Verantwoordelijke Uitgever : André Mordant, Hoogstraat 42—1000 Brussel
ZIJ S T R I J D E N VO O R EEN ANDERE WERELD
2
15
Inhoud Inhoud
2
Edito
3
Hun strijd in Benin
4
Hun strijd in Zuid-Afrika
6
De projecten van het ISVI medegefinancierd door het DGOS
7
Hun strijd in Cuba
10
Hun strijd in Marokko
12
Lijst met afkortingen
14
En u, wilt u ook handelen ?
15
Wilt u eveneens solidariteitsacties opzetten om de vakbeweging in het Zuiden te versterken of voert u al actie in die zin … Laat het ons weten!
ABVV Internationaal Departement /ISVI Hoogstraat 42 1000 Brussel Tel. : 02/506 83 12 Fax: 02/550.14.09 E-mail:
[email protected] www.abvv.be
De deelnemende centrales met hun eigen projecten :
Algemene Centrale : Paul Lootens en René Van Cauwenberghe (02/549 05 49) Centrale van de Metaal : Marc Lenders (02/627 74 20) Centrale BBTK : Carlos Polenus (02/512 52 50) Centrale van de Voeding-Horeca-Diensten : Alfons De Mey (02/512 97 00) Textielcentrale : Nicole Lancksweerdt (050/72 95 70)
Voorpagina: missie 2003 van de AC in Peru
14
3
Lijst met afkortingen ABVV AC AFRO BBTK CMB CONAFETRA CSA DGOS EMF ISVI IVVV SACTWU SNTH SNTM
Algemeen Belgisch Vakverbond Algemene Centrale African Regional Organisation (Afrikaanse organisatie van de IVVV) Bond der Bedienden, Technici en Kaders van België Centrale der Metaalindustrie van België Comité National des Femmes Travailleuses du CSA-Bénin (Nationaal Comité der Werkende Vrouwen van CSA-Benin) Confédération des Syndicats Autonomes (Benin) (Onafhankelijke Vakbondsbond - Benin) Directoraat Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking European Metalworkers Federation (Europese metaalbond) Internationaal Syndicaal Vormingsinstituut Internationale Vereniging van Vrije Vakbonden South African Clothing and Textile Workers Union (Zuid-Afrikaanse vakbond voor de arbeiders in de textielsector) Syndicat National du secteur Textile et Habillement (Marokkaanse nationale vakbond van de textielsector) Sindicato Nacional de Trabajadores de la Industria Metalúrgica (Nationale vakbond van de arbeiders van de metaalindustrie van Cuba)
EDITO Als arbeider en arbeidster zijn we ons vaak bewust van de internationale dimensie vanuit een negatieve invalshoek als we er plots een negatief gevolg van ondergaan: de delocalisatie van ondernemingen en het verlies van arbeidsplaatsen dat ermee gepaard gaat, ... Praten over solidariteit lijkt in dat geval een beetje surrealistisch. En nochtans! In de loop van haar geschiedenis heeft de vakbeweging er onafgebroken naar gestreefd haar strijd en haar successen uit te breiden, niet alleen binnen de nationale grenzen, maar ook - en zelfs steeds meer en meer - over deze grenzen heen. Want ook de sociale dumping verplaatst zich en de strijd die arbeidsters en arbeiders in het Zuiden voeren voor hun waardigheid en voor het verbeteren van hun levensomstandigheden, is ook onze strijd in het Noorden. Binnen het ABVV zijn er verschillende initiatieven en acties en dit zowat op alle niveaus: op het niveau van ondernemingen, op regionaal, op beroepscentraal niveau. Deze internationale solidariteit op het terrein lééft: samenwerking tussen vakverenigingen, inzameling van schoolmaterieel voor de kinderen in Cuba, verkoop van T-shirts voor onderwijs voor de meisjes in Senegal … Ze wordt ook aangevuld met acties van een ruimere omvang in de vorm van projecten in financiële samenwerking met de overheid. Het ABVV stelt zich tot taak aan de vrouwen de plaats te geven die hun toekomt, omdat het ervan overtuigd is dat vrouwen een belangrijke rol spelen in de vakbeweging en dat ze in de toekomst een nog meer doorslaggevende rol zullen spelen. In deze brochure vindt u interviews waarin vrouwelijke afgevaardigden en militanten van 'bij ons' en vrouwelijke afgevaardigden en militanten van 'daarginds' zich uiten en getuigen, niet alleen van hoe deze acties een bijdrage leveren in het Zuiden maar ook van hoe ze onze vakbeweging hier in België verrijken en versterken. Ze is een eerbetoon aan de dagelijkse moed en de syndicale strijd van de vrouwen, ze doet een beroep op DIE solidariteit die uitsluitend een menselijk gezicht kan geven aan de mondialisering en een toekomst aan de vakbeweging. Rudy De Leeuw Federaal Secretaris
Buitengewoon bedankt aan de kameraden Lieven Van Houtte en Henri Clygnet en aan iedereen die ons toegelaten heeft hun visueel materiaal te gebruiken om deze brochure te illustreren.
André Mordant Voorzitter a.i.
Marokko : jonge vrouwen die een syndicale vorming krijgen (zelfs de mannen zijn betrokken bij de belangen van de vrouwen).
4
Hun strijdin Marokko
13
Berenice Bousse, gepensioneerde afgevaardigde BBTK uit de banksector, België
Khadija Ramiri, coordinatrice van de SNTH - Marokko
Hoe is je vakbondsengagement gegroeid ? Toen ik werkzaam was in de bank werden vrouwen ontslagen toen ze in het huwelijk traden. Dankzij de vakbeweging werd deze onrechtvaardigheid afgeschaft. Maar de ongelijkheid bleef bestaan. Ik werd een vakbondsstrijdster en overtuigde feministe in het ABVV - BBTK en ik heb gevochten voor het verkrijgen van dezelfde extralegale voordelen voor mannen én vrouwen.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de arbeidsters van de textielindustrie in Marokko ? Er zijn verschillende uitdagingen: respect voor de syndicale rechten en vrijheden, herstel van het stakingsrecht, stopzetten van collectief en ten onrechte ontslaan van vakbondsvertegenwoordigers, op gang brengen van een sociale dialoog in de ondernemingen en op sectoraal niveau, werkgelegenheid vrijwaren, een halt toeroepen aan delocalisatie en, tenslotte, organiseren van de informele sector die heel wat vrouwelijke arbeidskrachten gebruikt.
Toen je met pensioen ging, kon je eindelijk wat genieten ! Bij het einde van mijn beroepsloopbaan in 2001 kon ik me niet gemakkelijk terugtrekken uit de vakbeweging. Toen een oud-collega me vroeg samen te werken met de Internationale Afdeling van het ABVV, heb ik dat positief beantwoord. Toen ik op missie vertrok naar Benin, had ik nog nooit gehoord van dat land. De strijd tegen de armoede heeft daar de prioriteit, de kindersterfte is enorm door de ondervoeding en het gebrek aan drinkwater. Ik heb er kennis gemaakt met een goed georganiseerde vakbeweging, met gemotiveerde afgevaardigden waarvan een sterke vertegenwoordiging van vrouwen, wat de informele sector helpt. Hier bij ons noemen we dat 'zwartwerk': geen sociale zekerheid, geen belastingen, de deur die openstaat voor oneerlijke concurrentie, vervuiling, ... 41 % van de actieve bevolking vindt men in deze sector en 92 % ervan zijn vrouwen.
In welke zin is de vakbeweging nuttig voor de vrouwen in Marokko ? De vakbeweging leert de vrouwen zich te organiseren, informeert hun over hun rechten en vormt hen om beter te kunnen strijden. Op die manier kunnen ze de ongewenste intimiteiten op de werkvloer - die duidelijk aanwezig zijn in de sector aan de kaak stellen en optreden om een wetgeving ter bescherming daartegen in te voeren. De arbeidsters leveren een belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van de sector en willen in ruil daarvoor genieten van de resultaten. Dankzij de vakbeweging kunnen ze dit doel bereiken.
Welke conclusies heb je hieruit concreet getrokken ? In deze samenleving blijven de vrouwen onderdanige wezens. Nochtans heeft de regering een nieuwe wetgeving ingevoerd die dit probleem regelt. Het gaat echter om een zodanig ingewikkelde materie dat de bevolking er niets van begrijpt. Daarom heeft het CSA (de vakbond ter plaatse) het op zich genomen - in samenwerking met de vereniging van vrouwelijke juristen van Benin - in het hele land rond te gaan om de vrouwen in de informele sector hun rechten uit te leggen. Wij als ABVV werken mee aan dit project. In juni 2003 hebben we samen met de vrouwelijke juristen van Benin een vormingsweek gewijd aan het informeren van de mensen en vooral van de mannen opdat ze de 'Personen- en Gezinscode' zouden respecteren. Het is een werk van lange adem dat ook streeft naar een ander doel: de vakbeweging in de informele sector organiseren om er op termijn de rechten en de arbeidsomstandigheden te verbeteren.
In welke zin is samenwerking met vakbonden van andere landen nuttig ? Het uitwisselen van informatie en ervaring. Alle vormen van steun en solidariteit zijn zeer nuttig in de vakbondswerking in het algemeen en meer specifiek in onze sector waar de multinationals veel gewicht in de schaal leggen en waar de arbeidsters meer en meer getroffen worden door de gevolgen van de mondialisering. Het is dus ook nodig dat men een mondialisering van de vakbondssolidariteit organiseert.
Hun strijd d in Benin
12
5
Patrice D’Hoop, Secretaris Textiel van Moeskroen - België
Nouratou Gambia, voorzitster CONAFETRA, Benin
In welke zin is vakbondswerking nuttig voor de vrouwen in België ? In de textielindustrie hebben vrouwelijke militanten gedurende jaren gestreden om hun rechten te laten gelden op het gebied van vergoeding, namelijk: gelijk loon voor gelijk werk. Aanzienlijke verbeteringen werden in verband hiermee gerealiseerd en op dit ogenblik is de doelstelling bereikt. Ze kunnen niets anders dan betreuren dat de meest gekwalificeerde functies, en dus de best betaalde, hoofdzakelijk toegewezen worden aan mannen. Ze hebben nog een zware strijd te strijden om dit gelijkheidsprincipe te bereiken naar de inhoud en naar de vorm. De vrouwelijke militanten hebben zich ook ingezet om voordelen te krijgen in het kader van moederschap en opvoeding van de kinderen. Dit doel hebben ze gedeeltelijk bereikt door middel van tijdskrediet wat een interprofessionele draagwijdte heeft. De betrokken vrouwelijke militanten vinden dat de positie van de vrouw werkelijk verbeterd is in hun ondernemingen en in de maatschappij dankzij de interprofessionele strijd die de vakbondswerking sedert jaren voert. Er valt nog heel wat te doen en dat is de reden waarom ze onder andere binnen hun vakbond verder strijden voor hun zaak.
Waarom heeft de CSA-BENIN ervoor gekozen de 'personen- en gezinscode' aan te moedigen ? Het gezin vormt de basis van de samenleving in Benin. Ze erkent de voorrangsfunctie van de man en een voorrecht op de vrouw. De aangroei van de bevolking, het zoeken naar nieuwe gronden en vooral andere productiemethoden die ingevoerd of ontwikkeld werden door de kolonisatie zorgen ervoor dat het traditionele gezin uiteen dreigt te vallen. Ondanks deze evolutie eist men van de vrouw nog steeds onderdanigheid en trouw aan de echtgenoot want de traditie is nog levend en vormt een flagrante inbreuk op de vrijheid van de vrouw. De juridische situatie in Benin is nog schatplichtig aan het dualisme dat gekarakteriseerd wordt door het gelijktijdig bestaan van een traditioneel recht dat voorvloeit uit de gebruiken van de voorouders en een modern recht dat een erfenis is van de kolonisatie. Deze situatie bemoeilijkt de taak van de rechters en het ontbreken van een 'gezinscode' beklemtoont het voortbestaan van de tradities en de gebruiken. Om deze onrechtvaardigheden te verzachten werd in 2002 de 'Personen- en Gezinscode' aangenomen. Voor de CSA-BENIN betekent het voor een breed publiek toegankelijk maken van deze code, vooral bij vrouwen in de sector van de informele economie, werken aan de bescherming, aan de bevordering en aan het respect voor de mensenrechten in Benin.
In welke zin is samenwerking met vakbonden van andere landen nuttig ? De vrouwelijke militanten van Moeskroen hebben contacten met hun Marokkaanse collega's. In het begin stonden ze nogal sceptisch tegenover samenwerking met vakbonden van andere landen, maar nu worden ze er zich meer en meer van bewust dat de wereld een 'planetair dorp' is. Ze zijn ervan overtuigd dat het enige middel om de perverse mondialisering van de economie te dwarsbomen is: vooruitgaan en gemeenschappelijke doelstellingen bepalen met zustervakbondsorganisaties. Ze werden aangesproken door de positie van de vrouw in Marokko en waren geschokt door de juridische leegte die in verband met bepaalde onderwerpen nog bestaat tegenover vrouwen in een land waar het patriarchaat nog domineert. De strijd van de vrouwen in dit land is dezelfde als bij ons maar er is een gevoelig tijdsverschil. Door de contacten een persoonlijk tintje te geven ontstaat vriendschap omdat men de sociale en existentiële problemen van de vrouwelijke militanten in andere landen leert kennen en uiteraard vertaalt dit zich in solidariteitsacties.
Hoe neemt de CSA-BENIN de uitdaging van de informele economie aan ? Sedert 1997 is de CSA-BENIN met de steun van de AFRO/IVVV begonnen met het organiseren van de mensen die werkzaam zijn in de informele sector. Dit was geen gemakkelijke zaak, want hun voorkeur ging uit naar het scheppen van beroepsverenigingen en er was heel wat vindingrijkheid nodig om hen te kunnen benaderen en te organiseren. Er werden 10 vakbonden opgericht die zich aansloten bij de CSA-BENIN. Ze werden zich bewust van de noodzaak zich te organiseren om hun belangen beter te verdedigen evenals van de belangrijkheid van syndicale vorming van hun militanten met het oog op een beter begrip van de uitdagingen die ze het hoofd moeten bieden, o.a. het invoeren van een systeem van sociale voorzieningen, het organiseren van bijscholingscursussen, ... Welke hoop stelt u in dit project ? Het welsagen van dit project zal een uitwerking hebben op de ontwikkeling van Benin en op het verminderen van de armoede. Het zal bijdragen tot het verminderen van geweld tegenover vrouwen, hun de toegang tot erfenissen mogelijk maken en het afwijzen van de geëmancipeerde vrouw laten verdwijnen. Door het informeren, sensibiliseren en organiseren van vrouwen in de informele economie leert men eveneens beter de CSA-BENIN, de CONAFETRA, het ABVV kennen en onrechtstreeks maakt dit het ons vakverbond mogelijk zijn basis te verbreden en het respect voor de mensenrechten en het werk in Benin beter aan te moedigen.
6
Hun strijd in Zuid-Afrika
Melanie Moodley, Assistente bij het AIDS-programma van SACTWU, Zuid-Afrika Welke rol spelen de vrouwen vandaag de dag in de textielindustrie en in de vakvereniging in Zuid-Afrika? Wat zijn hun uitdagingen ? De vakvereniging van de arbeiders in de Zuid-Afrikaanse textielsector (SACTWU) telt 110 000 leden waarvan 66 % vrouwen. Ze spelen een beslissende rol in het zoeken naar oplossingen voor vrouwgebonden problemen: de noodzaak van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en andere sociale problemen zoals huishoudelijk geweld en de invloed van Aids op de gezinnen, vooral als de kostwinner getroffen wordt. Op het niveau van de vakvereniging bekleden vrouwen leidinggevende functies zoals Regionaal Secretaris, Penningmeester, … Wat is de rol van de vrouw in het gemeenschappelijk Aids-project van SACTWU en ABVV ? 70 % van wie betrokken is bij alle projecten van SACTWU in verband met Aids zijn vrouwen. Ze treden op in het domein van sensibilisering en preventiemaatregelen. Dankzij hun opleidingen zijn ze beter in staat hun collega's, families en leden van hun gemeenschap te helpen en te steunen. Dit gemeenschappelijke project betreft de noden van de vrouwen en van de kinderen. Door de voortdurende steun van de Belgische vakvereniging zullen steeds meer vrouwen toegang krijgen tot de kennis en de bekwaamheid om een veelbetekenende rol te spelen in onze vakvereniging maar ook in hun gemeenschappen. Ze kennen talrijke uitdagingen, want ze spelen verschillende rollen: de rol van vrouw, van organisator, van moeder, ... Ze zorgen voor hun kinderen, maar hun altruïstisch karakter zorgt ervoor dat ze zich ook wijden aan de minstbedeelden van de samenleving. Eén ding is zeker: vrouwen zijn zeer waardevolle 'wezens'. Denk je dat internationale solidariteit en gemeenschappelijke projecten met andere vakverenigingen in de wereld nuttig zijn en belangrijk ? Waarom ? Ja, want dat smeedt betere banden doordat men ideeën uitwisselt en actief samenwerkt bij projecten. Men leert van elkaar en ontdekt nieuwe trends waardoor men zijn eigen organisatie kan versterken en programma's kan bepalen die ten goede komen aan een groter publiek. In de mondialisering van het werk is het leren door uitwisseling van ervaringen beslissend in de ontwikkeling van het individu en van zijn vakbondsorganisatie. De mondiale vakbondssolidariteit schept deze ruimte voor veranderingen.
jd in Cuba
11
Simonne Laeremans, afgevaardigde CMB bij Duracel - Belgique Simonne, hoe ontstond jouw vakbondsengagement als arbeidster in een metaalbedrijf en hoe zie je de rol van de vrouw in jouw sector ? Wat zijn er de uitdagingen ? De reden waarom ik begon te werken in een metaalbedrijf was gewoon de noodzaak werk te vinden in een streek waar niet zoveel keuze was. Bovendien stelt mijn onderneming veel vrouwen tewerk. Mijn vakbondsengagement ontstond twee jaar na het begin van mijn loopbaan uit een rechtvaardigheidsgevoel en uit het verlangen deel te nemen aan de democratische dialoog tussen directie en arbeiders. Mijn engagement ten opzichte van de belangen van de vrouw kwam er door de jaren heen. In deze sector vermindert de rol van de vrouw voortdurend door de technologische evolutie en de nood aan bekwaam technisch geschoold personeel. De uitdagingen blijven dezelfde: gelijk loon voor gelijk werk, opleiding voor technische functies, ontslagen ten voordele van de aanwerving van mannen, de combinatie werk/gezin (flexibiliteit), ..., , Weet je dat je centrale (CMB) projecten heeft voor vakbondssamenwerking met het Zuiden, o.a. met Cuba ? Ik ben inderdaad op de hoogte van het bestaan van dergelijke projecten, maar ik weet er niets meer over. Vind je deze internationale vakbondssamenwerking nuttig ? De internationale vakbondssamenwerking is zeer belangrijk omdat de economie zich mondialiseert. De werkgevers organiseren zich gemakkelijk, ook de kapitalen circuleren op wereldniveau en de sociale aspecten blijven geregeld per streek! Op internationaal niveau is er dus een dringende behoefte aan uitwisseling van ervaring, vorming, enz. Door mijn ervaring binnen de vrouwencommissie van de Europese Metaalvakbond, heb ik geleerd dat veel aspecten van het sociale leven gelijk zijn in alle landen. Alleen het ritme van de evolutie verschilt. De Scandinavische landen hebben een lengte voorsprong en de landen van het Zuiden en van het Oostblok moeten een achterstand inhalen. Streven om te evolueren naar een hoger niveau is dus uitermate belangrijk.
Hun strij
10
Mirna Xiomara Durán Rodríguez, afgevaardigde SNTM bij Antillana de Acero - Cuba
De projecten ISVI medegefinancierd door het DGOS
7
De partners
De meeste projecten worden medegefinancierd door het DGOS (Belgische ontwikkelingssamenwerking) in het kader van de armoedebestrijding.
Xiomara, hoe ontstond jouw vakbondsengagement als arbeidster in een metaalbedrijf en hoe zie je de rol van de vrouw in jouw sector ? Wat zijn er de uitdagingen ? Ik werk reeds 30 jaar in deze onderneming waar ik begon als opzichtster. Na het behalen van mijn diploma van technicus in de metaalindustrie begon ik te werken in de gieterij. Ik raakte betrokken bij de syndicale werking doordat ik door de arbeiders gekozen werd om de vakbondsafdeling te leiden. Ik was Nationale Vertegenwoordigster in de categorie van de arbeiders. Tegenwoordig ben ik actief als lid van het Gewestelijk Secretariaat. De grootste uitdaging voor de vrouw in Cuba is het sociale systeem verder verdedigen door haar intelligentie en haar kracht, want we hebben een plaats verworven naast de mannen in alle domeinen van het sociale, politieke en economische leven van het land. In de sector is het onze uitdaging verder te werken om ervoor te zorgen dat de vrouw vertegenwoordigd is op elk bestuursniveau, want het niveau van onze beroepsopleiding stijgt voortdurend. In Antillana vertegenwoordigt het vrouwelijke personeel 22 % van de arbeiders Deze verhouding is veelzeggend, rekening houdend met het feit dat de sector lang een mannensector was waar de vrouw niet echt haar plaats had en zeker niet in bestuursfuncties. Welke rol heeft de vrouw gespeeld in het gezamenlijk project van SNTM en CMB ? De rol van de vrouw was zeer belangrijk door haar betrokkenheid bij vormingsactiviteiten, hetzij als leerling hetzij als leraar. We hebben heel erg veel gewerkt aan de inrichting van ons vormingslokaal en aan de aanpassing van de vormingsprogramma's aan de realiteit van ons ijzer- en staalbedrijf. 45 vrouwen werden opgeleid voor de taak van vakbondsbestuurder in elk van de gebieden waar ze verkozen werden, terwijl ze dit combineerden met hun beroepsverplichtingen. Op welke manier was de samenwerking met andere vakbonden in de wereld nuttig? Door deze samenwerking hebben we ons gerealiseerd dat bij onze vrienden de wil bestaat ons te steunen. We hebben onze vakbondsbestuurders nog meer kunnen motiveren in verband met de noodzaak ons nog beter voor te bereiden om de rechten van de arbeiders te verdedigen.
De vzw ISVI (Internationaal Syndicaal Vormingsinstituut) is het instrument van het ABVV om gestalte te geven aan de solidariteit onder de werknemers en aan de syndicale tegenmacht op wereldvlak. Het is het ISVI dat de projecten uitvoert. Onze werking heeft ten doel de slagkracht van de democratische, onafhankelijke en representatieve vakbonden uit het Zuiden te versterken. Tevens willen wij de Belgische werknemers bewustmaken van de situatie van hun collega's uit de derde wereld en een beroep doen op hun mobilisatiekracht en hun solidariteit. Door hen te versterken, versterken we onszelf !
De projecten van ISVI med degefinancierd door het DGOS
8
9
Conccreet Cuba : buitenlandse investeerders komen met nieuwe managementmethodes aandraven. Wij bieden concrete ondersteuning opdat de basisafgevaardigden in de bedrijven en de sectoren beter gebruik kunnen maken van de
India : de informatie- en technologiesector (IT) is in volle ontwikkeling, maar de werknemers plukken daar de vruchten niet van. Zolang ze weinig of niet georganiseerd zijn, zal daar geen verandering in komen. Daarom geven wij steun aan een syndicale IT-kern (kaderopleiding, dienstenuitbouw) zodat die zich beter
Colombie : de vakbondsmensen riskeren constant hun leven. Samen met de plaatselijke petroleumvakbond proberen wij via juridische acties, informatie en vorming omstandigheden te scheppen die gunstig zijn voor de democratie en de vakbondsactie.
Peru : de dictatuur bestaat niet meer, maar van sociale dialoog is nog lang geen sprake. Voor de werknemers is het niet makkelijk gehoor te krijgen, vooral als ze uit de armste regio's uit het zuidoosten komen. Daar helpen wij bij de versterking van de vakbondsstructuren.
Malawi : de economische en sociale rechten zijn wel degelijk in de wet opgenomen. De vakbonden vragen gewoon de toepassing ervan. Maar ze stoten daarbij op de tegenkanting van regering en werkgevers. Door middel van vorming helpen wij ze een sterke vakbondswerking in de horecasector uit te bouwen. Benin : wij ondersteunen de vakbond in zijn strijd voor de emancipatie van de vrouw daar waar ze het vaakst tewerkgesteld maar het minst beschermd zijn: de informele
Zuid-Afrika : AIDS richt een ware ravage aan. Wij leveren concrete hulp aan de vakbonden die hun verantwoordelijkheid in de bestrijding van de epidemie willen opnemen: preventie, zorgdiensten, eisen tegen discriminaties, …