Het verloren koninkrijk
willem i & België
zaal teksten in het neder lands
Tweehonderd jaar geleden werden de Republiek der Verenigde Provinciën — Nederland — en de Zuidelijke Nederlanden — België — samengevoegd tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. De nieuwe staat was een diplomatieke constructie die zonder de burgers te raadplegen tot stand kwam. Het Nederlandse Huis van Oranje-Nassau leverde de nieuwe koning. De zoon van de laatste Stadhouder van de Republiek werd in maart 1815 ingehuldigd als Willem I.
De ambitieuze Willem wil zijn koninkrijk laten uitgroeien tot een Europese staat van belang. Daadkrachtig neemt hij ingrijpende maatregelen ter ondersteuning van industrie, infrastructuur en onderwijs. Ook inzake taal, godsdienst en belastingen neemt Willem doortastende maatregelen. Vooral in de Zuidelijke Nederlanden groeit het verzet hier tegen. Met de Belgische opstand van 1830 loopt het definitief mis voor Willem, het zuiden scheurt zich af. Wat hebben die jaren 1815–1830 betekend voor België? Vinden we nu nog sporen terug van dit verloren koninkrijk?
1. h et b olwe r k van e u ropa Op 18 juni 1815 wordt Napoleon definitief verslagen bij Waterloo. Dat is feitelijk het stichtingsmoment van het nieuwe Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het heeft zijn nut bewezen als ‘bolwerk van Europa’, want Frankrijk is verslagen. De rol van de kroonprins, de latere Willem II, wordt in de Oranjepropaganda breed uitgemeten. Als legeraanvoerder van 35.000 manschappen raakt hij gewond, een kogel doorboort zijn arm. ‘De leeuw van Waterloo’, een Nederlands monument uit 1826, markeert de plek waar dit gebeurde.
3
[1.01] Portret van Napoleon M.-G. Benoist, née Laville-Leroulx, 1804 Gent, Stadhuis / Historische Huizen Gent
[1.02] Stafkaarten van Napoleon, buitgemaakt na de slag bij Waterloo. De kaarten van Arras, Rocroy en Saint-Hubert zijn van Charles Pequet, de kaart van Zeeland, Brabant en Luxemburg is van Engelse makelij. Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[1.03] Episode uit de slag bij Waterloo. De prins van Oranje, de latere Willem II, aan Quatre Bras. Aan dit kruispunt vond twee dagen voor Waterloo een eerste slag plaats. M.I. van Bree, 1815 Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inv. 3186
[1.04] Episode uit de slag bij Waterloo. Schotten overhandigen de adelaars, buitgemaakt op de Fransen, aan de hertog van Wellington. M.I. van Bree, 1815 Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inv. 3185
[1.05] Pelsjas, gedragen door de prins van Oranje tijdens de slag bij Waterloo. Deze jas, een dolman met bontwerk en gouden tressen, hoort bij het uniform van een Brits generaal van het regiment der huzaren. 1800 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[1.06] Veldkantine van de prins van Oranje. Ze werd door de prins meegenomen tijdens zijn militaire campagnes, ook bij de slag bij Waterloo. De veldkantine bevat zilveren bekers, messen, theelepels, lepels, vorken en borden, een zilveren trekpot, theekistje, suikertang, melkkan en suikerpot, porseleinen theekoppen en schotels en een zilveren olie- en azijnstel. J.-G. Dutalis, 1814 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
4
het bolwerk van Europa
[1.07] Armband met het portret van de prins van Oranje en de namen van de veldslagen waarin hij meevocht in Spanje tussen 1811 en 1814 en in Waterloo in 1815. Het juweel behoorde toe aan zijn echtgenote Anna Paulowna. Na zijn dood droeg zij enkel nog deze armband. J.B.J. Duchesne, 1822 (portret) en 1825 (armband) Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[1.10] Allegorie op de terugkeer van kunstwerken te Antwerpen in 1815. De kunstwerken, onder andere altaarstukken van Rubens, waren door de Fransen meegevoerd naar Parijs. Vanuit de hoogte kijken de helden van Waterloo toe: de Pruisische generaal Blücher, de prins van Oranje en de hertog van Wellington. J.J. Verellen, ca. 1815 Antwerpen, Universiteitsbibliotheek, Bijzondere Collecties, Prentenkabinet
[1.08] Opgevouwen papiertje met gedroogde klavertjes, geplukt door Willem I bij een bezoek aan Waterloo Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[1.09] Portret van de prins van Oranje, met op de achtergrond de slag bij Waterloo J.W. Pieneman, 1824 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
het bolwerk van Europa
5
2. de kaart van e u ropa De opeenvolgende oorlogen, die worden uitgevochten tussen Frankrijk en wisselende coalities van landen na de Franse Revolutie, hebben de Europese kaart grondig gewijzigd. In 1805 verslaat Napoleon Oostenrijk en Rusland bij Austerlitz en bereikt de Franse dominantie een hoogtepunt. Pas na de mislukte inval in Rusland en de nederlaag bij Leipzig keren de krijgskansen. Napoleon moet aftreden in 1814. De Europese mogendheden onderhandelen op het Congres van Wenen over de nieuwe kaart van Europa. De conservatieve heren keren echter niet terug naar het Europa van 1789. Zij willen een evenwicht tussen de mogendheden en Frankrijk omringen met stabiele bufferstaten. Napoleons kortstondige terugkeer doorkruist die plannen even maar hij vindt zijn definitieve Waterloo op 18 juni 1815.
6
3. e e n moe i lij ke start Op 21 september 1815 wordt Willem I ingezworen als koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Hij heeft veel moeite gedaan voor zijn verenigingsdroom. Zijn propagandacampagne van 1814 moet de burgers in het zuiden doordringen van hun gedeelde geschiedenis met het noorden. Maar de zuidelijke Nederlanden kennen een heel andere dynastieke en politieke traditie. Ook onderschat Willem de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke mentaliteit en religieuze identiteit. Geen campagne kan die verschillen zomaar wegpoetsen.
7
‘u n e u n i o n i nti m e et c o m p lète’
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden moet in de praktijk uitgroeien tot een eenheidsstaat, een ‘union intime et complète’, maar Willems droom botst onver mijdelijk met de werkelijkheid. De autoritaire grondwet stuit vooral in de zuidelijke Nederlanden op verzet. De inwoners voelen zich politiek onvoldoende vertegen woordigd. De katholieken reageren het felst: gelijkstelling van de godsdiensten en de Kerk onder geschikt maken aan de staat is voor hen onaanvaardbaar.
[3.01] Prentserie van de inhuldiging van Willem I als koning der Nederlanden te Brussel in 1815: — De koninklijke stoet komt Brussel binnen — Inhuldiging op het Koningsplein — Opening van de StatenGeneraal door Willem I — Te Deum in de Sint-Michielen Sint-Goedelekerk J.N. Gibèle & P.J.B. Leroy, 1815 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[3.02] Schrijfcassette, deksel met ingelegde muze en putti. Een van Willems bijnamen is de ‘Besluitenkoning’.
8
een moeilijke start
Hij ondertekent tijdens zijn ambtsperiode als koning ongeveer een miljoen besluiten. Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[3.03] Rok en degen gedragen door Willem I tijdens zijn inhul diging te Brussel in 1815 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[3.04] Portret van Willem I. Willem, een verre nazaat van Willem van Oranje, droomt al langer van een hereniging van het noorden en het zuiden. J. Paelinck, 1818 Brussel, Museum van de Stad Brussel — Stadhuis
[3.05] Kaart van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden E. Maaskamp, 1816 Den Haag, Nationaal Archief (reproductie)
[3.06] Koperen strooipenningen. Bij de inhuldiging worden vooral koperen penningen uitgestrooid, niet zozeer gouden of zilveren. Meer is voor de aanwezigen niet nodig om Willem om te dopen tot ‘Koperen koning’. 1815 Gent, STAM
[3.07] Ontwerp van de grondwet van 1815, met de handtekeningen van de leden van de grondwetscommissie Den Haag, Nationaal Archief, Algemene Staatssecretarie
[3.08] Willem van Oranje bepleit bij de leiders van de Gentse Calvinistische republiek de vrijlating van de gevangen katholieke edelen in 1578. Het tafereel is niet lukraak gekozen: het toont Willem van Oranje als grote verzoener tussen katholieken en calvinisten. Willem I heeft het schilderij besteld en schenkt het in 1820 aan het Gentse stadsbestuur. J. Pinnoy naar M.I. van Bree Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief, Atlas Goetghebuer
[3.09] h e i b e l ove r d e g r o n dwet
Willems grondwet voor het Verenigd Koninkrijk wordt in het voorjaar van 1815 allesbehalve enthousiast ontvangen in de zuidelijke Neder landen. Willem neemt een dominante plaats in, en er is geen scheiding der machten. Het noorden en het zuiden worden volledig gelijkgesteld. Beide sturen 55 afgevaardigden naar de Staten Generaal. De 55 zuidelijken vertegenwoordigen 3,5 miljoen
burgers, de 55 noordelijken slechts 2 miljoen. Ook de staatsschuld wordt gelijk verdeeld, wat betekent dat het zuiden de helft van de noordelijke schuld moet betalen. Vooral onder invloed van de Kerk wordt de grondwet in het zuiden verworpen, met 796 tegen 527 stemmen. Maar de beruchte ‘hollandse rekenkunde’ biedt uitkomst: Willem meent dat, wie louter om godsdienstige redenen heeft tegengestemd, geen échte bezwaren heeft en de grondwet aanvaardt.
[3.10] Portret van Maurice de Broglie (1766–1821). De Gentse bisschop, van origine een Franse prins, is bij het begin van het koninkrijk de grote tegenspeler van Willem. Vooral door het verzet van de Kerk wordt de grondwet in het zuiden niet aanvaard. Gent, Bisdom
[3.11] Manuscript van de memoires van bisschop Maurice de Broglie, getiteld Ma vie, c’est-à-dire mes malheurs. Zijn memoires behandelen vooral de jaren onder Napoleon, die net als Willem I de Kerk ondergeschikt maakt aan de staat. De Broglie verzet zich daartegen en wordt tussen juli 1811 en voorjaar 1814 opgesloten in het kasteel van Vincennes. Gent, Bisschoppelijk archief
een moeilijke start
9
4. ste u n aan de i n dustr i e Vanaf 1820 neemt Willem maatregelen om de industrie in het Koninkrijk te helpen. De jonge nijverheid in het zuiden heeft het moeilijk vanwege de invoer van goedkope Britse producten en het wegvallen van de Franse afzetmarkt. Er wordt een succesvolle Nijverheidstentoonstelling georganiseerd in Gent, nieuwe instellingen zoals het Nijverheidsfonds en de Société Générale investeren in verschillende bedrijven. De katoenindustrie bloeit op als de nieuwe Handelsmaatschappij de uitvoer naar de koloniën ondersteunt. Nederlands-Indië wordt het grootste afzetgebied voor Gent. In 1829 is 90% van het katoen dat naar Nederlands-Indië wordt verscheept afkomstig uit deze stad. Door het opstuwen van de industrie verwerft Willem de onvoorwaardelijke steun van de elite uit industrie en handel.
10
[4.01]
[4.03]
De prins van Oranje, de latere Willem II, bezoekt in 1817 de fabriek van Jan Rosseel. De prins is in Gent voor de oprichting van de universiteit. De aanwezige prominenten krijgen een oranje sjerp, gemaakt van Surinaams katoen. Ook Rosseels bedrijf wordt financieel gesteund door Willem I.
De groothandelaar. Karikatuur op de oprichting van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, die de handel met het buitenland en de kolonies moet stimuleren. Sommigen zien in deze maatschappij een concurrent voor kleinere rederijen: een gulzig zeemonster slokt schepen op en grijpt andere boten met zijn klauwen.
P. Van Huffel, 1818
1824 Amsterdam, Stadsarchief (reproductie)
Gent, STAM
[4.02] Willem I ontmoet de industrieel John Cockerill, die op ruime financiële steun van de koning kan rekenen. In 1825 wordt de Nederlandse overheid voor de helft mede-eigenaar van het kasteel, de ateliers, de hoogovens en de steenkoolmijnen van Cockerill. J.-L. Van Hemelryck & Jobard, 1829 Amsterdam, Rijksmuseum
[4.04]
d e n ijve r h e i d s te nto o n ste lli n g van 182 0
De Gentse Nijverheidstentoon stelling is een succes, met 560 deel nemende bedrijven uit de zuidelijke en noordelijke Nederlanden. Zowel grote fabrieken als kleine ateliers en ambachtslieden nemen deel. De tentoonstelling trekt veel binnen- en buitenlandse bezoekers aan. Het succes herhaalt zich te Haarlem in 1825 en te Brussel in 1830. Na de scheiding van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zetten zowel Nederland als België de traditie van de Nijver heidstentoonstelling voort.
steun aan de industrie
11
[4.05] Spotprent ‘Kanon Dulle Griet schiet met prijzen’. Het Gentse kanon Dulle Griet vuurt een salvo van prijzen en medailles af. Rechts dragen twee mannen een draak met Manneken Pis. De prent werd vermoedelijk gemaakt naar aanleiding van de Nijverheidstentoonstelling te Gent en de feesten te Brussel in 1820. Amsterdam, Rijksmuseum
[4.06] Spotprent op de mislukte ballonvaart van de Engelsman Boubers te Gent tijdens de Nijverheidstentoonstelling van 1820. Tijdens de tentoonstelling heeft de stad Gent een gevarieerd randprogramma voorzien. Binnen een houten omheining proberen mannen een ballon de lucht in te krijgen. Links stapt de ballonvaarder met een voet in het schip onder de ballon. 1820 Amsterdam, Rijksmuseum
[4.07] Prijsuitreiking aan de laureaten van de Nijverheidstentoonstelling op de Vrijdagmarkt te Gent in 1820 M.I. van Bree, 1820 Gent, STAM
12
steun aan de industrie
[4.08] Prijspenningen voor de laureaten van de Nijverheidstentoonstelling te Gent van 1820. Hetzelfde ontwerp is ook gebruikt voor de prijspenningen van de tentoonstelling te Haarlem in 1825. P.J. Braemt, 1820 Gent, STAM
[4.09] Koffer met een jachtgeweer en toebehoren, bestemd voor prins Frederik, Willems tweede zoon. J. Devillers, 1829 Luik, Grand Curtius, Département des Armes
[4.10] Wandtapijt met Willem I te paard, die een saluut brengt aan een standbeeld van Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands. Willem koopt dit wand tapijt in 1830 op de Nijverheids tentoonstelling te Brussel. Hij laat het ophangen in zijn slaapkamer in Paleis Huis ten Bosch, zijn buitenverblijf in de buurt van Den Haag. Schumacher Overman & Cie, 1830 Apeldoorn, Paleis Het Loo
[4.11] Porseleinen bord met monogram van Willem I. Voor de herin richting van zijn paleizen bestelt Willem I verschillende serviezen. Doornik, ca. 1815–1816 Gent, Bisdom
[4.12] In 1820 krijgt Willem I als verjaardagsgeschenk een por seleinen dessertservies van zijn echtgenote, zoon en schoondochter. Het omvat driehonderd beschilderde borden met stadsgezichten en opvallende locaties uit alle delen van het koninkrijk. Op de Nijverheidstentoonstelling in Gent worden twaalf borden van dit servies getoond. Hier is een andere selectie van de borden te zien: — Bord met gezicht op het stadhuis van Brussel — Bord met gezicht op de villa van de prins van Oranje te Tervuren — Bord met gezicht op de Vrijdagmarkt te Gent — Bord met gezicht op het park te Laken — Bord met gezicht op het Sint-Veerleplein en de poort van het Gravensteen te Gent — Bord met gezicht op het koninklijk paleis te Laken — Bord met gezicht op de Botanische Tuin te Gent, met drie palmbomen geschonken door Willem I — Bord met gezicht op de grote brug en de ruïne in het park van Le Rœulx — Bord met gezicht op de poort van Amercœur te Luik
— Bord met gezicht op het kasteel van Belœil — Bord met gezicht op Quatre Bras F. Th. Faber, 1819–1821 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[4.13] Kristallen glas met het kruis van de Willemsorde, in 1815 opgericht als eerste Nederlandse ridderorde. Willem I bezoekt in 1822 de kristalfabriek van Vonêche. Twee voormalige directeurs van deze fabriek stichten in 1826 de kristalfabriek van Val Saint-Lambert. Luik, Grand Curtius, Département du Verre
[4.14] Omnitonale hoorn. Op dit muziekinstrument kan men alle tonaliteiten spelen. De Brusselse instrumentenbouwer CharlesJoseph Sax, de vader van Adolphe, stelt een exemplaar tentoon tijdens de Nijverheidstentoon stelling in Haarlem in 1825. Ch.- J. Sax, ca. 1825 Brussel, Muziekinstrumentenmuseum (mim)/ 4de Departement van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG), inv. 1163
[4.15] Houten drukblokken voor katoendrukkerijen met het Nederlands koninklijk wapenschild. Gent, STAM steun aan de industrie
13
5. de kanale n kon i ng Willem maakt onmiddellijk na zijn aantreden werk van de verbetering van de infrastructuur in zijn nieuwe koninkrijk. Tussen 1815 en 1832 laat hij honderden kilometers aan nieuwe kanalen aanleggen. Bestaande waterwegen en de verbinding van de havensteden Gent, Amsterdam en Rotterdam met de zee worden verbeterd.
14
[5.01] Het kanaal Bergen — Condé-sur-l’Escaut. De brug te Jemappes over de sluis die de Hene, een zijrivier van de Schelde, met het kanaal verbindt. De werken beginnen rond 1810, maar na de Franse nederlaag bij Waterloo ligt het kanaal in twee landen. Er komt een nieuw kanaal, tussen Pommerœil en Antoing bij Doornik. Dit kanaal ver zekert de afvoer van steenkool uit Henegouwen naar noordelijke delen van het koninkrijk. Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
[5.02] De haven van Jemappes. Situatie van 1812–1816. Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
[5.03] Verbindingskanalen tussen de Schelde en haar zijrivier de Hene ca. 1815 Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
[5.04] Plan van de sluis te Klein-Willebroek op het kanaal Brussel-Schelde (kanaal Brussel-Willebroek) aan de Rupel 1825 Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
[5.05] Kanaal Gent-Terneuzen, traject in Zeeuws-Vlaanderen Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
[5.06] Sas van Gent Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
[5.07] Plattegrond van het Handelsdok en de havenwerken voor de verbinding van de stad Gent met het nieuwe kanaal naar Terneuzen Den Haag, Nationaal Archief, Ministerie van Waterstaat: Kaartenen Tekeningenarchief
de kanalenkoning
15
[5.08] Kaart van de provincie Oost-Vlaanderen met aanduiding van het nieuwe kanaal Gent-Terneuzen D.J. Vanderhaeghen, 1828 Gent, Universiteitsbibliotheek (reproductie)
[5.09] Aanplakbiljetten in verband met het kanaal Gent-Terneuzen en het Gentse Handelsdok 1827–1828 Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief (reproductie)
[5.10] h et k ana al g e nt – te r n e uz e n
Door de snelle ontwikkeling van de katoenindustrie heeft Gent dringend nood aan een directe verbinding met de zee. In maart 1825 beginnen de werkzaamheden aan het kanaal Gent-Terneuzen. De zestiende-eeuwse Sassevaart wordt opnieuw uitgegraven en doorgetrokken tot Terneuzen. Met de opening van het nieuwe kanaal in 1827 verschuiven de havenactiviteiten in Gent van de Gras- en Korenlei voorgoed in noordelijke richting. De aanleg van het Handelsdok betekent het begin van de moderne haven infrastructuur nabij de Dampoort.
16
de kanalenkoning
[5.11] De verzande Sassevaart en de brug te Meulestede, zoals ze eruitzagen op 16 oktober 1827. Het schilderij toont de brug tijdens het graven van het kanaal Gent-Terneuzen. P.-F. De Noter, 1827 Gent, STAM
[5.12] Model van een postwagen tussen Amsterdam en Gent. Uit het opschrift blijkt dat de Koninklijke Postwagen in 24 uur van Amsterdam naar Gent rijdt. Onder het bestuur van Willem I investeert men ook in de verbetering van de wegeninfrastructuur. In Gent worden de Zonnestraat, de Vogelmarkt en een deel van de Brabantdam verbreed om het postkoetsverkeer vlotter te laten verlopen. ca. 1815–1830 Amsterdam, Rijksmuseum
6. on de rwijs e n u n ive rs ite it Willem heeft bijzondere aandacht voor het onderwijs. De universiteiten van Leuven, Leiden, Utrecht en Groningen worden opnieuw opgericht. In Gent en Luiken komt er een nieuwe uni versiteit. Ook het lager- en middelbaar onderwijs worden verbeterd naar Willems wensen. Culturele en wetenschappelijke activiteiten kunnen zich verheugen in de steun van de vorst.
17
[6.01] Ceremoniestaf van de Gentse Universiteit. Deze staf wordt gebruikt bij officiële plechtig heden zoals de opening van het academiejaar, de over handiging van eredoctoraten, proclamaties … L. De Bast, 1816–1817 Gent, Universiteit
[6.02] Troffel, gebruikt bij de eerstesteenlegging van de Aula van de Gentse universiteit op 4 augustus 1819 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[6.03] De plechtige installatie van de Gentse Universiteit in de troonzaal van het Stadhuis op 9 oktober 1817, in aan wezigheid van de prins van Oranje, de latere Willem II. De commissaris-generaal van Openbaar Onderwijs, Ocker Repelaer van Driel, houdt de openingsrede. M.I. van Bree, ca. 1817–1830 Amsterdam, Rijksmuseum
18
onderwijs en universiteit
[6.04] Allegorie op de eerstesteen legging van de Aula van de Gentse universiteit. Centraal schrijft het Genie van de Architectuur het jaar MDCCCXIX op een plank. Aan haar voeten ligt een plan van de Aula. Naast het Genie de Maagd van Gent, die een troffel aanbiedt aan een in het wit gekleed personage. Op de achtergrond het Belfort en de Sint-Baafstoren. F. Heyndrickx Gent, Universiteit
[6.05] Binnenzicht van de rotonde van de Gentse Aula A. De Baets Gent, Universiteit
[6.06] wi lle m i e n d e u n ive r s itai r e c o lle cti e s
Willem blijft de universiteiten in zijn koninkrijk steunen met uitbreiding van de wetenschappelijke uitrusting of met aankopen voor de collectie. Soms doneert Willem zelf objecten, soms wordt er aan gekocht of geschonken door zijn invloed. Gent verwerft tussen 1816 en 1830 opvallend veel objecten uit Nederlands-Indië, het huidige Indonesië.
[6.07] Telescoop, geschonken door Willem I. Deze telescoop, vervaardigd door de Friese instrumentenmakers Sieds Johannes Rienks en Arjen Roelofs, wordt — buiten categorie — getoond op de Nijverheidstentoonstelling van 1820 te Gent. S.J. Rienks en A. Roelofs, ca. 1820 Gent, Gents Universiteitsmuseum, Verzameling Geschiedenis van de Wetenschappen
[6.08] Beelden van Ganesha, een Hindoe-Javaanse hybride godheid van kennis en wijsheid met olifantskop. Ze worden door ‘J. Rossel en zoon’ geschonken aan de universiteit. Vermoedelijk is dit de Gentse textielbaron Jan Rosseel, die een gelangrijk deel van zijn productie exporteert naar Nederlands-Indië. Java, ca. 800–900 Gent, Gents Universiteitsmuseum, Etnografische Verzameling
[6.09] Tand van een narwal. Mannelijke narwallen, arctische tandwalvissen, hebben een enkele, lange slagtand, die tot 3 meter lang kan zijn. Gent, Gents Universiteitsmuseum, Verzameling Dierkunde
[6.10] Polychroom versierde porse leinen schaal en kom uit China, met later toegevoegd deksel in geëmailleerd koper. Een gift van E. De Bast aan de universiteit uit de periode 1825–1830. Gent, Gents Universiteitsmuseum, Etnografische Verzameling
[6.11] Gent, Gents Universiteitsmuseum, Archeologische Verzameling
Martin-Jean De Bast (1753–1825), kanunnik van de Sint-Baafs kathedraal, ligt aan de basis van de archeologische en munten collecties. Willem I koopt zijn collectie in 1822 en schenkt het grootste deel aan de Gentse universiteit. Een andere verzamelaar, Bernard Rottiers (1771–1857), verkoopt zijn antieke collectie in 1825 aan Willem I, die een klein deel aan de universiteit van Gent schenkt. De rest gaat naar Leiden. Gallo-Romeinse kom met dierenfries, in Terra sigillata (type Dragendorff 30), uit de Belgische Kustvlakte ca. 140–170
Gallo-Romeinse kom met dierenfries, in Terra sigillata (type Déchelette 72), gevonden in Klemskerke ca. 180–220 onderwijs en universiteit
19
Zwartfigurige amfora uit de collectie Rottiers, afkomstig uit Toscane of Latium ca.510 v.C.
Pyxis met gevleugelde figuur. Griekse vaas uit Axione bij Athene, opgegraven door Rottiers in Axione bij Athene ca. 425–400 v.C.
Lekythos (Griekse oliekruik met een nauwe hals) met een gevleugelde figuur, opgegraven door Rottiers in Axione bij Athene ca. 425–400 v.C.
Kylix of Griekse drinkschaal met atleten, afkomstig uit Toscane of Latium. ca. 425–400 v.C.
Merovingische kan met radstempelversiering, uit Merelbeke
Vleugelbijl uit de Late Bronstijd ca. 900–800 v.C.
Gallo-Romeinse beeldjes van de oorlogsgod Mars, gevonden in Dendermonde ca. 100–200
Gallo-Romeinse beeldjes van een gedrapeerde mannenfiguur (Genius?), gevonden in Melden ca. 100–200
Egyptische grafsteen uit het Middenrijk, afkomstig uit Abydos ca. 2040–1783 v.C.
Drie Oesjabti’s uit de late tijd. Oesjabti’s zijn beeldjes die een over-ledene in het Oude Egypte meeneemt in zijn graf. ca. 712–332 v.C.
ca. 650 Gent, Universiteitsbibliotheek
Gallo-Romeinse beker met jachtfries (type Nieder bieber 32b), gevonden in de omgeving van Oostende ca. 150–210
Prehistorisch ritueel bijltje, waarschijnlijk een grafgift, uit Steenhuize. ca. 4000–3000 v.C.
20
onderwijs en universiteit
Een selectie uit de muntenverzameling van Martin-Jean De Bast: Zilveren didrachme met de zonnegod Helios Rhodos, ca. 304–167 v.C.
Zilveren didrachme met een ruiter Tarente, ca. 272–240 v.C.
Zilveren tetradrachme met Herakles uit de regeerperiode van Alexander de Grote Macedonië, ca. 336–323 v.C.
Bronzen 20 drachme met ZeusAmmon uit de regeerperiode van Ptolemaios III Euergetes I Egypte, ca. 246–221 v.C.
Zilveren denarius met een Gallische krijger Rome, 48 v.C.
Sesterius met beeltenis van keizer Nero in orichalcum (metaallegering) Rome, 66–67 (vervalsing?)
Aureus met beeltenis van keizer Trajanus Rome, 116–117
Gouden solidus met beeltenis van keizer Valentinianus I Rome, ca. 364–367
Gouden stater van de Nerviërs met gestileerd hoofd Gallia Belgica, ca. 54–58 v.C.
Gouden tremissus met een mannenhoofd van het Madelinus/Dorestad type Friese rijk, ca. 600–700
Karolingische zilveren denarius met een kruis, uit de regeer periode van Karel de Kale Ca. 840–866
Gouden rijder met graaf te paard, uit de regeerperiode van Lodewijk van Male Graafschap Vlaanderen, ca. 1361–1364
[6.12] Gent, Gents Universiteitsmuseum, Archeologische Verzameling
Hellenistisch vrouwenbeeld, gevonden in Piraeus bij Athene. In 1823 aangekocht voor de universitaire collecties uit de verzameling Delescluze. ca. 100 v.C.
Dactylotheek met kopieën van antieke gemmen, of geslepen halfedelstenen, uit de collectie van Willem I in Den Haag. Het was een geschenk van de koning van de universiteit. 1826
Vroeg Byzantijnse bronzen 40 nummia met beeltenis keizer Justinianus
Zandloper gebruikt tijdens promoties aan de universiteit. Hij heeft een doorlooptijd van 55 minuten.
Byzantium, ca. 540–541
ca. 1800–1825 onderwijs en universiteit
21
Gent, Gents Universiteitsmuseum, Verzameling Dierkunde
Het museum van Dierkunde wordt al opgericht in 1817, om het onderwijs in ‘l’histoire naturelle des animaux et leur anatomie comparée’ te versterken. Een deel van de huidige collectie dateert nog uit de periode voor 1830. Zeeduivel (Lophius piscatorius), afkomstig uit de Middelandse Zee of de Atlantische Oceaan Zeeprik (Petromyzon marinus), een zogenaamde kaakloze vis of ‘rondbek’, afkomstig uit de Middelandse Zee of de Atlantische Oceaan
[6.13] Gent, Gents Universiteitsmuseum, Etnografische Verzameling
Bronzen klokjes Bronzen kom Metalen vaas, oorspronkelijk ingelegd met email Zakje met reiskoran. Schenking van hertog Bernard van Saksen-Weimar, opper bevelhebber van de troepen in de Gentse citadel tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Bidsnoer vervaardigd uit houten kralen
De Gentse universiteit verwerft in 1825 een eerste reeks van 20 objecten uit Semarang op Java, verzameld door Edouard De Bast. Het ‘Musée des Antiquités’ bevat aanvankelijk alleen Javaanse collecties.
Pareerstang van een wapen, met voorstelling van een draak
Zittende figuren in brons
Krissen (dolken)
Beeld van Brahma op een lotusbed
22
Beeld met voorstelling van een prins, die op een neerliggende buffel staat, en een god in de gedaante van een hybridisch wezen, half vis en half mens.
onderwijs en universiteit
Greep van een wapen(?) De greep bestaat uit een cylindervormig heft, onderaan breed en afgeplat
[6.14] Gent, Gents Universiteitsmuseum, Verzameling Dierkunde
Ratelslang (Crotalus horridus), afkomstig uit Noord-Amerika Zaagvis (Pristis pectinatus), met een lange, platte snuit of zaag Rostrum van een zaagvis (Pristis antiquorum of Pristis pectinatus) Ruwe haai (Galeorhinus galeus), afkomstig uit de Middelandse Zee Negenbandig gordeldier (Dasypus novemcinctus), afkomstig uit Latijns-Amerika
[6.15] d e u n ive r s ite it van g e nt
[6.16] De voorgevel van de Gentse Aula. De gebeeldhouwde decoratie van het fronton is nooit uitgevoerd. Fourmois Gent, Universiteitsbibliotheek
[6.17] Langsdoorsnede van de Aula, met van links naar rechts de ingang met de zuilenportiek, het peristylium (vestibule), de monumentale trap en de rotonde. P.J. Goetghebuer, naar L. Roelandt Gent, Universiteitsbibliotheek
[6.18] Buitenzicht van de Aula van de Universiteit van Luik. Net als in Gent wordt de Luikse Salle Académique gebouwd (1821–1824) op de plaats van de gesloopte Jezuïetenkerk. Het ontwerp van de Aula is van de Luikse stadsarchitect Jean-Noël Chevron.
Vier faculteiten gaan van start in november 1817: Rechten, gevestigd in de Baudelokapel, Letteren en Wijsbegeerte in het Jezuïetenklooster aan de Voldersstraat, Geneeskunde in het Pakhuis aan de Korenmarkt en Wetenschappen in de Sint-Elooikapel aan de Geldmunt. ToekomBrussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet stige artsen worden opgeleid in het Bijlokehospitaal. De universiteit telt 190 studenten en zestien profes- [6.19] soren. Zij zijn vooral afkomstig Binnenzicht van uit de noordelijke Nederlanden, de Salle Académique van Frankrijk en Duitsland. De lessen de Universiteit van Luik worden gegeven in het Latijn. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet In 1826 wordt de Aula, het Paleis der Universiteit, opgeleverd.
onderwijs en universiteit
23
7. e e n ve r de dig i ngs li n i e teg e n f ran kr ij k het Congres van Wenen omringt Frankrijk met bufferstaten, die een nieuwe Franse aanval moeten opvangen. Een defensief geheel van forten en vestingen, de ‘Wellingtonbarrière’, wordt gebouwd in de zuidelijke Nederlanden. De Britten houden toezicht op de Nederlandse genietroepen, die negentien vestingen (ver)bouwen tussen 1815 en 1830. Na de scheiding wordt België alleen verantwoordelijk voor de instandhouding van deze ‘Wellingtonbarrière’.
24
[7.01] De Onze-Lieve-Vrouw SintPieterskerk en de Sint-Pieters abdij. De voormalige abdijkerk wordt onder de Fransen enkele jaren gebruikt als museum. In 1810 koopt de stad Gent het abdijgebouw, dat een infanterie kazerne wordt. Het plein voor de abdij wordt een marsveld. J.B.J. Wynantz Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief
[7.02]
[7.04] Fort op de hoogte van Oudenaarde-Bevere. De vesting Oudenaarde moet toelaten de Schelde af te sluiten. Volgens het ‘Generaal plan der geprojecteerde werken ter bevestiging van Oudenaarden’ van 1823 wordt op de Noord Meulen kouter een fort voor-zien in lunetvorm, identiek aan het nog bestaande Kezelfort te Edelare. In Bevere zijn de werken in 1830 amper begonnen.
Gezicht op het Spanjaarden Den Haag, Nationaal Archief, Topografische Dienst en Rechtsvoorgangers, kasteel met de ruïnes van Kaartenarchief de Sint-Baafsabdij. In de late 17de eeuw verliest het kasteel zijn [7.05] militaire betekenis. Onder het Verenigd Koninkrijk der NederPlan voor het fort landen wordt het gebruikt als in Oudenaarde-Bevere. wapenarsenaal en kruitmagazijn. Den Haag, Nationaal Archief, J.B.J. Wynantz Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief
[7.03]
Topografische Dienst en Rechtsvoorgangers, Kaartenarchief
[7.06]
Zevendelige kaart van Antwerpen met de citadel. Deze is al in de 16de eeuw gebouwd, maar wordt na 1815 opgenomen in de verdedigingslinie tegen Frankrijk. Tijdens de opstand van 1830 speelt de citadel, die in handen blijft van de Nederlandse troepen, een belangrijke rol.
Het arsenaal van Dendermonde. De vesting van Dendermonde wordt gebouwd tussen 1823 en 1830, naar plannen van de Nederlandse kapitein-ingenieur Cornelis Alewijn. De vesting is niet klaar in 1830. Na de onafhankelijkheid zet de Belgische genie de werken verder.
ca. 1820 Den Haag, Nationaal Archief, Topografische Dienst en Rechtsvoorgangers, Kaartenarchief
Den Haag, Nationaal Archief, Topografische Dienst en Rechtsvoorgangers, Kaartenarchief
een verdedigingslinie tegen frankrijk
25
[7.07] De Gentse citadel en omgeving rond 1830. Tussen 1825 en 1830 wordt een nieuwe citadel gebouwd, naar plannen van de Nederlandse kapitein-ingenieur Gey van Pittius. De citadel maakt deel uit van de verdedigingslinie tegen Frankrijk. Op dit plan zijn ook de SintPieterskazerne en de voorloper van de huidige Leopolds kazerne te zien. 1830 Den Haag, Nationaal Archief, Topografische Dienst en Rechtsvoorgangers, Kaartenarchief
26
een verdedigingslinie tegen frankrijk
8. g roe i e n de ontevr e de n h e i d Rond 1825 neemt de ontevredenheid in het zuiden snel toe. De kritiek op de belasting op het graanmalen klinkt steeds luider en wordt gesteund door een morrende achterban van bakkers, molenaars en boeren. Vandaag mag men zeggen dat Willem het Nederlands in België heeft gered. Toch is het ongenoegen groot als hij het Hollands oplegt als enige bestuurstaal, bij de Frans sprekenden in Brussel en omgeving maar ook bij sommige Vlamingen. Verminderde persvrijheid en de oprichting van het Filosofisch College te Leuven, een verplichte vooropleiding tot priester onder staatstoezicht, wakkeren het ongenoegen verder aan.
27
d e g r i eve n
— Vrijheid van onderwijs — Uitvoering van het concordaat met het Vaticaan — Gelijke kansen voor noord en zuid bij de verdeling van de ambten in leger en administratie — Afschaffing van de belastingen op het graanmalen en het slachten van vee — Taalvrijheid — Invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid — Lagere belastingen op wijn en jenever — Hervorming van het rechts systeem: opnieuw invoeren van de jury, vervangen onafzetbare en vast benoemde rechters — Persvrijheid
to e nad e r i n g tu s s e n li b e rale n e n k ath o li e k e n
Het autoritaire regime van Willem zorgt er aan het eind van de jaren 1820 voor dat jongere liberalen zich fel tegen hem kanten. Vooral advo caten en journalisten uit Brussel en Luik verdedigen liberale vrij heden zoals persvrijheid en vrijheid van vereniging. Zij verzetten zich niet tegen vrijheid van godsdienst en van onderwijs, waardoor de weg naar samenwerking met de katho lieken open ligt. In 1828 organiseren Luikse liberalen een volkspetitie, die alle zuidelijke grieven bundelt.
28
groeiende ontevredenheid
70.000 burgers ondertekenen de petitie. Een geschrokken Willem doet enkele toegevingen, zo wordt het Filosofisch College niet langer verplicht.
d e o p p o s iti e m o b i li s e e rt
In november 1829 lanceert een vastbesloten oppositie een tweede petitiebeweging, die opnieuw vraagt dat alle eisen worden ingewilligd. 360.000 burgers ondertekenen deze petitie. Willem is woedend, maar reageert dubbelzinnig. Zo schaft hij de gehate belasting op het graanmalen af en het Nederlands is niet langer de enige bestuurstaal. Maar de persvrijheid perkt hij nog verder in. Begin 1830 escaleert het conflict tussen Willem en de onverzettelijke oppositie verder.
[8.01] Prentenreeks ‘Les rencontres’. In de loop van 1829 laat Willem een merkwaardige serie propagandaprenten maken. Vierentwintig ontmoetingen met ‘gewone’ mensen tonen Willem als een zorgzame vader, die steeds klaarstaat om zijn onderdanen te helpen. J.L. Van Hemelryck, 1829 Brussel, Museum van de Nationale Bank van België
[8.02] ‘man i p u lato r e n van o nwete n d e n’
[8.04] Spotprent: Louis de Potter in de cel
Persvrijheid is opgenomen in Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie) de grondwet van 1815. Toch beperkt [8.05] Willem al snel de persvrijheid ‘ter beteugeling van onrust en kwaad Spotprent op de ‘losbandigheid’ willigheid’. Drukkers, journalisten en ‘kwaadwilligheid’ van de en auteurs worden in toenemende Belgische journalisten. Ze mate vervolgd als zij ‘opruiende’ worden door twee Hollanders teksten publiceren. Vanaf 1828 is samengeperst in een drukpers, Brussel het toneel van ophefmakende terwijl ze bijgeloof, laster persprocessen. Diverse journalisten, en zedeloosheid uitwasemen. de ‘manipulatoren van onwetenden’, Op de pers zit een duivel, staan hier terecht. Zo wordt de die zijn nederlaag tegenover liberale journalist Louis de Potter de Hollandse kracht moet veroordeeld tot een hoge boete en erkennen, met een lijst grieven. achttien maanden gevangenisstraf. A. Verhoesen, 1829 Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie) Zijn overbrenging naar de gevan genis groeit uit tot een protestmani[8.06] festatie tegen het regime. Vanuit zijn cel blijft De Potter ijveren Kanunnik Petrus-Jozef Triest voor persvrijheid en samenwerking en schepen Charles Kervyn tussen liberalen en katholieken. de Volkaersbeke, allebei lid van het bestuur van de Burgerlijke [8.03] Godshuizen, overhandigen op 31 augustus 1825 een smeekPortret van Louis de Potter. schrift voor de Gentse begijnDe liberale journalist De Potter, hoven aan Willem I. Het hoofdredacteur van de oppositiesmeekschrift wil de vorst doen krant Courrier des Pays-Bas, afzien van zijn voornemen is een belangrijk opposant van om de begijnhoven te seculariWillem in de jaren 1828–1830. seren, wat een reëel gevaar In 1830 treedt hij toe tot het voor hun voortbestaan kan Voorlopig Bewind. Als overtuigd inhouden. republikein krijgt hij al snel ruzie in verband met de keuze van J. Paelinck, 1828 Gent, Begijnhof Onze-Lieve-Vrouw het staatshoofd. M. Malenchini-Meoni Brugge, Musea Brugge — Groeningemuseum
ter Hoyen
groeiende ontevredenheid
29
[8.07] s c h o o lstr ij d i n h et z u i d e n
In 1815 is meer dan de helft van de bevolking in het zuiden analfabeet. Onder Willem komt de organisatie van het onderwijs in handen van de overheid, wat meteen een einde maakt aan het monopolie van de Kerk. De rijksnormaalschool in Lier leidt voortaan onderwijzend personeel op. In 1825 gaan alle vrije middelbare scholen dicht en wordt het Filosofisch College opgericht. Al deze maatregelen van ‘de bemoeizieke protestantse duivel uit het noorden’ leiden uiteraard tot een flagrante botsing met de Kerk. Katholieke journalisten, die kritiek hebben op Willems onderwijsmaatregelen, worden veroordeeld.
[8.08] Spotprent op het facultatief maken van het Filosofisch College te Leuven in 1829 of op het verdrijven van de jezu ïeten over de Belgische grens, die ze zonder toestemming hebben overschreden, in oktober en november 1828. Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
30
groeiende ontevredenheid
[8.09] Zwarte raven ontvluchten het Collegium Philosophicum te Leuven. Spotprent op het feit dat het Filosofisch College, door Willem opgericht voor de opleiding van priesters, op 20 juni 1829 facultatief is gemaakt. Studenten in geestelijke kleding vliegen weg uit het gebouw. Begin 1830 wordt het College afgeschaft. Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[8.10] Spotprent op het drukken van het katholieke oppositieblad Le Catholique des Pays-Bas, 1829 Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[8.11] Gedenkpenning voor het concordaat tussen paus Leo XII en koning Willem I. Na lange onderhandelingen wordt het concordaat in juni 1827 ondertekend, maar de uitvoering wordt op de lange baan geschoven. F.J. De Hondt, 1827 Gent, STAM
[8.12] Médailles de l’infâmie. In 1829 valt Willem in Luik scherp uit tegen de ‘conduite infâme’ (het eerloze gedrag) van de Belgische oppositie. ‘Eerloze’ wordt een geuzennaam. Constantin Rodenbach, een lid van de Roeselaarse brouwers familie, richt in 1829 een Ordre des Infâmes op, een ‘orde van eerlozen’, en laat médailles de l’infâmie slaan. Een motie van diezelfde Rodenbach sluit leden van het huis van Oranje-Nassau in november 1830 voor eeuwig uit van de Belgische troon. 1829 Kortrijk, Stedelijke Musea
[8.13] Avondmaalsbeker. De in Dordrecht gemaakt beker was een geschenk van Jacobus Claeyssens aan de gereformeerde gemeente van Gent. Door het dalend aantal leden wordt hij in 1719 in bewaring gegeven bij de hervormde gemeente van Sas van Gent. Na de oprichting van het Verenigd Koninkrijk keert de beker in 1815 terug naar Gent. J.H. van Ossevoort, ca. 1620–1630 (1623?) Gent, Protestantse Kerk Brabantdam
[8.14] Avondmaalsbeker. Willem I schenkt deze beker aan de protestantse, toen nog hervormde kerk. Een jaar later maakt Willem I de Sint-Christoffelkapel aan de Kapucijnenham over aan de protestantse kerk, die er vandaag nog steeds haar erediensten houdt. De Bast-Tiberghien, 1816 Gent, Protestantse Kerk Brabantdam
[8.15] Huldeblijk aan Willem I bij het doorvaren van het kanaal Gent-Terneuzen op 29 mei 1829, vanwege het gemeente bestuur van Evergem. Met dit bezoek aan het zuiden reageert Willem op de eerste petitiegolf van begin 1829. De petities bundelen alle grieven die in het zuiden leven. Den Haag, Nationaal Archief, Algemene Staatssecretarie
[8.16] Spotprent op de ijver van de pastoors bij het verzamelen van handtekeningen voor de petities. 1829 Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (reproductie)
groeiende ontevredenheid
31
9. h et b eg i n van de opstan d in 1830 wordt de sociale onrust nog versterkt door de slechte economie. De graanprijzen stijgen sterk in augustus. Komt daarbij dat de Julirevolutie in Parijs de autoritaire koning Karel X verjaagt. In de Muntschouwburg te Brussel wordt in augustus ‘De stomme van Portici’ hernomen, een opera van Daniel Auber over een Napolitaanse opstand tegen de Spaanse overheersing. Vooral de aria ‘Amour sacré de la Patrie’ lokt zeer rumoerige reacties uit. Op 25 augustus breekt een waar tumult los in de zaal en vanaf het Muntplein trekken de mensen de stad in. Diezelfde nacht worden de huizen van enkele prominenten geplunderd en vernield. Ook het huis van de minister van Justitie van Maanen moet eraan geloven.
32
[9.01] De vernielde woning van minister van Justitie Cornelis Felix Maanen. De minister maakt zich bijzonder impopulair bij het bestrijden van de oppositie. Tijdens de eerste nacht van de opstand, van 25 op 26 augustus 1830, wordt zijn woning geplunderd en verwoest. Brussel, Collecties Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Brussel
[9.02] Portret van minister van Justitie Cornelis Felix van Maanen ca. 1830 Den Haag, Haags Historisch Museum
[9.03] stad s o o r lo g i n b r u s s e l
De Brusselse opstand van augustus 1830 krijgt al snel steun in verschillende steden, zij sluiten zich aan bij de opstandelingen. Begin september arriveren de eerste Luikse vrijwilligers in Brussel. Ook prins Frederik van Oranje-Nassau, de tweede zoon van Willem, trekt de stad binnen met 12.000 soldaten. In en rond het Warandepark wordt eind september een echte stads oorlog uitgevochten. Er vallen meer dan 750 doden en 250 gewonden. Nog tijdens de gevechten vormen de opstandelingen het Voorlopig Bewind, overwegend bestaande uit liberale advocaten en journalisten.
[9.04] Stadsoorlog in september 1830 in het park van Brussel. P.G. De Walsche Brussel, Koninklijke Verzameling
[9.05] Stadsoorlog in september 1830 in het park van Brussel, aanval door Belgische vrijwilligers. Ook de befaamde Luikse vrijwilliger Jean-Joseph Charlier, alias Jambe de Bois, vecht mee. E.N. Deterre, ca. 1830 Brussel, Museum van de Stad Brussel — Broodhuis
[9.06] Jeton gemaakt met lood van de kogels van de gevechten tijdens de stadsoorlog van september 1830. Recto: PLOMB PROVENANT DES BALLES TIRÉES SUR LE PEUPLE BELGE A BRUXELLES DANS LES JOURNÉES 23 24 | 25 26 SEPTEMBRE 1830
Verso: PAR ORDRE DU PRINCE FRÉDÉRIC D’ORANGE 1830 Gent, Universiteitsbibliotheek
het begin van de opstand
33
[9.07] Ruïne van het uitgebrande huis van Ferdinand Meeûs in de Brusselse Koningsstraat, nabij de Schaarbeekse Poort Th. Fourmois, 1830–1831 Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[9.08] Spotprenten op Willem als ‘Koning Kaas’, na de uitsluiting van het Huis van OranjeNassau van de Belgische troon door het Belgische Nationaal Congres op 23 november 1830. 1830–1831. Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[9.09] Spotprenten met vorsten die in het revolutiejaar 1830 verjaagd worden of (een deel van) hun koninkrijk verliezen. Het betreft ‘le Charlon’ of de verjaagde Franse koning Karel X, ‘le Dérouté’ alias Hoessein, dei (heerser) van Algiers, ‘le Bronzé’ of Karel II, hertog van Brunswijk, en ‘le Lion du Nord’ of Willem I. 1831 Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
34
het begin van de opstand
[9.10] Spotprent met Willems wanhopige oproep om verder te strijden na het einde van de Tiendaagse Veldtocht in augustus 1831. Het zwaard van Damocles hangt boven Willems hoofd, zijn ministers keren zich van hem af en lopen weg. Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[9.11] Spotprent: Strijd om de Nederlandse koe. De koning trekt aan de staart van de Nederlandse koe en wordt in het aangezicht gescheten; ondertussen melkt de kroonprins de koe zolang het nog kan. Links trekken twee Belgen de koe bij de horens. Op de achtergrond de Willemspoort te Brussel. Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[9.12] antwe r p e n b ran dt
Eind oktober slaat de opstand over naar Antwerpen. Na felle gevechten bezetten de opstandelingen het stadhuis maar de citadel blijft in handen van luitenant-generaal Chassé en de Nederlandse troepen. De spanning tussen de zuidelijke opstandelingen en de noordelijke bezetters loopt op, beiden lossen waarschuwingsschoten. Chassé
beschiet op 27 oktober gedurende troepen urenlang de Sintmeer dan zeven uur de Sint-AndriesAndrieswijk onder vuur genowijk. Er vallen meer dan honderd men. De nabijgelegen abdij, doden, vierhonderd huizen worden die dienstdoet als arsenaal, vernield. De Sint-Michielsabdij, ontploft en brandt uit. Centraal die dienst doet als arsenaal, ontploft, staan de gespaard gebleven waardoor ook het entrepot en de toren en enkele muren Kloosterstraat volledig uitbranden. van de abdij. Na de beschieting van Antwerpen P.J. van Bree, 1830 Antwerpen, MAS / Collectie Vleeshuis verhardt het Voorlopig Bewind zijn standpunt: alle leden van het Huis van Oranje-Nassau worden voorgoed [9.15] uitgesloten van de troon. De AntSpeeldoos van generaal-baron werpse citadel blijft tot 1832 in NederHendrik Chassé, vervaardigd landse handen. Dan wordt zij ontzet uit het hout van Chassés door Franse troepen onder aanvoekazemat tijdens het beleg ring van generaal Gérard. van de Antwerpse citadel in december 1832.
[9.13]
Gezicht op de ruïnes van het Antwerpse entrepot of stapelhuis na het bombardement van 27 oktober 1830. De nabijgelegen Sint-Michielsabdij, die dienstdoet als arsenaal, ontploft. Daardoor branden ook het entrepot, de oude SintMichielskerk en de Kloosterstraat volledig uit. P. Simonau naar G.A. Simonau, ca. 1830 Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Collectie Prentenkabinet (foto Peter Maes)
[9.14] Gezicht op de uitgebrande Sint-Michielsabdij in Antwerpen na het bombardement van 27 oktober 1830. Vanuit de citadel hebben Nederlandse
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[9.16] Granaat, vermoedelijk afkomstig van de beschieting van de Antwerpse citadel in 1832 Antwerpen, MAS / Collectie Vleeshuis
[9.17] Medaillon ter herinnering aan het beleg van de Antwerpse citadel in 1832, met profiel portret van Willem I. Op de achterzijde: ‘Gegoten van bombscherven, voorkomende uyt de belegering der citadel van Antwerpen ten jaare 1832’. Denayer, Etablissement métallurgique du Phénix (Gent), 1832 Antwerpen, MAS
het begin van de opstand
35
[9.18] De ruïnes van de citadel van Antwerpen na de ontzetting door Franse troepen in december 1832. De citadel blijft tot dan in Nederlandse handen. In november 1832 begint de belegering door Franse troepen, die 24 dagen zal duren. Er vallen 560 doden bij de Fransen en 370 bij de Nederlanders. Op 23 december geven de Nederlanders zich over. Ze blijven tot juni 1833 als krijgsgevangenen in Frankrijk. F. De Braekeleer (I), 1832–1839 Amsterdam, Rijksmuseum
[9.19] Aftocht van de Nederlandse cavalerie op de Vlaamsesteenweg te Brussel in 1830 J. Van Severdonck Brussel, Museum van de Stad Brussel — Stadhuis
36
het begin van de opstand
10. onaf han ke lij k heid Aanvankelijk heerst er onduidelijkheid over het einddoel van de opstand. Gematigde opposanten denken eerder aan een administratieve scheiding, als hun eisen ingewilligd worden kan het Koninkrijk blijven bestaan. Ondanks de opstand vertrekken sommige zuidelijke leden van de Staten-Generaal in september toch naar de openingszitting in Den Haag. Tijdens de gevechten in het Warandepark nemen de voorstanders van de scheiding de bovenhand. Op 4 oktober roept het Voorlopig Bewind de onafhankelijkheid uit. Deze beslissing blijft niet zonder gevolgen. De Nederlanders sluiten de Schelde en het kanaal Gent-Terneuzen af. Alle postverbindingen worden verbroken. Ook de uitvoer naar Nederland en Nederlands-Indië valt weg, waardoor de afzetmarkt meer dan gehalveerd wordt.
37
[10.01] d e b e lg i s c h e g r o n dwet
België wordt een grondwettelijke, parlementaire monarchie, met scheiding der machten tussen de uitvoerende (koning en regering) en wetgevende (parlement) macht. Kamer en Senaat worden rechtstreeks verkozen. De macht van de koning is eerder beperkt en Leopold heeft zich daar later regelmatig over beklaagd. De ministers zijn politiek verantwoordelijk voor het parlement. Opvallend is de grote aandacht voor de individuele vrijheden van de burger. De grondwet is, zeker voor die tijd, opvallend liberaal en progressief, maar België is geen moderne democratie. Alleen wie een bepaalde som aan belastingen betaalt, krijgt stemrecht. Op een bevolking van een kleine vier miljoen mensen hebben ongeveer 46.000 mannen stemrecht.
[10.02] De Belgische grondwet van 1831 Den Haag, Nationaal Archief, Archief minister van Maanen
[10.03] Geheim artikel bij de conventie van Londen van 14 december 1831, tussen afgevaardigden van de mogendheden en Leopold I, koning der Belgen. België verplicht zich ertoe de vestingen
38 onafhankelijkheid
van de defensielinie tegen Frankrijk verder in stand te houden. 1831 Brussel, Koning Boudewijnstichting, Archieffonds Goffinet (in depot in het Archief van het Koninklijk Paleis)
[10.04] d e i nte r nati o nale p o s iti e van b e lg ië
De Belgische opstand brengt de buffer aan de noordergrens van Frankrijk in gevaar. Over het lot van de jonge staat wordt dan ook beslist door de grote mogendheden in Londen. Groot-Brittannië en Frankrijk sturen al snel aan op een diplomatieke oplossing. Op 20 december 1830 erkennen de mogendheden de onafhankelijkheid van België. Een maand later wordt het land neutraal verklaard. De prioriteiten van het Congres van Wenen blijven gelden. De ‘Wellingtonbarriere’, de defensielinie tegen Frankrijk, komt voortaan voor rekening van België.
[10.05] Spotprent op de conferentie van Londen van 1830–1831, waar de mogendheden beslissen over het lot van België. Engeland (de vos) leidt de vergadering, Pruisen (het paard), Rusland (de beer), Oostenrijk (de aap) en Frankrijk (de haas) beslissen mee. Opzij luisteren
Nederland (de hond) en België (de kalkoen) aandachtig. Polen (de maagd) wordt vertrapt door de Russische beer. Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (reproductie)
[10.06] d e k e uz e van e e n sta ats h o o f d
Sommige leden van het Voorlopig Bewind zijn overtuigde republi keinen, maar toch kiest de meerderheid voor een koning als hoofd van de nieuwe staat. Zij menen dat een monarchie internationaal makkelijker aanvaard zal worden. In februari 1831 geeft het Nationaal Congres de voorkeur aan de Hertog van Nemours, de zestienjarige zoon van de Franse koning Louis-Philippe, maar dit is onaanvaardbaar voor Groot-Brittannië. Er circuleren nog andere namen, maar in juni 1831 beginnen onderhandelingen met Leopold van Saksen-Coburg, de weduwnaar van de Britse kroonprinses Charlotte. Op 21 juli 1831 legt hij de eed af als koning der Belgen.
[10.07] Spotprenten bij de zoektocht naar een nieuw staatshoofd voor België. Meerdere namen circuleren. Met de zegen van Londen valt de keuze op Leopold van Saksen-Coburg.
Hij had daarvoor al de Griekse troon geweigerd, omdat hij de situatie er te instabiel vond. Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (reproducties)
[10.08] Leopold I, koning der Belgen J.B. Cappelmans, naar G. Geefs Brussel, Koninklijke Verzameling
[10.09] Het Voorlopig Bewind. Tijdens de gevechten in het Warandepark in september 1830 groe peren radicale opposanten zich in het Voorlopig Bewind. Op 4 oktober roepen ze de onafhankelijkheid van België uit. A. Robert Brussel, Museum van de Stad Brussel — Stadhuis
[10.10] wi lle m s la at te r u g
Nederland reageert verdeeld op de Belgische opstand. Sommigen zijn opgelucht dat ‘die woelgeesten in België’ eindelijk hun ware gelaat hebben getoond. Maar Willem is woest: voor hem is de scheiding een pijnlijke persoonlijke nederlaag. Na de eedaflegging van Leopold beseft Willem dat hij onmiddellijk in actie moet komen om de scheiding alsnog ongedaan te maken. Op 2 augustus 1831 trekken Nederlandse troepen de grens over onder onafhankelijkheid
39
[10.14] aanvoering van de kroonprins, de latere Willem II. Het onvoorbereide De ontploffing voor Antwerpen Belgische leger lijdt verschillende van de kanonneerboot nummer nederlagen en de regering doet nood2 onder commando van Jan van gedwongen beroep op Franse hulp. Speijk, 5 februari 1831. WanOp 12 augustus volgt een wapenstilneer zijn boot wegdrijft en woestand. Een verbolgen Willem weidende Antwerpenaren proberen gert jarenlang België te erkennen, de vlag te bemachtigen, roept pas in 1838 draait hij bij. De scheiVan Speijk volgens de overleveding tussen België en Nederland ring uit: ‘en een infame Brawordt officieel in april 1839. Begin bander worden? Dan liever de oktober 1840 doet een moegestreden lucht in!’ Daarop brengt hij zijn Willem troonsafstand. schip tot ontploffing. 28 van de 31 bemanningsleden en een [10.11] onbekend aantal Antwerpe naren komen om. Spotprenten op de Belgische militaire prestaties tijdens Martinus Schouman, 1832 Amsterdam, Rijksmuseum de Tiendaagse Veldtocht van (langdurig bruikleen gemeente Amsterdam) augustus 1831 Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (reproductie)
[10.12] Spotprent ‘La Belgique en 1831 sous la protection de la France’. Tijdens de Tiendaagse Veldtocht moet de Belgische regering hulp vragen aan Frankrijk. Een jezuïet, rijdend op een Belgische leeuw, voert geketend leden van verschillende Belgische standen mee. Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[10.15] Rood-wit-blauw zijden lint van de prins van Oranje, de latere Willem II, met zwarte opdruk: ‘Hasselt 8 augustus 1831’ en ‘Leuven 12 augustus 1831’. Beide data verwijzen naar nederlagen van het Belgische leger tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[10.16]
Spotprent ‘L’union fait la force’
De overgave van het Belgische Maasleger te Hasselt op 8 augustus 1831
Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (reproductie)
J.W. Pieneman, ca. 1844 Tilburg, Collectie Stadsmuseum
[10.13]
40 onafhankelijkheid
11. orang is m e Niet iedereen gelooft in het jonge België. De orangisten, overtuigde aanhangers van het huis van Oranje-Nassau en van Willem, zijn de hardnekkigste tegenstanders van de onafhankelijkheid. De economische en de sociale toplaag telt de meeste orangisten: industriëlen en handelaars, die profiteerden van Willems regime, maar ook Brusselse hofadel, ambtenaren, professoren, liberale antiklerikalen en andere ideologische verwanten van Willem. Zij behoren tot de maatschappelijke elite en zijn over wegend Franstalig. De orangisten rekruteren nauwelijks bij de middenklasse en al helemaal niet bij de arbeiders.
41
h et o ran g i sti s c h n etwe r k
heid bij de orangisten wordt hij tussen 1836 en 1840 opzijgeschoven.
Achter de verschillende orangistische J. Paelinck, 1829 acties gaat een organisatie schuil, Gent, STAM geleid door Willem en enkele [11.02] getrouwen in Den Haag. In België is Gent, waar de orangisten jarenPortret van Jozef Van Cromlang het stadsbestuur domineren, brugghe, omringd door zijn het onbetwiste centrum. Ook in verrealisaties als burgemeester. schillende grote en kleinere steden Deze prent wordt hem zoals Antwerpen, Luik, Bergen, aangeboden op een banket Namen, Doornik, Mechelen, Oostna de opheffing van de staat ende, Lokeren en Sint-Niklaas … van beleg en de normalisatie zijn orangistische kernen actief. van de situatie in Gent. Tot 1839 ijveren veel orangisten J.B. Madou & T. Fourmois, 1834 Gent, STAM voor een ‘contrarevolutie’, die de hereniging van het Koninkrijk [11.03] der Nederlanden moet afdwingen. Toch mislukken zowel de poging Portret van Charles-Louis tot staatsgreep in februari 1831 Spilthoorn. De progressieve in Gent en de opstand in maart in advocaat Spilthoorn, Antwerpen. Vanaf 1835 aanvaarden afkomstig van Kruishoutem, veel orangisten stilaan België. is na 1830 een van de leiders Enkele kernen blijven zich hardnekvan de patriotten in Gent. kig verzetten tot in de jaren 1840. Ch. Picqué
[11.01] Portret van Jozef Van Crombrugghe. Hij is verschillende jaren lid van de Tweede Kamer en maakt aanvankelijk carrière in de omgeving van Willem. Van 1826 tot 1836 en van 1840 tot 1842 is Van Crombrugghe, een gematigd orangist, burgemeester van Gent. Door interne verdeeld-
42 orangisme
Privéverzameling
[11.04] d e pa ar d e n van k r o o n p r i n s wi lle m
Kroonprins Willem heeft verschillende paarden uit zijn befaamde stoeterij in Tervuren moeten achterlaten. In 1834 beslist de Belgische overheid om de dieren te verkopen. De orangisten ruiken een kans: zij zamelen snel geld
in om vier paarden aan te kopen en aan de kroonprins te schenken. Op 25 maart arriveren de dieren te Tilburg. Een dag later publiceert een Brusselse krant de namen van de gulle schenkers. Is dit geen overtuigend bewijs van de blijvende Oranjetrouw van een deel van de bevolking ? Het perslek lokt onmiddellijk felle reacties uit. Een woedende menigte trekt door Brussel en vernielt huizen en bezittingen van de adellijke paarden kopers. Het is de laatste openlijke ‘orangistische stunt’.
[11.05] Vexy, het paard van de prins van Oranje tijdens de slag bij Waterloo. Net als de prins raakt het paard in Waterloo gewond. C. Tilmont, 1838 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen
[11.06] Spotprent op de rellen na de verkoop van de paarden van de prins van Oranje. In het voorjaar van 1834 wil de Belgische overheid de paarden van de prins op de stoeterij in Tervuren verkopen. Orangisten kopen vier dieren en schenken ze aan de prins. Op 5 en 6 april 1834 vernielt een woedende massa in Brussel achttien hui-
zen van prominente adellijke families die geld hebben gegeven voor de aankoop van de paarden. 1834 Brussel, Archief van de Stad Brussel
[11.07] Het geplunderde huis van orangist J.P. Matthieu in Brussel. Na de mislukte orangistische opstand in Antwerpen in maart 1831 vinden in verschillende steden gewelddadige anti-orangistische acties plaats. T. Fourmois & Dewasme-Plétinckx, 1831 Amsterdam, Rijksmuseum (reproductie)
[11.08] ve r d e e ld g e nt
Tussen 1830 en 1835 botsen orangisten en patriotten regelmatig met elkaar in Gent. De lokale patriotten zijn overwegend republikeins en progressief. Beide kampen hengelen naar de steun van de arbeiders, die zwaar getroffen worden door de economische crisis. In februari 1831 proberen de orangisten, via een amateuristische poging een staatsgreep, kroonprins Willem op de Belgische troon te krijgen. Onmiddellijk wordt het stadsbestuur voor een half jaar geschorst. Bekende orangisten ontvluchten Gent. Achterblijvers worden fysiek aangevallen, hun huizen en krantenredacties geplunderd. De onrust blijft het orangisme
43
hele jaar duren. In oktober 1831 kondigt Leopold de staat van beleg af, die pas wordt opgeheven in maart 1833.
[11.09] Poging tot staatsgreep door luitenant-kolonel Ernest Grégoire te Gent op 2 februari 1831. Hij dagvaardt provinciegouverneur Werner de Lamberts-Cortenbach om de prins van Oranje te erkennen als Belgisch staatshoofd. De ‘staatsgreep’ wordt onmiddellijk neergeslagen door de Gentse brandweer. J. Van der Plaetsen, 1831 Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
[11.10] Portret van majoor Benedikt Rolliers, onderluitenant bij de Gentse brandweer. Hij helpt bij het verijdelen van de poging tot staatsgreep op 2 februari 1831. Onbekend, 1831–1840 Sint-Niklaas, SteM
[11.11] Eresabel van majoor Benedikt Rolliers. Hij krijgt deze eresabel voor zijn rol in het neerslaan van de poging tot staatsgreep in Gent. Als beloning wordt hij ook tot kapitein benoemd. Sint-Niklaas, SteM
[11.12] In de herberg. Verkiezingen in het district Gent. Het schilderij heeft duidelijk een anti klerikale, orangistische ondertoon, met een pastoor in een centrale rol. J. Geirnaert, 1831 Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inv. 6039
44 orangisme
[11.13] Borstbeeld van generaal Charles Niellon. In 1829 belandt deze voormalige Franse militair in België en neemt deel aan de Belgische omwenteling. In 1831 kondigt Leopold I de staat van beleg af in Gent. Niellon controleert het stadbestuur en onderscheidt zich bij het censureren van orangistische publicaties. Lequertier Brussel, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
[11.15] Orangistische schort. Een onbekende Gentse dame heeft een van de orangistische sjaals laten omvormen tot een schort. Het openlijk dragen van deze schort in het midden van de jaren 1830, vijf jaar na de Belgische onafhankelijkheid, is een duidelijk orangistisch statement. Katoendrukkerij F. De Vos & Voortman, ca. 1835 Gent, STAM
[11.14] Orangistische sjaal. De Gentse katoendrukkerij Frans De Vos & Voortman produceert rond 1835 een reeks oranje sjaals met het Nederlandse wapenschild en het monogram van Willem I. Ze worden uitgedeeld aan de Gentenaars tijdens oran gistische manifestaties. Katoendrukkerij F. De Vos & Voortman, ca. 1835 Gent, STAM
orangisme
45
12. de laatste orang ist Hippolyte Metdepenningen promoveert in 1818 als eerste doctor in de Rechten aan de Gentse Universiteit. Na 1830 wordt hij de sterke man van de Gentse Orangisten. Onder zijn impuls worden de vrijetijdsvereniging La Concorde en de vrijmetselaarsloge Le Septentrion trefpunten voor de orangisten. Metdepenningen is een van de bezielers van de orangistische krant Le Messager de Gand en ontpopt zich tot een goed organisator en een politiek strateeg. De orangisten domineren de Gentse politiek tot in de jaren 1840. Metdepenningen heeft zijn orangistische overtuiging nooit opgegeven, hij blijft dromen van een hereniging van noord en zuid. Zo kiest de loge Septentrion pas in 1883, twee jaar na zijn dood, voor aansluiting bij het Grootoosten van België, de jaarlijkse vergadering van alle landelijke loges.
46
[12.01] Portret van Hippolyte Metdepenningen, de sterke man van de Gentse orangisten. Deze advocaat blijft zijn hele leven een overtuigd orangist. Hij wordt hier afgebeeld als achtbare meester van de vrij metselaarsloge Le Septentrion.
[13.01] Portret van Willem I G.L. Godecharle, 1815 Gent, STAM
H. De Nobele, ca. 1840 Gent, Le Septentrion
[12.02] Vrijmetselaarsmoker van Hippolyte Metdepenningen. Als grootmeester van de Gentse loge Le Septentrion ontvangt hij de moker ter gelegenheid van vijftig jaar vrijmetselaarschap. L.A. Van Lancker, 1879 Gent, STAM
[12.03] Erepenning van prins Frederik, de tweede zoon van Willem I, voor Hippolyte Metdepenningen. Na de Belgische onafhankelijkheid blijft Le Septentrion, onder impuls van Metdepenningen, trouw aan het Grootoosten van Nederland, waarvan Frederik de grootmeester is. Als blijk van achting krijgt Metdepenningen deze gouden penning ter gelegenheid van zijn jubileum. I.P. Schouberg, 1879 Gent, STAM
de laatste orangist
47