De relatie dier-mens is vooral een mensending Door Jan Dobbe, m.m.v. Jozé Mulders en Robin Schouten Je kunt er lang over filosoferen, discussiëren, dichten of weeklagen, maar de relatie dier-mens is en blijft een mensending. Het zijn immers mensen die er een punt van maken, erover uitweiden of last hebben van hun geweten. De dieren hoor je er niet over: ze zijn wat ze zijn, doen wat ze doen. Ze leven en lijden, maar ze zwijgen en laten het zoeken over aan de mens. Het Groeneveld Forum 2010, gehouden op 29 en 30 november, was een proeve van een menselijke zoektocht waar vooral mensen iets aan hebben. Het Groeneveld Forum gaat twee dagen lang over de relatie dier-mens, bekeken vanuit diverse disciplines: literatuur, filosofie, theater, film, wetenschap, dierenbescherming, onderwijs en rechtsgeleerdheid. Doel van het forum is de dilemma’s die voortkomen uit de relatie dier-mens te laten zien en beleven, en zo ‘de discussie te voeden en naar een hoger niveau te tillen dan doorgaans gebeurt’. Niveau is er zeker. Eloquente sprekers als Paul Schnabel, Wiel Kusters, Pauline Terreehorst en Erno Eskens treden op. Maar strijdlust, zoals ik die gewend ben vanuit mijn verleden bij de Dierenbescherming, mis ik. En ik mis de emotie; iedereen is vriendelijk, voorkomend en weldenkend. Er valt geen onvertogen woord. Is het misschien de invloed van het voorname kasteel en zijn chique zalen? Geen omgeving, wellicht, om uit je dak te gaan? Deelnemers komen uit diverse hoeken: dierenbescherming en dierenrechtenbeweging, wetenschap, overheid, onderwijs, kunst. De boeren, toch een belangrijke groep, mis ik in het gezelschap. Hebben ze geen tijd? Of is dit gezelschap misschien te elitair? Aan de andere kant is het lovenswaardig dat er in het forum wordt gewerkt vanuit disciplines die je bij dit onderwerp niet zo gauw verwacht. Hoe kijken kunstenaars en schrijvers tegen dieren aan? Het doorbreekt de kring van usual suspects en vergroot de kans op nieuwe invalshoeken. Rechtszaak Het forum start met een ‘rechtszaak’, waarin de filosofen Erno Eskens en Coen Simon tegen elkaar in het strijdperk treden. Volgens Simon, die wat onzeker oogt, komen dier en mens juist verder van elkaar af te staan als je dieren formele rechten toekent. ‘Het zijn mensen die bepalen of dieren al dan niet mogen lijden. En in de praktijk verplichten mensen elkaar al om goed met dieren om te gaan. In die zin hebben dieren dus al rechten. Het maatschappelijk draagvlak is er, daar hebben we geen extra juridisch instrument voor nodig.’ Eskens repliceert dat je niets aan plichten hebt als die niet duidelijk geformuleerd zijn. ‘Waarom zou je de belangen van dieren anders wegen dan die van mensen? Hanteer hetzelfde beoordelingregime en weeg dan de belangen van mens en dier tegen elkaar af. Geef dieren burgerrechten en toets die aan de praktijk. Vervolgens kun je rechten schrappen als die niet werken. Neem de muskusrat die onze dijken ondermijnt. Omdat onze veiligheid in gevaar komt, vervalt zijn recht op bescherming. Door zo te schrappen houd je een solide, rechtvaardiger systeem over.’ Martje Fentener van Vlissingen, hoofd Dierenexperimenteel Centrum van het Erasmus MC, is getuige van Coen Simon. Ze is tegen rechten voor dieren omdat ‘…dieren zichzelf zijn en dat we ze in hun waarde moeten laten!’ De tweede Coen-getuige, Iaira Boissevain, leerstoel Dier & Recht van de Universiteit Utrecht, stelt dat ‘…er momenteel geen gebrek is aan juridische middelen, maar dat we er te weinig mee doen.’ Daartegenover stelt Eskens-getuige Hans Baay, stichting Varkens in Nood, de
vertoning van een schokkende film over misstanden op veetransport en –markten die het ontbreken van goede regels en toezicht daarop onderstreept. Eskens´ tweede getuige, historicus/socioloog Bernd Timmerman, stelt dieren op één lijn met menselijke groepen die eerder geëmancipeerd zijn, zoals negers, slaven en vrouwen. Dit roept (eindelijk) emoties in de zaal op: ‘Die vergelijking mag je niet maken!’ roept Fentener van Vlissingen. In zijn slotpleidooi reageert Eskens: ‘Dieren verschillen weliswaar van mensen, maar horen wel tot dezelfde rechtsgemeenschap. Dus moeten hun belangen in het rechtssysteem worden verdisconteerd.’ Simon: ‘Dierenwelzijn is belangrijk, maar wordt niet gediend door dierenrechten. Sterker nog, het blijven voeren van deze discussie werkt contraproductief.’ De jury geeft uiteindelijk eiser Erno Eskens geen gelijk als het gaat om fundamentele rechten voor dieren. Wel moeten mensen de belangen van dieren zo veel mogelijk behartigen, vindt de jury, temeer omdat het dier afhankelijk van ons is. Verder moet het debat over dierenrechten beter gevoerd worden om tot werkbare resultaten te komen. De rechter neemt deze uitspraak over, buiten valt de eerste sneeuw... De zaal Tijdens de beraadslagingen van de jury peilt Marjan Slob de mening van de zaal. Omdat ik vind dat Eskens’ betoog veel sterker was, verbaast het me dat de zaal in meerderheid het standpunt van Simon steunt. Dat velen de emancipatoire vergelijking met mensen niet kies vinden, verbaast me evenzeer. Het zal mijn beroepsdeformatie wel zijn. De opmerking van kunstenares Esther Polak intrigeert me. Volgens haar wordt de manier waarop we naar dieren kijken sterk bepaald door cultuur. Absolute rechten stroken volgens haar niet met verschillen in cultuur. Ze vertelt over een reis naar Letland, waar ze een moederpoes met één jong te zien krijgt. Zonder schroom vertelt de eigenaar dat van een nest altijd alle katjes op één na worden gedood. Esther is geschokt en vertelt dat we hier katten laten castreren of steriliseren. De Letten zijn op hun beurt geschokt – je ontneemt dieren dan toch zoiets essentieels als hun seksualiteit?! Een mooi voorbeeld van cultuurverschil. De relatie diermens, een puur mensending… Varken eten De relatie dier-mens heeft veel te maken met ‘eten’. Samen met de onvolprezen keuken van Kasteel Groeneveld presenteert ‘eetkunstenaar’ Elles Kiers van de PeerGroup op de avond van de eerste dag een bijzonder diner. Samen met ‘kunstboer’ Sjef Meijman vertelt ze vooraf over hun ervaringen met de varkens Rinus, Alie, Anna en Bom. Als kunstproject leven ze een jaar lang met deze dieren. Waarom? ‘De afstand tussen de mens en de oorsprong van zijn voedsel is erg groot geworden. Wat is ons voedsel eigenlijk, hoe wordt het gemaakt, waar komt het vandaan? Dat willen we onderzoeken.’ Uiteindelijk moeten de varkens, waar ze een nauwe band mee opbouwen, er wel aan geloven. Tijdens het copieuze diner, met heerlijke seizoens- en natuurproducten (waaronder door de varkens opgewoelde aardperen), worden we geconfronteerd met vlees van varken Bom. Dit schiet letterlijk in het verkeerde keelgat van sommige deelnemers. Een vertegenwoordiger van de Partij voor de Dieren spreekt er schande van, en weigert aanvankelijk aan tafel te gaan. Het vlees van varken Bom werkt vervreemdend, maar dat is ook de bedoeling: we zijn ons zeer bewust van wat we eten. Bewust eten leidt tot een andere houding: minder verkwistend, minder onverschillig. De drie overgebleven varkens, die buiten voor de deur in het rondeel bivakkeren, eten mee. Ze krijgen onze restjes – maar nadrukkelijk niet de restjes van hun kameraad Bom. Niet dat ze die niet zouden willen eten, maar het
is de mens die dit ethisch niet trekt. Via een geluidsverbinding horen we de varkens wellustig knorren en smakken… leuk. Films, lezingen en workshops Dat de relatie dier-mens een mensending is, komt op dag 2 opnieuw naar voren. Subjectiviteit is onvermijdelijk: hoe we dieren bekijken en beoordelen, wordt door talloze zaken in ons eigen brein beïnvloed. Dat blijkt al uit de film over het wandelen, enkele dagen eerder, met de varkens van de PeerGroup op het terrein van kasteel Groeneveld. Varkens zijn ongelooflijk geinige beesten. Alsof je een hond uitlaat, zo kun je ook met varkens lopen. Je kunt ze knuffelen, aaien, samen met ze in het stro liggen. Na afloop worden de wandelaars bevraagd. Zou je deze dieren nu nog op willen of kunnen eten? De vraag wordt verschillend beantwoord, maar het is duidelijk dat iedereen anders kijkt, nu hij ‘een relatie’ met de dieren heeft. Weg van vlees Over die relatie gaat het ook in de lezing van columnist Paul Schnabel: Weg van vlees. Onze relatie met het dier verandert, aldus Schnabel. Kijk maar naar de verregaande liefde voor gezelschapsdieren. Kijk maar naar het succes van de Partij voor de Dieren. Grote invloed hebben de gedragswetenschappen, die laten zien dat mens en dier dichter bij elkaar staan dan we dachten. ‘Door onze toenemende kennis over dieren neemt onze bewondering en fascinatie toe. Omdat het dier aldus een hogere status heeft verworven, vinden wij het steeds moeilijker het op te eten – zeker als het vlees herkenbaar is als van een gedood dier.’ Dieren zijn aan het emanciperen, aldus Schnabel, net als voorheen de slaven, negers, vrouwen of homo's. Deze menselijke groeperingen kregen gelijke rechten, nu is er de roep om rechten voor dieren. ‘Het gedrag dat daar niet mee strookt, zoals het doden, slachten en opeten van dieren, wordt als pijnlijk ervaren. Daarom drukken we die werkelijkheid weg: we houden dieren in gesloten, ontoegankelijke stallen, we doden en slachten dieren ‘schoon’ in een witte, steriele omgeving, we serveren kipfilet in plaats van een hele en dus herkenbare kip. En we eten minder vlees. Weg van vlees dus, en als je vlees eet, dan graag 'kip, het meest onzijdige stukje vlees'. Hoe voelt het als vleermuis? Dichter Wiel Kusters spreekt over schrijver Anton Koolhaas (1912 - 1993) en diens empathie voor dieren. Koolhaas weet volmaakt in de huid van dieren te kruipen. Niet voor niets vond schrijver/bioloog Midas Dekkers dat Koolhaas kandidaat had kunnen zijn voor de Nobelprijs voor biologie. Kusters onderstreept dat: ‘Juist omdat hij doet wat in de traditionele biologie niet of te weinig gebeurt: vertellen, laten zien, hoe het is om bijvoorbeeld een vleermuis te zijn.’ Volgens Kusters ziet Koolhaas de dieren in zijn verhalen helemaal voor vol aan, als wezens die net als wij betekenis geven aan hun wereld – ook al valt die soms maar gedeeltelijk samen met de onze. Hij maakt een 'hybride' soort, waarin hij het dier-op-zichzelf combineert met zijn eigen leven. ‘Koolhaas zag ook de ondeelbaarheid van het leven en de dood. Zowel dieren als mensen zijn vormen van een doorgaande levensstroom. Schrijvers en dichters vertolken de eerbied die we zouden moeten hebben voor zaken waar we geen antwoord op hebben.’ Mooi gesproken. Cadeau: ‘Kost’ In opdracht van Kasteel Groeneveld werkten kunstenares Diana Krabbendam en kunsthistorica Brigitte van Mechelen aan het boek ‘Kost. Nieuwe gezichten op eten'. Al
samenstellend ontdekten zij dat vele andere gezichten op voedsel mogelijk zijn wanneer je door een culturele bril kijkt. Het boek gaat over bijzondere projecten en plannen op het gebied van eten, eetcultuur en voedselproductie. Zo werd het een ‘inspiratieboek dat geen einde is, maar een stap in de richting van een tijdperk waarin we niet zomaar slikken wat ons wordt voorgeschoteld.’ Alle forumdeelnemers krijgen het boek als herinnering mee naar huis. Workshop: technologie en ethiek Jan Staman (directeur Rathenau Instituut) en Marjan Slob (filosoof-publicist) leggen de deelnemers aan hun workshop de vraag voor of ze een intensief veehouderijsysteem kunnen bedenken dat ethisch acceptabel is. Tegen agroparken, die volgens wetenschappers wel degelijk voldoende tegemoetkomen aan de behoeften van dieren, bestaat grote weerstand. Hoe komt dat? Uit de discussie komt naar voren dat het niet de dieren zijn die moeite hebben met zo’n systeem, maar de mensen die zich met de dieren identificeren. Omdat mensen het een afzichtelijk idee vinden om als “product” te worden gezien, willen ze het dieren ook niet aandoen: ‘Schaalvergroting, zoals die in de jaren 70, 80 en 90 op veel terreinen van de samenleving plaatsvond, is een ziekte van deze maatschappij.’ Mensen willen terug naar proportionaliteit, ze willen respect voor dieren omdat ze “verbinding” voelen met die wezens. ‘Misschien moeten we bij het ontwerpen van veehouderijsystemen terug naar de Gulden Snede, waarbij de menselijke maat het uitgangspunt is.’ Verbinding met het dier is een sleutelbegrip in de hele discussie. In die verbinding past geen massaliteit – wat wetenschappers dan ook mogen beweren. ‘Het Latijnse woord voor verbinding is “religie”’, weet een van de deelnemers op de valreep nog te melden. Daar kunnen we nog een paar dagen op kauwen, maar dat ethisch verantwoorde agropark – nee, dat komt er nog even niet. Workshop: het dier in de beeldende kunst Onder leiding van publiciste Pauline Terreehorst bespreekt een groep kunstenaars, schrijvers, filmmakers, onderzoekers en ambtenaren de rol die dieren spelen in de beeldende kunst en de invloed daarvan op de maatschappelijke discussie over dier en mens. Wat kan de kunstenaar bereiken zonder direct een oordeel uit te spreken, en is dat laatste wel mogelijk? Helpt opvallende, controversiële kunst in discussies over dierenrechten en dierenmisbruik? In dit verband kun je bijna niet om kunstenares Tinkebell heen, die dode huisdieren in handtasjes en speeltjes verwerkt. Dat roept verontwaardiging op: de kunstenares kreeg zoveel haatmail, dat ze er een boek mee kon vullen. Conclusie van de workshop: het helpt als kunst de aandacht trekt en zo de discussie op gang brengt. Dat doet in elk geval het werk van filmmaker/fotograaf Jan van IJken, die de extreem uiteenlopende manieren waarop mensen omgaan met dieren tot thema van zijn werk heeft gemaakt. Van IJken vertoont na afloop de trailer van een documentaire die hij nu maakt. Het onthutsende zit vooral in de manier waarop hij de kijker letterlijk meeneemt in de hellegang van dieren – zoals eendagskuikens op de lopende band of biggetjes die op het punt staan gecastreerd te worden. Een aanrader – voor mensen die stevig in hun schoenen staan. Workshop: de menselijke maat in de veehouderij Onderzoeker Birgit Boogaard wil de burger en de boer bij elkaar brengen. Ze haalt burgers naar boerenbedrijven en laat hen daar ruiken, voelen en kijken om zo zelf een beeld te vormen van wat er gebeurt op een (modern) boerenbedrijf. Vandaag neemt ze haar gehoor mee naar de Eemlandhoeve, een zorgboerderij in Bunschoten. Eigenaar Jan Huijgen heeft naast het boeren ook altijd een intellectuele en filosofische interesse gehad. Zijn droom is om burgers bij de boer te brengen. Of,
zoals collega-boer Paul Bos het later formuleert: '...de oude traditie op een intelligente manier verbinden met eigentijdse behoeftes. Innoveren door verleidelijke concepten te bedenken om de burgers te laten ervaren waar boeren mee bezig zijn.' Om te zien of de menselijke maat nog aanwezig is in een ultramodern boerenbedrijf, verhuist het gezelschap naar hoeve ’t Witte Schaap in Eemland. Deze boerderij is met melkrobots verregaand geautomatiseerd, gericht op hoge productie. Keerzijde: de koeien blijven het hele jaar binnen in de (ruime) stal. Hoewel het onduidelijk is hoe de dieren dit ervaren, levert dit gegeven binnen de excursiegroep gemengde gevoelens op. Dat krijg je, als mensen door koeienogen kijken. Epiloog Als oud-Dierenbeschermer waardeer ik de aanpak van dit Groeneveld Forum. In dienst van een belangenorganisatie behoor je ‘tot een kamp’ en betrek je in discussies een aantal vaste stellingen. Dat kan op den duur verlammend werken; iedereen weet al wat je gaat zeggen en heeft zijn repliek al klaar voor je ook maar één woord hebt gezegd. Dit forum is geen strijdperk, maar een denktank. Men presenteert nieuwe ideeën, invalshoeken, oplossingen. Iedereen probeert vanuit zijn eigen discipline gebak te maken van de relatie tussen mens en dier, en vaak laat men doorschemeren ‘het ook niet te weten’. Voor mij, inmiddels onafhankelijk journalist, is dat een verademing. Maar het is ook even wennen. Geen strijd, zoals ik bij de Dierenbescherming gewend was? Geen retoriek? Geen emoties? Soms hoor je iemand morren, maar daar blijft het bij. Daarvoor in de plaats is er nieuwsgierigheid en de wil om iets moois tot stand te brengen. Mooi is bijvoorbeeld het hernieuwde inzicht dat met echte aandacht voor dieren al een wereld gewonnen is. Wie kan zien hoe mooi, leuk of boeiend dieren zijn, moet wel uit heel verkeerd hout gesneden zijn om diezelfde dieren nog onheus te bejegenen. Mooi is ook, dat we weer streven naar de menselijke maat, waarmee niet alleen het dier maar ook de mens weer een stapje dichter bij het verloren paradijs lijkt te komen. Leiden, 10 januari 2011