BELGIE - BELGIQUE PB 3500 Hasselt 1 12/1738
nr 61 - 4 maal per jaar
sept
WWKIDS Nieuw lab voor i-net Techniekclubs voor meisjes © Tony Van Galen, Het Belang van Limburg
10
Afzender: KHLim, Agoralaan Gebouw B, bus 1, 3590 Diepenbeek
Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 P109348 sept-okt-nov 2010
KHLimFocus 61 sept 2010 - nov 2010
KHLim, Katholieke Hogeschool Limburg Campus Diepenbeek, Agoralaan, gebouw B, bus 1, 3590 Diepenbeek
Redactie: Guido Cajot, Lieve Delahaye, Erik De Winter, Gerard Gielen, Brunhilde Keijers,
KHLim-Focus is het magazine voor alle KHLimmers. Het wordt ook gestuurd naar abituriënten en alumni van de KHLim. U kan een gratis abonnement vragen: stuur een mail naar
[email protected]
Myriam Lynen, Kenny Stals, Annemarie Renwart - Hoofdredactie: Erik De Winter Werkten ook mee aan dit nummer: Lisette Bobbaers, Sigrid Darquennes, Miek De Graeve, Annick Geenen, Kris Henrioulle, Jelle Jabobs, Sebastiaan Jans, Joëlle Jordens, Katrien Lannoy, Martine Meers, Lynn Roegiers, Sofie Sannen, Petra Van Gansen Vormgeving: HECTICA – www.hectica.com (oud-studenten KHLim, Media en Design Academie, Genk)
Uw naam en adresgegevens zijn opgenomen in ons geautomatiseerd adressenbestand met het oog op informatieverspreiding over de activiteiten van de hogeschool. U kunt uw gegevens in het bestand raadplegen en u heeft altijd toegangs- en correctierecht overeenkomstig de wet van 8 dec. 1992. v.u. Erik De Winter, Agoralaan Gebouw B, bus 1, 3590 Diepenbeek.
“Het Werk”, een foto van Sabrina Schepers, master in de fotografie, 2010 ‘Het Werk’ is een reeks van twaalf foto’s over een gesloten katholieke gemeenschap. Sabrina bracht banale objecten in beeld, die onrechtstreeks de eigenheid van het klooster uitstralen. Ze verbleef hiervoor verschillende weken bij de zusters. Sabrina kreeg de Prijs van de Stad Hasselt bij de uitreiking van de Wanatoeprijzen van het Belang van Limburg. Sabrina studeerde af als Master in de fotografie aan de Media & Design Academie, campus C-mine in Genk. De rest van dit werk kan je bekijken op de portfolio-website van Sabrina Schepers: www.sabrinaschepers.be
Foto cover: Wouter Bongaerts met een 3D-model van zijn hoofdrolspeler in Mouse for Sale. (Foto Tony Van Galen, Het Belang van Limburg, Wanatoe) Wouters Bongaerts studeerde in juni af als Master in de animatiefilm aan de Media & Design Academie van de KHLim. Hij werkte maanden aan zijn afstudeerproject “Mouse for sale”, een kortfilm met in de hoofdrol een eigenaardige muis. Hij werd in juni geselecteerd voor de Wanatoeprijs en won de ZebraCinemaprijs waardoor zijn film in het voorprogramma van elke ZebraCinema-voorstelling verschijnt. http://wallysketches.wordpress.com
INHOUD P04 Boorbiekes en Handige Hamertjes P05 KHLimax-orkest P06 Taalbeleid werkt P07 2 Departementshoofden Lerarenopleiding P08 Verpleegstage in Portugal P10 Inleefreis naar Tanzania P12 WWKIDS
P13 P14 P16 P17 P18 P19 P21 P22
Chemie maakt producten veiliger Hervormingen secundair onderwijs Passie voor landbouwmachines Nature for Life Zeepkistenrace Nieuw onderzoekslab voor i-net Luxekot voor KHLim-studente? En toen sloeg de faalangst toe
Iedereen heeft talent Talent en talentontwikkeling: op zowat alle studiedagen rond onderwijs lijkt dat hét thema. Mijn gedachten dwalen dan wel eens af naar het evangelieverhaal over de rentmeester en zijn drie knechten die allemaal talenten kregen. De eerste kreeg er vijf, en won er vijf bij. De tweede kreeg er drie, en won er drie bij. En de laatste kreeg er maar één. Hij was bang voor zijn meester, bang om het te verliezen en hield zijn talent verborgen. In het evangelie gaat het over talenten, wat toen zoveel betekende als geldstukken. Nochtans ligt het verhaal voor onderwijsmensen wat moeilijk, want die laatste dienaar wordt afgeschilderd als een “loser”. Maar laat ons eens een paar veronderstellingen maken. Stel dat die laatste dienaar niet leefde in angst voor zijn meester, dat hij vertrouwen had in zichzelf. Misschien had hij zijn talent dan wel gebruikt. Of stel dat de rentmeester aan iedereen evenveel talenten had gegeven. Wij gaan er liever van uit dat iedereen talent heeft. Als hogeschool trachten wij iedereen alle kansen te geven om dat (verborgen) talent tot ontwikkeling te laten komen. Zo wordt iedereen stilaan de beste versie van zichzelf. De KHLim telt zowat 7000 talenten in ontwikkeling: meer dan 6000 met het etiket student, en 800 met het etiket personeel. Ik wens iedereen een boeiend academiejaar. Willy Indeherberge Algemeen directeur
04
Boorbiekes en Handige Hamertjes: techniek is tof voor meisjes met pit!
Ook na een halve eeuw moderne emancipatie lijkt de combinatie meisjes en techniek ongewoon en zijn meisjes die voor een technisch beroep kiezen, nog al te vaak uitzonderingen. Nochtans werken vrouwen meestal zeer nauwkeurig en staan ze organisatorisch vaak sterk. Deze kwaliteiten kunnen nog steeds niet optornen tegen de traditionele rolpatronen, waardoor er te weinig plaats is voor techniek in de opvoeding van jonge meisjes en zij allicht minder vaak hun toekomst in de techniek zien. De Techniekclub, een initiatief van Technopolis dat al verschillende jaren plaatsvindt op diverse locaties in Vlaanderen, wil meisjes tussen 10 en 12 jaar spelenderwijs de spannende wereld van de techniek laten ontdekken, ook als mogelijk toekomstig werkveld. Dat techniek ook een vrouwenzaak is, is een gouden regel die in de clubs strikt wordt toegepast: begeleiders en leerlingen zijn uitsluitend vrouwen en meisjes. Buitenlands onderzoek kwam immers tot de vaststelling dat meisjes meer durf en zelfvertrouwen tonen en uiteindelijk beter functioneren in een niet-gemengde groep. Voor het eerst bood dit academiejaar de KHLim-lerarenopleiding BASO onderdak aan de Techniekclub. Tussen januari en mei 2010 kenden de sessies van twee uur een maximaal succes. In telkens twee reeksen van vijftien ontpopten dertig enthousiaste meisjes uit Hasselt en (verre) omgeving zich tot ‘Boorbiekes’ en ‘Handige Hamertjes’. Ze maakten kennis met verschillende materialen en leerden technische vaardigheden onder leiding van Technopolis edutainer Jana Butiens en vijf technologiestudenten-vrijwilligers: Katrien Declerck, Hilde Geris, Ann Guisson, Laura Tielens en Ann Vanroye. De opgetogen reacties van deze studenten en van technologiedocent Ann Emonds, initiatiefnemer van de Techniekclub in de KHLim, spreken boekdelen.
Ann Emonds: “Toen ik hoorde dat Technopolis een nieuwe locatie zocht voor de Techniekclub, dacht ik dadelijk aan het Baso-technieklokaal, waarvoor ik verantwoordelijk ben. Daar dit lokaal, volgens de verkenningsgebieden van een 1B-klas, met kamerplantjes en gezellige verlichting ingericht is, is de drempel er voor leken in de techniek beduidend lager. Het was voor mij bovendien tijdens de opleidingsdag in Technopolis reeds duidelijk dat de studenten zeker voldoende vaardigheden, technieken en veiligheidsattitudes bezitten om jonge meisjes tussen 10 en 12 jaar te begeleiden. Geregeld ben ik poolshoogte gaan nemen, eerder uit nieuwsgierigheid dan uit noodzaak. Ik merkte dat het uitstekend liep en zeker voor herhaling vatbaar is.” Ook de ‘ervaringsdeskundigen’- studenten staken hun tevredenheid niet onder stoelen of (werk)banken. Hilde Geris: “Iedere woensdag keek ik ernaar uit iets moois te maken samen met de meisjes. Soms moesten we er al eens iets langer aan werken en een tandje bijsteken, maar iedere realisatie was geslaagd. Ik zag ook dat de meisjes het heel graag deden en iedere keer stipt kwamen. Je schept ook een band met hen: de laatste keer vond ik het wel erg om afscheid te nemen.” Ann Guisson: “Het was echt fijn om met deze meisjes week na week aan techniek te doen en hen te helpen realiseren wat vaak onterecht voor ‘jongenswerk’ doorgaat. Ons enthousiasme stak hen aan en omgekeerd gebeurde dat misschien nog meer, want ze wisten ons altijd wat te vertellen: over school, hun vrienden en soms… hun liefje. We stonden echter ook verbaasd van de snelheid waarmee sommigen de technieken oppikten.” De laatste samenkomst van deze originele lessenreeks was wel heel bijzonder: de mama’s van de deelnemertjes of andere vrouwelijke familieleden assisteerden de meisjes bij het maken van boekensteunen. Ann Guisson: “De beste les vond ik de laatste. Het was komisch om te zien hoe de duo’s moesten samenwerken en hoe sommige mama’s net iets te bezorgd waren om hun kleine meid.”
05
KHLimax-orkest klaar voor nieuwe seizoen
Ann Emonds: “Na die laatste les verklaarden mama’s zich tot leden van het promoteam van de Techniekclub of kwamen ze vragen om een vervolgreeks, waaraan hun andere dochter dan kan deelnemen.” De vermelding dat de volgende ‘Techniekclub’ voor meisjes in de lerarenopleiding Baso, reeds op de plank staat, is dan ook geen verrassing. Vanaf februari 2011 gaan meisjes met pit weer met toffe techniek aan de slag. Annemarie Renwart, Brunhilde Keijers
(http://www.khlim.be/eCache/23392/Exclusief_voor_leerlingen.html)
Meer info over andere initiatieven van de KHLim rond de promotie van wetenschap en technologie vind je in de brochure van Eurekaha: KHLim-interactief 2010-2011 Wetenschap en Technologie voor leerlingen en leerkrachten • duurzame energie • chemie-biologie-fysica-natuurwetenschappen • milieuzorg • techniek • elektronica-ICT-wiskunde • mechanica • elektriciteit • biotechnologie • nanotechnologie • polymeertechnologie • biomedische technieken
Ook te raadplegen via www.eurekaha.be of via www.khlim.be
Reeds jaren heeft de KHLim een eigen orkest, samengesteld uit studenten en alumni. KHLimax staat onder leiding van Bert Appermont, docent aan de lerarenopleiding en tevens componist. Aan het begin van het academiejaar nodigt het orkest nieuwe muzikanten onder de studenten en het personeel uit om mee te musiceren. Elk semester probeert KHLimax een concert te geven. In oktober starten de repetities. Wie zich engageert, geeft zich voluit. Elke maandagavond van 18u30 tot 20u30 wordt er gerepeteerd in het Stedelijk Conservatorium te Hasselt. Het succes van het orkest heeft veel te maken met de dirigent, Bert Appermont, wiens internationaal gelauwerde composities door KHLimax geregeld worden gebracht. Als componist schreef hij naast een oratorium en twee musicals reeds een 50-tal werken voor koor, kamermuziekensembles, blaasorkest en symfonisch orkest. In 2007 behaalde het orkest onder zijn leiding op het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt de eerste prijs cum laude in de categorie harmonieorkesten, fanfares en brassbands. Bespeel je een blaas- of slaginstrument? Heb je interesse om deel uit te maken van KHLimax? Stuur dan een mail met al je gegevens naar
[email protected]
06
Taalbeleid werkt KHLim-Focus had een gesprek met Guido Cajot, de KHLim-taalcoördinator die het afgelopen academiejaar het taalbeleid in onze hogeschool op poten zette en ook een gezicht gaf. Volgens hem was het absoluut nodig dat de hogeschool extra inzette op taalbeleid, want taal en onderwijs kunnen niet zonder mekaar.
KHLim-Focus: Is het dan zo erg gesteld met de taalvaardigheid van de studenten? Guido Cajot: De afgelopen jaren hebben de media geregeld alarmerende berichten de wereld in gestuurd en meestal ging het dan om de talrijke spellingsfouten die studenten maken in papers en op examens. Op 16 december 2008 schreef Het Laatste Nieuws: ‘Studenten kunnen niet zonder fouten schrijven’. Vooral de werkwoordsfouten vallen op en maatschappelijk wordt dit de foutenschrijvers heel erg aangerekend. Oorzaken hiervan worden ook heel snel gevonden: sms’en en msn’en, onvoldoende kennis van de spellingsregels, te weinig controle op spelling in het secundair onderwijs enzovoort. Ik vind ook dat studenten en zeker wie voor leraar studeert, foutloos moeten schrijven, maar taalbeleid mag zich niet enkel hierop focussen. Enerzijds is spelling iets dat zeer goed opvalt bij iedereen, omdat het louter vormelijk is, anderzijds kan iemand met een gepaste remediëring zeer snel geholpen worden. Ik heb dit gezien bij een student die ik persoonlijke begeleidde. Ik liet haar eerst een dictee maken en keek goed toe hoe ze schreef. Ze spelde haar werkwoorden puur intuïtief en louter fonetisch, waardoor ze uiteraard dingen schreef als ‘uitgevoert’ of ‘beantwoort’. Nog een klassieke fout die ook zij schreef, was ‘de verbreedde weg’. Ik ging met haar de fouten analyseren en we zochten samen naar de regeltjes, want die kende ze echt niet. Tussen de verschillende sessies in maakte ze op computer spellingsoefeningen met onmiddellijke feedback. Het resultaat na drie sessies was verbluffend.
KHLim-focus: Spelling kan je dus leren. Wat is taalbeleid nog? Guido Cajot: Als je studenten bijwerkt voor spelling, ga je remediëren oftewel ‘repareren’ zoals de Nederlanders zeggen. Taalbeleid is echter onlosmakelijk verbonden met studeervaardigheden. Studenten moeten uit syllabi, handboeken en artikels inhouden halen die ze moeten kennen. Dat betekent dat ze sterker moeten worden in begrijpend lezen. Ze moeten ook samenvattingen en schema’s maken. In lessen noteren ze wat de docent vertelt enzovoort. Op zich zijn dit allemaal taalcompetenties die de student nodig heeft om te kunnen slagen. Daarom is de hoofddoelstelling van een taalbeleid: ‘Alle studenten
in staat stellen om de curriculumdoelstellingen te halen van de opleiding die ze volgen’. In eenvoudige woorden betekent dit ‘slagen’. Taalbeleid kadert ook binnen het diversiteitsbeleid van de hogeschool en in zijn beleidsverklaring bij de opening van het academiejaar op 18 september 2008 formuleerde onze algemeen directeur, Willy Indeherberge, dit ook nog als volgt: ‘Hoewel we enkele duidelijke doelgroepen hebben afgebakend, moet ons diversiteitsbeleid erop gericht zijn de talenten van alle studenten te ontwikkelen. We spreken dan ook van een ‘design for all’, en dat met specifieke ondersteuning van studenten uit kansengroepen.’ Het taalbeleid is dus niet alleen bedoeld voor allochtone studenten of studenten van wie het Nederlands niet de moedertaal is, maar voor alle studenten.
KHLim-Focus: Moeten de docenten niet geremedieerd worden? Guido Cajot: Uiteraard zij ook en zelfs de directie. Zo krijgt ‘Het Taalbureau’ teksten van docenten die ze willen laten nakijken. Taalbeleid heeft immers niet alleen te maken met de taalvaardigheid van de student, maar ook met interne en externe communicatie van de hogeschool. We merken als taaldocenten ook dat docenten met heel wat specifieke taalproblemen bij ons aankomen, zoals ‘Wat is het Algemeen Nederlandse woord voor ‘guimauvekes’. Dat zijn Onze-Lieve-Vrouwsnoepjes die iedereen wel kent.
Om alle docenten bewust te maken van hun rol als ondersteuners van het taalbeleid zijn er de wekelijkse taalprikkels in de digitale Nieuwsbrief, de uitgebreide taalprikkels die Jeroen Lievens naar de docenten van IWT stuurt, de workshops voor docenten in SAW, de departementale studiedagen in de lerarenopleiding enzovoort. We hebben ook een taalteam waarin taalcoördinatoren van de verschillende departementen hun expertise uitwisselen en gemeenschappelijke acties plannen. Ikzelf ben lid van verschillende leernetwerken binnen de associatie en daarbuiten waarin er overleg is over taalbeleid. Daar benijdt men de KHLim omwille van de unieke structuur met een taalcoördinator die het taalbeleid centraal aanstuurt met de hulp van
07
Lerarenopleiding gesplitst
taalondersteuners in ieder departement. We kiezen er trouwens ook voor om binnen Limburg met de andere lerarenopleidingen samen te werken: mijn collega’s Veerle Schuyten en Ann Deburchgrave overleggen geregeld met de taalcollega’s van XIOS en PHL. Er zijn nog veel meer projecten waar we binnen de associatie K.U.Leuven samenwerken met andere hogescholen zoals HUBrussel en KHLeuven: je moet maar eens surfen naar www.ikwilleerkrachtworden.be. KHLim-Focus: Wat kan taalbeleid betekenen in de toekomst? Guido Cajot: Taalbeleid is geen hype, die na enkele jaren zal stoppen. Ik denk dat dit nog maar een begin is. Er is in de Katholieke Hogeschool Limburg een hele beweging op gang gekomen waarbij docenten, taal- en andervakdocenten, gedwongen werden om systematisch na te denken over de taalcompetenties van de studenten en er concreet zelf in hun eigen lessen iets aan te doen. Docenten geven nu meer en bewust ondersteuning die belangrijk is voor het bereiken van de eindcompetenties van een opleidingsonderdeel. De kans op succes vergroot aanzienlijk wanneer docenten en studenten gemotiveerd zijn en het nut hiervan inzien. In de visietekst over taalbeleid van de associatie ligt de focus op een taalontwikkelend project waarbij alle docenten in alle opleidingsonderdelen van het curriculum de studenten taalkrachtig ondersteunen. We willen immers allemaal dat onze studenten op het einde van het academiejaar slagen en het is mijn overtuiging dat een goed uitgebouwd en door iedereen gedragen taalbeleid hierin een zeer belangrijke rol speelt.
Foto: Guido Cajot en Veerle Schuyten van het taalbureau. Voor de start van het academiejaar organiseert de KHLim een cursus Nederlands in het hoger onderwijs. Deze cursus richt zich op nieuwe studenten die met voorsprong willen starten. Het blijkt immers uit onderzoek dat sommige studenten in de loop van het eerste jaar wel eens problemen ondervinden met hun cursussen omwille van het academischer taalgebruik. Het gaat dus zeker niet enkel om studenten uit de lerarenopleidingen.
De KHLim splitst haar grootste departement, de Lerarenopleiding (LER), goed voor meer dan 2000 studenten. Enerzijds komt er de Lerarenopleiding BAKO – BALO met de opleidingen van de Campus Hemelrijk. Anderzijds wordt de campus in Diepenbeek een apart departement LER – BASO. Sinds de hogescholenfusie in 1995 heeft het departement steeds verdeeld gezeten op twee campussen. De opleidingen bachelor kleuteronderwijs (BAKO) en lager onderwijs (BALO) zijn gehuisvest op de campus Hemelrijk, ook bekend als het gebouw van de vroegere “Blauwe Nonnen” in de Maastrichterstraat. Daarnaast is er de opleiding bachelor secundair onderwijs (BASO), ooit bekend als het “regentaat”. Aanvankelijk zat dat departement op de Oude Luikerbaan. In 2003 verhuisden de studenten naar hun “Ark”, een modern complex op de campus Diepenbeek. In de praktijk zal er voor de studenten en het personeel niet zoveel veranderen vermits ze toch op verschillende locaties zaten. Er komen wel twee departementshoofden. Odette Vanlaer, die sinds de fusie in 1995 aan het hoofd stond van het departement, neemt binnen de KHLim een nieuwe taak op als projectmanager 2020. Sinds de fusie is de Lerarenopleiding van de KHLim continu gegroeid. In de Associatie K.U.Leuven is de lerarenopleiding van de KHLim de grootste. Odette Vanlaer zorgde met haar departement voor een grote inbreng in de “School of Education”, het expertisenetwerk van alle lerarenopleidingen binnen de Associatie. Zij gaf ook alle kansen aan de trajecten die het departement ontwikkelde voor volwassenen en werkstudenten (KHLim Next). Voorts creëerde ze in haar departement enkele unieke aanvullende opleidingen zoals de bachelor-na-bachelors buitengewoon onderwijs en zorgverbreding waar elk jaar tientallen studenten voor inschrijven. In het departement LER BASO zal Eddy Exelmans de functie van departementshoofd uitoefenen. Op de campus Hemelrijk wordt Anne Van Schoor departementshoofd ad interim tot de aanwervingsprocedure achter de rug is. (EDW) Foto boven: Odette Vanlaer, sinds 1995 departementshoofd Lerarenopleiding, wordt als gevolg van de splitsing van het departement opgevolgd door twee departementshoofden.
08
Op verpleegstage in Portugal Derdejaarsstudentes verpleegkunde Fanny en Michelle gingen voor hun stage wat verder dan Limburg en kwamen terecht in Coimbra in Portugal. Vijf weken lang waren ze op post in het Hospital da Universidade de Coimbra, het grootse ziekenhuis van Portugal, en nog eens vijf weken in het Hospital dos Covoes. Van eind november tot eind februari kregen zij dus de kans om verpleegkunde op zijn Portugees van dichtbij mee te maken.
Waar verbleven jullie tijdens de stage? Fanny: “Tijdens deze drie maanden verbleven we in de studentenresidentie. Dit kun je vergelijken met een kotgebouw. Alle studenten die hier verblijven studeren verpleegkunde. Het residentiegebouw bevindt zich achter het schoolgebouw. Iedere kamer is uitgerust voor drie studenten, maar Michelle en ik zaten met ons twee op een kamer. Iedere gang is uitgerust met ongeveer tien kamers en iedere gang is voorzien van drie toiletten, drie douches en één bad. Onder in de residentie is er een cafetaria waar je op weekdagen op vaste tijdstippen een maaltijd kan nuttigen.”
Had je speciale voorbereidingen getroffen voordat je naar Portugal vertrok? Michelle: “Ik had geen speciale voorbereidingen getroffen. Wel had ik een paar woorden en zinnen in het Portugees geleerd. Maar ik had geen speciale lessen gevolgd.” Fanny: “Mijn voorbereiding op de buitenlandse stage was ook niet zo uitgebreid. Die bestond vooral uit het verzamelen van informatie over de stad zelf. Ik heb zelf wat Portugese woorden en zinnen geleerd, maar ik heb geen taalcursus of iets dergelijks gevolgd.”
student was uit België.” Michelle: “Heel af en toe had ik eens geluk om een patiënt te hebben die Engels of Frans kon, maar dat was uitzonderlijk. Natuurlijk verliep de communicatie in het begin heel moeilijk met de patiënten maar met gebaren en hier en daar een woord kon ik me meestal toch uitdrukken en begreep ik de patiënten ook. Na een paar weken verliep de communicatie al veel beter en kon ik al redelijk Portugees spreken. De communicatie met de verpleegkundigen verliep goed. Ze spraken Engels of Frans tegen me en hielpen me Portugees te leren.”
Vond je het leuk dat je met twee op stage kon gaan in het buitenland? Fanny: “Het was mijn eerste keuze om met een collega naar het buitenland te gaan. Ik ben liever met iemand samen dan alleen. Michelle en ik hebben elkaar gesteund en we hebben een goede band met elkaar gevormd. Ik zou niet alleen naar het buitenland gegaan zijn.” Michelle: “Vooral in het begin was het leuk omdat je dan nog niemand kent. Ik heb hele leuke ervaringen samen met Fanny gehad. Maar moest ik alleen gegaan zijn, zou ik het ook niet erg gevonden hebben. Ik had mijn plan daar wel kunnen trekken.”
Hoe verliep de communicatie met patiënten en collega’s? Wat deed je in je vrije tijd? Fanny: “De eerste paar weken op stage waren heel anders dan in België. Het grootste obstakel dat ik heb moeten overwinnen was de taalbarrière. Op beide afdelingen werd ik toegewezen aan een verpleegkundige die Engels kon spreken. Ik heb ook enkele dagen samengewerkt met een Franstalige verpleegkundige. Dit was in het begin moeilijk, omdat mijn Frans niet zo goed is. De eerste paar weken waren stresserend, maar na een tijd raakte ik het gewend en begon ik dingen van de taal op te vangen. Ik heb gemerkt dat je met non-verbale communicatie je al heel veel kan achterhalen. Het was soms wel wat frustrerend dat ik de patiënten niet begreep. De meeste patiënten hadden sympathie voor mij en begrepen mijn situatie. Na enkele dagen kon ik zelf in het Portugees uitleggen dat ik een buitenlandse
Michelle: “Ik ging regelmatig eens een wandeling maken, de stad verkennen, shoppen, uitgaan. Porto en Lissabon heb ik ook bezocht en ik ben ook eens naar de kust gegaan in Figuera da Foz.” Fanny: “Ik heb een aantal mensen leren kennen waar ik veel mee ben weggeweest. Ik heb gemerkt dat de studenten erg sociaal zijn en je maakt snel vrienden. We hebben het nachtleven van Coimbra mogen meemaken. Dit is heel vergelijkbaar met Leuven, de studenten gaan iedere nacht van de week weg. Michelle en ik zijn veel gaan wandelen en hebben veel gezien.”
Luc Van Gorp geeft fakkel door
Zou je andere studenten aanraden om in het buitenland op stage te gaan? Michelle: “Ik zou het heel zeker aanraden aan andere studenten. Het is een geweldige ervaring. Je krijgt meestal ook maar één keer die kans om het mee te maken. En je leert er heel veel uit. Niet alleen op vlak van je studies maar je leert jezelf beter kennen. Echt spectaculaire dingen heb ik niet meegemaakt. Wel veel goede ervaringen waar ik echt met trots op terugkijk.” Fanny: “Ik zou het ook zeker andere studenten aanraden omdat het zo’n goede ervaring is en omdat je er zoveel van bijleert. Je leert omgaan met de verschillen tussen België en een vreemd land, maar je leert ook zoveel bij over jezelf. Ik heb het persoonlijk moeilijk gehad met heimwee. Ik miste thuis veel erger dan dat ik had gedacht. Ik heb ook geleerd om zelfstandiger te zijn: zelf de was en de plas doen. Het is een goede algemene ervaring om te hebben waarin je jezelf echt leert kennen.”
De buitenlandse stage geeft dus een meerwaarde aan de opleiding? Fanny: “Voor mij was het zeker een meerwaarde. Vanwege de moeilijke communicatie leer je meer voor jezelf denken, omdat het moet. Ik heb geleerd om meer onafhankelijk te werken. Ik heb met andere technieken gewerkt dan in de Belgische ziekenhuizen. In Portugal doen ze bijvoorbeeld een bloedafname met spuit en naald in plaats van het vacuümsysteem. Het was fijn en leerzaam om verschillende technieken te kunnen vergelijken. Hierdoor kun je door de kennis die je hebt voor jezelf inschatten wat voor jezelf de beste manier van werken is en ontwikkel je zo een eigen stijl.” Michelle: “Dat vond ik ook. Ik heb de verpleegkunde in Portugal kunnen vergelijken met de verpleegkunde in België. Je leert dat ook veel op een andere manier kan en dat het daarom geen slechte manier hoeft te zijn.” Lynn Roegiers, studente verpleegkunde
09
Luc Van Gorp was 9 jaar lang de bezieler van het departement Gezondheidszorg van de KHLim. Daarnaast engageerde hij zich ook voor het Wit-Gele Kruis. Hij was jarenlang de Limburgse voorzitter van deze thuiszorgorganisatie. In 2008 werd hij voorzitter van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen. De combinatie van beide functies werd in de praktijk bijzonder zwaar. Luc Van Gorp blijft wel verbonden aan de KHLim als onderzoeker. Luc Van Gorp: “We hebben heel wat projecten vorm gegeven, dankzij een geëngageerde groep van schitterende medewerkers. Ik denk dan bijv. aan de voortgangstoets, de opstart van het Leer- & Innovatiecentrum, de curriculahervormingen, en de uitbouw van Vroedkunde Limburg.” Ook in de Associatie K.U.Leuven speelde hij een voorname rol bij het ontwikkelen van het competentieprofiel van de verpleegkundige, en bij de master verpleeg- en vroedkunde. Luc Van Gorp: “Ik kan nu meewerken aan een nieuw projectmatig wetenschappelijk onderzoek dat we aan het departement gezondheidszorg opstarten. De titel is een hele mondvol: “Impact van leiderschapsontwikkeling op het ethisch leiderschap van de hoofdverpleegkundige, het omgaan met moral distress en de ethische zorgattitudes van afdelingsverpleegkundigen, en het ethisch afdelingsklimaat.” Het is een thema dat me als ethicus en verpleegkundige erg nauw aan het hart ligt.” Luc Van Gorp was één van de drijvende krachten achter de uitbouw van een zorgcampus in Genk. De KHLim besliste onlangs dat de opleidingen Gezondheidszorg van de KHLim op termijn zullen verhuizen naar Genk. Op de zorgcampus krijgen ze een plaats naast het ziekenhuis, een kinderpsychiatrisch ziekenhuis en een kinderdagverblijf. Zo krijgen de opleidingen meer mogelijkheden om nauwer bij het werkveld aan te sluiten. De Raad van Bestuur van de KHLim stelde Natasja Jennekensaan als nieuw departementshoofd. (EDW) Foto boven: Luc Van Gorp, hier bij de opening van het infopuntzorg in Genk in 2008. Samen met algemeen directeur Willy Indeherberge en de toenmalige minister van welzijn, Veerle Heeren.
10
Studenten verpleeg- en vroedkunde op inleefreis naar Tanzania
Vorig academiejaar trokken twee docenten verpleegkunde en acht studenten van het tweede jaar vroedkunde en vier studenten van het derde jaar verpleegkunde op inleefreis naar Tanzania. Een inleefreis is een reis waarbij de focus ligt op het kennis maken met een andere cultuur en het aanscherpen van interculturele competenties. Het accent ligt dus niet op ontspanning of ‘veel zien’ maar op de ontmoeting met de plaatselijke bevolking. “Deze reis wil bijdragen tot de ontwikkeling tot een cultureel competente verpleegkundige of vroedvrouw. Ook liet deze reis ervaren wat het is om ‘anders’ te zijn. Via het leven in een ‘vreemde’ omgeving, voelden we aan den lijve wat het bijvoorbeeld voor patiënten of voor allochtonen is om in een vreemde cultuur terecht te komen. Tot slot wensten we via deze reis kennis uit te wisselen met de bezochte instellingen”. De reis begon reeds in september 2009, met het voorbereidingstraject. Elke maand kwamen studenten en docenten een avond samen om de reis voor te bereiden. Hier werden thema’s besproken zoals cultuurschok, gezondheidszorg, leven en gewoonten in Tanzania. Ook leerden ze een (beperkt) mondje Swahili, om in Tanzania vlotter contact met de lokale bevolking te kunnen leggen. “De reis zelf was een ervaring om nooit te vergeten. In Kigoma, onze uitvalsbasis, leefden we mee met de bewoners van het Maendeleo Youth Centre. Dit is een opvangtehuis voor straat- en weesjongens. Het centrum wordt geleid door de Vlaamse Broeder van Liefde, broeder Stan. Vanuit onze verblijfplaats
bezochten we een aantal ziekenhuizen, dispensaria, een school en een voorziening voor kinderen met een mentale handicap.” In kleinere groepjes hebben de studenten tevens een aantal dagen stage gelopen in vier ziekenhuizen en een psychiatrische voorziening. De studenten hebben een bevalling kunnen begeleiden of observeren. De vroedvrouwen hebben zelfs een keizersnede bijgewoond. Daarnaast hebben ze kennis gemaakt met de dagelijkse werking van de voorzieningen. De studenten waren onder de indruk van de manier van werken in Afrika. Er is een gebrek aan hygiëne, steriliteit, kennis, materiaal en medicatie. Ook de manier waarop artsen, vroedvrouwen en verpleegkundigen communiceren met hun patiënten is anders dan in het Westen. Ze zijn kort van stof en streng ten aanzien van patiënten en geven niet veel informatie. Dit leidde vaak tot verontwaardiging bij de studenten. Alles wat ze gezien, gehoord, geproefd, gevoeld en meegemaakt hebben, heeft dan ook een diepe indruk bij hen nagelaten. Deze ervaringen hebben ze, bij wijze van naverwerking, op de KHLimundo aan docenten, medestudenten, familie en vrienden gepresenteerd. Tevens hebben de studenten reeds tijdens de reis besloten om een eigen magazine over hun ervaringen te maken. Het kreeg de naam “Mzungu”, wat “blanke” in het Swahili betekent. Met de verkoop van dit magazine, zouden ze een bijdrage leveren aan de renovatie van het dak van de slaapzaal in het Maendeleo Youth Centre. Hendrikje Huysmans en Gert Wouters
11
Verpleegkunde dankt haar simulatiepatiënten
Reeds tien jaar doet het departement Gezondheidszorg een beroep op simulatiepatiënten (“sims”) die zich vrijwillig inzetten om de eerstejaarsstudenten verpleegkunde te trakteren op levensechte trainingen in basiscommunicatieve en technische vaardigheden zoals bloeddrukmetingen en slechtnieuwsgesprekken.
In de lessen RVV (relationele verpleegkundige vaardigheden) van het eerste jaar verpleegkunde schakelen de docenten sims in zodat de studenten de basiscommunicatieve vaardigheden kunnen oefenen. Ook wordt er voor de studenten van het eerste jaar een oefensessie georganiseerd om zowel de eenvoudige technische vaardigheden en de communicatieve vaardigheden te integreren binnen een simulatieoefening. Bijvoorbeeld het meten van de bloeddruk is een prima gelegenheid hiervoor. Na de oefening krijgen de studenten dan feed-back van hun docenten, maar ook van de simulatiepatiënten zelf. Ook worden vrije oefenmomenten georganiseerd waarvoor de studenten zich per twee kunnen inschrijven. Hier kunnen ze op een veilige manier oefenen met de simulatiepatiënt zonder docent of groep medestudenten.
Het leven zoals het is Lisette Bobbaers, docente Verpleegkunde: “Via deze simulatieoefeningen bieden we onze studenten de hoogst mogelijke betrokkenheid. Het is zo goed als “real live”. De studenten ondervinden aan den lijve wat het betekent om ‘in communicatie te treden’. Ze zien, horen en voelen via de feedback van de sims, maar ook van hun medestudenten en docenten hoe ze hun gedrag kunnen aanpassen. Kennis en inzichten zijn onvoldoende als je het niet kan oefenen in een veilige situatie. Op deze manier
kan de student experimenteren.” In de lessen RVV (relationele verpleegkundige vaardigheden) van het tweede jaar verpleegkunde worden sims gevraagd voor bijvoorbeeld oefeningen hoe patiënten of familieleden informatie te geven over een ingewikkelde pathologie. Ook in de opleidingen voor volwassenen en werkstudenten (de zogenaamdde brug-opleiding en route 33) krijgen de studenten sims om te oefenen. Volgens Lisette Bobbaers vinden de studenten de oefeningen met simulatiepatiënten erg positief. “Sims spelen de rol levensecht. Klasgenoten die een rol spelen zijn veel te mild voor elkaar. Als student is het bovendien ook gemakkelijker om zich in te leven in de rol van verpleegkundige bij een onbekende sim dan bij een klasgenoot. Oefenen met sims geeft minder stress dan in de klas en helpt om meer zelfvertrouwen te krijgen.” De appreciatie van de studenten is dan ook erg groot. “Het is schitterend dat deze mensen tijd willen vrijmaken om ons de kans te geven om levensecht te oefenen.”
Foto: De KHLim bedankte de simulatiepatiënten het voorbije academiejaar met een etentje.
12
WWKIDS sluit af met LAN-party
“Mevrouw, voor wie is dat? Mogen KHLim-studenten ook meedoen?” De laptops met games staken duidelijk de ogen uit van verschillende van onze eigen studenten, maar ze waren niet voor hen bedoeld… Deze LAN-party op een zonnige namiddag in mei was een onderdeel van het afsluitend evenement van WWKIDS, een door de overheid gesubsidieerd wetenschapspopulariseringsproject uitgevoerd door de groep [ED+ict] van de KHLim. WWKIDS (Wireless Web Kids) ging in januari 2008 van start en belichtte de vakoverschrijdende mogelijkheden van mobiele multimediatechnologie voor leerkrachten. Het project wilde leerlingen boeien voor de technologische (achter)kant van het verhaal. Eerst maakten leerlingen van de 3de graad secundair onderwijs interactieve zoektochten met pda’s (personal digital assistant) en gps. Het thema mochten ze zelf kiezen. Daarna mochten leerlingen van de 3de graad basisonderwijs deze zoektocht in de praktijk uitvoeren. De leerlingen van de vijf pilootscholen uit het secundair onderwijs werden uitgenodigd om op dit afsluitevenement hun uitgewerkte zoektochten aan elkaar te komen voorstellen. Veel scholen werkten binnen hun “vrije ruimte” mee aan dit project en zagen het als een unieke kans om vakoverschrijdend te werken. Men kon immers een thema uit de “zachte” wetenschappen kiezen, bijvoorbeeld geschiedenis. Men werkte dit dan uit met de kennis en kunde uit de “harde” wetenschappen. Om de drempel voor leerkrachten te verlagen, kregen zij vooraf een introductie in het gebruik van de pda en in de mogelijkheden van Web 2.0. Naast het ontrafelen van de werking van een gps en het programmeren van een pda, kwam immers ook het gebruik van social software (Web 2.0) aan bod om bijvoorbeeld Wiki’s te schrijven. Zo leerden ze o.a. ook de tools van iGoogle hanteren. De uitgewerkte routes zaten vol leuke ideeën en werden
mooi uitgewerkt. De deelnemende scholen waren stuk voor stuk enthousiast! Op de LAN-party dreef men verder op deze multimediaflow. De leerlingen speelden in een netwerk het computerspel “Return to Castle Wolfenstein – Enemy Territory” met en tegen elkaar. Daarna bracht een pda-zoektocht hen langs de belangrijkste punten van de campus in Diepenbeek: kwestie van al goed voorbereid te zijn op de nabije toekomst, mocht het door dit project zijn beginnen te kriebelen. Het is immers de bedoeling om jongeren, die al deze multimediagadgets als normale gebruiksvoorwerpen zien, ook warm te maken voor de technologie erachter en hen te stimuleren om een richting als ICT, multimediadesign of elektronica te kiezen. Als kers op de taart van deze namiddag werden er nog enkele multimediahebbedingetjes uitgeloot, waaronder enkele iPods. Van al deze software-voorstellingen en hardware-toepassingen krijgen zelfs de grootste gamefreaks, Web 2.0-adepten en nerds in het kwadraat honger en dorst. De frietbus die om vier uur arriveerde, was dan ook een welkome afwisseling op het programma en kon iedereen verleiden tot een smakelijke hap. Brunhilde Keijers Sebastiaan Jans De vijf pilootscholen met hun uitgewerkte thema’s: • KTA 1 Hasselt – Domein Bokrijk • Virga Jesse College Hasselt – Stadswandeling Hasselt • VIIO Humaniora Tongeren – Terug in de tijd naar Ambiorix • Sint-Augustinus Bree - Breese Economische Stuurgroep (BRES) • Provil Lommel – Stadswandeling Lommel
13
Chemie maakt producten veiliger
Iedereen is bekommerd om een veilige woon-, werken leefomgeving. Brandveiligheid is hiervan één aspect. Daarom is de vraag naar brandwerende of -bestendige producten groot. Kaneka Belgium zocht een oplossing in de ontwikkeling van brandbestendige afdichtingsmiddelen. Sofie Sannen, studente master industrieel ingenieur chemie, deed het onderzoek. Iedereen heeft al wel eens een kitpistool gehanteerd om kieren te dichten. De kunststof waar het hier over gaat is vaak een MS-polymeer, meer bepaald een “Modified Silicone”-polyether, dat door Kaneka ontwikkeld werd. Dit polymeer doet dienst als basisgrondstof voor voegen verlijmingskitten die gebruikt worden in de bouw en de autoindustrie. Op zich is dit een petrochemisch polymeer en bijgevolg spijtig genoeg relatief goed brandbaar. Om aan de stijgende vraag naar brandveiligere producten te kunnen voldoen, besloot Kaneka Belgium NV haar gamma aan deze kitten uit te breiden met een kit die vlamvertragend of vlamdovend werkt.
Nieuwe mengsels testen Een standaardkit op basis van MS-polyether bezit specifieke fysische en mechanische eigenschappen waardoor dit materiaal uitermate geschikt is voor de beoogde toepassing. Onder andere de kleefsterkte en de viscositeit zijn optimaal. Maar als je vlamvertragende bestanddelen aan deze standaardkit toevoegt, wijzigen deze fysische en mechanische eigenschappen spijtig genoeg vaak in slechte zin. Sofie Sannen, masterstudent Industriële Wetenschappen bij de KHLim, maakte voor haar eindwerk een hele reeks mengsels van standaardkits met diverse vlamvertragende bestanddelen. Vervolgens voerde ze fysische en mechanische testen uit en ging ze het vlamvertragend en vlamdovend effect na.
Het toevoegen van vlamvertragende bestanddelen levert dus duidelijk resultaat op met betrekking tot de brandveiligheid. In een derde fase werden de formulaties met goede vlamvertragende en vlamdovende eigenschappen verfijnd. Op die manier verbeterde Sofie hun fysische en mechanische eigenschappen totdat ze deze van de standaardformulatie (bijna) evenaarden. Tot slot werd een extern en gespecialiseerd lab geraadpleegd om de brandveiligheid van de nieuwe producten officieel te testen en om de geschiktheid van deze nieuwe mengsels voor de beoogde toepassing na te gaan.
Te koop in de winkel? De studie naar het ontwikkelen van een vlamvertragende formulatie leverde enkele goede combinaties op. Een eerste combinatie, die vlamvertragend en rookonderdrukkend werkt, bestaat uit het basisproduct met aluminiumtrihydroxide en een fosfaatester. Naast een vlamvertragende en een rookonderdrukkende werking zorgt een tweede combinatie van aluminiumtrihydroxide en ammoniumpolyfosfaat bovendien voor een extra afschermende aslaag. Dankzij dit onderzoek kan Kaneka haar gamma aan lijm- en dichtingsmiddelen voor de klanten aanvullen met meer brandveilige producten. Sofie Sannen en Brunhilde Keijers
Op de foto zie je het resultaat van een brandtest waarin een kit met standaardformulatie en een kit met een vlamvertragende of vlamdovende formulatie naast elkaar getest werden. Links: standaardformulatie - rechts: vlamvertragende formulatie
14
Hervormingen secundair onderwijs is nieuwe uitdaging voor lerarenopleiding Er lijkt wat te gaan bewegen in het landschap van het secundair onderwijs. Het basisonderwijs is de laatste jaren sterk in evolutie. Het hoger onderwijs is grondig van gedaante veranderd met de invoering van bachelors en masters. Nu lijkt het er ook op dat in het secundair onderwijs men een nieuwe weg wil inslaan, hoewel lang niet iedereen op dezelfde golflengte zit. Op een studiedag van de Lerarenopleiding begin september werd de nieuwe denkpiste tegen het licht gehouden.
Twee jaar geleden begon op initiatief van toenmalig minister Frank Vandenbroucke, een commissie aan het uitschrijven van een nieuwe visie op het secundair onderwijs. De commissie van deskundigen stond onder leiding van Georges Monard. Hijzelf kwam begin september naar de KHLim om toelichting te geven bij de grote lijnen van de vernieuwingen. Iedereen is het er over eens dat het Vlaamse onderwijs bijzonder goed scoort. Internationale vergelijkende studies wijzen dat uit. We scoren o.a. hoog voor kennisoverdracht. Maar er zijn wel degelijk zwakke plekken. Zo maakt men zich zorgen over de grote uitval: te veel leerlingen halen geen diploma secundair onderwijs. Aan de ondergrens van het systeem is dus werk aan de winkel. Daarbij komt dat dit vaak samenhangt met maatschappelijke drempels.
Einde van de opdeling ASO-TSO-BSO-KSO ? Historisch gezien was ons secundair onderwijs niet ontworpen voor de hele leerlingenpopulatie, aldus Monard. Slechts een beperkt aantal leerlingen studeerden begin 20ste eeuw verder in een secundaire school. Ondertussen is dat plaatje totaal veranderd. Maar toch blijft het secundair onderwijs teveel afgestemd om leerlingen die gemakkelijk leren. Uit OESO-studies blijkt dat we inzake welbevinden van de leerlingen zeker niet tot de besten behoren.
Belangrijk in de voorstellen is het verdwijnen van de schotten tussen ASO, TSO en BSO. Verder zouden leerlingen pas op latere leeftijd keuzes moeten maken. In de eerste graad krijgen ze eerst vier interessegebieden zodat ze zich beter kunnen oriënteren. In de tweede en derde graad worden een twintigtal richtingen voorzien. Een A-richting is arbeidsmarktgeoriënteerd, een D-richting beoogt doorstroming naar het hoger onderwijs. Na de uiteenzetting plaatste Wifried van Rompaey, secretaris-generaal van het VVKHO (Vlaamse Vereniging van het Katholiek Hoger Onderwijs) een reeks kritische bedenkingen bij de voorstellen. Naar aanleiding van de nota van de Commissie Monard zijn er ondertussen heel wat gesprekken geweest met diverse actoren uit het onderwijsveld. Binnenkort zal Minister Smet met een oriëntatienota naar buiten komen. De docenten van de Lerarenopleiding BASO (Bachelor Secundair Onderwijs) volgen de discussie alleszins op de voet. Ook bij hen zijn de meningen verdeeld. In ieder geval zal het, na de overgang van het 3-vakkensysteem naar het 2-vakkensysteem vier jaar geleden, weerom boeiend worden om met BASO in te spelen op de nieuwe uitdagingen. Erik De Winter Foto: Georges Monard : er blijft nog heel wat voer voor discussie over hoe het secundair onderwijs hervormd moet worden.
15
“Uw onderneming staat er vrij goed voor mijnheer, maar…”
Studenten die analyses maken voor echte ondernemingen, het kan! “Met één voet in de praktijk”, zo zou je het project van de derdejaars Financieen Verzekeringswezen (FV) van het departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde kunnen noemen. Patrick Kessels van het boekhoudkantoor Coda zette hier samen met enkele docenten zijn schouders onder en het werd een succes!
De studenten FV moeten leren om belangrijke analyses te maken voor hun toekomstige klanten. Eerst en vooral is er het financiële plaatje. Ben je zelfstandige, heb je een vrij beroep of een KMO, dan heb je meestal ook leningen bij een financiële instelling. Op geregelde tijdstippen moet je dan de boekhoudkundige cijfers of een jaarrekening binnenbrengen bij de bank. Zo kan de bankier de financiële toestand van het bedrijf inschatten: hoe staat het bedrijf er voor? Wordt de onderneming correct gefinancierd? Wordt de vooropgestelde omzet gehaald? Komen er geen liquiditeitsproblemen? Hoe staat het met de solvabiliteit van de onderneming, met de lopende kredieten en waarborgen? Is de terugbetalingscapaciteit aanwezig? Is de onderneming fiscaal geoptimaliseerd? Daarnaast is het verzekeringsaspect zeer belangrijk. Elk bedrijf heeft massa’s polissen. Daarom moet het zich de vraag stellen of het inderdaad op een correcte wijze verzekerd is en niet over- of onderverzekerd. Misschien is een vergelijkende studie wel aan te raden. Werden de juiste producten aangeboden? Betaalt het bedrijf niet teveel aan premies ? …
Een analyse maken voor echte klanten … Het is natuurlijk ideaal als de laatstejaarsstudenten FV dit soort analyses leren maken voor echte klanten. Maar hoe vind je die? Alle financiële documenten en verzekeringspolissen moeten immers op tafel worden gelegd. Patrick Kessels van Coda staat met beide voeten in de praktijk: hij selecteerde en
contacteerde enkele bedrijven en ging er samen met twee vakdocenten op bezoek. Het project werd duidelijk omschreven. De eerste stap was gezet. Elk groepje studenten kreeg een onderneming toegewezen en kon aan de slag. Uiteraard rezen er bij de analyse heel wat vragen: een zelfstandige zaak die omgezet is naar een BVBA, waar er sprake is van een quasi-inbreng, waar de zoon als bijkomend vennoot optreedt, … zo’n zaak volledig analyseren op het vlak van financiën en verzekeringen, is geen sinecure. Voor tussentijds overleg konden de studenten gelukkig steeds bij hun onderneming en bij de boekhouders van Coda terecht .
…en hen laten weten hoe ze er voor staan! Op het einde van de rit werden de volledige analyses voorgelegd aan de bedrijven: de studenten hielden een presentatie voor een jury waarin zowel de docenten als de betrokken bedrijven en de verzekeringsmakelaars zetelden. Dit project vergt heel wat energie van de studenten, de boekhouders en van de begeleidende docenten achter de schermen. Maar het uiteindelijke resultaat mag er wezen. En als het bedrijf dan laat weten dat het werkelijk verdergegaan is met de analyse en opmerkingen van de studenten, is dat uiteraard de kers op de taart! Martine Meers, Miek Degraeve
16
Passie voor landbouwmachines
Jochem Broekx is net afgestudeerd als professionele bachelor in de elektromechanica. Zijn passie voor landbouwmachines ontstond op het landbouwbedrijf van zijn ouders. Het is dan ook geen toeval dat hij solliciteerde naar een stageplaats bij Case New Holland (CNH), één van de wereldleiders in de ontwikkeling van land- en bouwmachines. Op de site van het West-Vlaamse Zedelgem worden oogstmachines, balenpersen en veldhakselaars ontworpen, geconstrueerd en getest. Hier kreeg hij de kans zijn technische kennis van de landbouwmechanisatie te verruimen. Jochem werkte voornamelijk op de testafdeling van de veldhakselaars. Dit zijn machines om verschillende soorten gewas te oogsten. Aan de voorkant van zo’n hakselaar bevindt zich een voorzetapparaat, dat het gewas maait, waarna het in de hakselaar in stukken gesneden of geplet wordt en naar een stockageplaats getransporteerd wordt. De hakselaars van New Holland zijn complexe machines, uitgerust met de modernste technologieën. Mechanische onderdelen worden door elektronica en software bestuurd. Het spreekt voor zich dat de mensen die zich bezighouden met de ontwikkeling, de constructie en het onderhoud van deze machines, een degelijke technische opleiding moeten hebben. Vooraleer een nieuwe machine op de markt komt, wordt ze zorgvuldig getest op proefstanden in het bedrijf, maar ook in het veld. Daarvoor reist men de wereld af om de machines in verschillende oogstomstandigheden te testen. In Californië bijvoorbeeld, moet een veldhakselaar werken in zeer warme en stoffige omstandigheden. Maar ook in Zweden, waar wilgen gehakseld worden in de sneeuw, moet de machine optimaal functioneren. De veldtesters voeren metingen uit op de machines. Indien ze problemen vaststellen, denken ze na over mogelijke oplossingen en doen ze aanpassingen om de werking te optimaliseren. Aanvankelijk voerde Jochem onder begeleiding allerlei testen uit, maar geleidelijk aan mocht hij zelfstandig werken. Zo deed hij bijvoorbeeld metingen om het geluidsni-
veau in de stuurcabine van de hakselaar te bepalen. Aan de hand van deze metingen kon hij de grootste geluidsbronnen identificeren en nadenken over verbeteringen. De oplossingen gaan van aangepaste materiaalkeuze tot nieuw design van bepaalde onderdelen. Zijn andere opdrachten varieerden van het monteren en onderhouden van machineonderdelen tot het installeren en testen van de software. Gedurende één week verbleef Jochem als veldtester in het Duitse Cloppenburg. Hier testte hij verschillende voorzetapparaten bij het oogsten van rogge. Hij zocht naar de meest geschikte condities voor een optimale hakselsnelheid en maai- en hakselkwaliteit van het geoogste gewas. Teamwerk en goede communicatie zijn van groot belang voor de werknemers van CNH. De veldtesters moeten namelijk hun bevindingen aan de ontwikkelingsafdeling rapporteren, die de voorgestelde aanpassingen uitvoert. Op die manier probeert CNH een optimale kwaliteit van de machines te garanderen. Jochem: “Het was een bijzonder boeiende stage. Ik heb niet alleen veel geleerd over landbouwmechanisatie. Ook op communicatief en sociaal vlak heb ik heel wat opgestoken”. Jochems begeleider bij CNH prees zijn technisch inzicht, teamspirit en motivatie. Het bedrijf heeft hem dan ook een job aangeboden in de testafdeling. Petra Van Gansen
De volledige tekst van het eindwerk kan je vinden op: www.doKs.be.
Nature for Life
De KHLim toonde haar bijdrage aan een duurzaam milieu tijdens het evenement ‘Nationaal Park in Beweging’ op zondag 26 september 2010. Rotary Club Genk Staelen, het Regionaal Landschap Kempen en Maasland en BLOSO boden het grote publiek op dit evenement een aantal boeiende, leerrijke en sportieve activiteiten in het Nationaal Park Hoge Kempen. Op het vliegveld van Zutendaal-Wiemesmeer presenteerden bedrijven en kennisinstellingen duurzame energietechnologie aan het publiek. De speerpunten i-NET en ACRO van de KHLim waren aanwezig. i-NET (intelligente Nieuwe Energietechnologieën) toonde de mogelijkheden van elektrische mobiliteit. Op een afgesloten parcours kon je een ritje maken met een elektrische scooter. Je leerde ook hoe deze scooters milieubewust geladen worden. ACRO (het Automatiseringscentrum van de KHLim) bracht zijn pers mee naar Zutendaal. Het gaat om een geautomatiseerde pers voor Pure Plantaardige Olie. Deze olie wordt geperst uit de zaadjes van koolzaad. Door het persproces te automatiseren garandeert ACRO dat de kwaliteit van de brandstof aan de minimumvereisten voldoet voor gebruik als brandstof in verbrandingsmotoren. Belangrijk is dat deze pers als kleine autonome eenheid functioneert zodat landbouwers op relatief kleine schaal het zelf geproduceerde koolzaad kunnen verwerken tot brandstof voor eigen gebruik. Op zondag 3 oktober nemen de onderzoekscellen van het departement Industriële Wetenschappen en Technologie (IWT) van de KHLim ook deel aan de openbedrijvendag. Op de universitaire campus te Diepenbeek stellen heel wat spin-offs van de UHasselt en het Wetenschapspark hun deuren open. Ook het Technologiecentrum van KHLim en Xios kan je bezoeken. Meer info: www.nationaalparkinbeweging.be www.openbedrijvendag.be
17
Departement IWT op twee pistes
Het departement Industriële Wetenschappen en Technologie (IWT) van de KHLim huisvestte tot nog toe twee type opleidingen. Enerzijds waren er de professionele bacheloropleidingen van 3 jaar. Anderzijds waren er de academische bachelor en master industrieel ingenieur, het zogenaamde “lange type” van vier jaar. De academische opleiding van de KHLim begon samen met andere opleidingen industrieel ingenieur van de Associatie K.U.Leuven samen te werken in een geassocieerde faculteit. In 2009 startte dan de samenwerking tussen Xios en KHLim voor industrieel ingenieur. Dat leidde begin 2010 tot de creatie van FI2, de Faculteit Industrieel Ingenieur, onder auspiciën van de UHasselt en de K.U.Leuven. Sinds september komen de eerstejaarsstudenten in deze faculteit terecht. Zij zullen over vier jaar afstuderen met een diploma van beide hogescholen. Tegen die tijd is wellicht ook de “integratie” in de UHasselt en K.U.Leuven een feit. Omdat het departement IWT met zijn twee type opleidingen duidelijk twee uiteenlopende pistes bewandelt, besliste de KHLim om het departement op te splitsen. Voortaan zal IWT de professionele bachelors onder zijn hoede hebben. Voor de academische opleiding is er het departement Industriële Wetenschappen – Faculteit Industrieel Ingenieur, of kortweg IW-FI2. Theo Creemers, die sinds 2001 het departement IWT onder zijn hoede had en de academisering in goede banen leidde, is ondertussen overkoepelend directeur onderzoek ,dienstverlening en academisering van de KHLim geworden. De KHLim moest dus op zoek naar twee nieuwe departementshoofden. Voor IWT, de professionele bacheloropleidingen, wordt dat Maggy Timmermans. Zij was tot nu toe opleidingsverantwoordelijke voor Chemie, Milieuzorg en Medische Laboratoriumtechnologie. De huidige opleidingscoördinator van de industrieel ingenieurs chemie en biochemie, Myriam Lynen, neemt de leiding van het departement IW-FI2 in handen. Zij zal samen met de collega’s van de Xios, werken aan de verdere uitbouw van de gezamenlijke faculteit FI2. (EDW) Foto bovenaan: Theo Creemers, hier met Stijn Bijnens van LRM bij de oprichting van Visiomatics, de eerste spin-off van de KHLim.
18
Zeepkistenrace maakt opleiding mannelijker Studenten van de professionele bachelor lerarenopleiding lager onderwijs (BALO) kregen binnen het vak wereldoriëntatie (WO) een niet zo alledaagse opdracht: “Maak met de leerlingen van je stageklas een zeepkist waarmee je echt kan rijden”.
Binnen WO is het inderdaad de bedoeling om extra aandacht te besteden aan techniek, maar onder welke vorm dit in de klas gebeurt, bepaalt de leerkracht grotendeels zelf. Door de vervrouwelijking van het lerarenkorps, zeker in de lagere school, beperkt dit techniekonderricht zich vaak tot knutselen en in het beste geval leidt het tot het timmeren van nestkastjes. Techniek en vooral oplossingsgericht denken blijven in de kou staan. Wellicht omdat heel veel leerkrachten het zelf nooit geleerd hebben. De vraag naar bijscholing in verband met techniek is zeer groot en hieruit blijkt dat de onderwijzer(s) (eressen) zich van dit probleem bewust zijn en er ook iets aan willen doen. De KHLim werkt hieraan mee door in de opleiding van nieuwe leerkrachten basisonderwijs bewust een techniekmodule in te bouwen. Vandaar de hierboven geformuleerde opdracht. Maar hoe begin je hieraan als student? Lang niet vanzelfsprekend! Er moet aan alles gedacht worden: zorgen voor materiaal, uitdenken van stuuren remmechanismen, design van het voertuig … Dergelijke open opdracht stimuleert de creativiteit bij studenten en leerlingen en neemt hen mee door het hele technologisch denkproces. Joris Beuken, derdejaarsstudent BALO: “De kist is inderdaad maatwerk geweest en de leerlingen zijn van nul af aan begonnen. Ze beschikten enkel over planken. In de klas heb ik gewerkt in teams waarin ieder een eigen verantwoordelijkheid had. Ik legde de lat voor mijn leerlingen redelijk hoog. Rijden alleen was niet voldoende. Over elke schroef en positie moest er nagedacht worden. Dit nam natuur-
lijk heel wat tijd in beslag. In de toekomst wil ik de kinderen hierin wat vrijer laten om creatieve nieuwe dingen uit te proberen. Die hoeven dan niet per se te werken.” Joris liet de leerlingen een logboek bijhouden. Hierin zie je duidelijk de groei en de verschillende wegen die ze hebben afgelegd. Joris merkte op dat zijn klas vol zat met enorm goede denkers. “Als het op uitvoeren aankomt, zijn ze niet zo zelfzeker. Dit kan je verhelpen door hen eerst te laten werken met hout, spijkers, schroeven en het gepaste gereedschap. Hierin zou de mini-techniekmobiel van de KHLim een goede dienst kunnen bewijzen.” Met dit project geeft de KHLim studenten met andere, meer praktische of technische capaciteiten ook een kans dit te tonen. Joris: “Dergelijke studenten zijn trouwens zeer gegeerd in het basisonderwijs. En nu is de opleiding ineens een stukje mannelijker geworden.” Als kroon op het werk namen de studenten op het einde van het schooljaar met de door henzelf en hun leerlingen ontworpen zeepkist, deel aan een race. Deelnemen was uiteraard belangrijker dan winnen. De sfeer zat er goed in en de studenten waren terecht fier op hun rijdende kunstwerken.
Brunhilde Keijers en Jelle Jacobs
Nieuw onderzoekslab voor i-net
De KHLim heeft in Houthalen een bedrijfspand aangekocht voor de oprichting van een nieuw koellaboratorium. Op de campus Diepenbeek was er onvoldoende plaats voor de speerpunt iNet om onderzoek te verrichten naar koeltogen en diepvrieskasten voor grootwarenhuizen die op CO2 draaien. i-net is één van de nieuwste speerpunten van de KHLim. Dit onderzoekscentrum richt zich op allerlei nieuwe energietechnologieën, ondermeer warmtekrachtkoppeling, waterstofcellen, microgrids en fotovoltaïsche cellen. Verder heeft i-net ook een grote afdeling rond koeltechnieken. Eerder haalde i-Net al het nieuws met de realisatie van een CO2-neutrale zone waar ondermeer een laadstation werd gebouwd voor elektrische wagens en scooters op basis van zonne-energie. I-refrigeration, dat zich binnen i-net bezig houdt met koeltechnieken kreeg de opdracht om onderzoek te doen naar het gebruik van CO2 in plaats van de klassieke freongassen of ammoniak voor de koeling van grote installaties zoals bijv. voor de koel- en vriesinstallaties van grootwarenhuizen. In het kader van dit Europees onderzoeksproject moeten de onderzoekers o.a. proefopstellingen maken en daar is in Diepenbeek onvoldoende plaats voor. Mede dankzij Europese fondsen kon een pand in Houthalen aangekocht worden. Hiermee kan de KHLim meteen aansluiten op het CleanTech Forum verhaal dat op de voormalige mijnsite in Houthalen bedrijven en onderzoeksinstellingen uit de sector van de duurzame energie kansen wil geven.
Henk Heuts neemt afscheid
19
Henk Heuts neemt op 30 september 2010 afscheid van de KHLim. Na een loopbaan van 34 jaar is deze rasechte Genkenaar klaar om meer tijd te maken voor zaken waar een departementshoofd de tijd niet voor kan vinden. Henk Heuts begon les te geven in1978 op het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving binnen de opleiding Industriële Vormgeving, het huidige Productdesign. Henk koos als Burgerlijk Ingenieur voor deze school omwille van de ideale mix van ontwerp, techniek en kunst. Hij gaf graag de technische vakken zoals materiaalleer, sterkteleer, mechanica, en elektrotechniek, en de meer ontwerpgerichte vakken. In de jaren ‘90 was hij afdelingshoofd van de opleiding. In 1999 nam hij de fakkel van departementshoofd over van Jan Van Praet. Henk Heuts heeft alle locaties meegemaakt die het hoger kunstonderwijs in Genk heeft gekend. Hij was ook actief betrokken bij de overgang naar de KHLim in 1995. Samen met andere kunstopleidingen uit de Associatie K.U.Leuven richtte hij het Ivok op, het Instituut voor Onderzoek in de Kunsten, en onlangs de FAK, de geassocieerde Faculteit voor Kunsten en Architectuur. Henk leidde vorig jaar de verhuis naar de nieuwbouw op C-mine en de samensmelting van de kunsthogescholen binnen Limburg. De Media & Design Academie start immers samen met het departement “Arts” van de PHL nu onder de nieuwe naam Media, Arts & Design Faculty (MAD-fac). Ann Lanen zal als nieuw departementshoofd op campus C-Mine verantwoordelijk worden voor de MAD-faculty, naast Rob Cuyvers van de PHL. Henk wil nu samen met zijn vrouw nieuwe horizonten, culturen en natuurgebieden gaan verkennen. Ook heeft hij heel wat leeswerk in te halen, o.a. rond kosmologie. Verder wil hij meer wandelen en tijd doorbrengen met zijn kleinzoon Klaas. Tussendoor gaat Henk ook tijd maken voor schilderen en tekenen, een passie die is blijven liggen. Kenny Stals
20
De achterkant is zo mogelijk nog plezanter dan de voorkant! Joris Hus, studeerde in 2005 af als bachelor orthopedagogie in het departement SAW. Hij werkt momenteel al een tijdje als hoofdopvoeder bij Muylenberg (KMSL Vzw) in het tehuis voor niet werkende personen met een handicap op de Campus Retie. Naast zijn leidinggevende functie in deze voorziening is hij al jaren gepassioneerd medeorganisator van een groot straattheaterfestival dat oorspronkelijk in Balen doorging, maar sinds 2009 plaats vindt op de terreinen van het Zilvermeer in Mol. Afgelopen maand lokte het festival meer dan 20.000 bezoekers naar de festivalweide.
Als orthopedagoog werk je in een instelling. “Ik werk als hoofdopvoeder in een tehuis voor niet-werkenden in de leefgroep “Perelaar”, gelegen in de groene omgeving van Retie in de Antwerpse Kempen. Dit is een aparte zorgvorm binnen de vzw Muylenberg. Wij bieden een zinvolle dagbesteding aan onze bewoners, maar we voorzien ook in permanente dag- en nachtopvang. Perelaar is centraal gelegen en toch vlakbij de bossen waar volop gewandeld en gefietst kan worden. We vangen de meest zorgbehoevende cliënten van Muylenberg op. De leeftijden variëren van 26 tot 75 jaar. Het accent ligt hier op het rustig meebeleven van activiteiten die de gebruikers prettig vinden. We sturen deze ook steeds bij naar gelang de interesses van de bewoners. Kortom in Perelaar is genieten de boodschap.” Ervaar je voldoening in je job ? “Ik ervaar een enorme betrokkenheid bij de organisatie, familieleden, cliënten en personeel. We zijn een jonge afdeling en ik werk in een jong team. We zijn nog volop in groei en “alles is nog niet af”. Daardoor kan ik me inzetten voor datgene wat ik graag doe: zoeken naar de optimale werking, zaken uitproberen, aanpassen en vernieuwing brengen.” Heeft de opleiding van bachelor in de orthopedagogie je huidige werk beïnvloed ? “Vooral de veelheid aan informatie die je opdoet in de vakken orthopedagogie, bijzondere orthopedagogie, ontwikkelingspsychologie en filosofie gaven me de ruimte om te zoeken binnen het werkveld naar een job waar ik me goed in voel. Ook de vaardigheden die ik leerde in de lessen communicatie komen me dagelijks van pas : actief luisteren, feedback geven en krijgen, vergaderingen leiden.” Je bent al enkele jaren gepassioneerd medeorganisator van een straattheaterfestival.
“Het Internationaal Straatkunstenfestival Kempen was dit jaar aan zijn 22ste editie toe, voor mij was het mijn tiende festival als medewerker en mijn vijfde als programmator. Het vond dit jaar voor de tweede maal plaats op het domein Zilvermeer in Mol in het weekend van 11 en 12 september. Het is een tweedaags festival met straattheater, muziek, dans, theater en beeldende kunsten, steeds met internationale klasse. We trachten voor iedere cultuurliefhebber iets te bieden. We hebben een tiental podia en bijna 30 groepen. We haalden de laatste jaren op de twee festivaldagen gemiddeld 20.000 bezoekers. Dit jaar hebben we op de vrijdag voor het festivalweekend ook een openluchttheatervoorstelling georganiseerd samen met twee culturele centra. Het festival is ontstaan rond de kerktoren van Balen uit de toenmalige parochiefeesten. Vorig jaar hebben we dan de overstap gemaakt naar het provinciaal recreatiedomein Zilvermeer te Mol met zijn bossen, hagelwitte strand en de grote speeltuin. De organiserende vzw onderging een gedaanteverandering. Vandaar de nieuwe naam ‘Zart Vzw’ en een nieuwe interne structuur die ik mee uitwerkte, o.a. met de hulp van Bart Meyers, docent in de Bachelor-na-bacheloropleiding ‘Orthopedagogisch management’ aan de KHLim.” Welke taken neem je allemaal op je ? “Als programmator ben ik verantwoordelijk voor de avondprogrammatie. Ik zoek elk jaar weer naar nieuwe acts en vuurspektakels op festivals in België, Nederland, Frankrijk, enz. De groepen die ik goed vind, haal ik naar ons festival, voor zover ze betaalbaar zijn natuurlijk. Na een paar jaar ervaring voel ik meestal goed aan welke voorstelling gaat werken bij ons. Alle medewerkers van het festival luisteren naar het publiek. Daarnaast gebruiken we de nieuwe sociale media platformen zoals Facebook om te peilen naar wat de bezoekers van het festival verwachten. We gaan dan op zoek om deze verwachtingen artistiek in te vullen. Daarnaast geloven we ook in de verwonde-
Luxekot voor KHLim-studente?
ring en de ontdekking. Bezoekers die al jaren komen, weten dit en vragen ons vaak naar wat ze zeker niet mogen missen. Mensen die ik zie twijfelen, probeer ik door goed te luisteren steeds naar een voorstelling te sturen die ze goed gaan vinden. Je kan je publiek laten groeien door ook een moeilijke voorstelling voor te schotelen aan een massa. We werken bv. al twee jaar samen met Wim Vandekeybus waarmee we de toeschouwer de top van de hedendaagse dans laten proeven. Als programmator voed je dus je publiek ook voor een stuk op.” In welke mate was je opleiding bruikbaar in je engagement binnen het straattheaterfestival ? Als opvoeder moet je van alles wat kennen en kunnen, je leert een overzicht te houden, je leert een metapositie aannemen en verwerft een goede communicatiebasis. Dit laatste is vooral handig bij het aansturen van honderden mensen op een festival. Dan moet je goed kunnen communiceren om alles vlot te laten verlopen.
21
Wie mag een jaar lang op kot op een luxeboot in de Hasseltse kanaalkom? In de selecte club van 10 kandidaten die het begin augustus tegen elkaar opnamen, zaten ook enkele KHLim-studenten. Uiteindelijk zit er nog ééntje bij de final four. Op 6 oktober weten we wie de Jim Kot Deluxe wedstrijd wint. Hasselt wil zich outen als studentenstad. Daarom betaalden de Stad Hasselt en de Provincie een flinke stuiver aan de organisatoren van JimKot Deluxe om dit jaar naar de hoofdstad van de smaak af te zakken. Studenten kunnen een jaar gratis kot winnen op een woonboot vlak over de Versus in de kanaalkom te Hasselt. De woonboot van 38 meter verwent de student met een grote leefruimte, keuken en badkamer, terras, flatscreens en niet te vergeten een wekelijkse kuisploeg. Ook de KHLim en de andere instellingen voor hoger onderwijs steunen het project.
Wat zijn je leukste ervaringen met het festival. Waarom dit engagement ?
Van reclamespot draaien tot café openhouden
Het leukste is ’s avonds een festivaldag af te sluiten met vrienden, artiesten en een pint van onze sponsor. Iemand neemt een gitaar om alle zorgen van die dag er af te lachen. We schrijven op onze site ‘de achterkant is zo mogelijk nog plezanter dan de voorkant’. Je bent even in een andere wereld tussen vrienden en met een internationale groep artiesten met heel uiteenlopende achtergronden. Ik maak er een gewoonte van om te slapen in het artiestendorp. Maar om de echte straffe verhalen te leren kennen, raad ik elke toekomstige opvoeder aan om eens mee te werken als vrijwilliger.
Een stukje van de opnames vond in augustus plaats op de campus van C-mine. De twee groepen moesten er een reclamespotje draaien voor Quick: de hamburgerketen was immers medesponsor van het programma. De kandidaten kregen daarbij de assistentie van enkele studenten Film-Televisie. In de loop van september werden de verschillende rondes van de afvallingsrace al uitgezonden. De vier finalisten, onder wie Melissa Bil van de chemie-opleiding van de KHLim, moesten in september vier dagen lang een café runnen.
Gerard Gielen
De finale zal plaatsvinden tijdens de Student Take-Off te Hasselt op woensdag 6 oktober. Dan zullen we te weten komen wie het haalt en een jaar lang op de woonboot mag gaan “studeren”.
www.zart.be
22
En toen sloeg de faalangst toe
“Het studeren aan de hogeschool beviel me wel. Ik had een richting gekozen die me heel erg lag en kreeg dan ook eindelijk allemaal vakken die ik interessant vond. Ik zat in een leuke klasgroep, legde vlot nieuwe contacten en voelde me opperbest. Er kwam wel meer bij kijken dan ik ingeschat had. Zo waren er toch wel veel taken en opdrachten die we meekregen en moest ik mijn lessen geregeld herbekijken om goed te kunnen volgen. Maar al bij al verliep alles prima. Toen kwamen de examens stilaan in zicht. Ik voelde de druk stijgen. Er waren nog verschillende opdrachten die ik niet af had, maar toch moest ik ook dringend mijn cursussen beginnen vastnemen. En dus werden het soms lange dagen. Naarmate de examens dichterbij kwamen, raakte ik meer en meer in paniek. Dit ging me nooit lukken. En dus werden het nog langere dagen. Ik was doodop, mede door de zenuwen, en ik moest nog aan mijn eerste examen beginnen.
de Sociale Dienst gegaan om me aan te melden voor de faalangsttraining. Intussen hebben we zes van de acht sessies achter de rug en ik heb er al heel veel geleerd. Ook van de andere studenten die met gelijkaardige problemen zaten. We wisselen ervaringen uit, doen oefeningen. Ik heb het gevoel dat ik intussen ook een beter zicht op mezelf heb. Als ik aan de komende examens denk, dan voel ik nog wel een wee gevoel in mijn maag opkomen, maar toch denk ik dat ik nu veel beter gewapend ben.” De Sociale Dienst organiseert regelmatig (gratis) trainingen voor studenten. Naast de faalangsttraining zijn er ook de trainingen “Uitstelgedrag”, “Sociale vaardigheden”, “Relaxatie en stressbeheersing (Mindfulness)” en de Coachingroep ADHD. Meer info vind je op de website of bij je studentenbegeleidster.
Uiteindelijk heb ik me zo door mijn examens heen geploeterd en ik ben zelfs nog geslaagd op de meeste ervan. Maar ik was daarna gewoon op. Nauwelijks slapen, ’s morgens bijna moeten overgeven, iedereen en mezelf gek maken door constant te jammeren dat ik het niet kon, … Dat wou ik echt niet nog eens meemaken.
Bij de Sociale Dienst kan je naast problemen i.v.m. je studie ook terecht voor persoonlijke, relationele of financiële problemen. In elk departement vind je een studentenbegeleidster en een maatschappelijk assistente. Voor meer info: www.khlim.be > Studenten > Sociale Dienst
Ik herinnerde me toen dat de studentenbegeleidster in het begin van het jaar verteld had over de verschillende trainingen die ze organiseren. Het leek me toen niets voor mij, maar intussen dacht ik daar wel anders over. Ik ben dan ook meteen naar
Joëlle Jordens
Verder studeren na een bachelordiploma?
23
Postgraduaten • Multimedia & Communicatie: gebruik van nieuwe media voor sociale en participatieve doeleinden • Referentiepersoon Ethiek • Lactatiekunde • Verpleegkundige ouderenzorg • Diabetes educator • Palliatieve zorg • Beleid en leiding geven in de thuisverpleging • Milieucoördinator A (overgangscursus) • Milieucoördinator B • Changing logistics management in emerging markets • Veiligheidscoördinator niveau A • Ergonomie • Energiecoördinator • Intelligente nieuwe energietechnologieën • Mentor in de stage- en aanvangsbegeleiding • Ervaringsgerichte zorgbegeleiding in de kleuterschool • Meesterschap in Leerzorg • E-learning en Digitale Didactiek • Pedagogisch Leiderschap • Hoger Opvoedkundige Studiën 1 • Hoger Opvoedkundige Studiën 2 (vakmanschap) • Hoger Opvoedkundige Studiën 3 (meesterschap) • Edutainment en gaming • Bewegings- en gezondheidscoach • Orthopedagogisch management met de nadruk op jezelf als leidinggevende van een team • Orthopedagogisch management met de nadruk op de organisatie en de context van de organisatie • Adventure education – Ervaringsleren in buitenactiviteiten • Ambulant werken in en met opvoedingssituaties • Autisme en (rand) normale begaafdheid, een bijzondere aanpak • C.R.E.A.tainment • Verslavingszorg
Schakelprogramma’s • Naar Master industrieel ingenieur (na professionele bachelor IWT) • Naar Master communicatie- en multimediadesign
Master • Master industrieel ingenieur • Master in de audiovisuele kunsten • Master in het product design • Master in de beeldende kunsten • Master in de verpleegkunde en de vroedkunde
Bachelor-na-bachelor • Boekhoudkundige en Fiscale Expertise • Buitengewoon Onderwijs • Zorgverbreding en remediërend leren • Orthopedagogisch management • Sociale Gezondheidszorg • Pediatrische gezondheidszorg
KHLimNEXT, basisopleidingen voor volwassenen en werkstudenten: • Lerarenopleiding, kleuter – lager – secundair • Verpleegkunde • Orthopedagogie • Bedrijfsmanagement Verder biedt KHLim QUADRI een ruim gamma aan seminaries, workshops, colloquia … Zie www.khlimquadri.be of bestel een brochure via KHLim QUADRI, tel. 011 300 470 of
[email protected]
Please, do not waste my talent www.khlim.be