^^^^m^s^^m^^.
- -
"^■
Turn
BELGTStHEV^ UITOAVE
'T MOGJB
PIET RAAT
MUZIEK VAN W. P. A. FRANSE
| I ê ÉH k
yy||
eTC&é
^
^oeiMenö en
vty>-
ÊÜ3 j 1
v*
x&ng ex,
foad-'cl&t-cLe
J^ l g „r 7^1 JCOV
OV-UJK
nacvc
1
Het fladderde vroolijk — zoo zoet'kens en blij. — En zong er zoo ooiijk haar mug-melodij. . . , Van zoeme. zoem, zoem.
Daar brandde een lampske, zoo mooi en zoo licht..'., Toen kwam er het rampske voor l klein muggewicht — Van zoeme, zoem. zoem.
Aan t mugge-gedartel kwam bijna geen end' — Past op, — uw gespartel bezorgt u eilend'! Van zoeme, zoem, zoem
Nu ligt het gekluisterd — met oogekens dichf. Het had niet geluisterd — het eigenwijs wicht. Van zoeme, zoem. zoem.
Het mugske — hel lachte om ouderen raad. Zoem, zoem, ach wat klachten —en t mugske werd kwaad. Van zoeme, zoem. zoem.
O jeugd, speel en dartel, laat juichen uw hart. Maar luister naar oud ren. geen onheil gij tart. Van zoeme. zeem. zoem.
\
A
MORAAL:
L^^i^»
ZIE DE INTRESSANTE BIJZONDERHEDEN OMTRENT ONZE REIS NAAR PARIJS OP BLADZ. 11 ___..;_
_.'__._
■-^SL-
■***?*£'**?■**■ ^^-'■^^.- r^
—
.
I
———^——^——"
- I
..IJ"
■■>'::
;
.■l.' ,. •
■-,
IXXHTCR VAiy DE WöeSTW ^
Mauritz Stiller en Greta Garbe bij hun aankomst te Hollywood rekening. Daar ging men rondneuzen en bij aldien de Amerikanen meer dollars kunnen geven dan de Zweden kronen, verdween menige groote kracht naar de overzijde van den Oceaan. Die invasie is in Amerika niet algemeen toegejuicht, maar de groote filmfabiikanten weten zeer goed, dat, wanneer zij maar zorgen, dat het Amerikaansche publiek de films krijgt, die het verlangt, dat zich wel verzoent met het feit, dat bij de filmfabricage de Europeanen een woordje mee gaan spreken. Of op den duur deze proef de werkelijke kunstenaars zal voldoen? Of deze niet tot de slotKarln Molander aan boord der „Drollningholm' op weg naar Amerika
De Amerikanen hebben de laatste paar jaar ingezien, dat "t noodzakelijk was om weer nieuw bloed uit de Oude Wereld in de filmindustrie te importeeren. Wat men aan deze zijde van den Atlantischen Oceaan vervaardigde, was van een geheel ander karakter, kon meer worden aangemerkt als pogingen om de kunst op het terrein der cinematografie te laten spreken. Het verschil tusschen de veel oudere Europeesche en de jongere Amerikaansche cultuur kwam daarin tot uiting. Amerika had 't voor een niet gering deel gezocht in aardige gezichtjes en mooie figuurtjes, maar men begreep, dat ds eischen ?teeds hooger werden. Met het verdiepen van het filmspel waren de eischen weer anders geworden en zoo richten zich de blikken der magnaten te Hollywood zich noordelijker. De Scandinaviërs n. 1. hadden zich steeds doen kennen als filmartisten van buitengewone hoedanigheden en spoedig werd de Svenska dan ook het kind van de
Lars Hansen aan boord van de ..Orotlningholm" breng! een laalslen groei aan zijn vaderland.
som zullen komen dat ze in hun eigen milieu de mooiste scheppingen kunnen doen? 't Zijn een paar vragen, die de tijd zal hebben te beantwoorden. Voor h^t oogenblik kunnen we alleen constateeren, dat de Zweedsche filmindustrie verliezen heeft geleden, waarvan ze zich niet spoedig zal herstellen. Een der eerste Zweden, die z'n geboortegrond verliet, was Victor Sjoström, de knappe regisseur , van de Svenska filmfabriek. Hij heeft reeds eenige films vervaardigd, zij 't dan niet als Sjoström maar als Szastrom. Doch daarbij bleef 't niet. Hem volgden een ander Zweedsche regisseur Mauritz Stiller, die tegelijk meenam de filmdiva, die onder zijn leiding naar voren was gekomen, de talentvolle Greta Garbo. Benjamin Christiansen was reeds eerder de Oceaan overgestoken. Deze drie regisseurs was al een zeer ernstig verlies voor de Svenska; die ze alle moest afstaan, maar meerdere artisten volgden. Lars Hansen had ook te verleidelijke aanbiedingen gekregen om met z'n vrouw Karin Molander over te komen. En met hen ook Einar Hansen, Einar Brun, een vroegere Zweedsche regisseur, die in den laatste tijd in Londen had gewerkt, kwam ook spoedig bij z'n landgenooten in Hollywood. Zoo werd die kojonie Scandinaviërs steeds grooter. 't Is daarbij zelfs niet gebleven, want ook Karl Dane en Sven Bory trokken daarheen. Dat de aanwezigheid van zooveel Scandinaviërs op vele producten op den duur hun stempel moet drukken is een veronderstelling, die niet geheel ongegrond kan worden geacht. Tenzij ze daarvoor dei kans niet krijgen en terugkeeren.
Nu keert Mohand's haat zich geheel tegen Harry, den Engelschen officier. Dag en nacht speurt hij naar de mogelijkheid, dezen vijand van zijn stam in zijn macht, te krijgen. Maar Harry moet voor een militaire zending naar Parijs. Voor hij vertrekt, vertrouwt hij zijn vriend Bob zijn liefdesverhouding met Yamile toe, geeft hem zijn afscheidsbrief voor Yamile en laat Bob beloven, dat deze over het meisje gedurende zijn afwezigheid waken zal. Op weg naar Yamile nemen de Arabieren Bob gevangen in plaats van Harry. Groot is hun teleurstelling als zij hun vergissing bemerken. Mohand geeft het niet op en wil Harry in Europa zoeken en scheept zich naar de Fransche hoofdstad in. Hij bezoekt alle inrichtingen van vermaak in de wereldstad, en op een avond ontmoet hij Katja op een bal in een cabaret. Verrast door haar buitengewone gelijkenis met Yamile, besluit hij Katja tot werktuig van zijn wraakzuchtige voornemens te maken. Door haar tusschenkomst lokt hij Harry in zijn huis, en daar deze in Katja zijn geliefde Yamile meent te herkennen, raakt Harry maar al te licht in den strik verward, dien de fanatieke Mohammedaan hem gespannen heeft. Zelf gelukt het Mohand Harry naar Afrika te doen terugkeeren. Door allerlei intriges weet hij Yamile met het kind en Harry op een bepaalde plaats samen te brengen. Daar zal de „schuldige" zijii straf ontvangen. Doch op het laatste oogenblik offert Katja haar leven op, om Harry, dien zij lief heeft gekregen, te redden. Beiden vluchten nu met hun kind naar het Engelsche legerkamp onder bescherming van de legerleiding bereiken zij veüig hun toekomstige woonplaats.
In het W.B.-Theater te Rotterdam wordt een zeer boeiende film vertoont van de Meteorfilm Comp. te Amsterdam met Maria Jacobini en Harry Liedtke in de hoofdrollen. Het werk verplaatst ons naar de woestijn waar een karavaan, die uit Engelsche reizigers bestaat reikhalzend naar een oase uitziet. Ze worden plotseling door Arabieren omsingeld en gedood. Slechts één jonge vrouw wordt gespaard en meegenomen naar het kamp. Zij trouwt met den Sheik. Uit hun huwelijk wordt een kind geboren, Katja en om haar ouders haar geluk te toonen, reist zij naar haar geboorteplaats. Haar ouders, zeer verontwaardigd over dit zonderlinge huwelijk, sluiten haar op in een kasteel en later sterft zij van verdriet over het lichtzinnig leven van Katja. Inmrddels heeft de Sheik een tweede huwelijk aangegaan. Yamile is de naam van het kind uit dit huwelijk geboren. Yamile bemint in stilte een jong Engelsch officier, wiens regiment gelegerd is bij het dorp waar het meisje woont. Avond aan avond genieten zij van hun stil geluk, tot de ontknooping komt, in de gedaante van Mohand, den broeder van den Sheik, een fanatiek Mohammedaan, die alle ongeloovigen en de Westerlingen haat met de felheid van het Oostersch temperament. Mohand ontdekt de schuilplaats van de jongelieden en vemeetrft, dat zijn nicht moeder geworden is. Hij weet zijn broeder er toe te brengen, dat deze zich zoekt te wreken op den verleider van zijn dochter. Mohand Vermomt zich en volgt Yamile. overal waar zij gaat, om haar met haar geliefde en haar kind aan de schande prijs te geven.-De waakzame min brengt het kind in veiligheid en houdt het verborgen voor de nasporingen der vervolgers.
11'
M tm^^y «uj&
*
f. ,
Ks *a
Iln
B _é
De Scandinaviërs in Hollywood Mauri'.s Sniier. Zweedsch regisseur; Greta Garbo. Zweedsche actrice; Max Ree. Deen sehe artist; Benjamin Christiansen. Deen sen regisseur; Karin Moiander, Zweedsche actrice; Kari Dane. Zweed■che acteur; Victor Sjoström (in Amerika Szastrom), Zweedsche regisseur; Sven Bory, Zweedsche acteur; Lars Hansen. Zweedsch acteur
Lars Hansen z'n vrouw Karin Molander bij hun aankomst te New Yotlt.
Maurits Stiller en Greta Garbo, de eerste Zweden, die naar Hollywood gingen.
3
^i j | -^ Ü^KOHHH
mmi%ww^{i v^ [~ ---■" ■—!
'
e1
JL Jx
gen
zich
op
het
geheeie
uitgebreide terrein van de danskunst. Zoowel modern als klassiek wordt door hen gegeven en de diverse variaties ontbreken ook niet. De groteske is b.v. een genre dat met zeer vee! succes door beiden beoefend.
Behalve een gedistingeerd, vormen ze ook een tech-
Op 'too, oogenblik is een buiten« igewoon voortreffelijk danspaar in ons land. Naast de vele Hollandsche. Engelsche, Russische en Duitsche
wordt
nisch hoogstaand dansduo. Met toewijding en grooten ■
ernst beoefenen ze al hun dansen en ze hebben daarbij
v.^
dans-
dan ook een groote mate
kunstenaars kunnen we nog
van volmaaktheid weten te bereiken.
een paar vertegenwoordigers van Terpsichore uit Rusland
Wie gelegenheid heeft om
en Italië bewonderen.
Chourinoff en Teldy te zien, moet vooral niet nalaten daarvan gebruik te maken.
De vrouwelijke ster is Chourinoff. de vertegen-
■ ;£■■ .i^^;
woordiger
V
van het sterke
geslacht heet Teldy. Chourinoff is een Russin, maar eene, die al heel wat van de wereld heeft gezien en die in haar talenkennis daarvan blijkt geeft. Teldy is een Italiaan, die ook al een aardig stukje van het vasteland is rondgetrokken. Chourinoff en Teldy vormen een gedistingeerd danspaar. Hun prestaties bewe-
■ '■■
■ ■ -
:,
ipr 0@£3C£0€0S:
De fabriek, waar de „HIS MASTER'S VOICE" Instrumenten gemaakt worden
5 tso
gf^j
De GRAMOPHONE COMPANY LTD. is een Engeische Naaml. Vennootschap, opgericht in 1900. Haar fabrieken te Hayes (Middlesex) zijn de grootste spreekmachinesfabrieken in Europa en zijn de eenige bestaande fabrieken, ingericht voor de algeheele productie van Gramophones en Records. De Gramophone Cy. laat haar kasten, motoren of andere onderdeden niet elders maken —zij maakt ze zeil.
HET BEROEMDE MERK
DE NIEUWE GRAMOPHONE MODEL 101 (PORTABLE)
HIS MASTjgS VOKj
KOFFER GRAMOPHONE Laat u de voornaamste Artisten en Orkesten hooren op de meest natuurlijke wijze Het meest Ideale, Volmaakte Instrument voor den Dans, Boottocht, Pk-Nie, enz.
1105.Hoog ca. 2S>/] cM. (gesloten). Breed ca. 13l/2 cM Lang ca. 40>/]cM. Monteering: Nikker SIR EDWARD ELGAR OM. zegt: .De belangrijkste vinding in de geschiedenis van de Cramoohone"
Franco onder rembours.
MODEL 101 PORTABLE f 105. Nieuw model inwendige hoorn, nieuwe sterk-to on geiuidarm, loop ende op kogels, "His Master's Voice" Sound Box No. 4 van geheel nieuwe constructie. Lichte, doch sterke kast. overtrokken met zwart waterdicht leerdoek, voorzien van nikkelen hoeken. Eenveerlge motor. 25 cM. draaischijf, speelt platen lol 30cM. middelijn. Automatisch sluitende naaldendoos voor fwt'e soorten naalden. Jn de deksel is bergruimte voor 6 platen
•
Prinses Dullana Deze foto werd ten paleize ooqcnomen en behoort bij de fraaie serie briefkaarten, welke de firma Weenink en'Snel te s-Gravenhage in den handel heefi gebracht.
FILIALEN:
Lv.M EERDER VOORT 60a EN L.V.MEERDERV00RT453
Pils ukim Enrico Caruso
GROOTSTE S0RTEERINQ
IN NEDERLAND Titla Rafto
Sm&j^Bomom mniÊÊm
■o ■ o
(WINKELGALERI3)
SOS
Mal«. Battistini
f
: SOBOB£7£7BO
lendeir vam een actief
*
*
Voorts zouden op deze wijze belangrijke handschriften onder het bereik van de wetenschappelijke wereld gebracht kunnen worden. Bij werken, waarvan de uitgave door een te kleine oplaag, te kostbaar zou worden, zou de schrijver de copy dusdanig kunnen verzorgen, dat men hiervan micro-fotografische opnamen kan maken. Hierdoor worden veel kosten voorkomen en zal men er ook eerder toe komen om tot publicatie van dergelijke weiken over te gaan.
* * *
AGENT DER GRAMOPHONE COMPANY LTD.
fingskosten van de loupe of het leesmachinetje gerekend worden. Hoe ingenieus deze vinding op zich zelf ook moge zijn, zal de tijd wel keren, dat er al zéér weinig kans bestaat, dat een dergelijke methode in de praktijk een veelvuldige toepassing zal vinden. De uitgevers van boeken en periodieken zullen zkh daarbij ook met kracht tegen dit nieuwe procédé verzetten. Voor de reproductie van bijzonder zeldzame en kostbare uitgaven, kan het procédé toch echter wel degelijk' van beteekenis aijn. »
Reeds in 1906 heeft men proeven genomen en getracht om door middel van de microfotografie een film te maken van kostbare boekwerken. Elke pagina tekst krijgt dan slechts den geringen omvang van 1.8 X 2.4 c.M. Door deze verkleining wordt de reproductie echter beaüst niet minder dan de origineele tekst. Door middel van een loupe of leesmachine. kan men een behoorlijke vergrooting van de micro-fotografie krijgen.
Voor hetzelfde aantal boeken heeft men een planklengte van circa 460 Meter noodig en wordt er dus in een kast die 6 planken bevat, een ruimte van i 75 Meter in beslag genomen. >» * Men taxeert, dat de prijsvan een micro-fotografisch boek ongeveer een gulden zal bedragen, hierbij' moeten dan echter nog de eerste aanschaf-
Verkrijgbaar bij;
AAN EEN ZEVENTIEN-TARIQE
*
'* * *
WILLEM SPRENGER HOOFDMAGAZIDN
-
Het micro-fotografische boek. In de eeuw van de füm blijkt niets meer onmogelijk te zijn. De allei^evaarlijkste voorstellingen, die men vroeger nimmer gedaciht had ooit voor oogen te krijgen, ^et men thans in de fijnste details op het witte doek projecteeren en het is geen wonder, dat de nooit te bevredigen mensch, den tijd reeds nabij acht, dat ieder boek van beteekenis verfilmd zal worden. %* Het is immers veel eenvoudiger om een film te zien afdraaien, dan zich de moeite te getroosten,, om een geheel boek door te lezen. De fotografische reproductie van lboekwericen, platen en documenten, laat nog zeer veel mogelijkheden open.
Een middelmatig boek ter dikte van circa 350 pagina's, kan men gemakkelijk op een film reproduceeren. Rekent men nu, dat 18000 van deze opgerolde films in een kast van 1 M. breedte . en hoogte op te bergen zija, dan blijkt hieruit zeker voldoende, hoe groot de ruimtebesparing is, die men op deze wijze verkrijgt.
Voorzien van de nieuwste vindingen op 't gebied van LUISTERT NAAR DE BASTONEN! Geluidsreproductie, w.o. de Sterktoon geluidsarm en Sterktoon geluidgever enz. Compleet f 105.-
mmmmmimM
*
PORTABLE Draaischijf van dt nieuwe Gramophone, met nieuw model geluidarm en geluidweergever. Het Is opvallend, hoe betrekkelijk gering het uiterlijk verschil is. Tot nu toe kwamen de hooge noten (bovenstem, sopraan) bijna te sterk uit, terwijl de lage noten (bas) overeenkomstig zwakker waren, met het resultaat, dat er geen behoorlijk evenwicht bestond. Dit evenwicht te herstellen, en een weergave te krijgen waarin zoowel de bas als de hooge toonen in zuivere verhouding stonden, zooals men die hoort bij eene uitvoering, is het groote probleem, dat thans met zulk enorm succes door ons Onderzoekings-Departement is opgelost. Uitwendig en in de behandeling is het nieuwe instrument gelijk aan het standaard model der "His Master's Voice". Het geheim van de verbluffende weergave, zit in de speciale gei uidkamer, geluidarm en een geheel nieuw type van geluidweergever. Het nieuwe instrument doet niet alleen alle gedeelten van den toonladder, van lage bas tot hooge sopraan even duidelijk uitkomen, maar het geeft ook weer alle details van de orchestratie. die tot nog toe niet gehoord werden. Hei geluid is voller, ronder en natnurnetrouwer dan ooit te voren door eenige gramoplione bereikt is. Hel suizen is feitelijk verdwenen. In kwaliteit en afwerking handhaaft het nieuwe instrument de hooge traditie van alle producten die het "His Master's Voice" handelsmerk dragen. Het is "all British", daar alle onderdeelen waaruit het is samengesteld gefabriceerd worden in de fabrieken van "The Gramophone Company Ltd." te Hayes. Middlesex. Benuttig de eerste de beste gelegenheid om de nieuwe gramophone te gaan hooren; daarna zult ge het met ons eens zijn, dat door deze groote uitvinding thans bel ideaal bereikt is van wat een gramophone kan zijn.
.^T^^^W^^-^W^ï^^^A--.^- .
momom&Kmo
SOB
DE NIEUWE GRAMOPHONE
^p
«
„Sweet seventeen", leefWd dei hope en vreugd. Zoet tijdperk van maagdekens waan. Die zonnige leefWd van bloeiende jeugd Breekt thans voor een vorstenklnd aan. Prinsesje — ieluk op dien leefWd zoovelen — Heeft óók Idealen, houwt óók luchtkasteelen. De melsjesverlanäens, zoo hoopvol en hU).... Voorzeker. dl6 koestert ook zyi En daarom hoopt heden een elk. die getrouw Ons nederlandsch vorstenhuis eert. Dat zu. de Oranjetelg, eenmaal, als vrouw. De toekomst krygt, die zv begeert. O, dat de verlangens, die thans haar vervullen. Door 't vorstenklnd eens zich verweez'Wken zullen I Dit op haar geboortefeest wenschen wij hAAf En 't haar dlefbre koninklijk paar. Dirk de Boer.
*
*
Daartegenover lijkt het ons absoluut buitengesloten, dat de micro-fotografie ooit voor het reproduceeren van tijdschriften zal gebruikt worden. De meeste maandbladen en tijdschriften verschijnen immers voornamelijk door het initiatief van den uitgever en deze moet behalve door zijn abonnementsgelden, nog door advertenties zijn uitgave trachten goed te maken. Wellicht komt het nog eens zoover, dat wij den „up-to-dateman", in een behagelijk hoekje van zijn coup^ of auto gedoken, met loupe of leesmachine gewapend, het allernieuwste pittige micro-fotografische romannetje zien lezen en gaan wij er zelfs over een tiental jaren nog toe over, om onzen kleermaker extra zakken in ons pak en jas te laten maken, voor de opberging van de nieuwe micro-fotoboeken, aoodat wij onze eigen bibliotheek op reis mee kunnen nemen. Practisch zou dit alles wel zijn maar waarschijnlijk lijkt 't ons op dit moment nog nietl Nevenstaande interes santé foto toont Z.H. als „Opperste krijgsheer" van de vier compagniën der eeregarde welke in zijn dienst staat. De Paus gezeten voor
■■"
^^-PW*-^^^— __^——
o KIPPENHOUDEN UIT UEFHEDDERIJ
Het Kamerlid, de heer 3. B. van Dijk. gehuldigd
De katholieke kamer(r«ctie neefi oen heer J. B »an Uijk naar aanleidmg van het bereiken »an den TO-jangen leeftijd, gehuldigd. Oo onze foto ziet men no 3 van links liftendJhr. Ruys de Beerenbrouck, J. B. van Dijk, Mgr. Nolens, oud-ministet Heemskerk, oud-minister Aalberse.
mm*
PROEVEN MET HET IRVING AIR-CHUTE VALSCHERM
De verkeersweg Veenkade—Elandstraat
Konlnain Emma en de Emmadas
te 's Gravenhage. De afbraak in de Westerbaenstraat »ordert snel. Daar vele huizen besmet zijn. wordt de afbraak door de gemeente verbrand.
Een der collectrices ontving van de koningin-moeder een bijdrage.
Foto, genomen even nadat de parachutist de machine heeft verlaten.
De bloelende boomen
Een prachtige boom tu.ischen Beusekom en Buren.
finderen en bloesem Een kiekje in de Betuwe genomen.
Luitenant Ford
die met het valscherm naar beneden kwam, temidden der militairen, die hem bij het neerkomen opwachtten.
Een nieuwe kerk Inaewljd
De nieuwe R.K. kerk in clan Zuid te Amsterdam, gelegen aan de Rijnstraat, werd 'door Mgr. Gallier, bisschop van Haarlem ingewijd. Wij geven hiervan twee foto's.
Ieder mensch beeft zoo zijn liefhebberijen, waaraan een deel van den vrijen tijd wordt besteed en die hem kunnen brengen uit de sfeer en misschien wel sleur van dagelijks terugkeerende werkzaamheden en die den geest weer frisch maken voor de komende taak. Zulke liefhebberijen zijn buitenge«oon nuttig dus en moeten aangemoedigd worden, onverschillig van welken aard zij zijn, mits zij niet nadeelig of schadelijk voor anderen zijn. Vélen voelen zich aangetrokken tot het houden van dieren. Katten, konijnen, duiven, kanaries en ook hoenders deelen haast gelijkelijk in de gunst der menschen of zijn evenzoovele slachtoffers van die liefhebberijen, zou men misschien ook kunnen zeggen, dit laatste slaat dan echter op menschen, die hun liefhebberij niet juist of zelfs verkeerd toepassen en dat gebeurt helaas maar heel veel. Zoo beschouw ik honden met het uiterlijk van een vet varken als slachtoffers van de menschelijke liefhebberijen en in elke diergroep kan men dergelijke excessen van te groote liefde aanwijzen. Laten wij ons echter bepalen tot de liefhebberij voor hoenders, een liefhebberij, die vrij algemeen voorkomt en mits goed en met eenige kennis van zaken toegepast, ook heel aardig is, omdat zij niet veel hoeft te kosten, terwijl huisgenooten er ook nog wat aan hebben in den vorm van heerlijke versehe eitjes, daarbij is een geurig kippensoepje en kippenragoutje op zijn tijd ook niet te versmaden. Met die liefhebberij gaat het echter ook al dikwijls als met dat vette hondje, de liefde is dikwijls zoo grooit; dat het wel lijkt of het alleen om een heele vette soep te doen is en niet om de eieren, m.a.w. men voert en verzorgt ze niet goed. De meesten voeren veet te veel of verkeerd, met het resultaat, dat ze heele vette kippen krijgen en weinig eieren. Ook de huisvesting is heel dikwijls absoluut ondoelmatig of zelfs verkeerd, waardoor de kippen 's winters dikwijls ziek zijn, omdat ze 's nachts te warm zitten en den overgang van het warme nachthok naar het koude daghok (renj niet verdragen kunnen, terwijl ze 's zomers het in diezelfde hokjes natuurlijk ook veel te warm hebben en daarom niet meer leggen. Nog erger wordt het, als er nog te veel kippen bijeengehouden worden, bijv. 15 in een hokje, dat hoogstens groot genoeg is voor 8, dan komen er nog allerlei ondeugden bij, zij gaan veeren eten en plukken elkaar ten slotte met een zeker
Schets van een mestvloer met zitstokken welbehagen zoo kaal, dat ze zonder meer geschikt zijn voor den soepketel, soms ook gaan zij haar eigenen eikaars eieren opeten, net zoo gauw als ze gelegd zijn. Kleine ondoelmatige hokjes zijn moeilijk schoon te maken en raken als regel geheel vol ongedierte, luizen en zelfs vlooien, kortom er zijn heel veel gevallen, waarin de liefhebberij weinig of heel slecht tot haar recht komt. Laten wij in het kort nagaan, hoe de huisvesting en voeding wel moet zijn, om goede resultaten van de kippenliethebberij te kunnen verwachten. Kippen eischen een hok, dat behoorlijk ruim en behoorlijk licht is. Als oen man van normale grootte er aan den voorkant rechtop in staan kan, dan is het hok groot genoeg, naar achteren toe wordt het dan wat lager, omdat het dak een behoorlijke helling moet hebben. De diepte moet tenminste 2 M. bedragen, 2.25 ä 2.40 M. is beter. De lengte voor 8 ä
DQQR PLUIMVEEER O
10 kippen met haan moet be.dragén r.50 M. a 1.60 M. Tegen den achterwand, 80 c.M. boven den bodem moet een zoogenaamde mestvloer worden aangebracht, 20 c.M. daarboven 2 zitstokken. De achterste zitstok moet 25 c.M. van den achterwand af geplaatst worden, de voorste 35 c.M. van den achtersten af, de mestvloer moet 80 c.M. breed zijn. De legnesten plaatst men tegen den zijwand, waarin geen deur is, drie nesten op 10 kippen is voldoende. De ren maakt men liefst zoo groot mogelijk, is die klein, dan eischt die ook zorg, zij moet eenige malen per jaar omgespit worden en ieder najaar moet de grond ververscht worden, door er een spit uit te halen en door verschen grond uit den tuin te vervangen. Doet men dat niet, dan wordt dev grond, wat men noemt „kippig", hij zit dan vol bacteriën en parasieten, de kippen tieren dan niet meer en worden ten slotte ziek. De ren moet tenminste voor een groot gedeelte overdekt zijn, kan men er 's winters een paar glasramen voor plaatsen, dan is dit ook zeer nuttig, heelemaal achter glas moet men de kippen evenwel niet houden, dan worden ze te teer en te vatbaar. Men plaatse verder hok en ren zoo, dat er een deel van den dag de zon in komt. Bijgaand schetsje zai velen ongetwijfeld doen zien, wat er aan hun hok ontbreekt. Men hoeft het natuurlijk niet precies
zoo te maken, als men de grondbeginselen, die er in zijn aangegeven maar niet uit het oog verliest, ruimte, lucht en licht. De voeding van hoenders is eigenlijk doodeenvoudig. Vroeger meende men, dat graan het hoofdvoedsel moest zijn, langzamerhand is men tot de ontdekking gekomen, dat dit niet juist is, tenminste niet om veel eieren van de kippen te rapen. Sedert men er toe over is gegaan hoenders droog te voeren, is gebleken, dat men de meeste eieren krijgt, als men de kippen droog ochtendvoer laat eten zooveel als ze willen en kunnen en slecht een weinig graan tegen den avond. De traditioneele handvol graan per kip, per dag is gewoonlijk nog te ruim genomen, dan zetten de kippen nog te veel vet aan. Men moet de kippen eenvoudig dwingen om naar den droogvoerbak te gaan, door ze elk ander voer, behalve groen voer, te onthouden, dan alleen houdt men ze in wat wij, noemen legconditie, en dan alleen kan men een behoorlijk aantal eieren verwachten. Brood is ongeschikt voedsel voor legkippen, tafelafval of beter overschotjes van het middagmaal tegen den avond gegeven, kan niet zooveel kwaad. Men geve dit voedsel nooit op den dag. Voert men het 's avonds, dan maar zooveel als ze graag opeten en maar heel weinig graan daarbij geven. Men moet goed begrijpen, dat kippen alleen onaangemaakt ochtendvoer willen eten, als ze beslist geen ander voer kunnen krijgen, uitgenomen groenvoer dan en een kip kan pas goed leggen, wanneer ze tenminste 60 gram droog meel per dag opeet. De soort van och tend voer doet er niet zooveel toe, mits het maar fijn is en er zich geen grovere béstanddeelen in bevinden, want die zoeken de kippen er eerst uit en dan is de voeding te eenzijdig. Ook gebakken voer is ongeschikt als droogvoer. Als groenvoer is haast elk groen, dat ze eten willen, geschikt, daarvan mag men gerust zooveel geven als,ze lusten. Men ziet dus, deze voedermethode behoeft geen enkelen dierenvriend at te schrikken. Men laat de dieren zooveel eten als ze willen, men zorgt alleen voor doelmatige voerbakken, opdat ze niet morsen kunnen. Voederbakken zijn overal in den handel, alleen lAoet men ze niet te klein nemen, een kip moet er aan terecht kunnen als zij, behoefte heeft. Als ze op andere moet wachten, komt ze tekort en dat kost eieren. PLUIMVEEËR.
m,^^^
Toen Jan Hut ruim twintig jaar directeur van bet bijkantoor der Handelsbank in een groot Noord-Hollandsch. dorp was, be&tond het hoofdkantoor in Den Haag vijf en twintig jaar. De directie besloot, dat dit feit niet waardiger herdacht kon worden, dan door alle directeuren, chefs en boekhouders, te vereenigen aan een gezellig diner in het hotel De Witte Brug. Dus ontving ook Jan Hut op een morgen, tusschen zijn gewone zakenbrieven, de sierlijk gedrukte uitnoodiging, om met zijn echtgenoote deel te nemen aan het diner, dat den 22sten Mei gegeven zou worden. Een liedje neuriënd kwam hij 'savonds thuis. De uitnoodiging had hem groot genoegen gedaan en hij twijfelde niet, of zijn vrouw zou dit genoegen van ganscher harte met hem deelen. Kinderlijk verheugde hij zieh op het aanstaande festijn. Hè, om weer eens tusschen al zijn oude vrienden te zitten, weer eens wat oude koeien uit de sloot te halen en een boom op te zetten over ,,de goeie ouwe tijd" weer eens, al was het dan maar voor een avond, te genieten van bet echte Haagsche leven. Stadsmensch als hij in zijn hart was, kon hij zich maar half vereenigen met bet stille buitenleven, doch voor zijn vrouw's pleizier, die dweepte met buiten wonen, had hij, toen de directeur hem twintig jaar geleden voorstelde zijn boekhoudersplaats in Den Haag te verwisselen voor die van directeur van bet bijkantoor in Noord-Holland, na ecnigc aarzeling toegestemd. „Wel Meta, raad eens wat voor een verrassing ik hier beb?-" vroeg hij1 thuisgekomen, met een tinteling van pret in zijn oogen. Zoekend gleden zijn handen over de zakken van zijn colbertcostuum, toen reikte bij de sierlijke uitnoodiging aan zijn vrouw over. Kalm haalde ze de kaart uit de enveloppe, maar inplaatsvan de blijde verrassing, die Jan verwacht had te zullen zien, keek ze verschrikt naar hem op. „Maar Jan, moeten wc daar heen?" „Natuurlijk Meta, waarom zouden we niet!" Mevrouw bestudeerde haar handen, die duidelijk toonden, dat de groote schoonmaak nog niet lang achter den rug was. Toen ging ze in gedachten haar garderobe na. Neen, veel lust om te gaan bad ze niet. Van nature bescheiden en verlegen, aag ze er vreeselijk tegenop om tusschen zooveel menseben te
DE MAASBRUG BIJ MAASTRICHT BESCHADIGD
Van de bU '^nS,": beld«°in3 van den derden oeiler der oude Maasbrug is Zaterdagavond ingestort Een foto van den Maasbrug waarop men oer. derden neuer lu idelijk zien kan. Ook de derde boog is geseneurd
^^""H'
Een foto van den derden peiler waarvan de buitenste bekleeding is ingestort ONZE SPORTIEVE MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN
Mr. Kan vrndt ondanks zijn drukke beziqheaen als leider van een der beianqriikste liarlemcnten toch noa tijd om zijn beianartcliing in rin snort ev-n ais vrneafi te to-
^^^H
"^
verschijnen. In baar geest z<..f lit z« naar een geschikt voorw. nj sei om Jan alleen te laten gaan. Zeurig begon ze: „Ach Jan, laat mij maar thuis blijven, je weet, ik geef er toch niets om enne . .i. ik heb toch ook geen geschikte japon." „Neen, om den drommel, ik ga niet alleen, je moet mee. Wat een idioot figuur zou ik slaan, als ik daar alleen verscheen. En je kunt gerust een nieuwe japon laten maken, op een paar tientjes meer of minder zal ik niet kijken". T
^" m—^^^
To uit geweest was, kwam nieuwsgierig de serre in. Kortaf vertelde nvjnbeer, wiens beele stemming bedorven was, de situatie. „Wel natuurlijk kunnen we voor een nacht alleen in huis blijven", zei To resoluut. Zitten jullie daar zoolang over te tobben ?" Mijnheer klopte zijn dochter goedkeurend op haar schouder. Mevrouw keek naar Lenie als haar laatste redmiddel. „Je vindt het toch niet griezelig kindje, zoo alleen in buis. Als je het angstig vindt, wil ik met alle pleizier thuisblijven." Maar Lenie, hoewel bij "de gedachte alleen al rillend, schudde dapper van neen. Moes kon gerust meegaan, echt leuk voor haar, ze had ook nooit eeas wat. De 22ste Mei was aangebroken. Het uur van vertrek, door mijnheer met zooveel vreugd verbeid en door mevrouw met zooveel angst verwenscl«, had geslagen en mijnheer, met een splinternieuwen rok in een koffer bij zich en mevrouw met een gloednieuwe zwartzijden avondjapon aan, reden met een auto naar het station. De twee meisjes bleven alleen in het nu zoo vreemd stille huis. „Zullen we na liet eten uitgaan ?" stelde To voor. „Neen hoor, veel te griezelig om dan weer in buis te komen", vond Lenie. „Laten we Lies opbellen en vragen of die vanavond een poosje hier komt." Lies kwam en sprak haar groote bewondering uit over den moed der zusters, die den heelen nacht alleen durfden blijven. En om hun moed te sterken, vertelde ze allerlei ijselijke verhalen over dieven en moordenaars, zoodat de meisjes samen op haar kamer gekomen, eerst met een kaars onder de ledikanten keken. „Zouden we de ramen maar met sluiten ?" vroeg Lenie angstig. Even aarzelde To. „Ach, we zullen ze maar open laten", zei ze toen, in bed stappend, 't Is zoo akelig warm met de ramen dicht. Hoewel 'ze dachten geen oog te zullen sluiten, duurde het geen half uur, of beiden sliepen den slaap des rechtvaardigen. Zilveren maneschijn gleed door de kamer, toen To na eenige uren wakker werd en verschrikt overeind ging zitten. Duidelijk hoorde ze het knerpen van grind onder zware mannenvoetstappen, die vergeefs poogden geruiscbloos te loopen. Met knikkende knieën liep ze naar het raam en boog zich voorover. Duidelijk zag ze een zwarte gedaante, die met een
Ge gaat toch méé naar Parijs?
HHIIIIIIIIHIIIininUHIUIIIIIIIIUHIHHMIHIMHHIIHHIHIHniimHHIIIIIIUIIIIUIIIIiniUUHHIIIIIIIWIIIIMIIIIIIIIIinlUMIHHIIIMHUIIHHIMIHHU
Wij laten hier nog eens volgen
HET PROGRAMMA van ons Pinkster-uitstapje naar
PARIJS zooals wij dit in het vorig no- afdrukten. — Natuurlijk kunnen kleine wijzigingen, verbeteringen en aanvullingen nog bijtijds bekend worden gemaakt.
20 Mei. Vertrek des avonds (eventueel per extra trein). 21 Mei. Aankomst in Parijs en vervoer naar de verschillende hotels. De ochtend kan naar verkiezing worden doorgebracht. Na de lunch bezoeken wij Museum Orevin. De avond is vrij. 22 Mei. Van 10 tot 1 uur groote autotocht door Parijs met bezoek aan de voornaamste bezienswaardigheden. Na lunch gelegenheid tot winkelen. De avond wederom vrij. 23 Mei. Groote autotocht naar Versailles. Vertrek ongeveer 12 nur en terug voor diner. De avond kan naar keuze worden doorgebracht. 24 Mei. Des morgens bezoek aan het Hotel des Invalides en het graf van Napoleon. Na de lunch naar den Eijfeltoren. De avond is vrij. 25 Mei. Vertrek uit Parijs des middags 12.30 naar Amsterdam.
VOOR VIJF-EN-ZEVENTIG GULDEN VIJF DAGEN IN PARIJS dat is werkelijk UITERST goedkoop. Deze priis sluit in: trein 2e klasse, kamer, ontbijt, lunch, diner, alles volgens menu in restaurant in goede hotels, beginnende met ontbijt op den dag van aankomst en eindigend met diner in den trein op den terugweg. Verder fooien aan hotelpersoneel en in den trein, belasting en entree's tiidens de autotochten. Alle andere uitgaven als dranken aan tafel, theedrinken, enz. xiin voor rekening van den belanghebbendeWii hebben er bij het reisgezelschap op aangedrongen, om het programma niet te overladen. Daardoor wordt voorkomen, dat men al te vermoeid thuis komt. Bovendien hechten wij er waarde aan, dat de persoonliike vrijheid der deelneemsters en deelnemers niet al te zeer aan banden wordt gelegd. Daarom bleven de avonden vrii. Zoo kan ieder ziin avonduren besteden zooals hij wil. Wie rustig in het hotel wil blijven, kan zulks doen. Wie 's avonds uit wil gaan, die vindt daartoe in overvloed gelegenheid en lichtelijk zullen zich gezellige groepies vormen.
Ook onzerzijds willen wij graag den tocht nog aantrekkelijker maken, door het uitschrijven van een prijsvraag.
In onze vorige nos., hieronder en in nog drie achtereenvolgende nos. verschijnen telkens plaatjes uit Parijs, zonder onderschrift. Tijdens den tocht door Parijs worden deze plekken bezocht. Na afloop kunnen de deelnemers ons opgeven welke de zes afgebeelde plekken zijn. Wij stellen vijf gratis reizen ter beschikking van de vijf deelnemers, welke alle onderschriften juist opgeven.
^füHii^i * t
WEET GE WELK PLEKJE DIT IS?
Zend ons p.o. uw mededeeling of ge wenscht mee te gaan. Richt uw aanvrage aan de Redactie: CALGEWATER 22, LEIDEN.
dievenlantaarn het slot w.n de voordeur onderzocht. Blijkbaar teleurgesteld wendde hij zich af, maar To zag tot haar grooten schrik, dat hij naar den achterkant van het huis liep. Zeker zou hij het nu aan de keukendeur probeeren en ze dacht met angst aan het onsolidc slot, dat je met een spijker wel open kon peuteren. Ze schrok op. Lenie was wakker geworden en kwam naast haar staan. Angstig keken haar oogen uit het bleeke gezichtje en haar tanden klapperden hoorbaar. Buiten klonken weer stappen, maar toen To naar beneden keek, zag ze dat de gedaante, door het tuinhek ging en den weg afliep. Ze slaakte een zucht van verlichting. De sloten vielen hem -zeker niet mee en zag hij nu maar van zijn inbraakpogingen af. Wat een geluk, dat pa voor de serieramen en deuren ijzeren luiken had laten maken. Reeds wilde To, rillend van kou, weer in bed stappen, toen Lenie haar tegenhield. ..Wat ga je nu doen To ? Je gaat toch niet weer slapen ? Natuurlijk komt hij straks terug, hij gaat zeker hulp halen. Je weet toch wel, wat Lies vanavond vertelde ?" Plotseling kwamen de gruwelgeschiedenissen van Lies, To weer met afschuwelijke duidelijkheid voor den geest. ,,\Va,t moeten we doen ? O, was vader maar thuis of Bert." Lenie viel snikkend in 'n stoel. To had haar besluit genomen. „We zullen ons aankleeden en naar beneden gaan", zei ze zoo kalm mogelijk. .,Ja", viel Lenie gretig in, „dan slepen we alles^voor de deuren, al krijgt hij dan straks de sloten los, dan kan hij er toch niet inkomen." Als sjouwerlui waren ze een uur later nog bezig, de zware eetkamertafel door de gang voor de achterdeur te schuiven, toen Lenie de armen van To vastgreep. „Luister", zei ze doodsbleek. „Ik hoor hem weer." To gluurde door een reetje van de overgordijnen en zag duidelijk de schaduw van een mannengestalte, op 'het grind.
: Den man zelf kon ze niet zien, maar ze maakte uit zijn schaduwbewegingen op, dat hij bij de achterdeur stond. Daar s-Ioop hij naar de schuur, maar toon deze ook gesloten vindend, liep hij. den tuin weer door en hel hek uit. „Zoo'n gekker, inbreker heb ik nog nooit gezien", zei To, die weer moed schepte, zoodra het hek dichtviel. „Stil toch", zei Lenie bevend, „straks komt hij weer terug. Kom hier bij me zitten." To zette zich naast Lenie, die zich angstig aan haar vastklemde, op de canapé en zoo, opschrikkend bij elk geluid dat zich liet hooren, wachtten ze op het aanbreken van den dag. Bleek, met blauwe kringen onder de oogen, moe v-m het den heelen nacht niet Japen en nog bevend van den doorgestanen angst, waren ze den volgenden ochtend bezig de meubelen, die als barricade dienst gedaan hadden, weer op hun plaats te brengen, toen het tuinhek klapte en Tc, denkende het dat de melkboer was, met een pannetje in haax hand naar de voordeur stapte. Maar toen ze de deur
Geen alledaagsche passagiers
De Rotterdamschs Lloyd bracht met het stoomschio „Djambi" twee olifanten aan, een groote en een kleine, beide bestemd voor de firma Hagenbeck te Berlijn. Men kan begrijoen dat deze oasaagiers wel bekijks hadden.
'ül^lp^lpf opende, hoorde ze een vreemde stem zeggen: „Zoo dame, al op ? Ik wou es even hier in den tuin kijken, ik heb hier vannacht een dop van me lantaarn verloren. Daar hebben de dames zeker nika van gemerkt, dat ik vannacht een paar keer om het huis heengeloopen ben, om te zien of er geen onraad was.' To staarde hem aan, of "hij een geestverschijning was. De man kwam een stap nader. „Uwee kent me toch wel ? Ik ben Gerrit, de nachtwaker van van Raiidwijck. Gistermiddag zag ik uws vader aan het station en toen hij me zag, kwam hij op me at en zegt tegen me: „Gerrit, als je vannacht langs de plaats loopt, loop dan ook es eventjes om mijn huis heen ? De meisjes zijn alleen thuis en ze konden wel vergeten de deuren te sluiten. Ik zeg, best meneer, ik zal 'er voor zorgen. Nou maar de dames hebben goed opgepast hoor, de deuren waren zoo dicht als een pot. Ha, daar ligt me doppie. Nou morrege, juffrouw, ik moet gauw weer naar de plaats." Marie B.
urn-
————
Het parllsche opera-ballet In Den Haag arriveerde het Parijsche opera-ballet, dat eenige voorstellingen te Den Haag bij de Co-opera-tie ral geven. Een foto van het ballet op het station te Den Haag genomen Men zie verder in ons blad de speciale foto's
De nieuwe postagentschappen
DE GEVAREN VAN EEN 8N
Een foto van een der postagentschappen, gevestigd in een drogisterij te Amsterdam. De heer aan de weegschaal is een ambte. naar der posterijen.
ONMENSCHE» LÜKE SPORT „De wlttt non"
In vele gevallen dient de film om de tooneelstukken te verwerken. Ditmaal werd in de Circusschouwburg te Rotterdam een tooneelvoorstelling gegeven, ontleend aan de film „The white sister". Sophie Spree vervult de hoofdrol, die van Angela Clairomonte.
In Sevilla, de typische spaansche stad, is het stierengevecht niet alleen een volksvermaak, het is een instituut, dat met het volksleven is vastgegroeid. In de z.g. Heilige week beginnen de Coridos en menig nieuweling, die als stierenkvnper roem hoopte te oogsten wordt het slachtoffer van* zijn ambitie. Bovenstaande foto toont dit beter dan woorden. Tot welke woede de stier wordt opgedreven, kan men uit nevenstaand plaatje zien, waar de toreador, slank en gespierd als een volmaakt athleet, zich gereed houdt voor het aanbrengen van den doodelijken stoot.
De Zaanbrus te Wormerveer
Hierbij wordt een nieuwe methode toegepast, waarbij het heien vervalt. Men gebruikt zeer ruime en zware beionkokers, zooals op onze foto te zien is.
Cor Cuys als Meier Maler de knecht, wellce in het Centraal Theater te Amsterdam wordt opgevoerd
„De deftige straat" Dit blijspel in vier bedrijven van Sir James Barrie wordt door het Vereenigd tooneel te Amsterdam opgevoerd. Links een foto uit het tweede bedrijf, rechts een uit het derde.
^—i^^^
(
De beste twaal}
BLOZEN
A^toVz misverstand. Buspatient: Och dokter, wilt u direct even komen. Onze kleine Wim heeft verhooging. Dokter (belangstellend): Is 't erg hoog ? Patient: Neen dokter. We wonen op de tweede verdieping en 't is een makkelijke trap. De remedie erger dan de kwaal. Artist (erg in den put): Ik lees daarnet Bullebak's kritiek over m'n werk. Hij laat d'r niets heel aan. Vriend: Och, trek je toch niks van Bullebak's geschrijf aan. Je weet toch, dat die vent geen sikkepit verstand van kunst heeft, die praat maar na wat tie van anderen hoort. . . Het beste bewijs. Mijnheer Zanik is verliefd op de mooie Amelia en komt heel vaak op bezoek. Den laatsten keer op weg naar d'r huis, ontmoet hij Amelia's broertje. M'n" zuster weet zeker dat u komt. Hoc kom je daartoe, vraagt Zanik gelukzalig.... Och, dat is nog al gemakkelijk. Ik heb d'r zien weggaan. 'n Gelukkig man. De oude van Meegeren was honderd jaar geworden. De reporter van het plaatselijk blad kwam hem interviewen en vroeg, onder andere, of een van zijn jeugdwenschen in zijn verder leven ook in vervullingwas gegaan. Zeker, zei van Meegeren, ik heb altijd als kind gehoopt, dat ik ereis geen tanden meer behoefde te poetsen en geen haar meer behoefde te kammen. En alle twee is tegenwoordig overbodig!
Leest, meisjes, leest het wonder, dat In het Berliner Tageblatt Thans wordt geadverteerd I Leest van de nieuwe medicijn, Pas uitgevonden te Berlijn I „Succes gegarandeerd I" Qelijk voor rheumatiek en jicht, Te weinig of te veel gewicht, Een tegengif bestaat. Zoo is het middel thans ontdekt (Op aanvraag „kostenfrei Prospekt"), Dal 't blozen tegengaat. Dus, melsles, — wat zoo vaak gebeurt — Wie bij de kleinste leugen kleurt. Wier trekken purperrood Zich verven van verlegenheid Bij iedere gelegenheid. Die Is nu uit den noodl Het middel, lieve meisjesschaar. Voorziet dus in een groot bezwaar. Ofschoon ik toch vermoed. Dat deze wondermedicijn, Hoe welkom ze ook moge zijn. Nog niet geheel voldoet. Je wenscht nog — wed ik - naast den man Die 't lastig blozen keeren kan. Als 't overbodig is. Een ander, die '1 kruid ontdekt. Dat een gepasten blos verwekt. Als blozen noodfg is. Dirk de Boer.
Sfe
iuffnv 0 S ch Jt...™S !'."',:. ."m 'f ie zware werk te laten. doen
nlet
. "o'" groote kerel, om jo kleinen ktmeraadal het (Passing Show)
't Was blijkbaar noodig. Die -zangeres, die daar net optrad, heeft vroeger meermalen in een kooi met leeuwen gezongen. 't Mag .zeker niet meer. De Vereeniging tot bescherming van dieren heeft zich er eindelijk mee bemoeid. 'n Interessant boek. Ze zaten samen in de veranda. En, vroeg hij, om de conversatie te beginnen, leest u veel ? Ja, zei ze, ik lees héél graag. Juist de vorige week heb ik een heel mooi boek gehad. Hoe heette het ? Dat ben ik vergeten. Wie was de schrijver? Dat herinner ik me niet meer. Waar ging het over ? Dat is me ontschoten. Doch ik weet wel, dat er een rood omslag om zat, met 't gezicht van oen jongen man, net Douglas Fairbanks.
De hospita : uitzicht!
m'nheer plat op den grond gaat liggen, heeft ie 'n schitterend (Passing Show).
■^
"^
Onverstandige opvoeding. Jantje vroeg om een derde stukje pudding en moeder weigerde het te geven. Nou zegt u altijd moeder, dat ik netjes moet leeren eten, hoe kan ik dat d
O o
MooR .... mwmmmm.....
Tante As je m'n een kusje geeft, Jantje, krijg je een dubbeltje. ant/e Da's met genoeg! Als ik m'n levertraan inneem, krijg ik al een kwartje.
HET
BESTE
POT LOOD nams. U. BLÜZtH A M £ rZ ■ /ta//*r*Sa,
i^™
^^^^^^
^"
^^"
HISTORISCHE PORTRETTEN ALFRED DE MUSSET. In het jaar 1820 leefde te Parijs in een oude, comfortabele woning in de Rue Cassette, een allerliefst jongetje met lange blonde knullen en groote blauwe oogen. Zijn vader, ambtenaar aan het ministerie van oorlog, was een geboren schrijver; in zijn jeugd had hij de werken van Jean' Jacques Rousseau verklaard en hij had de vrijzinnige gedachte uit deze philosophische werken overgenomen. p Zijn moeder daarentegen was een voorname en zeer geloovige dame. Alfred de Musset — zoo heet het ventje, waarover wij het hebben — toonde reeds vroeg een moeilijk humeur. Reeds jong gaf hij blijk van gijn ongeduld, dat hem geheel beheerschte en later het ongeluk van zijn leven werd. Op zekeren dag, dat de schoenmaker hem een paar nieuwe roode laarzen gebracht had en zijn moeder wat lang wachtte met hem te kleeden, riep hij, stampvoetend van ongeduld, uit: „Haast u toch, moeder; mijn nieuwe schoenen worden al oudl" Een ander maal wordt de kleine jongen, wegens een lichte zonde, in de donkere kamer opgesloten. Nauwelijks is hij daar, of hij begint zich hardop te beschuldigen, dat het hem spijt, de liefste van alle moeders zooveel verdriet te hebben aangedaan. Door zooveel berouw getroffen, haast mevrouw de Musset zich, de deur voor haar zoon te openen en deze, nauwelijks bevrijd, bedankt haar met de volgende woorden: „Ga weg! U is bijna niet bedroefd!" Toen hij twaalf jaar oud was, bezocht hij met z'n ouderen broer Paul, die hem steeds een trouw vriend bleef, het lyceum van Hendrik IV. Hij was er een uitmuntend leerling en behaalde in 1827 den tweeden prijs voor philosophie. Daarna verliet hij het lyceum, maar weigerde beslist de polytechnische school te bezoeken, tot groote teleurstelling van zijn ouders. Om hun genoegen te doen, belooft hij, in de rechten te gaan studeeren, wat hij echter zonder veel enthousiasme deed. Aan één zijner vrienden schreef hij: „Ik verveel me en ik ben treurig gestemd; maar ik mis zelfs den moed tot weiken. Er zijn oogenblikken, dat ik lust gevoel de pen te nemen en een of meer bladen papier vol te schrijven, maar de eerste moeilijkheid ontmoedigt mij. Neen, ik wil geen advocaat worden ik geloof nog aan geluk, hoewel ik mij op dit oogenblik zeer ongelukkig gevoel." Men voelt uit deze ontboezemingen reeds den drang tot schrijven en tevens den twijfel en de wanhoop, die hem gedurende zijn ongelukkig bestaan nooit verlaten hebben. Overigens was deze gemoedstoestand niet alleen de zijne; men vond hem destijds bij de meeste jongelieden. Het scheen, dat na de ontzaglijke offers, welke Napoleon van dit land geëischt had, de jeugd zich afgemat en lusteloos gevoelde in dit tijdperk zonder glorie, dat volgde op den roemrijken keizerlijken tijd. Nadat de Musset het lyceum verlaten had, bracht hij zijn tijd door met flaneeren op de boulevards en op alle andere plaatsen, waar de „jeunesse dorée" zich destijds vermaakte. Hij begon in de medicijnen te studeeren, maar de zaal, waar de lijken geopend werden, boezemde hem zulk een afschuw in, dat hij ook dit beroep vaarwel
zei en aan zijn moeder verklaarde, van alle verdere studie af te zien. Met zijn vrienden bezocht hij nu de woning van den grooten dichter Victor Hugo, waar hij met vele letterkundigen in aanraking kwam. In hun midden voelde hij den duivel van de poëzie in zich ontwaken. Door de eenzame lanen van het Bois de Boulogne slenterend, maakte hij zijn eerste gedichten en gaf deze uit onder den titel van Contes d'Espagne et d'Italie. Hij was toen twintig jaar oud. Zij vielen bij de jeugd zeer in den smaak en deze nam de Musset bijna onmiddellijk als haar dichter aan. Tengevolge van dit succes verwachtte de letterkundige wereld, dat de jonge dichter zich als kampioen voor de romantische school zou opwerpen, daar zijn eerste werk deze school scheen te willen doen herleven. Maar de tijd was niet gunstig voor jonge dichters en droomers; men was in 't midden der Juli-rcvolutie. Alfred de Musset schaarde zich bij de tegenpartij en nam met zijn vrienden deel aan de straatgevechten. Toen na eenigen tijd de rust 'hersteld was, wilde hij ook niet langer de militaire uniform dragen en in 1832 verscheen zijn tweede bundel gedichten „Ie Spectacle dans un Fauteuil!" De kritiek nam er weinig nota van, daar het wonderkind onbeschaamd genoeg was geweest, den spot met haar te drijven in „de ballade aan de maan". En toch was de vorm der laatste gedichten klassieker dan die der vorige. Maar, werd hij verstandiger in zijn werk, in zijn levenswijze was het tegengestelde het geval. Hij wierp zich in een bestaan vol uitspattingen, in gezelschap van de geheele „jeunesse dorée" uit dat tijdperk: den prins van Eckmühl, graaf Althon, Sée, enz. , In zijn mémoires schreef zijn broer Paul: „Van nature was hij zóó elegant, dat het onmogelijk was, te veronderstellen, dat een kleedingstuk hem niet prachtig staan zou." Men begrijpt, dat de Musset, zóó bevoorrecht en met dergelijke relaties gemakkelijk verleid werd tot het luie leventje der lediggangers. Ook werd hij slechts bij tusschenpoozen genoodzaakt tot dichten, wanneer hij zijn geld aan de speeltafel verloren had of groote sommen had verbrast in gezelschap van lichte vrouwen. Zelfs had hij op laatstgenoemde wijze voor een souper de toenmaals belangrijke som van 4000 frs. uitgegeven. Het lichtzinnig leven, dat hij leidde, deed zijn moeder veel verdriet en zij trachtte tevergeefs hem tot zich te trekken. Toch heeft haar inmenging wel eens een goeden invloed op hem uitgeoefend. Op zekeren avond werkte hij toevallig aan
een novelle, waarvoor hij langen tijd een ontknooping zocht. Zijn oude voedster, die zeer aan hem gehecht was, had op zich genomen, zijne moeder in zijn kamer te brengen, niettegenstaande de orders, die haar daaromtrent gegeven waren. Mevrouw de Musset komt zachtjes binnen, zonder een woord te uiten, omhelst haar zoon en zet op zijn werktafel een vaas, gevuld met rozen. Verdiept in zijn werk, bemerkt de dichter niet aanstonds de bloemen, welke zijn moeder hem bracht en deze wijst hem ze aan en zegt op verwijtenden toon: „Zie eens hier voor vier stuivers bloemen!" Bedroefd glimlacht de Musset bij het hooren van die kleine som; hij had juist den vorigen avond aan de speeltafel eenige duizenden verloren! Dit stomme verwijt van zijn moeder, die armzalige vier stuivers, bewogen hem zóó zeer, dat hij met zelfverwijt dacht aan het eenvoudig bestaan en aan de bescheiden vreugden van den stoeren werker en dit thema verschafte hem de ontknooping van zijne novelle. Eenige maanden later, gedurende een diner van de „Revue des deux Mondes; leerde hij George Sand kennen. Toen de vriendschapsbanden tusschen beiden later verbroken werden, bleef de Musset zóó eenzaam en wanliopig achter, dat hij zich nimmer over deze dèsillussde kon heenzetten. Zooals ieder dichter uitte hij zijn smart in verzen en door deze crisis werd hij een ander mensch. De dandy Musset, die slechts leefde om te behagen, was een eenzaam, ernstig en trotsch mensch geworden, die zich slechts heel zelden gaf. In zijn afzondering schiep hij nu zijn beroemdste werken: „les Nuits, les Stances ä la Malibran en l'Espoir en Dieu". Ook werd hij drama-schrijver. Zijn eerste werk op dit gebied was: la Nuit vénitienne", dat echter fiasco leed. Dit bracht zijn trots een gevoeligen slag toe en hij besloot niet meer voor het tooneel te schrijven. Toch kon hij dit voornemen niet geheel getrouw blijven en hij bedacht tóoneelstukken, welke niet gespeeld behoefden te worden, waarbij hij niet gebonden was aan conventies, regels en eischen van het publiek, maar waarin hij zijn verbeelding vrij spel kon laten. Later werden deze werken door Mme Allan van de Comédie-Frangaise ten tooneele gebracht en hadden een bedwelmend succes. Ongelukkig voor den Sichter brak in 1848 een nieuwe revolutie uit, die zijn kans op geluk belemmerde en hem den noodlottigen slag toe bracht. Eerstens verloor hij zijn beürekking als bibliothecaris aan het ministerie van binnenlandsche zaken en voorts deed de revolutie inbreuk op het sociale leven, waarin tot nu toe steeds zijn talent ontloken was. Ook kwam hij tot de ontdekking, dat hij niet meer jong was en zonder jeugd had de Musset geen reden van bestaan. Hij geraakte aan den drank; zijn nerveus gestel kon niet tegen de prikkeling der dronkenschap en langzamerhand verloor hij de controle over zich zelve. Soms trachtte hij dit euvel te overwinnen; hij ondernam een reis naar de Vogezen, maar keerde weldra even vermoeid terug als vóór zijn vertrek. Hij stierf in Mei 1857. Een liefdezuster heeft hem zijn laatste levensdagen verzorgd, zij was zijn eenige troost. Toen hij zijn einde voelde naderen, mompelde hij: „Slapen... eindelijk ga ik slapen" en hij sloot de oogen, om ze niet weer te openen.
;
LLE5 WAT
Op 5 Juni zal Charlie Chaplin voor de mikrofoon van Daventry een voordracht houden over humor in de samenleving. Dank zij de radio zal iedereen hem nu kunnen hooren. Wanneer hij in Amerika een enkele maal een lezing hield, moesten er steeds honderden teleurgesteld worden, daar geen zaal groot genoeg was om de belangstellenden te bergen. In Parijs zijn sommige hondenliefhebbers begonnen met hun lievelingen des avonds, wanneer ze mee op straat mogen, een lichtje aan te binden, zoodat automobilisten de viervoeters zullen bemerken. Het lijkt ons niet zonder nut om ook voor den tweebeenigen voetganger dezen maatregel te beramen.
Fontein te Versailles Versailles, de beroemde verblijfplaats der fransche koningen, welke ook bij het bezoek aan Parijs, dat wij onzen lezers aanbieden, zal worden bezocht, heeft veel te danken aan denamerikaan&chen millionnair Rockefeller, die thans tot eereburger der stad is benoemd.
•
•
•
Een jonge dame. Miss Kathleen Woodward, die vroeger als fabrieksmeisje werkte, heeft een geschiedenis van het leven der tegenwoordige koningin van Engeland geschreven en het koninklijke echtpaar heeft zijn toestemming tot publicatie van dit boek gegeven, waarvoor de gegevens door haar uit officieele bronnen werden verzameld. Golf, „het koninklijke spel", zooals onze buren aan den anderen kant van het water zeggen, wordt hoe langer hoe meer populair. Ook buiten Amerika en Engeland. Het nieuwste is, dat een golfveld in de Sahara-woestijn is geopend. De bewoners van Biska kunnen zich dus in de toekomst met bal en stok amuseeren ... of ergeren. ,
POETSEXTRACT „GLIM" even goed als het buitenlandsch fabrikaat, maar goedkooper.
■
■
■
.
.
Zooals bekend is, kiezen de parijsche studenten elk jaar een koningin van het Quartier Latin. Ditmaal was de gelukkige Mile Christine Yves. Haar luister zal vermoedelijk langer duren dan die van haar voorgangsters, want juffrouw Yves heeft een schitterend aanbod gekregen om in Hollywood voor de film te spelen, welke offerte zij aannam. Zij is reeds op weg naar Florida.
f
^ -^ UU*W
FILM-ENTHOUSIASTEN
_-
B^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^W
""■"■^^^■^
Mei BcJlfleil v<^n de IPdJpnjjidne ©per«, fim ena» (lc»jnd
De ontdekking van Toethankamen's graf heeft de aandacht van de toeristen nog meer dan vroeger op Egypte gevestigd. Vooral de amerikanen stroomen toe. Tot einde Maart arriveerden 16000 vreemdelingen, waarvan 13000 amerikanen en voor het einde van het seizoen worden er nog heel wat verwacht. Uit den aard is de botsing tusschen „Oost en West" vaak aanleiding tot vermakelijke scènes. In fashionable kringen, zoowel in Europa als in Amerika, wordt hoe langer hoe meer de voorkeur gegeven aan kaarsen voor tafelverlichting. Vooral gekleurde kaarsen doen opgang, omdat ze zoo decoratief werken. Men heeft ze in aüe kleuren, doch blauw en oranje zijn wel het meest in trek. Wat de londensche dierentuin al zoo noodig heeft voor het voedsel van zijn inwoners, laat zich uit het onderstaande lijstje afleiden. In een jaar werden gebruikt 157 ton hooi, 860 mud haver, 106 cwt. rijst en 550 pond havermeel. Door de vogels werd geconsumeerd 19 mud kanariezaad en ó1/, mud hennepzaad. De pinguinen aten meer dan een ton aan gewicht bot op, 41 ton haring en andere kleine visch, gezwegen nog van groote hoeveelheden garnalen. De walvisschen verslonden 2 ton kabeljauw. De lekkernijen, welke zij van de bezoekers krijgen, vallen buiten deze berekening. Leeuwen, tijgers en andere wilde dieren verslonden 441 paarden en 135 geiten, de apen S3/* cwt. apennootjes en 251.882 bananen. Als een bewijs wat een zoetekouwen er onder deze dieren zijn, kan dienen, dat er ruim 500 pond honig werd geconsumeerd, 4600 pond mieren-eieren werden verslonden. Sinds eenigen tijd wordt er geen versehe melk, maar gecondenseerde melk gebruikt, waardoor de gevallen van tuberculose zeer sterk zijn verminderd. Er werden niet minder dan 1 5.000 bussen gecondenseerde melk gebruiktl Van tijd tot tijd vindt men in de buitenlandsche bladen berichten over ons eigen land, die ons, nederlanders, nog grooter nieuws zijn, dan voor de buitenlanders. Zoo zag ik in de Daily Mirror een mededeeling, dat een rijke jonge hollander de operette Riki Tiki in Londen financiert. Die mijnheer heeft er £ 35.000 in gestoken. Zijn naam is H. M. Tannay. Deze mijnheer zou in Nederland in verschillende dergelijke ondememiingen geïmtresseerd zijn geweest. Wij kennen geen mijnheer van dien naam. Wie van onze lezeressen of lezers wel ? De amerikaansche millionnair John W, Sterling, heeft de Yale Universiteit te Connecticut een som van 6 millioen Dollar vermaakt voor de stichting van eennieuwe bibliotheek. Het speciale gebouw moet binnen twee jaar voltooid $ijn en ruimte voor 5 millioen boeken bieden.
Tom Mix A. J. de W. te Deventer vraagt ons eenige bijzonderheden omtrent Tom Mix en of deze filmartist in Amerika verblijf houdt. Wij geven hierbij het portret van Mix. Zoover wij hebben kunnen nagaan vertoeft hij niet in Amerika. Zijn voornaamste rol' was die welke hij in de duitsche film De Nibelungen vervulde, in welke rol wij hem hier afbeelden. O. v. D. te A'dam. Alfred Abel is geen Paramountster. Hij vertoeft op het oogenblik zeer waarschijnlijk in Duitschland. Herhaaldelijk liepen er geruchten, die niet bewaarheid zijn, dat hij naar Amerika zou gaan. Zeker is het dat hij na zijn optreden in de Vlam, weinig meer van zich liet hooren.
Monsieur Duprez
CORRESPONDENTIE H J. K. te Deventer. Als regel kunt u aannemen, dat u in Brabant op het platte land wel met nederlandsch terecht kunt, in de groote steden met fransch. In Luik en Namen verstaat men wel nederlandsch, doch mijn ervaring is, dat er een tegenzin bestaat om het te spreken. Doch kunt ge in ieder geval in België beter terecht met nederlandsch dan met duitsch. In Luxemburg spreekt men duitsch en fransch, geen nederlandsch. Goede gidsen voor België en Luxemburg kunt u in een behoorlijken boekhandel in Deventer zeker koopen en men kan u daar alle gewenschte inlichtingen omtrent deze gidsen geven.
DELÄNQBIJK BEBICHT In afwijkinö met andere nos. hebben wij In deze afleverinö Seen sportpagina opöenomen.Lezereaaen en lezers die er op öeateld zijn Hunnen Inplaats hiervan firatla bekomen 'n proefno. van de deze week voor het eerst verschijnende
Sportlllustratle IZooraan U öelleve te zenden aan
een proetno. Sportlllustratle Vooraan. In open enveloppe met 2 ets. postzegel zenden Adm. Qalfiewaler 22, Lelden
Hel is kwart vóór 12. wanneer de eersle avond in den Hang van het evenement van het winternaseizoen ten einde gedanst is voor een op alle rangen prachtig bezette zaal met een highlife-golapubliek. dat altijd trouw opkomt, als de prijzen maar flink hoog zijn. De lijd is Ie kort voor een lange nabetrachling; volstaan wij voor ditmaal met eenige spontane indrukken, om in een volgend nummer uitvoeriger op het ballel. en speciaal op het Fransche ballet, als kunstuiling terug te komen. Na de geachereerde vertolking van de Ouverture Le roi d'Ys van Ed- Lalo door hel orkest der co-Opera-tie onder leiding van den Parijschen dirigent Fr. Kühlmann, volgde hel ballel uit Faust (Gounod), gegeven in den aan traditie getrouwen klassieken vorm. waaraan al ons modernisme vreemd is- Prachtige kleur- en lichtschakeermgen, één en al luchtigheid en lichtheid van beweging en sprong, dartele gratie, alles beheerscht door een technische virtuositeit,die schijnbaar geen moeilijkheden meer kent. De fameuse pironelten zijn niet van het tooneel (doch juisl in de lucht), en gedragen door de meesleepende. overbekende muziek, verwierf dit eerste ballet reeds een langdurig applaus. Daarop volgde hel zeer verfijnde en muzikaal zoo belangrijke Poème dansé van Paul Dukas, La Péri, door Olga Spessitzewa, met den balletmeester Leo Staats als Iskander De danseres, een Russische, trok bizonder de aandacht door haar intellectueele uitbeelding, haar soepel, slank figuurtje, gehuld in een rood-vleugelachtige mantel, die in alle gratie in haar pogen, om de ontstolen bloem te herinneren, meebewoog. En welk een ongelooflijke iechniek! Het publiek reageerde m.i. niet voldoende op deze superieure vertolking. No de pauze in 3 deelen Sylvia, ballet van Léo Delibes, waarin de solofiguren. Miles Zambelli (Sylvia).Soutzo (Diane), de Crapoune (I,Amour) en de heer Aveline (Aminla) en Leo Staats (Orion) uitblonken. Aan eenige gerektheid en eentonigheid viel hierbij niel te ontkomen, maar dat ligt ook aan de wat zoetig-lieflijke, en rustig vloeiende muziek, die het emotioneele nu juist niet zoo zeer in ons wakker schudt. Er blijft een groote spanning in ons bestaan naar den 2en avond, waar Strawinsky. Chopin en Messager het Fransche ballet zullen inspireeren. Reeds nu, was hel succes groot, véél terugroepingen, en open applausjes. De co-Opera-lie-gastbeeren hebben alle eer van hun initiatief, choreografisch Parijs naar Holland uitgenoodigd te hebben. ' • 5.
Mile Zambelli
1
■—WW
HET MEISJE UIT HET SLOP
1 3
Toen Dr. Burdins, de jongt medicus, die :ich 100 -eer vc sociale kwesties mteresseert. s avonds de woning van zijn vriend verliet, besloot hl) naar huis te wandelen. Het gesprek had een onderwerp geraakt, dal hem zeer na aan het han lag. Onderweg redt hij een aieisie dat zich wilde verdrmkeu Hij neemt haar mee naar huis en verpleegt haar Zijn huis)utfrouw. een typisch stijve oude dame. is t erg ingenomen met de nieuwe logee en iiegrilpi de bedoeling van den jongen dokter met. Burdmg belooft het meisje dat hij haar niet naar haar ouders zal terug zenden indien zij hem helpt door ijverig te leeren ten vnend van Burding. Johnny Stevenson, komt hem bezoeken en Ur. Burdmg vertelt van zi|n plannen Hierdoor komt ook Burdinos moeder op de hoogte en leest hem de les. [uffrouw Border de huishoudster, zegt haar betrekking op. Alleen thuis zijnde, krijot blsie bezoek van Maud Harlinglon. die haar tracht Ie bewegen het huis van Dr. Burdmg te verlaten en bij haar in betrekking te komen ISa eemge aarzeling zegt ze toe. te zullen komen. Als zij op t punt staat gekleed en wel te vertrekken, komt Dr. Burding thuis welke haar de reden van haar vertrek vraagt. Zij zegt niet als proet te willen dienen. Doch Burding weet alles in orde te brengen zoodat Elsie, dol gelukkig, bliift en zich dapper aan huishouding n 5,"dl« *')'"■ Z,l lchi" heel goed op. En als |ohnny Stevenson L»r. Burdings jonge vriend, haar onverwachts bezoekt, vindt hii haar druk bezig ,n de keuken. Ook mevr. Stevenson komt op bezoek. Zi, wil blsie leeren kennen en vreest, dat zij een Indringster is L>och spoedig leert zij het meisje waardeeren en biedt zij Dr Burding aan hem bij de opvoeding Ie helpen. Mevrouw Stevenson en haar dochters helpen Elsie nieuwe kleeren koopen. met altijd zijn zij het over de kleur eens. Elsie wil kleurrijke dingen, de andere dames meer sobere uitvoering Al. de nieuwe kleeren komen wil Elsie deze direct aan Dr Burding toonen. doch deze toont er heel weinig belangstelling voor. Dit i, een diepe ontgoocheling voor het meisje, johnny maakt Burding hierover een standje. De dokter gaal daardoor inzien, dat hij het meisje meer vrijheid moet geven en stelt mevr. Stevenson voor haar mee naar buiten te nemen. Elsie gelooft eehter. dat hij dit alleen doet om aan de menschen te toonen boezeer zijn ..proef is geslaagd. Op !i£t leest van mevrouw Stevenson bl'jkt. dut niettegenstaande de vooringenomendeid van het gezelschap. Elsie iedereen voor zich inneemt. Al wandelend ontdekt zij Maud en Burding vertrouwelijk bij elkaar. Dit wekt haar jaloezie op. zij wist nu dat zi) Burding lief had. Johnny maakt haar het hof.
Toen zij zijn woniing bereikt hadden, nam Iwj haar ongeduldig mee naar boven, naar haar kamer, in plaats, als gewoonJijk naar de studeerkamer. Verwonderd liep Elsie mee; Burding opende de deur en het meisje trad binnen.. Toen uitte zijj een kreet van verrukking. „Wat hebt u nu gedaan? Wat een beeldige kamer. ,,Vind je ze mooi?" vroeg Burding blij. „Ik had een vreesclijk standje in ontvangst te nemen van mevroiuw Stevenson en haar dochters, omdat ik al niet eerder een kamer voor jou had laten inrichten, zooals dat een jong meisje toekomt. En toen je nu weg was, droeg ik het haar op: ziehier he^ resultaat!" „Hebt u dat allemaal voor mij gedaan? O, maar dat is veel te mooi!" Zij liep naar het midden van de kamer en onder ademlooze stilte bekeek ze alles wat er in stond. De kamer was groot en licht en geheel in zachte kleuren gehouden. Het bed was wit _ met rose beschilderd, de gordijnen, het'behang en de kleedjes, die hier en daaHr verspreid lagen, waren in dezelfde tint. Twee fauteuils stonden aan weerszijden van den haard en in een der hoeken stond een bureautje. Naast het bed een tafeltje met een lampje en wat boeken erop. Op de toilettafel lag een geheel compleet stel toiletibenoodigdheden, alles van het mooiste zilver en daartusschen stonden fleschjes en bakjes van fijn geslepen kristal. „Is dat alles ook voor mij?" vroeg Elsie bevend van ontroering. „Natuurlijk", antwoordde Burding gldmlachend. „Wat kan ik doen.... wat... kan.... ik doen, om u te bedanken ?" „Steeds mijn braaf huishoudstertje blijven", lachte Burding. „Het verheugt me, dat mijn klein geschenk je zoo blij maakt. Maar je behoeft niet zoo overstuur te zijn, kindlief; ik had er aj. veel eerder aan moeten denken en dat had ik
zeker gedaan, als ik geweten had, dat je er zoo mee ingenomen zoudt zijn." „U is veel te goed voor mij", mewnpelde Elsje, naar adem snakkend en vóórdat Burding haar kon weerhouden, had zij zijn hand gegrepen en hartstochtelijk gekust. „.Kindje, je moet niet zoo verschrikkelijk dankbaar zijn", sprak Burding vriendelijk en streek zachtjes over haar gebogen hoofdje. Met tranen van geluk in de oogen keek zij hem aan. „Het spijt me, dat ik me zoo stecht gedragen heb, maar ik had ook nog nook in m'n leven zulk een verrassing gehad. Nu zal ik me wat toonbaar maken en u voor belooning een lekker kop thee brengen." Toen Burding aanstalten -maakte om te vertrekken, zei hij.: „Ik had dit aMes gedaan, in de hoop dat je een vast lid van mijn huishouding zoudt worden, maar nu gaat het er naar uitzien, dat ik mij verrekend heb. Maar ik hoop dat je mij den eersten tijd nog niet zult verlaten."
BEKENDE MUSICI
pp
dat je niet om hem geeft. Hij is het niet waard!" „Ik hoop maar, dat hij geen geld meer voor mij uitgeeft. Ik houd er niet van", sprak Elsie verontwaardigd. Dien avond, voordat zij- in bed stapte, zette zij zich in een der nieuwe fauteuils en kwam tot het besluit, dat als de zaak tusschen Burding en Maud tot stand was gekomen, hij zeker heel verstandig gehandeld had. Zij zou een geschikte vrouw voor hem zijn. Maar niettegenstaande haar schoonheid en charme, voelde Elsie, dat de verwende erfgename nooit zoo' van Burding kon houden,, als zij deed. • „Ze is te koud en te trotsch", dacht de arme Elsie. Kon ik maar blijven als hun huishoudster of iets dergelijks alleen om zijn ontbijt klaar te maken, zijn schoenen te poetsen en op te imm, dat hij goed verzorgd werd. Hij was er stelüig vast toe besloten, anders zou hij dat met gezegd hebben over mijn spoedig heengaan. Ik zou maar te veel zijn dan." Het was een heel verdrietige, en ongelukkige Elsie, die eindelijk in haar bedje kroop. Maar vóór zij in slaap viel, besloot zij lot eiken prijs haar geheim te bewaren. Zij zou haar uiterste best doen, vroolijk en vlijtig te wezen en zoo op haar manier Burding te beloonen, voor alles, wat hij voor haar gedaan had. HOOFDSTUK XI.
Maria Ivogün, ge D. 1892 te Budapest, ontving reeds op jeugdigen leeftija muziekonderricht en studeerde »erder onder liidinq van Mevrouw Scnlcmmer-Ambros aan oe K. & K Akademie te Weenen. Onmiddellijk na hel beëindigen harer studies aidaar in 1913 werd zij geëngageerd aan de oDera te München. Daarna werkte zij als gast aan verschilienae ooera's der groote steden van Eurooa mede en zona ook op concerten (o.a. voor 't eerst in Nederland onde"r Mr Viotta met het residentie-orkest en in 1917 onder Mengeioerg met het concertgebouw-orkesf, OD weik laatste concert Mengelberg de zangeres persoonlijk OD den vleugel accotnoagneerde).
Hij sloot de deur, weinig vermoedend, dat die laatste woorden Elsie van al het pleizier in haar nieuwe schatten, hadden beroofd. Zij nam ze op al® een waarschuwing, dat er weldra, een ander zou komen om haar plaats hier in te nemen. Terwijd zij een andere japon aantrok, trachtte zij zich te herstellen en die nare gedachten te verdrijven, daar Bunding nooit haar geheim mocht leeren kennen. Toen zij de studeerkamer binnentrad, zag zij Burding, gebogen over een bouquet witte en rose rozen. „Zie eens, wat een vriendelijk iemand je als welkom thuis gezonden heeft!" „Die mooie bloemen, voor mij? Van wie komen ze ?" Ze keek naar het kaartje, dat tusschen de rozen verbolgen was. „Dick Laurens" las zij hardop. „Ik houd niet van hem", zei Elsie en legde de bloemen weer op t^fel. „Hij zegt zulke vreemde dingen; hij, is oud en ieelijk! En ik zet die bloemen ook niet in mijn eigen kamer, die kamer heb ik van u en ik zet er geen geschenken van anderen in." „Arme, ouwe Dickie", zei Burding lachend. „Toch spijit het me niets, Elsie,
Elsie kreeg nu een drukker leven dan zij ooit gehad had. Zij ondervond, dat ziij talrijke vrienden gemaakt had, die haar vaak inviteerden, met hen uit te gaan. Een van haar meest geregelde bezoekers was Dick Laurens, die zich zeer tot het aardige jonge meisje voelde aangetrokken. Dikwijls kwam hij haar met rijn auto halen en maakten zij heerlijke uitstapjes in den omtrek. Eens, nadat zij van zulk een tochtje thuisgekomen waren, zag Elsie Johnny's „two-seater" voo* de deur staan. „Wilt u niet mee naar binnen gaan ?" vroeg zij Dick, die haar de hand ten afscheid reikte. „Neen, dank je", antwoordde hij. „Ik zie, dat er nog meer bezoek voor je is, dus wil ik het je niet lastig maken." Innerlijk zeer verheugd, drong Elsie niet verder aan en liep vlug naar boven, blij bij de gedachte, Johnny weer té zullen zien. Maar tot haar groote verbazing beantwoordde Johnny haar hartelijke begroeting heel koel en ook in het verdere gesprek waren zijn antwoorden zoo kort mogelijk. „Je schijnt niet erg goed gehumeurd te rijn, Johnny; wat scheelt er aan?" vroeg ze na eenigen tijd. Johnny zat achterover in een stoel en keek het meisje haast boos aan. „Waarom ga je met dien vent mee, Elsie ?" vroeg hij, terwijl hij in de richting van het venstor wees. „Bedoel je Dick Laurens?" vroeg Elsie, die intusschen mantel en hoed had uitgedaan. Zij nam een handwerkje en zette zich tegenover Johnny. „Ja, ik heb het land eraan, dat jij zoo met dien bruut van een man omgaat." „Wees niet dwaas, Johnny; ik mag hem ook niet graag, maar de arme oude ziel kijkt zoo bedroefd als ik niet meega, dat ik hem nu en dan dat genoegen maar eens schenk." „Hij is de man niet, om met een meisje als jij bent,, om te gaan." (Wordt vervolgd.)
—i_
T
♦ MIUMIHIIMIM
DOOR Mr. P. A. S. VAN LIMBURG BROUWER.
»—♦—♦«»«
Op 't laatst der I6de eeuw trok Siddba Ram«, door den eerwaarde Koelloek« ca 2 dienares vergezeld door het Himalayagebergte ten einde keizer Akbar belangrijke brieven te brengen. Zij komen bij den kluizenaar Gaurapada.
Geen wonder dan ook zoo de jonge, aan fijner beschaving gewende, met diepe minachting op die soort van volk neerziende edelman, ook in weerwil van zijn eerbied voor den leermeester, die steeds met ontzag den kluizenaar van den Bhadrinäth had genoemd, juist geen groote verwachting had van den man, die aan de deur van gindsche woning hem zou ontvangen, en een lichten toon van ironie niet had weten te onderdrukken, toen er van den heilige in het Himälayagebergte werd melding gemaakt. Doch te treffender dan ook in zijn oog de hooge en statige figuur, die ginds, het woonhuis verlatend, de beide reizigers met voorname waardigheid, maar tevens innemende vriendelijkheid te gemoet kwam. Een oud man in blinkend wit gewaad, met nog eenige fijne lokken om den anders kalen schedel en een langen en zwaren ziiverkleurigen baard, maar nog in't minst niet door den last der jaren gebogen, en wiens bij alle vriendelijkheid toch hooghartige blik wel getuigde, dat in vroeger dagen gebieden hem meer eigen was geweest dan het ontvangen en opvolgen van bevelen. — Weest welkom, vrienden! — sprak hij, elk zijner beide bezoekers, die zich eerbiedig voor hem gebogen hadden, bij de hand vattend, — welkom in mijne eenzaamheid! 't Is mij goed, weer eens iets te mogen vernemen van uw — hier scheen hij een oogenblik te weifelen, maar ging toch met vaste stem weer voort — van uw en mijn land en volk. Eer Koelloeka of Siddha kon antwoorden, werd hunne opmerkzaamheid getrokken door een dof gebrul, dat zich in de onmiddellijke nabijheid hooren deed; en een oogenblik later trad van achter de woning met langzame en statige schreden een geweldige tijger te voorschijn, en naderde, met den zwaren staart zijne flanken slaande, de drie mannen. Onwillekeurig deed Siddha een stap terug en sloeg de hand aan den ponjaard in zijn gordel. — Laat dat speelgoed maar zitten I — sprak Gaurapada lachend, — daar zoudt gij Hara niet veel kwaad mee doen. — Hier! — sprak hij gebiedend tot den tijger, en terstond legde het machitge dier zich aan de voeten des meesters. — Heb ik 't niet gezegd? — vroeg Koelloeka aan Siddha, op den tijger wijzend, — begrijpt ge nu waarom gij zoo straks een dwazen streek begingt ? — Vergeving eerwaarde heer! vergeving! — sprak Siddha, met omhoog geheven handen tot Gaurapada, terstond begrijpend, dat hij straks jacht had gemaakt op den tijger van den kluizenaar, — ik wist inderdaad niet.... — Ik begrijp het al, — viel Gaurapada hem in de rede, — gij hebt Hara gejaagd. Nu, dat is wel eens meer voorgekomen, maar niet altijd zoo goed voor den jager afgeloopen, als mijn viervoetige vriend hier soms eens boos werd. Iemand opgegeten heeft hij echter nog nooit, en als men hem geen kwaad doet, valt hij ook niet aan. Ik heb hem, zooals vriend Koelloeka weet, hier al lang, van jongs af aan, en wij beiden zijn nu gansch aan elkander gewend, Niet waar Hara ? — vroeg hij, zich half voorover buigend naar den tijger, die, halverwege zich oprichtend, zijn breeden
*
ONZE LETTERKUNDIGEN
Pieter Cornells Boutens geboren 1871 te Middelburg, promoveerde in 1899 te Utrecht. tot doctor in de klassieke letteren.was aanvankelijk ieetaar aan het Instituut Noordhey te Voorschoten en vestigae zich daarna te 's-Graver.hage
kop tegen de hand van zijn meester drukte, — En mijne vrienden, — vervolgde deze, — zijn de zijnen. Zie maar eens! En Siddha naderend legde hij hem zacht de hand op den schouder, waarop de tijger beurtelings beide mannen aanziend zich vóór Siddha nederlegde en ook diens hand met zijn kop aanraakte. Ditmaal trad de jonge edelman geen stap terug, maar streelde bedaard den kop van het dier, dat hem ook verder niet bleek te verschrikken toen 't een oogenblik, als behaaglijk geeuwend, zijne breede kaken opsperde en de geweldige rijen zijner tanden liet zien. — Goed zool — sprak Gaurapada, terwijl Hara weer tot hem terugkeerde, — goed zool Ik heb er menig gezien, ouder en sterker dan gij, die niet terstond zoo rustig bleef. Doch laat ons nu aan andere dingen denken! Reizigers zooals gijlieden, die zeker een langen tocht gemaakt en hier in de wildernis zeker niet veel op uw weg gevonden hebt, verlangen allicht naar eenige versterking. Wilt mij volgen I En hen voorgaande trad de kluizenaar zijne woning binnen, waarvan het inwendige geheel aan het uiterlijk beantwoordend, wel is waar niet meer dan het noodige bevatte, maar dat alles in de meest volmaakte orde en op sierlijke wijze gerangschikt, en mede wel aanduidend, dat de bezitter in vroeger tijden ook het meerdere en het overtollige gekend moest hebben. Nadat de gasten zich met hem op de fijne, op den vloer uitgebreide matten hadden neergezet, bracht de dienaar, die straks de paarden in bewaring had genomen, eenige schotels met eenvoudige, maar stevige spijzen, koud wild en visch, benevens een aantal toegevouwen boombladeren, met frissche vruchten, en toen het maal een aanvang had genomen, ook een drietal drinkschalen, waarin den gasten een krachtige fonkelende wijn werd aangeboden. — Dat hadt ge hier waarschijnlijk niet verwacht, edele Siddha! — sprak Gaurapada, — gij waart zeker in de overtuiging, dat een vrome kluizenaar niets dan bronwater drinkt. En de meerderheid meent, dat het ook zoo behoort. Ik voor mij denk
»n MM>>aM>>>>ss« ss aa«a»lMa ■>■■•«••• MMMMMIM'
er anders over; ik heb nooit begrepen dat het wezen van het kluizenaarsleven in noodelooze zelfkwelling of onthouding is gelegen, en dat een schaal goeden wijn met mate gebruikt, aan de rust der ziel zou behoeven te schaden. Ook is hier in de bergen iets krachtigs nu en dan inderdaad bevorderlijk voor de gezondheid. De eenvoudige en gemakkelijke toon van den overigens zoo statigen kluizenaar, die hem gansch als een man van de wereld deed kennen, gaf den jongen ministerzoon al spoedig vertrouwen, en van zijn kant beantwoordde hij nu ook met vrijmoedigheid, schoon altijd met dien eerbied, dien de rechte Hindoe den oudere van jaren leert bctoonen, de vragen, welke Gaurapada tot hem richtte omtrent zijn vader, omtrent Iravati, zijn verloofde en zijn leven aan het hof van Kacmir. Tot zijn verwondering bleek de kluizenaar alles te weten wat vroeger daar was voorgevallen en toonde hij zichzelf met bijzonderheden bekend, die voor elk een geheim moesten zijn, wien de toegang tot het binnenste der vorstelijke paleizen niet geopend was geweest. Ongetwijfeld was Gaurapada in vroeger dagen een vertrouwd raadsman van een der vorsten, die elkaar vóór dezen in vrij snelle reeks waren opgevolgd; dan hoe het zijn mocht, Siddha waagde geen onbescheiden vraag zoolang de ander hem zijn waren stand niet bekend maakte. Nog merkte hij op, dat de gesprekken van Gaurapada doorgaans eene groote opgeruimdheid ademden, en hij volkomen met zijn tegenwoordigen staat tevreden Scheen, maar dat toch bijwijlen, als er van de staatskundige gebeurtenissen in het noorden gesproken werd, een donkere wolk zijn edel gelaat bedekte. Telkens echter slechts voorbijgaand; want al kon zelfs de sterke wil van den wijsgeer soms een vluchtige aandoening niet volkomen verbergen, een geest als de zijne was blijkbaar te machtig om ze niet terstond weer te onderdrukken. Inmiddels was het laat in den avond en wierp de maan reeds haar hellen schijn over het landschap, dat zich, door de opene stijlen van het vertrek gezien, voor het oog der gasten uitbreiddo. — En nu, — zcide eindelijk Gaurapada, terwijl hij opstond — vergun mij, edele Siddha! mij met uw leermeester, mijn vriend, eenige oogenblikken aan het genoegen van uw bijzijn te onttrekken. Ik heb met hem eenige zaken te bespreken, die vooralsnog geheim moeten blijven, en waarin gij trouwens ook waarschijnlijk slechts matig belang zoudt stellen. Mocht ge u straks wenschen te verfrisschen, ginds is, naar gij riet, het meer of de beek, en aan een bad in de vrije natuur zijt gij zeker ook wel gewoon. Daarop verlieten de beide oudere mannen te zamen het vertrek en nog lang daarna zag Siddha hen arm in arm in den maneschijn wandelen, blijkbaar in ernstige en belangrijke gesprekken verdiept. Toen zij terugkeerden was het tijd om zich ter ruste te begeven, en niet zonder behagen gingen de reizigers hunne vermoeide leden uitstrekken op de voor hen in gereedheid gebrachte, wederom zeer eenvoudige, maar daarom nog geenszins ongeriefelijke legersteden. De vroege morgen van den volgenden dag vond onze reizigers na een frisch bad en een hartig ontbijt weer tot het voort-
. m^ zetten van hun tocht gereed; en terwijl nu de paarden werden opgezadeld, nam Gauparada voor eenige oogenblikken Siddha ter zijde, en sprak, ditmaal buiten gehoor van Koelloeka: — Heilige kluizenaars, mijn jonge vriend! zijn gewoon, de jongeren die hen komen bezoeken, niet zonder eenige leering, 't zij dan versündig of niet, te laten vertrekken. Gij wacht misschien iets dergelijks ook van mij. Maar aan bedriegt gij ü. Ik heb voor 't oogenblik niets te voegen bij 't geen de wijze Koelloeka, uw verstandige goeroe, u ongetwijfeld geleerd heeft. De wereld die gij ^aat opzoeken, en 't leven zelve moeten het vardere doen. Maar één woord toch, waaraan ik een verzoek heb toe te voegen! Schroom niet, wanneer gij ginds in het zuiden in het machtig en weelderig wereldrijk zult zijn aangekomen, uw aandeel te nemen aan geoorloofde uitspanningen en vermaken; geniet het leven, dan eerst leert gij 't kennen en het wezenlijke van het onwezenlijke onderscheiden: maar gedenk steeds de les, waaraan uw leeraar u voorzeker meermalen herinnerd heeft: houd uw gemoed rein, en draag zorg, dat gij u nooit over uwe handelingen te schamen hebt, niet enkel voor anderen, maar ook voor uzelven! Doch wanneer het mocht gebeuren, dat gij, in weerwil van uw ijverigst streven om die les te betrachten, toch op eene of andere wijze de gemoedsrust zaagt gestoord, die u als elk ander mensch onmisbaar blijft, en indien gij dan soms geen vriend mocht hebben, wien gij uw hart kunt openleggen, denk dan eens aan een uiki_ vriend van uw vader en van uw leeimeester, en kom tot den kluizenaar van den Bhadrinäth. Wilt gij mij dat beloven ? — Ik beloof het! — antwoordde Siddha, eenvoudig maar met mannelijken ernst, ter-
wijl hij de armen eerbiedig over de borst kruiste. Maar vriendelijk als steeds vatte Gaurapada zijne beide handen en drukte ze hartelijk. Weldra werden de paarden voorgebracht, de ruiters zetten zich na afscheid van den kluizenaar in den zadel en reden door hunne dienaren gevolgd, het bosch weer in en het bergpad op. Nog meer dan eens zag Siddha om en wierp hij een blik op de eerbiedwekkende gestalte van den wijze, zooals die met den tijger nevens zich nog geruimen tijd tusschen de hooge boomstammen door, aan den drempel zijner woning zichtbaar bleef. Daarna reed hij zwijgend en in gedachten verzonken naast zijn metgezel voort. Eensklaps, als opschrikkend uit zijne mijmering, hield hij zijn paard met een vrij onzachten ruk in, zoodat het bijkans steigerde. — Koelloeka 1 — sprak hij, — ik zag nooit een man als Gaurapada! Doch bijna op 't zelfde oogenblik kleurde hij tot over de ooren, bedenkend, maar te laat, dat zijn uitroep juist niet bijzonder vleiend voor zijn vriend en leeraar mocht heeten. Noodeloos evenwel maakte hij zich ongerust door te meenen, dat dezeeenigen aanstoot aan zijne woorden nam. Integendeel, Koelloeka's gelaat teekende eene ongeveinsde vreugde over de bewondering van zijn leerling voor zijn ouden vriend. — Inderdaad! zeide hij, — het verheugt mij, dat gij zoo over hem denkt; dat pleit ook tevens voor uzelf. En wees niet bevreesd u ooit in hem bedrogen te zullen zien. — Maar, — vroeg Siddha weer even plotseling na een oogenblik stilzwijgen, — wie is nu Gaurapada? — Wel! was het antwoord, — dat hebt gij immers zelf gezien: een Kluizenaar in het H imalaya-gebergte.
f
mmmmmmfmim^mm^ma**
— Nu jal — zei Siddhä eenigszins ongeduldig, — dat weet ik óók wel; maar ik meen: wat was hij vroeger, eer hij hier kwam en tijgers temde? — Hij trachtte menschen te temmen, antwoordde Koelloeka, — maar 't gelukte hem niet altijd. Doch waarom hebt gij hem zelf niet gevraagd, wie hij was ? — Zou dat bescheiden zijn geweest ? Zoudt gij dat hebben goedgekeurd ? — Neen, zeker niet! Gij hebt goed gehandeld met de gastvrijheid niet te schenden door onbescheiden nieuwsgierigheid, ook al kwam ze voort uit wezenlijke belangstelling. Maar daarom hebt gij nu ook verdiend, de nieuwsgierigheid te zien bevredigd. Gaurapada heeft mij veroorloofd, indien ik dat goed achtte, u zijn verleden en zijn waren naam mede te deelen. Zoo luister! — Er was eens een Koning — Hoe nu ? — vroeg Siddha, een weinig verstoord -— gaat ge mij nu een sprookje van Somadeva vertellen, zooals ik er zooveel van u hoorde toen ik een kleine jongen was? (Wordt vervolgd.)
Verkeerd begrepen door F. MONTGOMERY Verteld voor de jong-e lezeressen en lezers van ons blad Baron Ëverard verloor jong , zijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildzang, en Alfred, etn zwakker ventje. Hun f ransche kinderjuffrouw heet Virglnle. De baron is lid van het Parlement en daarom dikwijls van huis Hi| moet dus de opvoeding van de kinderen wet aan de vreemde vrouw overlaten, die de knaapje» niet begrijpt. Vooral Humphrey is een vreemde natuur. Uiterlijk ongevoelig en altijd voor kattenkwaad te vinden, ia dit knaapje au fond een zeer gevoelig kind die z'n lieve, te vroeg gestorven moeder, heel erg mist. Alfred Is een zwak kereltje, naar lichaam en naar karakter. Hij wordt door zijn ouder broertje heelemaai beheerscht. Zoo heeft hij zich laten meetroonen op een uitstapje waarvan de jongens op den terugweg verdwaald raken, Alfred is door dit avontuur ziek geworden en heeft weer longontsteking. Humphrey wil zijn broertje wat radijsjes brengen en wordt door Virglnle erg beknord. Weet hij dan niet hoe vreeseltjkzlek Alfred was. Virglnle heeft geen idee boe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwetst. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naaratooze verlatenheid kwam over Humphry Doch zoodra Is Alfred niet hersteld of Humphry lijkt weer de .,oude." Humphrey krijgt een duchtig standje van zijn vader, Den volgenden dag neemt de baron zijn zoontjes mee naar een oogstfeest. Aangezien hij naar de stad terug moet. laat hij hen op 't veld achter en zegt hun op Virginie te moeten wachten. Humphry tracht z'n broertje over te halen om naar den koelen vijver te gaan. om daar een overhangcnden tak te beklimmen, hetgeen de baron hun streng verboden heeft. Een tijdlang amuseeren zich de kinderen met het vreemde spel en In deze aparte omgeving. Zij merken niet hoe het weer veranderd en nu hebben zij het ongeluk van den tak in het water te vallen. Baron Everard wordt telegrafisch geroepen. Hij vreest natuurlijk dat Alfred weer ziek zal worden. Over Humphrey is hij heelemaai niet ongerust. Dien kan een nat pak niet schaden dacht hij. doch als hij thuiskomt, ervaart de vader het ergste. Alfred is ongedeerd gebleven, doch Humphrey Is zwaar gewond, de arts heeft om twee der bekwaamste doktoren getelegrafeerd. Aan het bed van zijn wildzang begrijpt de baron eerst wat de aard van zijn oudsten zoontje was. Als Humphrey weer tot bewustzijn komt is z'n eerste gedachte bij Alfred, daarna spreekt hij pas over zich zelf en vraagt of hij erg ziek is en spreekt van het oogstfeest. Alfred vraagt wanneer Humphrey komt spelen, en als hij den volgenden morgen In de ziekenkamer wordt toegelaten zegt hij (lat Humprey niet ziek mag zijn.
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON•'
NEW'ffiSJISON COMRUBSON imijllll UVMC A1I1IM REVEALS NU DtFEERENCE
Wij noodlgen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
.
LEIDSCHESTKAAT 84 LANGE POTEN 15 WITTE DE W1THSTKAAT 88
■® BLOEMEN IN VELD EN BOSCH ®W aterblaasjeskruid. Na de Zonnedauw (Drosera) en het Vetblad (Pinguicula) willen wij thans als derde in de reeks van vleeschetende planten, enkele interessante bijzonderheden van het Waterblaaskruid (Utricularia) mededeelen. Een van ^e soorten, de utricularia vulgaris, komt heel veel in onze slooten voor. Het is een drijfplant, die geen wortels heeft, maar alleen fijn-vertakte bladeren, die met talrijke blaasjes, zoo groot als een erwt, bezet zijn. Ze zijn voor de plant het middel om zich drijvende te houden en tevens vervullen zij den dienst van vangapparaten. Deze blaasjes nu zijn onophoudelijk door de geleerden bestudeerd, waarbij men tot verrassende resultaten is gekomen. Men ontdekte n.1. dat elk blaasje (zie teekening) een klepje heeft, waamevens eenige sterk vertakte haren, die kegelvormig uitstaan. Het geheel gelijkt zeer veel op een watervloo, een insect, dat bij onze aquariumvrienden geen onbekende is. Zoo'n blaasje heeft een bollen en een meer afgeplatten kant, dien we de buikzijde zouden kunnen noemen. Een eindje van de punt van de buikzijde af, zien we, wanneer het geheel onder een loupe bekeken wordt, een opstulping van de blaasjeshuid. Het gedeelte nu van de punt af, (daar, waar haren zijn ingeplant) tot de opstulping, ligt los op den rand der inbuiging en steekt er naar binnen een eindje overheen. Dientengevolge kan het klepje zich alleen naar de binnenzijde openen. Aan den voet van de haren wordt een zoet vocht afgescheiden. Hierdoor en mede door het
E5
1
-rr
<
Ég|
J
^
- . . —.
^mgL - —
\
Nu werd de baron weggeroepen, dewijl de doku-rs uit Londen aangekomen waren. Hij vond deze beeren in de eetkamer, met den dokter van het dorp over de zaak sprekende, en na bevolen te hebben hun eenig ontbijt gereed te maken, keerde hij terug om den kleinen zieke op hunne komst voor te bereiden. Bij de kamer gekomen, hoorde hij Humphrey hard ^spreken, en werd nog meer verschrikt, toen hij Alfred met een angstig gezichtje uit de deur zag komen, uitroepende: „O paatje, paatje! wilt u bij Humphie komen? hij schreit zoo en roept om u!" „Schreit hij zoo! wat is er dan gebeurd ?" „O ik weet het niet; hij begon zoo te schreien en te jammeren toen ik het zeide!" v „Wat zeide — wat zeide ?" „O, paatje, ik vertelde hem, dat ik Virginie tegen iemand had hooren zeggen, dat hij zijn leven lang „boiteux" zou zijn, en ik vroeg maar alleen wat dat beleckende ?"
feit, dat die haartjes steeds in beweging zijn (door het water!) worden de waterdiertjes aangelokt. Raakt nu zoo'n individu een enkel draadje aan, dan springt plotseling het jjlepje open, het water stroomt naar binnen en tengevolge van de zuigkracht het diertje eveneens. Is het blaasje gevuld, dan sluit het klepje zich weer en... het slachtoffer is gevangen, ten doode opgeschreven, want langzaam sterft het hier den hpngerdood. Het lijk gaat tot ontbinding over en de verrottingsproducten worden door de zuigharen, die zich in het inwendige van het blaasje bevinden, opgenomen. De natuurvorscher Cohn deed in het jaar 1874 voor het eerst deze proef. In die blaasjes werden tal van waterkrabben, muggenlarven en andere waterdiertjes gevonden, die tevergeefs trachtten een uitweg uit hun groenen kerker te vinden. Met enkele dagen waren ze alle ten doode opgeschreven. Het kleine Blaasjeskruid (Utricularia minor) kan tengevolge van zijn onbeduidende blaasjes slechts Infusorien, raderdiertjes, e.d. vangen. B. J. WILLEMS.
DENK AAN UW BOEKENKAST! *&-
W&óïm >
„En veronderstel dat het waar was — wat dan?" Jal wat dan? Zijn duizelig hoofd vatte de beteekenis dezer woorden niet, of maakte hem althans hunne beteekenis niet helder. Het luide kloppen van zijn hart, zijne brandende lippen trachtten ze te herhalen, hij worstelde met zijne hem ontzinkende krachten, iedere zenuw inspannende, om een antwoord te vinden op de vraag. Te vergeefs! ledere polsslag in zijn kloppend hoofd scheen de vraag t e herhalen, de lucht rondom hem was vol stemmen, en stemmen en polsslagen riepen tegelijk: wat dan? wat dan ? Maar de vraag bleef onbeantwooird — want het kind viel in onmacht.
BEN TYPÏSCHB SCHOOL.
Een abonnè dien gij on» aanbrengt beteekent voor u de ontvangst van een mooi boekdeel. Het ii gemakkelyk om on» nieuwe lezert te bezorgen en voordeelig ook voor ui
Te vergeefs had de baron den ganschen nacht gepeinsd om woorden te vinden, waarin hij het vreeselijke nieuws zou inkleeden. \
Tijdens de middag gaan alle kinderen onder toezicht van een „zuster" in de open lucht een slaapje doen,
Ook krijgen de leerlingen tusschen de lesuren een flfnke schotel pap, welke graag wordt verorberd.
A
^rL-A-^%aJ5^
■
Een kijkje in de klas tijdens het leesuur. De zon scnijnt in het lokaal en alles i.i er frisch en licht. Let ereis op de melkkroezen, die gevuld staan te wachten. Ze zijn voor de kinderen bestemd. Er zijn kinderen, die niet gezond genoeg zijn om een paar uur Der dag in een gewoon schoollokaal onderwijs te krijgen, daarvoor hebben ze te ve-1 behoefte aan versehe lucht. Voor hen heeft men bij wijze van proef in Amsterdam in het Vondelpark een .Openluchtschool in gebruik genomen. Bovenstaande plaatjes en oe ondersenriften geven duidelijk aan wal er allemaal in en om di* school gebeurd.
Het édn na het ander had hij afgekeurd, omdat niets hr^n ook maar ter helft scheen uit te drukken, d^ liefde en teederheid met welke zulk eene mededeeling gedaan moest worden. Woorden waren zoo wreed, zoo koud! zij konden niet uitdrukken wat hij gevoelde, zij konden de tolken niet zijn van al het medelijden, van al het medegevoel dat zijn hart vervulde! En nu — was zonder eenige voorbereiding, zonder eenige verzachting, de vreeselijke slag gevallen! Een oogenblik ontzonk den vader het hart; hij gevoelde dr" hij den knaap niet kon aanzien, dat hij zijn vragenden blik Biet kon doorstaan, niet met zijn eigen mond de vreeselijike waarheid kon bevesitigen. Maar er was geen tijd tot nadenken. Humphrey's zwakke stem, hem roepende om toch te komen, bereikte zijn oor, en wierktuigelijk naderde hij de legerstede. „Vader!" riep het kind (en hoe zullen wij den toon zijner stem wedergeven, of ook maar «en denkbeeld geven van het sroeekende en nameloos ang-
stige daarvan?) „Het is niet waar, is het wel? Och zeg dat het niet waar is!" Al de woorden van vertroosting en verzachting bestierven op de lippen des vaders en zijn tong was als vastgenageld. „Zij zegt altijd onvriendelijke dingen", zuchtte het kind, zich aan hem vastklemmende; „dat moest zij niet doen — niet waar? Gij antwoordt niet vader! Vader! waarom zegt gij het niet, waarom zegt gij het niet terstond dat het onwaarheid is?" En daar zijnne vrees toenam, begon zijne stem te haperen en hield hij zijn vader des te steviger vast, „antwoord mij — vader — waarom spreekt gij — niet?" „Mijn arm kind, mijn arme jongen!" Nog ééne poging niettegenstaande zijne stem hem bijna ■begaf, niettegenstaande het gevoel van doodelijke krankte. „Hef uw gelaat op, vader. Laat — mij — u — aanzien!" Wat was er in dat gelaat, dat zijn hart met schrik vervulde en hem overtuigde, zelfsi vóór dat er een enkel woord was gesproken ?
Snel riep baron Everard de dokters, en zij deden al wat zij konden om hem weder bij te brengen. Na eenige oogenblikken gaf hij teekenen van bewustzijn, en om te voorkomen dat zijne gedachten terugkeerden tot het onderwerp dat hem zoo zeer had aangegrepen, verzochten zij den baron zich weg te houden, en plaatsten zij zich zóó voor het kind, dat zijne aandacht noodwendig het eerst op hen moest vallen. Toen Humphrey langzaam weder bij kennis kwam, herinnerde hij zich inderdaad niet duidelijk wat er gebeurd was, maar dat er iets vreeselijks was, waarvoor hij beefde, dat was hij zich ten volle bewust. Als wij met een gevoel van smart zijn ingeslapen, dan voelen wij den volgenden morgen bij het ontwaken, als bij instinkt, dat er iets niet goed is, ofschoon wij nog te verward zijn, om ons alles duidelijk te herinneren, en zelfs, terwijl wij trachten het ons voor den geest te roepen, huiveren wij om onze gedachten daarheen te leiden, om zoo lang mogelijk den oogenblikkelijken vrede te behouden, waarin de vergetelheid ons had gebracht. In zulk een lijdelijken toestand zou Humphrey hebben blijven verkeeren, had niet een der dokters, om zijne gedachten af te leiden, zijn voorhoofd aangeraakt, en hem aldus de oogen doen openen. HelaasI weinig kenden zij den alvermogenden invloed van de plaats waar hij lag. Oogenblikkelijk sloot hij zijn oogen weder en sloeg geen acht op de pogingen der dokters om hem te doen spreken. In dat ééne oogenblik was zijn blik gevallen op de beeltenis zijner moeder, en herinnerde hij zich eensklaps, wel is waar niet datgene waarvoor hij zoo huiverde, maar toch iets weinig minder smartelijks. Laat ons een oogenblik zijne gedachten volgen. (Wordt vervolgd.)
■
^
■ '
'
■'
"
.
..
;
\^^^^^^^^^m^mmmmmm^
VOOR OlM/E LEZERESSEN WAT DE DOKTER ZEGT Het is duidelijk, dat de kennis van levende organismen als oorzaak van verschillende /dekten, van veel invloed moest worden op de b e strijding smethoden van die ziekten. Het kwam er nu op aan te keren, hoe men die ziektekiemen vernietigen kon. Dit bleek niet gemakkelijk, want de bacteriën zijn zeer weerstandskrachtig. Zoo bleken ze b.v. buitengewoon goed bestand tegen de koude, zelfs als men de temperatuur zeer laag maakt. Men remt dan wel hun ontwikkelmg. maar doodt ze niet. Beter bleek de vernietiging te gelukken door warmte, want daartegenover is hun weerstand geringer. Dit maakt tal van maatregelen begrijpelijk, die bij een operatie genomen worden, om de kans, dat de wond geïnfecteerd zou worden, te ontgaan. Men weet immers, dat alle instrumenten die gebruikt worden, zorgvuldig worden uitgekookt en daarna door niemand meer mogen worden aangeraakt, die niet de handen nauwkeurig heeft ontsmet. Ook al het verband-materiaal, de doeken die de wondomtrek bedekken, zijn gesteriliseerd, dus van ziektekiemen bevrijd, door m aan hooge temperaturen bloot te stellen. Dit is ook de reden, dat men bij een eenvoudig iets als het doorprikken van een blaar b.v., steeds een uitgegloeide naald moet gebruiken, die daardoor weer „sterieJ" is geworden. Behalve door warmte kan men door allerlei chemische middelen, de ziektekiemen dooden, zooals door carbol, lysol, sublimaat en vele andere stoffen. Een heele toer is het b.v., om voor een operatie onze handen, waarmee we dan veilig de wond moeten kunnen aanraken, zóó afdoende te reinigen, dat ze steriel geworden zijn. Hiervoor is 'n eenvoudige wassching geenszins voldoende; het gelukt slechts door een langdurige bewerking, waarbij behalve warm water en zeep, ook nog chemische middelen gebruikt worden (alcohol, sublimaat, lysol.)) De dusdanig gereinigde handen worden dan vaak nog bekleed met uitgekookte' dus ook steriele gummi handschoenen. Sommige voedingsmiddelen moeten ook op een bepaalde manier behandeld worden, om te verhinderen, dat ze levenskrachtige ziektekiemen bevatten. Zoo weet men, dat men melk alleen veilig kan gebruiken als ze gekookt is. Anders kan er een of andere ziekte (b.v. typhus) door overg eb ra dit worden. Alleen op
No. 74670 Eenvoudige moderne japon, met midden in den rok een naar binnen vallende plooi. De kraag en het voorpand 2ijn gegarneerd met borduursel. Benoodigd van 95 cM. breede stof 4 M. 'garneering 1.10 M. Verkrijgtiaar in bustemaat 90. 95, 100. en 110 cM.
No. 74454 Gekieede damesnamiddagjapon voor fijne wollen stof met vest en kraag van georgette en garneering van fantasie gallonnetje. Benoodigd van 100 cM. breede stof 3.25 4 3.75 M.; van 95 cM. breed georgette 90 cM; galon 2 M.
Van deze afbeeldingen, welke met toestemming der firma Weldon Ltd. te Lonaen. ziii lereproduccerd, zijn franco per oost gekniote oatronen verkrijobaar, tegen toezending van I 0.75 en vermelaing var, het no. aan mevr. Milly Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haac
BANANEN GERECHTEN De banaan wordt in ons land gewoonlijk rauw gegeten en toch zijn er verschillende lekkernijen van klaar (e maken Mogelijk zal de huisvrouw er belang in stellen, enkele recepten te bezitten voor de bereiding. Een goed zieken- of kinderkostje is, groote bananen, niet overrijp, in een geboferden schotel te leggen. Een stukje boter op elke vrucht, strooi er wal suiker over en ciiroensap en bak ze ongeveer 15 a 20 minuten in een matigen oven. Wil men bananenvla maken, dan kan men zes rijpe bananen, na ze eerst van de schil ontdaan te hebben, roeren met iels meer dan een ons suiker, gebruik een zilvtren lepel of vork. Doe het papje in een pan met een kopje water en de geraspte schil van een halven citroen, wat vruchtensap van citroen of sinaasappel. Laat dit gedurende 15 a 20 minuten zachtjes koken. Doe er het stijfgeklopte wit van een ei bij en laat t nog even koken en dan afkoelen, Doe er verder licht' roerend wat room bij en dien het op met biscuitjes. Banancncompote is als volgt te bereiden: Schil drie of vier rijpe bananen en snij ze met een fruitmesje in schijfjes. Doe 't zelfde met twee of drie sinaasappelen. Maak een stroopje van water, citroensap en 1V2 ons suiker. Kook dat 5 minuten, leg de vruchten in een glazen schotel, giet het stroopje er over en strooi er wat gesneden amandelpitten over heen. Ook voor sandwiches kan men bananen op verschillende manieren gebruiken als bijv. geroerd met wat chocoladepoeder en vanille, geroerd met wat geraspte kaas en peper en zout. Men smeert dit mengsei lusschen een broodje of tusscheh dunne, geboterde sneedjes brood ; voor een picnic zijn deze sandwiches zeer smakelijk. Men kan ze traden en snijdt dan de punten er af en na ze geschild te hebben, worden ze ook in de lengte doormidden gesneden. Smelt wal boter in de kockepan en leg daarin de bananen met de platte zijde, dek ze toe en laat ze zacht koken. Zorg dat ze niet vastplakken, door er af en toe met een mes onder te steken, voeg er nog wat boter bij en laat ze bruin braden. Dien ze warm op toast met sinaasappel of citroensap of wel met peper en zout om een vlccschschotel te garneeren. Ook kan men bananen bruineeren, door ze, van de schil ontdaan eerst door eiwit en beschuit te rollen en dan in kokend vet te bakken Dan kan men ze opdienen met suiker en citroen of met stroopsaus, of men rolt de bananen door peper en zout, alvorens ze door eiwit te halen, dan zijn ze weer smakelijk bij vleesch of kunnen dienst doen inplnals van groente.
z«er bijzondere wijze gewonnen melk (z.g. modelmelk) kan ook ongekookt worden genuttigd. Behalve door koken, is de melk ook kiemvrij te maken door het z.g. pasteuriseeren, 'n bijzondere wijze van verwannen, die ik hier niet verder zal beschrijven. Het fraaiste zou het natuurlijk zijn„ wanneer we een middel kenden, dat, wanneer we het innamen, alle in ons lichaam aanwezige ziektekiemen doodde, zoodat we dusdoende ons eigen lichaam konden „steriliseeren". Tot nog toe is een dergelijk middel echter niet bekend. De moeilijkheid zit hem hierin, dat de stoffen met sterk bacteriën doodende eigenschappen ook voor ons lichaam vergiftig zijn, zoodat het dus niet geraden is ze in te nemen (sublimaat b.v.). Behalve door het dooden der ziektekiemen, waar dat mogelijk is, moeten we de besmettelijke ziekten natuurlijk bestrijden, door te zorgen, dat de ééne persoon de andere niet kan besmetten. Dit dus door maatregelen als: afzondering der lijders, desinfectie van voorwerpen, die door den lijder met ziektekiemen kunnen zijn besmet, enz. Slechts door zulke maatregelen is het mogelijk het ontstaan van uitgebreide epidemieën van sommige ziekten (b.v. roodvonk) te verhinderen. Nog eens samenvattende, zien we dat de strijd tegen de gevaarlijke ziektekiemen, dus voornamelijk geschiedt door algemeen hygiënische maatregelen (zindelijkheid, zorg voor licht en lucht, zuiver drinkwater, enz.). Daarnaast door vergrooting van den weerstand van den mensch in het algemeen, door een gezonde levenswijze, en door maatregelen bij eenmaal uitgebroken ziektegevallen (afzondering, desiniectie, etc). Verder komt dan de meer speciale behandeling, b.v. met een serum of een vaccin. Hieraan zit echter zooveel moeilijke theorie vast, dat ik daar nu niet verder op in kan gaan. Ten slotte nog dit: het bewustzijn, voortdurend door dergelijke kleine levende wezens omringd te zijn, mag niet leiden tot kleingeestigen angst, maar mag wel het nut doen inzien, van eenvoudige hygiënische begrippen en de noodzakelijkheid doen begrijpen van wel eens onaangename middelen, die noodïg zijn om -besmettelijke ziekten te bestrijden, zooals afzondering van lijders, schoolverbod, briefjes op de deur, e.d. meer. H. L. S. OnKe medische medewerker geeft gaarne antwoord opvragen, mits deze geen,, per soonliike" gevallen betreffen, wetke door den practiseerenden geneesheer kunnen worden behandeld.
FM->
]
'^
u
—
. . .,,_
1
HEEREN MODE-ARTIKELEN
Er zijn heel wat beeren artikelen die U, om verschillende redenen, niet gaarne aan de gewone wasch zoudl willen toevertrouwen; sommige moeten apart gewasschen worden terwille van hun fijn weefsel, hunne fijne kleuren, of omdat zij geregeld in gebruik zijn, of om verschillende andere redenen Zachte wollen truien overhemden, halsdoeken, sokken, zijden zakdoeken, wildlederen handschoenen, speciaal linnengoed, al dergelijke artikelen behooren apart gewasschen te worden, en wei steeds met Lux Lux maakt het mogelijk thans fijne modeartikelen aan te schaffen, die vroeger voor buitensporig golden De fijne Lux vlokjes lossen onmiddellijk in heet water op en geven een overvloedig sop. Wanneer U dit sop laat afkoelen heeft U het ideale waschmiddel voor alle artikelen, die speciale zorg vereischen.
LEVER-S ZEEP MAATSCHAPPIJ VLAAROINöHN
^^^^^^^—^^^^^^^^^^^•^^^^^^m^^^^^m
AJAX SIX
N.VZAADH/XINIDEL ■^^EN ZAADTEELT
SPROETEN
Nooit werd een wagen met meer enthousiasme ontvangen. Nooit was het publiek zoo eenparig in lofuitingen. De verkoop in enkele weken is boven iedere verwachting vermenigvoudigd. Meer dan 100 voordeelen boven iedere wagen in zijn prijsklasse.
verdwijnen spoedig dooreen pot
V
/HA.H0BBEI
SPRUTOL Bij Alle Drogisten
OOLTGENSPLAAT Levering aan landbouwers en tninbezitters Men vrage prijscourant Op bijna alle plaatsen vertegenwoordigd
[ Abonneert U op dit blad
CNASH BUILT)
f
van
een beleerend, doch vooral niet geleerd tijdschrift voor slechts
2.75
Torpedo, 5 plaatsen f 3575.— Sedan, 5 plaatsen, 4 deuren ... f 4200.—
PER HALF JAAR
In het brandpunt der publieke belangstelling staat: ZULK EEN TIJDSCHRIFT IS
AJAX SIX CNASH BUILT)
de vraagbaak voor den Radio-amateur.
N.V. H. ENGLEBERT & Co's AUTO-HANDEL DEN HAAG
OPGERICHT IIMS
^^
j^\ooi' de Duldt-American Film Co- Ie Amslerdam is bovengenoemde '-^ Universal-film in ons land gebracht, waarin na langen lijd hel doek vaarwel gezegd Ie hebben, de lalenlvolle acteur Kudolph Schildkraul de noofdrol weer vervuil, n !• die van Rabbi Moishn Cominsky. Deze heeft zich na zijn vlucht uil Rusland in New-York gevestigd met z'n zoons Morris en Sammy. Morris zal weldra tol meester in de rechten promoveeren, maar Sammy doet zn ouders verdriet door beroepsbokser te worden. Hij had dit beroep evenwel gekozen met het denkbeeld z'n ouders dan goed Ie kunnen steunen- Morris verlooft zich niet een schatrijk meisje. Ruth Stein, en vertelt zijn aanslaande schoonouders, dat hij een wees is. Z'n vader valt hij steeds lastig om geld en deze verkoopt ten slotte zn oude pels om Morris nog wat Ie kunnen geven, maar vat dan kou en wordt ernstig ziek. Niettegenstaande dringende smeekbeden van zn moeder komt Morris niet aan het ziekbed van zijn vader, loevallig komt Sammy zijn verloofde Mamie, die in de buurt woont, opzoeken en verneemt daar vaders ziekte. Om den zieken man hel verdriet van Morris nalatigheid te besparen, neemt Sammy aan vaders ziekbed de plaats van den afwezigen Morris in, hetgeen mogelijk gemaakt wordt door het zwakke
GEEFT U ALS ABONNÉ OP
WELTEVREDEN
bij de Adm. van ELECTRO-RADIO. Hofwijckstraat 9, Den Haag
Slapeloosheid Overspanninó Gejaagdheid Prikkelbaarheid Examenvrees Gebruik hiertegen de
Zenuwstil lende en Zenuwsterkende
Godfried de Groot Doorzlklen^ yPmstellaan 64
-
bli Wielrijders ' en een door zon Verschroeide Huid, verzacht en geneest
yTmsterdam
Telefoon 28474
men metpiipgi
BjjApoth.en Drogisten|
Mijnhardt's Zenuw tabletten
FOURSTEPTANGO
Specialiteit in T^oderne en yMstiefee foto's
De ideale zomerdans 1926
DANSINSTITUUT C KLINKERT
HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuyf straat 65 - Den Haag Telefoon 36644 Belastiich metheCSAMENSTEHENvan Cabaret proqi-ammas en het organiseeren van Feestavonden, Concerten, Drawingroom-Entertainments. Soirees particnlières Kindervoorstellingen, etc. etc.
TAen zie de vele reproducties van ons
Stadhouderskade 152
Amsterdam
werk in ,.Het Weekblad" Cinema S theater
Tel. 24232
24 no's p. ja ar - f 1.50 p.kwartaal
Een prachtig heldere wasch — en veel minder moeite, door gebruik van
DE LEVER S ZEEP MIJ.
- VLAARDIN6EN
gezicht van Cominsky. Zoo ontvangt Sammv in de plaats van \\orris den vaderlijken zegen. De vreugde over het vermeende weerzien van zijn lieveling Morris doet bij den zieke een wonder gebeuren. Tegen alle verwachting in herstelt de oude rabbi. Doch kort daarop leest liij tol z'n groote ontsteltenis de verloochening door zijn zoon in de krant, die aan een journalist verklaarde dat hij geen ouders meer h.id en alleen door eigen kracht in de wereld vooruilgekomen was De arme vader kan zijn eigen oogen niet gelooven. Zooiets kan „zijn Woifis' niet gezegd hebben- Hij gaat zijn zoon opzoeken en vindt liem ten huize van zijn bruid aan het verlovingsdiner. Openlijk ver* loochent Morris thans zijn vader, lotaal gebroken keert Cominskv huiswaarts. Op het ondergrond station ontmoet de oude man zijn vrouw en Sammy's meisje Mantle, die van de boksmatch terugkwamen waar Sammy een schitterende overwinning in den ring behaald had Sammv besluit thans zijn laffe broer ter verantwoording te gaan roepett. Hij dringt in de eetzaal, waar juist oo het toekomstige jonge paar getoast wordt, met geweld binnen en deelt de aanwezigen mee wie en wal Morris is. Sammy sleurt Morris mee in een taxi en voert hem zoo naar huis. p.indelijk dringt het besef van het vreeselijke dat hij zijn vader aandeed, tol Morris door. Nederig vraagt hij zijn vader om vergiffenis. Rn de vader.die ondanks alles loch-nog innig veel van Morris houdt, schenkt hem de zoo vurig begeerde vergiffenis, waarna een algemeene verzoening volgt
*s^
wü.pyjjifjjij^. msi.
..»^.m^w^^ ^
;
.
;.-«■,;■
'
l1 i l I
UQQBE INlUOi
Vrij en bandeloos springt hij rond over liet wereldtooneel en zijn weg bleef door alle eeuwen heen onveranderd. Alleen verwisselde hij van naam. naar gelang het land, waar hij optrad, als potsenmaker of zedenmeester. Men vindt hem zoowel bij de Indiërs in Hindoestan, waar hij ,.Bidusaka ' heet, als bij de Italianen, waar hij de herinnering levendig houdt aan den indertijd te Napels wonenden Paolo Ciniello,den levenslustigen knaap, die lui en lekker, maar ook grappig en. geestig, zijn zwartgalligen Franschen meester dikwijls door zijn snakerijen opbeurde. Zijn naanT radbrakend, noemde zijn baas hem ..Paulchinel .waaruit de Italianen ..Pulcinella . de Franschen ..Polichinelle' . de Vlamingen ..Poesjenel en de Engelschen hun ..Punch distilleerden. In Duitschland volgde hij als ..Kasperle zijn voorvader ..Hanswurst' op, die verwant was aan het geslacht ..PickelheringHarlekin . welke laatste weer een telg was van den beroemden italiaanschen stam Arlecchino. Die naamsveranderingen hebben vele geleerden al heel wal hoofdbrekens veroorzaakt. Het poppentheater, waar die grappenmaker len looneele verscheen, kan zelfs prat gaan op klassieke schrijvers, die de overtuiging hadden, men bij ..kinderen en volk door gezonde levenswijsheid hel eigen bewustzijn moet opwekken . He dwaasheid bespotten, op fouten
Naar de novelle van Rudolf Meinert „De roode Muis" is een film vervaardigd door de Ufa. De bekende artisten And Egede Nissen, Paul Richter en Charles Willy Kaiser vervullen de voornaamste rollen. Aud Egede Nissen is Fanny, bijgenaamd ,,De roode Muis". Een regisseur van een filmgezelschap merkt haar op in een apachenkroeg en besluit haar een rol in zijn film te laten spelen. Dr. Franklin, een beroemd jurist, die de opnamen bijwoont, wordt verliefd op haar. Zij vertelt den regisseur, dat zij eenige jaren geleden Billy, haar jeugdliefde was gevolgd, en gelukkige tijden had doorgebracht tot zij ontdekte in handen gevallen te zijn van een avonturier. De regisseur belooft haar te zullen zwijgen en Fanny wordt de vrouw van dr. Franklin, terwijl Billy wegens inbraak tot gevangenisstraf wordt veroordeeld. Als Billv weer
wijzen, wantoestanden hekelen, opvoedkundige lessen geven, dat zijn de voornaamste middelen om den toeschouwers te wijzen op het goede of kwade, dat hen omringt. Dat is de ethische kern der z. g. poppenspelen. Weet men daaraan het aesthetische of smaakvolle en schoone te verbinden, dan kan de verrassende uitwerking niet uitblijven. Wanneer nu iemand als Henri ter Hall, de revuekoning, die ons elk jaar komt verblijden met het modernste kijkspel, vol ernst en actualiteiten, waarin plastiek, schilderkunst, muziek, zang en dans zich vereenigen, om gekruid met kwinkslagen en grappen, de noodige afwisseling te brengen, zijn genegenheid voor kind en volk wil belichamen in een levend poppenspel, dan kan men er zeker van zijn iets goeds, leerzaams en vermakelijks te aanschouwen. ,.Jan Klaassen gaat op reis." dat is de titel der kinderrevue, die in het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam hare première beleefde. Elk Nederlander kent Jan Klaassen en is trotsch op dien landgenoot, al is zijn wapenschild niet geheel onbevlekt. Als trompetter van de Lijfgarde des ..Princen van Oraniën" werd hij in 1652 uit den dienst ontslagen, qing hij uit ..poppenkast spelen' en kreeg in dat vak groote vermaardheid. Zijn naam en die van zijn vrouw Katrijntje Pieters. (met wie hij zoo oneenig leefde, dat zijne buurt, het Fransche Pad. de tegenwoordige Willemstraal te Amsterdam er vaak geheel door in rep 4 en roer kwam), zijn de namen gebleven der hoofdpersonen op het Hollandsch poppentooneel, welke figuren, zooals men uit bijgaande foto's zien kan. met vrienden en kroost nu in levenden lijve door jong \ en oud kunnen worden bewonderd. „Jan Klaassen is niet dood, hij leeft 1' ERIC WINTER.
l vrij komt, wil hij met een handlanger in het huis van dr. Franklin dringen. Zij doen dit tijdens een feest en Fanny, die even naar haar kamer gaat, ziet plotseling Billy voor zich. Hij herkent haar en ontrooft haar al haar sieraden. Franklin vindt z'n vrouw Bewusteloos en met groote liefde verpleegt hij haar tot zij weer gezond is. Billy besluit naar het buitenland te vluchten en dreigt Fanny als zij hem daartoe de middelen niet verschaft, alles bekend te zullen maken'. Op een feest bij den Spaanschen gezant is de
elite bijeen. Plotseling ziet zij Billy, en die nu gebiedend wenkt hem te volgen!,,Het paarlencollior van de vrouw van den gezant moet ik hebben," fluistert Billy haar toe. En Fanny weet, dat zij gehoorzamen moet. Op het punt het collier aan Billy te overhandigen, wordt zij zich van haar daad bewust, en geeft zij het kostbare sieraad aan de bezitster terug. Billy in zijn woning teruggekeerd, herkent aan het afgesproken signaal de aanwezigheid van de politie. Hij vlucht in de villa van Franklin, doch de poliitiebeambten bereiken hem. Billy verklaart hun, dat hij naar de vrouw wil, die hij boven alles op aarde liefheeft. ,,De Rooda Muis" en Fanny ziet met angstig kloppend hart de noodlottige ontmoeting tegemoet, die haar geluk voor eeuwig zal verwoesten en haar de liefde van haar man voor altijd zal doen verliezen. Steeds nader komt Billy, door de politieagenten geleid en thans staan zij van aangezicht tot aangezicht. Reeds wil hij spreken, doch plotseling komt een gevoel van onbeschrijfelijk medelijden bij hem op. De liefde beneemt hem den adem ... Plotseling vlucht hij naar het balcon, doch wordt door een kogel getroffen. De schaduwen van Fanny's geluk zijn gewroken; nimmer meer behoeft zij te vreezen, dat haar geluk verstoord zal worden.
"
-"
.
—
—
\ 'l-:-.. \
■
^
BELGISCHE /rr\ prr\ UITGAVE J yj.xjKJ
ÏK HOUÖ VAN,... TEKST VAN MARY DE JONG
%ewekt.
m
j J er
^
Y<Jor.eii tti&chenßpe].
H*M.JA.Hiet*«M riet .je,
men ma,a,r èr. ^en5 v^nd,
Jk \y»Mivée\vnnbA..hSi.neht
EM
m^.jiw.'Maj.Äe.. ^A,
Ma^r lie.v^r C^M dat
Zn Kwit.t&'.cho.ar.. ]&,
Jk
al.Ie5,
pt&eiMoÄAe cock.UiU, J)i6
VroeW ik j^w ^«.fe
Ik zag de Pyreneën, De Middellandsche zee, Bereisde de Sahara, En dronk op Java thee, Ik danste met de Geisha's En fietste naar Maastricht,
Ik hoorde vele Jazz-Bands, En andere muziek, Het brullen van de leeuwen In 't oerwoud, klonk uniek. Ik hoorde schapen blaten Tusschen de hei en brem, . .
Maar nóóit zag ik' iets mooiers, Dan jóü geliefd gezicht. . .
Maar nóóit hoord' ik iets mooiers, Dan jóüw zilveren stem ...
*a^ ^t>^
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
V&n
rmwd
In Bentheim kreeg ik boete, (Een grens-smokkel-geval), In Rusland liep ik bijna, In 'n communisten-val, In Gorcum kreeg ik ruzie, Een panne bij De Steeg,. Maar jij gaf mij de liefde. Die 'k nérgens anders kreeg .
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON". . of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM
LE1DSCHESTRAAT 84
DEN HAAG ROTTERDAM
LANCE POTEN 15 .... WITTE DÉ WITHSTRAAT 88
54ei Cinema fi Theatergedeelte staat onder redactie van pier Westerbaan
"ïn dit nummer bevindt xich een aördig liedje met tekst van piet 'Raat en muziek van W. p, TT, Sranse
yfdres van 'Redactie en -ffdmin.: Saigewater 22, Eeiden en Ch de Coster straat 10-12, Ürussel
ZIE DE INTRESSANTE BIJZONDERHEDEN OMTRENT ONZE REIS NAAR PARIJS OP BLADZ. 9 : ....-—,-.,-,,>.■.,..■...*. ........... —:■_