ZATboek
Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Voorwoord Met trots bied ik u het ZATboek aan. Een boek dat andere boeken, en vooral tal van brochures en folders, overbodig kan maken. In dit boek vindt u informatie over en voor Zorg Advies Teams (ZAT), om u zo snel en compleet mogelijk wegwijs te maken in alle mogelijke vormen van ondersteuning en hulp. Het is dan ook vooral bedoeld voor mensen die werken binnen het netwerk van onderwijs en jeugdzorg. Gelderland heeft al ruime ervaring opgedaan met Zorg Advies Teams in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het ZAT is een multidisciplinair netwerk dat jongeren bespreekt met sociaal-emotionele problemen, die de normale schoolzorg overstijgen. In de praktijk betekent dit dat de leraar of schooldecaan aan tafel zit met een schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar, schoolarts\verpleegkundige, bureau jeugdzorg en de politie, meestal onder begeleiding van een ZAT-coördinator. Met als doel de jongere en de school verder te helpen en te ondersteunen. De provincie Gelderland heeft met de gemeenten afgesproken dat alle scholen uiterlijk op 1 januari 2008 aangesloten zijn bij een ZAT. Er zijn gemeenten en regio’s waar al veel ervaring is opgedaan met deze manier van werken. Zij hebben kennis ontwikkeld en instrumenten bedacht. Onderwijs en jeugdzorg hebben elkaar leren vinden, kennen en begrijpen. Dat heeft onder andere geleid tot een meer gerichte en snellere aanmelding van jongeren bij Bureau Jeugdzorg. Zo voorkomen we dat problemen zover uitgroeien dat behandeling steeds lastiger en ingrijpender wordt. Het aantal voortijdige schoolverlaters laat in die gebieden dan ook vaak een daling zien. Bij dit alles spelen natuurlijk ook de ouders een belangrijke rol. Ook al is elk ZAT een netwerk voor professionals, het werkt natuurlijk vooral voor de jongeren en de ouders. Besprekingen in een ZAT gaan soms ook over de thuissituatie. Dit ZATboek kan u ook bij dit contact helpen. Tot slot wil ik graag de gebruikers van dit boek veel succes toewensen in hun werk. Ik hoop dat het u kan inspireren en motiveren. Hans Esmeijer Gedeputeerde Jeugd & Gezin
3
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
4
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Overzicht van instrumenten
6
1
Inleiding
7
1.1
Waarom dit ZATboek?
9
1.2
Voor wie
1.3
Inhoud
10
1.4
Leeswijzer
10
2
Gelders kader onderwijs-zorgstructuur
11
2.1
Het belang van leerlingenzorg
13
2.2
Krachtige samenwerking
14
2.3
Doelstellingen van het Zorg Advies Team
15
2.4
Vormgeving per onderwijssoort
16
9
2.5
Wettelijk kader
17
2.6
Landelijke ontwikkelingen
19
3
Instrumenten
21
3.1
Opzetten van een Zorg Advies Team
23
3.2
Signalering en aanmelding
61
3.3
Overleg en registratie
91
3.4
Overdracht
111
3.5
Evaluatie
131
4
Gelderse evaluatie onderwijs-zorgstructuren
147
4.1
Doel en opzet van evaluatie
149
4.2
Dekkingsgraad
149
4.3
Samenvatting resultaten
150
5
Achtergrondinformatie
153
5.1
Voorbeeld verwijskaart voor ouders/verzorgers
155
5.2
Gelderse contactgegevens
157
5.3
Inhoudelijke links
159
5.4
Literatuur
160
5.5
Begrippenlijst
161
5.6
Lijst met afkortingen
162
Colofon
163
5
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Overzicht van instrumenten 3.1
Opzetten van een Zorg Advies Team
23
3.1.1
Stappenplan
25
3.1.2
Vragenlijst behoeften onderwijs
29
3.1.3
Taken ZAT-coördinator
33
3.1.4
Taken ZAT-deelnemers
36
3.1.5
Format: ZAT convenant en ZAT protocol
40
3.1.6
Convenant ZAT
43
3.1.7
Privacyreglement
48
3.1.8
Functionele vereisten - ZAT langs de meetlat
53
3.1.9
Folders voor ouders/verzorgers
56
3.2
Signalering en aanmelding
61
3.2.1
Signaleringslijst 0 - 2 jaar
63
3.2.2
Signaleringslijst 2 - 4 jaar
68
3.2.3
Signaleringslijst 4 - 12 jaar
73
3.2.4
Signaleringslijst 12 - 18 jaar
77
3.2.5
Aanmeldingsformulier ZAT 0 - 12 jaar
80
3.2.6
Aanmeldingsformulier ZAT 12 - 18 jaar
83
3.2.7
Toestemmingsformulier ouders/verzorgers
87
3.2.8
Hoe te handelen als een ouder/verzorger geen toestemming geeft?
89
3.3
Overleg en registratie
91
3.3.1
Gespreksprocedure
93
3.3.2
Het gesprek over Rick
95
3.3.3
Checklist efficiënt vergaderen
3.3.4
Registratieformulier
101
3.3.5
Kindkaart ZAT 0 - 12 jaar
103
3.3.6
Leerlingkaart ZAT 12 - 18 jaar
107
3.4
Overdracht
111
3.4.1
Doorverwijzing naar Bureau Jeugdzorg
113
3.4.2
Overdrachtsformulier zorgkinderen voorschoolse voorziening - PO
118
3.4.3
Overdrachtsformulier zorgleerlingen PO - VO
124
3.4.4
Overdrachtsformulier zorgleerlingen VO - ROC
127
3.5
Evaluatie
131
3.5.1
Evaluatievragen voor inbrengers van een casus in een ZAT
133
3.5.2
Evaluatievragen ZAT-deelnemers
138
3.5.3
Evaluatievragen ouders/verzorgers
143
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
6
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
99
1
Inleiding
7
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 1 treft u de volgende paragrafen: 1.1
Waarom dit ZATboek?
9
1.2
Voor wie
9
1.3
Inhoud
10
1.4
Leeswijzer
10
8
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
1.1
Waarom dit ZATboek? De provincie Gelderland voert al geruime tijd actief beleid op de samenwerking tussen onderwijs en zorg. In 2003 heeft de provincie als meerjarige doelstelling geformuleerd om in Gelderland Zorg Advies Teams te realiseren in en om het onderwijs. De ontwikkeling van zorgstructuren maakt onderdeel uit van het streven naar optimale groei- en ontwikkelingsvoorwaarden voor jongeren. In 2005 startte de provincie het project Onderwijs & Zorg en werden met gemeenten via regionale convenanten jeugdbeleid-jeugdzorg afspraken gemaakt over de ontwikkeling van zorgstructuren rond het onderwijs. In 2006 liet de provincie de stand van zaken in kaart brengen en werd aan de regio’s ondersteuning geboden bij de verdere ontwikkeling van onderwijs-zorgstructuren. De ambitie is dat eind 2007 bij alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs in Gelderland een Zorg Advies Team is gerealiseerd. Inmiddels zijn al veel instrumenten ontwikkeld door en voor Zorg Advies Teams. De provincie wil de beschikbare kennis en ervaringen delen, zodat iedere betrokkene kan blijven werken aan het kwaliteitsniveau van de Zorg Advies Teams. Het voorliggende ZATboek is hiervan het resultaat. Deze provinciale publicatie is in opdracht van de provincie Gelderland geschreven door Spectrum Gelderland. De provinciale ondersteuning bij de kwaliteitsverbetering van Zorg Advies Teams blijft een doelstelling binnen het provinciaal beleid, geformuleerd in het jeugdprogramma Versterking en Aansluiting.
1.2
Voor wie Het ZATboek is bedoeld voor alle deelnemende partners aan onderwijs-zorgstructuren in de provincie Gelderland, de gemeenten en overige betrokkenen bij het thema Onderwijs & Zorg in Gelderland. Het betreft de onderwijs-zorgstructuren van voorschoolse voorzieningen, van het primair en voortgezet onderwijs en van het middelbaar beroepsonderwijs. Voor elke doelgroep zijn instrumenten opgenomen die voor het opzetten of verbeteren van de onderwijs-zorgstructuur van belang zijn. Het ZATboek is vooral ondersteunend van opzet. Voor mensen die werken in onderwijs-zorgstructuren zijn praktische instrumenten opgenomen zoals checklists en signaleringslijsten. Voor bestuurders en overige betrokkenen is het ZATboek met name informatief. Het ZATboek wordt begin 2008 aan alle gemeenten, samenwerkingsverbanden onderwijs en jeugdinstellingen die deelnemen aan Zorg Advies Teams verstuurd. Alle Gelderse scholen ontvangen een provinciale nieuwsbrief waarin kort samenvattingen en interviews zijn opgenomen uit het ZATboek. Het ZATboek is ook digitaal beschikbaar via www.spectrum-gelderland.nl.
9
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
1.3
Inhoud In dit ZATboek zijn onder andere reeds ontwikkelde signaleringslijsten, aanmeldingsformulieren en evaluatievragen samengebracht. Het gaat om praktische en direct toepasbare instrumenten. Ook een privacyprotocol, richtlijnen voor de casuïstiekbespreking en aansprekende Gelderse voorbeelden zijn opgenomen. Niet ieder instrument is voor elke stap of situatie toepasbaar. Het is aan u om een selectie te maken en de instrumenten ‘op maat te maken’. Om u daarbij werk te besparen zijn de instrumenten ook digitaal beschikbaar via de website van Spectrum Gelderland, te vinden op www.spectrum-gelderland.nl. Op deze site vindt u in het vervolg, als aanvulling op het ZATboek, nieuwe (beproefde) methodieken en instrumenten. Informatie over het provinciaal jeugd(zorg)beleid kunt u vinden op www.gelderland.nl.
1.4
Leeswijzer Het ZATboek bestaat uit vijf hoofdstukken. Na deze inleiding, volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het Gelders kader onderwijs-zorgstructuur, gebaseerd op landelijke kwaliteitscriteria voor Zorg Advies Teams. Het belang van leerlingenzorg, de doelstellingen van het Zorg Advies Team en het wettelijk kader worden hierin besproken. In hoofdstuk 3 zijn de instrumenten opgenomen. Ze zijn geordend naar de volgende onderwerpen: 1. Opzetten van een Zorg Advies Team 2. Signalering en aanmelding 3. Overleg en registratie 4. Overdracht 5. Evaluatie De onderdelen zijn gemakkelijk terug te vinden door tabbladen. Elk tabblad begint met een korte inleiding en een overzicht van de opgenomen instrumenten in het betreffende onderdeel. Ook hier is, net als in het overzicht van instrumenten, door kleurgebruik aangegeven voor wie de instrumenten voornamelijk zijn bedoeld. Het betreft de organisatie of partner die het desbetreffende instrument ook daadwerkelijk zal kunnen toepassen. Bij de instrumenten zelf treft u een korte gebruikersinstructie. Hier leest u in één oogopslag wanneer u het instrument kunt toepassen, waarvoor het dient en hoe u het kunt gebruiken. Ook de vormgeving van de instrumenten is zodanig dat ze makkelijk kopieerbaar en bewerkbaar zijn. Hoofdstuk 4 gaat in op de eerste resultaten van de Gelderse evaluatie van het functioneren van bestaande Zorg Advies Teams. Hier krijgt u een beeld hoe de ZATmeetlat (zie ook paragraaf 3.1) in de praktijk is toegepast. Belangrijke achtergrondinformatie vindt u in hoofdstuk 5.
10
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2
Gelders kader onderwijs-zorgstructuur
11
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 2 treft u de volgende paragrafen: 2.1
Het belang van leerlingenzorg
13
2.2
Krachtige samenwerking
14
2.3
Doelstellingen van het Zorg Advies Team
15
2.4
Vormgeving per onderwijssoort
16
2.5
Wettelijk kader
17
2.6
Landelijke ontwikkelingen
19
12
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
‘Samenwerking tussen de interne en externe zorgstructuur vraagt van betrokkenen: je eigen verantwoordelijkheid nemen en ketenpartners zo nodig aanspreken op hun verantwoordelijkheden.’ Ineke Kreulen Beleidsmedewerker Onderwijs, Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe
Zorg Advies Team: een multidisciplinair samenwerkingsverband in de zorgstructuur van het onderwijs waarin professionals uit het (speciaal) onderwijs, het welzijnswerk, de jeugdzorg, de gezondheidszorg en veiligheid structureel samenwerken om kinderen en jeugdigen met (vermoedens van) emotionele, gedrags-, ontwikkelings- en/of schoolleerproblemen en hun gezinnen en scholen te ondersteunen (Landelijk Centrum Onderwijs en Jeugdzorg, 2007).
2.1
Het belang van leerlingenzorg Scholen worden gezien als plekken waar problemen bij kinderen in een vroegtijdig stadium gesignaleerd kunnen worden. Zij hebben de rol om de ontwikkeling van kinderen systematisch te volgen, tijdig ondersteuning te geven en zo nodig externe zorg in te schakelen om ernstige problemen te voorkomen. Scholen streven naar een veilig en positief leerklimaat met extra ondersteuningmogelijkheden voor leerlingen die daar behoefte aan hebben. Dat kunnen zij niet alleen. Voor problemen van leerlingen op cognitief gebied kan de school een beroep doen op de bovenschoolse voorzieningen van het onderwijssamenwerkingsverband VO/WSNS. Voor problemen die de deskundigheid van de school overstijgen (zoals ernstige gedragsproblemen, criminaliteit, drugsproblematiek of problemen in de gezinssituatie) moet de school een beroep kunnen doen op de externe zorgstructuur. Deze bestaat uit een multidisciplinair team waarin jongeren met problemen worden besproken, zoals in de vorm van een Zorg Advies Team. De externe zorgstructuur bestaat ook vaak uit directe schoolgerichte dienstverlening van het Algemeen Maatschappelijk Werk, de leerplichtambtenaar, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en zonodig politie. De interne zorgstructuur van scholen en de externe zorgstructuren, zoals het Zorg Advies Team, moeten dan ook goed op elkaar aansluiten. Bij interne schoolzorg kan gedacht worden aan de functies van het mentoraat, interne begeleiders, zorgcoördinatoren of (school)maatschappelijk werk. In paragraaf 2.6 wordt de zorgplicht van scholen nader beschreven. In paragraaf 3.1.4 staan de taken en verantwoordelijkheden van alle ZAT-deelnemers beschreven, inclusief het onderwijs.
13
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
‘Het ZAT moet geen statisch platform zijn van deskundigen, maar een dynamisch en multidisciplinair netwerk waarbij processen ter ondersteuning van onderwijs en begeleiding van leerlingen centraal staan. Het ZAT is een vangnet maar moet ook vooral een springplank zijn naar nieuwe inzichten en perspectieven voor alle betrokkenen ten dienste van de leerling.’ J. van Heerikhuize Vestigingsdirecteur Accent Nijkerk, praktijkonderwijs
Doorlopende zorglijn De zorg voor kinderen start niet met vier jaar en eindigt niet bij het verlaten van het onderwijs. Gedurende de ontwikkeling van kinderen zijn er diverse belangrijke schakelmomenten. De eerste schakeling is wanneer het kind naar een voorschoolse voorziening zoals peuterspeelzaal of kinderopvang gaat. De overgang van de voorschoolse voorziening naar de basisschool is het tweede belangrijke moment, vervolgens de overgang van primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs en ten slotte de overgang naar het tertiair onderwijs (mbo, hbo of universiteit). Bij de overgang naar een volgend schooltype vraagt de overdracht van gegevens bijzondere aandacht. De inspanningen rond de overdracht zijn gericht op het bevorderen van een doorgaande ontwikkelingslijn en het verkleinen van de kans op een breuk daarin.
2.2
Krachtige samenwerking Wanneer blijkt dat de problemen van een kind ingewikkeld zijn, er meerdere problemen spelen of het nog niet duidelijk is om welke problemen het precies gaat, moeten scholen de mogelijkheid hebben advies te krijgen van eerstelijns jeugdzorg. Naast mogelijkheden tot consultatie en verwijzing naar geïndiceerde jeugdzorg moet er lokaal en laagdrempelig een afdoende aanbod van lichte hulp voorhanden zijn. Hiervoor zijn goede afspraken met partners buiten het onderwijsveld nodig. Deze externe zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en provincie. De kern van de externe zorgstructuur is de koppeling van het onderwijs met de jeugdzorg. Een manier om die mogelijkheid te realiseren is het instellen van een Zorg Advies Team. Dit is een multidisciplinair team waarin casuïstiekbesprekingen plaatsvinden van kinderen met sociaalemotionele problemen waarop de schoolinterne zorg geen antwoord heeft.
14
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Het Zorg Advies Team is een (niet vrijblijvend) netwerk met de volgende kenmerken: - Het bestaat uit deelnemers van organisaties die een belangrijke taak hebben in sociaal-emotionele hulp aan kinderen en hun ouders/verzorgers. - De deelnemers hebben een autonome positie ten opzichte van elkaar. - De deelnemers hebben een gezamenlijke doelstelling en ambitieniveau. - Inhoudelijke of procesmatige besluiten worden in gezamenlijkheid genomen. - In de samenwerking is openheid en transparantie. De functionele vereisten van een Zorg Advies Team staan beschreven in het instrumentarium (zie paragraaf 3.1.8). De taken en verantwoordelijkheden van de ZAT-coördinator en alle afzonderlijke deelnemers zijn in de paragrafen 3.1.3 en 3.1.4 opgenomen.
2.3
Doelstellingen van het Zorg Advies Team Een Zorg Advies Team heeft verschillende inhoudelijke doelen. De directe doelen betreffen de activiteiten die rechtstreeks aan de besproken leerling zijn gekoppeld. Directe doelen: - Preventie: zo vroeg mogelijk problemen onderkennen; - Signalering: zo adequaat mogelijk problemen signaleren (zie paragraaf 3.2); - Deskundigheidsbevordering: vergroten van de deskundigheid van de inbrenger met betrekking tot kennis en inzicht in zorgproblematiek en zorgaanbod; - Zorg voor individuele leerlingen beleggen in de vorm van casuïstiekbesprekingen en afspraken maken over coördinatie van zorg, crisisinterventie, kortdurende hulp, en andere vormen van zorg of begeleiding (zie paragraaf 3.3); - Doorverwijzing naar bijvoorbeeld bovenschoolse zorg van het onderwijs samenwerkingsverband, Algemeen Maatschappelijk Werk of Bureau Jeugdzorg (zie paragraaf 3.4); - Terugkoppeling/nazorg: het Zorg Advies Team levert informatie aan de melder over de voortgang van de ingezette zorg en draagt zorg voor de organisatie van eventuele nazorg ten behoeve van de leerling.
‘Het ZAT heeft een belangrijke signalerende functie en de lijntjes tussen zorginstellingen en het onderwijs zijn kort. Daardoor kunnen problemen in gezinnen met kinderen sneller worden aangepakt. De snelle doorverwijzing is dan ook de grote winst.’ Paul Blokhuis Wethouder Welzijn en Zorg, gemeente Apeldoorn
15
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Naast deze directe doelen heeft het Zorg Advies Team ook indirecte doelen. Deze zijn gericht op het verbeteren van de leerlingenzorg in het algemeen en op langere termijn. Dit doet het Zorg Advies Team door het management/bestuur van de deelnemende ZAT-partners van informatie te voorzien en door ervaringen uit te wisselen. Indirecte doelen betreffen de bijdrage aan: - Kwaliteitsverbetering interne leerlingenzorg; - Betere leerplichthandhaving (terugdringen van schooluitval); - Meer op maat en naar behoefte gerealiseerde (ambulante) begeleiding; - Versnelling indicatieprocedure bij Bureau Jeugdzorg; - Minder onjuiste aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg; - Gemeentelijke en provinciale beleidsvorming door middel van het adviseren en rapporteren aan beleidsmakers binnen het samenwerkingsverband en aan gemeenten.
2.4
Vormgeving per onderwijssoort Primair onderwijs Zorg Advies Teams voor primair onderwijs zijn meestal rondom een aantal scholen ontwikkeld. In het landelijk en provinciaal beleid voor Zorg Advies Teams wordt uitgegaan van een bovenschools netwerk. Uit de Gelderse praktijk blijkt dat een (bovenschools) Zorg Advies Team voor circa 20 scholen primair onderwijs of circa 2500 leerlingen kan functioneren. Natuurlijk zijn het aantal (type) leerlingen per school en geografische verspreiding van de scholen belangrijke factoren bij het bepalen van de schaalgrootte. Varianten die voorkomen in het primair onderwijs zijn: - Eén bovenschools Zorg Advies Team waaraan alle scholen in een gemeente deelnemen, ongeacht denominatie of aansluiting bij WSNS-verband; - Per gemeente meerdere bovenschoolse Zorg Advies Teams, geografisch ingedeeld; - Per gemeente meerdere bovenschoolse Zorg Advies Teams, ingedeeld naar meest voorkomende denominatie; - Eén bovenlokale Zorg Advies Team gekoppeld aan de zorgstructuur van het WSNS-verband. Hierbij vindt een koppeling plaats met de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL); - Regionale Zorg Advies Teams: gemeenten en WSNS-verbanden realiseren een zorgstructuur waar scholen ondersteuning kunnen krijgen, zoals licht ambulante hulp en advies van een Zorg Advies Team; - Soms wordt gekozen voor een lokaal zorgnetwerk 12 min. Vaak wordt hiervoor gekozen door kleinere gemeenten met een gering aantal scholen voor primair onderwijs en geen scholen voor voortgezet onderwijs.
Voortgezet onderwijs Voor het voortgezet onderwijs zijn Zorg Advies Teams per school georganiseerd. Bij zeer grote scholen met meerdere locaties, die bovendien geografisch verspreid liggen, zijn er op locatieniveau Zorg Advies Teams. Op sommige plaatsen is er naast het Zorg Advies Team op schoolniveau op regionaal niveau een ZAT-kwadraat. Dit ZAT-kwadraat is bedoeld voor de casussen waarbij sprake is van zeer ernstige problemen bij jongeren en waarbij meerdere vormen van hulp ingezet (moeten) worden.
Middelbaar beroepsonderwijs Binnen de ROC’s wordt in toenemende mate aandacht besteed aan de individuele loopbaan van leerlingen en aan mogelijkheden om extra aandacht en zorg voor leerlingen aan te bieden. Dit geldt ook voor de preventie. De interne zorg wordt daartoe versterkt. Zorg Advies Teams gekoppeld aan deze interne zorg zijn reeds gestart of in ontwikkeling. Vanwege de omvang van mbo-instellingen en de diverse locaties zijn vaak diverse Zorg Advies Teams (of bijeenkomsten) nodig. Ook de voorkomende problematiek bij de deelnemerspopulatie in het mbo en de leeftijdsgroep (veelal 16-23 jaar) maakt het noodzakelijk dat er ook andersoortige organisaties deelnemen aan het Zorg Advies Team (bijvoorbeeld ook GGZ, verslavingszorg).
16
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
‘De gemeente voert regie door beleid te maken en middelen beschikbaar te stellen, maar ook door ZATpartners te stimuleren met één belang, namelijk dat er niet één jongere buiten de boot valt.’ Willem Geerken Wethouder Jeugd, gemeente Zutphen
2.5
Wettelijk kader De gemeenten De Wet op de Jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft gemeenten de taak om te zorgen voor voldoende laagdrempelig hulpaanbod, dat aansluit bij de behoeften van de scholen. Dit is geformuleerd in de vijf gemeentelijke functies in aansluiting op de jeugdzorg: - Informatie geven aan ouders/verzorgers, kinderen en jeugdigen over opvoeden en opgroeien. - Het signaleren van problemen door Jeugdgezondheidszorg en onderwijs. - Toegang tot gemeentelijk hulpaanbod algemeen maatschappelijk werk en het toeleiden naar andere voorzieningen. - Pedagogische hulp en advisering. - Het coördineren van zorg in het gezin. In de Wmo zijn deze vijf functies met name ondergebracht in prestatieveld 2: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen op het gebied van opgroeien en van ouders op het gebied van opvoeden. De gemeenten hebben de regie over het aansluiten van de zorg op het onderwijs. Een stappenplan voor gemeenten is opgenomen bij paragraaf 3.1.1. De regisserende rol van de gemeente beperkt zich niet alleen tot het bij elkaar brengen van partijen. De gemeenten hebben eigen politiek-bestuurlijke prioriteiten in het belang van haar inwoners. Dit doet zij met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid van de scholen. De strategische regie van de gemeenten omvat: - Periodiek bestuurlijk overleg tussen gemeenten en partners Hierbij moet gedacht worden aan financiering, ruimte, materialen en administratieve ondersteuning. Op basis van de registratie- en evaluatiegegevens van het Zorg Advies Team worden beleidsbijstellingen besproken. Bij een bestaand periodiek bovenschools afstemmingsoverleg is de relatie met het Zorg Advies Team geregeld. De zorgstructuur in en om het onderwijs is meegenomen in de Lokale Educatieve Agenda (LEA). - Registratie en periodieke evaluatie Het belangrijkste onderwerp voor de evaluatie zijn de resultaten die het Zorg Advies Team boekt. De inrichting van het Zorg Advies Team (werkproces, procedures, deelnemers), de interne
17
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
en externe inbedding en de uitvoering in de vorm van besprekingen zijn voorwaarden om de resultaten te bereiken. Minimaal eenmaal per jaar wordt op een aantal thema’s (meldingen, besprekingsresultaten, ingezette mensuren en samenwerking) gerapporteerd aan de gemeente. Deze rapportages worden ter informatie ingebracht in het periodiek bestuurlijk overleg en gebruikt voor de evaluatie en verbetering van het Zorg Advies Team. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft via de Lokale Educatieve Agenda de gemeenten gefaciliteerd om afspraken te maken met het lokale onderwijs over zorg in en om het onderwijs.
Het onderwijs Onderwijs heeft als primaire verantwoordelijkheid om les te geven en leerlingen te begeleiden, conform de Wet primair onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs. Het onderwijs moet er voor zorg dragen dat er sprake is van een binnenschoolse zorgstructuur (bijvoorbeeld mentoren, interne begeleiders, zorgdecanen, schoolmaatschappelijk werk e.d.). Voor kinderen die extra zorg nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege ontwikkelingsproblemen of een handicap, kent Nederland verschillende voorzieningen. In het primair onderwijs zijn er samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School, waarin basisscholen met een speciale school voor basisonderwijs samenwerken (sbo). In het voortgezet onderwijs werken vmbo-scholen ook samen in samenwerkingsverbanden. Deze voorzieningen vallen onder de Wet primair onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs. Voor leerlingen met specifieke handicaps en stoornissen is er de mogelijkheid om onderwijs te volgen in scholen voor speciaal onderwijs (so) of voortgezet speciaal onderwijs (vso). Speciale scholen in een regio werken samen in een zogenaamd Regionaal Expertise Centrum (REC) en zijn neergelegd in de Wet op de Expertisecentra (WEC). Met de invoering van de leerling gebonden financiering (lgf) kunnen ouders er ook voor kiezen om hun kind met speciale zorgbehoefte onderwijs te laten volgen in het regulier onderwijs. Hiervoor krijgen zij een figuurlijk zakje met geld mee, de zogenaamde rugzak. Daarnaast wordt een nieuwe Wet Passend Onderwijs uitgewerkt waarmee schoolbesturen de verantwoordelijkheid krijgen om voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod te realiseren dat past bij de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. Deze wet zal vanaf 2011 van kracht gaan (zie paragraaf 2.6). Het middelbaar beroepsonderwijs heeft ook de primaire taak om les te geven en leerlingen te begeleiden en toe te leiden richting de arbeidsmarkt. Het onderwijs moet er voor zorgen dat leerlingen of deelnemers worden voorbereid op een plek op de arbeidsmarkt, maar ook later zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij. Het huidige wettelijk kader is vastgelegd in de Wet Educatie Beroepsonderwijs, waarin de loopbaan van de deelnemer centraal staat. De mbo-raad onderschrijft het belang van Zorg Advies Teams in en om het mbo.
18
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
De provincie Provincie Gelderland voert al geruime tijd actief beleid op de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg. De provincie is met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg de ketenregisseur van de jeugdzorg in Gelderland. De provincie is ook verantwoordelijk voor een doelmatige verdeling van de jeugdzorgmiddelen. Bureau Jeugdzorg heeft de opdracht om aan te sluiten op het onderwijs. Door het geven van consultatie en advies aan scholen, levert zij een bijdrage aan het vroegtijdig signaleren en aanpakken van problemen. De provincie heeft met alle Gelderse gemeenten via regionale convenanten jeugdbeleid-jeugdzorg afspraken gemaakt over de realisatie van zorgstructuren in en om het onderwijs.
2.6
Landelijke ontwikkelingen Op landelijk niveau vinden verschillende ontwikkelingen plaats die een rol (kunnen) gaan spelen bij de vormgeving van Zorg Advies Teams. Actuele thema’s zijn de Zorgplicht, Centra voor Jeugd en Gezin, de Verwijsindex en het Elektronisch Kinddossier.
Zorgplicht De afgelopen jaren is er veel gediscussieerd over de kwaliteit van het (speciaal) onderwijs. De vorige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap concludeerde dat de huidige organisatie van het onderwijs aan zorgleerlingen beter kan. Hiervoor is het concept ‘passend onderwijs’ ontwikkeld. Het doel van de vernieuwing van de zorgstructuur is de beste kansen voor élk kind. Binnen het concept passend onderwijs staat de zorgplicht centraal. Met de zorgplicht krijgen scholen en hun besturen de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod te realiseren dat past bij de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. Wanneer een school dit aanbod niet (volledig) zelf kan verzorgen, moet zij dit in overleg met andere scholen/ besturen regelen. Dit vraagt om regionale samenwerking. Het kabinet streeft ernaar om in 2011 een landelijk dekkende structuur van regionale netwerken te hebben die passend onderwijs bieden voor elke leerling.
Centrum voor Jeugd en Gezin Met de komst van de Wmo hebben gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden en taken gekregen in de zorg voor jeugdigen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij inzetten op de samenhang tussen voorzieningen. Deze ontwikkeling heeft een sterke impuls gekregen met het idee van een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het Centrum voor Jeugd en Gezin is bedoeld voor iedereen met vragen en problemen over opvoeden en opgroeien. Bij problemen kan het centrum snel voor een integrale, effectieve aanpak zorgen.
19
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Taken van het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn onder andere opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg, licht ambulante begeleiding en functies op het gebied van advies en melding kindermishandeling. De rijksoverheid streeft ernaar dat elke gemeente in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin heeft. Hoewel de meeste gemeenten nog in de voorbereidingsfase zijn, doen zich al belangrijke vraagstukken voor. Een daarvan is de verbinding met het onderwijs. Hoe verhoudt het Centrum Jeugd en Gezin zich tot het onderwijs en de daar functionerende zorgstructuren? Het huidige landelijke beleid is dat de Zorg Advies Teams als hét multidisciplinaire overleg voor het Centrum voor Jeugd en Gezin worden gezien. Uit onderzoek van DSP-groep (2007) naar praktijkervaringen bij gemeenten blijkt dat in de meeste gevallen het Centrum voor Jeugd en Gezin als bovenschoolse zorgstructuur wordt gezien. Eenvoudige casussen waarbij duidelijk is dat toeleiding naar gespecialiseerde hulp aan de orde is, kunnen vanuit het Zorg Advies Team rechtstreeks naar de aangewezen organisatie(s) worden doorgeleid. Complexe casussen of casussen waar geen sprake is van school- of leergerelateerde problematiek kunnen worden doorverwezen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarbij denken diverse gemeenten dat één van de ZAT-deelnemers de schakel kan zijn tussen het Zorg Advies Team en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Bijvoorbeeld de schoolmaatschappelijk werker of jeugdverpleegkundige. Het is aan gemeenten om hier een duidelijke keuze in te maken.
Verwijsindex en Elektronisch Kinddossier Een derde landelijke ontwikkeling betreft de Verwijsindex en het Elektronisch Kinddossier (EKD). De overheid wil beschikbare informatie over (dreigende) problemen met of rond een jongere doorzichtiger maken. Daarom werkt zij aan een Verwijsindex. Deze laat zien welke organisaties een risicosituatie bij een jongere hebben gesignaleerd en/of een jongere concreet helpen. Tegelijk wordt het Elektronisch Kinddossier ontwikkeld. Dit legt vanaf (voor) de geboorte de ontwikkeling van een kind en zijn omgeving vast. Het dossier is in eerste instantie bedoeld voor het digitaal beschikbaar krijgen van de GGD/JGZ kinddossiers. In eerste instantie wordt alleen dergelijke informatie opgenomen. In een later stadium zou het ook mogelijk moeten zijn om van andere instellingen informatie toe te voegen of het Elektronisch Kinddossier in te zien. Hierover loopt nog op landelijk niveau een discussie. De Verwijsindex en het Elektronisch Kinddossier kunnen zeer bruikbare instrumenten zijn voor het tijdig signaleren van problemen.
‘Voor de verbinding met Centrum voor Jeugd en Gezin, is het belangrijk dat ZAT’s voldoen aan de kwaliteitseisen. Hoe de verbinding het best gelegd kan worden verschilt per situatie. Praktische afspraken zijn van belang.’ Marga Wijsmuller Adviseur, Spectrum Gelderland
20
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3
Instrumenten
21
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 3 treft u de volgende instrumenten: 3.1
Opzetten van een Zorg Advies Team
23
3.1.1
Stappenplan
25
3.1.2
Vragenlijst behoeften onderwijs
29
3.1.3
Taken ZAT-coördinator
33
3.1.4
Taken ZAT-deelnemers
36
3.1.5
Format: ZAT convenant en ZAT protocol
40
3.1.6
Convenant ZAT
43
3.1.7
Privacyreglement
48
3.1.8
Functionele vereisten - ZAT langs de meetlat
53
3.1.9
Folders voor ouders/verzorgers
56
3.2
Signalering en aanmelding
61
3.2.1
Signaleringslijst 0 - 2 jaar
63
3.2.2
Signaleringslijst 2 - 4 jaar
68
3.2.3
Signaleringslijst 4 - 12 jaar
73
3.2.4
Signaleringslijst 12 - 18 jaar
77
3.2.5
Aanmeldingsformulier ZAT 0 - 12 jaar
80
3.2.6
Aanmeldingsformulier ZAT 12 - 18 jaar
83
3.2.7
Toestemmingsformulier ouders/verzorgers
87
3.2.8
Hoe te handelen als een ouder/verzorger geen toestemming geeft?
89
3.3
Overleg en registratie
91
3.3.1
Gespreksprocedure
93
3.3.2
Het gesprek over Rick
95
3.3.3
Checklist efficiënt vergaderen
99
3.3.4
Registratieformulier
101
3.3.5
Kindkaart ZAT 0 - 12 jaar
103
3.3.6
Leerlingkaart ZAT 12 - 18 jaar
107
3.4
Overdracht
111
3.4.1
Doorverwijzing naar Bureau Jeugdzorg
113
3.4.2
Overdrachtsformulier zorgkinderen voorschoolse voorziening - PO
118
3.4.3
Overdrachtsformulier zorgleerlingen PO - VO
124
3.4.4
Overdrachtsformulier zorgleerlingen VO - ROC
127
3.5
Evaluatie
131
3.5.1
Evaluatievragen voor inbrengers van een casus in een ZAT
133
3.5.2
Evaluatievragen ZAT-deelnemers
138
3.5.3
Evaluatievragen ouders/verzorgers
143
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
22
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1 Opzetten van een Zorg Advies Team “Wanneer je een schip wilt bouwen breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken, coördinatie te regelen en planningen te maken. Maar leer de mensen te verlangen naar de eindeloze zee”. A. de Saint Exupéry
Er is veel veranderd in de zorg voor leerlingen in en rond scholen. Binnen enkele jaren zijn in alle Gelderse gemeenten met voortgezet onderwijs Zorg Advies Teams of een ander type onderwijszorgstructuur gerealiseerd. Voor het primair onderwijs geldt dat dit per 1 januari 2008 bijna is gerealiseerd (zie ook hoofdstuk 4). Voorschoolse voorzieningen zijn voorzichtig begonnen met de aansluiting op de onderwijs-zorgstructuur van het primair onderwijs. De mbo-instellingen zijn druk bezig met de ontwikkeling van Zorg Advies Teams. Het realiseren van een sluitend zorgaanbod rond het onderwijs is echter geen eenvoudige zaak. Dit hoofdstuk gaat in op de vraag: hoe kan een Zorg Advies Team het beste worden vormgegeven?
23
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 3.1 treft u de volgende instrumenten: 3.1.1
Stappenplan
25
3.1.2
Vragenlijst behoeften onderwijs
29
3.1.3
Taken ZAT-coördinator
33
3.1.4
Taken ZAT-deelnemers
36
3.1.5
Format: ZAT convenant en ZAT protocol
40
3.1.6
Convenant ZAT
43
3.1.7
Privacyreglement
48
3.1.8
Functionele vereisten - ZAT langs de meetlat
53
3.1.9
Folders voor ouders/verzorgers
56
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
24
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.1 Stappenplan
Wie Gemeenteambtenaren en directies/schoolleiders van deelnemende organisaties
Wanneer Als u een Zorg Advies Team gaat opzetten of verbeteren
Waarvoor Het stappenplan is een leidraad en geeft aan welke stappen u moet doorlopen voor de ontwikkeling of verbetering van de zorgstructuur. Inzicht hebben in de vragen en problemen die er spelen is noodzakelijk. Naast het gebruiken van bestaande gegevens kunt u een gerichte inventarisatie houden bij alle instellingen die met de doelgroep te maken hebben. De informatie over de problemen of knelpunten vormt de basis voor verdere planvorming. Tevens wordt aan de hand van dit stappenplan in beeld gebracht wat al geregeld is voor de zorgstructuur of hoe de bestaande zorgstructuur functioneert. Na analyse van de gegevens wordt een aanpak gekozen en worden concrete en haalbare doelen geformuleerd. Het is belangrijk dat partners betrokken worden bij de keuze voor een zorgstructuur of een verbetering daarvan. Vervolgens wordt een plan van aanpak geformuleerd en de realisatie gestart.
Gebruik Hoewel het stappenplan lineair is weergegeven, is het in de praktijk mogelijk dat stappen worden herhaald, een stap wordt overgeslagen of dat men juist teruggaat naar de eerste stap. Vaak is het een cyclisch proces waarbij de eindstap leidt tot een nieuw (verbeter)traject.
Bron Ontleend aan Stappen vooruit in de samenwerking. M. Bosdriesz, B. van Kessel en D. van Veen (2004). LCOJ, NIZW Jeugd en de projectorganisatie WSNS Plus.
‘De kennis en instrumenten in het ZATboek zijn een goede ondersteuning voor Gelderse regio’s bij het onderhouden en verbeteren van de Zorg Advies Teams.’ José Kosters Projectleider Onderwijs & Zorg, Provincie Gelderland
25
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Stappenplan Ontwikkeling onderwijs-zorgstructuur 1.
Bespreking van de startnotitie als ‘aftrap’ voor het traject De startnotitie fungeert als vertrekpunt voor het opzetten van een onderwijs-zorgstructuur. In deze notitie staan in grote lijnen de doelen beschreven, de doelgroepen, deelnemende partners, en tevens de expertise die ingebracht wordt, de positionering van Zorg Advies Team en de problemen die er zijn.
2.
Instellen van een stuurgroep De tweede stap is het bijeenbrengen van de juiste partners. Zij zullen met elkaar de stuurgroep vormen, die als wegbereider optreedt voor een structurele samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorginstellingen. In deze stuurgroep zijn de gebruikers (scholen en eventueel voorschoolse voorzieningen) en de zorgaanbieders (Bureau Jeugdzorg, algemeen en schoolmaatschappelijk werk, Jeugdgezondheidszorg, MEE, Politie e.a.) vertegenwoordigd op bestuurlijk niveau. Formuleer, in samenspraak met de partners, een opdracht voor de stuurgroep die richting geeft aan de activiteiten. Voorzie deze opdracht van een tijdsplan. Maak afspraken over frequentie en plaats van bijeenkomen, voorzitten en notuleren, enzovoorts.
3.
Inventarisatie van problemen Een volgende stap is het verkrijgen van inzicht in de vragen en problemen die er spelen. Naast het gebruiken van bestaande gegevens, zoals de dossiers van Bureau Jeugdzorg, kan een gerichte inventarisatie gehouden worden bij alle instellingen die met de doelgroep te maken hebben. Hiervoor zijn inventarisatielijsten beschikbaar, zoals de vragenlijst behoeften onderwijs (zie paragraaf 3.1.2). Tevens kan het Interne begeleidersoverleg van het onderwijssamenwerkingsverband WSNS een belangrijke informatiebron zijn.
4.
Opstellen basisplan Op basis van de gegevens uit de inventarisatie en alle tot dan toe verkregen reacties zal een conceptplan worden opgezet voor het Zorg Advies Team. Dit basisplan bevat onder andere doelstelling en doelgroepen, aard en omvang van de problematieken waar hulp voor gezocht wordt, voorstellen voor aansturing en evaluatie.
5.
In kaart brengen van het aanbod Er zal vanuit het conceptplan een overzicht worden gemaakt van de instellingen in de gemeente(n), die voor de gesignaleerde problematieken de hulp en zorg kunnen bieden die nodig is.
6.
Trajectoverleg met de instellingen In deze fase wordt een traject uitgezet voor de overleggen die gevoerd moeten worden met de betrokken instellingen. Onderhandelingen over onder andere taken, inzet en financiering zullen hierin voorbereid en uitgevoerd dienen te worden. Naast personele kosten kunnen er ook kosten zijn voor huisvesting en scholing. Uitgangspunt voor de financiering is dat het gaat om een structurele voorziening, die zoveel mogelijk uit reguliere middelen bekostigd moet worden. Speciale aandacht is vereist voor instellingen die niet rechtstreeks onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen (zoals Bureau Jeugdzorg, onderwijs en politie).
7.
Verwerven van (extra) financiële middelen Wanneer het basisplan is vastgesteld, zullen mogelijkheden worden nagegaan en aangeboord om extra financiële middelen te verkrijgen. (Extra) Financiële middelen zijn eventueel nodig voor (school)maatschappelijk werk, inzet leerplicht, schoolverpleegkundige, maar ook voor een ZATcoördinator. Extra middelen kunnen bijvoorbeeld gehaald worden uit beschikbare budgetten voor GOA-beleid, algemeen jeugdbeleid, diverse projecten, subsidies, fondsen enzovoorts.
26
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
8.
Vastleggen van de afspraken in een convenant Wanneer de onderhandelingen met de instellingen zijn afgerond kunnen de meerjarenafspraken met de betrokken instellingen, schoolbesturen en gemeente(n) in de vorm van een convenant vastgelegd worden. Een voorbeeld van een dergelijk convenant treft u aan in paragraaf 3.1.6.
9.
Aanstellen van coördinator Het is raadzaam een coördinator bij een Zorg Advies Team aan te stellen ter voorbereiding van de daadwerkelijke start en voor de coördinatie van de activiteiten. Taken van de ZAT-coördinator in de voorbereidingsfase kunnen zijn: zoeken van huisvesting, het informeren van alle andere betrokkenen, het maken van folders voor scholen en ouders, opstellen van een protocol en privacyregeling. Voor veel zaken zijn instrumenten opgenomen in paragraaf 3.1. Reguliere taken van de ZAT-coördinator zijn beschreven in paragraaf 3.1.3.
10.
Start en monitoring Nadat alle voorbereidingen zijn getrokken kan het Zorg Advies Team daadwerkelijk starten. Het is motiverend en draagvlakvergrotend om aan de officiële opening een feestelijk tintje te geven. Zo kan bijvoorbeeld bij de opening het convenant getekend worden, het team van medewerkers kan zich voorstellen, er kan iets symbolisch ‘onthuld’ worden, enzovoorts. Het is raadzaam om de stuurgroep, die bestaat uit alle direct betrokken partijen, ook na de start in stand te houden en een rol te geven in de aansturing, voortgangsbewaking en evaluatie van het Zorg Advies Team. Formuleer, in samenspraak met de partners in de stuurgroep, een stappenplan voor de vervolgperiode. Het stappenplan verbetertraject kan daarbij als leidraad dienen.
27
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Stappenplan verbetertraject 1.
Evaluatie van onderwijs-zorgstructuur Wanneer het om een verbetertraject gaat wordt allereerst een evaluatie van de bestaande structuur uitgevoerd: wat gaat goed, wat kan beter, wat ontbreekt. Hiervoor kunt u gebruikmaken van de ZATmeetlat (zie paragraaf 3.1.8) of de evaluatievragen voor ZAT-inbrengers, ZAT-deelnemers en ouders/ verzorgers (zie paragraaf 3.5). De resultaten van deze evaluatie vormen de basis voor het verbeterplan. Bij het verbeterplan is van belang dat alle partijen worden betrokken bij en geïnformeerd over de evaluatie van het Zorg Advies Team.
2.
Instellen van een stuurgroep Het verdient aanbeveling om vervolgens een stuurgroep in te stellen, die het verbetertraject begeleidt. In deze stuurgroep zijn de gebruikers (scholen en eventueel voorschoolse voorzieningen) en de zorgaanbieders (Bureau Jeugdzorg, algemeen en schoolmaatschappelijk werk, Jeugdgezondheidszorg, MEE, Politie e.a.) vertegenwoordigd op bestuurlijk niveau.
3.
Opstellen verbeterplan Op basis van de gegevens uit de evaluatie en alle tot dan toe verkregen reacties zal een verbeterplan worden opgezet. In deze notitie staat in grote lijnen beschreven: wat goed loopt in de zorgstructuur, waar verbeteringen gewenst zijn en de wijze waarop de genoemde verbeterpunten worden verbeterd. Stel, in samenspraak met de partners in de stuurgroep, een lijst op met verbeterpunten die prioriteit hebben in het verbetertraject.
4.
Trajectoverleg met de instellingen In deze fase wordt met de betrokken instellingen overlegd over de inzet en/of financiering die van hen gevraagd wordt in de verbeterde opzet. Wie is verantwoordelijk voor welk verbeterpunt? Wanneer moeten de verschillende punten zijn verbeterd?
5.
Verwerven van (extra) financiële middelen Wanneer het verbeterplan is vastgesteld, zullen mogelijkheden worden nagegaan en aangeboord om de benodigde financiële middelen te verkrijgen. Extra middelen kunnen bijvoorbeeld gehaald worden uit beschikbare budgetten voor GOA-beleid, algemeen jeugdbeleid, diverse projecten, subsidies, fondsen enzovoorts.
6.
Vaststellen definitief plan Nadat duidelijkheid is over de vraag aan instellingen en de financiële dekking wordt het definitieve verbeterplan geformuleerd. De meerjarenafspraken met de betrokken instellingen en gemeente(n) worden in de vorm van convenanten vastgelegd (zie paragraaf 3.1.5 en 3.1.6).
7.
Start en monitoring De uitvoering van het verbetertraject wordt gestart. Het is raadzaam halverwege het verbeteringstraject te controleren of het verloopt zoals gepland. Zaken kunnen nu eenmaal anders lopen dan voorzien. Na voltooiing van het verbetertraject moet worden bekeken of het beoogde eindresultaat is bereikt.
28
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.2 Vragenlijsten behoeften onderwijs
Wie Gemeenteambtenaren, directies/schoolleiders van deelnemende organisaties
Wanneer Als u een Zorg Advies Team gaat opzetten of verbeteren
Waarvoor De vragenlijst geeft u informatie over de hulpvragen en behoeften van het onderwijs. De inventarisatie vormt de basis voor de verdere planvorming van het Zorg Advies Team (zie paragraaf 3.1.1).
Gebruik Aanvinken wat van toepassing is. U kunt meerdere items aanvinken.
Bron Spectrum Gelderland
‘Idealiter zou elke school een beroep moeten kunnen doen op een schoolmaatschappelijk werker voor kleinere gezinsproblemen. Als er meer aan de hand is, kan worden doorverwezen naar een ZAT.’ Didi Visser Coördinator WSNS Noordoost Veluwe
29
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Vragenlijsten behoeften onderwijs Algemene gegevens Naam school: Naam invuller: Functie:
Vraag 1
Leerlingen Welke problematieken op het psychosociale vlak komt u bij u op school regelmatig tegen bij leerlingen waarvoor naar uw idee hulp of ondersteuning nodig is, maar waarvoor de leerlingenzorg van de school en/of de bovenschoolse zorg ontoereikend of niet bedoeld is? Faalangst Sterk minderwaardigheidsgevoel/gebrek aan zelfvertrouwen Angsten/fobieën Depressies Ongeremd gedrag Gebrek aan sociale vaardigheden Agressief gedrag ADHD Autisme en verwante stoornissen Andere psychiatrische stoornissen, zoals Kindermishandeling Seksueel misbruik Anders, namelijk:
Vraag 2
Ouders/gezinnen Welke problematieken op het psychosociale vlak komt u bij u op school regelmatig tegen bij ouders/ verzorgers van uw leerlingen of in de gezinnen van de leerlingen, waarvoor naar uw idee hulp of ondersteuning nodig is, omdat die problematiek de ontwikkeling van de leerlingen belemmert? Armoede-/schuldenproblematiek Criminaliteit van gezinsleden Opvoedingsonmacht Mishandeling binnen het gezin Fysieke en psychische verwaarlozing Psychiatrische stoornissen bij ouders/verzorgers Incest binnen het gezin Te hoge prestatiedwang van ouders/verzorgers naar kinderen Relatieproblemen bij ouders/verzorgers Verslavingsproblematiek bij ouders/verzorgers Anders, namelijk:
30
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Vraag 3
Scholen/teamleden Welke problemen op het psychosociale vlak komt u bij u op school tegen waarmee leerkrachten of personeelsleden te maken krijgen in het omgaan met moeilijke kinderen en/of ouders, waarvoor hulp of ondersteuning of deskundigheidbevordering gewenst zou zijn? Agressief gedrag van kinderen onderling Agressief gedrag van kinderen naar personeel toe Agressief gedrag van ouders/verzorgers naar personeel toe Omgaan met kinderen met gedragsproblemen Omgaan met kinderen met werkhoudingsproblemen Vroegtijdig kunnen signaleren van problemen bij kinderen Problemen in de communicatie met ouders/verzorgers Hoe te handelen in acute crisissituaties Ouders/verzorgers die hun persoonlijke problemen bij een teamlid neerleggen Weigerachtige houding bij ouders/verzorgers om hulp te zoeken/te accepteren Ouders/verzorgers die niet betrokken lijken bij problemen/de ontwikkeling van hun kind Anders, namelijk:
Vraag 4
De interne zorgstructuur Is er een intern zorgoverleg op school? Ja Nee
Vraag 5
Sterke punten in de samenwerking Wat zijn volgens u op dit moment sterke punten in de samenwerking van uw school met de instellingen die jeugdzorg of gezinshulp aanbieden? Inzet van de jeugdgezondheidszorg (GGD) is voldoende Samenwerking met schoolarts/schoolverpleegkundige loopt goed Er wordt snelle en goede hulp geboden op het sociaal-medisch vlak Inzet van de schoolbegeleidingsdienst is voldoende Samenwerking met de schoolbegeleiders loopt goed Er wordt snel en goed hulp geboden bij onderzoek/toetsing Er wordt snelle en goede schoolbegeleiding geboden In crisissituaties kan ik snel goede ondersteuning inroepen bij: De bereikbaarheid van Bureau Jeugdzorg is goed Er is een vaste contactpersoon voor onze school bij Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg biedt snelle en goede hulp voor kinderen/ouders De school kan advies en consultatie krijgen bij Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg helpt de school problemen vroegtijdig en goed te signaleren Na doorverwijzing wordt er door de instellingen voor geïndiceerde hulp goed teruggekoppeld naar de school over de voortgang van de behandeling Er vindt afstemming plaats van behandelplannen tussen jeugdzorg en school De school heeft goede contacten met het algemeen maatschappelijk werk Het algemeen maatschappelijk werk biedt snelle en goede hulp aan ouders/gezinnen als de school dat nodig vindt De bereikbaarheid van het algemeen maatschappelijk werk is goed Anders, namelijk:
31
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Vraag 6 Knelpunten in de samenwerking Wilt u hieronder aangeven of u in de samenwerking met instellingen die jeugdzorg of gezinshulp bieden de volgende knelpunten ervaart? De samenwerking met instellingen die jeugdzorg/gezinshulp bieden is onvoldoende Het is onduidelijk wie contactpersoon is voor de scholen bij Bureau Jeugdzorg Het is onduidelijk wie contactpersoon is voor individuele kinderen die in een zorgtraject zitten bij de hulpinstellingen De toegankelijkheid van Bureau Jeugdzorg bij verwijzingen is onvoldoende, omdat het geografisch te ver weg ligt De toegankelijkheid van Bureau Jeugdzorg bij verwijzingen is onvoldoende, omdat het voor ouders/ verzorgers een te hoge drempel heeft De overbrugging van de wachttijd voor hulp is onvoldoende geregeld Er zijn voldoende mogelijkheden voor snelle (toeleidings-)hulp Anders, namelijk: N.B. Wanneer u meerdere knelpunten ervaart, omcirkelt u dan (bij het blokje vooraan) de twee belangrijkste.
Vraag 7
Benodigde hulp/ondersteuning Welke expertise is naar uw mening vooral nodig dicht bij de school om bij de bovengenoemde problematieken hulp en ondersteuning te kunnen bieden? En kunt u daarbij ongeveer aangeven hoeveel uren per week deze inzet voor uw school nodig zou zijn? Schoolarts Schoolverpleegkundige Schoolmaatschappelijk werker Algemeen maatschappelijk werker Jeugdzorg Onderwijsbegeleidingsdienst Leerplicht Anders, namelijk:
Vraag 8
Kwantitatieve gegevens Voor hoeveel leerlingen per jaar (schatting) denkt u externe hulp nodig te hebben? Minder dan een kwart Tussen een kwart en de helft Tussen de helft en driekwart Meer dan driekwart
32
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.3 Taken ZAT-coördinator
Wie Gemeenteambtenaren, directies/schoolleiders van deelnemende organisaties en ZAT-coördinator
Wanneer Als u een Zorg Advies Team gaat opzetten of verbeteren
Waarvoor Spil van het Zorg Advies Team is de coördinator. Hij of zij is primair verantwoordelijk voor de organisatie. Het volgende overzicht kan u helpen bij het formuleren van taken van de ZAT coördinator.
Bron Ontleend aan Informatiemap ZAT’s 0 tot 12 jaar Apeldoorn (2007).
33
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Taken ZAT-coördinator Taken en verantwoordelijkheden De ZAT-coördinator is primair verantwoordelijk voor de organisatie van het Zorg Advies Team. Hij of zij is verantwoordelijk voor het proces en is als zodanig dan ook geen zaakverantwoordelijke voor de verdere behandeling van casuïstiek. Organisaties kunnen met vragen over procedures, werkwijze en contactpersonen terecht bij de ZAT-coördinator. Taken van de ZAT-coördinator zijn: - Voorbereiden en uitvoeren ZAT-besprekingen. - Ontvangst aanmeldingen en controle volledigheid gegevens. - Checken of aangemelde casus in het Zorg Advies Team kan worden behandeld (is er voldoende informatie). - Organiseren van de vergaderingen: - versturen uitnodiging met lijst van te bespreken kinderen; - checken of de aangemelde casussen aanleiding zijn om de ad hoc partners deel te laten nemen aan de bespreking; - zonodig uitnodigen van ad hoc partners. - Voorzitten van het overleg (strakke tijdsbewaking). - Vastleggen van adviezen. - Voortgangscontrole na drie maanden en vastleggen wat het Zorg Advies Team hierover meldt/ afspreekt (schriftelijke terugkoppeling naar permanente ZAT-deelnemers en betrokken organisaties of opnieuw ter bespreking inbrengen in team; bij zwaardere gevallen frequentie opvoeren). - Registreren van de ZAT-activiteiten. - Eenmaal per vier maanden aanleveren van sturingsinformatie (voortgang, ontwikkelingen, knelpunten). - Maken van een jaarverslag (o.a. in-, door en uitstroomgegevens). - Professionalisering van zijn/haar functie (blijvende oriëntatie op ontwikkelingen onderwijs- en hulpverleningsveld; scholing en training). - Zorgdragen dat er twee maal per jaar een signaleringsoverleg plaatsvindt waaraan de partners uit het ZAT-verzorgingsgebied deelnemen.
Competenties De ZAT-coördinator: - Heeft kennis van betreffende onderwijsveld en jeugdhulpverlening. - Heeft affiniteit met het werkveld. - Is communicatief vaardig in besprekingen met ZAT-deelnemers, ouders/verzorgers en inbrengers. - Kan, waar nodig, delegeren. - Ziet toe op zorgvuldige toepassing van protocollen en procedures. - Kan de kwaliteit van het Zorg Advies Team bewaken en verbeteren. - Kan behaalde resultaten rapporteren en verantwoorden. - Weet op een adequate manier om te gaan met vertrouwelijke gegevens. - Kan reflecteren op eigen functioneren. - Heeft een opleiding genoten op minimaal hbo-niveau. De ZAT-coördinator is bij voorkeur onafhankelijk.
34
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Tijdsbesteding De tijdsbesteding van de ZAT-coördinator is afhankelijk van de fase van ontwikkeling. In de voorbereidingsfase van het Zorg Advies Team wordt vaak gestart met twaalf uur per week. Als het Zorg Advies Team eenmaal functioneert vraagt het ongeveer acht uur per week.
Financiering en verantwoording De personele kosten van de ZAT-coördinator worden vaak betaald door gemeente(n) en scholen, zo blijkt uit de praktijk. Als werkgever treedt vaak een van de zorgaanbieders op (Maatschappelijk werk, GGD of Bureau Jeugdzorg). Bij het mbo is de ZAT-coördinator veelal een medewerker van het desbetreffende ROC of AOC. De ZAT-coördinator legt verantwoording af aan een stuurgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van (voor)schoolse voorzieningen, zorgaanbieders, scholen en gemeente(n).
35
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.4 Taken ZAT-deelnemers
Wie Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties, ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Als u een Zorg Advies Team gaat opzetten of verbeteren
Waarvoor Een heldere taakomschrijving maakt duidelijk welke inspanningen van iedere ZAT-deelnemer wordt verwacht en wat de bijbehorende verantwoordelijkheden zijn. Het volgende overzicht kan u helpen bij het formuleren van de specifieke taken ten behoeve van het Zorg Advies Team.
Bron Handboek Duin- en Bollenstreek. Zorg Advies Teams 4- tot 12-jarigen (2003-2004). Evaluatie Deelname Bureau Jeugdzorg in Gelderse Zorg Advies Teams, A. Bordewijk (2007) Velp: Spectrum Gelderland
‘Het schoolmaatschappelijk werk is absoluut een onmisbare partner binnen een ZAT’. In Harderwijk is een bovenschools Zorg Advies Team voor het primair onderwijs ontwikkeld dat alle scholen binnen de gemeente bediend. Deelnemers zijn onder andere: onderwijs, Maatschappelijk werk, Jeugdgezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg, Schoolbegeleidingsdienst en op afroep leerplicht en politie. De coördinatie ligt bij Magda van Benthem van Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe. Corine Laros is werkzaam bij dezelfde organisatie en betrokken bij de ZAT’s in Apeldoorn. Het schoolmaatschappelijk werk heeft volgens hen een duidelijke meerwaarde in het ZAT: “De schoolmaatschappelijk werker is een verbindende schakel tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. Door intensief contact met school en ouders vormen zij vaak een brug naar andere, beter passende, vormen van jeugdhulpverlening.” Magda van Benthem (rechts op de foto) ZAT-coördinator, gemeente Harderwijk Corine Laros (links op de foto) Coördinator Schoolmaatschappelijk Werk, MD Veluwe
36
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Taken ZAT-deelnemers Onderwijs Primair is het onderwijs verantwoordelijk voor het organiseren van optimale binnenschoolse (interne) zorg en de overdracht van leerlingen naar vervolgonderwijs. Dit is vastgelegd in de Wet Primair Onderwijs en Wet Voortgezet Onderwijs. Om haar taak goed uit te voeren moet de school beschikken over een adequaat (intern) zorgsysteem. Daarbij kan gedacht worden aan de functies van mentoraat, interne begeleiders, of zorgcoördinatoren en/of schoolmaatschappelijk werk in de school. Tevens neemt de school voor primair onderwijs deel aan een Permanente Commissie Leerlingenzorg, voor onder andere de toeleiding naar het speciaal onderwijs. Taken van de leerkracht in of ten behoeve van het ZAT zijn: - De leerkracht is bekend met het interne zorgsysteem van de school en het ZAT. - De signalering van zorgleerlingen. - Het schriftelijk vastleggen van de vorderingen van (zorg)leerlingen, bijvoorbeeld in een portfolio. - Het melden van zorgleerlingen bij de interne begeleiders voor nader overleg. Taken van de intern begeleider of mentor in of ten behoeve van het ZAT zijn: - Dossiervorming en dossierbeheer. - Collegiale consultatie; hulp en advies geven aan collega’s m.b.t. zorgleerlingen. - Het bespreekbaar maken van problemen van leerlingen met ouders/verzorgers. - Het voorbereiden van de casus voor de aanmelding in het Zorg Advies Team. - Schriftelijke toestemming van de ouders voor inbreng van de problematiek in het ZAT. - Invullen van het aanmeldingsformulier en het toezenden aan de ZAT-coördinator. - Deelnemen aan het ZAT en toelichten van de casusvraag. - Afstemming met het Zorg Advies Team betreffende de acties rond zorgleerlingen.
Voorschoolse voorzieningen In 2005 is de nieuwe Wet Kinderopvang van kracht gegaan waarin de financiering en kwaliteitseisen voor een ‘verantwoorde kinderopvang’ zijn vastgesteld. Dit laatste betekent dat kindercentra moeten bijdragen aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Taken van de leid(st)er in of ten behoeve van het ZAT zijn: - De leidster is bekend met het ZAT. - De signalering van zorgkinderen. - Het bespreekbaar maken van problemen van kinderen met ouders/verzorgers. - Het schriftelijk vastleggen van de vorderingen van (zorg)kinderen, bijvoorbeeld in een zorgdossier. - Het bespreken van zorgkinderen met zorgverantwoordelijke binnen de eigen organisatie. - Het voorbereiden van de casus voor de aanmelding in het Zorg Advies Team. - Schriftelijke toestemming van de ouders voor inbreng van de problematiek in het ZAT. - Invullen van het aanmeldingsformulier en het toezenden aan de ZAT-coördinator. - Deelnemen aan het ZAT en toelichten van de casusvraag. - Afstemming met het Zorg Advies Team betreffende de acties rond zorgleerlingen.
Jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg heeft op grond van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) als doel het bevorderen, beschermen en beveiligen van de lichamelijke, cognitieve, sociale en geestelijke gezondheid en ontwikkeling van de jeugd.
37
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Taken van de GGD-verpleegkundige of arts in of ten behoeve van het ZAT zijn: - Deelnemen aan het ZAT– overleg. - Het signaleren van in het bijzonder sociaal-medische problematiek en deze inbrengen in het ZAT - Het zonodig inwinnen van relevante (medische) informatie over leerlingen die in het ZAT besproken worden. - Constructief meedenken en adviseren vanuit sociaal-medisch gebied. - Optreden als zaakverantwoordelijke als sociaal-medische problematiek centraal staat: coördineren en integreren van hulp, voortgang volgen, contact leggen met inbrenger enzovoorts.
Bureau Jeugdzorg Het Bureau Jeugdzorg heeft tot taak te zorgen voor de aanmelding, screening, diagnose en indicatie voor procesmatige begeleiding en voor plaatsing van jongeren. Verder voor plaatsing in pleegzorg, dagbehandeling en residentiële voorzieningen, voor crisisinterventie en kortdurende hulpverlening. Bureau Jeugdzorg kan op afroep deelnemen aan een Zorg Advies Team als er een vermoeden is van ernstige problemen bij opgroei- en opvoedsituaties (inclusief kindermishandeling). Bureau Jeugdzorg kan nagaan of er hulp nodig is en/of er al dan niet sprake is van geïndiceerde (jeugd)zorg. Taken van de Bureau Jeugdzorg medewerker in of ten behoeve van het ZAT zijn: - Op afroep deelnemen aan het ZAT–overleg. - Het inbrengen van signalen over leerlingen die via ouders/verzorgers of derden een beroep hebben gedaan op de hulpverlening van het Bureau Jeugdzorg. - Het zonodig inwinnen van relevantie informatie na toestemming van de leerling en ouders/ verzorgers. - Het op verzoek bieden van expertise en deskundigheidsbevordering. - Het verzorgen van doorverwijzingen wanneer verdere hulpverlening nodig is of het indiceren voor jeugdzorg. - Optreden als zaakverantwoordelijke als kindproblematiek centraal staat: coördineren en integreren van hulp, volgen van de voortgang, contact leggen met de inbrenger enzovoorts. - Het houden van motiverende gesprekken op school en bij Bureau Jeugdzorg om leerling en ouders/ verzorgers te kunnen adviseren.
Leerplicht De leerplichtambtenaar ziet erop toe dat ouders/verzorgers, leerlingen en scholen de Leerplichtwet naleven. Melden van (dreigend) schoolverzuim worden in behandeling genomen en door een preventieve aanpak wordt er naar gestreefd schooluitval en schoolverzuim te voorkomen dan wel terug te dringen. Taken van de leerplichtambtenaar in of ten behoeve van het ZAT zijn: - Deelnemen aan het ZAT-overleg. - Het inbrengen van signalen over leerlingen die ongeoorloofd (dreigen) te verzuimen. - Het zonodig inwinnen van relevante informatie over kinderen betreffende de historie van de schoolloopbaan en het verzuimgedrag. - Constructief meedenken en adviseren vanuit de eigen discipline. - Optreden al zaakverantwoordelijke als verzuim of dreigende uitval in de signalerende problematiek centraal staat: coördineren en integreren van hulp, volgen van de voortgang, contact leggen met de inbrenger, eventueel proces-verbaal maken, enzovoorts. - Voor leerplicht gerelateerde zaken contact leggen met de leerling en de ouders/verzorgers indien nodig door middel van het afleggen van huisbezoeken. - Het leveren van een bijdrage aan een snellere verwijzing naar hulpverlenende instanties.
38
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Algemeen Maatschappelijk Werk Het Algemeen Maatschappelijk Werk heeft o.a. als taak volwassenen en jeugdigen te helpen en te begeleiden bij psychosociale en sociaal-emotionele problemen, bekeken vanuit het gezin en de omgeving van de hulpvrager. Taken van maatschappelijk werker in of ten behoeve van het ZAT zijn: - Deelnemen aan het ZAT-overleg. - Het inbrengen van signalen met betrekking tot kinderen uit problematische gezinnen, waarbij maatschappelijk werkers contact hebben met ouders/verzorgers of kinderen zelf. - Het zonodig inwinnen van relevante informatie na toestemming van de leerling en ouders/ verzorgers. - Het constructief meedenken en adviseren vanuit de eigen discipline. - Het zonodig doorverwijzen naar het reguliere Algemeen Maatschappelijk Werk. - Optreden als zaakverantwoordelijke als systeemproblematiek centraal staat: coördineren en integreren van hulp, volgen van de voortgang, contact leggen met de inbrenger enzovoorts. - Gesprekken met ouders/verzorgers voeren.
Politie De politie kan, in het kader van wijkgericht werken, leefbaarheid, veiligheid en/of criminaliteitsbestrijding, aan het ZAT deelnemen. Taken van de politie in of ten behoeve van het ZAT zijn: - Op afroep deelnemen aan ZAT-overleg. - Het inbrengen van signalen over kinderen die met de politie in aanraking zijn gekomen en niet eerder bekend bij het ZAT. - Het melden van politiecontacten van reeds bij het ZAT bekende kinderen. - Het zonodig inwinnen van relevantie informatie over ingebrachte casus voor zover dit mogelijk is binnen de privacyregelgeving. - Het plegen van huisbezoeken of uitnodigen van ouders/verzorgers, of kinderen indien gewenst, op het bureau. - Indien noodzakelijk het verzorgen van meldingen bij de Raad voor de Kinderbescherming of Adviesen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het onderhouden van contacten met deze instanties.
39
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.5 Format: ZAT convenant en ZAT protocol
Wie Gemeenteambtenaren, bestuurders, directies/schoolleiders van deelnemende organisaties.
Wanneer Als u een Zorg Advies Team gaat opzetten of als u de werkwijze wilt veranderen.
Waarvoor Wanneer alle betrokken partners het eens zijn over het basisplan voor het Zorg Advies Team (zie paragraaf 3.1.1), dan is het aan te bevelen om op bestuurlijk niveau deze afspraken vast te leggen in een convenant. Dit convenant dient door alle partners te worden ondertekend. In een bijbehorend protocol dienen procedures en werkwijze van het Zorg Advies Team te worden vastgelegd. Het protocol is een uitwerking van het ZAT convenant op operationeel niveau. In het volgende format leest u wat in een convenant en protocol zou kunnen staan.
Bron Ontleend aan: - Stappen vooruit in de samenwerking. M. Bosdriesz, B. van Kessel en D. van Veen (2004). LCOJ, NIZW Jeugd en de projectorganisatie WSNS Plus. - Zorg in en om School (Zios)
‘Werk je samen, dan maak je afspraken. Wil je met elkaar door, dan sluit je een verbond.’ Aaldert van der Horst Algemeen directeur, Stichting Leerlingenzorg Apeldoorn en Regio.
40
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Format: ZAT convenant en ZAT protocol Inhoud van ZAT convenant - bestuurlijk niveau - Korte beschrijving van het samenwerkingsinitiatief; ontstaansgeschiedenis. - Doel van het convenant - Betrokken organisaties en convenantpartners - Neem per betrokken partner in het convenant op waartoe zij zich verplichten. Zoals: - Onderschrijven van het basisplan en van de daarin geformuleerde doelstellingen en werkwijze. - De daadwerkelijke inzet die van de instelling wordt gevraagd op het gebied van menskracht, ondersteuning, materiële zaken, financiën, enzovoorts. - Overige afspraken betreffende regie, verantwoording, scholing, verslaggeving, enzovoorts. - Deelname aan en relatie met de stuurgroep (zie paragraaf 3.1.1). - Andere specifieke afspraken die in uw regio aan de orde zijn.
Inhoud van ZAT protocol - operationeel niveau Algemene doelstelling Aangezien het Zorg Advies Team een onderdeel van de leerlingenzorg is zullen de doelstellingen een verbinding moeten hebben met de algemene uitgangspunten van het onderwijs. In de doelstelling zal de verbinding van de interne leerlingenzorg met de externe zorg gelegd moeten worden.
Doelen Het zorg Advies Team kent een aantal doelen die door het Zorg Advies Team wisselend en afhankelijk van het soort casusvragen, uitgevoerd worden. Op dit onderdeel wordt aangegeven welke van de doelen (één of meerdere) het Zorg Advies Team zich met name richt: - Consultatie - Doorverwijzing - Interventie in samenwerking - Versterking schoolinterne leerlingenzorg - Advisering/signalering ten behoeve van het WSNS-verband en beleidsmakers
Taken van ZAT-leden In het protocol wordt aangegeven welke keuze het Zorg Advies Team maakt in de samenstelling van deelnemers en welke inzet van de betreffende personen/instellingen wordt gevraagd (zie paragraaf 3.1.4). In het Gelders kader (zie hoofdstuk 2) worden de volgende vaste partners genoemd: onderwijs, (school)maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, leerplicht als vaste partners genoemd. Bureau Jeugdzorg en de politie zijn op afroep aanwezig. De taken van de ZAT-coördinator treft u in paragraaf 3.1.3.
Werkwijze In het protocol wordt aangegeven op welke wijze het Zorg Advies Team te werk wil gaan ten aanzien van onder andere: - Procedure van aanmelding - Frequentie van bijeenkomsten - Aantal te bespreken casussen per bijeenkomst - De voorbereiding van de vergadering - De wijze waarop de ingebrachte casussen besproken worden (zie paragraaf 3.3.1). - Verslaglegging - Hoe te handelen in crisissituaties - Op welke termijn afspraken moeten worden uitgevoerd - De terugkoppeling van de afspraken naar inbrenger, leerling en ouders/verzorgers - Wie verantwoordelijk is voor de coördinatie (zaakverantwoordelijke)
41
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Privacy Om een leerling te mogen bespreken in een Zorg Advies Team is toestemming van ouders/verzorgers noodzakelijk (zie paragraaf 3.2.7). In het protocol wordt beschreven hoe hierin wordt verzien en wie de dossiers beheert.
Evaluatie Het functioneren van het Zorg Advies Team moet met regelmaat geëvalueerd worden (zie paragraaf 3.5). In het protocol worden afspraken opgenomen over periodieke rapportage en de signalen ten behoeve van beleidsvorming. Ook het vervolgtraject bij (on)voldoende resultaat wordt omschreven.
42
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.6 Convenant ZAT
Wie Gemeenteambtenaren, bestuurders en directies/schoolleiders van deelnemende organisaties
Wanneer Als u een ZAT gaat opzetten, en elk jaar als u de doelstelling of werkwijze wilt veranderen.
Waarvoor Om ervoor te zorgen dat de samenwerking structureel is, moet er gezorgd worden voor borging van de structuur. De inspanningen moeten vastgelegd worden in een breed gedragen convenant. Het gezamenlijk opstellen en vaststellen van een convenant dient meerdere doelen: - de doelstellingen, functies en werkwijze voor alle ZAT-deelnemers helder maken - een legitimatie van de bijdrage van alle ZAT-deelnemers binnen hun eigen organisatie - gedeelde verantwoordelijkheid stimuleren en versterken De volgende tekst van de gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel kan als model dienen voor de afspraken die vastgelegd moeten worden in een convenant. Uiteraard is het belangrijk dit convenant op maat te maken voor uw eigen Zorg Advies Team. Dit convenant wordt ondertekend door alle betrokken partners. Ter illustratie is een gedeelte van de tekst opgenomen.
Bron Groeinotitie ‘Stappenplan ZAT-vorming gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel’. Expertisecentrum De Opmaat (2007).
43
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Convenant ZAT Convenant gemeente Zaltbommel, gemeente Neerijnen, gemeente Maasdriel, Bureau Jeugdzorg Gelderland, GGD Rivierenland, MEE Gelderse Poort, Stichting Thuiszorg en Maatschappelijke Dienstverlening, Politie, Herlaarhof (Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie), Regionale Expertise Centra, Scholengroep Cambium en Expertisecentrum De Opmaat namens de aangesloten schoolbesturen.
Algemene doelstelling Het Zorg Advies Team is een multidisciplinair zorgoverleg dat zorg draagt voor de optimalisering van hulp aan kinderen en ouders/verzorgers door het maken van een verbinding tussen de schoolinterne, bovenschoolse en de schoolexterne leerlingzorgsystemen.
Doelgroep Alle kinderen in de basisschoolleeftijd (4-12 jaar), woonachtig in de gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel en bij wie sprake is van een zodanige problematiek, dat de mogelijkheden (diagnostiek, behandeling, verwijzing) van het reguliere zorgsysteem van de betrokken basisschool, de bovenschoolse zorgvoorziening of de betrokken jeugdzorginstantie niet toereikend zijn. Het ZAT is een voorziening voor alle basisscholen in de gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel, ongeacht het WSNS-samenwerkingsverband waarbij zij zijn aangesloten. Binnen de gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel functioneert een WSNS-samenwerkingsverband PO, waarvan de scholen zich in de genoemde drie gemeenten bevinden. Dit samenwerkingsverband omvat echter niet alle scholen in deze drie gemeenten. In de opdrachtverstrekking is ervan uit gegaan dat het deelproject ‘Invoeren van ZAT in PO en VO’ zich ook richt op de zorgverlening aan scholen die bij een ander samenwerkingsverband zijn aangesloten. Het bestuur van EC De Opmaat heeft zich gecommitteerd aan het algemene karakter van de ZATvoorziening voor alle scholen voor primair onderwijs in de drie gemeenten in het kader van haar maatschappelijke taakstelling. EC De Opmaat zal dit desgewenst (op verzoek van scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel) vormgeven in samenspel met andere WSNS-samenwerkingsverbanden. Het ZAT werkt met een jaarplanning voor casuïstiekbesprekingen die op een vaste locatie plaatsvinden. De werkwijze is vastgelegd in het basisprotocol. De werkwijze wordt gepubliceerd in de gidsen van de (school)organisaties. Het privacyreglement is op aanvraag beschikbaar bij (school)organisatie.
Samenstelling van het ZAT: Het ZAT kent vaste leden, die bij elk ZAT-overleg aanwezig zijn: - MEE Gelderse Poort - Stichting Thuiszorg en Maatschappelijke Dienstverlening, afd. Algemeen Maatschappelijk Werk - GGD Rivierenland - Bureau Jeugdzorg Rivierenland - Expertisecentrum De Opmaat - Leerplichtambtenaren van de drie gemeenten (alleen bij bespreking van een casus die in de eigen gemeente speelt) - De casusinbrengende school
44
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Het ZAT kent leden-op-afroep; zij zijn aanwezig op verzoek van de coördinator van het ZAT. Na de eerste bespreking van de casus in het ZAT zal een gericht uitnodiging voor het verlenen van consultatie basis voor tijdelijke deelname aan de casusbespreking van het ZAT zijn - Herlaarhof (Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie) - REC 1 - Senis - REC 2 - Viataal - REC 3 - Rivierenland (tbv gemeente Neerijnen) - REC 3 - Balein (tbv gemeenten Maasdriel en Zaltbommel) - REC 4 – Vierland - Stichting Thuiszorg en Maatschappelijke Dienstverlening, afd. Jeugdgezondheidszorg - Scholengroep Cambium - Politie Bommelerwaard In bijzondere situaties kan één van de ZAT-leden een verzoek doen tot consultatie bij GGZ ELEOS, AMK en Buro Halt. Op verzoek van scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Zaltbommel, Maasdriel en Neerijnen, die bij een ander WSNS-samenwerkingsverband zijn aangesloten, kan eventueel ook consultatie gevraagd worden bij het bovenschoolse zorgteam van het betreffende WSNS-samenwerkinsgverband.
Organisatie en coördinatie De voorzitter van het ZAT is het centrale coördinatiepunt voor administratie en registratie van ZATactiviteiten. Dit voorzitterschap wordt vervuld door de directeur van Expertisecentrum De Opmaat; het secretariële werk dat met dit voorzitterschap samenhangt wordt verzorgd door het secretariaat van Expertisecentrum De Opmaat. Hierna wordt per convenantpartner aangegeven welke verplichtingen worden aangegaan met betrekking tot medewerking aan het ZAT c.q. het ondertekenen van dit convenant
Gemeente Zaltbommel, Gemeente Maasdriel, Gemeente Neerijnen: 1. Verklaart zich akkoord met de in dit convenant en het basisplan geformuleerde doelen, uitgangspunten en werkwijze van het ZAT, 2. Stelt zich garant voor de benodigde middelen voor de coördinatie van het ZAT, 3. Stelt zich garant voor de benodigde middelen voor de inzet van GG&GD en STMR in het ZAT, 4. Voert de regie waarvan de uitvoering is neergelegd bij: - gemeente Zaltbommel - beleidsveld Jeugd - gemeente Maasdriek - team Welzijn - gemeente Neerijnen - ..........
45
Plaats:
Datum:
Namens de gemeente:
Wethouder Welzijn/Onderwijs:
- Zaltbommel
-
- Neerijnen
-
- Maasdriel
-
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Bureau Jeugdzorg Rivierenland: 1. Verklaart zich akkoord met de in dit convenant en het basisplan geformuleerde doelen, uitgangspunten en werkwijze van het ZAT, 2. Stelt zich garant voor de inzet van jeugdhulpverlening bij de ZAT-bijeenkomsten 3. Draagt zorg voor een snelle en zorgvuldige doorgeleiding van klanten die vanuit het ZAT naar Bureau Jeugdzorg worden doorverwezen, 4. Leveren waar mogelijk bijdragen om de realisering van de doelen en werkwijze van het ZAT mogelijk te maken. Plaats:
Datum:
Namens Bureau Jeugdzorg,
Regiomanager Rivierenland.
Stichting Thuiszorg en Maatschappelijke Dienstverlening Rivierenland Algemeen maatschappelijk werk / Jeugdgezondheidszorg 1. Verklaart zich akkoord met de in het convenant en het basisplan geformuleerde doelen, uitgangspunten en werkwijze van het ZAT, 2. Stelt alles in het werk dat binnen haar mogelijkheden ligt om de doelen en werkwijze van het ZAT te realiseren, 3. Levert de inzet van algemeen maatschappelijk werk in het ZAT, vanuit middelen van de gemeente .........., 4. Draagt zorg voor een snelle en zorgvuldige doorgeleiding van klanten die vanuit het ZAT naar de afd. AMW en de afd. JGZ worden doorverwezen, 5. Spant zich in om bij al haar betrokken werknemers het ZAT onder de aandacht te brengen en afstemming met andere zorgverantwoordelijken te bewerkstelligen. 6. Leveren waar mogelijk bijdragen om de realisering van de doelen en werkwijze van het ZAT mogelijk te maken. Plaats:
Datum:
Namens,
Directeur.
Jeugdgezondheidszorg – GGD Rivierenland: 1. Verklaart zich akkoord met de in het convenant en het basisplan geformuleerde doelen, uitgangspunten en werkwijze van het ZAT, 2. Stelt alles in het werk dat binnen haar mogelijkheden ligt om de doelen en werkwijze van het ZAT te realiseren, 3. Levert de inzet jeugdarts in het ZAT, vanuit middelen van de gemeenten Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel, 4. Draagt zorg voor een snelle en zorgvuldige doorgeleiding van klanten die vanuit het ZAT naar de GGD worden doorverwezen, 5. Spant zich in om bij al haar betrokken werknemers het ZAT onder de aandacht te brengen en afstemming met andere zorgverantwoordelijken te bewerkstelligen. 6. Leveren waar mogelijk bijdragen om de realisering van de doelen en werkwijze van het ZAT mogelijk te maken.
46
Plaats:
Datum:
Namens GGD Rivierenland,
Sectorhoofd Jeugdgezondheidszorg en logopedie.
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Expertisecentrum De Opmaat namens de aangesloten schoolbesturen: 1. Verklaren zich akkoord met de in het convenant en het basisplan geformuleerde doelen, uitgangspunten en werkwijze van het ZAT, 2. Spannen zich in om bij hun scholen bekendheid te geven aan het ZAT en scholen te stimuleren op de beoogde wijze gebruik te maken van het ZAT, 3. Leveren waar mogelijk bijdragen om de realisering van de doelen en werkwijze van het ZAT mogelijk te maken. Plaats:
Datum:
Namens,
Voorzitter.
Politie 1. Verklaart zich akkoord met de in het convenant en het basisplan geformuleerde doelen, uitgangspunten en werkwijze van het ZAT, 2. Stelt alles in het werk dat binnen haar mogelijkheden ligt om de doelen en werkwijze van het ZAT te realiseren, 3. Levert indien gevraagd inzet, 4. Spant zich in om bij al haar betrokken werknemers het ZAT onder de aandacht te brengen en afstemming met andere zorgverantwoordelijken te bewerkstelligen. 5. Leveren waar mogelijk bijdragen om de realisering van de doelen en werkwijze van het ZAT mogelijk te maken.
47
Plaats:
Datum:
Namens,
Functie:
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.7 Privacyreglement
Wie Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties, ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Voor de start van het Zorg Advies Team moet in een reglement worden vastgelegd hoe er omgegaan wordt met privacygevoelige informatie van ouders/verzorgers en kinderen. Bij aanmelding van een kind dienen ouders/verzorgers over het privacyreglement geïnformeerd te worden. Een privacyreglement of een verwijzing naar het reglement kan worden opgenomen in het schoolplan van de deelnemende scholen.
Waarvoor Bij het bespreken van kinderen moet rekening gehouden worden met de privacy van het kind en gezin. Het wettelijke kader voor bescherming van de privacy wordt gevormd door Europese regelgeving en de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Een van de consequenties van de wet is dat Zorg Advies Teams in een reglement moeten vastleggen hoe er omgegaan wordt met privacygevoelige informatie van kinderen en ouders/verzorgers en dat zij hierover geïnformeerd worden. Het volgende privacyreglement voldoet aan de eisen van de Wet op de Bescherming van Persoonsgegevens. Het privacyreglement kan –of een verwijzing daarnaar- ook worden opgenomen in het schoolplan van alle deelnemende scholen aan het Zorg Advies Team.
Bron Privacyreglement ZAT Gemeente Neder-Betuwe.
‘Als een jongere in het ZAT wordt besproken, mag het privacyaspect niet belemmerend werken. Het belang van de jongere staat voorop en daarbinnen moet je de vraag stellen: hoe ga je om met privacy?’ Martin van der Linde Taakaccenthouder jeugd, politieteam Harderwijk
48
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Privacyreglement ZAT Gemeente Neder-Betuwe Artikel 1
Begripsbepalingen
1.1
Persoonsgegeven Een gegeven dat herleidbaar is tot een individuele natuurlijk persoon.
1.2
Persoonsregistratie Een samenhangende verzameling van op verschillende personen betrekking hebbende persoonsgegevens, die langs geautomatiseerde weg worden gevoerd of met het oog op een doeltreffende raadpleging van de gegevens is aangelegd.
1.3
Verstrekken van gegevens uit de persoonsregistratie Het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens die in de persoonsregistratie zijn opgenomen of die door verwerking daarvan, al dan niet in verband met andere gegevens, zijn verkregen.
1.4
Geregistreerde
1.5
Houder
Degene over wie persoonsgegevens in de persoonsregistratie zijn opgenomen. Degene die zeggenschap heeft over de persoonsregistratie en die eindverantwoordelijk is voor de naleving van dit reglement. 1.6
Beheerder Degene die onder verantwoordelijkheid van de houder is belast met de dagelijkse zorg voor de persoonsregistratie of een gedeelte daarvan.
1.7
Zorgadviesteam (ZAT) gemeente Neder-Betuwe Het team dat ten behoeve van de voorzieningen voor jeugdigen in de gemeente Neder-Betuwe met betrekking tot door deze voorzieningen gesignaleerde psychosociale problematiek bij kinderen en/of hun ouders/verzorgers, advies, consultatie, screening, verwijzing en crisisinterventie uitvoeren.
Artikel 2
Reikwijdte
2.1
Dit reglement heeft betrekking op de persoonsregistratie van het Zorgadviesteam in de gemeente Neder-Betuwe.
Artikel 3
Doel van de persoonsregistratie
3.1
Het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verzameld en opgeslagen in persoonlijke dossiers is het bewerken en gebruiken van persoonsgegevens teneinde de doelstellingen van het Zorgadviesteam te bereiken, namelijk: zo effectief en zo snel mogelijk advies, hulp en ondersteuning te kunnen bieden aan kinderen, hun ouders/gezinnen en de organisatie inzake psychosociale, gedrags- en gezinsproblematiek.
3.2
De persoonsgegevens kunnen verder geanonimiseerd gebruikt worden voor beschrijvende, evaluatieve en onderzoeksmatige doeleinden inzake de geconstateerde hulpvraag en het aanbod van het Zorgadviesteam en ten behoeve van beleidsvoering ter verbetering van de kwaliteit noodzakelijk ter uitvoering van de doelstellingen. Om dit mogelijk te maken zijn in het digitale registratieprogramma de persoonsgegevens gescheiden van de hulp- en dienstverleningsgegevens.
Artikel 4
Beheer van de persoonsregistratie
4.1
Houder van de persoonsregistratie is de (werkgever van de coördinator) te Neder-Betuwe.
4.2
Beheerder van de persoonsregistratie is de coördinator van het Zorgadviesteam. De coördinator is als zodanig belast met de dagelijkse zorg voor de dossiervoering en is verantwoording schuldig aan de houder.
49
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Artikel 5
Betrokkenen
5.1
Persoonsgegevens worden opgenomen van de bij het Zorgadviesteam aangemelde kinderen, hun ouders/verzorgers/gezinsleden en teamleden van de basisscholen in de gemeente Neder-Betuwe. De aanmelding gebeurt met schriftelijke toestemming van ouders/verzorgers.
Artikel 6 6.1
Soorten van gegevens Over de in artikel 5 genoemde personen worden ten hoogste de volgende persoonsgegevens vermeld: a. Personalia kind/ouders/gezinsleden (naam, geboortedatum, geslacht, woonadres, telefoonnummer); b. Zonodig informatie over culturele achtergrond; c. Organisatiegegevens (naam organisatie, naam inbrenger begeleider, naam van de groep waarin het kind zit, naam van de leidster/leerkracht, naam van de huisarts, tijdstip van inschrijving van het kind bij deze organisatie, gezinssamenstelling, gezinssituatie, leerprestaties, persoonlijke verzorging; lichamelijke groei en ontwikkeling, verzuim, gedrag, sociaal functioneren, eventuele aanvullende informatie, naam en handtekening van de indiener van de aanmelding bij ZAT); d. Reden voor aanmelding bij het ZAT; e. Of de aanmelding bij het ZAT met de ouders/verzorgers is besproken; f. Omschrijving van de problematiek en sinds wanneer die gesignaleerd is; g. Activiteiten die door de interne zorg van de organisatie (incl. JGZ) zijn ondernomen rond de betreffende kind/ouders/verzorgers/gezinsleden; h. Reeds bestaande of relevante afgesloten hulpverleningscontacten, de namen van contactpersonen aldaar en of deze personen op de hoogte zijn van de aanmelding bij een ZAT; i. Relevante persoonsgegevens die door andere professionele hulpverleners zijn verstrekt m.b.t. de aangemelde problematiek van het betreffende kind/ouder/verzorger/gezinslid; j.
Handelingsplannen betreffende de in te stellen zorg rond de aangemelde persoon
k. Gegevens over de voortgang, de evaluatie en de afsluiting van de ingestelde zorg/behandeling. 6.2
De in 6.1 vermelde gegevens zijn afkomstig van: a. het aanmeldingsformulier; b. gesprekken met kind, ouders/verzorgers/gezinsleden en leidster/teamleden van de organisatie; c. besprekingen in de overleggen van het Zorgadviesteam; d. kinddossiers van (scholen)organisaties; e. persoonlijke dossiers van bij het ZAT betrokken instellingen; f. persoonlijke dossiers van andere hulpverleners, zoals leerplichtambtenaren, politie, welzijnswerkers.
Artikel 7
Toegang tot de persoonsgegevens
7.1
Uitsluitend de beheerder en de door de beheerder aangewezen medewerkers hebben, met het oog op de doelstelling van het ZAT, rechtstreeks toegang tot de (elektronische) registratie. Voor deze personen geldt een verplichting tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennisnemen, behoudens ingeval de uitvoering van hun taak hen tot mededeling verplicht.
7.2
Er wordt gewerkt met autorisaties voor gerichte toegang tot de geautomatiseerde registratie, afgegeven door de beheerder.
7.3
Het geautomatiseerde registratiesysteem ten behoeve van de coördinatie van het Zorgadviesteam is slechts toegankelijk voor de betreffende medewerkers middels een persoonlijk wachtwoord.
50
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Artikel 8 8.1
Verstrekking van gegevens aan ontvangers Aan de volgende ontvangers, dan wel categorieën van ontvangers, worden slechts ten dienste van de bovengenoemde doelen persoonsgegevens verstrekt: a. de deelnemers van het Zorgadviesteam; b. de daartoe aangewezen contactpersonen binnen de organisatie van het aangemelde kind; c. Bureau Jeugdzorg; d. instellingen voor algemeen maatschappelijk werk/schoolmaatschappelijk werk; e. instellingen voor Jeugdgezondheidszorg; f. MEE Gelderse Poort; g. huisartsen; h. schoolbegeleiding diensten; i. andere instellingen voor (jeugd)zorg en hulpverlening; j.
instellingen en personen die beroepshalve betrokken worden, c.q. zijn bij de hulpverlening aan kinderen, hun ouders/verzorgers (leerplichtambtenaren, politie, welzijnswerk, kinderdagopvang en Buitenschoolse opvang, etc.);
k. onderzoeksmedewerkers die de werkzaamheden van het ZAT in opdracht van de houder beschrijven en evalueren (zij ontvangen alleen geanonimiseerde gegevens). 8.2
Van deze verstrekkingen wordt in de dossiers aantekening gemaakt.
Artikel 9
Toestemmingsvereisten
9.1
Een kind/gezin kan slechts bij een ZAT worden aangemeld met schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers; in de Ouderverklaring op het aanmeldingsformulier verstrekken de ouders/ verzorgers van het kind de bedoelde schriftelijke toestemming. In deze Ouderverklaring wordt de ouders/verzorgers ook gevraagd om toestemming voor het ontvangen van en verstrekken aan de organisatie van persoonsgegevens en worden zij geïnformeerd over het doel hiervan. Tevens wordt in deze Ouderverklaring de ouders/verzorgers gevraagd om toestemming voor het inwinnen van persoonsgegevens bij andere instellingen voor hulp en zorg en voor het verstrekken van persoonsgegevens aan instellingen voor (jeugd)zorg en hulpverlening en worden zij geïnformeerd over het doel hiervan.
9.2
Bij vragen van organisaties betreffende leerling- of gezinsproblematieken waarbij ouders geen toestemming willen geven voor aanmelding bij het Zorgadviesteam of wanneer men geen toestemming heeft gevraagd kan de betreffende casus alleen anoniem besproken worden met medewerkers van het Zorgadviesteam.
9.3
Onderzoeksmedewerkers die in opdracht van de houder de werkzaamheden van het Zorgadviesteam beschrijven en evalueren ontvangen uitsluitend geanonimiseerde persoonsgegevens.
9.4
Persoonsgegevens mogen pas worden verstrekt aan instellingen voor (jeugd)zorg en hulpverlening na toestemming hiervoor van de ouders.
9.5
Voor het inwinnen van persoonsgegevens bij andere instellingen voor hulp en zorg is toestemming van de ouders/verzorgers noodzakelijk.
Artikel 10 Rechten van de geregistreerde 10.1
In de informatie aan kinderen/ouders/verzorgers wordt informatie opgenomen over het bestaan van een registratiesysteem en de wijze waarop gegevens worden verkregen en verstrekt.
10.2
De geregistreerde kan door middel van een schriftelijk verzoek gebruik maken van haar/zijn recht op inzage in haar/zijn dossier en/of het ontvangen van afschriften van (delen van) dit dossier, nadat zij/hij zich voldoende heeft geïdentificeerd.
10.3
De houder zal op gemotiveerd en voldoende gespecificeerd verzoek van de geregistreerde diens persoonsgegevens verbeteren, aanvullen of verwijderen, indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel van de registratie onvolledig of niet ter zake dienend, dan wel in strijd zijn met een wettelijk voorschrift.
10.4
De beheerder registreert in het dossier alle verstrekkingen van informatie aan derden.
51
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Artikel 11 Bewaartermijn 11.1
De persoonsgegevens in de registratie worden maximaal voor een termijn van twee jaar na het laatste contact bewaard en na het verstrijken van deze termijn vernietigd.
11.2
Vernietiging van de registratie of van de daarin opgenomen gegevens geschiedt met inachtneming van de bij of krachtens de Archiefwet gegeven regels.
Artikel 12 Beveiligingsmaatregelen 12.1
De elektronische dossiers worden bewaard op de centrale computer in het centraal kantoor van de houder. Deze dossiers zijn uitsluitend toegankelijk voor door de houder geautoriseerde medewerkers en de toegang is beveiligd met een persoonlijk wachtwoord. Papieren dossiers worden eveneens bewaard in het centraal kantoor van de houder in afgesloten kasten.
12.2
Voor de toegang tot de geautomatiseerde persoonsgegevens is een protocol opgesteld.
Artikel 13 Klachten 13.1
Als de geregistreerde van mening is dat de bepalingen van dit reglement niet worden nageleefd of andere redenen tot klagen heeft, dient hij zich te wenden tot de houder.
13.2
Overeenkomstig de WBP kan de betrokkene zich wenden tot het College Bescherming Persoonsgegevens in Den Haag.
13.3
Informatie over de bescherming van de privacy en de wijze waarop klachten ingediend kunnen worden, is vastgelegd in de folder ‘Hoe is uw privacy geregeld en hoe dient u een klacht in’.
Artikel 14 Slotbepalingen 14.1
Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2007
14.2
Het reglement ligt ter inzage bij alle (scholen)organisaties in de gemeente Neder-Betuwe.
52
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.1.8 Functionele vereisten - ZAT langs de meetlat
Wie Gemeenteambtenaren, directies/schoolleiders van deelnemende organisaties en ZAT-coördinator
Wanneer Ter voorbereiding voor het opzetten van een Zorg Advies Team en elk jaar als u het functioneren en de doelmatigheid wilt evalueren.
Waarvoor Om maximaal rendement te realiseren moeten Zorg Advies Teams aan een aantal voorwaarden voldoen. De volgende opsomming geeft u een beeld van de belangrijkste functionele vereisten. De functionele vereisten zijn vertaald naar (minimale) kwaliteitseisen, die u als meetlat kunt gebruiken voor uw eigen Zorg Advies Team.
Gebruik Geef voor elke stelling van de meetlat aan of deze in uw situatie niet gerealiseerd (-), in ontwikkeling (+/-) of gerealiseerd (+) is. De conclusies dienen binnen het Zorg Advies Team besproken te worden. Het is raadzaam om voor de punten die niet gerealiseerd zijn een verbeterplan op te stellen. Hiervoor kunt u gebruik maken het stappenplan in paragraaf 3.1.1.
Bron Gelders kader onderwijs-zorgstructuur, M. Wijsmuller (2007). Velp: Spectrum Gelderland.
53
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Functionele vereisten Om maximaal rendement te realiseren moeten Zorg Advies Teams aan een aantal voorwaarden voldoen. De volgende opsomming geeft u een beeld van de belangrijkste functionele vereisten, gebaseerd op de landelijke kwaliteitscriteria voor Zorg Advies Teams.
Samenstelling Een Zorg Advies Team levert het meeste rendement op als de aangewezen zorgpartners allemaal vertegenwoordigd zijn. Dat maakt het mogelijk om een casus van uit alle invalshoeken te bespreken en direct afspraken te maken over de eventuele opvolging van het advies. Structurele deelname van de vaste partners is dan ook vereist. Vaste partners in het Zorg Advies Team zijn onderwijs, (school-) maatschappelijk werk, Jeugdgezondheidszorg, leerplicht. Bureau jeugdzorg neemt op afroep deel aan de casusbesprekingen. Andere zorgpartners nemen deel wanneer dat vanuit de voorliggende problematiek nodig is: - Politie: in Zorg Advies Teams voor het voortgezet onderwijs en mbo is de politie vaak regulier aanwezig - MEE: wanneer er sprake is van lichamelijke of geestelijke beperkingen - Schoolbegeleidingsdienst - Consultatiebureau/wijkverpleegkundige: wanneer er kinderen tot 4 jaar op de agenda staan
Borging De partners van het Zorg Advies Team werken volgens een convenant waarin de verplichtingen van de deelnemers bindend zijn vastgelegd en de voor het functioneren van het Zorg Advies Team noodzakelijke middelen zijn geregeld (zie paragraaf 3.1.5 en 3.1.6). Dit convenant wordt aangegaan door de deelnemende instanties met de gemeente. De gemeente heeft de regie op de zorgstructuur (zie paragraaf 2.5).
Resultaat meten De motivatie voor de zorgstructuur is dat de hulp en begeleiding aan kinderen verbetert. Om de samenwerking te optimaliseren en de motivatie op peil te houden, moeten de resultaten van de samenwerking worden gevolgd. Hiervoor is registratie en monitoring noodzakelijk: het systematisch en periodiek verzamelen van informatie. De registratiegegevens geven inzicht in het functioneren van het Zorg Advies Team en eventueel ontbrekend aanbod voor gesignaleerde problemen. In de schriftelijk vastgelegde evaluatie wordt minstens opgenomen: - Of de vooraf vastgestelde doelgroep wordt bereikt - Problematiek van de besproken leerlingen - Vraagstellingen aan het Zorg Advies Team - Behaalde resultaten - Inzet en expertise van de ZAT-deelnemers - Actie en verbeterpunten
Korte illustratieve beschrijving van de operationele werkwijze - Het Zorg Advies Team functioneert met één vaste vertegenwoordiger per deelnemende instelling. Voor deelname aan het ZAT-overleg stellen de deelnemende instellingen een afgesproken hoeveelheid uren per bijeenkomst ter beschikking en voldoende tijd voor de uitvoering van de aan hen toebedeelde taken met betrekking tot behandelde casus. - Tot de vaste deelnemers worden gerekend: zij die bij elke bijeenkomst aanwezig zijn en een actieve rol vervullen bij de invulling van de functies van het Zorg Advies Team (consultatie, interventie-insamenwerking, doorverwijzing, versterking schoolinterne leerlingenzorg en advisering/signalering ten behoeve van het samenwerkingsverband en beleidsmakers). Tot de deelnemers op afroep worden gerekend: zij die in voorkomende gevallen kunnen worden geraadpleegd door het Zorg Advies Team en in die gevallen ook ZAT-overleggen bijwonen. - De organisatie van het Zorg Advies Team is belegd bij een ZAT- coördinator. Deze draagt onder andere zorg voor de organisatie van de bijeenkomsten en de communicatie. - De werkwijze met betrekking tot de casusbesprekingen is vastgelegd en bevat afspraken over de wijze van aanmelding, de methodiek die gebruikt wordt bij de casusbesprekingen, de advisering, de vervolghandelingen en de registratie en evaluatie van de aanpak.
54
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
- De deelnemers hebben een mandaat van het bestuur of management van hun organisatie voor de in het Zorg Advies Team te leveren bijdrage. Om duidelijk te maken waarop deelnemers aangesproken kunnen worden, zijn er met de afzonderlijke deelnemers schriftelijk vastgelegde afspraken over: - Tijd die aan het Zorg Advies Team besteed wordt - De taken die zij in het kader van het Zorg Advies Team uitvoeren - De bevoegdheden die zij hebben in het kader van het functioneren van het Zorg Advies Team (inclusief Wet bescherming persoonsgegevens).
ZAT langs de meetlat De functionele vereisten voor Zorg Advies Teams zijn vertaald naar (minimale) kwaliteitseisen, die u als meetlat kunt gebruiken voor uw eigen praktijk. Geef voor elke stelling van de meetlat aan of deze in uw situatie niet gerealiseerd (-), in ontwikkeling (+/-) of gerealiseerd (+) is.
Kwaliteitseisen 1
Samenstelling: deelnemers van het Zorg Advies Team zijn: onderwijs, Maatschappelijk werk, Jeugdgezondheidszorg, leerplicht en op afroep Bureau Jeugdzorg, politie.
2
Borging: de werkwijze is verankerd in een bestuurlijk convenant tussen onderwijs, gemeenten en zorgaanbieder. Hierin zijn doelen, verantwoordelijkheden van de partners, de werkwijze op hoofdlijnen, capaciteitsinzet van de vaste deelnemers en financiering vastgelegd.
3
Resultaatmeting: er zijn afspraken over periodieke rapportage over de effectiviteit van het Zorg Advies Team en de signalen ten behoeve van beleidsvorming.
4
Regie strategisch: er is periodiek overleg op bestuurlijk niveau tussen de partners.
5
Casusregie: er is een ZAT-coördinator aangesteld die naast de organisatie van het ZAT-overleg belast is met de zorg voor de communicatie en effectieve en zorgvuldige werkwijze van het Zorg Advies Team.
6
Registratie: er wordt gewerkt met een registratie-instrument.
7
Er vindt overdracht plaats van casussen/leerlingen in verband met de ‘doorgaande onderwijs-zorglijn’.
8
Werkwijze procedureel: de ZAT-deelnemers hebben rolverdeling, privacyaspecten, registratie in een protocol vastgelegd.
9
Werkwijze inhoudelijk: de procedure van aanmelding, bespreken van de casus, advisering, opvolging en evaluatie zijn vastgelegd.
Conclusie:
Aanbevelingen:
Vervolgstappen:
55
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
-
+/-
+
3.1.9 Folders voor ouders/verzorgers
Wie ZAT-coördinator en directies/schoolleiding van deelnemende organisaties
Wanneer Voor de start van het Zorg Advies Team
Waarvoor Wat is een Zorg Advies Team? Wat kan ik als ouder verwachten? En hoe zit het met de privacy? Met een folder kunt u ouders/verzorgers informeren over de werkwijze van een Zorg Advies Team. Het instrument omvat twee (folder)teksten: een voor voorschoolse voorzieningen en een over het Jeugdzorg Advies Team in regio Achterhoek.
Bronnen - Jeugdzorg Advies Team Doetinchem e.o. & Oost - Achterhoek. - Spectrum Gelderland
56
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Folders voor ouders/verzorgers (Folder)Tekst voor voorschoolse voorzieningen Zorg Advies Team in (naam gemeente) In [maand, jaar] is in [naam gemeente] een Zorg Advies Team 0 tot 12 jaar van start gegaan. Een Zorg Advies Team (ZAT) is een team van hulpverleners die gespecialiseerd zijn in hulp bij problemen van kinderen en het gezin waar zij deel van uitmaken. Het team geeft zelf geen hulp maar adviseert bij problemen. Daarnaast maakt het Zorg Advies Team afspraken over de te ondernemen stappen en houdt in de gaten of de voorgestelde aanpak ook helpt. Het Zorg Advies Team is er voor alle kinderen van 0 tot 12 jaar in [naam gemeente]. Alle basisscholen, kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties kunnen er gebruik van maken.
Deelnemende partijen Vaste deelnemers van het Zorg Advies Team zijn: de school, Maatschappelijk Werk, Jeugdgezondheidszorg en meestal Bureau jeugdzorg. Ook de organisatie die het kind heeft aangemeld neemt aan het overleg deel. Daarnaast zijn er deelnemers die het overleg alleen bijwonen als zij bij een bepaalde zaak betrokken zijn. Hierbij valt te denken aan [naam organisaties].
Marieke heeft problemen Marieke is 3 jaar en zit op de peuterspeelzaal. De peuterspeelzaalleidster van Marieke maakt zich wat zorgen om haar: ze ziet er moe uit, komt vaak te laat, heeft weinig contact met de andere kinderen en haar spelontwikkeling is matig. De peuterspeelzaalleidster heeft al eerder haar zorgen intern besproken. Tijdens gesprekken met moeder blijkt dat er thuis veel problemen zijn. De peuterspeelzaalleidster zegt dat zij zich zorgen maakt en zij vraagt toestemming aan de moeder om Marieke voor advies in te brengen in het Zorg Advies Team.
Wie mogen aanmelden? Alle deelnemende organisaties kunnen een kind aanmelden, maar hebben daar toestemming van de ouders voor nodig. Ouders kunnen hun kind niet zelf aanmelden. Als de ouders zich zorgen maken over hun kind kunnen zij met de leerkracht of leidster overleggen. De leerkracht of leidster kan besluiten het kind aan te melden bij het Zorg Advies Team.
Welke problemen? De problemen die in het Zorg Advies Team besproken worden kunnen divers zijn. Vaak zijn het ingewikkelde problemen waarvoor de zorg binnen de organisatie die aanmeldt, niet toereikend is.
Met Marieke naar het Zorg Advies Team De peuterspeelzaalleidster van Marieke vult samen met de moeder het toestemmingsformulier in. Vervolgens vult zij zelf het aanmeldingsformulier in. Voor het signaleringsdeel van de aanmelding maakt zij gebruik van de observatiegegevens uit het dossier van Marieke. De peuterspeelzaalleidster stuurt het ondertekende toestemmingsformulier en het aanmeldingformulier naar de coördinator van het ZAT. Ook overlegt zij met de ZAT-coördinator of er andere gegevens die zij heeft over Marieke, van belang zijn voor de bespreking door het Zorg Advies Team. Zij krijgt van de coördinator de tijd door waarop Marieke besproken wordt in het team.
57
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Hoe aanmelden? Signalen en zorgwekkende situaties rondom kinderen kunnen met een aanmeldformulier kenbaar worden gemaakt bij de ZAT-coördinator. De coördinator is de spil van het ZAT. Hij is verantwoordelijk voor het bijeenroepen van de ZAT-deelnemers. Daarnaast bewaakt hij de werkwijze en de procedure van het ZAT. De coördinator bekijkt samen met de inbrenger welke mensen er naast de vaste ZATdeelnemers uitgenodigd moeten worden om een kwestie te bespreken. De inbrenger moet altijd formeel toestemming aan de ouders vragen. Anoniem inbrengen van kinderen kan wel maar alleen als ouders toestemming weigeren en de leidster of leerkracht het toch noodzakelijk vindt. Voor alle vragen over bijvoorbeeld de aanmeldingsprocedures, werkwijze tijdens de bespreking en contactpersonen van de deelnemende organisaties kunt u bij de ZAT-coördinator terecht. Alle deelnemende organisaties hebben een infomap gekregen waarin naast de werkwijze ook het aanmeldingsformulier en het privacy reglement zijn te vinden. Heeft u geen map dan kunt u die aanvragen bij de ZAT-coördinator.
Een oplossing voor Marieke Tijdens de bespreking in het Zorg Advies Team vertelt de peuterspeelzaalleidster heel in het kort waarom zij zich zorgen maakt om Marieke. De ZAT-deelnemers vragen op nog enkele punten verduidelijking. Vervolgens wordt besproken wat precies de problemen zijn die aangepakt moeten worden en op welke wijze dat het beste aangepakt kan worden. Tot slot wordt er afgesproken wie van de ZAT-deelnemers zaakverantwoordelijke wordt voor Marieke. Ook wordt er afgesproken wanneer de peuterspeelzaalleidster het advies van het ZAT met de moeder bespreekt, en wanneer de hulpverlener contact op neemt met de moeder.
Bijeenkomsten Het Zorg Advies Team komt elke maand bij elkaar. De bijeenkomsten staan voor de periode van één kalenderjaar gepland op een vastgesteld tijdstip.
Wie is wie Het Zorg Advies Team wordt gevormd door: [foto + naam van ZAT-coördinator en vaste deelnemers]
58
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
(Folder)Tekst over het Jeugdzorg Advies Team voor ouders/verzorgers Hulp nodig? Wat nu? Soms hebben kinderen problemen, waardoor het op school niet zo goed met ze gaat. Ze zijn bijvoorbeeld erg druk in de klas, of hebben vaak ruzie met andere leerlingen. Ze zijn heel stil en teruggetrokken of hebben geen vriendje of vriendinnetje. Ook kunnen ze last hebben van problemen in het gezin. Angst, verdriet of machteloosheid komen vaak tot uiting in hun gedrag. De school zal zo snel mogelijk bekijken wat de oorzaak van de moeilijkheden is en met u overleggen wat de beste aanpak is. Soms is een oplossing niet gemakkelijk te vinden en hebben de kinderen een ander soort hulp nodig dan de school zelf kan bieden. De school kan in zo’n situatie contact opnemen met het Jeugdzorg Advies Team (JAT).
Het JAT helpt Nadat de school uw kind, met uw toestemming, heeft aangemeld bij het JAT, neemt een van de medewerkers contact op met de interne begeleider van school om een gesprek te voeren. Daarna volgt een gesprek met u bij u thuis. Als u dit wilt kunnen u en uw kind ook op school of bij het JAT uitgenodigd worden. Samen met u wordt nagegaan wat de problemen zijn en in welke richting de oplossing gezocht moet worden. De medewerkers van het JAT kunnen de school en u adviseren over de meest gewenste hulp. Soms is een situatie ernstiger of bestaat ze al langere tijd. In zo’n geval kan het JAT u de weg wijzen naar instellingen die passende hulp kunnen bieden. Samen met u, de school en uw kind wordt gezocht naar de beste aanpak, zodat het met uw kind weer beter kan gaan op school en thuis.
Passende hulp In het JAT werken deskundigen uit verschillende organisaties (Sensire, IJsselkring, Thuiszorg MiddenGelderland, Bureau Jeugdzorg, de GGD en IJsselgroep/Iselinge en de samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School) met elkaar samen. Het zijn maatschappelijk werkenden, gedragsdeskundigen, jeugdartsen en daar waar nodig andere deskundigen. Het JAT bespreekt de gesignaleerde problemen, stelt een plan van aanpak op en wijst een contactpersoon aan die de hulp gaat of laat uitvoeren.
Vertrouwelijk en discreet De medewerkers van het JAT gaan zorgvuldig en vertrouwelijk om met alle informatie over u en uw kind. Zonder uw toestemming wordt geen informatie aan anderen gevraagd en verstrekt. U mag ook alles wat over u en uw kind op papier staat lezen.
Klachten Als u niet tevreden bent over het werk van het JAT, kunt u dit in eerste instantie met de betrokken contactpersoon bespreken. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, dan kunt u de klachtenprocedure bij het JAT opvragen. Daar staat in hoe een klacht kan worden ingediend.
59
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
60
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2 Signalering en aanmelding “Ontwikkeling is het vermogen om naar bijna alles te luisteren zonder je kalmte of je zelfvertrouwen te verliezen.” F. Robert
Met de meeste kinderen gaat het goed. Ze groeien op, doorlopen hun schoolperiode en ontwikkelen zich tot zelfstandige volwassenen. Extra zorg is voor hen niet nodig. Maar soms is voor een kind wel extra ondersteuning gewenst. Denk bijvoorbeeld aan die drukke jongen die niet meer aanspreekbaar is, het meisje dat steeds vaker verzuimt. Deze problemen zijn er niet op eens. De eerste signalen zijn vaak op jonge leeftijd al zichtbaar. In deze gevallen is het belangrijk dat het kind snel en goed geholpen wordt.
61
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 3.2 treft u de volgende instrumenten: 3.2.1
Signaleringslijst 0 – 2 jaar
63
3.2.2
Signaleringslijst 2 - 4 jaar
68
3.2.3
Signaleringslijst 4 - 12 jaar
73
3.2.4
Signaleringslijst 12 – 18 jaar
77
3.2.5
Aanmeldingsformulier ZAT 0 – 12 jaar
80
3.2.6
Aanmeldingsformulier ZAT 12 – 18 jaar
83
3.2.7
Toestemmingsformulier ouders/verzorgers
87
3.2.8
Hoe te handelen als een ouder/verzorger geen toestemming geeft?
89
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
62
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.1 Signaleringslijst 0 - 2 jaar
Wie Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen
Wanneer/Waarvoor De signaleringslijst kunt u gebruiken om na te gaan welke problematiek bij een kind ‘speelt’. Het is een indicatielijst, geen valide meetinstrument. U kunt zelf punten toevoegen die u relevant vindt.
Gebruik Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van het kind heeft gekregen. Alle onderdelen zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van kinderen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Signalen die baby’s en peuters afgeven zijn zeer divers en daarom lastig te standaardiseren. Toch is het handig om een richtlijn te hebben. Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
Bron Ontleend aan Ze laten het je zien….. ze laten het je horen. J. Oosterheert, P. Filipiak en E. Bal-Otter (2004). Amersfoort: CPS.
‘Achterstand ontstaat in de eerste jaren van een leven: daarom is vroegsignalering van levensbelang.’ André Borst Wethouder Jeugd, gemeente Hattem
63
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Signaleringslijst 0 - 2 jaar Het invullen van de signaleringslijst Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van het kind heeft gekregen. Alle items zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van kinderen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Naam van kind: Geboortedatum: Groep: Naam van leid(st)er: Datum:
1. Verzorging Eten en drinken Het kind heeft een slechte eetlust Het kind is ontevreden tijdens eten Toelichting bij eten en drinken:
Slapen Het moment van slapen gaan verloopt onrustig Het kind wordt onrustig wakker Het kind heeft een onregelmatig slaapritme Toelichting bij slapen:
Verschonen Het kind laat zich niet makkelijk verschonen Toelichting bij verschonen:
64
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2. Gezondheid Het kind is vaak ziek Het kind is meestal hangerig, lusteloos, niet fit Toelichting bij gezondheid:
3. Motoriek Het kind laat onvoldoende vooruitgang in zijn motoriekontwikkeling zien: - 0-1 jaar: van grijpen, naar rollen, naar kruipen, naar zitten, naar staan, naar lopen - 1-2 jaar: van staan met steun, van staan zonder steun, lopen Het kind beweegt zich niet soepel, ongecontroleerd en onbeheerst De grove motoriek is houterig, stijf Het kind beweegt zich geremd, voorzichtig Het kind beweegt zich onhandig (veel vallen, omgooien, zich stoten) Het kind heeft moeite met fijne bewegingen maken (gericht grijpen, een vork, kwast potlood of tuitbeker vasthouden Toelichting bij motoriek:
4. Spelontwikkeling Het kind geniet niet van het spelen Het kind komt niet gemakkelijk tot spel Het kind kan niet gericht spelen (bijv. babygym, kijken naar mobiel) Het kind is niet makkelijk tot ieder soort spel te stimuleren Het kind vindt het niet leuk om spelmateriaal te ontdekken en te onderzoeken Toelichting bij spelontwikkeling:
65
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5. Sociaal-emotionele ontwikkeling Veiligheid/gehechtheid Het wennen op het kinderdagverblijf is niet makkelijk verlopen Het kind neemt moeilijk afscheid van de ouder/verzorger Het kind maakt een ontevreden indruk Het kind voelt zich niet geaccepteerd Het kind ervaart de omgeving als onveilig Het kind is niet snel gewend in nieuwe situaties (nieuwe leidster, andere groep, terug na de vakantie, enz.) Het kind stapt niet makkelijk over naar nieuwe situaties (van slapen naar wakker zijn, van op schoot naar zelf spelen, van binnen naar buiten) Toelichting bij veiligheid/gehechtheid:
Samen spelen/contact met andere kinderen Het kind reageert negatief op het zien of horen van andere kinderen Het kind maakt geen oogcontact met andere kinderen Andere kinderen zoeken geen contact met het kind (wordt niet ‘gevraagd’ om mee te spelen) Het kind reageert vaak boos of afwerend (wegdraaien, afpakken, schreeuwen, duwen, bijten, slaan) Het kind reageert vaak op de grootte van de groep (huilen, in paniek raken) Toelichting bij samen spelen:
Contact met volwassenen Het kind reageert negatief op het zien of horen van de leidster Het kind maakt geen oogcontact met de leidster Het kind laat zich niet troosten als het verdrietig is Het kind laat zich niet makkelijk vastpakken en aanraken Het kind vraagt veel ‘negatieve’ aandacht (jengelen, krijsen, iets doen wat niet mag) Toelichting bij contact met volwassenen:
Algemene gedragskenmerken Het kind is teruggetrokken Het kind maakt een ontevreden indruk Het kind is gespannen Het kind is angstig Het kind is onzeker Toelichting bij algemene gedragskenmerken:
66
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
6. Taal/spraak Het kind laat onvoldoende vooruitgang in zijn taalontwikkeling zien (geluiden produceren, brabbelen, bellen blazen, woordjes nazeggen) Het kind kan niet met aandacht luisteren Het kind begrijpt niet wat er gezegd wordt Toelichting bij taal/spraak:
7. Denken en leren/inzicht en begrip Het kind laat geen initiatieven zien om te combineren en sorteren (stapelen, materialen: erin-eruit, open-dicht) Het kind reageert slecht op aanwijzingen/aanmoedigingen en simpele opdrachtjes Toelichting bij denken en leren:
8. Zelfredzaamheid/weerbaarheid Het kind probeert weinig zelf te doen (drinken uit beker, zelf eten, naar buiten gaan) Het kind ‘vraagt’ niet om hulp (bij leren lopen, klimmen, glijbaan) Toelichting bij zelfredzaamheid:
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
67
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.2 Signaleringslijst 2 - 4 jaar
Wie Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen
Wanneer/Waarvoor De signaleringslijst kunt u gebruiken om na te gaan welke problematiek bij een kind ‘speelt’. Het is een indicatielijst, geen valide meetinstrument. U kunt zelf punten toevoegen die u relevant vindt.
Gebruik Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van het kind heeft gekregen. Alle onderdelen zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van kinderen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de punten aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Signalen die kleuters afgeven zijn zeer divers en daarom lastig te standaardiseren. Toch is het handig om een richtlijn te hebben. Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
Bron Ontleend aan Ze laten het je zien….. ze laten het je horen. J. Oosterheert, P. Filipiak en E. Bal-Otter (2004). Amersfoort: CPS
‘Het is belangrijk om ook ogenschijnlijk kleine, minder belangrijke, signalen te melden bij het ZAT zodat eventuele vervolgstappen tijdig genomen kunnen worden.’ Teun van Noorloos Beleidsmedewerker jeugd en onderwijs, gemeente Oldebroek
68
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Signaleringslijst 2 - 4 jaar Het invullen van de signaleringslijst Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van het kind heeft gekregen. Alle items zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van kinderen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Naam van kind: Geboortedatum: Groep: Naam van leid(st)er: Datum:
1. Verzorging Eten en drinken Het kind heeft een slechte eetlust Het kind is ontevreden tijdens eten Toelichting bij eten en drinken:
Slapen Het moment van slapen gaan verloopt onrustig Het kind wordt onrustig wakker Het kind heeft een onregelmatig slaapritme Het kind slaapt nog overdag Toelichting bij slapen:
Verschonen Het kind laat zich niet makkelijk verschonen Het kind geeft niet aan wanneer het naar de wc moet Het kind is niet zindelijk Toelichting bij verschonen:
69
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2. Gezondheid Het kind is vaak ziek Het kind is meestal hangerig, lusteloos, niet fit Toelichting bij gezondheid:
3. Motoriek Het kind laat onvoldoende vooruitgang in zijn motoriekontwikkeling zien: Het kind beweegt zich niet soepel, ongecontroleerd en onbeheerst Het kind kan slecht klimmen, hollen, ballen, fietsen De grove motoriek is houterig, stijf Het kind beweegt zich geremd, voorzichtig Het kind beweegt zich onhandig (veel vallen, omgooien, zich stoten) Het kind heeft moeite met fijne bewegingen maken vanuit de pols, zoals tekenen Toelichting bij motoriek:
4. Spelontwikkeling Het kind geniet niet van het spelen Het kind komt niet gemakkelijk tot spel Het kind is snel afgeleid Het kind is niet makkelijk tot ieder soort spel te stimuleren Het kind houdt zich niet aan spelregels/ afspraken Het kind laat onvoldoende vooruitgang in zijn spelontwikkeling zien Het kind doet niet actief mee met groepsactiviteiten Het spel is eentonig, eenzijdig Toelichting bij spelontwikkeling:
70
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5. Sociaal-emotionele ontwikkeling Veiligheid/gehechtheid Het wennen op het kinderdagverblijf is niet makkelijk verlopen Het kind neemt moeilijk afscheid van de ouder/verzorger Het kind maakt een ontevreden indruk Het kind voelt zich niet geaccepteerd Het kind begrijpt het dagelijkse ritme in de groep niet Het kind stapt niet makkelijk over naar nieuwe situaties (drukte in de groep, nieuwe leidster) Toelichting bij veiligheid/gehechtheid:
Samen spelen/contact met andere kinderen Het kind zoekt zelf geen contact met andere kinderen Het kind wordt niet geaccepteerd door andere kinderen Het kind wordt niet gevraagd om mee te spelen met andere kinderen Het kind komt niet voor zichzelf op tijdens het spel Het kind kan zich moeilijk aanpassen aan het spel van anderen Het kind speelt vaak alleen Het kind heeft vaak ruzie met andere kinderen (afpakken, schreeuwen, duwen, schoppen, slaan) Toelichting bij samen spelen:
Contact met volwassenen Het kind zoekt geen contact met de leidster Het kind laat zich niet troosten als het verdrietig is Het kind verzet zich tegen regels in de groep Het kind vraagt veel ‘negatieve’ aandacht (iets doen wat niet mag, iets kapot maken) Toelichting bij contact met volwassenen:
Algemene gedragskenmerken Het kind is teruggetrokken Het kind is agressief Het kind is onzeker van zichzelf Het kind is angstig Het kind is overactief Het kind is negatief Het kind is verlegen Het kind is jaloers Het kind is gespannen Toelichting bij algemene gedragskenmerken:
71
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
6. Taal/spraak Praten met anderen Het kind praat niet spontaan met anderen Het kind vindt het lastig om duidelijk te maken wat het bedoelt Het kind kan moeilijk belevenissen vertellen aan anderen Het kind laat onvoldoende vooruitgang in de taalontwikkeling zien Luisteren naar anderen Het kind luistert niet als een ander iets vertelt Het kind begrijpt niet wat er gezegd wordt Het kind reageert slecht op wat anderen zeggen Toelichting bij taal/spraak:
7. Denken en leren/inzicht en begrip Het kind kan niet sorteren Het kind kan niet combineren wat bij elkaar hoort Het kind kent geen tegenstellingen (groot-klein, open-dicht) Het kind maakt puzzels die niet passen bij de leeftijd Het kind kan niet werken met bouw-/constructiemateriaal Toelichting bij denken en leren:
8. Zelfredzaamheid/weerbaarheid Het kind weet niet wat het aan kan Het kind heeft veel hulp nodig Het kind durft niet iets te vragen als dat nodig is Het kind kan niet zelfstandig opruimen Het kind kan zelf geen activiteiten verzinnen Het kind komt niet voor zichzelf op Toelichting bij zelfredzaamheid:
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de wijkverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
72
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.3 Signaleringslijst 4 - 12 jaar
Wie Leerkrachten primair onderwijs
Wanneer/ waarvoor De signaleringslijst kunt u gebruiken om na te gaan welke problematiek bij een leerling ‘speelt’. Het is een indicatielijst, geen valide meetinstrument. U kunt zelf punten toevoegen die u relevant vindt.
Gebruik Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van de leerling heeft gekregen. Alle items zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van leerlingen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Signalen die leerlingen afgeven zijn zeer divers en daarom lastig te standaardiseren. Toch is het handig om een richtlijn te hebben. Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
Bron Ontleend aan ‘Niet-pluis-lijst’ uit Handleiding Implementatie preventie-units Voortgezet Onderwijs en Jeugdzorg. M.Wijffels, H. Toussaint en D. Radema (2003). Groningen: Centrum preventieve GGZ & NJI.
‘Een constructieve samenwerking is van belang voor het kind’. In januari 2007 is in Apeldoorn de pilot zorgstructuur 0 tot 12 van start gegaan. De ZAT’s voor deze leeftijdsgroep moet een gemeente dekkende structuur zijn die leidt tot een effectieve samenwerking tussen de interne zorg van alle voorschoolse organisaties en scholen, en de externe zorg. Achterliggende visie daarbij is dat ieder kind recht heeft op een stimulerend ontwikkelingsklimaat en indien nodig snelle en effectieve zorg. Naast de structurele samenwerking met verschillende zorgpartners heeft ook de afstemming met het Zorgplatform aandacht binnen het ZAT. Het Zorgplatform van WSNS Oost-Veluwe ondersteunt scholen bij de begeleiding van leerlingen op de basisschool. Bart Smits en Gerrit Visser zeggen hierover: “Zowel een juiste waardering, als het onderscheid tussen zorg aan het kind in de thuissituatie en in de schoolsituatie maakt duidelijk wie de zorg gaat bieden.” Bart Smits (bovenste foto) Orthopedagoog, WSNS Oost-Veluwe Gerrit Visser (onderste foto) ZAT-coördinator 0 – 12 jaar, Apeldoorn
73
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Signaleringslijst 4 - 12 jaar Het invullen van de signaleringslijst Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van de leerling heeft gekregen. Alle items zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van leerlingen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Naam van kind: Groep: Naam van leerkracht: Naam van intern begeleider: Datum:
Gezinssamenstelling
Gezinssituatie
volledig
Veel ziekte
één ouder/verzorger
Relatieproblemen
anders:
Werkloosheid Verslaving
Aantal broers:
Slechte huisvesting
Aantal zussen:
Sociaal isolement
Plaats in gezin:
Gezin verhuist regelmatig Slechte financiële situatie Pedagogisch inzicht van ouders/verzorgers is onvoldoende Veiligheid is problematisch Toelichting bij gezinssituatie:
Persoonlijke verzorging
Lichamelijke groei en ontwikkeling
Onvoldoende hygiëne
Gezichtsproblemen
Onvoldoende (nacht)rust
Gehoorproblemen
Heeft vaak geen ontbijt gehad
Spraak/taalproblemen
Slecht gebit
Motorische problemen Eet-/voedingsproblemen
Toelichting bij persoonlijke verzorging:
Slaapproblemen Groeiachterstand Vaak ziek Toelichting bij lichamelijke groei en ontwikkeling:
74
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Algemene indruk
Pedagogisch/didactisch beeld
Huilt veel
Dwars/niet luisteren
Heeft regelmatig hoofdpijn
kind reageert niet, of te heftig op ingrijpende
Heeft regelmatig buikpijn
gebeurtenis
Heeft andere fysieke klachten
Zwakke concentratie, snel afgeleid
Verzuimt regelmatig
Cijfers lopen terug/ontwikkeling stagneert
Vraagt veel aandacht van de leerkracht
Maakt huiswerk vaak niet
Oogt vermoeid
Zegt vaak “Ik snap het niet/nooit”
Maakt een ongelukkige indruk
Heeft leerproblemen
Maakt een onevenwichtige indruk
Is gedemotiveerd
Maakt een chaotische indruk Toelichting bij pedagogisch / didactisch beeld: Toelichting bij algemene indruk:
Stemming/gedrag
Sociaal contact
Heeft wisselende stemmingen
Is niet geliefd bij andere kinderen
Vertoond veel claim gedrag
Heeft vaak ruzie met andere kinderen
Is te vrij naar vreemden
Heeft veel conflicten met professional
Is apathisch
Zoekt het conflict met professional
Is angstig
Zoekt het conflict met kinderen
Is nerveus
Kan niet goed communiceren
Is hyperactief/ druk
Is erg verlegen
Is schrikachtig
Trekt zich snel terug
Is (te) meegaand/ volgzaam
Is sterk beïnvloedbaar door de groep
Is agressief
Gaat volstrekt zijn/haar eigen gang
Is negatief
Heeft geen aansluiting bij de groep
Is te (extrovert) opgewekt Is te (introvert) zeer in zichzelf gekeerd Is onzeker Is te neergeslagen Toelichting bij stemming / gedrag:
75
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Toelichting bij sociaal contact:
Vrije tijd Kan zich niet zelf vermaken Heeft geen hobby’s Is niet aangesloten bij een club of vereniging Toelichting bij vrije tijd:
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
76
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.4 Signaleringslijst 12 - 18 jaar
Wie Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
Wanneer/waarvoor De signaleringslijst kunt u gebruiken om na te gaan welke problematiek bij een leerling ‘speelt’. Het is een indicatielijst, geen valide meetinstrument. U kunt zelf punten toevoegen die u relevant vindt.
Gebruik Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van de leerling heeft gekregen. Alle items zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van leerlingen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Signalen die leerlingen afgeven zijn zeer divers en daarom lastig te standaardiseren. Toch is het handig om een richtlijn te hebben. Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
Bron Ontleend aan Signaleren van Zorgleerlingen: het gebruik van observatie-instrumenten in het vmbo. I. Schaap-Hummel (2003). Rotterdam: Cordys Onderwijstrajecten.
‘Openheid van het interne zorgteam is belangrijk, evenals het bijhouden van absenties. Als problemen niet oplossen, sta dan achter een zorgmelding. Wacht niet op een volgende vergadering, maar weet elkaar te vinden.’ Jan Koerts Leerplichtambtenaar, gemeente Zaltbommel
77
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Signaleringslijst 12 - 18 jaar Het invullen van de signaleringslijst Ga bij het invullen van de signaleringslijst uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van de leerling heeft gekregen. Alle items zijn negatief geformuleerd. Begin met het doornemen van de lijst zodat duidelijk wordt welke kenmerken van leerlingen zijn opgenomen. Vervolgens kunt u de items aanvinken die van toepassing zijn. Meerdere items zijn mogelijk.
Naam van leerling: Klas: Naam van leerkracht: Datum:
Gezinssamenstelling
Gezinssituatie
volledig
Veel ziekte
één ouder/verzorger
Relatieproblemen
anders:
Werkloosheid Verslaving
Aantal broers:
Slechte huisvesting
Aantal zussen:
Sociaal isolement
Plaats in gezin:
Gezin verhuist regelmatig Slechte financiële situatie Pedagogisch inzicht van ouders/verzorgers is onvoldoende Veiligheid is problematisch Toelichting bij gezinssituatie:
Persoonlijke verzorging
Prestaties en leerresultaten
Onvoldoende hygiëne
De resultaten zijn onvoldoende tot slecht
Onvoldoende (nacht)rust
De resultaten zijn wisselend
Heeft vaak geen ontbijt gehad
Het huiswerk wordt meestal niet gemaakt Het huiswerk wordt vaak niet geleerd
Toelichting bij persoonlijke verzorging: Toelichting bij prestaties en leerresultaten:
78
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Contact met medeleerlingen
Contact met leerkracht
Kan niet goed samenwerken
Komt afspraken vaak niet na
Pest anderen vaak
Respecteert u als leerkracht niet
Slaat, trapt of schopt medeleerlingen
Heeft grote moeite met contact maken
Legt de schuld vaak bij de ander
Leerling heeft vaak grof taalgebruik
Kan eigen schuld moeilijk toegeven Toont weinig respect voor medeleerlingen
Toelichting bij contact met leerkracht:
Pakt spullen van medeleerlingen zonder te vragen Toelichting bij contact met medeleerlingen:
Gedrag in de klas
Werkhouding
Veroorzaakt vaak onrust in de klas
Werk is vaak niet af binnen de gestelde tijd
Heeft negatieve invloed op de sfeer in de klas
Houdt zich niet aan de afspraken
Is vaak lusteloos
Kan geen hulp vragen
Roept vaak door de klas
Maakt ongemotiveerde indruk
Wacht niet op zijn/ haar beurt
Is niet geconcentreerd tijdens uitleg Is niet geconcentreerd tijdens het zelfstandig
Toelichting bij gedrag in de klas:
werken Heeft vaak behoefte aan meer uitleg Toelichting bij werkhouding:
Zelfbeeld en welbevinden
Vrije tijd
Heeft onvoldoende zelfvertrouwen
Kan zich niet zelf vermaken
Lijkt zich niet prettig te voelen in de les
Heeft geen hobby’s
Maakt geen opgewekte indruk
Is niet aangesloten bij een club of vereniging
Toelichting bij zelfbeeld en welbevinden:
Toelichting bij vrije tijd:
Wanneer aanmelden bij het Zorg Advies Team Afhankelijk van het totaal aantal afgevinkte vakjes kunt u het volgende ondernemen: - Minder dan 6: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. - Tussen 6 en 10: serieus overwegen om contact op te nemen met de ZAT-coördinator. - Meer dan 10: zeker contact opnemen met de ZAT-coördinator. - Bij enige twijfel: leg het voor aan de schoolmaatschappelijk werker of schoolverpleegkundige. Het belangrijkste is dat signalen doorkomen zodat kinderen zo vroeg mogelijk een passend zorgaanbod krijgen.
79
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.5 Aanmeldingsformulier ZAT 0 – 12 jaar
Wie Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen, leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders
Wanneer/waarvoor Als u een kind - waarover u zich zorgen maakt - wilt aanmelden bij het Zorg Advies Team.
Bron Ontleend aan Informatiemap ZAT’s 0 tot 12 jaar Apeldoorn (2007).
80
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Aanmeldingsformulier voor het Zorg Advies Team 0 – 12 jaar Aanmelding door (naam organisatie) : Naam inbrenger: Functie: Datum aanmelding: Aanmelding van leerling: Anoniem Op naam met toestemming van ouders/verzorgers
1. Leerlinggegevens Achternaam: * Voornaam: Eventueel casusnummer: Sekse: Jongen Meisje Straat: * Postcode en plaats: * Geboortedatum: * Leeftijd: Telefoon: * Huisarts: * Gaat het kind naar een peuterspeelzaal, kinderopvangcentrum of buitenschoolse opvang? Ja/nee. Zo ja, welke:
Indien u wenst dat er nog andere mensen bij de bespreking aanwezig zijn, dan kunt u hier naam, functie, organisatie en telefoonnummer aangeven (ouders dienen op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van deze personen): 1. 2. 3.
* Niet invullen als aanmelding anoniem is
81
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2. Gesignaleerde problematiek van de leerling - Op voorschoolse of schoolse voorziening (capaciteiten, prestaties, persoonsontwikkeling, gedrag):
- Buiten school (bijzondere gezinssituatie, vrije tijd, aanpak/opvoeding, ingrijpende gebeurtenis):
3. Wat heeft de organisatie al gedaan Soort interventie
Door wie? (instelling)
Wanneer?
4. Vraag aan het Zorg Advies Team Collegiale consultatie door het ZAT (inbrenger is ook aanwezig bij overleg) Interventies door het ZAT Doorverwijzing door het ZAT Toelichting:
Bijbehorende documenten: - Ingevulde signaleringslijst - Eventueel ingevulde toestemmingsformulier
82
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Resultaat?
3.2.6 Aanmeldingsformulier ZAT 12 - 18 jaar
Wie Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
Wanneer/waarvoor Als u een leerling - waarover u zich zorgen maakt - wilt aanmelden bij het Zorg Advies Team
Bron Ontleend aan Handleiding Implementatie preventie-units Voortgezet Onderwijs en Jeugdzorg. M.Wijffels, H. Toussaint en D. Radema (2003). Groningen: Centrum preventieve GGZ & NJI.
83
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Aanmeldingsformulier voor het Zorg Advies Team 12 - 18 jaar Naam school: Naam leerkracht: Naam mentor: Datum aanmelding: Aanmelding van leerling Anoniem Op naam met toestemming van ouders/verzorgers
1. Leerlinggegevens Achternaam: * Voornaam: Eventueel casusnummer: Sekse: Jongen Meisje Straat: * Postcode en plaats: * Geboortedatum: * Leeftijd: Telefoon: * Huisarts: *
* Niet invullen als aanmelding anoniem is
2. Schoolloopbaan Hoe is de schoolloopbaan van de leerling te omschrijven? Geen afwijkende schoolloopbaan Een afwijkende schoolloopbaan (meerdere items zijn mogelijk) Eén keer gedoubleerd Meerdere keren gedoubleerd Van school verwisseld vanwege natuurlijke oorzaken (bijvoorbeeld verhuizing) Van school verwisseld vanwege problemen op vorige school Zij-instromer (bijvoorbeeld asielzoeker)
84
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Is er in de afgelopen drie maanden sprake van afnemende schoolprestaties? Ja Nee Is er in de afgelopen drie maanden sprake van schoolverzuim? Ja Nee
3. Gezinssituatie Zijn er bijzonderheden in de gezinssituatie? Ja, namelijk
Nee
4. Verkenning probleem Korte omschrijving van de probleemsituatie:
Welke problemen zijn voor u aanleiding voor aanmelding? (meerdere items zijn mogelijk) Gezinssituatie Fysieke en/of psychosomatische klachten of problemen Leerachterstand/leerproblemen Zorgwekkend of ongeoorloofd schoolverzuim, slechte motivatie voor school Overheersend gedrag ten opzichte van anderen Agressief gedrag (spreekt tegen, is pesterig, valt lastig, vecht veel met anderen, vernielt spullen, is ongehoorzaam). Ongedurig gedrag (kan zich niet concentreren, kan niet stilzitten) Grensoverschrijdend gedrag (vernielt of bekladt openbaar bezit, steelt, liegt en bedriegt, alcoholof drugsgebruik) Angstig gedrag (overmatig bang, perfectionistisch, kan slecht tegen kritiek, angst om te falen) Sociaalangstig gedrag (legt geen/moeilijk contact met anderen, teruggetrokken, verlegen, vraagt niet om hulp) Somber gedrag (oogt gedeprimeerd, verdrietig, stemmingswisselingen) ……..
Sinds wanneer worden de aangegeven problemen gesignaleerd: Sinds een paar weken Sinds een paar maanden Sinds een half jaar tot een jaar Langer dan een jaar
85
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5. Ondernomen acties op school Bespreking in leerlingoverleg/mentoroverleg Onderzoek door schoolverpleegkundige Contact met leerplichtambtenaar Overleg gevoerd met ouders/verzorgers Bevindingen:
Anders:
Is er al sprake van zorg/hulpverlening aan deze leerling door een externe instelling? Ja, namelijk: (naam organisatie) Nee Dit is niet bekend
6. Vraag aan het Zorg Advies Team Collegiale consultatie door het ZAT (inbrenger is ook aanwezig bij overleg) Interventies door het ZAT Doorverwijzing door het ZAT Toelichting:
Bijbehorende documenten Ingevulde signaleringslijst Eventueel ingevuld toestemmingsformulier
86
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.7 Toestemmingsformulier ouders/verzorgers
Wie Schoolleiding/directie van deelnemende organisaties, leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen, leerkrachten primair onderwijs, intern begeleiders, leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo mentor of zorgcoördinator
Wanneer Voorafgaand de aanmelding bij het Zorg Advies Team
Waarvoor Bij het bespreken van een leerling moet rekening gehouden worden met de privacy van het kind en het gezin. Het wettelijk kader voor bescherming van de privacy wordt gevormd door Europese regelgeving en de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Een van de consequenties van de wet is dat de organisaties ouders/verzorgers om toestemming moeten vragen en hen informeert over de omgang met privacygevoelige informatie. Hiervoor kan de voorschoolse voorziening of school gebruikmaken van het volgende toestemmingsformulier. Een voorbeeld van een privacyreglement is opgenomen in paragraaf 3.1.7.
Bron Informatiemap ZAT’s 0 tot 12 jaar Apeldoorn (2007).
‘Toestemming van ouders is in principe altijd belangrijk, met name voor vervolgacties. Maar als de situatie het vereist, zal een leerling zonder toestemming besproken worden in het ZAT.’ Marie-Pascale Kokke Sociaal verpleegkundige, JGZ/GGD Rivierenland
87
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Toestemmingsformulier ouders/verzorgers voor aanmelding bij het Zorg Advies Team Naam van de organisatie: Ondergetekende, ouder/ voogd van (naam kind): - geeft hierbij toestemming tot een aanmelding bij het Zorg Advies Team en is op de hoogte van de inhoud van het aanmeldingsformulier; - is door de organisatie op de hoogte gebracht van de doelstellingen en werkwijze van het Zorg Advies Team en heeft de informatiefolder voor ouders ontvangen; - geeft toestemming om belangrijke informatie over (de achtergrond van) de problemen van het betreffende kind door te geven aan het Zorg Advies Team; - geeft toestemming om met het Zorg Advies Team te overleggen over de problemen en de mogelijke aanpak daarvan; - zorgt voor informatie aan de andere ouder/verzorger - is ervan op de hoogte dat de vaste deelnemers van het Zorg Advies Team (Vérian, Bureau Jeugdzorg, MEE Veluwe, GGD Gelre IJssel en SMW Veluwe Alert) in hun registratie nagaan of uw kind reeds bij hen bekend is. Zo ja, dan zal de bespreking in het Zorgadviesteam vermeldt worden in het bestaande dossier. Dit formulier maakt deel uit van het protocol privacy Zorg Advies Team; dit protocol ligt ter inzage bij de zorgcoördinator van de organisatie. Aanmelder Datum: Naam: Handtekening:
Verklaring van toestemming voor het opvragen van informatie door de ouder(s) De ouder(s)/verzorger(s) van (naam kind): Verlenen hierbij toestemming aan het Zorg Advies Team voor de onderling uitwisseling van gegevens uit het dossier van het kind. Datum: Naam ouder(s)/verzorger(s): Handtekening ouder/verzorger:
88
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.2.8 Hoe te handelen als een ouder/verzorger geen toestemming geeft?
Wie Directies/schoolleiding van deelnemende organisaties, ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Als een ouder/verzorger of leerling geen toestemming geeft om hem/haar in het Zorg Advies Team te bespreken en er is voldoende aanleiding om dat wel te doen.
Waarvoor Er zijn situaties denkbaar waarbij een lid van het Zorg Advies Team zich ernstig zorgen maakt over een kind, maar waarbij ouders/verzorgers geen toestemming geven om het kind in het team te bespreken. Dit instrument beschrijft twee mogelijkheden hoe u kunt handelen zonder toestemming: - Anonieme consultatie (niet op naam) - Doorbreken van de privacyafspraak Naast deze opties is het mogelijk om signalen te melden bij Bureau Jeugdzorg. In de Wet op de Jeugdzorg is opgenomen dat het Bureau Jeugdzorg bij signalen van derden actief moet optreden en contact moet opnemen met het gezin, om ouders en jongeren te motiveren hulp te aanvaarden.
Bron Samenwerkingsverband Arnhem en Omstreken, VO 13.1
89
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Hoe te handelen als een ouder/verzorger geen toestemming geeft? Afspraken over anoniem inbrengen - Wordt een signaal anoniem ingebracht, dan legt de inbrenger uit waarom het signaal niet op naam kan worden ingebracht. - Na de probleemverheldering wordt gezamenlijk besloten of consultatie mogelijk en voldoende is.
Doorbreken van de privacyafspraak Dit kan in het belang zijn van: - het kind - de ouders/verzorgers - privé-belang van de inbrenger - beroepsbelang van de inbrenger - maatschappelijk belang - belang van het netwerk als geheel Op basis van de motieven kan besloten worden dat: - de inbrenger ondersteund door tips van anderen alsnog probeert om toestemming van de ouders/ verzorgers te krijgen, of op z’n minst ouders/verzorgers op de hoogte te brengen van de bespreking in het netwerk. - de privacyafspraak wordt doorbroken, bijvoorbeeld bij ernstige vermoedens van kindermishandeling. De inbrenger noemt de naam en in het kort het signaal, met als vraag of één van de andere partners de ouders/verzorgers om toestemming wil vragen. Er wordt in dit geval minimale informatie gegeven en geen informatie uitgewisseld. - de privacyafspraak wordt doorbroken, bijvoorbeeld bij ernstige vermoedens van kindermishandeling. De inbrenger noemt de naam en het signaal. In dit geval wordt zonder toestemming informatie gegeven en uitgewisseld. Tijdens de bespreking moet aandacht besteed worden aan het alsnog toestemming krijgen van ouders/verzorgers. Het kan echter niet worden uitgesloten dat het netwerk van mening is dat de motieven onvoldoende zwaar zijn om tot bespreking van het signaal over te gaan. In het geval een minderheid van de deelnemers de motieven onvoldoende zwaar vindt, kunnen zij zich onthouden van deelname aan deze bespreking. Alle leden krijgen de gelegenheid zich terug te trekken bij het doorbreken van de anonimiteit.
90
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.3 Overleg en registratie “Zoek voor grote vraagstukken een oplossing als ze nog klein zijn.” Lao Tze
De kracht van een Zorg Advies Team is dat onderwijs en zorginstellingen nauw samenwerken in de zorg voor kinderen. Iedere ZAT-deelnemer brengt specifieke kennis in die een bijdrage kan leveren aan de oplossing van het probleem. Maar welke stappen moeten doorlopen worden tijdens de casuïstiekbespreking? En op welke wijze kunnen belangrijke gegevens en afspraken zorgvuldig bijgehouden worden?
91
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 3.3 treft u de volgende instrumenten: 3.3.1
Gespreksprocedure
93
3.3.2
Het gesprek over Rick
95
3.3.3
Checklist efficiënt vergaderen
3.3.4
Registratieformulier
101
3.3.5
Kindkaart ZAT 0 – 12 jaar
103
3.3.6
Leerlingkaart ZAT 12 – 18 jaar
107
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
92
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
99
3.3.1 Gespreksprocedure
Wie ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Wanneer een kind wordt besproken in het Zorg Advies Team
Waarvoor In het Zorg Advies Team kunnen problemen van kinderen worden ingebracht zonder dat vooraf duidelijk is welke problemen spelen en of er direct verdere actie ondernomen moeten worden. Het volgende stappenplan leidt er toe dat u zo goed mogelijk inzicht krijgt in de aard van de problematiek en de daaruit voortkomende begeleiding. Niet opgenomen in de gespreksprocedure, maar net zo belangrijk is de voorbereiding van de besprekingen. Hierbij kunt u denken aan het controleren van aanmeldingsformulieren op volledigheid en het voorbereiden van de casusvraag. De taken van de ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers voorafgaand en tijdens de bespreking kunt u lezen in paragraaf 3.1.3 en 3.1.4.
Gebruik Door voldoende tijd te nemen voor elk van de zes stappen in deze cyclus, komen alle inzichten vanuit de deelnemers voldoende aan bod. Hoewel de procedure lineair is weergegeven, is het in de praktijk mogelijk dat stappen worden herhaald, een stap wordt overgeslagen of dat men juist teruggaat naar de eerste stap. Vaak is het een cyclisch proces waarbij de evaluatie leidt tot een nieuwe procedure.
Bron Kwaliteitscriteria voor het zorgadviesteam in het voortgezet onderwijs. Uitwerking van een actielijn van het project Zorg in en om de School. I. Anthonijsz, P. van den Bogaart, A. Bootsman en D. Wienke (2005). Utrecht: Zios.
93
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Gespreksprocedure Per kind kent de casusbespreking de volgende stappen:
1
Vraag van de inbrenger Als eerste geeft de inbrenger aan welke behoefte hij heeft bij het inbrengen van de leerling. De leerling wordt ingebracht op basis van de problematiek die op school gesignaleerd is (= de klacht). Er vindt een zo neutraal mogelijke beschrijving van de signalen, zonder de interpretatie, plaats.
2
Vraaganalyse (klacht- en probleemanalyse) Vervolgens worden de vragen verkend. Dit gebeurt samen met de inbrenger. De diverse partners aan het overleg voegen zo mogelijk extra informatie en andere invalshoeken om naar het probleem te kijken toe. Vragen die hierbij aan de orde komen zijn onder meer: - Hoe is het gedrag van het kind? - Wat is de aanleiding? - In welke situaties treedt het wel/niet op? - Welke factoren (kind, gezin, omgeving) zijn mogelijk van invloed?
3
Diagnostisch beeld Op basis van de vraaganalyse wordt een diagnostisch beeld opgesteld. - Wat zijn de mogelijke achtergronden? - Waarmee hangt het probleem samen? - Wat zijn de vooruitzichten? Het diagnostisch beeld beschrijft de voorlopige diagnose, een bondige conclusie en aanbevelingen.
4
Beslissing over te volgen actie Het diagnostisch beeld wordt vertaald naar een concrete actie: volstaat een consult, heeft het Zorg Advies Team de expertise om het probleem met een interventie op te lossen of is een verwijzing naar derden noodzakelijk, zo ja welke?
5
Opstellen van een interventieplan Indien het een doorverwijzing betreft wordt hierna de organisatie ervan in werking gesteld. Gaat het om een interventie-in-samenwerking dan wordt een interventieplan opgesteld. Kern van het interventieplan is: wie doet wat wanneer? En wie is zaakverantwoordelijke?
6
Uitvoering van het interventieplan Het interventieplan wordt uitgevoerd door één of meerdere ZAT-leden. De voortgang van het interventieplan en toetsing van de gemaakte afspraken komt terug op de agenda van het zorgoverleg.
7
Evaluatie van de interventie Na afloop van de uitvoering van het interventieplan wordt er geëvalueerd in de eerstvolgende ZAT-bijeenkomst: - Is het doel bereikt of is een nieuwe actie noodzakelijk? - Wat zijn de leerpunten uit deze situatie?
94
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.3.2 Het gesprek over Rick
Wie ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Ter illustratie
Waarvoor De volgende uitwerking van een casuïstiekbespreking geeft een helder beeld van de werkwijze van het Zorg Advies Team. NB. In verband met bescherming van de privacy zijn alle namen in het voorbeeld vervangen door fictieve namen.
95
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Het gesprek over Rick Aanmeldingsformulier Datum aanmelding:
16 maart 2007
Aanmelding door (naam organisatie): GGD Naam inbrenger en functie:
Marloes Smit, sociaal verpleegkundige jeugdgezondheidszorg en Sarah Jansen, intern begeleider
Achternaam:
xxxx
Voornaam:
Rick
Sekse:
Jongen
Leeftijd:
7 jaar
Straat:
xxxxx
Postcode + plaats:
xxxxx
Geboortedatum:
xxxxx
Telefoon:
xxxxx
Huisarts:
xxxxx
Problematiek Marloes Smit: Moeder komt op opvoedspreekuur. Ze komt met de juf samen omdat ze het gesprek spannend vindt. Moeder komt omdat Rick een druk, energiek mannetje is. Hij moet zich uitleven. Hij is impulsief. Op school zijn er af en toe akkefietjes. Als de leerkracht het heel rustig begeleidt, wordt Rick wel rustiger, maar bij andere leerkrachten op het plein loopt het wel eens uit de hand. Hij voelt zich snel aangevallen. In de buurt heeft hij slechte voorbeelden, daar wordt alles met vechten opgelost. Moeder omschrijft het als volgt: het is alsof Rick met zichzelf in conflict is. Juf is bang, dat als er niet op tijd wordt ingegrepen, dat het probleemgedrag zich zal verergeren, en dat het later veel moeilijker te hanteren zal zijn. Thuis heeft Rick nog een acht jaar oudere broer en een zes jaar oudere zus. Moeder vertelt dat de vader van Rick een onvoorspelbare factor in zijn leven is. Ouders zijn gescheiden. Vader komt af en toe langs, maar moeder weet nooit van te voren wanneer. Vader leidt een zwervend bestaan, heeft geen vast adres. Rick wil heel graag bij zijn vader zijn, gaat soms leuke dingen met hem doen. Vader heeft uit verschillende relaties 11 kinderen. Moeder is in het gesprek met mij gespannen. Ze moet soms huilen. Ziet er erg vermoeid uit. Moeder klaagt verder nog dat haar zoon de laatste tijd zo dik wordt. Hij is van sport afgegaan (deed aan atletiek) omdat hij zo snel moe werd. Moeder ziet blauwe plekken in zijn lies. Moeder geeft mij de indruk moeite te hebben de leiding te nemen in haar gezin. School: Rick heeft vooral in vrije situaties veel conflicten met kinderen. Als hij hierop wordt aangesproken door de leerkracht reageert hij boos en wordt brutaal. In sommige gevallen zegt hij juist helemaal niets meer. Wanneer de leerkracht hem aanspreekt op zijn gedrag, kijkt hij haar niet aan en blijft in zijn boosheid hangen. Dit gedrag neemt de laatste tijd toe, ook tijdens de les. Gezien de thuissituatie op dit moment ziet de school dat het ziekteverzuim toeneemt en het gedrag van Rick verslechtert. School wil graag voorkomen dat dit (in de toekomst) uit de hand loopt.
Wat heeft de organisatie al gedaan Marloes Smit: In het eerste gesprek had ik het idee dat er voor moeder hulp noodzakelijk was. In eerste instantie dacht ik aan het opvoedsteunpunt. Ik heb moeder toen nog eens opgebeld of ze voor zichzelf wel eens gedacht had aan maatschappelijk werk, ook omdat ze het moeilijk aan leek te kunnen thuis. Bij navraag bleek dat ze al gesprekken met een maatschappelijk werkster had. Ik heb die met
96
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
toestemming van moeder opgebeld. Verder heb ik moeder geadviseerd om over de blauwe plekken van Rick en zijn moeheid te overleggen met de huisarts. School: de leerkracht heeft, indien nodig, dagelijks gesprekjes met Rick over zijn gedrag. De leerkracht heeft moeder ondersteund bij de gang naar het opvoedspreekuur. De maatschappelijk werkster van moeder gaf aan dat er in het gezin al veel hulpverlening is geweest. Moeder heeft hulp van een vrouwenopvang gehad. Ze is nu bij xxx voor een vorm van nazorg. Doel is dat mevrouw wat assertiever wordt. Ze is ook aangemeld voor een assertiviteitsgroep bij Maatschappelijk werk. Janneke (zus) heeft begeleiding van iemand van Bureau Jeugdzorg. Koen (broer) heeft begeleiding van de jeugdreclassering. Redenen van begeleiding van broer en zus zijn bij mij niet bekend.
Vraag aan Zorg Advies Team Graag informatie uitwisseling voor wat betreft de hulpverleningsgeschiedenis, huidige geboden hulpverlening in het gezin en eventueel, op basis van de besproken informatie, een verwijzing naar een hulpverleningsinstelling.
Aanvullende informatie M.b.t. de moeder van Rick: Mijn cliënte heeft in haar eigen jeugd veel meegemaakt en heeft door middel van hulpverlening geleerd dit een plaats te geven, ermee om te kunnen gaan. Ook in de relaties die mijn cliënte in het verleden heeft gehad heeft ze veel moeten verduren, mishandelingen etc. Hiervoor heeft zij zich indertijd aangemeld voor de ambulante geweldsgroep van de vrouwenopvang. Omdat bleek dat mevrouw na deze groep nog ondersteuning nodig had heeft zij vervolgens (ongeveer anderhalf jaar lang) hulpverlening gehad van xxx. Zij heeft mevrouw vervolgens voor ‘nazorg’ verwezen naar het Maatschappelijk Werk. Centraal in de hulpverlening aan mevrouw bij het MW staat het assertiever worden (zal deel gaan nemen aan de assertiviteitsgroep), uitbreiding van haar sociaal netwerk (omdat deze erg klein is) en ondersteuning in de omgang met haar drie kinderen. Mijn cliënte geeft aan moeite te hebben alleen haar kinderen op te voeden, vooral omdat de oudste twee nu in de puberteit zitten. En voornamelijk de oudste veroorzaakt veel problemen (criminaliteit). Er is in het verleden al enige hulpverlening in het gezin geweest met betrekking tot de opvoeding maar het blijkt dat dit nu nog steeds nodig is. De oudste twee kinderen hebben beiden hulpverlening, voornamelijk op verzoek van moeder. Voor moeder zou het erg prettig zijn als er niet teveel organisaties betrokken zijn bij het gezin, maar dat zij wel ondersteuning krijgt in de opvoeding van haar kinderen.
Vanuit de bespreking: Rick is het derde kind van moeder. Hij heeft als enige een andere achternaam. Moeder, broer en zus heten xxxxxxxx. Op de vraag waardoor het verzuim van Rick veroorzaakt wordt, geeft de intern begeleider aan dat hij bij moeder aangeeft dat hij zich niet lekker voelt. Zij stemt er dan mee in dat hij thuis blijft. Het gaat meestal om de donderdag of de vrijdag en lijkt verband te houden met toenemende spanning in de schoolse situatie. Het maatschappelijk werk is specifiek met doelen voor moeder aan het werk. Vanuit de gesprekken komt naar voren dat moeder de opvoeding als pittig ervaart. School geeft aan dat Rick extra uitleg en hulp ter ondersteuning van zijn leerprestaties krijgt. De jeugdreclasseerder is vooral betrokken bij de oudste broer. Hij is van mening dat intensief ambulante begeleiding op zijn plaats zou zijn.
97
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Eerste bespreking in Zorg Advies Team Datum:
27 maart 2007
Extra deelnemers:
Ilse Streek (MD), Mark Verstappen (Jeugdreclassering)
Afwezig met kennisgeving:
Leerplichtzaken
Zaakverantwoordelijke:
Rianne Bolte (Bureau Jeugdzorg) en Marloes Smit
Advies: Vanuit de bespreking komt naar voren dat er diverse instanties betrokken zijn bij Rick en zijn broer en zus. Voor broer is er jeugdreclassering en voor zus is er een gezinsvoogd, beiden bij Bureau Jeugdzorg. Op basis van bovenstaande informatie is besloten dat Bureau Jeugdzorg met moeder contact zal leggen. Het lijkt erop dat ambulante gezinsbegeleiding een goede vorm van hulpverlening kan zijn. Dit zal met moeder besproken worden. 1. Marloes Smit en Ilse Streek koppelen de bespreking terug naar moeder. 2. Bureau Jeugdzorg overlegt intern over de wijze waarop de hulp georganiseerd wordt. Er zal afstemming plaatsvinden tussen de jeugdreclassering, jeugdbescherming en jeugdhulpverlening. 3. Vanuit Bureau Jeugdzorg wordt moeder benaderd voor het organiseren van hulpverlening aan huis. 4. Bureau Jeugdzorg informeert de inbrengers over de voortgang van het proces. 5. De aanwezige hulpverleningsinstanties zijn op de hoogte van elkaars betrokkenheid bij het gezin en stemmen, indien nodig, met elkaar af wie welke verantwoordelijkheid neemt.
Informatie naar: - Inbrenger - Ouders; via de inbrenger - Bureau Jeugdzorg
Vervolgbespreking Datum:
26 juni 2007
Stand van zaken: Ilse Streek en Mark Verstappen waren met kennisgeving afwezig. Zij ontvangen wel het verslag van deze bespreking. Vanuit de vorige bespreking was al naar voren gekomen dat het gezin bekend is bij Bureau Jeugdzorg. Na intern overleg heeft Rianne Bolte een gesprek gevoerd met moeder en een oud - gezinsvoogd. Vanuit de analysegesprekken is een indicatiebesluit opgesteld voor praktische gezinsondersteuning. Moeder heeft bij school gezegd dat ze graag wil dat Rick naar het speciaal basisonderwijs gaat. School ziet geen aanleiding om Rick voor deze vorm van onderwijs aan te melden. Mark Verstappen zal initiatief nemen in het maken van een afspraak met alle betrokken hulpverleners om te komen tot goede afspraken, zodat het traject inzichtelijk blijft voor moeder en hulpverlening. Het verzoek van Sarah Jansen (IB’er) is of zij aan kan schuiven bij dit gesprek. Vanuit het ZAT wordt geadviseerd om één persoon als ‘regievoerder’ aan te stellen.
Nieuwe afspraken: - Mark Verstappen legt contact met Rianne Bolte, Ilse Streek en Sarah Jansen voor een hulpverlenersoverleg. - Rianne Bolte zal in samenspraak met een thuiszorginstelling nog kijken of er aanleiding is om psychologisch onderzoek te laten verrichten bij xxx.
98
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.3.3 Checklist efficiënt vergaderen
Wie ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Periodiek en als evaluatiemiddel
Waarvoor Om ZAT-besprekingen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en de resultaten ervan te bewaken kunt u werken met de checklist Efficiënt vergaderen. De verschillende aspecten komen (indirect) terug in de kwaliteitseisen voor Zorg Advies Teams (zie paragraaf 3.1.8).
Gebruik Aanvinken wat van toepassing is. U kunt meerdere items aankruisen. Voor de onderdelen die negatief zijn beoordeeld is het raadzaam om een verbeterplan op te stellen.
Bron Ontleend aan Samenwerking in de uitvoering. Leerlingbegeleiding in het voortgezet onderwijs en externe instellingen. A. Doorduijn, R. Fiddelaers, I. Spee en D. van Veen (2002). Leuven - Apeldoorn: Garant
99
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Checklist efficiënt vergaderen Checklist 1
Er is van te voren een agenda vastgesteld.
2
Er is een duidelijk begin- en eindtijdstip vastgesteld.
3
Er is een duidelijke rolverdeling (voorzitter, notulist).
4
De voorzitter vat regelmatig samen wat er is besproken.
5
De voorzitter heeft een bemiddelende rol als een verschil van mening ontstaat.
6
Er zijn afspraken gemaakt over wie, behalve de aanwezigen, de notulen mogen lezen.
7
Er is duidelijkheid over de procedures in de vergadering (besluitvormend, opiniërend) .
8
Er is duidelijkheid over de status van in de vergadering genomen besluiten.
9
De deelnemers zijn voorbereid en weten wat van hen wordt gevraagd tijdens de bespreking.
10
De inbreng van de verschillende expertise van de deelnemers is voldoende zichtbaar.
11
De deelnemers zijn voldoende op de hoogte van hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de genomen besluiten.
12
Er zijn afspraken gemaakt over de terugkoppeling van de genomen besluiten.
13
Er is duidelijkheid over de aard van de informatie die besproken wordt (wel of niet vertrouwelijk).
14
Het is duidelijk wie actie onderneemt in de besproken casus (zaakverantwoordelijke).
Conclusie:
Aanbevelingen:
Vervolgstappen:
100
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
-
+/-
+
3.3.4 Registratieformulier
Wie ZAT-coördinator
Wanneer Doorlopend
Waarvoor De motivatie voor de zorgstructuur is dat de hulp en begeleiding aan kinderen verbetert. Om de samenwerking te optimaliseren en de motivatie op peil te houden, moeten de resultaten van de samenwerking worden gevolgd. Hiervoor is registratie en monitoring noodzakelijk: het systematisch en periodiek verzamelen van informatie. Het volgende registratieformulier kunt u daarvoor gebruiken.
Bron Spectrum Gelderland
101
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
102
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Cognitieve ontwikkeling
(open vraag, aantal leerlingen per item)
10. Zijn er concrete resultaten te melden?
(aantal leerlingen per externe organisatie)
9. Welke verwijzingen zijn afgesproken?
(aantal leerlingen per item)
8. Welke afspraken zijn gemaakt?
Sociaal-emotionele problemen
antwoorden zijn mogelijk, maximaal 3)
Anders, namelijk:
Anders, namelijk:
MEE
Leerplicht
Huisarts
Logopedie
GGz, psychiatrie
GGD
Algemeen Maatschappelijk Werk
Permanente Commissie Leerlingenzorg
Bureau Jeugdzorg
School Maatschappelijk Werk
Geen besluit
Verwijzing naar externe organisatie (vraag 9)
Inzet traject schoolbegeleidingsdienst
Inzet traject (school)maatschappelijk werk
Gesprek met ouders
Inzet traject bij organisatie zelf
Problemen in omgang met klasgenoten
Problemen met leerkrachten
Schoolverzuim
Complexe meervoudige problematiek
Gezinssituaties
Psychiatrische problemen
Sociaal-medische problemen
(aantal leerlingen per categorie, meerdere
Anders, namelijk:
Anders, namelijk:
Schoolbegeleidingsdienst
Politie
MEE
Algemeen Maatschappelijk Werk
Inbrenger casus
Bureau Jeugdzorg
Leerplicht
Jeugdgezondheidszorg
Schoolmaatschappelijk werk
ZAT-coördinator
7. Besproken problematieken op bijeenkomst
scholen hebben leerlingen ingebracht?
6. Hoeveel voorschoolse voorzieningen/
5b. Aantal leerlingen vervolgbespreking
5a. Aantal leerlingen eerste keer besproken
4. Totaal aantal leerlingen besproken op bijeenkomst
3. Duur van bijeenkomst (uur, minuten)
2. Aanwezigheid van disciplines (j = ja, n = nee)
1. Datum bijeenkomst (dag, maand)
Registratieformulier Zorg Advies Team
1
Bijeenkomst
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Opmerkingen:
Bijeenkomst 10:
Bijeenkomst 9:
Bijeenkomst 8:
Bijeenkomst 7:
Bijeenkomst 6:
Bijeenkomst 5:
Bijeenkomst 4:
Bijeenkomst 3:
Bijeenkomst 2:
Bijeenkomst 1:
Naam:
Aantal:
scholen hebben leerlingen ingebracht en hoeveel?
Ad. Vraag 6: Welke voorschoolse voorzieningen/
Formulier printen op 141% op A3 papier
3.3.5 Kindkaart ZAT 0 - 12 jaar
Wie ZAT-coördinator
Wanneer Op de kindkaart worden relevante gegevens en gemaakte afspraken per besproken casus genoteerd. De kindkaart vult u in tijdens de verschillende stappen van de casuïstiekbespreking.
Waarvoor Het zorgvuldig bijhouden van informatie en afspraken per casus is van belang voor: - het volgen van de ontwikkeling in een doorgaande lijn - de voortgang van zorg- of ondersteuningstrajecten - de periodieke/jaarlijkse evaluatie en rapportage van het Zorg Advies Team
Bron Spectrum Gelderland
103
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Kindkaart Eerste bespreking in het ZAT
Casusnummer: (neem code over van het aanmeldingsformulier) Conditie van bespreking: Anoniem Op naam met toestemming van ouders Datum:
Aanwezigen:
Vraag van inbrenger:
Advies:
Zaakverantwoordelijke:
Informatie naar: Inbrenger Ouders/verzorgers …………….
104
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Afspraken Afspraak
Door wie
Wanneer
1.
2.
3.
Vervolg in ZAT Leerling weer bespreken op: …… /……. /……. (dag-maand-jaar) Wanneer nodig ZAT kan daar geen duidelijke verwachting over uitspreken Nee Bespreking leerling bij deze afgesloten
Vervolgbespreking Datum: Stand van zaken:
Nieuwe afspraken (indien afspraken van vorige bijeenkomst zijn blijven staan, deze opnieuw noteren) Afspraak
Door wie
1.
2.
3.
105
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Wanneer
Eindbespreking Datum: Eindresultaat/hoe gaat het met het kind:
106
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.3.6 Leerlingkaart ZAT 12 - 18 jaar
Wie ZAT-coördinator
Wanneer Op de leerlingkaart worden relevante gegevens en gemaakte afspraken per casus genoteerd. De leerlingkaart vult u in tijdens de verschillende stappen van de casuïstiekbespreking.
Waarvoor Het zorgvuldig bijhouden van informatie en afspraken per casus is van belang voor: - het volgen van de ontwikkeling in een doorgaande lijn. - de voortgang van zorg- of ondersteuningstrajecten - de jaarlijkse evaluatie en rapportage van het Zorg Advies Team
Bron Ontleend aan Handleiding Implementatie preventie-units Voortgezet Onderwijs en Jeugdzorg. M. Wijffels, H. Toussaint en D. Radema (2003). Groningen: Centrum preventieve GGZ & NJI.
‘Een casuïstiekbespreking vereist goede voorbereiding en partners met mandaat.’ Het Graafschap College werkt sinds september 2006 samen met elf organisaties om te komen tot een Zorg Advies Team. Sinds januari 2007 is het Zorg Advies Team operationeel. Dankzij dit team kan de school een beroep doen op specialisten vanuit alle hulpverlenende en maatschappelijke instellingen in de regio. Het Graafschap College is daarmee de eerste mbo-opleiding in Gelderland met een Zorg Advies Team. Het team komt eens in de zes weken bijeen. In de bijeenkomst wordt een plan van aanpak gemaakt per leerling. De resultaten worden bijgehouden en besproken. Projectleider Laura Stork zegt hierover: “Afspraken goed bijhouden, terugkoppelen naar de teams en de leerling, de voortgang bewaken en aan het eind het dossier sluiten met een resultaatmelding. Dan is de registratie sluitend.” Om voor de bestuurlijke dekking te zorgen en de samenwerking te formaliseren is met de twaalf partijen in september 2007 een convenant gesloten. Laura Stork Projectleider ZAT, Graafschap College
107
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Leerlingkaart 1. Algemeen
Casusnummer/naam leerling: (neem de code over van het aanmeldingsformulier) Datum bespreking: Informatie naar: Inbrenger Ouders/verzorgers …………….
2. Stand van zaken huidige situatie T.a.v. het uitvoeren van de begeleidingstaak in de school:
T.a.v. doorverwijzing:
Vaststelling van de huidige probleemsituatie van de leerling door ZAT:
3. Verdere begeleiding in school Afhandeling van de afspraken betreffende de begeleiding in de school (zie voor inhoud: formulier van vorige bijeenkomst) (Indien afspraak blijft staan, deze hieronder – bij nieuwe afspraken – opnieuw noteren)
Afgehandeld
1
2
3
108
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Vervalt
Blijft staan
4. Nieuwe afspraken Afspraak
Door wie
1.
2.
3.
5. Vervolg in ZAT Leerling weer bespreken op: …… /……. /……. (dag-maand-jaar) Wanneer nodig ZAT kan daar geen duidelijke verwachting over uitspreken Nee Bespreking leerling bij deze afgesloten
109
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Wanneer
110
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.4 Overdracht “Als kinderen klein zijn, moet je ze diepe wortels geven. Als ze groter worden moet je ze vleugels geven.” Indisch spreekwoord
Gedurende de ontwikkeling van kinderen zijn er diverse belangrijke schakelmomenten. De eerste schakeling is wanneer het kind naar een voorschoolse voorziening gaat. De overgang van de voorschoolse voorziening naar de basisschool is het tweede belangrijke moment, vervolgens de overgang van primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs en ten slotte de overgang naar het tertiair onderwijs (mbo, hbo of universiteit). Bij de overdracht naar een volgend schooltype vraagt de overdracht van gegevens bijzondere aandacht. De inspanningen rond de overdracht zijn gericht op het bevorderen van een doorgaande ontwikkelingslijn en het verkleinen van de kans op een breuk daarin.
111
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 3.4 treft u de volgende instrumenten: 3.4.1
Doorverwijzing naar Bureau Jeugdzorg
113
3.4.2
Overdrachtsformulier zorgkinderen voorschoolse voorzieninen - PO
118
3.4.3
Overdrachtsformulier zorgleerlingen PO - VO
124
3.4.4
Overdrachtsformulier zorgleerlingen VO - ROC
127
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
112
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.4.1 Doorverwijzing naar Bureau Jeugdzorg
Wie ZAT-coördinator, ZAT-deelnemers
Wanneer/ waarvoor Voorschoolse voorzieningen en scholen worden geconfronteerd met complexe problemen bij kinderen of jongeren waarbij ze hulp van andere jeugdorganisaties nodig hebben.
Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is er voor jeugdigen en hun ouders die op vrijwillige basis zorg willen krijgen. Maar ook voor jeugdigen die beschermd moeten worden, omdat zij niet op een veilige manier kunnen opgroeien. Bureau Jeugdzorg Gelderland is er in de eerste plaats voor jeugdigen met ernstige problemen. Jeugdigen met minder ernstige problemen kunnen geholpen worden door bijvoorbeeld het Algemeen Maatschappelijk Werk. In de provincie Gelderland heeft Bureau Jeugdzorg Gelderland acht regiokantoren, waar onder andere (gezins)voogden en jeugdhulpverleners werken. Elk regiokantoor heeft weer een aantal lokale vestigingen, zodat er vele toegangspoorten zijn voor de jeugdzorg in Gelderland. Naast de regionale kantoren zijn het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, de Kindertelefoon en de Jeugdreclassering onderdeel van Bureau Jeugdzorg Gelderland. Voor spoedeisende zaken is Bureau Jeugdzorg Gelderland overdag, maar ook ’s avonds, ’s nachts en in het weekend bereikbaar via het telefoonnummer 0900 9955599. Kortom: voor jeugdigen in Gelderland is Bureau Jeugdzorg Gelderland 24 uur per dag, 365 dagen per jaar bereikbaar, beschikbaar en behulpzaam. Meer informatie over Bureau Jeugdzorg Gelderland vindt u op de website www.bjzgelderland.nl. Hier zijn ook alle folders te vinden en te downloaden.
Bron Bureau Jeugdzorg Gelderland
Bureau Jeugdzorg Gelderland is de toegangspoort naar de jeugdzorg en is dus vrij toegankelijk voor jeugdigen en hun ouders met problemen bij het opgroeien en het opvoeden van kinderen. Professionals zoals de huisarts, politie en zorgcoördinatoren verwijzen ook steeds meer naar Bureau Jeugdzorg Gelderland. Zo werden er in 2006 bijvoorbeeld 8.000 kinderen aangemeld bij Bureau Jeugdzorg Gelderland. Daarnaast heeft Bureau Jeugdzorg Gelderland de taak zelf initiatief te nemen als zij, mede door meldingen van bijvoorbeeld buren, leerkrachten of familieleden, op het spoor komt van zorgwekkende opgroei- en opvoedsituaties. Bij verwijzingen vanuit het Zorg Advies Team gaat het met name om sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen bij leerlingen. Dit betekent dat leerlingen in een zo vroeg mogelijk stadium worden aangemeld bij Bureau Jeugdzorg om de voortgang in hun ontwikkeling te waarborgen. Hub Engelen ZAT deelnemer, Bureau Jeugdzorg Arnhem e.o.
113
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Doorverwijzing naar Bureau Jeugdzorg Wanneer problemen van kinderen van zodanige aard zijn dat adequate ondersteuning en hulp niet meer binnen de onderwijszorgstructuur kan worden geboden, is doorverwijzing geboden. Bij ernstige problemen rond opgroeien en/of opvoeden kan worden verwezen naar Bureau Jeugdzorg Gelderland. Het doel van de doorverwijzing is een zodanige verwijzing tot stand te brengen dat ouders en kind zo spoedig mogelijk de benodigde hulp verkrijgen. Bureau Jeugdzorg Gelderland stelt de indicatie voor hulp elders. De reeds verzamelde gegevens in het voorliggende veld kunnen dat proces ondersteunen. In zijn algemeenheid kan een aanmelding gedaan worden bij Bureau Jeugdzorg indien er sprake is van een van de volgende vragen of probleemsituaties: - de problemen zijn zodanig complex van aard dat adequate ondersteuning en hulp niet meer door het voorliggende veld kan worden geboden, en/of - er zijn zodanige twijfels over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind dat onderzoek van het kind gewenst is, en/of - ouders hebben bij de opvoeding van hun kind intensieve en/of gespecialiseerde ondersteuning of begeleiding nodig, en/of - er is voor het kind dagbehandeling (Boddaert-Medisch Kleuter Dagverblijf) of specifieke opvang nodig.
Consultatiefunctie Het is lastig om keiharde voorwaarden aan te geven waaronder kinderen kunnen worden aangemeld bij Bureau Jeugdzorg Gelderland. De bovenstaande vragen en probleemsituaties moeten dan ook gezien worden als algemene voorbeelden. Voor concrete situaties rondom kinderen is het altijd mogelijk consultatie te vragen bij Bureau Jeugdzorg Gelderland. Samen wordt dan gekeken of een aanmelding bij Bureau Jeugdzorg Gelderland, dan wel een andere optie het meest wenselijk is. Telefoonnummers en adressen van het regionale kantoor van Bureau Jeugdzorg bij u in de buurt zijn te vinden op www.bjzgelderland.nl.
Het indicatiebesluit De contactpersoon bij Bureau Jeugdzorg Gelderland maakt zonodig na afronding van het analysetraject in overleg met de cliënt een indicatiebesluit. Met dit besluit heeft de cliënt recht op zorg. In het besluit staat welke zorg nodig is en welke jeugdzorgaanbieder deze zorg zou kunnen bieden. Bureau Jeugdzorg Gelderland kan deze hulp meestal niet zelf bieden, maar zal zorgen dat de cliënt wordt aangemeld bij de zorgaanbieder die de juiste hulp moet leveren. Hij controleert daarna of de jeugdige op tijd geholpen wordt, of de afspraken die in het indicatiebesluit vermeld staan worden nagekomen en of de hulp effect heeft.
Signalering door derden Derden, zoals de jeugdgezondheidszorg of het onderwijs, kunnen zorgen hebben over de ontwikkeling van een kind of jongere. Als ouders het nodig hebben om actief benaderd te worden kunnen derden een signaal bij Bureau Jeugdzorg neerleggen. Bureau Jeugdzorg Gelderland hanteert vervolgens een outreachende benadering, waarbij ouders actief benaderd worden om hen te motiveren voor hulpverlening. Het uitgangspunt daarbij is vrijwillige en niet-vrijblijvende hulpverlening in te zetten, maar zonodig kan een jeugdbeschermingsmaatregel worden overwogen. Zonodig kan de unit Adviesen Meldpunt Kindermishandeling van Bureau Jeugdzorg Gelderland zonder toestemming van de ouders onderzoek doen naar mogelijke kindermishandeling.
114
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Zorg Vrijwillige jeugdhulpverlening De weg naar volwassenheid is niet altijd even gemakkelijk. Thuis, op school of in de vrije tijd kunnen problemen ontstaan. Bureau Jeugdzorg Gelderland kan helpen bij de oplossing van het probleem of kan jeugdigen en ouders leren met het probleem om te gaan. Jeugdigen, ouders, familie, maar bijvoorbeeld ook vrienden, buren, leraren, maatschappelijk werkers of artsen kunnen Bureau Jeugdzorg Gelderland hiervoor inschakelen.
De hulpverlening Wanneer een probleem met een jeugdige wordt gemeld, wordt eerst naar de ernst van het probleem gekeken. Als het probleem zo ernstig is dat er meteen iets moet gebeuren, dan wordt die hulp ook meteen geboden. Meestal is dit gelukkig niet nodig. Bureau Jeugdzorg Gelderland maakt dan een afspraak met de jeugdige, zijn ouders en een jeugdhulpverlener voor een eerste gesprek. Soms kan de hulpverlener dan al vaststellen welke hulp de jeugdige nodig heeft. Soms zijn er meerdere gesprekken en/of psychologische onderzoeken voor nodig.
Jeugdbescherming Als ouders niet meer weten hoe ze hun kind goed moeten opvoeden, als zij niet in staat zijn hun kind goed en veilig op te laten groeien of als de jeugdige problemen heeft, kunnen de ontwikkeling en veiligheid van een jeugdige in gevaar komen. In zulke gevallen kan de kinderrechter een jeugdbeschermingsmaatregel opleggen. Medewerkers van Bureau Jeugdzorg Gelderland helpen jeugdigen en ouders dan de situatie rond de jeugdige te verbeteren. Een jeugdbeschermingsmaatregel betekent altijd een flinke ingreep in het leven van ouder(s) en jeugdige. Zo’n maatregel wordt daarom alleen door de rechter uitgesproken na uitgebreid onderzoek en als vrijwillige hulpverlening niet (meer) mogelijk is. Bij alle jeugdbeschermingsmaatregelen geldt dat het belang van de jeugdige boven het belang van de ouders gaat. De bescherming van de jeugdige staat voorop, zodat de jeugdige zich in een veilige situatie kan ontwikkelen. Wel probeert Bureau Jeugdzorg Gelderland de familierelaties van de jeugdige te behouden of te herstellen.
Ondertoezichtstelling De meest voorkomende jeugdbeschermingsmaatregel is de ondertoezichtstelling. De ouders blijven bij deze maatregel eindverantwoordelijk voor de jeugdige, maar er komt ook een gezinsvoogd in het gezin waar de ouders naar moeten luisteren. Deze medewerker van Bureau Jeugdzorg Gelderland zal tijdelijk de ouders adviseren over een goede en veilige opvoeding en verzorging van de jeugdige. De gezinsvoogd moet hiervoor eerst de situatie in het gezin kennen. Naast het lezen van de gegevens die al bekend zijn over het gezin, zal hij daarvoor spreken met de ouders en de jeugdige, maar vaak ook met familie, school of huisarts. Dan stelt hij een plan op waarin staat wat de ouders, de jeugdige en de gezinsvoogd kunnen doen om de problemen binnen het gezin op te lossen. Ook wordt gekeken of er extra zorg nodig is voor de ouders of de jeugdige. De gezinsvoogd treedt voortdurend in gesprek met de jeugdige en zijn ouders om hen goed te kunnen ondersteunen. Meestal blijven de jeugdigen thuis wonen, maar soms is het nodig dat een ander tijdelijk de dagelijkse opvoeding of verzorging overneemt. Maar ook als de jeugdige niet meer thuis woont, blijft de gezinsvoogd de ouders betrekken bij de opvoeding. De ouders blijven namelijk verantwoordelijk. De rechter spreekt de ondertoezichtstelling uit voor één jaar. Als de situatie voor de jeugdige dan verbeterd is en zijn ontwikkeling niet meer in gevaar is, kan de ondertoezichtstelling aflopen. Als dit nog niet zo is, dan kan de kinderrechter de ondertoezichtstelling verlengen. Gemiddeld duurt een ondertoezichtstelling 3 à 4 jaar en eindigt deze in ieder geval wanneer de jeugdige 18 jaar wordt.
Voogdij Een andere jeugdbeschermingsmaatregel is die van de voogdij. Deze wordt ook door de rechter uitgesproken. Meerdere situaties kunnen leiden tot het inzetten van een voogd van Bureau Jeugdzorg. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de ouders van een jeugdige zijn overleden en niemand binnen de familie de taak van hen kan overnemen of als is gebleken dat de ouders, ondanks de inzet van de gezinsvoogd, niet meer in staat zijn hun kinderen goed te verzorgen en op te voeden. Bureau Jeugdzorg Gelderland
115
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
krijgt dan de voogdij toegewezen en is volledig verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van de jeugdige. Afhankelijk van de leeftijd en de situatie, woont de jeugdige dan in een pleeggezin, een internaat of zelfstandig op kamers. De medewerker van Bureau Jeugdzorg Gelderland zal voortdurend contact met de jeugdige onderhouden en hem zoveel als nodig blijven ondersteunen. Bureau Jeugdzorg vindt het belangrijk dat de jeugdige contact kan blijven onderhouden met zijn familie en zal dit waar mogelijk stimuleren.
Spoedeisende Zorg Als jeugdigen zich in een acuut onveilige situatie bevinden, kan iedereen uit de omgeving van de jeugdige bellen met de Spoedeisende Zorg. Aan de hand van het verhaal van de beller beoordeelt de hulpverlener de ernst van de situatie en welke actie eventueel nodig is, of met welk advies hij de beller kan helpen. Indien noodzakelijk zijn de crisisinterventors van de Spoedeisende Zorg binnen maximaal 4 uur ter plaatse: 24 uur per dag, 7 dagen per week, waar ook in Gelderland. Ook als uiteindelijk geen actie nodig is, wordt het telefoontje niet als overbodig beschouwd. Spoedeisende Zorg is echter geen meldpunt voor acute ziekte of ongevallen. In die gevallen moet natuurlijk 112 gebeld worden. De kracht van Spoedeisende Zorg is dat zij direct in actie kan komen. Daarnaast is de grote kracht dat, nadat de acute crisis gestabiliseerd is, de hulpverlening direct op gang komt. Er wordt bij voorkeur voor gezorgd dat er hulp in het gezin komt, zodat het kind thuis kan blijven of zo snel mogelijk weer thuis kan komen. Maar indien nodig zijn er ook onmiddellijk noodbedden beschikbaar bij de Gelderse jeugdzorgaanbieders. Spoedeisende Zorg is het resultaat van nauwe samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en de Gelderse jeugdzorgaanbieders.
Jeugdreclassering Jeugdigen tussen de 12 en 18 jaar uit de provincie Gelderland die inbreken, een diefstal plegen, iemand mishandelen of beroven en daarom met de politie in aanraking komen, kunnen door de kinderrechter een straf krijgen opgelegd, zoals een boete, een taakstraf of jeugddetentie. De kinderrechter kan echter ook aan Bureau Jeugdzorg Gelderland de opdracht geven deze jeugdigen te begeleiden. Doel van de begeleiding is het voorkomen en stoppen van het strafbare gedrag. De begeleiding zal worden uitgevoerd door een medewerker (jeugdreclasseerder) van Bureau Jeugdzorg Gelderland. Hij bespreekt de leefsituatie van de jeugdige met hem en maakt afspraken om de situatie thuis, op school, op het werk, in de vrije tijd of zijn financiële situatie te verbeteren. De jeugdreclasseerder helpt de jeugdige hierbij. Hij laat de jeugdige voortdurend zien wat de gevolgen zijn van de keuzes die hij maakt. Ook maakt hij hem duidelijk dat hij andere keuzes kan maken, zodat hij het strafbare gedrag kan inruilen voor ander, beter, gedrag. Bij de begeleiding kunnen ook de ouders, school en vrienden van de jeugdige betrokken worden. Er zijn drie verschillende programma’s die gevolgd kunnen worden bij de jeugdreclassering. Bij alle programma’s worden duidelijke afspraken gemaakt. De jeugdreclasseerder houdt in de gaten of de jeugdige zich aan deze afspraken houdt. Doet hij dit niet, dan riskeert de jeugdige alsnog een andere straf, zoals een gevangenisstraf.
Advies- & Meldpunt Kindermishandeling Iedereen die vermoedens heeft dat een kind mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt wordt kan hierover contact opnemen met het Advies- & Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Niet alleen leraren of huisartsen dus, maar ook buren, familieleden of een kennis. Het AMK bespreekt dan met de beller wat er gedaan kan worden om de mishandeling te stoppen. Naast het melden van kindermishandeling, kan bij het AMK ook advies gevraagd worden. Bij een advies kan iemand die zich zorgen maakt over een kind dit bespreken met een deskundige van het AMK. Bijvoorbeeld om te kijken hoe ernstig de problemen zijn, op welke wijze hij de problemen met de ouders kan bespreken of welke steun hij het kind of de ouders kan bieden. Als het adviesgesprek voldoende is onderneemt het AMK géén actie in de richting van het kind of het gezin. Wanneer een advies niet voldoende is, kan bij het AMK een melding worden gedaan. Het AMK stelt dan meestal een onderzoek naar de gezinssituatie van het kind, en gaat met de ouders en het kind praten. Het AMK kan ook informatie inwinnen bij de school of de huisarts. Blijkt het kind inderdaad in de knel te zitten, dan organiseert het AMK hulp om de situatie voor het kind te verbeteren. Als de situatie levensbedreigend is of als de ouders geen hulp willen accepteren, draagt het AMK het onderzoek over aan de Raad voor de Kinderbescherming, zodat hulp verplicht kan worden opgelegd. Het AMK geeft, vaak samen met andere afdelingen van Bureau Jeugdzorg Gelderland, voorlichting
116
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
over kindermishandeling en de mogelijkheden om mishandeling te stoppen. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.bjzgelderland.nl. Meer informatie over het AMK en het stoppen van kindermishandeling is te vinden op www.amk-nederland.nl of www.kindermishandeling.nl. Het telefoonnummer van het AMK is: 0900 1231230.
Kindertelefoon Kinderen van 8 tot 18 jaar met vragen of problemen over alles wat hen bezighoudt (zoals pesten, seksualiteit of problemen met relaties) kunnen hierover praten met een medewerker van de Kindertelefoon. Dit doen zij om informatie te krijgen of om even hun verhaal kwijt te kunnen. Jaarlijks bellen meer dan 25.000 kinderen de Kindertelefoon. Tegenwoordig kunnen kinderen via de website ook chatten met de vrijwillige medewerkers. Kinderen blijven bij de Kindertelefoon anoniem. Ook hun verhaal wordt vertrouwelijk behandeld en de vrijwilligers zullen nooit zelf contact opnemen met de kinderen. Meer informatie over de Kindertelefoon is te vinden op www.kindertelefoon.nl. Elke dag tussen 14 en 20 uur kan gebeld worden naar 0800 0432 (gratis) of 0900 0132 (voor mobiele bellers, niet gratis). De chat is open op woensdag van 16.00 tot 20.00 uur en op maandag, vrijdag en zondag van 16.00 tot 18.00 uur.
117
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.4.2 Overdrachtsformulier zorgkinderen voorschoolse voorziening - PO
Wie Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen, leerkrachten primair onderwijs en intern begeleider.
Wanneer Het overdrachtsformulier bestaat uit een open beschrijving van het gedrag van het kind en een observatielijst. Het overdrachtsformulier vult u op drie momenten in: - Eerste indruk: als de peuter de speelzaal drie maanden heeft bezocht - 1e observatie: rond de 3e verjaardag van de peuter - 2e observatie: drie maanden voor de overgang naar de basisschool
Waarvoor Het overdrachtsformulier heeft een aantal functies. Het kan dienen als: - Instrument om belangrijke informatie over de ontwikkeling van de peuter op eenduidige wijze door te kunnen geven van de voorschoolse voorziening naar de basisschool waar het kind naar toegaat. - Hulpmiddel om het observeren en verzamelen van gegevens systematisch aan te pakken. - Agenda voor een gesprek met ouders over de ontwikkeling van hun kind. - Hulpmiddel om de ontwikkeling van jongere kinderen gericht te stimuleren.
Gebruik Ga bij het invullen van het overdrachtsformulier uit van het beeld dat u gedurende een langere periode van het kind heeft gekregen. Alle items zijn positief geformuleerd. Als u van mening bent dat een kind iets té veel doet, bijvoorbeeld contact zoeken met de leid(st)er, dan kunt u een toelichting geven bij Opmerkingen. Voor het vertrek van een kind van de voorschoolse voorziening verstuurt u het formulier naar de basisschool waar het kind is aangemeld. De leerkracht waar het kind bij in de klas komt, brengt in het eerstvolgende gesprek met de ouders het overdrachtsformulier ter sprake. Indien de groepskracht naar aanleiding van het formulier behoefte heeft aan een toelichting van uw zijde, dan vraagt hij/zij toestemming aan de ouders om informatie in te winnen.
Bron Overdrachtsformulier peuterspeelzaal (2005). Gemeente Lingewaard.
118
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
1. Algemene kindgegevens
Naam kind (voornaam + achternaam): Jongen Meisje Geboortedatum kind: Geboorteland kind: In Nederland vanaf: Plaats in gezin: Samenstelling gezin: Welke taal (of talen) spreekt moeder met het kind? Welke taal (of talen) spreekt vader met het kind? Opleidingsniveau moeder: Beroep: Opleidingsniveau vader: Beroep: Bezoekt het kind (structureel) nog een andere opvangvoorziening (formeel/informeel): ja/nee Zo ja, welke?
Zijn er medische gegevens bekend, relevant voor de peutergroep of de schoolsituatie? (medicijngebruik, gehoor-/gezichtsvermogen, allergieën, overige medische bijzonderheden):
Neemt het kind of het gezin deel aan extra voorzieningen: ja/nee - Kindgericht ( bijv. logopedie, fysiotherapie). Zo ja, welke?
- Gezinsgericht (opvoedingsondersteuning). Zo ja, welke?
Datum plaatsing op peuterspeelzaal/ kinderdagverblijf: Aantal dagdelen per week: Eventuele bijzonderheden m.b.t. plaatsing (verwijzing consultatiebureau, voorrang, late start, tweede start, wijziging aantal dagdelen):
Opmerkingen:
119
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2. Eerste indruk (3 maanden na start op peuterspeelzaal)
Korte beschrijving van de eerste indruk die de leidster van het kind heeft aan de hand van onderstaande punten: - Voelt het kind zich op zijn gemak in de groep? - Hoe verloopt het afscheid nemen van de ouder/verzorger? - Heeft het kind plezier in de activiteiten? - Toont het kind voorkeur en initiatief? - Hoe is het contact met de leidster(s) en met de andere kinderen? - Begrijpt het kind wat er gezegd wordt? - Kan het kind duidelijk maken wat het wil?
3. Observatiegegevens 1e afname en 2e afname (1e afname rond de 3e verjaardag, 2e afname 3 maanden voor overgang naar de basisschool)
Sociaal-emotionele ontwikkeling
1e afname
2e afname
- het kind voelt zich op zijn gemak in de groep
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind zoekt contact met andere kinderen
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind zoekt contact met de leidster
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind kan goed voor zichzelf opkomen
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind heeft vertrouwen in eigen kunnen
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind kan zich aan afspraken houden
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
Toelichting 1e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
Toelichting 2e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
120
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Redzaamheid
1e afname
2e afname
- het kind kan zelf zijn/haar jas aan- en uitdoen
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind is zindelijk, maar moet er nog aan herinnerd worden ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind is zindelijk maar heeft nog hulp nodig op de wc
om naar de wc te gaan
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind is zindelijk en helpt zichzelf op de wc
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
Speel/werkgedrag
1e afname
2e afname
- het kind is betrokken bij liedjes, spelletjes en versjes in de kring
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
Toelichting 1e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
Toelichting 2e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
- het kind doet actief mee met liedjes, spelletjes en versjes in ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind heeft plezier in de activiteit waar het mee bezig is
de kring
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind kiest zelfstandig activiteiten
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- de interesse van het kind wordt snel gewekt en beperkt zich niet tot bekende dingen - het kind kan enige tijd bezig zijn met wat het gekozen heeft - er zit ontwikkeling in het spel (handelingen worden complexer)
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind kiest afwisselend
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind speelt creatief
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind pakt informatie snel op
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
Het favoriete speelgoed of de favoriete activiteit van het kind is:
Toelichting 1e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
Toelichting 2e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
121
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Spraaktaalontwikkeling: Nederlands De moedertaal van het kind is:
Nederlands Andere taal: 1e afname
2e afname
- het kind begrijpt goed wat er gezegd wordt
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind kan via taal duidelijk maken wat het wil vertellen
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind is goed verstaanbaar
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind maakt grammaticaal goede zinnen ( 3 à 5 woordzinnen)
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind is in staat spontaan en vrijuit tegen de leidster te praten
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
1e afname
2e afname
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
ja / enigszins / nee
- het kind is in staat spontaan en vrijuit tegen andere kinderen te praten Indien de moedertaal niet Nederlands is: - hoe lang is het kind al in Nederland? - spreken één of beide ouders Nederlands met het kind? Indien bekend bij leidster: - de spraaktaalontwikkeling in de eigen taal verloopt voorspoedig Toelichting 1e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
Toelichting 2e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
Motorische ontwikkeling - de grove, doelgerichte bewegingen verlopen soepel en gecoördineerd (bijv. rennen, springen, klimmen, fietsen) - de handbewegingen vanuit de pols verlopen soepel en gecoördineerd (bijv. verven, papier scheuren) Toelichting 1e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
Toelichting 2e afname:
(Indien van toepassing) wij maken ons zorgen over:
122
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
4. Er is aanleiding tot vragen, of zorgen, en/of twijfels over de ontwikkeling van dit kind (Altijd datum of moment van invullen noteren: bij eerste indruk, 1e afname, 2e afname)
Aankruisen wat van toepassing is: Het kind verzet zich veel / laat agressief gedrag zien Het kind is rusteloos en / of overactief Het kind is lusteloos Het kind is vaak slaperig Het kind vraagt overmatig aandacht Het kind laat veel teruggetrokken gedrag zien Wij zijn van mening dat er meer zekerheid moet komen over: het horen het zien het bewegen het spreken de verstandelijke mogelijkheden van dit kind. Wat is er tot nu toe ondernomen om meer duidelijkheid te krijgen: (datum en ondernomen actie noteren)
Opmerkingen/toelichting van de leidster:
Opmerkingen van de ouders/verzorgers:
5. Overdracht aan:
Naam basisschool: Naam leerkracht/IB-er basisschool: Hierbij geef ik toestemming om dit formulier door te geven aan de basisschool, inclusief een eventuele mondelinge toelichting op het formulier door peuterspeelzaal aan basisschool. Handtekening ouder of verzorger:
123
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.4.3 Overdrachtsformulier zorgleerlingen PO - VO
Wie Leerkrachten primair onderwijs, intern begeleiders, leerkrachten voortgezet onderwijs, mentor of zorgcoördinator
Wanneer Uiterlijk acht weken voor de zomervakantie
Waarvoor Het overdrachtsformulier maakt het mogelijk om de ontwikkeling van zorgleerlingen in een doorgaande lijn te volgen. Het primair onderwijs kan op dit formulier aanvullende informatie verstrekken en het voortgezet onderwijs informeren over voortzetting van eventuele zorg. Het overdrachtsformulier is aanvullend op de instrumenten die scholen vaak zelf al tot hun beschikking hebben om de ontwikkeling van kinderen te beschrijven, zoals portfolio’s.
Gebruik Het overdrachtsformulier wordt in overleg met de leerling ingevuld. Na het invullen van het formulier dient dit ondertekend te worden door de ouders/verzorgers van de leerling. Voor het vertrek van de leerling van de basisschool wordt het formulier verstuurd naar de contactpersoon van de school waarvoor de leerling zich heeft aangemeld. De contactpersoon op het voortgezet onderwijs zorgt ervoor dat het formulier terecht komt bij de mentor van de leerling. Door de mentor worden afspraken gemaakt over de begeleidingsmogelijkheden die aan de leerling kunnen worden aangeboden.
Bron Spectrum Gelderland
‘Goede intensieve begeleiding is iets om trots op te zijn. Zorg is een groot goed.’ “Het is noodzakelijk dat ieder kind bij de overgang een stuk maatwerk krijgt, zodat deze cruciale fase zo vloeiend mogelijk verloopt. Dit vereist deskundigheidsbevordering bij het basisonderwijs, acceptatie van bevindingen vanuit de basisschool in het voortgezet onderwijs en een structuur om een en ander handen en voeten te geven. Hoe vaak gebeurt het niet dat kinderen die met man en macht en een heel persoonlijke benadering op de (kleine) basisschool worden gehandhaafd, volledig ondersneeuwen en dreigen te verzanden binnen het voortgezet onderwijs? Wanneer de deskundigheid bij leerkrachten voldoende is, is er wat mij betreft geen probleem van stigmatisering en bestempeling van kinderen. Manfred Haveman Beleidsontwikkelaar Jeugd, gemeente Epe
124
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Overdrachtsformulier zorgleerlingen PO - VO 1. Algemene gegevens
Naam invuller: Functie: Datum: Naam leerling: Adres: Postcode: Woonplaats: Geboortedatum: Geboorteplaats: Jongen Meisje Nationaliteit: Moedertaal: Telefoonnummer: Telefoon mobiel: Naam school: Locatievestiging: Naam contactpersoon: Telefoonnummer: Emailadres: Naam toeleverende school: Aangemeld voor opleidingsniveau:
2. Gesignaleerde problematiek van leerling - Op school (capaciteiten, prestaties, gedrag):
- Buiten school (bijzondere gezinssituatie, vrije tijd, aanpak/opvoeding, ingrijpende gebeurtenis):
125
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
4. Diagnose Is een diagnose door een deskundige opgesteld? Ja Nee Zo ja, door wie is de diagnose gesteld (naam, organisatie, telefoonnummer):
Is er een recent rapport? (minder dan 2 jaar oud) Ja Nee Indien een rapport of verklaring aanwezig is, een kopie toevoegen aan het formulier met toestemming van de leerling of ouders/verzorgers.
5. Wat heeft het ZAT al gedaan Soort interventie
Door wie? (instelling)
Wanneer?
Resultaat?
6. Aanbevelingen voor doorlopende zorg
7. Toestemming ouders/verzorgers De ouders/verzorgers hebben kennis genomen van de informatie op het overdrachtsformulier en verklaren zich akkoord met het beschikbaar stellen ervan aan het voortgezet onderwijs. Datum:
126
handtekening ouder/verzorger:
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.4.4 Overdrachtsformulier zorgleerlingen VO – ROC
Wie Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
Wanneer Uiterlijk acht weken voor de zomervakantie
Waarvoor Het overdrachtsformulier maakt het mogelijk om de ontwikkeling van zorgleerlingen in een doorgaande lijn te volgen. Het voortgezet onderwijs kan op dit formulier aanvullende informatie verstrekken en het ROC informeren over voortzetting van eventuele zorg. Het overdrachtsformulier is aanvullend op de instrumenten die scholen vaak zelf al tot hun beschikking hebben om de ontwikkeling van kinderen te beschrijven, zoals portfolio’s.
Gebruik Het overdrachtsformulier wordt in overleg met de leerling ingevuld. Na het invullen van het formulier dient dit ondertekend te worden door de ouders/verzorgers van de leerling. Voor het vertrek van de leerling van de school wordt het formulier verzonden naar de mbo-contactpersoon van de sector waarvoor de leerling zich heeft aangemeld. De mbo-contactpersoon zorgt ervoor dat het formulier terecht komt bij de mentor van de leerling. Door de mentor worden afspraken gemaakt over de begeleidingsmogelijkheden die aan de leerling kunnen worden aangeboden.
Bron Ontleend aan Overdrachtsformulier voor doorlopende zorg van VO naar ROC Aventus (2006).
‘Zorgleerlingen zouden bij overgang naar een volgend schooltype overgedragen moeten worden van ZAT naar ZAT. Dit vraagt om een zo zorgvuldig mogelijke overdracht van informatie.’ Jantien Huzen RMC consulent, Regio Noord-Veluwe
127
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Overdrachtsformulier zorgleerlingen VO - ROC 1. Algemene gegevens
Ingevuld door: Functie: Datum: Naam leerling: Adres: Postcode: Woonplaats: Geboortedatum: Geboorteplaats: Man Vrouw Nationaliteit: Moedertaal: Telefoonnummer: Telefoon mobiel: Naam school: Locatievestiging: Naam contactpersoon: Telefoonnummer: Emailadres: Naam mentor: Telefoonnummer: Emailadres: Naam toeleverende school: Aangemeld bij sector: Opleidingengroep:
2. Gesignaleerde problematiek van leerling - Op school (capaciteiten, prestaties, gedrag):
- Buiten school (bijzondere gezinssituatie, vrije tijd, aanpak/opvoeding, ingrijpende gebeurtenis):
128
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3. De leerling beschikt over de volgende documenten: Dyslexie verklaring Beschikking Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) Beschikking Praktijkonderwijs ADHD verklaring Anders, namelijk: Indien een beschikking of verklaring aanwezig is, een kopie toevoegen aan het formulier met toestemming van de leerling of ouders/verzorgers.
4. Specifieke begeleiding die leerling heeft ontvangen Begeleiding
Aangeboden
Voortzetting
Opmerkingen
in VMBO/PO
gewenst in
(hoe lang is begeleiding aangeboden, resultaten)
het MBO Remediale hulp
Sociaal-emotionele begeleiding
Begeleiding voor culturele minderheden Faalangstreductie training
Examentraining
Training sociale vaardigheden
Trajectklas
Huiswerkbegeleiding
Vakspecifieke ondersteuning
Leerplicht
Anders, nl.:
129
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5. Er is contact geweest met: Contactpersoon Mentor/zorgcoördinator Ouder(s), verzorger(s)
6. Toelichting bij de overdracht:
7. Toestemming ouders/verzorgers: Vindt u het van belang dat de mentor van uw zoon/dochter bij het ROC geïnformeerd wordt over andere vormen van begeleiding die momenteel aan uw kind worden geboden? Voortzetting van deze begeleiding kan namelijk van invloed zijn op de prestaties op school. Ja, ik vind het van belang dat de mentor bij ROC Aventus ervan op de hoogte is dat mijn zoon/dochter tevens begeleiding heeft van:
Nee/ niet van toepassing
De ouders/verzorgers hebben kennis genomen van de informatie op het overdrachtsformulier en verklaren zich akkoord met het beschikbaar stellen ervan aan het vervolgonderwijs. Datum:
130
handtekening ouder/verzorger:
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.5 Evaluatie “In de ruïnes van het verleden liggen de parels van morgen.”
Terugkijken op het verleden. Zijn de problemen van kinderen verminderd of opgelost? Zijn ouders/ verzorgers van besproken kinderen tevreden over de werkwijze van het Zorg Advies Team? En wat zijn de ervaringen van deelnemende organisaties? Een evaluatie geeft informatie over succesvolle punten die zeker moeten worden gecontinueerd. Maar ook verbeterpunten worden zichtbaar. Welke bijstellingen zijn nodig? Evalueren is veel meer dan een ‘verplicht nummer’ voor de verslaglegging aan het eind van elk (school)jaar; het is een essentiële stap om de kwaliteit van Zorg Advies Teams te bevorderen.
131
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 3.5 treft u de volgende instrumenten: 3.5.1
Evaluatievragen voor inbrengers van een casus in een ZAT
133
3.5.2
Evaluatievragen ZAT-deelnemers
138
3.5.3
Evaluatievragen voor ouders/verzorgers
143
Gemeenteambtenaren/bestuurders Directies/schoolleiders van deelnemende organisaties ZAT-coördinator ZAT-deelnemers Leid(st)ers van voorschoolse voorzieningen Leerkrachten primair onderwijs en intern begeleiders Leerkrachten voortgezet onderwijs, mbo, mentor of zorgcoördinator
132
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.5.1 Evaluatievragen voor inbrengers van een casus in een ZAT
Wie Gemeenteambtenaren en ZAT-coördinator
Wanneer Aan het eind van elk (school)jaar
Waarvoor De motivatie om een zorgstructuur op te zetten, is dat de zorg aan kinderen verbetert. In de evaluatie wordt gekeken of de werkwijze van het Zorg Advies Team aansluit bij de behoefte van de inbrengers, of de doelen bereikt worden en of de werkwijze logisch en praktisch is. De resultaten kunt u gebruiken om de werkwijze te verbeteren. Hiervoor kunt u gebruikmaken van het stappenplan verbetertraject in paragraaf 3.1.1.
Bron Spectrum Gelderland
‘De kwaliteit van het Zorg Advies Team is nooit beter dan de kwaliteit van het voortraject in de school.’ Ward Habets Coördinator samenwerkingsverband VO Arnhem e.o.
133
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Evaluatievragen voor inbrengers van een casus in een ZAT Vragenlijst ingevuld door
Naam: Organisatie: Functie: Hoeveel casussen heeft u de afgelopen periode ingebracht:
1. Hoe waardeert u het functioneren van het ZAT als inbrenger van een casus op de punten: Aankruisen per item wat van toepassing is
1
2
3
4
5
goed
voldoende
matig
slecht
niet van toepassing
a. Informatie over de werkwijze van het ZAT b. procedure van aanmelding c. bruikbaarheid van het aanmeldings- en signaleringsinstrument d. bereikbaarheid van het ZAT (ZAT- coördinator) e. tijdsperiode tussen aanmelding en bespreking f. de methode van bespreking g. kwaliteit van het advies h. uw rol in de casusbespreking i. het nakomen door ZAT-deelnemers van de gemaakte afspraken tijdens de casusbespreking Toelichting:
134
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
2. Geef uw mening over: Aankruisen per item wat van toepassing is
1
2
3
4
goed
voldoende
matig
slecht
5 niet van toepassing
a. De bekendheid van het ZAT bij collega’s b. De bekendheid van het ZAT bij ouders/verzorgers c. De terugkoppeling van informatie door het ZAT naar de organisatie d. De communicatielijn en terugkoppeling tussen ZAT en organisaties Toelichting:
Op welke wijze zouden deze punten verbeterd kunnen worden? 1. De bekendheid van het ZAT bij collega’s
2. De bekendheid van het ZAT bij ouders/verzorgers
3. De communicatie met het ZAT terugkoppeling van informatie door het ZAT naar de organisatie
4. De terugkoppeling van informatie door het ZAT naar de organisatie
135
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3. Hoe beoordeelt u de betrokkenheid van ouders/verzorgers bij ZAT-activiteiten en doorverwijzing van hun kind? Goed Voldoende Matig Slecht Toelichting:
4. Wat is uw mening over de frequentie van de ZAT bijeenkomsten? Teveel Voldoende Te weinig Toelichting:
5. Heeft het ZAT bijgedragen tot: Aankruisen per item wat van toepassing is
T.a.v. eigen deskundigheid
1
2
3
4
goed
voldoende
matig
slecht
5 niet van toepassing
a. Eerdere en betere signalering van problemen van kinderen b. Beter eigen grenzen kennen c. Meer ruimte voor persoonlijke zorg aan het kind d. Meer mogelijkheid tot consultatie voor organisaties(verwijzers) e. Moment van actie beter bepalen f. Beter kunnen voorkomen van crises g. Meer alternatieven als oplossing van problemen h. Meer inzicht in preventief hulpaanbod van instellingen
136
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
T.a.v. de organisatie
1
2
3
4
5
goed
voldoende
matig
slecht
niet van toepassing
a. Betere afstemming van de aanpak tussen organisatie en hulpverleningsinstellingen b. Verbreding van de draagkracht van de organisatie c. Kortere lijnen tussen organisatie en hulpverleningsinstellingen Welke verbetervoorstellen heeft u, op de onderdelen die u met matig of slecht beoordeeld?
6. Hoe kan het functioneren van het ZAT in het algemeen verbeterd worden? Maximaal 5 aankruisen
Het functioneren zal verbeteren als: de deelname en betrokkenheid van de organisaties verbetert er meer bekendheid van het ZAT bij de organisaties komt er meer bekendheid is bij de ouders/verzorgers er een beter volgsysteem komt er meer bijeenkomsten plaatsvinden er meer tijd is voor onderlinge consultatie er meer nazorg komt de afspraken door de ZAT-deelnemers beter worden nagekomen anders, namelijk:
Welke verbetervoorstellen heeft u, op de onderdelen die u met matig of slecht beoordeeld?
7. Welke overige wensen/aanbevelingen heeft u ten aanzien van het ZAT?
137
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.5.2 Evaluatievragen ZAT-deelnemers
Wie Gemeenteambtenaren, ZAT-coördinator en ZAT-deelnemers
Wanneer Aan het eind van elk (school)jaar
Waarvoor De motivatie om een zorgstructuur op te zetten, is dat de zorg aan kinderen verbetert. In de evaluatie wordt gekeken of de werkwijze van het Zorg Advies Team aansluit bij de behoefte van de deelnemers en of de doelen bereikt worden. Tevens reflecteert u op de werkwijze van het Zorg Advies Team en of de deelnemers tevreden zijn over ieders inzet en bijdragen. De resultaten kunt u gebruiken om de werkwijze te verbeteren. Hiervoor kunt u gebruikmaken van het stappenplan verbetertraject in paragraaf 3.1.1.
Bron Spectrum Gelderland
138
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Evaluatievragen ZAT-deelnemers Vragenlijst ingevuld door
Naam: Organisatie: Functie:
1. Algemene vragen over het ZAT Aankruisen per item wat van toepassing is
a. Voldoet het ZAT aan uw verwachtingen? b. Worden de doelen van het ZAT bereikt? c. Heeft ‘leren van elkaar’ de aandacht van het ZAT? Toelichting en/of verbetervoorstellen: a. b. c.
2. Is er voldoende tijd ter beschikking voor de bespreking? Ja Voldoende Krap Te weinig Toelichting:
3. Zijn in het ZAT de juiste (vaste) partners opgenomen? Ja Nee, ik mis: Toelichting:
139
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
1
2
3
4
goed
voldoende
matig
slecht
4. Worden de ad hoc plaatsen door de juiste mensen/instellingen ingevuld? Ja Nee, ik mis:
5. Geef een waardering over het functioneren van procedures en werkwijze van het ZAT: Aankruisen wat van toepassing is
1
2
3
4
5
goed
voldoende
matig
slecht
niet van toepassing
a. procedure van aanmelding b. bruikbaarheid van het aanmeldings- en signaleringsinstrument c. tijdsperiode tussen aanmelding en bespreking d. voorbereiding overleggen e. voorbereiding cases f. inbreng en betrokkenheid van de ZAT-partners in de casusbesprekingen g. bijdrage inbrenger bij casusbespreking h. de bespreekmethode die wordt gebruikt i. relevantie van inhoud j. omgang met privacy k. omgang met toestemming leerlingen en ouders/verzorgers l. rol voorzitter m. eigen rol n. verslaglegging afspraken o. het nakomen door ZAT-deelnemers van de gemaakte afspraken tijdens de casusbespreking p. volgen van de cases Welke verbetervoorstellen heeft u, op de onderdelen die u met matig of slecht beoordeeld?
140
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
6. Levert het ZAT doorgaans een meerwaarde op voor: Aankruisen wat van toepassing is
1
2
3
4
goed
voldoende
matig
slecht
a. Vroegtijdige signalering van problemen b. Minder onterechte verwijzingen naar Bureau Jeugdzorg c. Overdragen van deskundigheid aan verwijzers d. Sneller mobiliseren van de juiste begeleiding of hulp Toelichting:
7. Gerelateerd aan de doelen draagt het ZAT vooral bij aan: Geef maximaal 3 mogelijkheden aan
de optimale begeleiding van kinderen betere signalering het tijdig en effectief in kunnen grijpen het voorkomen van escalatie van problemen de informatie uitwisseling tussen de organisatie en de jeugdzorgaanbieders deskundigheidsbevordering over en weer duidelijkheid over hoe te handelen betere samenwerking tussen organisaties en zorgaanbieders het gebruik kunnen maken van meerdere specialismen anders namelijk: Toelichting:
8. Welk gemiddeld rapportcijfer kent u toe aan het ZAT: Alleen ronde cijfers invullen!
Rapportcijfer ZAT:
Toelichting:
141
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
9. Het functioneren van het ZAT kan verbeterd worden als: Maximaal 5 aankruisen
de deelname en betrokkenheid verbetert de deelname van de ZAT-deelnemers verbetert vergaderingen beter worden voorbereid de voorzittersrol beter wordt ingevuld er een beter volgsysteem komt er een andere bespreekmethode wordt gebruikt er meer bijeenkomsten plaatsvinden er meer leerlingen per bijeenkomst worden besproken er meer bekendheid van het ZAT bij de organisaties komt er meer bekendheid is bij ouders/verzorgers er meer tijd is voor onderlinge consultatie er meer nazorg komt beter wordt bekeken of het beoogde effect wordt bereikt. Anders, namelijk: Toelichting:
Heeft u suggesties voor verbetering?
10. Welke overige wensen/aanbevelingen heeft u ten aanzien van het ZAT?
142
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3.5.3 Evaluatievragen ouders/verzorgers
Wie Gemeenteambtenaren en ZAT-coördinator
Wanneer Aan het eind van elk (school)jaar
Waarvoor De motivatie om een zorgstructuur op te zetten, is dat de zorg aan kinderen verbetert. In de evaluatie wordt gekeken of de werkwijze van het Zorg Advies Team aansluit bij de behoefte van ouders/ verzorgers, of de doelen bereikt worden en of de werkwijze logisch en praktisch is. De resultaten kunt u gebruiken om de werkwijze te verbeteren. Hiervoor kunt u gebruikmaken van het stappenplan in paragraaf 3.1.1.
Bron Spectrum Gelderland
‘De zeer lage uitvalpercentages in het voortgezet onderwijs in Nijmegen zijn toe te rekenen aan de goed werkende onderwijszorgstructuur van ZAT’s op alle locaties en de daar achterliggende reboundvoorziening Centrum voor Ondersteuning en Onderwijs.’ Rik Verdellen, beleidsmedewerker, spreekt positief over de ZAT’s. In de regio Nijmegen werken clusters van scholen in het primair onderwijs met een Zorg Advies Team, georganiseerd op het niveau van de samenwerkingsverbanden WSNS. In het voortgezet onderwijs hebben alle schoollocaties
te krijgen op het functioneren van de teams. Daarnaast
een eigen ZAT. Periodiek vindt er een evaluatie van de ZAT’s
hebben de schoolbesturen in 2006 onderzoek gedaan naar
plaats. In het schooljaar 2002-2003 is een nulmeting
de WSNS netwerken en ZAT’s.
verricht, waarbij o.a. vragenlijsten zijn uitgezet onder intern begeleiders van scholen. In de daaropvolgende
Rik Verdellen
schooljaren is gebruik gemaakt van de registratie om zicht
Beleidsmedewerker Jeugdbeleid, gemeente Nijmegen
143
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Evaluatievragen ouders/verzorgers Vragenlijst ingevuld door
Naam (niet verplicht):
1. Algemeen: Aankruisen per item wat van toepassing is
1
2
zeer mee
mee eens
eens
3
4
5
neutraal/
mee
zeer mee
ik weet niet
oneens
oneens
3
4
5
neutraal/
mee
zeer mee
ik weet niet
oneens
oneens
a. Ik weet op welke manier het Zorg Advies Team kan helpen b. Ik weet welke organisaties in het Zorg Advies Team zitten c. Ik weet hoe wordt omgegaan met vertrouwelijke informatie van mij en mijn kind d. De folder geeft mij voldoende informatie over het Zorg Advies Team (indien ontvangen)
2. De werkwijze van het Zorg Advies Team: Aankruisen per item wat van toepassing is
1
2
zeer mee
mee eens
eens
a. Het ZAT is betrokken bij de problemen van mijn kind b. Er werd mij vooraf duidelijk vertelt wanneer en waarom mijn kind wordt besproken in het ZAT c. De tijdsperiode tussen aanmelding en bespreking van mijn kind in het ZAT was kort d. Ik kreeg voldoende informatie terug over wat is besproken in het ZAT e. De afspraken door ZAT-deelnemers worden nagekomen Heeft u suggesties voor verbetering?
144
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3. De resultaten : Aankruisen per item wat van toepassing is
1
2
zeer mee
mee eens
eens
a. Ik heb nu beter inzicht in de problemen van mijn kind b. Ik heb mijn eigen grenzen beter leren kennen c. Ik heb goede ondersteuning gekregen bij het vinden van hulp aan mijn kind d. Het gaat nu beter met mijn zoon/dochter; de problemen zijn verminderd e. Als ik weer vragen of problemen heb, weet ik bij wie ik terechtkan f. De school en zorgorganisatie informeren elkaar over de hulp aan mijn kind Andere opmerkingen:
145
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
3
4
5
neutraal/
mee
zeer mee
ik weet niet
oneens
oneens
146
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
4
147
Gelderse evaluatie onderwijs-zorgstructuren
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 4 treft u de volgende paragrafen: 4.1
Doel en opzet van evaluatie
149
4.2
Dekkingsgraad
149
4.3
Samenvatting resultaten
150
148
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
4.1
Doel en opzet van evaluatie In veel gemeenten stond in 2006 en 2007 de ontwikkeling van onderwijs-zorgstructuren prominent op de agenda. Het gaat daarbij om de ontwikkeling of verbetering van bovenschoolse netwerken voor het primair onderwijs en vaak schoolgebonden netwerken voor het voortgezet onderwijs en mbo. In opdracht van Provincie Gelderland heeft Spectrum de dekkingsgraad van de onderwijs-zorgstructuren in de provincie bekeken en bij een aantal zorgstructuren in de provincie het functioneren geëvalueerd. Het gaat om: - twee lokale netwerken 12- (lokaal netwerk Epe, lokaal netwerk Heerde), - een bovenschools netwerk primair onderwijs (JAT West-Achterhoek, JAT Oost- Achterhoek), - twee schoolgebonden ZAT’s voortgezet onderwijs (Corlaer College en RSG Pantarijn vmbo/ pro) - een schoolgebonden ZAT voor het middelbaar onderwijs (ZAT ROC Rivor/ Helicon). Met de keuze van deze casussen zijn zowel de lokale netwerken als het primair, voortgezet en middelbaar onderwijs in de evaluatie vertegenwoordigd. Voor de evaluatie is gebruik gemaakt van schriftelijke vragenlijsten. Voorbeelden van diverse vragenlijsten (voor ZAT-coordinator, ZAT-deelnemers of ouders/verzorgers) zijn opgenomen in paragraaf 3.5.
4.2
Dekkingsgraad De provincie Gelderland heeft met alle Gelderse gemeenten afspraken gemaakt over het opzetten en/of onderhouden van een functionele onderwijs-zorgstructuur voor het onderwijs. Uit de inventarisatie naar hoe ver gemeenten en scholen in de opzet en uitvoering van Zorg Advies Teams of gelijkwaardige onderwijs-zorgstructuren zijn, blijkt dat in 70% van de gemeenten momenteel bovenschoolse Zorg Advies Teams functioneren voor het primair onderwijs. In bijna 20% van de gemeenten functioneert een ander type zorgstructuur, waar in principe alle scholen voor primair onderwijs toegang toe hebben.
‘Het belangrijkste is dat je een onderwijsveld hebt, dat de meerwaarde van een Zorg Advies Team inziet en partners die de meerwaarde erkennen en eraan mee willen werken.’ Loes van der Meijs Wethouder Jeugd, gemeente Doetinchem
149
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Nog enkele gemeenten zijn bezig met de voorbereidingen voor het opzetten van een dekkende zorgstructuur. In het voortgezet onderwijs is in 2007 al op alle scholen een onderwijs-zorgstructuur gerealiseerd. De wijze waarop de zorgstructuren in en om het onderwijs worden vormgegeven verschillen per gemeente en per schoolorganisatie. Het Zorg Advies Team is verreweg de meest voorkomende vorm. In twee Gelderse gemeenten functioneren andere type onderwijs-zorgstructuren. In diverse gemeenten zijn concrete plannen om de kwaliteit van de Zorg Advies Teams te verbeteren. Tot slot hebben ook mbo’s in 2007 de ontwikkeling van Zorg Advies Team in gang gezet. De fase van de daadwerkelijke implementatie van de zorgstructuur verschilt per ROC of AOC.
4.3
Samenvatting resultaten Samenstelling Een Zorg Advies Team levert het meeste rendement op als de aangewezen partners allemaal vertegenwoordigd zijn, omdat dan een casus vanuit alle invalshoeken te bespreken is en er direct afspraken gemaakt kunnen worden. In alle onderzochte Zorg Advies Teams zijn jeugdgezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg, maatschappelijk werk, leerplicht en vertegenwoordigers vanuit school beschikbaar. Politie en MEE nemen daarnaast ook vaak deel aan de besprekingen. De Jeugdzorg Advies Teams (JAT) zijn de enige teams waar ook de schoolbegeleidingsdienst structureel deelneemt.
Borging bestuurlijk niveau In bijna alle Zorg Advies Teams zijn op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt en vastgelegd tussen gemeenten en deelnemende partijen. Hieronder vallen bij een aantal teams ook de afspraken met Bureau Jeugdzorg over advies en consultatie door deze organisatie. Voor de Zorg Advies Teams op de Noord- Veluwe (voortgezet onderwijs) heeft het samenwerkingsverband zelf een convenant met Bureau Jeugdzorg afgesloten. Bij vier van de zeven Zorg Advies Teams zijn ook afspraken voor bestuurlijk overleg over voortgang en eventuele bijstelling door de gemeente vastgelegd.
150
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Werkwijze De meeste teams komen op jaarbasis tussen de acht en tien keer per jaar bij elkaar. De Jeugdzorg Advies Teams in de Achterhoek vormen daarop een uitzondering omdat zij op jaarbasis ongeveer 37 keer bij elkaar komen. Dit komt overeen met het aantal lesweken in een schooljaar en heeft vooral te maken met het grote aantal scholen waarvoor zij werken. Over het algemeen duren de vergaderingen tussen de anderhalf en twee uur per keer. Het aantal kinderen dat wordt besproken varieert van zeven tot 52. Ook het aantal inbrengende organisaties verschilt per team. Het zijn over het algemeen wel de scholen die kinderen inbrengen, ook in de twee lokale netwerken. Ieder Zorg Advies Team heeft een coördinator. In de lokale netwerken is dit iemand vanuit de jeugdgezondheidszorg of het maatschappelijk werk. In de overige teams is het vaak iemand vanuit school of samenwerkingsverband. Vijf van de zeven Zorg Advies Teams hebben een privacyreglement dat ook door de deelnemers is vastgesteld. In de twee teams waar dit nog niet is, is vanuit de praktijk wel een werkwijze ontstaan, maar moeten de benodigde procedures nog door de deelnemende partijen worden vastgesteld. Zowel binnen de Zorg Advies Teams als de lokale netwerken is het niet bij alle partners duidelijk of er op bepaalde thema’s/ onderwerpen (zoals de aanmeldprocedure) wel of geen afspraken zijn gemaakt en wat de specifieke taken zijn van een Zorg Advies Team. De schoolgebonden Zorg Advies Teams hebben een informatiefolder voor ouders verspreid of informatie in de schoolgids opgenomen. De Jeugdzorg Advies Teams hebben daarnaast ook een website waarop ouders informatie kunnen krijgen. De lokale netwerken geven aan geen informatie voor ouders te hebben verspreid. Eén van de lokale netwerken heeft ook geen schriftelijke informatie voor leerkrachten opgenomen, de overige teams hebben dat wel gedaan.
Besproken problematieken en gemaakte afspraken In de teams worden verschillende problemen besproken, maar in alle Zorg Advies Teams ligt de nadruk op sociaal-emotionele problematiek en complexe multiproblematiek. Ook problemen in de omgang met anderen en gezinssituaties worden vaak genoemd. Bijna altijd wordt er een traject ingezet. Dat kan een traject in de eigen organisatie (school) zijn, maar ook een traject bij Jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk of MEE. De Jeugdzorg Advies Teams in de Achterhoek kiezen vaker dan andere
151
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
teams voor de inzet van een traject van de Jeugdgezondheidszorg. De Zorg Advies Teams verwijzen vooral naar Bureau Jeugdzorg, maar ook het Maatschappelijk Werk, de Jeugdgezondheidszorg, de Permanente Commissie Leerlingenzorg en de GGZ-psychiatrie worden genoemd.
Meer lezen Het volledige rapport van de Gelderse evaluatie naar onderwijs-zorgstructuren kunt u downloaden op www.spectrum-gelderland.nl.
De JAT’s draaien nu twee jaar en hebben een aantal zaken sterk in de uitvoering staan, waaronder de aanmeldings- en intakeprocedure, het protocol voor de casuïstiekbespreking, de directe aansluiting op Bureau Jeugdzorg, de evaluatiebesprekingen en tevredenheidsfeedback. Daarnaast is de aansluiting met de voorschoolse instellingen en de scholen voor voortgezet onderwijs grotendeels uitgelijnd. De kracht van deze constructie zit in de formule van een ‘kortlijnige, schoolnabije overlegtafel’ van waaruit geadviseerd en begeleide vervolgtrajecten aangeboden kunnen worden. De regionale opzet maakt het mogelijk om een groot aantal scholen voor primair onderwijs en
Jeugdzorg Advies Teams
voorschoolse instellingen te verbinden aan de jeugdzorg en andere netwerken binnen de zorg. Het JAT is een zich nog
In de regio Achterhoek is een regionaal werkende
steeds verder ontwikkelende voorziening met de intentie om
zorgstructuur voor het primair onderwijs ontwikkeld.
ook de zorgaanbieders als partners aan tafel te krijgen.
Er zijn twee regionale Jeugdzorg Advies Teams (JAT) die
Op www.jeugdzorgadviesteam.nl kunt u het laatste nieuws
gekoppeld zijn aan de samenwerkingsverbanden WSNS.
en documenten van het JAT vinden.
Het JAT biedt het onderwijs ondersteuning bij de aanpak van kinderen met problemen en draagt zorg voor een
Tonnie Spinhoven
soepele aansluiting op de jeugdzorg. Vaste deelnemers
Voorzitter JAT Doetinchem
aan het JAT zijn: Bureau Jeugdzorg, Jeugdgezondheidszorg, Onderwijsbegeleidingsdienst, Maatschappelijk Werk en de
Ab Kreunen
Samenwerkingsverbanden WSNS.
Voorzitter JAT Oost-Achterhoek
152
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5
Achtergrondinformatie
153
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
In deel 5 treft u de volgende paragrafen: 5.1
Voorbeeld verwijskaart voor ouders/verzorgers
155
5.2
Gelderse contactgegevens
157
5.3
Inhoudelijke links
159
5.4
Literatuur
160
5.5
Begrippenlijst
161
5.6
Lijst met afkortingen
162
154
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5.1
Voorbeeld verwijskaart voor ouders/verzorgers Bron: gemeente Brummen
Waar kunt u als ouder of verzorger terecht bij vragen over de opvoeding van uw kind? U kunt altijd denken aan: uw huisarts, het consultatiebureau en de beroepskracht op peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Zij weten bij wie u het beste kunt aankloppen.
0 – 4 jaar Wanneer
Waar
Organisatie
Als u vragen heeft over het opgroeien en
T (0900) 92 55
Vérian: jeugdgezondheidszorg
opvoeden van uw kind van 0 tot 4 jaar Bij problemen in het gezin, die het
www.verian.nl T (0575) 56 19 88
opgroeien van kinderen bemoeilijken Als u denkt dat uw kind van 0 tot 4 jaar zich
www.welzijnbrummen.nl T (055) 526 92 44
niet goed ontwikkelt Heeft u problemen bij het opgroeien en
Integrale Vroeghulp Oost-Veluwe www.integralevroeghulp.nl
T (055) 578 61 30
opvoeden van uw kind Als u zich zorgen maakt over het welzijn van
Stichting Welzijn Brummen
Bureau Jeugdzorg – Apeldoorn (stelt indicatie jeugdhulpverlening)
T (0900) 123 12 30 (5 ct/pm)
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
T (055) 526 92 00
MEE Veluwe
kinderen in uw omgeving (mishandeling of verwaarlozing) Zowel advies als melding is mogelijk Informatie, advies en ondersteuning als uw kind een lichamelijke / verstandelijke
www.meeveluwe.nl
beperking of chronische ziekte heeft Wilt u praten met andere ouders? Wat/wie
Waar
Organisatie
Themabijeenkomsten thuis bij ouders van
T (0900) 92 55
Vérian: jeugdgezondheidszorg
kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar Groepen voor ouders die een kind met een
www.verian.nl T (055) 526 92 00
lichamelijke of verstandelijke beperking of
MEE Veluwe www.meeveluwe.nl
chronische ziekte hebben Preventie cursussen / gespreksgroepen en
T (055) 368 64 80
voorlichting t.b.v. ouders
155
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
GGNet www.ggnet.nl
Kind vanaf 4 jaar, tiener of puber Wanneer
Waar
Organisatie
U vragen heeft over opgroeien en opvoeden
Wekelijks spreekuur voor
GGD Gelre-IJssel
van uw kind van 4-18 jaar
opvoedingsvragen.
www.ggdgelre-ijssel.nl
T (055) 577 27 00 Er problemen zijn in het gezin, waarbij
T (0575) 56 19 88
kinderen betrokken zijn en wat hun
Stichting Welzijn Brummen www.welzijnbrummen.nl
opgroeien /opvoeden bemoeilijkt Wanneer u denkt dat uw kind problemen
T (055) 578 61 30
ondervindt bij het opgroeien en
Bureau Jeugdzorg – Apeldoorn (stelt indicatie jeugdhulpverlening)
ontwikkeling Als u zich zorgen maakt over het welzijn van
T (0900) 123 12 30 (5 ct/pm)
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
T (055) 526 92 00
MEE Veluwe
kinderen in uw omgeving (mishandeling of verwaarlozing). Zowel advies als melding is mogelijk Informatie, advies en ondersteuning als uw kind een lichamelijke of verstandelijke
www.meeveluwe.nl
beperking of chronische ziekte heeft Voor informatie, steun, observatie, advies
Via de GGD verpleegkundige
GGD Gelre-IJssel
en begeleiding bij vragen en spanningen
T (055) 577 27 00
www.ggdgelre-ijssel.nl
rondom de opvoeding
- Via zorglijn van Vérian T (0900) 92 55
Vérian www.verian.nl
Cursus weerbaarheid kinderen 10-12 jaar
- GGD Gelre-Ijssel T (055) 577 27 00
GGD Gelre-IJssel www.ggdgelre-ijssel.nl
- Stichting Welzijn Brummen T (0575) 56 19 88
Stichting Welzijn Brummen www.welzijnbrummen.nl
Wilt u praten met andere ouders? Wat/wie
Waar
Organisatie
Groepen voor ouders die een kind met een
T (055) 526 92 00
MEE Veluwe
lichamelijke/ verstandelijke beperking of
www.meeveluwe.nl
een chronische ziekte hebben Themabijeenkomst voor ouders: gezonde
T (0900) 92 55
Afdeling preventie: cursussen/
Verian: jeugdgezondheidszorg www.verian.nl
voeding en afslankadviezen T (055) 368 64 80
bijeenkomsten voor kinderen of hun ouders
Ggnet www.ggnet.nl
Internet - www.zorgwijzer.nl (voor al deze instellingen en nog veel meer!)
156
- www.pestweb.nl - www.balansdigitaal.nl
- www.oudersonline.nl
- www.50tien.nl (onderwijsinformatie)
- www.jeugdinformatie.nl
- www.opvoeding.pagina.nl
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5.2
Gelderse contactgegevens Onderstaande lijst geeft een beknopt overzicht van Gelderse organisaties die betrokken (kunnen) zijn bij Zorg Advies Teams in Gelderland.
Bureau Jeugdzorg Gelderland Hoofdkantoor Arnhem
T (026) 362 91 11
Jeugdreclassering
T (026) 368 46 84
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
T (026) 442 42 22
www.bjzgelderland.nl
T (0900) 123 12 30 Consultatiebureaus
www.stmg.nl (onder opgroeiende kinderen)
GGD Gelre-IJssel
T (0570) 664 664
www.ggdgelre-ijssel.nl
Hulpverlening Gelderland-Midden
T (026) 377 33 44
www.hvdgm.nl
Regio Nijmegen
T (024) 329 72 97
www.ggd-nijmegen.nl
Regio Noord-Veluwe
T (0341) 474 300
www.ggdregionoordveluwe.nl
Rivierenland
T (0344) 698 700
www.ggdrivierenland.nl
De Gelderse Roos
o.a. Arnhem
www.degelderseroos.nl
GGNet
o.a. Zutphen en Doetinchem
www.ggnet.nl
GGZ Nijmegen
Nijmegen
www.ggznijmegen.nl
IrisZorg
o.a. Arnhem
www.iriszorg.nl
Meerkanten
o.a. Harderwijk en Ermelo
www.meerkanten.nl
Oldenkotte
o.a. Rekken
www.oldenkotte.nl
Pompestichting
o.a. Nijmegen
www.pompestichting.nl
RIBW Arnhem & Veluwe Vallei
Arnhem en Veluwe Vallei
www.ribwavv.nl
RIBW Oost-Veluwe
Apeldoorn
www.ribwoostveluwe.nl
Karakter
Diverse locaties in Gelderland
www.karakter.com
Stichting Radar
Zutphen
www.stichting-radar.nl
GGZ
157
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Maatschappelijk werk HdS
Barneveld
www.hds.nl
Icare
Meppel
www.icare.nl
Kruiswerk West-Veluwe
o.a. Ede
www.kwv.nl
Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe
o.a. Apeldoorn en Ede
www.mdveluwe.nl
NIM
o.a. Nijmegen
www.nim.nl
Sensire
o.a. Terborg en Doetinchem
www.sensire.nl
Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk
o.a. Tiel en Buren
www.stmr.nl
Stichting Thuiszorg Midden – Gelderland
o.a. Arnhem
www.stmg.nl
Stichting Welzijn Brummen
Brummen
www.welzijnbrummen.nl
Vérian
Apeldoorn
www.verian.nl
Yunio Oost-Gelderland
Diverse locaties in Gelderland
www.yunio.nl
Werk Rivierenland
MBO
www.mboraad.nl
MEE
www.mee.nl
Primair onderwijs
www.onderwijsinspectie.nl www.ocw.nl
Regionale Expertise Centra
www.onderwijsinspectie.nl www.speciaalonderwijs.kennisnet.nl
Regionale Melding Centra
www.rmc-net.nl
Voortgezet onderwijs
www.onderwijsinspectie.nl www.ocw.nl www.vo-raad.nl
158
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5.3
Inhoudelijke links Gerelateerde informatie over Zorg Advies Teams kunt u vinden op de volgende sites: Jeugdzorg Advies Team Informatie en documenten van het regionale Jeugdzorg Advies Team in de regio Achterhoek. www.jeugdzorgadviesteam.nl Kennisnet Informatie voor primair, voorgezet, speciaal en beroepsonderwijs. www.kennisnet.nl Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap www.minocw.nl Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport www.minvws.nl Nederlands Jeugd Instituut/NJI Voor (beleids)medewerkers en bestuurders uit het gehele werkveld van onderwijs, de jeugdzorg en de overheid. Tevens is hier ook het Landelijk Centrum Onderwijs en Jeugdzorg ondergebracht (LCOJ). www.nji.nl MOgroep Informatie voor werkgevers in de jeugdzorg, het Algemeen Maatschappelijk Werk en de kinderopvang www.mogroep.nl Operatie Jong Publicaties en standpunten van Operatie Jong over een sterk en resultaatgericht jeugdbeleid. Het project is op 1 januari 2007 afgerond. www.operatiejong.nl Passend onderwijs Informatie over de plannen en vorderingen rondom de invoering van de zorgplicht, proefprojecten uit de praktijk en achtergrondinformatie. www.passendonderwijs.nl Platform WSNS Informatie voor coördinatoren van samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School. www.platformwsns.nl Programmaministerie Jeugd en Gezin Het laatste nieuws en alle achtergrondinformatie over het programmaministerie voor Jeugd en Gezin. www.jeugdengezin.nl Provincie Gelderland Informatie over het provinciaal jeugd(zorg)beleid. www.gelderland.nl Regie van de zorg Nijmegen Nieuws en documenten over zorg aan kinderen en hun ouders in Nijmegen. www.regievandezorg.nl Vereniging van Nederlandse Gemeenten Informatie over de gemeentelijke taken bij jeugdbeleid en Onderwijs. www.vng.nl Zorg in en om School/ZIOS Een project dat in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is uitgevoerd. ZioS heeft scholen, lokale en provinciale instellingen ondersteund bij het versterken van de samenwerking in een Zorg Advies Team. www.zios.nl
159
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5.4
Literatuur Interessante publicaties over Zorg Advies Teams of gerelateerde onderwerpen: Handleiding Implementatie preventie-units Voortgezet Onderwijs en Jeugdzorg M.Wijffels, H. Toussaint en D. Radema (2003). Groningen: Centrum preventieve GGZ & NJI. Gelders kader onderwijs-zorgstructuur M. Wijsmuller (2007). Velp: Spectrum Gelderland Instrumentenset zelfevaluatie Leerlingenzorg Expertgroep Kwaliteit van Zorg (2003). ’s-Hertogenbosch Inventarisatie Zorgteams 0-4 in Gelderland J. Smeitink (2007). Velp: Spectrum Gelderland. Jeugdzorgadviesteams voor het basisonderwijs. Methodiek aansluiting basisonderwijs en jeugdzorg. M. Bosdriez & W. Berkenbosch (2003). Utrecht: NIZW Kwaliteitscriteria voor het zorgadviesteam in het voortgezet onderwijs. Uitwerking van een actielijn van het project Zorg in en om de School I. Anthonijsz, P. van den Bogaart, A. Bootsman en D. Wienke (2005). Utrecht: Zios. Ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. Uitkomsten van onderzoek naar praktijkervaringen bij gemeenten in kader van Opvoeden in de buurt. A. van den Andel, B. van Dijk en A. Slabbèrtje (2007). Amsterdam: DSP-groep RADAR Casemanagement- en monitoringsysteem voor zorgteams R.J. van der Krol & M. Huizing (2002). Nijmegen: Praktikon / Academisch Centrum Sociale Wetenschappen Samenwerking in de uitvoering. Leerlingbegeleiding in het voortgezet onderwijs en externe instellingen. A. Doorduijn, R. Fiddelaers, I. Spee en D. van Veen (2002). Leuven - Apeldoorn: Garant ‘Sluitende’ zorg rond het onderwijs. Een handreiking voor het realiseren van zorgstructuren. M. Wijsmuller (2004). Velp: Spectrum Gelderland. Stappen vooruit in de samenwerking. Deel 3 in een reeks publicaties over ‘Samenwerking in de regio’. M. Bosdriesz, B. van Kessel en D. van Veen (2004). LCOJ, NIZW Jeugd en de projectorganisatie WSNS Plus. Werkboek Zorgadviesteam. Gebruiksaanwijzing bij implementatie en evaluatie van het zorgadviesteam in het Voortgezet Onderwijs. I. Anthonijsz, P. van den Bogaart, A. Bootsman en D. Wienke (2006). Utrecht: Zios. Ze laten het je zien….. ze laten het je horen. J. Oosterheert, P. Filipiak en E. Bal-Otter (2004). Amersfoort: CPS Zorg en zorgen delen. Over de aansluiting van Bureau Jeugdzorg bij het primair onderwijs. M. Bosdriesz, M. van Lieshout en D. Radema (2007). Apeldoorn: NJI en Garant Evaluatie deelname Bureaus Jeugdzorg in de Zorg Advies Teams Gelderland. A. Bordewijk en M. Wijsmuller (2007). Velp: Spectrum Gelderland. Gelderse evaluatie onderwijs-zorgstructuren 2007. J. Smeitink en M. Wijsmuller (2007). Velp: Spectrum Gelderland.
160
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5.5
Begrippenlijst Intern begeleider Interne begeleider (IB’er) is een taak of een functie binnen het basisonderwijs. De interne begeleider is onder andere verantwoordelijk voor de leerlingenzorg, na- en bijscholing van het team en gestalte geven aan de onderwijsvisie. Mentor In het algemeen wordt deze term gereserveerd in scholen voor voortgezet onderwijs en mbo. Vaak heeft iedere klas een eigen mentor waar leerlingen met problemen terecht kunnen. Als mentoren geen antwoord hebben op specifieke begeleidings- en onderwijsbehoeften van leerlingen, kunnen zij dat melden aan de zorgcoördinator. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Ieder samenwerkingsverband WSNS heeft een Permanente Commissie Leerlingenzorg. Deze onafhankelijke commissie bepaalt of plaatsing van een leerling op een school voor speciaal basisonderwijs noodzakelijk is. Reboundvoorziening In een reboundvoorziening wordt tijdelijke ondersteuning geboden aan jongeren met gedrags- en leerproblemen die de mogelijkheden van de schoolinterne zorg overstijgen. Naast handhaving van het onderwijsprogramma, wordt ingezet op gedragsverandering, herstel van de verhoudingen, verbetering van de leerattitude en eventuele maatregelen, bijvoorbeeld de inzet van jeugdzorg. ZAT-coördinator De ZAT-coördinator is primair verantwoordelijk voor de organisatie van het Zorg Advies Team. Hij of zij is verantwoordelijk voor het proces en is als zodanig dan ook geen zaakverantwoordelijke voor de verdere behandeling van casuïstiek. Organisaties kunnen met vragen over procedures en werkwijze terecht bij de coördinator (zie paragraaf 3.1.3). ZAT-deelnemer Een persoon/organisatie die deelneemt aan het Zorg Advies Team. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vaste deelnemers en deelnemers op afroep. Tot de vaste deelnemers worden gerekend: zij die bij elke bijeenkomst van het Zorg Advies Team aanwezig zijn en een actieve rol vervullen bij de invulling van de functies van het Zorg Advies Team (zie paragraaf 3.1.4). Tot de deelnemers op afroep worden gerekend: zij die in voorkomende gevallen kunnen worden geraadpleegd door het Zorg Advies Team en in die gevallen ook bijeenkomsten bijwonen. ZAT-inbrenger Onder ZAT-inbrenger wordt verstaan: een persoon die een casus heeft ingebracht in het Zorg Advies Team (geen lid). Te denken valt aan leerkrachten of wijkverpleegkundigen. Zorg Advies Team Een multidisciplinair samenwerkingsverband in de zorgstructuur van het onderwijs waarin professionals uit het (speciaal) onderwijs, het welzijnswerk, de jeugdzorg, de gezondheidszorg en veiligheid structureel samenwerken om kinderen en jeugdigen met (vermoedens van) emotionele, gedrags-, ontwikkelings- en/of schoolleerproblemen en hun gezinnen en scholen te ondersteunen (LCOJ, 2007). Zorgcoördinator In het algemeen wordt deze term gereserveerd in scholen voor voortgezet onderwijs en mbo. De zorgcoördinator komt in beeld als de leerkracht/mentor geen antwoord heeft op specifieke begeleidings- en onderwijsbehoeften van één of meer leerlingen. Taken van de zorgcoördinator zijn onder andere: analyse van problematiek, aanmelden van leerling voor bespreking in Zorg Advies Team, zorg voor interne gespecialiseerde zorg en bijhouden van zorgdossier. Zorgplatform Het Zorgplatform van de samenwerkingsverbanden WSNS ondersteunt scholen bij de begeleiding van leerlingen op de basisschool. Het Zorgplatform zorgt voor inzet van begeleiding/en of consultatie op basisscholen. Ook het uitvoeren van nader onderzoek en het adviseren van de Permanente Leerling Commissie behoort tot de taken van het Zorgplatform.
161
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
5.6
162
Lijst met afkortingen AMK
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
AMW
Algemeen Maatschappelijk Werk
AOC
Agrarisch Opleidingen Centrum
BJZ
Bureau Jeugdzorg (Gelderland)
BSO
Buitenschoolse opvang
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
EKD
Elektronisch Kinddossier
GGD
Gemeentelijke gezondheidsdienst
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
HBO
Hoger Beroepsonderwijs
LGF
Leerling gebonden financiering
NJI
Nederlands Jeugd Instituut
JGZ
Jeugdgezondheidszorg
LEA
Lokale Educatieve Agenda
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
OKR
Onderwijskundig rapport
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg
PO
Primair Onderwijs
REC
Regionaal Expertise Centrum
ROC
Regionaal Opleidingen Centrum
RVC
Regionale Verwijzings Commissie
SBO
School voor speciaal basisonderwijs
SO
Speciaal onderwijs
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VSO
voortgezet speciaal onderwijs
VO
Voortgezet Onderwijs
WBP
Wet Bescherming Persoonsgegevens
WEC
Wet op de Expertisecentra
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
WPO
Wet op het Primair Onderwijs
Wk
Wet kinderopvang
WSNS
Weer Samen Naar School
WVO
Wet op het Voortgezet Onderwijs
ZAT
Zorg Advies Team
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
Colofon Redactie Provincie Gelderland: J. Kosters en A. van Middendorp
Auteurs Spectrum Gelderland: M. Wijsmuller en M. Harkink
Grafisch ontwerp en layout Kees de Bruijn
Fotografie Dick Brouwers
Druk Drukkerij Roos en Roos
Uitgave Januari 2008
163
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams
164
ZATboek | Instrumenten voor Gelderse Zorg Advies Teams