Hooglandsekerk-LSE: 1 juni 2014 Voorganger:
Ton Snepvangers, Coordinator Diaconaal Centrum De Bakkerij te Leiden
Liturg:
Henk Schouten
Thema:
De leegte
Themaviering rond het altaarstuk De Leegte van Hanneke de Munck en Deirdre McLoughlin Leidse Studenten Ekklessia 1 juni 2014 Ton Snepvangers, Coördinator Diaconaal Centrum De Bakkerij te Leiden Inleidend woord Veertien beelden verspreid over onze stad op zeven locaties.` Beelden die vragen oproepen, verwijzen naar meer dan zichzelf, naar een werkelijkheid boven, achter of onder die van het tastbare.Het zijn altaarstukken, vaak op een hoogte geplaatst, maar ook vaak verwijzend naar het hogere, het waardevolle, het heilige in ons bestaan. Wat is ons heilig? Wat houden wij hoog? Waar lopen wij warm voor? Vandaag staan we stil bij het altaarstuk van De Leegte. Misschien wel het meest abstracte beeld in heel de verzameling die Hanneke de Munck met haar collega’s samenstelde. Wat is leegte? Leegte is niet niets. Leegte is op zijn minst afwezigheid, verlies, gemis. Maar leegte is vooral ook verlangen, openheid en ruimte. Ontvankelijkheid. Zoals stilte kan spreken. Zo draagt leegte de belofte van vervulling in zich. Overweging Veel mensen ervaren de tijd waarin we nu leven als overvol. Het is vol geluiden – geluiden die je niet wilt en waar je niet om gevraagd hebt. En eindeloos veel beelden die geluidloos om aandacht schreeuwen. Op stations en in overdekte winkelgalerijen komen geluid en beeld, geuren en kleuren samen op je af. De winkels waar je doorheen loopt zijn vol producten waaruit je een keuze moet maken, ze schreeuwen en roepen om gezien te worden. Ze verwijzen weer naar de vele mogelijkheden die er zijn: reizen maken, je interieur veranderen, leningen afsluiten, een auto kopen. Die overmaat aan prikkels, de overdaad aan aanbod van consumptie, de wensen en verlangens, de hypes en trends die bepalen of je nog meetelt of niet. Geen wonder dat de vraag naar stilte en leegte zich juist in onze tijd zo opdringt. Een lege boodschappentas, een lege kamer, een leeg hoofd, een lege agenda, een lege ruimte. Maar wat is dan de betekenis van die leegte? Wat wordt er zichtbaar als je alle beelden, geuren en geluiden weg doet? Om te beginnen in je bewustzijn? Wat komt er dan boven drijven? Wat is leegte? We hoorden het al aan het begin van deze viering: Leegte is niet niets. Leegte is op zijn minst afwezigheid, verlies, gemis. Maar leegte is vooral ook verlangen, openheid en ruimte. Ontvankelijkheid. Zoals stilte kan spreken. Zo draagt leegte de belofte in zich van vervulling.
1
Tussen Hemelvaart en Pinksteren De dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren lijken op een soort niemandsland. Voor ons misschien, maar vooral ook voor de leerlingen. Teksten in het boek Handelingen laten doorschemeren dat ze niet goed weten wat ze moeten,nu Jezus ten hemel is opgevaren. Waarschijnlijk hebben ze wat verdwaasd om zich heen staan kijken en dat is ook begrijpelijk. Na het verraad, de trouweloosheid en het verdriet van Goede Vrijdag, na het aanvankelijke ongeloof en de intense vreugde van Pasen was Jezus veertig dagen lang tastbaar onder hen aanwezig geweest. Maar na zijn Hemelvaart wordt de leegte voelbaar.Het getal veertig wil in Bijbelse termen zeggen dat het een tijd van voorbereiding is geweest,maar waarop? Waartoe dient dit niemandsland? Jederman braucht etwas Wüste De Duitse schrijver, Erich Kästner, schreef in 1949 het Zeltbuch von Tumilant dat begint met het motto: 'Jederman braucht etwas Wüste', ieder mens heeft een beetje woestijn nodig. We zijn in ons bestaan een groot deel van de tijd bezig om te zorgen dat we niet in de leegte komen. Dat er zekerheden zijn, dat we houvast hebben. Maar misschien maken juist de perioden van totale leegte, waarin zekerheden wegvallen en elk vertrouwd houvast ontbreekt, ons wel tot de mensen die we zijn. Want je wordt pas een mens wanneer je de leegte ingaat en je daar aan toevertrouwt. Maar aan wat of aan wie? In De Leegte staan Dat is de uitdaging en de vraag waar het altaarstuk De Leegte hier in deze kerk bij mij oproept in deze dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren.Beeldhouwster Hanneke de Munck wilde graag een altaar maken voor één van Deirdre McLoughlin’s prachtige “Empty Forms”. Het altaarstuk van De Leegte biedt nauwelijks houvast. Een verhoging van oude balken met een haast vormloos hoog gestookte ovale vorm van keramiek van een onbestemde kleur en zonder inhoud. Niets vraagt om aandacht, niets dringt zich op. Er is ook niets vertrouwds, of herkenbaars. Een en al leegte.Ongemakkelijk misschien, maar tegelijkertijd ook fascinerend. Wie naar de mensen kijkt die het altaarstuk benaderen, ontdekt dat er heel veel om het stuk heen lopen, en telkens weer hun ogen richten op de leegte in het centrum van de ovale vorm. Zo vormt Deirdre McLoughlin’s Empty Form als het ware een kijkglas in de ruimte, een blik op de wereld. In de leegte verschijnen en verdwijnen gestalten, wordt je blik getrokken naar dingen die je daarvoor nauwelijks zag. De leegte is niet niets. De leegte nodigt uit, maakt je open en ontvankelijk. Tao als oproep tot bevrijding Hanneke de Munck verwijst bij dit altaarstuk naar de leegte van de Tao van Lau Tse uit de 6e eeuw voor Chr., die zij associeert met stilte en ruimte, een kwaliteit van zijn en leven die in haar optiek steeds zeldzamer en kostbaarder lijkt te worden in onze tijd. Ze raakt daarmee de kern van Lao Tze (de grote meester), de onbekende grondlegger van het Taoïsme, die in wezen een klokkenluider was. Iemand die zich eerst zelf afvroeg waar hij nu eigenlijk mee bezig was, zich afwendde van de wereld en vervolgens als buitenstaander zag dat zijn medemensen slechts met gebakken lucht bezig waren, zich verstrikt hadden in hun eigen hersenspinsels, achter leiders aanliepen, die het ook niet wisten, vastzaten aan onzinnige tradities en gewoonten, praatten over niets, geregeerd werden door angst, niet wisten wie ze waren, zich druk maakten over van alles en nog wat, elkaar afmaakten, gehecht waren aan hun bezittingen, opgesloten zaten in hun huizen, dorpen, steden en staten, in hun werk en de dagelijkse sleur en hoe ze zich daarbij hadden neergelegd. Hij roept hen op zich te bevrijden van die kluisters, op te houden met de onzin waar ze mee bezig
2
zijn, niet meer op praatjes van anderen te vertrouwen, niet meer blindelings achter leiders aan te lopen, maar de leegte te omarmen. In de Tao Te Ching (de verzameling geschriften van Lao Tse) zegt hij over de betekenis van die leegte onder meer het volgende: De waarde van het niet zijn. Dertig spaken verenigen zich in de naaf , van de leegte hangt het gebruik van het wiel af. Men kneedt leem tot vaten , maar van de leegte hangt het gebruik af . Men hakt deuren en vensters uit om een huis te maken , aan de leegte ontlenen zij hun betekenis . Daarom: het zijn heeft zijn voordeel , maar aan het níet zijn ontleent het zijn waarde. Bijbelse ervaringen van Leegte Diezelfde leegte speelt ook een belangrijke rol in de Bijbel waaruit wij leven. Scharniermomenten, ervaringen van roeping en bestemming zijn in de bijbel vaak verbonden met de leegte. Afgescheiden van de bewoonde wereld in de setting van de woestijn, op een bergtop, op een nachtelijk moment langs de oever van de rivier de Jabbok, midden op het Meer van Galilea worden de scharniermomenten geplaatst van het volk Israël en het openbaringsverhaal van Jezus van Nazaret.De roeping van Abraham, het offer van Izaäk, Jacobs gevecht bij de Jabbok, de roeping van Mozes, de uittocht uit Egypte, Elia op de Horeb, Jezus’ overwinning op de verzoekingen in de woestijn.De lucht en Leegte, dicht de Prediker, alles is ijdelheid. Afzondering, afstand, leegte, openheid, overgave en ontvankelijkheid. Dat lijken de sleutelbegrippen te zijn die cirkelen rond de ervaring van de leegte. Jacob in de leegte Als Jacob terugkeert naar Kanaän, het Land van Belofte, als een geslaagde leider van een nomadenstam, rijk aan vee, vrouwen en nageslacht, overvalt hem de leegte aan de oever van een zijrivier van de Jordaan, de Jabbok. Hij laat zijn vrouwen en kinderen en al zijn bezittingen overzetten naar de overkant. Hij neemt afstand van al wat hem lief is en al wat hij bezit. Jacob blijft achter, alleen. Oog in oog met zichzelf. Er zijn in je leven momenten dat je met anderen moet zijn. Er zijn andere momenten dat je alleen moet zijn. Even teruggeworpen op jezelf. Zo neemt ook Jakob afstand van alles wat hij heeft, om op zoek te gaan naar wie hij is of zou moeten zijn.Jakob heeft de hele wereld gewonnen. Hij heeft het gemaakt. Hij is sjeik geworden van een eigen stam, met vrouwen en kinderen, knechten en slavinnen en grote kudden kleinvee.Maar wie is hij zelf nu ? Is dit het nu, is dit zijn bestemming ? Gevecht tussen hoop en vrees En daar, in die nacht, begint het gevecht. Een worsteling tussen hoop en vrees. Dáár aan de overkant wenkt het Land van Belofte, maar hij krijgt het niet voor niets: hij zal er voor moeten vechten. Hij zal zijn angst onder ogen moeten zien, zijn broer onder ogen moeten durven komen. Is die man dan Ezau, die hem de voet dwars komt zetten omdat Jakob hem ooit zijn eerstgeboorterecht ontfutseld heeft, daar midden in die nacht ? Of is Jakob in gevecht met zichzelf, met zijn eigen schaduw, de ontrouw uit zijn verleden, de misleiding van zijn oude vader? Of wellicht wel met God zelf misschien ?
3
Het is een gevecht op leven en dood: er staat veel op het spel. Leven tussen hoop en vrees is niemand van ons vreemd. Waarvoor ben jij bereid te vechten ? Waar is jouw hoop op gevestigd ? Waar maak jij je zorgen om, of bekruipt je de angst meer dan eens ? Of zoals wij het formuleerden voor het programma Toegewijde Kunst: Wat is jou heilig ? Wat hou jij hoog ? Waar loop jij warm voor ? Wie ben jij? Hij wordt geraakt aan zijn heup. Dat is een gevoelige plek bij Jakob, want de heup was in Bijbelse tijden de verbondsplek. Iemands heup aanraken was trouw beloven: een man een man, een woord een woord. Maar Jacob was vanouds een overlever, een hielenlichter en bedrieger, die kost wat kost zijn doel wist te bereiken: het eerstgeboorterecht, de zegen van zijn vader, zijn status en bezit. Vandaar ook de vraag naar zijn naam: wie ben jij ? “Wat is je naam ?” Jaren geleden was hem diezelfde vraag gesteld door zijn vader Isaäk, die toen blind op bed lag met de dood voor ogen. Toen had hij gezegd: ”Ik ben Ezau, uw eerstgeborene.” (Gen. 27,19) Wat zal hij nu antwoorden ? Durft hij de waarheid onder ogen te zien of vlucht hij er opnieuw voor weg ? “Jakob” Een biecht in één woord. Hier spreekt iemand die niet meer zijn toevlucht zoekt in list en bedrog, die niet meer schermt met wat hij heeft, want dat is allemaal aan de overkant. De waarheid is eruit. Jakob durft zichzelf onder ogen te zien. Hij vlucht niet meer. “Niet Jakob zal voortaan je naam luiden, maar Israël, want je hebt gestreden met God en mensen en je hebt overwonnen.” Dat is de absolutie, de vergeving van zonden. De oude naam wordt uitgewist. Hij krijgt een nieuwe met een opdracht, een toekomst en een bestemming… Midden in de leegte, ontdaan van alles wat hij had, werd Jacob in die nacht herboren. Ruimte voor God Het verhaal van Jacob’s gevecht bij de Jabbok laat zien dat juist als mensen zich verloren voelen, geen houvast meer hebben, de bodem dreigt weggeslagen te worden onder hun bestaan en de leegte hen aanstaart in hun leven, God de ruimte vindt om bij hen zijn intrek te nemen. Waar woont God? Was ooit de vraag van een chassidisch rabbijn aan zijn leerlingen. God woont daar waar men hem binnen laat. Het is die ervaring van de leegte die mystici en contemplatieve kloosterordes in de loop der eeuwen steeds hebben nagestreefd. Meister Eckhart, de 13e eeuwse Dominicaanse theoloog en mysticus sprak over de radicale Abgeschiedenheit, “afgescheidenheid”. Om bij God te komen moet je alles loslaten, onthechten, leeg worden, waarlijk arm van geest zijn. “De ziel”, zo schrijft hij, “is een tempel waarin een plek is die gelijk is aan God; we moeten de tempel leeg maken van alles wat niet God is.” “Waar het schepsel eindigt, daar begint God te zijn.” De Leegte in Leiden Midden in het drukke centrum van de stad Leiden, tussen Hemelvaart en Pinksteren, staat in alle bescheidenheid een haast vormloos altaarstuk gewijd aan De Leegte. Leegte is niet niets. Leegte is op zijn minst afwezigheid, verlies, gemis. Maar leegte is vooral ook verlangen, openheid en ruimte. Ontvankelijkheid. Zoals stilte kan spreken. Zo draagt leegte de belofte in zich van vervulling. Of zoals de Nederlandse zanger en tekstdichter Stef Bos het zo treffend weet te verwoorden in zijn
4
lied van Job: Nu ik alles heb verloren
En de stilte mij verwacht
En ik mijzelf heb teruggevonden Daar waar ik dacht dat ik niet was Nu ik alles los moet laten En het donker mij omarmd Alle grond is weggeslagen Moe gevochten en gestrand Sta ik in de open vlakte Weet niet wat nog te geloven En ik heb niets meer te verliezen Dus ik geef me beter over Nu ik de grens heb leren kennen Tot waar mijn handen kunnen gaan Nu ik weet wat mij te doen staat Gebouwd op wat ik heb gedaan Nu ik zie hoe op het nulpunt
Ik door de leegte wordt gered
En verbaasd ben hoeveel liefde Zich altijd weer naar buiten vecht Ik sta hier in de open vlakte Weet niet wat nog te geloven En ik heb niets meer te verliezen Dus ik geef me beter over CD In Een Ander Licht 2009, zie: Video-opname Slotgedachte Tijdens zijn lessen sprak Lao-Tse vaak over het Niets. Op een dag vroeg één van zijn leerlingen aan hem: 'Meester, ik weet niet waar u het over heeft. Hoe kan alles nou Bewustzijn zijn? Hoe kan alles uit het niets voortkomen. Dat slaat nergens op.' En Lao-Tse wees naar een vijgenboom en zei tegen hem: 'Breng me eens een vijg.' De leerling liep naar de boom en plukte een vijg en bracht die naar Lao-Tse. Lao-tse zei: 'Breek die vijg eens open.' Dat deed hij. 'Wat zie je?' 'Zaden.' 'Geef me eens één van die zaden.' Hij gehoorzaamde. Daarna gaf Lao-Tse hem een mesje en zei: 'Snij het zaadje open.' En Lao-Tse vroeg: 'En, wat zie je nu?' 'Niets! Binnenin het zaadje zit een holte, absolute nietsheid.' En vulde Lao-Tse aan: 'Uit dat niets komt heel het universum voort.' Leegte is niet niets. Leegte is op zijn minst afwezigheid, verlies, gemis. Maar leegte is vooral ook verlangen, openheid en ruimte. Ontvankelijkheid. Zoals stilte kan spreken. Zo draagt leegte de belofte van vervulling in zich.
5