Dit is de hand-out van de afstudeerpresentatie van Lutine Schoemaker. Hieronder zijn de slides weergeven en per slide een korte toelichting. De presentatie is online te vinden op: https://prezi.com/zgw0xt0mk3ty/ Aan het einde van dit document staat de literatuurlijst.
Zoals jullie weten heb ik literatuuronderzoek gedaan naar 12 determinanten van ondervoeding. Vandaag wil ik graag inzoomen op sarcopenie.
Voor sarcopenie is nog te weinig aandacht vanuit de gezondheidszorg. Dit is een belangrijke aanleiding voor het congres “Kwetsbaarheid bij ouderen door Sarcopenie??!”. Dit congres wordt in september georganiseerd. Mede organisator is prof. dr. Maier, hoogleraar Gerontologie. Maier voorspelt dat sarcopenia dezelfde ontwikkeling gaat doormaken als osteoporose.
Aan de hand van de zelfbedachte en zelf getekende casus ga ik jullie wat vertellen over dit onderwerp. De hoofdpersonen in deze fictieve casus zijn oma Dinie en opa Frank. Oma Dinie is een zelfstandig wonende dame van 75 jaar en is door de huisarts doorverwezen naar de diëtist. Oma Dinie is de laatste maand 5 kg afgevallen, eet maar de helft van haar warme maaltijden en is te moe om naar buiten te gaan. Opa Frank is een zelfstandig wonende heer van 75 jaar en is door de huisarts doorverwezen naar de fysiotherapeut. Hij merkte dat zijn conditie achteruit gaat, het ritje op de fiets naar de volkstuin wordt problematisch en ook het werken in de tuin gaat moeizaam.
Beide ouderen vertonen symptomen van sarcopenie. De één wordt geholpen door de diëtist en de andere door de fysiotherapeut.
Oma Dinie krijgt een behandelplan met extra tussentijdse verstrekkingen met als doel dat op korte termijn het gewicht stabiliseert en ze weer wat energie krijgt.
Opa Frank krijgt oefeningen voor thuis en komt twee keer in de week naar de praktijk om te fietsen op de hometrainer.
Wie krijgt volgens jullie de beste behandeling? En hoe zou dit beter kunnen?
Oma Dinie en Opa Frank treffen elkaar toevallig bij de huisarts. Ze wisselen ervaringen uit en geven aan dat de behandeling nog niet het gewenste effect heeft. Dit brengt hun op een idee.
Opa Frank vraagt aan de huisarts een verwijzing voor de diëtist en oma Dinie een verwijzing voor de fysiotherapie.
Oma Dinie en opa Frank zijn geen uitzonderingen, er zijn veel meer ouderen die baat zouden hebben met de behandeling van een diëtist en fysiotherapeut. In mijn scriptie geef ik een aanbeveling dat er meer gefocust moet worden op een actievere levensstijl om ondervoeding tegen te gaan. Om goed te kunnen trainen bij de fysiotherapeut is een goede voedingsstatus van belang, er is energie nodig om te kunnen trainen. Over het algemeen hebben de interventies van de diëtist het beste resultaat als daarbij wordt bewogen.
Om een beeld te krijgen van de huidige situatie heb ik vijf fysiotherapeuten en vier diëtisten geïnterviewd. Daarnaast ben ik op zoek gegaan naar literatuur over de samenwerking tussen diëtist en fysiotherapeut in de behandeling van sarcopenie en ondervoeding. Helaas zonder resultaat.
Uit de interviews zijn de volgende positieve punten naar voren gekomen voor een eventuele samenwerking. Je kunt gebruik maken van elkaars expertise om zo een effectievere behandeling te kunnen bieden aan de cliënt. Daarbij zijn korte lijnen wenselijk. Als je van elkaar weet wanneer je een cliënt door kunt verwijzen zal dit ook vaker gebeuren.
Dit zijn de belangrijkste punten die uit de interviews naar voren zijn gekomen. Een belangrijk knelpunt is tijd en geld. Tijd voor overleg wordt niet uitbetaald. Het moet daarom een meerwaarde zijn, iets voor terug krijgen. Het is niet vanzelfsprekend dat je elkaar ziet of spreekt, alles loopt via de arts of huisarts. Onwetendheid/onbekendheid. Het is niet altijd duidelijk waarmee je elkaar kunt helpen in de behandeling en hoe. De andere discipline soms lastig te vinden. Indien het contact eenmaal gelegd is, is het belangrijk om bij doorverwijzingen terug te koppelen om te laten weten dat de cliënt goed terecht is gekomen.
Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen voor de praktijk. Netwerken, neem het initiatief om contact te zoeken, stel je voor en laat een visite kaartje achter. Zorg voor een goede samenwerkingsrelatie waarbij wederzijdse verwachtingen duidelijk zijn. Bezoek informatiemarkten in de wijk of zorginstelling waar je werkt en ga naar landelijke congressen. Bewustzijn vergroten door een artikel te plaatsen in het vaktijdschrift voor diëtisten en fysiotherapeuten over sarcopenie en over het belang van de samenwerking van de diëtisten en de fysiotherapeuten hierin. De diëtist kan een gastcollege over ondervoeding geven aan studenten fysiotherapie met de interesse in de ouderenzorg. Eventueel kan de diëtist scholing geven over het gebruik van de SNAQ65+ om ondervoeding te signaleren bij ouderen waar nog geen diëtist of thuiszorg actief is. Dit is een snel eenvoudige methode om ondervoeding of het risico erop vast te stellen. Onderzoeken of de samenwerking tussen diëtist en fysiotherapeut in de behandeling van ondervoeding / sarcopenie een meerwaarde is ten opzichte van de huidige werkwijze.
Bij sarcopenie is de behandeling door diëtist en fysiotherapeut belangrijk. Het is belangrijk dat de diëtist en de fysiotherapeut weten waar hun expertise ligt en kunnen signaleren wanneer er behoefte is aan de andere discipline en daarvoor de cliënt doorverwijzen naar de huisarts. Nu wordt er door de diëtist of fysiotherapeut wel genoemd dat het goed is om naar de huisarts te gaan voor een verwijzing, maar daar blijft het meestal ook bij. Uit onderzoek is gebleken dat de behandeling van sarcopenie door beweging en voeding tot op hoge leeftijd nog effectief is.
Interessante websites: Overvecht Gezond, een voorbeeld van geïntegreerde eerste lijns zorg. www.overvechtgezond.nl Congres: Kwetsbaarheid bij ouderen door Sarcopenie?!! http://www.dokh.nl/cursusaanbod/symposium-sarcopenie MaSS – Maastrichtse Sarcopenie Studie http://www.maastrichtuniversity.nl/web/Instituten/FHML/CAPHRI/HealthServicesResearch/MaSSMaast richtseSarcopenieStudie.htm Academische werkplaats Ouderenzorg http://www.academischewerkplaatsouderenzorg.nl/ Healthy Ageing http://healthyageing.innovatio.nl/over-ons Literatuurlijst: Bauer, J. M. D., et al. (2013) Evidence-Based Recommendations for Optimal Dietary Protein Intake in Older People: A Position Paper From the PROT-AGE Study Group. Journal of the American Medical Directors Association, 542-559 Breen, L., Philips, S. P. (2013) Interactions between exercise and nutrition to prevent muscle waste during ageing. British Journal of Clinical Pharmacology, 708-715
Dakum, K., Akihiko, Y. (2012) Sarcopenia and cachexia: the adaptations of negative regulators of skeletal muscle mass. Journal of Cachexia, Sarcopenia and Muscle mass, 77-94 Maier, A. B. (2013) De pubertijd van de Ouderengeneeskunde. Vrije Universiteit, Faculteit der Geneeskunde, Amsterdam Tieland, M., Van de Rest, O., Dirks, M. L., Van der Zwaluw, M., Mensink, M., Van Loon, L. J., Protein Supplementation Improves Performance in Frail Elderly People: A Randomized, Double-Blind, Placebo-Controlled Trail. Journal of the American Medical Directors Association, 720-726 Sayer, A. A., Robinson, S. M., Patel, H. P., Shavlakedze, T., Cooper, C. Grounds, M. D. (2012) New horizons in the pathogenesis, diagnosis and management of sarcopenia. Age and Ageing, 145-150 Sipers, W. M. W. H., Mijnareds, D.M., Schols, J. M. G. A. (2013) Sarcopenie. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde, 236-239 Verdijk, L. B. (n.d.) Belang van bewegen bij ouderen. Retrieved June, 24, 2014 from: http://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=3&ved=0CC8QFjAC&url=http%3 A%2F%2Fwww.maastrichtuniversity.nl%2Fweb%2Ffile%3Fuuid%3D38f1fb73-3974-4dcd-b456624d532de4cd%26owner%3Dc65e9e89-7148-4a2e-bf5b-9ad97a2fb05a&ei=lYqU5wDxcrRBbLwgfAB&usg=AFQjCNFuMMBL52w7DJ9ZAJhueEG4Dhhodw&sig2=VzMExA5lWx5Xq _6ONOvkcg&bvm=bv.69620078,d.d2k