Workshop ‘Best of big and small’ Symposium Design (th)at Work(s) 3 november 2011
1.
Aanleiding, onderzoeksvraag • Organisatie-ontwerp en meerwaarde • Hoe organiseer je kleinschaligheid in grote organisaties en creëer je meerwaarde ten opzichte van kleine én grote organisaties • Aangescherpte onderzoeksvraag: – Is de cellenstructuur een manier om kleinschaligheid binnen grootschaligheid te realiseren?
1.
Introductie • In de workshop ‘the best of big and small’ gaan we op zoek naar de elementen die leiden tot verbeteren van resultaten, kwaliteitsverbeteringen en verhoging van de arbeidssatisfactie door het combineren van voordelen van klein in groot. • Doel: Inzicht bieden en nieuwsgierig maken
1.
Adviseurs • Thecla van Hoogstraten: directeur School voor Welzijn, Cultuur en Onderwijs van ROC Eindhoven • Ger Hamers: beleidsadviseur HRM bij UWV WERKbedrijf • Albert van Dijk: director Governance bij METRI BV, hij adviseert organisaties op het snijvlak van business en IT.
1.
Agenda 1. 2. 3. 4. 5.
Introductie Oefening Inzicht Verbazing Afsluiting
2.
Gedachten vorming - oefening • De helft van de aanwezigen richt zich op grote organisaties (> 250 medew. / > 50 mln. omzet) bruin papier rechts
• De andere helft van de zaal richt zich op kleine organisaties (< 50 medew. / ≤ € 10 mln. omzet) bruin papier links
• Noteer één voordeel van een grote / kleine organisatie (beeld je in dat je respectievelijk klant, directie/ aandeelhouder en medewerker bent, dus 3 stickers)
3.
Organisatieontwikkeling en keuzes Charismatisch, weinig structuur, persoonlijk contact met de markt, directe en heldere communicatie
Pioniersorganisatie
Bureaucratie
Staven: HR, Fi, ICT, Marketing, Verkoop, Inkoop, Jur.
naar doen
denken
Bureaucratie biedt voorspelbaarheid, effenciency, beheersbaarheid, controleerbaarheid. Noodzakelijk voor specifieke producten zoals vliegtuigproductie [Wintzen]
3.
Groeimodel Greiner
3.
Voorbeelden van klein en groot 6 Een kleine organisatie die op een grote organisatie parasiteert..
1. Een kleine organisatie ernaast, gericht op een niche product of markt.. 2. Een kleine organisatie erbinnen die een guerrilla voert om eigen markt te verwerven..
3. Een kleine organisatie als toeleverancier in de waardeketen..
Klein Klein Klein Klein
Groot
Klein
4. Een kleine organisatie als detaillist naar afnemers in de waardeketen..
Klein
Klein
Klein 7. Een cellenstructuur..
Klein Klein 5. Een aantal kleine organisaties in een netwerk..
3.
Organisatieontwikkeling en keuzes Bureaucratie Pioniersorganisatie
naar
Staven: Fi, Marketing
naar
doen
Pioniers -org. 1
denken doen
Pioniers -org. 2
denken doen
Pioniers -org. 3
denken doen
In een cellenstructuur zijn kleine eenheden met een eigen markt, verantwoordelijk voor winst/verlies. Gekenmerkt door gezamenlijke missie en ambitieuze doelen, vertrouwen in medewerkers, coaching, leren van fouten, procedures en richtlijnen vervangen door ‘wat redelijk is’, minimale staf/hulpdiensten medewerkers als intern ondernemer met echte verantwoordelijkheden
Staven: HR, Fi, ICT, Marketing, Verkoop, Inkoop, Jur.
denken
3.
Meerwaarde – meer waarde •
In het voortbrengingsproces (klant) – – – –
In productief contact met de klant (effectiviteit) Bron voor kwaliteit (vakmanschap x enthousiasme) en creativiteit Door zelf werk laten organiseren andere oplossingen mogelijk (flexibiliteit) Sterke verbindingen door celdeling; benutten van elkaars expertise
•
In de waardecreatie (eigenaar)
•
In de kwaliteit van de arbeid (medewerker)
– Cellen plannen zelf (efficiency) – Duidelijke decentrale verantwoordelijkheden; niet afschuiven – Vanzelfsprekende drang tot groei in (nieuwe) cel: tevreden klanten en medewerkers (innovativiteit) – Beperking overlegtijd; beperking beheer procedures
– – – –
Benutten waar mensen goed in zijn (arbeidssatisfactie) Directe afstemming, korte lijnen (=beperking formele overleggen) Vertrouwen (=minimale hiërarchie, beperking management) Kennisdeling, transparantie • • •
Geïnformeerde medewerker Geïnformeerde bedrijfsleiding Dingen vroegtijdig op tafel
4.
Verbazing, waarom niet vaker? • Waarom splitsen grote organisaties zich niet vaker op in kleine ‘cellen’? • Wat houdt ze tegen? • Wat kunnen grote organisaties leren van kleine?
5.
Rules of thumb • Zorg voor een krachtige missie met de do’s and don’ts • Stimuleer ondernemerschap bij autonome eenheden • Zorg voor maximale regelruimte binnen de cel • Bedenk wat centraal geregeld moet worden en wat vooral niet • Zorg ervoor dat alle operationele ondersteuning zo dicht mogelijke bij de cellen wordt belegd • Eagle-leiderschap
5.
Afsluiting