Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
[Uitzending nr. 28 – Gen.22:18 t/m 23:20]
In de vorige uitzending hebben wij de geschiedenis van Abraham met Isaäk gelezen. In Gen.22 vers 18 krijgt Abraham de belofte van God voor zijn nakomelingen: Zij zullen hun vijanden overwinnen en een zegen zijn voor alle volken van de wereld, en dat alles omdat u Mij hebt gehoorzaamd. Een geweldige belofte. Een belofte die we ook terugvinden in het Nieuwe Testament. In Hebr.11:17-19 wordt aangegeven dat Abraham uit het geloof handelde. Hij was er van overtuigd dat God machtig was Isaäk uit de dood op te wekken.
In Jac.2: 21-23 wordt de nadruk gelegd op de werken die vanuit het geloof opkomen. Maar, in beide gevallen blijft de opdracht tot gehoorzaamheid! In het Nieuwe Testament klinkt meer dan eens de oproep ons kruis op ons te nemen en Christus na te volgen. Wie zijn leven verloren heeft om Christus’ wil, zal het vinden (Matth.16). In de latere uitleg is Rom.8:32 een belangrijke rol gaan spelen: God heeft immers Zijn eigen Zoon niet ontzien, maar Hem uitgeleverd ten behoeve van ons allemaal.
Denkt Paulus in Rom.8 aan Genesis 22? Het is niet duidelijk of Paulus zinspeelt op Gen.22. Maar de thema’s dat een vader zijn zoon overgeeft in de dood en de zegen voor de volken in Gen.22:18, geven veel aanleiding tot de vergelijking met de Here Jezus Christus. Hij is door God, de Vader gegeven en een zegen voor alle volken van de wereld.
Zoals Isaäk het hout droeg, heeft Christus het kruis gedragen. Beide geschiedenissen worden in Jeruzalem gelokaliseerd. Isaäk mocht echter vrijuit gaan, terwijl Christus als de ram was die door God voorzien was als brandoffer. Door Zijn offer mogen mensen die in Hem geloven vrijuit gaan. Joh.3 vers 16: Want God heeft zoveel liefde voor de wereld dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Genesis 22 vers 19 en 20:
TTB – NL – TWR – CW
1
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
Abraham keerden terug naar zijn twee dienaren en samen gingen zij terug naar Berseba, hun woonplaats. Enige tijd later kreeg Abraham bericht dat Milka, de vrouw van zijn broer Nachor, haar man acht zonen had gegeven. In het slot van Genesis 22 komt een andere broer van Abraham aan de orde. In Genesis 19 werd de zijlijn van Haran en zijn zoon Lot afgesloten. Nu komt Nachor voor het voetlicht. Ook een broer van Abraham. Abraham had Nachor ver weg in het land Haran achtergelaten. Zijn familielijn zal in de Bijbel niet worden gevolgd, maar later wel de familielijn van Abraham kruisen. Na het spannende gedeelte over Abraham en Isaäk komt dit gedeelte over als een droge opsomming. Waarom wordt het hier genoemd?
Louter en alleen omdat de gegevens nodig zijn als voorbereiding op Genesis 24. We zullen er verder op ingaan als we bij Genesis 24 zijn aangekomen. Opvallend is wel dat de eerste woorden van vers 1 en vers 20 van Gen.22 dezelfde zijn: Enige tijd later. Die overeenkomst kan niet toevallig zijn. Het maakt ons alert op een mogelijke verbinding. Hoe onbegrijpelijk Gods weg ook is, later zullen zaken duidelijk worden.
Omdat de geschiedenis van Isaäks huwelijk verbonden is met de dood van Sara (Gen.24:67), is hier – in Genesis 22 – de plaats om over het bestaan van Rebekka’s familie te spreken. Uit Gen.11:30 kregen we al de indruk dat Nachor – in tegenstelling tot Abraham – kinderen had. In Gen.22 volgt de volledige lijst van zijn zonen. In de grondtekst komen we bij de mededeling over Nachor het woordje ‘ook’ tegen. Abraham krijgt de boodschap: Zie, Milka heeft ook Nachor, uw broer, zonen gebaard. Dit ‘ook’ suggereert dat dit bericht een reactie is op het feit dat Sara moeder was geworden. Wellicht als reactie op de boodschap die Abraham naar Nachor had gezonden over de geboorte van Isaäk. Genesis 22:23 noemt Rebekka. Zij is voor het vervolg belangrijker dan haar broer Laban, omdat zij de vrouw van Isaäk wordt.
TTB – NL – TWR – CW
2
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
Wij zijn aangekomen bij Genesis 23, vers 1 en 2: Sara werd 127 jaar en stierf in Kirjat-Arba, ook Hebron genoemd, in het land Kanaän. Nadat Abraham enige tijd om haar gerouwd had ging hij naar de Hethieten… Opvallend dat de leeftijd van Sara 127 jaar was. Zij was 90 toen Isaäk werd geboren. Dat betekent dat Isaäk ten tijde van haar dood 37 jaar oud was. Daarbij neem ik aan dat haar overlijden een aantal jaren na het offer van Isaäk heeft plaatsgevonden. Ons wordt verteld dat Sara stierf in Kirjath-Arba een oudere naam voor Hebron. De plaats lag 35 kilometer ten zuiden van Jeruzalem, op weg naar Berseba. Nadrukkelijk staat erbij dat de plaats In Kanaän ligt. Het hoort bij het beloofde land.
Om de rouwplichten te vervullen betreedt Abraham de tent waar Sara gestorven is, om te weeklagen en te huilen. Het rouwgebruik vereist, dat men op de grond zit. In het Oude Testament vinden we meer rouwgebruiken zoals het scheuren van de kleding, het werpen van stof op het hoofd en vasten. Na het rouwen staat Abraham op, waarschijnlijk dezelfde dag. Men begroef gewoonlijk op de dag van overlijden. Niet in alle vertalingen kom je het op het spoor maar Sara heet van vers 3 t/m vers 19 ‘Abrahams dode’ , een fijngevoelige uitdrukking. Abraham heeft geen grond om zijn vrouw te begraven. De nadruk ligt – in het begin van Gen.23 – op het verwerven van een graf en een stuk land. De vreemdeling Abraham krijgt een stukje van het land dat eens het eigendom zal zijn van zijn nakomelingen. Zelfs een begrafenis kan hierdoor een onderstreping van de beloften zijn, Dat zien we ook later bij het slot van het Bijbelboek Genesis.
Waarom begroef Abraham Sara niet ergens anders? Omdat de hoop voor de toekomst in het land Kanaän lag. Immers dat had God beloofd! In Genesis 23 zien we de voorbereidingen voor de begrafenis van Sara. Niet echt spannend of interessant. Toch zullen we in Genesis 23 een prachtige waarheid ontdekken. TTB – NL – TWR – CW
3
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
Genesis 23 vers 3 en 4: Abraham ging naar de Hethieten en vroeg hun: Ik ben een vreemdeling in dit land, daarom wil ik graag een stuk grond hebben om mijn vrouw te begraven. Wilt u mij een stuk land verkopen? Abraham noemt zichzelf een vreemdeling – in andere vertalingen wordt nog aangevuld – en bij- of inwoner. En dat in het land dat God hem beloofd had te geven! Abraham gaat naar de Hethieten die ter plaatse grond in eigendom hebben, om een graf te kopen. Op grond van vers 10 denk ik dat hij de mannen vindt in de stadspoort van Hebron.
Abraham neemt ook plaats in de stadspoort en stelt het rechtsprobleem: hoewel hij een vreemdeling is wil hij graag een permanent graf. Als beschermde vreemdeling en bijwoner kan hij geen onroerend goed in eigendom bezitten. Toch voelt hij de behoefte aan een eigen familiegraf. Een graf dat altijd ter beschikking van hem en zijn nageslacht zal staan.
Genesis 23 vers 5 en 6: Maar natuurlijk, reageerden de mannen, wij beschouwen u als een vorst die door God begunstigd is. Het is ons een grote eer als u een keus wilt maken uit onze begraafplaatsen om daar uw vrouw te begraven. Het is een royaal aanbod van de Hethieten. Zij zeggen tegen Abraham: Zoek maar een stukje grond op één van onze begraafplaatsen. Het zal voor ons een grote eer zijn. Abraham heeft blijkbaar enorme indruk gemaakt op de Hethieten. Ze noemen hem een vorst die door God begunstigd is. Abraham is voor hen een man met invloed en iemand waar je rekening mee moet houden. Genesis 23 vers 7 t/m 9:
Na die woorden stond Abraham op, boog voor de mannen en zei: Als u er zo over denkt, wilt u dan aan Efron, de zoon van Sochar, vragen of hij mij de grot van Machpela wil verkopen? Die ligt aan het einde van zijn grondgebied. Ik zal de prijs betalen, die u bepaalt. De grot zal dan voortaan mijn familiegraf zijn.
TTB – NL – TWR – CW
4
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
De grot van Machpela was de plaats die Abraham koos. Toch is het aanbod van de Hethieten aan Abraham in vers 6 een beleefde weigering: Het is ons een grote eer als u een keus wilt maken uit onze begraafplaatsen om daar uw vrouw te begraven. Het aanbod was om Sara in een bestaande grafspelonk te begraven. Want daarmee bleef de spelonk in bezit van de eigenaar. Maar dat wilde Abraham niet, hij wilde de spelonk kopen. De onderhandelingen verlopen voorspoedig, Abraham mag de spelonk kopen.
Totdat de Here God hem het land geeft, zal Abraham kopen wat hij nodig heeft of graag wil hebben. Abraham koopt een graf voor zijn vrouw Sara. We stelden de vraag al eerder: Waarom begroef Abraham Sara niet ergens anders? Abraham wilde Sara in het beloofde land begraven. In het beloofde land ligt de hoop voor de toekomst.
Als je het geheel van de Bijbel bekijkt dan ontdekken we dat er twee grote verwachtingen en twee grote doelen zijn die God heeft. De Here heeft een aards doel, en Hij heeft een hemels doel. Het aardse doel is dat deze aarde waarop wij wonen eeuwig zal zijn. Zeker, er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komen. Maar er zal een aarde zijn, en die zal in eeuwigheid bewoond worden. Het is de belofte die God gaf aan Abraham en zijn nakomelingen.
De Here God gaat de aarde, waarop wij wonen, niet afdanken of weggooien. Ook niet als Hij alles ten uitvoer heeft gebracht dat Hij Zich heeft voorgenomen. De aarde komt niet op een soort autokerkhof terecht. God ruimt haar niet op. Hij is van plan haar in te ruilen voor een nieuw model. De nieuwe aarde zal er eeuwig zijn en er zullen mensen zijn om haar te bewonen.
Het was ook de hoop van Abraham. Ook Abraham wilde begraven worden in het beloofde land zodat – als de opstanding kwam – hij en Sara in het beloofde land zouden opstaan. Abraham wist niet hoevelen er na hem nog zouden komen. Maar eens zullen miljoenen mensen worden opgewekt uit de doden!
TTB – NL – TWR – CW
5
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
In de opperzaal zei de Here Jezus tegen Zijn volgelingen – volgelingen die het Oude Testament heel goed kenden en ook de hoop van het Oude testament hadden: Wees niet ongerust. Vertrouw op God en vertrouw ook op Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel kamers. Als dat niet zo was, zou Ik het jullie wel gezegd hebben. Ik ga er nu heen om alles voor jullie in orde te maken. Wanneer Ik daarmee klaar ben, kom Ik terug om jullie op te halen. Dan zullen jullie voor altijd bij Mij zijn. (Joh. 14:1-3).
De Heiland spreekt van het Nieuwe Jeruzalem dat Hij nu aan het klaarmaken is. Het is de plaats waarheen Zijn gemeente (Zijn kerk) naar op weg is. Het Nieuwe Jeruzalem is de eeuwige verblijfplaats van Zijn kerk. Voor de leerlingen van de Here Jezus was deze boodschap nieuw. Mogelijk vandaag ook voor een groot aantal moderne christenen? God heeft Abraham nooit verteld dat Hij hem van de aarde zou wegnemen. Steeds horen wij de Here zeggen: Ik ga je dit land geven. Abraham geloofde God, en daarom wilde hij Sara in het beloofde land begraven. Abraham kocht een familiegraf om er zijn overleden familieleden te begraven. Het was ook zijn bedoeling om er zelf begraven te worden en, hij werd er ook begraven. Hoe is het verder met het graf van Abraham bij Hebron gegaan?
In Hebron is tegenwoordig Haram el-Galil (Arabisch voor: de ommuurde ruimte van de vriend van God) volgens joodse, christelijke en islamitische tradities liggen daar de aartsvaders, hun vrouwen (met uitzondering van Rachel – Gen.35:19), Ezau en de twaalf zonen van Jacob begraven. Herodes de Grote bouwde een grote muur om de begraafplaats. Later werd er een Byzantijnse kerk (basiliek) gebouwd, daarna een moskee. Ook voor de Arabieren is Abraham en ook Hebron belangrijk omdat ook zij hun afstamming laten terug gaan naar Abraham. Volgens de overlevering is vanuit Sichem het gebeente van Jozef ook naar deze plaats overgebracht (Joz.24:32), zodat er een aparte graftombe voor Jozef gebouwd kon worden. Rond 1100 n. Chr. Kwam het gebouw in handen van de kruisvaarders. In 1119 n. Chr. is er in de ondergrondse ruimte een monnik geweest. TTB – NL – TWR – CW
6
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
Na het vinden van de beenderen van de aartsvaders, hebben monniken onder het zingen van het Te Deum de beenderen van de zonen van Jacob tevoorschijn gebracht en als relikwieën voor de inwoners van Jeruzalem en omgeving getoond. Na de verovering door Saladin (1188 n. Chr.) kwam er weer een moskee, waarin onderzoek niet meer mogelijk was. Er zijn aanwijzingen dat er nog oude rotsgraven zijn uit de tijd van de aartsvaders. Kort na de Zesdaagse Oorlog in 1967 heeft generaal en archeoloog Mosje Dajan onderzoek gedaan, maar geen beenderen meer aangetroffen.
Abraham en Sara, Isaäk en Rebekka, Jacob en Lea werden er begraven. Deze mensen zijn in het beloofde land begraven omdat zij hoopten in dat land uit de doden te zullen opstaan. Het is een aardse hoop. Voor Abraham was het op dat moment belangrijk. De hoop van een nieuwtestamentische gelovigen is een hemelse hoop. Abraham sluit een overeenkomst om de grot te kopen. Het verder verloop van de onderhandelingen, is als volgt:
Efron zat tussen de andere mannen en stond nu op om Abraham te antwoorden. Iedereen luisterde aandachtig. Meneer, zei hij, luister. Ik schenk u de grot en de bijbehorende grond, helemaal voor niets, iedereen hier is mijn getuige. Ga uw gang en begraaf uw dode. Abraham boog opnieuw voor de mannen… (Gen. 23:10-12)
Door vriendelijk zowel de grot als het veld te willen geven, maakt Efron duidelijk dat hij niet van plan is alleen de grot te verkopen. Voordat Abraham gaat antwoorden toont hij nog eens zijn respect voor het gehele college en buigt voor de mannen. Het valt op dat deze mensen Abraham gunstig gezind zijn. Vooral de gulheid van Efron springt in het oog. Mogelijk zou iemand nog gedacht kunnen hebben aan primitieve mensen maar we hebben te maken met mensen uit een hoogstaande cultuur. Het waren geen holbewoners die elkaar met knotsen te lijf gaan. Als de aartsvaders (Abraham, Isaäk en Jacob) en de andere oudtestamentische gelovigen vandaag een bezoek aan één van onze grote steden zouden brengen wat zouden ze dan bij thuiskomst aan hun familieleden vertellen? TTB – NL – TWR – CW
7
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
Wat zouden ze over ons zeggen? Mogelijk zijn wij in hun ogen buitengewoon onbeschaafd! Grof en brutaal en helemaal niet gastvrij. Zeker, wij hebben het voordeel dat we over hen kunnen praten maar hoe zou het zijn als het andersom was?
Toen was er wederzijds respect en ontzag. Ook tussen mensen die anders waren en/of anders dachten of zelfs een ander geloof hadden. Het is belangrijk om te zien met hoeveel respect de mensen elkaar benaderden en met elkaar omgingen. Abraham boog opnieuw voor de mannen: en antwoordde Efron: Nee, ik wil het stuk grond van u kopen. Laat mij de volle prijs betalen, daarna zal ik mijn dode gaan begraven! Nou ja, zei Efron, het is 400 zilverstukken waard, maar wat is zo’n bedrag onder vrienden? Laat toch zitten en ga uw dode begraven! Maar Abraham betaalde Efron 400 zilverstukken, in gangbare munt. (Gen. 23: 13-16)
Abraham wil de grot en de grond kopen en niet als geschenk ontvangen. Abraham wist ook precies welk graf hij wilde hebben. In zijn antwoord noemt Efron een prijs. Een hoge prijs: 400 sikkels, dat is ongeveer 4,5 kg zilver. Voor een akker in Anatot betaalde de profeet Jeremia in een slechte economische situatie, 17 sikkels (Jer.32:9). In Deut.22:29 worden 50 zilverstukken als bruidsprijs genoemd. Abraham kreeg van Abimelech 1000 zilverstukken (Gen.20:16) Nou ja, zei Efron, het is 400 zilverstukken waard, maar wat is zo’n bedrag onder vrienden? Zijn woorden komen neer op: wij zijn beiden zo rijk, dat we ons geen zorgen behoeven te maken over de prijs. Soortgelijke uitspraken worden in het Midden Oosten nog steeds gebruikt bij onderhandelingen. We zagen al dat de prijs aan de hoge kant was maar Abraham dingt niet af. De prijs is genoemd in tegenwoordigheid van getuigen en wordt onmiddellijk betaald. In de grondtekst staat dat Abraham het bedrag afwoog. Dat was gebruikelijk tot de invoering van gemunt geld. Het zilver is gangbaar bij de koopman. Dat wil zeggen, acceptabel bij de rondreizende handelaren, die regelmatig transacties met edele metalen verrichtten.
TTB – NL – TWR – CW
8
Versie 2 – Genesis 22:18 t/m 23:20 – nr.28
Maar Abraham betaalde Efron 400 zilverstukken, in gangbare munt. Er zal mee bedoeld zijn dat de zilverstukken het door de kooplieden afgesproken geijkte gewicht hadden. In het oude Babel werd het zilver met een merk of zegel gemerkt. Al in de oud-Sumerische tijd werd er met zilver betaald. Samenvattend, het wil zeggen dat Abraham voor het veld en de grot betaalde met wat in die dagen een wettig betaalmiddel was. Genesis 23 vers 17-20:
Zo werd hij eigenaar van Efrons veld in Machpela, vlakbij Mamre, met de grot en alle bomen die er omheen stonden. Dit alles werd zijn eigendom volgens de overeenkomst die in het bijzijn van de Hethieten, die bij de stadspoort zaten, werd gesloten. Daarna begroef Abraham zijn vrouw Sara in de grot op het veld van Machpela, die hij als begraafplaats had gekocht van de Hethieten.
De vermelding van het geboomte op het veld lijkt op de tekst van een koopcontract. Dezelfde indruk geeft de vermelding dat de koop en de overdracht heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de Hethieten en de voorbijgangers. De speciale vermelding dat dit stuk grond nu geworden is tot een ‘miqna’ ‘wat door koop is verworven’ d.w.z. Dit alles werd zijn eigendom volgens de overeenkomst, heeft parallellen in Babylonische oorkonden.
De vervulling van de belofte van Gen.12:7 begint met de aankoop van een graf. Sara wordt begraven als erfgename van het land dat in bezit genomen zal worden door haar nageslacht. Later worden hier Abraham, Isaäk en Rebekka, Jacob en Lea begraven. Abraham en Sara hebben als vreemdelingen de vervulling van de belofte van bezit van het land niet verkregen, maar zij leefden wel vanuit het geloof en zijn ook in dat geloof gestorven (Hebr.11). dat is bepalend, ook al weten we niet precies wat in de tijd van de aartsvaders over het leven na de dood bekend was. In later tijd – met name in het Nieuwe Testament – is hierover meer geopenbaard.
TTB – NL – TWR – CW
9