OPLEIDEN IN SCHOOL ZELFEVALUATIEKADER OPLEIDEN IN SCHOOL
ZELFEVALUATIEKADER EN INSTRUMENTEN OPLEIDEN IN SCHOOL
Er zijn instrumenten beschikbaar waarmee u de kwaliteit van opleiden in school (OIS) in beeld kunt brengen. We spreken gemakshalve over ZEK, dat staat voor ‘zelfevaluatiekader’. De zelfevaluatie biedt u de mogelijkheid een heldere ontwikkelagenda voor de toekomst op te stellen.
▪
WELKE UITGANGSPUNTEN HEEFT ZEK?
▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
het proces staat centraal en de uitvoerders worden betrokken bij de evaluatie. U bent zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg en maatwerk is mogelijk. onze aanpak sluit nauw aan bij andere ZEK-trajecten in het onderwijs (www.zekonderwijs.nl). we sluiten aan bij het toezicht door de Inspectie van het onderwijs. instrumenten zijn gedigitaliseerd, wat de verwerking vereenvoudigt. aanpak en instrumenten zijn beproefd in de praktijk. De bruikbaarheid is aangetoond. kader en instrumenten zijn afgestemd op het accreditatiekader van het Nederlands Vlaamse accreditatieorgaan (NVAO).
1 Informatiebrochure ZEK-OIS
▪
HOE PAKKEN WE DE ZELFEVALUATIE AAN? U voert de zelfevaluatie zelf uit. Ervaring leert dat deze taak bij iemand wordt belegd: een kwaliteitscoördinator. De kwaliteitscoördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van het proces tot en met de fase van het opstellen van een ontwikkelagenda (verbeterplan). De zelfevaluatie verloopt in de volgende zes stappen: STAP 1: STARTGESPREK In een startgesprek krijgt u antwoord op een aantal vragen die te maken hebben met een goed verloop van de zelfevaluatie. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de volgende vragen: ■ wat is uw doel van de zelfevaluatie en wat zijn uw verwachtingen daarbij? ■ wat is uw uitgangssituatie wat betreft kwaliteitszorg en activiteiten op het terrein van zelfevaluatie. Dus wat doet u al allemaal? ■ welke groepen wilt u bij de zelfevaluatie betrekken? Bij dit startgesprek zijn in elk geval het management (opdrachtgever) en de kwaliteitscoördinator aanwezig. STAP 2: VOORBEREIDING In deze fase gaat de kwaliteitscoördinator de feitelijke zelfevaluatie voorbereiden en inrichten. Dat betekent dat hij – al dan niet in overleg met anderen - een aantal keuzes maakt of ter besluitvorming voorbereidt: ■ ■ ■ ■ ■ ■
welke actuele gegevens zijn al beschikbaar op basis van andere instrumenten? welke standaarden worden in de zelfevaluatie betrokken: welke kunnen worden weggelaten en welke moeten worden toegevoegd en worden ontwikkeld? welke groepen en personen worden bij de zelfevaluatie betrokken om gegevens en oordelen aan te dragen? welke analyses wilt u na afloop van de zelfevaluatie kunnen maken. Zicht op deze analyses maakt het mogelijk groepen toegesneden te benaderen? welke documenten maken onderdeel uit van een dossier zelfevaluatie en zijn beschikbaar? hoe gaat de zelfevaluatie georganiseerd worden: een tijdpad met het vroegtijdig vastleggen van een aantal activiteiten en tijdstippen?
STAP 3: UITVOERING In deze fase worden de instrumenten uitgezet. De lijsten worden digitaal afgenomen, het gaat immers om een kwaliteitsbeeld. De lijsten kunnen overal en op elke computer worden ingevuld (web based).
2 Informatiebrochure ZEK-OIS
STAP 4: ANALYSE Als voorbereiding op stap 5 zijn de gegevens per groep verwerkt en geanalyseerd en in een voorlopig rapport vastgelegd. STAP 5: CONSENTGESPREK In deze fase organiseert de kwaliteitscoördinator een (of meer) consentgesprek(ken) met deelnemers aan de zelfevaluatie. Het gaat er bij het consentgesprek om binnen een groep te komen tot overeenstemming (consent) over het oordeel van de groep. Het gesprek is vooral gericht op verschillen in beoordelingen. Het consentgesprek biedt de mogelijkheid om elkaar te overtuigen met argumenten en feiten. Daarnaast benut u het gesprek om consent te bereiken over de gewenste verbeterpunten (ontwikkelagenda). STAP 6: AFSLUITING De kwaliteitscoördinator stelt nu het definitieve rapport op met conclusies en een ontwikkelagenda. Hij stuurt dit rapport aan leden die hebben deelgenomen aan de consentbesprekingen. Zij kunnen feitelijke onjuistheden corrigeren. Vervolgens wordt het rapport definitief gemaakt. De inhoud van het rapport kan dienst doen bij het opstellen of aanpassen van de (eerstvolgende) plannen. Ook vormt het rapport de basis voor een eventuele audit.
▪
WELKE INSTRUMENTEN KUNNEN WIJ GEBRUIKEN? Informatie over de standaarden wordt verzameld met behulp van een set aan instrumenten. Het gaat om de volgende instrumenten: 1 Lijst opleidingscoördinator. 2 Lijst opleidingsmentoren. 3 Lijst leraren. 4 Lijst opleidingsinstituut. 5 Documentenanalyse De instrumenten 1,2,3 en 4 zijn gedigitaliseerd en maken deel uit van de webunit. De documentenanalyse is beschikbaar in hard copy.
▪
BEGELEIDING EN SUPPORT Voor de huur van een webunit, waarin de web based instrumenten zijn opgeslagen en waarmee gegevens kunnen worden verzameld en verwerkt, wordt € 300 (ex BTW) in rekening gebracht. Voor het kunnen beschikken over het kader, het draaiboek (stappenplan) en de hard copy instrumenten worden geen kosten in rekening gebracht. Voor algemene informatie, aanmelding en voor inhoudelijke vragen over ZEK en de werkwijze kunt u contact opnemen met Cor Hoffmans (email:
[email protected], tel. 0651282169 of via de website www.zek-onderwijs.nl. In de bijlage treft u aanvullende informatie aan over ZEK OIS. 3
Informatiebrochure ZEK-OIS
▪
BIJLAGE
WELKE FUNCTIES GEEFT U AAN DE ZELFEVALUATIE? U kunt ZEK gebruiken op uw eigen wijze. En u kunt ZEK op maat inrichten. We onderscheiden – al dan niet in combinatie - de volgende functies van ZEK: een signaalfunctie: standaarden en indicatoren zijn knipperlichten op een controlepaneel. Met ZEK kunt u sterke en zwakke punten signaleren in OIS; een evaluatiefunctie: met indicatoren toont u aan in hoeverre standaarden worden gehaald; een dialoogfunctie: u kunt ZEK gebruiken om het gesprek over OIS gestructureerd te voeren; een planningsfunctie: aan de hand van indicatoren kunt u het effect van verbeteringen nagaan. een verantwoordingsfunctie: u kunt de resultaten van ZEK benutten voor uw verantwoording. IS ZEK PRAKTISCH BRUIKBAAR? ZEK is samen met opleidingsscholen en opleidingsinstituten ontwikkeld op basis van de bestaande inzichten over OIS. Vervolgens is ZEK getoetst en verder uitgewerkt in een aantal ontwerpsituaties. Verder kunt u: het ZEK naadloos aan laten sluiten op uw eigen praktijken en instrumenten; uw eigen keuzes maken uit standaarden en instrumenten en hieraan standaarden en instrumenten toevoegen. Dit garandeert een optimale bruikbaarheid van het ZEK. WELKE STANDAARDEN ZIJN ER? Wij gebruiken standaarden en indicatoren. Een standaard is een omschrijving van een gewenste kwaliteit, een streefbeeld dus. Het begrip standaard verwijst ook naar een maatstaf die gehanteerd kan worden bij het zelf vaststellen van de kwaliteit. Een indicator is een aanwijzing over iets. Via een indicator geeft men dus een indicatie van de kwaliteit van een standaard. Ten slotte gebruiken we het begrip domein als een ordeningskader voor de standaarden.
4 Informatiebrochure ZEK-OIS
Standaarden voor het domein leer- en begeleidingsproces (7) Goede OIS betekent dat het leer- en begeleidingsproces van hoge kwaliteit zijn. In de interactie tussen lerende en begeleiders worden de meeste effecten gerealiseerd. Voor het leer- en begeleidingsproces zijn zeven standaarden geformuleerd: (1) krachtige leeromgeving. (2) persoonlijke ontwikkeling. (3) leren in de praktijk. (4) passend onderwijs. (5) deskundigheid opleidingscoördinator. (6) deskundigheid opleidingsmentoren. (7) deskundigheid opleiders. Standaarden voor het domein condities Om het begeleidingsproces positief te ondersteunen, zijn gunstige condities noodzakelijk. Voor de condities zijn drie standaarden geformuleerd: (8) visie en beleid. (9) beoordeling. (10) kwaliteitszorg.
Standaarden voor het domein opbrengsten Goede OIS betekent dat opbrengsten worden gerealiseerd voor de lerenden en voor de scholen. Voor de opbrengsten zijn twee standaarden geformuleerd. (11) resultaten leraren. (12) opbrengsten scholen.
Standaarden voor het domein relaties opleidingsschool-opleidingsinstituut Bij OIS zijn altijd diverse partijen betrokken. Een goede afstemming van activiteiten is gewenst. Voor de relatie met het opleidingsinstituut zijn drie standaarden geformuleerd: (13) afstemming. (14) mede vormgeving. (15) structurele samenwerking.
5 Informatiebrochure ZEK-OIS