode van drie weken in een probleemschool in een buitenwijk van New York.
Ik gebruik vaak het woord experiment of suggestie.
Sven Bussens
42
Vrijblijvende – zoekende relatie
Neem een cliënt in gedachten Op welke aspecten zit hij in een vrijblijvende relatie ? Op welke aspecten zit hij in een zoekende relatie ?
43
44
7