V.de toekomst Vijfde preek in de serie van vijf over enkele fundamentele aspecten van ons christelijk geloof, gehouden door ds.Cees Glashouwer te Harlingen in de zomer van 2008. Gelezen bijbelgedeelten: Jesaja 43:16-21, Romeinen 8:18-24a en Matteus 13:31-32.
In deze laatste preek in de miniserie over enkele fundamentele aspecten van ons christelijk geloof, moet het gaan over de toekomst. Sinds Abraham wegtrok uit de bestaande verhoudingen en denkbeelden van zijn omgeving, en op weg ging naar een land dat hem nog gewezen zou worden, heeft geloven te maken met die toekomst. Geloven is vertrouwen hebben in de toekomst, omdat je vertrouwen hebt in God. Toekomst is een mooi Nederlands woord: dat wat op ons toekomt. Als je dat zo formuleert, krijgt het een bijzonder klank. Wat komt er op ons toe? Sommigen denken vooral, dat het meer van hetzelfde zal zijn. Schulte Nordholt dichtte: Totdat Hij komt zal het hier zo gebeuren: 's morgens de melkboer tweemaal bellen, dan gordijnen open en met grauwe kleuren breekt 't eerste licht de nachtelijke ban. Het heldere ontbijt ieder morgen, dan naar de stad, de tram zingt langs de rand heen van je dromen en je kleine zorgen, en 's avonds staan de grote in de krant. Zo zal het eindeloos zich herhalen, liefelijkheid der huiselijke haard, kinderen zorgen en de angst rondom. En eind'lijk met het vege lijf betalen de koorts des levens en diep in de aard wachten en luisteren, totdat Hij komt. Dat laatste over 'diep in de aarde' zal door menigeen onderstreept worden. Immer, het enige dat wij met zekerheid weten dat er op ons afkomt, is de dood. Dat geldt voor ons persoonlijk, dat wij weten dat er een einde komt aan ons leven. En ook in het kosmische verband weten wij dat ons heelal een keer ten onder zal gaan. Valt er nog meer over de toekomst te zeggen? Ja reken maar. De regering laat zich adviseren door prognosemakers over hoe Nederland er in 2050 jaar zal uitzien. Science fictionschrijvers schetsen met behulp van wetenschappelijke kennis en een flinke hoeveelheid fantasie het beeld van een wereld waar de techniek voor niks staat, maar waar de oude menselijke tekortkomingen als hebzucht en machtswellust nog steeds de samenleving ontwrichten. Ook binnen de kerk zie je bij sommige groepen gelovigen een bijzondere interesse in de toekomst. Op grond van een bepaalde uitleg van bepaalde bijbelgedeelten probeert men uit te vlooien hoe de geschiedenis er uit zal zien. Met name het laatste boek van de bijbel, Openbaring, heeft op hen grote aantrekkingskracht. Maar ook de vele profetieën worden daarbij betrokken. Meestal is de conclusie dat wij in het einde der tijden leven. Ik sta daar uiterst gereserveerd, ja, zeg maar gerust, sceptisch tegenover. De
geschiedenis laat talloze voorbeelden zien van mensen die er faliekant naast zaten met hun voorspellingen op grond van de bijbel en Nostradamus, maar intussen hadden ze hun eigen leven en dat van hun volgelingen wel volledig op de kop gezet. En vooral meen ik dat zo'n bijbelgebruik een miskenning is van wat profetie inhoudt. Profetie is namelijk geen christelijke toekomstvoorspelling. Nee, profetie is waarschuwing of bemoediging in de naam van God, en dat in de vorm van de aankondiging van bepaalde gebeurtenissen. Een eenvoudig voorbeeld kan dat duidelijk maken. Als je een klein kind midden op straat ziet spelen, dan zeg je: denk er om straks kom je onder de auto. Letterlijk genomen zijn die woorden een voorspelling 'straks kom je onder de auto', maar ze zijn natuurlijk bedoeld als waarschuwing. Deze schijnbare voorspelling wordt tot het kind gezegd om te voorkomen dat het kind daadwerkelijk onder een auto zal komen. Zo is het ook met de onheilsprofetieën. Als de profeet rampen aankondigt, is dat niet omdat God die in zijn scenario heeft staan, maar omdat de mensen die over zichzelf oproepen, als zij zich niet bekeren. Onheilsprofetieën zijn dus bedoeld om het onheil te voorkomen. En als de profeet grootse veranderingen voorziet van vrede en heil, dan is dat een aanmoediging aan zijn hoorders om niet bij de pakken neer te zitten, maar vol te houden. Zoals wanneer een trainer tegen zijn teleurgestelde pupil zegt: maar toch zie ik jou nog wel eens bij Ajax spelen. Die prachtige woorden uit Jesaja 43 zijn daar een voorbeeld van. Dit zijn Gods woorden, zegt de profeet: Blijf niet staren bij wat eertijds is gebeurd, laat het verleden rusten. Zie, ik ga iets nieuws verrichten. Ik baan een weg door de woestijn, maak rivieren in de wildernis. De wilde dieren zullen mij eer bewijzen, omdat ik water schep in de woestijn. Zo spreekt God. De mensen tot wie de profeet sprak, zaten diep in de put. Zij waren ballingen in een ver land. Het was helemaal misgelopen met hun volk. En hun heilige stad Jeruzalem was in vlammen opgegaan. Het komt nooit meer goed, dachten de mensen. Onze leiders hebben hun macht misbruikt, hun hand overspeeld, en wij moeten de prijs betalen. Het komt nooit meer goed. Voor hen roept de profeet het beeld op, dat God zelf zijn volk weer zal uitleiden. Zoals eens in de tijd van Mozes zal er nu weer een begaanbare weg door de woestijn zijn. En de bergen en de heuvlen juichen rondom hen, alles zingt er bij, zelfs de bomen zijn blij en zij klappen voor hun God. Deze hoop op een betere toekomst wordt in de bijbel in allerlei toonaarden en beelden bezongen. In het evangelie concentreert het zich vooral in de aankondiging van het Koninkrijk van God. In de gesprekken, toespraken en verhalen van Jezus is het Koninkrijk van God een centraal begrip geweest. Wat komt er op ons af? Als gelovigen mogen wij het weten: het Koninkrijk van God. Op Ameland kwam vroeger een vertegenwoordiger in snoep en andere zoete waren. Hij zei: Ik ben op weg naar het Koninkrijk, en onderweg verkoop ik chocola. Met het Koninkrijk van God wordt de toestand bedoeld, waarin God merkbaar Koning is, waar zijn Naam hoog gehouden wordt en zijn wil geschiedt bij de mensen. Alles wat Jezus de mensen heeft voorgehouden, alles waar hij zijn leven voor gegeven
heeft, wordt daar zichtbare praktijk. Het is de allerbeste werkelijkheid die men zich maar kan voorstellen. In het Koninkrijk van God hebben genegenheid en trouw elkaar opgezocht. Vrede en recht gaan er hand in hand. De afgebeulde, uitgebuite en ontmenselijkte mensen zitten genoeglijk in de schaduw van de bomen en maken een praatje of leggen een kaartje. De ongewenste, misbruikte en soms op straat geschopte kinderen hebben er een veilig thuis gevonden en maken pret met elkaar. Onderdrukking en onrecht zijn voorbij. Angst en verdriet zijn opgelost, pijn verdreven, schuld te niet gedaan, ziekte genezen. Oorlog is er onbekend, zwaarden en speren zijn omgesmeed tot landbouwwerktuigen. Sleutels zijn er niet meer nodig. De zachtmoedige, bewogen mensen zien hun diep verlangen naar vrede en goedheid eindelijk vervuld. De hoogmoedigen zijn door de knieën gegaan en de vernederde loopt met rechte rug en opgeheven hoofd en fluit een liedje. God is thuis bij de mensen en de mensen zijn thuis bij God. De dood is voorbij. Als je vanuit dat droombeeld om je heen kijkt, merk je dat er iets grondig mis is in onze samenleving. Als je hoort dat er in Kenia 5 Nederlandse meisjes die door geloofsidealisme gedreven daar in hun vakantie een schooltje opknappen, verkracht zijn, als je leest dat fanatieke moslims in Indonesië studenten van een theologische opleiding in Jakarta aanvallen, als je in het journaal ziet die ingestorte koranschool in Turkije en het verdriet om de omgekomen meisjes .... ach, de media worden er mee gevuld. Er is iets grondig mis met onze wereld. Niet alleen met de mensheid. Heel de schepping deelt in de gevolgen van het wangedrag van de mens en heeft pijn in al haar delen. In een eerdere preek is al geopperd, dat de wereld een onvoltooid proces is. De schepping is nog niet af. Immers, een huis dat nog niet af is, vertoond ook allerlei gebreken. Wij zitten midden in een proces en daarin heeft de mens van de schepper een cruciale rol gekregen. Maar het kwaad is meer dan de onvolkomenheden van een onvoltooide schepping. De bijbel wijst daarom ook iedere keer opnieuw op een geheel andere oorzaak, die van de zonde. De Amerikaanse theoloog Reinhold Niebuhr merkte op dat deze leer van de zonde het enige christelijke dogma is, dat steeds weer door ervaring bewezen wordt. Mensen lenen zich dag in dag uit voor de dood in al zijn verschijningsvormen. En God is verbolgen. Heeft bijna de neiging om alles maar af te schrijven. De mens heeft een kredietcrisis tussen schepping en schepper veroorzaakt, waarmee vergeleken de Amerikaanse kredietcrisis een onzichtbaar krasje is. Maar in het gedeelte uit de brief van Paulus hoorden wij over een wonder. Zelfs waar God zelf de schepping aan de vergankelijkheid en de zinloosheid heeft prijsgegeven vanwege de zonde van de mens, heeft God de hoop op betere tijden laten bestaan. Betere tijden, niet alleen voor de mens, maar voor heel de wereld. Want de bevrijding van de mens uit het kluister van de zonde, de bevrijding van de mens, die God in gedachten heeft, dat moment waarop God eindelijk met een glimlach zal kunnen zeggen: toch goed, die mensen, je kunt wel zien dat het mijn kinderen zijn, zeer goed, die bevrijding zal ook een verlossing voor heel de schepping betekenen uit het verderf en de zinloosheid. Het is niet onze ziel die gered moet worden, zoals goudzoekers het goudstof zeven terwijl ze het gruis en de modder wegspoelen, nee, het gaat om heel de schepping. Dat is overigens een extra reden om
zuinig te zijn op de aarde, want God heeft er nog plannen mee. Een belangrijke vraag is hoe en wanneer het Koninkrijk van God er komt. Eerlijk gezegd is de bijbel daar niet eenduidig over, en kan dat misschien ook wel niet zijn. Soms wordt er gesproken van een doorbraak naar het Koninkrijk zoals eens Israël op spectaculaire wijze aan de dwangarbeid van Egypte ontsnapte en de weg naar de vrijheid insloeg. Dat God opnieuw van bovenaf zal inbreken in de geschiedenis en zijn Rijk op aarde zal vestigen. ' Eens als de bazuinen klinken uit de hoogte links en rechts'. Maar op andere plaatsen is er sprake van een groeiproces, zoals een mosterdzaad verborgen in de aarde zich langzaam ontwikkelt en uitgroeit tot een boom waar de vogels graag hun nest in bouwen. Ik heb mij er over verbaasd dat bij ons achter in de tuin uit een paar kleine pitten nu zonnebloemen van meer dan 3,5 mtr hoog gegroeid zijn. En dat binnen enkele maanden. Jezus zegt: zo werkt God, hij zaait in onze wereld en op die wijze vestigt hij zijn koningschap. Een andere vraag is: Zal iedereen in het Koninkrijk van God mogen binnengaan? Iedereen? Dat moet men niet te snel denken. Steeds als er in de bijbel over Gods toekomst gesproken wordt, klinkt de oproep om het leven nu daarmee in overeenstemming te brengen. Men kan het vergelijken met de laatste periode van de Tweede Wereldoorlog toen de gedachte aan de naderende overwinning van de geallieerden een prikkel was om niet langer te collaboreren met de bezetter, maar in verzet te gaan. Jezus heeft het heel duidelijk gezegd: "Het Koninkrijk is dichtbij, bekeer je! Niet iedereen die 'Heer, Heer' tot mij zegt, gaat het Koninkrijk der hemelen binnen, maar degene die de wil doet van mijn Vader in de hemel." Een belangrijk aspect van ons geloof is daarom, dat er op de drempel naar Gods toekomst een oordeel zal worden uitgesproken. Meestal krijgen mensen een akelig gevoel bij de gedachte aan een laatste oordeel. Maar een poos geleden trof ik een rechercheur die te maken heeft met vreselijke misdaden. Lang niet altijd wordt de dader van een moord of een verkrachting gevonden. En soms, zei hij, soms weten we heel zeker wie het gedaan heeft, maar dan lukt het ons niet om het bewijs rond te krijgen. En dan troost ik mij zelf met de gedachte dat wij hem hier misschien niet voor de rechtbank krijgen, maar dat er uiteindelijk op een andere plek nog een keer een oordeel geveld zal worden door onze Heer. Inderdaad Gods toekomst is ondenkbaar zonder dat er eerst zaken recht gezet worden. Kuitert schrijft in één van zijn boeken: als er niet een laatste oordeel zou zijn, zou de beul een eeuwig voordeel op zijn slachtoffer hebben. Juist het laatste oordeel maakt duidelijk hoe serieus ons leven genomen wordt door onze schepper. Want niet alles kan mee naar de eeuwigheid. En alleen als alles aan het licht komt, kan er werkelijk verzoening plaats vinden. O ja, dat oordeel kan een pijnlijk proces zijn, maar wij weten dat wij een goede advocaat in de hemel hebben, Jezus zelf, en wij weten wat de Rechter voor ogen staat: vrede en verzoening. En dat te weten moet genoeg zijn. Ik weet niet met welke verwachtingen u gekomen bent naar deze preek over de
toekomst. Misschien had u wat meer duidelijkheid verwacht en had u gehoopt op geheime kennis over het verloop van de geschiedenis. Maar dat kan niet. Het is niet zo dat de rails er al ligt en dat de bijbel een spoorboekje is. Duidelijk is enkel, dat God het einddoel bepaald heeft. Maar niet de weg daar naar toe. De weg van de geschiedenis is een open proces. En de mens heeft van de schepper in dat proces een eigen vrijheid en verantwoordelijkheid gekregen. Daarom juist wordt er in de bijbel nooit informatief gesproken over wat komt. Maar voortdurend is aan elke uitspraak over wat er op ons afkomt, een oproep verbonden om het leven hier en nu gerelateerd te houden aan het einddoel dat God bepaald heeft. En ook dit zegt de bijbel: Als een mens betrokken is bij Gods toekomst, kan de werkelijkheid nu al een beetje op die toekomst gaan lijken. De leerlingen hebben dat ervaren: in Jezus was Gods Koninkrijk dichtbij gekomen. In de maaltijd met mensen die niet deugden, en in de genezing van mensen die lichamelijk of geestelijk ziek waren, beleefden zij iets van de tijd waarin alles goed gekomen is. Zo is de toekomst van Gods Koninkrijk droom en werkelijkheid tegelijk. Een droom en een werkelijkheid van God die hij aan mensen gegeven heeft. Een lied van de Catband gaat er over en daarmee wil ik eindigen: REFREIN: Mensen, doe iets met jullie dromen over hoe het anders kan, ruimt' om tot je recht te komen voor jan en alleman de wereld wordt een beetje beter iedereen genoeg te eten niemand die nog honger lijdt dat wordt een te gekke tijd de wapens worden weggeworpen feest in steden en in dorpen vijand reikt vijand de hand vriendschap heerst er in het land men stopt met dieren uit te roeien planten mogen weer gaan bloeien lucht en water zijn nu schoon cool dat ik op aarde woon en jij wordt vrij van schuldgevoelens die in jouw gedachten woelen vrij voor liefd' en avontuur wanneer komt dat godlijk uur de mensen hoeven niet te bidden God woont voortaan in hun midden
daklozen vinden een huis straatkindren een veilig thuis en zij die zwaar hebben geleden bloedend, stervend voor de vrede zien eindlijk vervuld hun wens God schept vreugde in de mens REFREIN: Mensen, doe iets met jullie dromen over hoe het anders kan, ruimt' om tot je recht te komen voor jan en alleman Amen.