ZOA 40 jaar
Inhoud
Voorwoord Johan Mooij Jaaroverzichten 1973 - 1977 1978 – 1982 1983 – 1987 1988 – 1992 1993 – 1997 1998 – 2002 2003 – 2007 2008 – 2012
6 26 52 74 98 122 144 170
Interviews Nguyen van Dao en Gerrit Nijhuis Henk Huberts Reina Folkerts Egbert Fokkema ChoCho Myaing Aleid Westerveld Hannie Wijnhoud Dick Loendersloot Kor van der Helm Christien van Weelden en Nel Bossenbroek Liesbeth Verduijn Mutoni Delphine en Wim Franken Bernard Jaspers Faijer Gerrit Kasper Raga Alphonsus Jan Lamberink Achima M’Bemba en Ester Byewa
24 38 42 48 62 70 84 88 92 96 110 136 142 156 164 178 182
Landen Thailand Laos Filipijnen Albanië Cambodja Myanmar Honduras Papoea-Nieuw-Guinea
2
40 jaar
4
18 20 36 40 50 64 68 72
Malawi en Mozambique Uganda Afghanistan Liberia en Ivoorkust Ethiopië Rwanda Sri Lanka Zuid-Sudan Burundi Angola Sudan DR Congo Haïti en Pakistan Levensverhalen uit Cambodja
86 90 108 112 118 120 140 152 160 162 168 180 184 190
Thema Het ontstaan van ZOA De aanleiding: bootvluchtelingen Maatschappelijk werk in Nederland Kantoren in Nederland ZOA Nederland: persoonlijk en betrokken Ontwikkeling van logo en huisstijl Kantoren in het veld De huis-aan-huiscollecte ZOA en Jeugd Jaarlijkse actie Driestar College Noodhulp Walk4Water Kruidnoten ZOA in feiten en cijfers ZOAmagazine van toen tot nu Veiligheid
8 10 22 44 46 66 82 94 114 116 130 138 154 158 166 194
De sector in beweging ZOA en de Nederlandse overheid ZOA en ontwikkelingssamenwerking Een communicatierevolutie Betrokkenheid van ondernemers
34 60 106 186
Colofon
198
HULP | HOOP | HERSTEL
3
De aanleiding
Bootvluchtelingen, drama
Na de komst van het communistisch regime wordt het voor vele Vietnamezen duidelijk dat er voor hen geen toekomst meer is weggelegd in hun thuisland. De massale golf bootvluchtelingen die op gang komt en de aanleiding is voor de oprichting van ZOA, schokt de wereld.
Meteen na de machtsovername op 30 april 1975 brengt het communistisch regime de Zuid-Vietnamese bevolking de beginselen van het marxisme-leninisme bij. ‘Staatsgevaarlijke personen’ worden opgesloten in heropvoedingskampen. Voor velen is er maar één optie: vluchten! Aan de kust ontstaat al gauw een levendige vluchtelingenhandel. Zogenaamde vluchtelingenbootjes rollen van de lopende band: driedeksvissersbootjes waar vluchtelingen voor een standaardprijs (tussen de tweeduizend en vijfduizend dollar in goud) een plaats op kunnen kopen. De bootjes bestaan uit zitplaatsen, alleen op het dek is ruimte om te staan. Onderin gaan de jongens en de meisjes, daarboven de vrouwen met peuters en baby’s en helemaal bovenin de mannen. Ze moeten steeds verder inschikken, want er komen steeds weer nieuwe mensen bij. Totdat het bootje stampvol zit en met onbekende bestemming afvoert.
Piraten Voor vele vluchtelingen betekent hun tragische boottocht niet het begin van de reis naar een verlossende vrijheid, maar het einde van hun levensreis. Duizenden vinden op zee de dood door honger, dorst of door gruwelijke piraterij. In 1989 meldt het Reformatorisch Dagblad in een klein bericht dat er honderddertig Vietnamese bootvluchtelingen op hun vlucht naar een veiliger haven gedood zijn door een groep gewapende piraten, afkomstig van vissersboten: ‘Eén vluchteling wist te ontsnappen door zich 29 uur lang drijvende te houden en wist daarna het relaas te doen. De piraten hadden de boot twee dagen na het vertrek uit Vietnam aangevallen. Ze sloten de mannen op in een vertrek van het schip voordat zij de vrouwen en de kinderen, onder wie een meisje van twaalf, verkrachtten. Daarna staken zij de boot in brand en sloegen of schoten zij de vluchtelingen dood.’
Aangespoeld of opgevist In die jaren spoelen bootvluchtelingen massaal aan op de stranden van omringende landen, zoals Hongkong en de Filippijnen. Of ze worden opgevist door internationale schepen: uitgeput, ziek, besmeurd met braaksel en uitwerpselen. ‘Het werd een gelukkig nieuwjaar voor 121 Vietnamezen die toestemming kregen in Samut Prakhan, een haven 25 kilometer ten oosten van Bangkok, aan land te gaan. Op 29 december 1978 werden ze, na tien dagen op zee te hebben rondgezworven, opgepikt door de Noorse trawler Toranger. Ze mochten aan land, nadat de Noorse ambassade had beloofd ze binnen 45 dagen op te nemen in Noorwegen, wanneer ze niet naar een ander land zouden kunnen gaan’, aldus een bericht in ZOA Nieuws. Tien jaar later zijn er op zee nog altijd veel bootvluchtelingen te vinden. Ruim zeshonderd boten met aan boord 18.500 mensen komen in 1988 alleen al aan in Hongkong, toen nog een Britse kolonie.
10
40 jaar
zonder weerga Om de exodus aan bootvluchtelingen af te remmen, voeren de betreffende regeringen drastische maatregelen. Elke vluchteling die naar Hongkong komt, wordt daar beschouwd en behandeld als een asielzoeker. Onderzoek moet uitwijzen of er voor de desbetreffende persoon gegronde redenen waren om Vietnam te ontvluchten. Is dit niet het geval, dan wordt men beschouwd als illegale immigrant en ondergebracht in gesloten vluchtelingenkampen. De rest mag naar de bestaande, ‘gewone’ kampen, maar ook daar heerst verwarring en onzekerheid. Zo krijgen bewoners soms te horen dat ze van de ene dag op de andere naar een ander kamp moeten verhuizen.
Gesold Er wordt ongelooflijk gesold met de mensen, die zitten opgesloten in oude fabriekhallen met tralies en metalen deuren. Door gebrek aan ruimte liggen de vluchtelingen op stapelbedden, drie hoog. Er heerst een verstikkende sfeer. In sommige kampen hebben vluchtelingen niet meer ruimte dan alleen dat ene plekje om te liggen. Voor frisse lucht moeten ze hun neus buiten de halfgeopende en getraliede ramen steken. Verder zitten ze wat wezenloos in hun ‘pakhuizen’ voor zich uit te kijken. ‘De bewaker van de vluchtelingen in kamp Argyle B vraagt of er een naaimachine, een spelletje en een Bijbel bezorgd kunnen worden in het nieuwe kamp. Hij is bewaker van een groep nieuwe vluchtelingen die vanuit Vietnam via China in Hongkong is aangekomen. Ze worden nu echter beschouwd als mensen die al een keer hergevestigd zijn in China. Daarheen zullen ze dan ook worden teruggestuurd. Zolang ze dit weigeren, zullen ze gevangenen blijven in Hongkong’, noteert ZOA Nieuws.
Warm plekje Het werk van ZOA op het bootvluchtelingeneiland Hei Ling Chau, Hongkong, richt zich medio jaren tachtig op onderwijs, huisnijverheid en beroepsopleidingen ten behoeve van de voorbereiding en eventuele hervestiging van de vluchtelingen in een ‘derde land’. De nood van de bootvluchtelingen raakt menig hart in Nederland. Een van de oprichters van ZOA, Koos van Houdt: “Wanneer vluchtelingen een warm plekje in je hart veroverd hebben, gaat dat gevoel een leven lang mee”, zegt hij. “Het is niet goed onder woorden te brengen. Je voelt medelijden en de wil om te helpen. Maar toch misken je dan ook weer dat het om volwassen mensen gaat, die in eigen verantwoordelijkheid op een heel mensonwaardige wijze toch zoeken naar een eigen nieuwe toekomst. Het zijn letterlijk ‘naasten’ geworden, met wie je, voor zover je daartoe de mogelijkheden en de middelen hebt, zo goed mogelijk wilt samenwerken.”
Wanneer vluchtelingen een warm plekje in je hart veroverd hebben, gaat dat gevoel een leven lang mee HULP | HOOP | HERSTEL
11
1978 - 1982
Kinderen in nieuwe kampen
bootvluchtelingen Er komt geen einde aan de stroom
1978 | Twee nieuwe kampen worden geopend in Thailand. | De verkoop van in de kampen gemaakte handwerkproducten wordt op touw gezet. | April - De eerste ZOAactieweek in Nederland. | Alle Chinese Vietnamezen moeten Vietnam uit: meer dan honderdduizend mensen. | November - ZOA voert een briefkaartenactie om druk uit te oefenen op de regeringen van Laos, Cambodja en Vietnam
26
40 jaar
1979 | Juni - Binh Vinh Trinh wordt aangenomen: de eerste medewerker van ZOA’s eigen maatschappelijke dienst voor Vietnamese vluchtelingen in Nederland. | November - Nieuwe stromen vluchtelingen zijn in het nieuws: de Cambodjanen. | ZOA stuurt het eerste Christelijk Medisch Team uit. | December - Discussie over de opvang van Vietnamese vluchtelingen in Nederland; ZOA geeft het ‘Zwartboek’ uit over dit thema.
| 1 januari - Nieuwe directeur H. Huberts doet zijn intrede. | ZOA breidt hulpverlening uit naar Hongkong, Macau en Indonesië. Een eerste radiostudio wordt ingericht in Hong Kong. | Mei - Officiële opening van het nieuwe kantoor aan de Noorderstationstraat in Groningen.
1980
1981
| Augustus - De familie Tran komt aan in Nederland: een Vietnamees gezin in Leeuwarden.
| April - ZOA wordt medeverantwoordelijk voor hulpverlening in de Indonesische archipel.
| ZOA is betrokken bij het uitgeven van twee boeken: ‘Brandend Zuid-Oost-Azië’ (Leo Bezemer en Henk Hoksbergen) en ‘Zolang ik leef, zal ik huilen’ (Jan Derix).
| Augustus - ZOA zendt voor het eerst zelfstandig mensen uit.
1982 | Grootschalig hulpprogramma ‘Palawan’ wordt gestart in de Filipijnen. | De ‘gele regen’ veroorzaakt verschrikkelijk leed onder Hmongs. | ZOA biedt hulp aan Indochinese vluchtelingen in Frankrijk. | Oktober - ZOA gaat buiten de grenzen van Zuidoost Azië: hulp in Pakistan. Een historisch besluit in de bijna tienjarige geschiedenis.
HULP | HOOP | HERSTEL
27
Albanië Begin 2012 gaat consultant Michiel van der Drift in opdracht van ZOA naar Albanië om te onderzoeken wat het project op de langere termijn voor de bevolking heeft uitgewerkt. Hij spreekt met voormalig ZOA-staflid Tomi Dobrenji en samen spreken ze met een lid van een van de boerengroepen, Gezim Sedo.
kinderen kunnen weer naar school Vluchtelingen uit Kosovo in de rij voor een maaltijd
In 1998 wordt de wereld opgeschrikt door grote stromen vluchtelingen uit de Servische provincie Kosovo. Ze trekken de grens over na het gewelddadige treffen van het Kosovo bevrijdingsleger (UCK) met Servische troepen in de strijd om een onafhankelijk Kosovo. In 1999 wordt duidelijk dat er in Kosovo een etnische zuivering aan de gang is. Ondanks wekenlange NAVO bombardementen op Servische doelen verandert de situatie niet. In korte tijd vluchten ongeveer 800.000 Kosovaren. Meer dan de helft komt aan in het aangrenzende Albanië, een land dat zelf veel hulp nodig heeft maar desondanks de vluchtelingen gastvrij opvangt. 40
40 jaar
Nadat in juni 1999 de vrede wordt getekend, neemt een VN-vredesmacht de macht in Kosovo over. In zeer korte tijd trekt 95% van de vluchtelingen terug naar Kosovo. Zij treffen hun land compleet verwoest aan. Het kamp in Albanië wordt gesloten, want bijna iedereen is weg. ZOA besluit om niet in Kosovo zelf te gaan helpen, maar dat over te laten aan al aanwezige partnerorganisaties. Wel besluit ZOA om actief te blijven in Albanië. Enerzijds om de bevolking in Albanië niet plotseling aan hun lot over te laten, anderzijds omdat stabiliteit en ontwikkeling in Albanië de stabiliteit in de regio bevordert en omdat de mogelijkheid van nieuwe vluchtelingenstromen niet uitgesloten is. In het Gramsh district van Albanië doet
ZOA eerst onderzoek naar de behoeften van de bevolking. Vanaf november 1999 voert ZOA samen met CORD een project uit dat gericht is op economische ontwikkeling van met name de landbouw. Het project draagt de naam ‘Progress through Partnership’: door samen te werken in zogeheten boerengroepen zal de economie groeien. In 2004 stopt de financiering en wordt het project in Albanië beëindigd.
na voedsel uitdelen in Kukes en Tira
Na zijn afstuderen als landbouwkundig ingenieur kan Tomi geen goed betaald werk vinden in Gramsh. Om die reden vertrekt hij naar buurland Griekenland om daar als landarbeider en heftruckchauffeur te werken. Eind 1999 hoort hij dat CORD/ZOA landbouwkundigen zoekt. Hij wordt aangenomen en volgt uiteindelijk een ZOA expatriate staflid op en wordt manager van de landbouwcomponent van het programma.
een aantal collega’s van buiten het programma een nieuwe NGO op te richten: CDC, Community Development Center. Het doel van CDC is om de lokale overheid op dorps- en gemeentelijk niveau te helpen bij het opstellen van ontwikkelingsplannen. Bij het vertrek van CORD/ZOA heeft CDC een projectauto en vierduizend euro gekregen als startkapitaal. Met twee man hebben ze het landbouwvoorlichtingswerk nog een jaar voortgezet. Daarna is het geld op en de auto ook. Bovendien krijgen veel van de oprichters van de CDC goede overheidsfuncties aangeboden. Tomi en zijn collega’s besluiten de CDC slapend te laten voortbestaan. Twee maanden later wordt Tomi benoemd als directeur van het bosbouwdepartement in Gramsh District.
was het, over de noodzaak van vaccineren. Of het ook over het belang van samenwerking ging? Nee, voor zover hij zich kan herinneren niet. Zo gauw het gesprek weer op de geiten terug komt, wordt Gezim weer enthousiast. Van de opbrengsten van zijn beesten heeft hij niet alleen zijn eigen huis gebouwd, hij heeft ook zes hectare land kunnen kopen, die hij met druiven heeft beplant. Later vraag ik aan Tomi hoe het nou met die boerengroep zit. “Misschien zagen de dorpelingen een mogelijkheid om de armsten onder hen een buitenkansje te
g betrokken Iedereen werd bij de ontwikkelin Een onderscheidende aanpak Tomi heeft persoonlijk veel baat heeft gehad bij het programma. CORD/ZOA betaalde fatsoenlijk en dat is belangrijk als je wilt trouwen en een familie stichten. Maar ook inhoudelijk was het werk interessant. De aanpak van CORD/ZOA onderscheidde zich van andere organisaties doordat de dorpelingen van het begin af aan betrokken werden. Alles werd in openbare dorpsvergaderingen besproken. Iedereen, mannen en vrouwen, kon daarbij aanwezig zijn. Dat was natuurlijk even wennen na de staatsgeleide economie die vanuit Tirana gestuurd werd. Tomi is er nog steeds van overtuigd dat organisatie, bevolkingsparticipatie en goed leiderschap de sleutel zijn voor duurzame ontwikkeling. Community Development Center De staf van CORD/ZOA is er na afloop van het programma van overtuigd dat de boerengroepen die zijn opgericht, nog enige tijd begeleid zouden moeten worden. Om dat mogelijk te maken, besluit Tomi met
“Met de geiten gaat het goed” Gezim Sedo is een schuchtere, magere man van een jaar of veertig. Hij maakte deel uit van een van de vele boerengroepen die door CORD/ZOA zijn opgericht in het Gramsh District. Tomi en ik bezoeken de geitenschuur van Gezim die aan de rand van het dorp Kodurjat staat. We willen van Gezim weten wat er na tien jaar van de geiten en van de geitengroep is geworden. Met de geiten gaat het goed. In 2003 kreeg Gezim vijftig geiten. Inmiddels heeft Gezim er ruim tweehonderd. Mooie grote beesten die op het vroege uur van ons bezoek nog op stal staan, maar dadelijk de bergen in gaan. Van de boerengroep herinnert hij zich weinig. Hij en zijn vriend hadden de geiten gekregen. Er waren inderdaad nog een paar boeren uit het dorp betrokken geweest. Maar dat zij een groep vormden, heeft hij niet meegekregen. Of hij training gekregen heeft? Ja, dat wel. Van de Albanese ZOA-staf. Een technische training
gunnen. Misschien zijn ze voor de vorm en uit nieuwsgierigheid tijdelijk bijeen gekomen als groep. Je kunt moeilijk met zijn allen geiten houden”, zegt Tomi. Ik weet genoeg. We zullen er niet achter komen wat er echt gebeurd is zonder uitgebreider onderzoek, maar dat is niet de bedoeling van deze evaluatie. Wat wel duidelijk is, is dat het met Gezim heel goed gaat en dat is natuurlijk ook een mooi resultaat, al was de verwachting indertijd anders.
met Gezim Sedo gaat het goed HULP | HOOP | HERSTEL
41
ZOA-kantoor in Nederland In veertig jaar tijd heeft ZOA op verschillende locaties kantoor gehouden. Groeien betekende meermaals verhuizen: van een bomvolle studentenkamer in Groningen tot het huidige, professionele pand in Apeldoorn.
De kantoren in Nederland |
Mei 1973 tot april 1979: de studentenkamer van Koos van Houdt en later een eigen ZOA-kamer aan het Sabangplein 24a in Groningen.
|
April 1979 tot eind 1979: tijdelijke ruimte aan de Nieuwe Ebbingestraat 161a in Groningen.
|
Eind 1979 tot zomer 1986: nieuw kantoor aan de Noorderstationsstraat 14 in Groningen.
|
Zomer 1986 tot september 1991: het eerste Apeldoornse pand, op de Stationsstraat 52.
|
September 1991 tot heden: al ruim twintig jaar is het huidige kantoor de Sleutelbloemstraat in Apeldoorn.
Studentenkamer De jongemannen Henk van der Velde, Koos van Houdt en Wybrandt Dijksterhuis starten het Comité Hulpverlening ZuidVietnam in 1973 vanuit de studentenkamer van Van Houdt. Later wordt ook het huis van penningmeester Teije Penninga veel ingezet als werkplek. Maar het echte eerste kantoor is toch de studentenkamer die de heren een paar jaar later huren: een kamer helemaal voor het werk van ZOA!
Groter in Groningen
en Noorderstationsstraat in groning
44
40 jaar
Het jaar 1979 staat in het teken van groei. In dat jaar verhuist ZOA twee keer. Eerst naar een groter kantoor aan de Nieuwe Ebbingestraat. Later in het jaar kan een kantoorpand worden aangekocht aan de Noorderstationsstraat, dat in mei 1980 officieel wordt geopend. In die jaren heeft ZOA ook kantoorruimte in Zwolle, aan de Eekwal 2. De ruimte wordt gebruikt voor diverse vergaderingen en door de afdeling Vluchtelingenhulp Binnenland.
De kartrekkers
Naar Apeldoorn In 1986 wordt de verhuizing van Groningen naar Apeldoorn een feit. De nieuwe huisvesting is centraler gelegen en kostenbesparend. Veel medewerkers verhuizen met ZOA mee. Arie Lock in ZOA Nieuws september 1986: “Degenen die bij ZOANederland in dienst zijn, waren verplicht in de afgelopen vakantieperiode nieuwe kontakten te leggen. In de nieuwe omgeving moeten zij met hun gezinnen proberen hun weg te vinden. De vakantieperiode is zodoende voor hen een drukke tijd geweest.”
De directeuren door de jaren heen 1973 – 1980: Geen officiële directeur, de drie oprichters stonden zelf aan het roer 1980 – 1995: Henk Huberts 1996 – 2000: Marinus Verweij 2000 – 2001: Peter Gort 2001 – 2002: Derk Vermeer 2002 – 2006: Zeger de Haan 2007 – heden: Johan Mooij
Stationsstraat
Voorzitters van het bestuur 1973 – 1983: Henk van der Velde 1983 – 2003: Arie Lock 2003 – 2010: Pim Zoeteweij 2010 - heden: Harry Paul
Het huidige pand Vanwege een reconstructie van het kruispunt Stationsstraat / Kanaalstraat in Apeldoorn moet ZOA in 1991 weer verhuizen. Gekozen wordt voor een pand aan de Sleutelbloemstraat. Het pand biedt ZOA meer kantoorruimte. Als in 2010 de kantine ook in gebruik genomen wordt als kantoor, verbouwt ZOA de loods die bij het kantoor hoort tot een mooie vergaderruimte, waar sindsdien ook de weekopeningen worden gehouden.
Sleutelbloemstra
at
Mevrouw Vink In 1976 neemt ZOA de eerste betaalde kracht in dienst: mevrouw Vink. Jarenlang is ze de rechterhand van de heren oprichters, wat haar de bijnaam ‘Moeder ZOA’ oplevert. In oktober 2011 komt mevrouw Vink nog naar een ontmoetingsavond voor oud-medewerkers. Niet meer zo goed ter been, maar nog altijd betrokken en sprankelend. In november 2011 is mevrouw Vink overleden.
Die eerste ZOA-jaren: verhuizing op verhuizing Het begon allemaal op een studentenkamer… Henk van der Velde, één van de drie oprichters, blikt terug. “Het werd al gauw teveel in de kleine studeer-/woonkamer van student van Houdt; we hadden opslagruimte nodig voor alle post en girokaarten. Toen Teije Penninga aantrad als nieuwe penningmeester werd zijn huis geregeld gebruikt. Zijn vrouw Anneke ondersteunde met al het typewerk. Het gebeurde wel eens dat Koos, die niet kon typen, om 23.00 uur nog belde met de vraag of hij nog even langs kon komen voor een brief. ‘Ja, kom maar…’ Voor huize Penninga werd dit na verloop van tijd te veel. Pas toen kwam het ‘echte eerste kantoor’: we konden
een kamer huren in de studentenwoning van Koos aan het Sabangplein. Een mooie periode, want daar konden we ook de eerste (betaalde) secretariaatsondersteuning krijgen: mevrouw Vink kwam in dienst. In die al gauw bomvolle kamer is veel werk verricht; aan een plank die dienstdeed als bureau. Toen ook dit niet meer paste, huurden we twee kamers aan de Nieuwe Ebbingestraat. De tweede betaalde kracht, Zwanet Groenveld, kwam in beeld. Met de komst van de tak maatschappelijk dienst groeiden we ook daar echter snel uit. We vonden een leuk klein pandje aan de Noorderstationsstraat. De eigenaar was failliet maar wilde zijn huis
niet uit. Door veel gedoe kregen we uiteindelijk toch de beschikking over het pandje. De eerste keer dat we er binnenkwamen, lag de slaapzak van de man nog in de achterkamer. We hebben dus direct maar alle sloten verwisseld… Hier werkten we een aantal jaren met veel plezier. Word Relief heeft er ook nog kantoor gehouden. Samen hadden we een eigen telex: een prachtig communicatiemiddel voor all over the world. Zo konden we rechtstreeks contact onderhouden met Bangkok. Ja, het waren jaren van groei. Jaren waarin continu stappen werden gezet richting een volwassen organisatie.”
HULP | HOOP | HERSTEL
45
ZOA: 1983 - 1987 Opening ZOA-kantoor in Bangkok Tot nu toe werden alle projecten van ZOA in Zuidoost-Azië uitgevoerd in nauwe samenwerking met CAMA Services en World Relief en in het kamp Ban Vinai in een samenwerkingsverband met zes andere organisaties in het Christian Medical Team (CMT). Uit prak-
tische overwegingen gaat ZOA nu ook zelf projecten uitvoeren in Thailand, onder de naam ZOA Refugee Care en onder leiding van Diny van Bruggen. Tijdens de opening van ZOA’s eigen kantoor in Bangkok beklemtoont Arie Lock de groei die ZOA de laatste jaren heeft
doorgemaakt. “Enerzijds is dat een trieste noodzaak, anderzijds is het verblijdend dat we de de afgelopen jaren in de gelegenheid werden gesteld om
Honderdduizend gulden voor kledingproject in Bangkok
hulp te geven.” De opening van dit eerste kantoor is weer een mijlpaal in de geschiedenis van ZOA, aldus de voorzitter.
ZOA zet een breiproject op voor tweehonderd Tijdens het breien praten de vrouwen samen vrouwen: per boot gevluchte Vietnaover hun ervaringen. Zo voorziet het Breien helpt project niet alleen in nieuwe, warme mezen die veel hebben geleden op hun tocht door de Golf van Thailand. het leed te kleding, maar is het ook een middel Veel van deze vrouwen zijn door pigeworden om het doorstane leed te verwerken verwerken. raten verkracht en bestolen van hun kleding en waardevolle spullen.
ZOA krijgt aangepaste naam
1985
Stichting Hulpverlening ZuidoostAzië gaat verder onder de naam ZOA-Vluchtelingenzorg. Deze naam sluit meer aan bij het werkgebied en de aanvaarde projecten. Het bestuur heeft zich in het najaar van 1984 nadrukkelijk uitgesproken dat ZOA primair hulp wil verlenen aan vluchtelingen. ZOA’s periodiek ZOA Nieuws heeft ook een nieuwe naam gekregen: ZOAVluchtelingen-Nieuws.
as Handen uit de mouwen in Hondur
Hulp aan Miskito’s in Honduras
buitenboordmotor De boot: een holle boomstam met
Extreme ondervoeding onder Papoea-vluchtelingen Diny van Bruggen, regionaal directeur Azië, bezoekt PapoeaNieuw-Guinea en stuurt een hulproep naar Groningen. Direct na de telefonische rapportage van dokter Diny start ZOA de hulpverlening aan deze groep. De nood onder uit Irian Jaya gevluchte Papua’s is groot, maar ze verblijven in een voor hulpverleners vrijwel ontoegankelijk gebied. Wat Diny schrijft in ZOA Nieuws (december
56
40 jaar
1984), illustreert nog slechts voor een klein deel de moeilijkheden die hulpverleners ondervinden om Papoea-vluchtelingen te bereiken: “Om tien uur vertrek voor de jungle-tocht. In een truck vol met rijst en blikvis naar de rivier gereden, waar de boot (holle boomstam met buitenboordmotor) ligt te wachten. Drie uur varen over een zeer snel stromende rivier vol boomstammen en rotsen. Aankomst
in dorpje Dome, tweehonderd tot driehonderd inwoners. Ongeveer 45 minuten lopen door de jungle over boomstammen, gelegd in moerasgebied, in heuvelachtig terrein. We zijn hier twee uur lopen van de grens. Het kamp Dome bevat driehonderd vluchtelingen. Men verwacht er nog driehonderd.” Verpleegkundige Joke Wattel, die voor ZOA werkzaam is op Bataan-Filipijnen, gaat naar
Papoea-Nieuw-Guinea om te helpen. Ze begint in een missieziekenhuisje met honderddertig bedden in het vluchtelingengebied bij Rumginae. Ook wordt een tuinproject gestart voor een groep ‘oude’ vluchtelingen die rond de hoofdstad wonen. Daarmee kunnen ze zichzelf aan een beter bestaan helpen.
Als in 1957 in Nicaragua de Sandinisten aan de macht kwamen, trekken Miskito Indianen massaal de grens over naar Honduras. Ze vestigden zich in de kuststrook, die tot politiek gevoelige zone werd verklaard, en leiden daar een pover bestaan. Omdat deze mensen geen enkele hulp van buitenaf ontvangen, besluit ZOA in 1985 de Miskito’s te gaan helpen. Dat gebeurt in de vorm van een visserijproject, waardoor de families in hun eigen onderhoud kun-
nen voorzien. Vluchtelingen krijgen voorlichting over de vangstmethode en verwerking van de vis. VOSser (‘Volunteer Over See’) Henny van de Born zet een afzetsysteem op, waarbij voldoende winst overblijft voor de vissers. Via door ZOA verstrekte leningen kunnen de Miskito’s boten, netten en conserveringsmiddelen aanschaffen.
HULP | HOOP | HERSTEL
57
ZOA en jeugd Ze vormen een belangrijke doelgroep binnen de achterban: kinderen en jongeren. Met name leerlingen van basisscholen en middelbare scholen zetten zich al decennialang in om geld in te zamelen voor het werk van ZOA. Van sponsorlopen en rommelmarkten tot lespakketten en themadagen. Niet voor niets investeert ZOA bewust in deze doelgroep.
ZieZOA In 1997 lanceert ZOA een nieuw blad: ZieZOA, speciaal gericht op kinderen van zes tot dertien jaar. Het geeft aan dat ZOA deze doelgroep serieus neemt en graag bij haar werk betrekt. De kinderkrant vertelt kinderen op hun eigen niveau over de vluchtelingenproblematiek en staat daarnaast vol met leuke puzzels, knutsels en spelletjes. Op 30 mei 1997 wordt het blad voor het eerst aangeboden tijdens een speciaal kinderfeest in Apeldoorn. Bij de lancering van het blad zijn Elly en Rikkert aanwezig, en de twee geven een speciaal jubileumconcert wanneer ZieZOA vijf jaar bestaat in 2002. ZieZOA verschijnt vier keer per jaar en een jaarabonnement kost minimaal ƒ3,-, wat later wijzigt in € 3,-. Omdat het animo tegenvalt, besluit ZOA in juni 2011 de ZieZOA als abonnementskrant te stoppen. Wel worden er themanummers uitgebracht onder dezelfde naam, zoals een ZieZOA over water en over ZOA’s werk in Thailand
en Liberia. Want ZOA vindt het nog altijd belangrijk kinderen over de grenzen te laten kijken en te betrekken bij haar werk.
WWKidz ‘Saw Po Poh is samen met zijn ouders en broertje en zusje vanuit Birma naar Thailand gevlucht. Soldaten hebben hun dorp in Birma verwoest. Nu wonen ze samen met andere mensen in een vluchtelingenkamp. Maar het leven in het kamp is heel anders dan ze gewend waren. Het huis is veel kleiner, er is minder eten en Saw Po Poh moet altijd water halen.’ Een korte beschrijving van het boek ‘Leven achter prikkeldraad’, geschreven door Bert Wiersema voor de serie WWKidz (WorldWideKidz). De boeken in deze se-
114
40 jaar
rie zijn geschreven vanuit het perspectief van kinderen in ontwikkelingslanden en bedoeld voor leerlingen van groep zeven en acht van de basisschool. In de serie van acht zijn drie boeken speciaal geschreven met het werk van ZOA als onderwerp. Naast ‘Leven achter prikkeldraad’ zijn dit ook ‘Kind van de oorlog’ door Anne de Graaf
en ‘Dorst!’ door Stephen D. Teeuwen. Bij de boeken zijn lespakketten en leskisten ontwikkeld: door middel van verdiepingslessen, sport, spel, muziek en drama gaan kinderen zo verder aan de slag met het onderwerp (te bestellen via www.wwkidz. nl). Met WWKidz werkt ZOA samen met Woord en Daad en uitgeverij Columbus aan bewustwording en voorlichting onder kinderen.
Just Care! Just Care is een initiatief van ZOA en Woord en Daad om jongeren te laten nadenken over de ongelijke verdeling in de wereld. De naam is een oproep voor meer Justice (gerechtigheid) en Caritas (barmhartigheid). Met het lesmateriaal van Just Care komen jongeren in aanraking met mensen in heel andere culturen. Dat gaat via allerlei leuke lessen, projecten en activiteiten. Zo is één van de thema’s voedsel, waarbij leerlingen onderzoek doen naar duurzame producten en meedoen aan een quiz. Bij het thema ‘Manyatta’ spelen leerlingen het leven in een dorp in Uganda na, vaak met acteurs van buiten de school (waaronder ZOAmedewerkers). Andere thema’s zijn eerlijke handel en HIV/Aids. ZOA en Woord en Daad zijn sinds 2004 actief met Just Care. De afgelopen jaren werd Just Care onder andere ingezet door het Wartburg College, Calvijn College en Driestar College. Lees het verhaal van de Driestar op de volgende pagina.
Wees Eerlijk Een themadag en een wedstrijd: dat is in het kort Wees Eerlijk, een bewustwordingscampagne voor leerlingen van de middelbare school. Tijdens een volledig verzorgde themadag nemen medewerkers van ZOA en Woord en Daad jongeren mee naar de problemen van mensen in ontwikkelingslanden. Via workshops, sprekers, een rollenspel, films en ander lesmateriaal worden leerlingen uitgedaagd na te denken over de keuzes die ze maken in hun dagelijks leven. Waar komt hun kleding vandaan? Wat betekent het als ze elke dag vlees willen eten? Jongeren ontdekken dat ze met hun keuzes kunnen bijdragen aan een beter leven voor mensen
in ontwikkelingslanden. Een spannende wedstrijd maakt de themadag compleet. Een aantal klassen gaat met elkaar de strijd aan om zo veel mogelijk ‘duurzaamheidspunten’ te verdienen. Dat kan door een kledingmerk te controleren op kinderarbeid of door de schoolkantine te onderzoeken op duurzame producten. ZOA en Woord en Daad bieden Wees Eerlijk aan met een looptijd van drie jaar, tot december 2013. Het programma is een succes: al tientallen scholen melden zich in de eerste jaren aan. De actie wordt medegefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Kijk voor meer informatie op www.weeseerlijk.nl.
Wandelen voor water Niet te verwarren met Walk4Water, deze speciale wandelactie voor kinderen. Sinds 2003 wordt ‘Wandelen voor Water’ georganiseerd in de week voor Wereld Waterdag (22 maart). Het is een initiatief van stichting Aqua for All samen met verschillende goede doelen, waaronder ZOA. Leerlingen van basisscholen lopen een route van zes kilometer met zes liter water in een rugzak. Door sponsors te zoeken, halen kinderen met deze actie geld op voor ZOA en tegelijk ervaren ze hoe het is om iedere dag hele afstanden te moeten sjouwen met water. Voorafgaand aan de actie geeft een ZOAmedewerker een gastles over water op de scholen die voor ZOA meelopen. Ieder jaar doen er weer veel leerlingen mee en wordt er een fantastisch bedrag opgehaald. In 2012 bijvoorbeeld lopen 3.889 leerlingen in totaal € 113.153,53 bij elkaar. Het geld is dat jaar bestemd voor Ethiopië.
HULP | HOOP | HERSTEL
115
Tenten, dekens en
Noodhulp
medicijnen zijn niet genoeg Cambodjaanse vluchtelingen ZOA vraagt in de jaren daarna regelmatig aandacht voor urgente noodsituaties, zonder te spreken van ‘noodhulp’. Zo verleent ZOA hulp aan vluchtelingen uit Cambodja die hun toevlucht zoeken in Thailand. Een christelijk medisch team wordt samengesteld en binnen drie weken uitgezonden. Daarnaast deelt ZOA medicijnen, rijst, biscuits en kleding uit. In elke uitgave van ZOA Nieuws staat er in die jaren een opsomming van projecten die donateurs doelgericht kunnen steunen. Een blik met tien kilo speciaal voedsel voor ondervoede vluchtelingen kost zes gulden. Een kledingpakket voor nieuw aangekomen vluchtelingen: tien gulden. Een ‘love-packet’ voor pas aangekomen bootvluchtelingen in Hong Kong, bestaand uit onder andere kleding, toiletartikelen en een blikje melk: zestig gulden.
Afrika
1998 Overstromingen in Bangladesh in
Noodhulp. Een woord dat beelden oproept van verwoesting, wanhoop, honger. Wanhopige mensen die niets meer hebben en nu in de rij staan voor wat voedsel, water of dekens. Het zijn beelden die regelmatig voorbij komen. Watersnood in Bangladesh, honger in Oost-Afrika, genocide in Rwanda en Kosovo, een aardbeving in Haïti, de tsunami die Azië treft. 130
40 jaar
Dergelijke beelden, van uitputting en wanhoop op de gezichten van vluchtelingen, geven de aanzet voor hulpverlening onder Vietnamese bootvluchtelingen. Beelden die een gevoel van urgentie oproepen: nú moet er iets gebeuren! Hierbij kunnen we niet werkeloos toekijken! Zo begint ZOA in 1973 met het verlenen van noodhulp aan Indochinese vluchtelingen. Eerst in Vietnam, later in vluchtelingenkampen in Thailand. De term ‘noodhulp’ wordt in die tijd niet gebruikt en ZOA maakt geen onderscheid tussen noodhulp en wederopbouw. Er is simpelweg een drang om hulp te verlenen aan mensen in nood. Het doel van de stichting, zoals verwoord in de oprichtingsakte, is: ‘aan behoeftige naasten in of uit Zuid-OostAzië hulp te verlenen gekoppeld aan en/of ter ondersteuning van de Evangelieverkondiging’.
In 1984 roept ZOA de achterban op om te doneren voor hongerende vluchtelingen en ontheemden in Afrika. ‘Ontvangen gelden zullen via met ons samenwerkende, betrouwbare organisaties worden besteed’, schrijft de afdeling Voorlichting. Het is een gezamenlijke actie van ZOA en Woord en Daad waarbij de opbrengst wordt doorgesluisd naar partnerorganisatie WRC. Tot en met 31 december 1984 komt er 147.000 gulden binnen. In 1985 wordt voor honderddertigduizend gulden graan uitgedeeld aan vluchtelingen in de Dogon-vallei in het West-Afrikaanse Mali. Door de aanhoudende droogte zijn alle voedselvoorraden opgegeten. Uit nood eten de mensen katoenzaad. Noodhulpacties voor hongerend Afrika worden er steeds weer georganiseerd. De noodhulp die ZOA biedt, heeft steeds vaker ook een duurzame kant. Zo is er in 1988 de ‘Hulpaktie Samen voor Sudan’, waarbij het gaat om ‘hulp met toekomstperspectief’, zoals voorlichter Egbert Fokkema schrijft. “De wereld is opgeschrikt door een nieuwe ramp: de watersnood in Sudan. De informatie die onze huiskamers bereikt is verschrikkelijk: mensen die aan de zelfkant van het leven staan, zijn opnieuw getroffen door nood. Die mensen moeten geholpen worden. Kleine en grote organisaties zijn bezig om de hulpgoederen zo snel mogelijk te vervoeren. Noodhulp in de vorm van tenten, dekens, voedsel, medicijnen en medische hulp. Maar dat is niet genoeg. Als straks het water zakt, is deze watersnood voor ons nieuws van gisteren geworden. Maar dan komt de hulpverlening er juist op aan. TEAR Fund en ZOA slaan opnieuw de handen ineen om na de nood van vandaag adem te hebben voor de hulp op langere termijn. Hulp in de vorm van huizen, scholen, klinieken, winkeltjes, drinkwater, transportmogelijkheden, nieuwe akkers, gereedschappen, zaden, hulp aan kerken. De hulp die ZOA en TEAR Fund geven gaat via kerken en christelijke organisaties: dat is hulp met toekomstperspectief.”
Aardbeving in Inda in 1993
gladesh Mensen in de rij voor hulp in Ban
HULP | HOOP | HERSTEL
131
Walk4Water: een jaarlijks succes
Geen last meer van diarree
Resultaten in het veld
Honderden mensen bij elkaar, ZOA-hesjes aan en jerrycans in de hand. Het is inmiddels een vertrouwd beeld. Een beeld dat helemaal hoort bij Walk4Water: een sponsorloop voor schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen in landen waar ZOA werkt. Het begint in 2007 als eenmalige actie, maar wordt vanwege het grote succes een jaarlijks terugkerend evenement.
Met de opbrengst van Walk4Water heeft ZOA fantastische projecten kunnen uitvoeren. Een paar voorbeelden: De opbrengst van 2007 maakt een groot verschil in Afghanistan: | 38.150 mensen krijgen toegang tot schoon drinkwater | 110 pompen en 250 toiletgebouwen in 87 dorpen | 1.641 mensen krijgen training over hygiëne en in Ethiopië: | 6.300 mensen krijgen toegang tot schoon drinkwater | Vijfhonderd armste huishoudens ontvangen een huisfilter | actief watermanagementcomité wordt getraind en vergelijkbare levensveranderende resultaten in: Uganda (2008) Liberia (2009) Myanmar (2010 en 2011) Sudan (2012)
“Heel blij dat wij voor hen lopen”
De eerste keer Het is een hoogtepunt van het jaar 2007: het evenement Walk4Water! De sponsorloop op de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad heeft als doel geld op te halen voor water- en sanitatieprojecten in Ethiopië en Afghanistan. Van het geld worden putten gegraven, sanitaire voorzieningen gebouwd en irrigatiesystemen aangelegd. Bijkomend doel is mensen in Nederland bewust te maken van het feit dat duizenden mensen in Afrika en Azië dagelijks kilometers moeten lopen voor water. 227 deelnemers staan op 24 maart aan de start. Het wordt een fantastische dag, met een opbrengst van € 180.000. Vanwege het grote succes is het ZOA al snel duidelijk: Walk4Water is niet eenmalig! Daarbij geeft de mooie opbrengst niet eens de doorslag. Ewout Suithoff, die destijds als campagnecoördinator aan de wieg van het evenement stond: “Met Walk4Water op de zaterdag voor de huis-aan-huis col-
138
40 jaar
lecte sloegen we twee vliegen in één klap. We merkten hoe plezierig het is om onze achterban te ontmoeten. En we creëerden extra aandacht voor ZOA voorafgaand aan de collecteweek. Mensen vinden het erg leuk om op deze praktische manier een steentje bij te dragen. Ouders vertellen dat het een aanknopingspunt biedt om met hun kinderen in gesprek te gaan over onrecht, armoede en onze verantwoordelijkheid als christen in een welvarend land.”
Jaarlijks tafereel Sindsdien staat Walk4Water dus elk voorjaar op het programma. Iedere editie is de opbrengst bestemd voor een ander land waar ZOA werkt. En iedere editie staan er meer deelnemers aan de start, tot het geweldige aantal van 1.100 in 2012! In 2010 verplaatst het evenement zich naar de zandverstuivingen bij Radio Kootwijk. En in 2012 wordt de sponsorloop
Een van deelnemers aan de allereerste editie van Walk4Water is de negenjarige Folkert Jan de Groot. Hij loopt tien kilometer. “Vluchtelingen moeten veel meer lopen, heb ik thuis gehoord. ZOA gaat van het geld mensen in Ethiopië en Afghanistan helpen met water en putten. Volgens mij zijn de mensen daar er heel blij mee dat wij voor hen lopen. Als je in die landen geen water hebt, is dat niet leuk. Als het volgend jaar weer georganiseerd wordt, ga ik echt wel weer mee!” uitgebreid met een lokale editie in Middelharnis. Wandelaars kiezen tussen een tocht van acht of 21 kilometer, of een recreatieve crossloop van acht kilometer voor de hardlopers. De laatste vijf kilometers zijn het zwaarst: die leggen alle deelnemers af met een volle jerrycan met water. Dat voel je wel in armen en schouders! De vrouwen die dagelijks lopen met jerrycans van twintig liter komen zo heel dichtbij.
ewout suithoff (l) en arie slob
Veel kinderen Onder de deelnemers zijn ieder jaar veel kinderen, van kleuters tot tieners. Dat raakt ZOA-directeur Johan Mooij: “In ZOA’s projecten werken we veel via kinderen: wat zij op school leren over handenwassen geven ze thuis door. En hier in Nederland zie ik ook die betrokkenheid van kinderen. Veel volwassenen die bij ZOA betrokken zijn, hebben dat van huis uit meegekregen, en nu zie ik dat weer doorgegeven worden. Ik voel een grote verbondenheid.”
“Geweldige bemoediging!” Bij de editie in 2012 staat Bart Dorsman te genieten van de vrolijke drukte. Hij is ZOA’s landendirecteur in Sudan, en dat is ‘soms best een zware en eenzame klus’. “Zoveel mensen die begaan zijn met anderen en die achter het werk van mij en mijn team gaan staan, dat is een geweldige bemoediging.” Arie Slob, fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer loopt bijna elke keer mee: “Ik heb in Ethiopië gezien dat je met relatief weinig geld een enorm verschil kunt maken. Kinderen worden minder snel ziek en de kindersterfte gaat direct naar beneden.” Wandelclub ‘De Papklokclub’ uit Putten is met zes mensen van de partij. “Prachtige route en je denkt er toch een keer extra over na hoe kostbaar water is”, vertelt mevrouw Langemeen, terwijl de jerrycan aan haar rugzak bungelt.
Aziza is lid van het watercomité in het dorpje Shtur Pareda in de provincie Kabul. Ze vertelt: “Een half jaar geleden hadden veel kinderen in ons dorp diarree. Sommige kinderen overleden. Onze dochter van vijf heeft drie dagen in het ziekenhuis gelegen. Ik had geen idee waarom zij zoveel last het van diarree, totdat ik een hygiënetraining kreeg van het ZOA-team. Daar leerde ik over de oorzaken van diarree: drinken uit de beek, geen handen wassen en ongewassen groente eten. De ZOAtraining was heel praktisch en meteen daarna heb ik mijn verkeerde gewoonten veranderd. Sindsdien hebben onze kinderen geen last meer van diarree.”
Cholera bestrijden Lucy Kobba is 46 jaar en woont in de wijk AB Tolbert Road waar ZOA sanitatieblokken heeft geplaatst. Ze vertelt: “Er wonen meer dan tienduizend mensen in deze wijk. Er waren veel problemen met water, maar ZOA is daarmee aan de slag gegaan. Nu zijn er waterpompen, toiletblokken en badhuizen. Sindsdien is de verspreiding van cholera nauwelijks nog een onderwerp op onze agenda als wijkhoofden. We zijn er erg blij mee!”
Samenwerking met Aqua for All Al vanaf de allereerste editie is Aqua for All betrokken bij de Walk4Water-projecten. Deze stichting vanuit de Nederlandse watersector verdubbelt een deel van de opbrengst en biedt expertise op het gebied van water. ZOA’s’ projecten worden daar nog beter van!
HULP | HOOP | HERSTEL
139
Cambodja
Weer hoop en toekomst in Cambodja Cambodja. Voor honderdduizenden inwoners van dit land wordt het leven een hel onder het regime van de Rode Khmer. Vele mensen vluchten, en keren (soms pas tientallen) jaren later weer terug. ZOA helpt hen in eigen land het leven weer op te pakken! Vijf mensen blikken anno 2012 terug op de hulp van ZOA en hoe dat voor hen het verschil heeft gemaakt.
k moeilijker geweest Zonder ZOA was ons leven een stu
So Peap in Kampong Speu So Peap (40) is nog maar een klein meisje als troepen van de Rode Khmer begin jaren zeventig haar woongebied Oral binnenvallen. Het gezin van So Peap slaat op de vlucht naar Thailand en komt in een vluchtelingenkamp terecht. Dat het leven ook daar niet zonder gevaren is, ontdekt So Peap als ze in 1986 tijdens het hout sprokkelen buiten het kamp op een landmijn stapt. Ze overleeft het, maar moet haar been missen. In 1991 wordt So Peap door de UNHCR gerepatrieerd. Omdat het in Oral nog steeds niet veilig is, wordt ze naar Okoki gebracht waar duizenden andere ontheemden uit Oral een tij-
190
40 jaar
delijk verblijf vinden. In Okoki wordt ze herenigd met haar schoonmoeder Mol. Beiden krijgen hulp van ZOA. So Peap krijgt een training in tuinieren en samen nemen de twee deel aan diverse ‘Food for Work’activiteiten. In 2001 kunnen So Peap en Mol terugkeren naar So Peap’s geboortedorp in Oral. Daar komen ze naast elkaar te wonen. Mol blikt dankbaar terug op die tijd: “We waren erg blij met ZOA, omdat ze ons voedsel gaven. We hoefden geen hout meer te verzamelen en te verkopen om iets te eten te hebben. ZOA werkte met ons aan de aanleg van wegen, putten en vijvers en we werden opgeleid
op het gebied van landbouw, gezondheidszorg en sanitatie. Toen wij van Okoki naar Oral verhuisden, kregen we rijst en ander voedsel van ZOA mee, zoals zoete aardappelen, cassave en maïs. Zo konden we ons leven in Oral weer opbouwen. We namen ook de fruitbomen mee die ZOA ons had gegeven. Helaas kon ZOA niet met ons mee toen we terugkeerden; het was nog te gevaarlijk in Oral. Maar ik ben erg blij dat ZOA ons in Okoki geholpen heeft. Velen van ons zijn in die moeilijke tijd gehandicapt geraakt of gestorven doordat het in de omgeving van Okoki bezaaid was met landmijnen. Maar zonder ZOA zou ons leven nog een stuk moeilijker zijn geweest.”
Schoonmoeder Mol (86) vluchtte uit Oral
ZOA werkte met ons aan de aanleg van wegen, putten en vijvers en we werden opgeleid op het gebied van landbouw, gezondheidszorg
Prey Veng Nge Bamon in Poipet Prey Veng Nge Bamon (59) wordt geboren in de provincie Prey. Als soldaat vecht hij onder Heng Samrin, legeraanvoerder van de Rode Khmer. Na zijn krijgsdienst keert hij in 1979 terug naar Prey om zijn ouders op de rijstboerderij te helpen. Hij heeft er geen gemakkelijk leven en als hij hoort dat er in Poipet landbouwgrond vrij beschikbaar is, besluit hij daar te gaan wonen. Poipet ligt dan nog vol mijnen. Duizenden mensen leven er in tentjes langs de hoofdweg. De meesten proberen werk te vinden als dagloners. In 1998 start ZOA haar programma in Poipet. Het gebied wordt mijnvrij gemaakt en wegen worden aangelegd zodat er dorpjes kunnen ontstaan uit de buurt van de hoofdweg van hoofdstad Battambang naar Poipet. De levensomstandigheden van de bewoners verbeteren
zaakt de helft van zijn grond te verkopen. Tot overmaat van ramp verlaat zijn vrouw hem hierna. Nge wordt er nog emotioneel van als hij eraan terugdenkt. Zijn twee dochters van 22 en 19 jaar vinden werk in een kledingfabriek in Poipet en geven Nge nu zeventig USD per maand om van te leven. Omdat Nge niet in staat is zijn landbouwgrond te cultiveren, verhuurt hij zijn resterende grond aan een zakenman uit Poipet die hem hiervoor zeventig USD per jaar betaalt. Nge is al vanaf het begin van het ZOA-project in 1998 vrijwillig lid van het Village Health Committee dat door ZOA wordt opgezet. Als lid van het Committee volgt hij een training in het bevorderen van persoonlijke hygiëne en sanitaire voorzieningen in het dorp. Voor dit promotiewerk ontvangt hij van
Ik ben een gelukkig mens
Zonder ZOA had ik geen hoop gehad op een beter leven; nu kan ik mijn dorpsgenoten helpen snel. ZOA opent drie gezondheidscentra in het gebied, boort putten en legt watervijvers aan. In de nieuw opgerichte gemeente Toul Pungro krijgen Nge en zijn vrouw een stuk grond om een huisje te bouwen, waarna ze ook nog eens drie hectare grond ontvangen van de gemeenteraad. In het begin voorzien Nge en zijn familie in hun levensonderhoud door de productie van houtskool die ze langs de hoofdweg verkopen. Ook verbouwen ze wat cassave in hun eigen tuin, maar ze hebben niet de middelen om de drie hectare landbouwgrond te cultiveren. Door een gokschuld ziet Nge zich even later genood-
ZOA een kleine vergoeding. Nge vindt het belangrijk om samen te werken met het Health Centre op het vlak van preventieve gezondheidszorg. Daarmee draagt hij bij aan een sterke en gezonde gemeenschap. Nge is dankbaar voor wat ZOA gedaan heeft voor hem en de andere families in het dorp. “Zonder ZOA had ik geen hoop gehad op een beter leven. Mijn leven is goed nu. Ik kan mijn dorpsgenoten helpen. Mijn kinderen komen regelmatig bij me langs. Ik ben een gelukkig mens.”
HULP | HOOP | HERSTEL
191
Colofon
ZOA 40 jaar is een uitgave van ZOA. Met deze jubileumuitgave hebben wij de toegevoegde waarde van ZOA in haar veertigjarige geschiedenis willen vangen in beelden en verhalen van mensen voor wie ZOA gewerkt heeft en die bij of met ZOA gewerkt hebben. We willen met het boek niet alleen iets laten zien van de impact van ZOA op mensenlevens, maar vooral ook van de grootheid en trouw van God die ons door veertig jaar heen heeft beschermd en bewaard.
Woord van dank Het was een voorrecht dit boek te maken. Dit was niet gelukt zonder de hulp van vele (oud)medewerkers, mensen uit de doelgroep, vrijwilligers en andere betrokkenen. In het bijzonder willen wij hiervoor bedanken: (oud)medewerkers Aleid Westerveld; Arie Lock; Bea Achterbergh; Bernard Jaspers Faijer; Bert de Jong; Berthe Boersma; Christien van der Weelden; Dick Loendersloot; Egbert Fokkema; Evert Jan Pierik; Gerrit-Jan van Uffelen; Hannie Wijnhoud; Henk Huberts; Henk van der Velde (oprichter); Jaap Boersma; Jopie Klokkenburg; Kees-Jan Hooglander; Klaas Huis; Klaas en Marion Jellema; Koos van Houdt (oprichter); Koosje Bresser; Kor van der Helm; Marinus Verweij; Marianne van Duijn; Michiel van der Drift; Nel Bossenbroek; Pim Zoeteweij; Sybeline Pals en Timmo Gaasbeek, en landendirecteuren Bart Dorsman; Bernhard Kerschbaum; Bernie O’Neill; Corine Verdoold; Duangporn Saussay; Guido de Vries; Jan Huls; Jeff Cosico; Joop Teeuwen; Kevin Beattie; Marius Stehouwer; Maureen Graybill; Micheal Gillham; Nicholas Street en Simon Langbroek.
Bundeling van beeld en verhaal ZOA 40 jaar is geen uitputtende historische beschrijving, maar een bundeling van beelden en verhalen. Bij het maken van het boek is vooral ZOA’s eigen archief gebruikt als bron van informatie, evenals gesprekken met verschillende mensen die bij ZOA werken of gewerkt hebben. Het kan zijn dat relevante informatie en beeldmateriaal niet de plaats gegeven is die het eigenlijk zou verdienen. Hiervoor vragen we uw begrip.
Met aandacht voor het milieu Dit jubileumboek is gedrukt in opdracht van Quality Dots B.V., een internationaal opererend grafisch intermediair met bijzondere aandacht voor duurzaamheid en milieu. Zo is voor dit boek gebruikgemaakt van FSC-gecertificeerd papier en zijn de productieprocessen ingericht op optimaal gebruik van natuurlijke bronnen, een zo laag mogelijke uitstoot van energie en waar mogelijk hergebruik van rest- en afvalmaterialen. Dit was voor ZOA een belangrijke voorwaarde bij het tot stand komen van het boek.
198
40 jaar
Eerste druk, 2012 Copyright ZOA Hoofdredactie Ewout Suithoff Johan Mooij Redactie Carolien Drijfhout Els Sytsma Inge van der Weijden Jolande Bijl Marie Verheij Fotografie Anne Paul Roukema Carel Schutte Dirk Jan Verkuil Eljee Bergwerff Folkert Rinkema Jaco Klamer Kor van der Helm Marnix Kievit ZOA Vormgeving Remco de Vries, ROUTE 5 DESIGN Druk Quality Dots De verkoopprijs van ZOA 40 jaar is € 40,-. De opbrengst van het boek komt ten goede aan ZOA’s programma in Zuid-Sudan. Kijk voor meer informatie op www.zoa.nl. ZOA Postbus 4130 7320 AC Apeldoorn www.zoa.nl
HULP | HOOP | HERSTEL
199