Dag van Frans - 19 januari 2011
Workshop 8 : Taaltaken
Uitgangspunt - In de leersituatie leert de leerling de taal efficiënt gebruiken, zowel receptief als productief. Dat impliceert dat hij, zoals de leerplannen, de decretale eindtermen en het Europees referentiekader het voorzien, van meet af aan - gevarieerde communicatieve taaltaken leert uitvoeren met een progressie in de moeilijkheidsgraad of complexiteit en een groei in autonomie, - in zo authentiek mogelijke taalgebruiksituaties leert functioneren en reflecteren over taalgebruik en taalgebruiksituaties, - met verschillende tekstsoorten leert omgaan. (Een visie op het onderwijs in moderne vreemde talen, 2007, p.4) Bij een betrouwbare evaluatie zullen de vaardigheden dan ook duidelijk zwaarder doorwegen. Ze situeren zich vooral in de tweede en derde fase (die van de transfer en van het creatieve). De processen die leiden tot het realiseren van die doelstellingen, verlopen zoveel mogelijk via authentieke taaltaken en zijn moeilijk op te splitsen in “kennis” en “vaardigheden”. (Een visie op het onderwijs in moderne vreemde talen, 2007, p.16) ----------------------------------------------------------------------------------Taak : Stel een communicatieve taaltaak op voor je leerlingen. Context : Nascholing Dag van Frans 19 januari 2011. Oriëntatie op de taak -
Wat weet je al over taaltaken? Wat moet je kennen en kunnen om een taaltaak te kunnen opstellen? Heb je bijkomende informatie nodig (theoretisch-praktisch)? Kan je de informatie zelf opzoeken of heb je uitleg nodig? Ga je de taak alleen of in groep uitwerken? Wanneer kan de taak af zijn? Aan welke criteria moet het resultaat van de taak voldoen?
Voorbeeld 1 Fase Voorbereiding
Taak: Le défilé de mode (1e graad) Stappen Leerplan
Taak
Context
Instructie Pre-taak
Taak Oriëntatie op de taak
Overleg i.v.m. het taakproces
Taak
Uitvoeren van de taak
Post-taak
Presentatie Feedback en reflectie op de taak
Planning
Opvolging, follow-up
De leerlingen kunnen lexicale elementen functioneel inzetten om de voor hen relevante productieve taaltaken uit te voeren. Woordveld : persoonlijke gegevens : kleding Grammatica : overeenkomst van het bijvoeglijk naamwoord met het zelfstandig naamwoord. Mondelinge presentatie van een modeshow waarin de geleerde woordenschat aan bod komt. (Vlotte mondelinge taalvaardigheid, gebruik van de nieuwe woordenschat in een motiverende open opdracht) In het kader van een solidariteitsactie verkopen de leerlingen 1 of enkele stuks van hun “garderobe”. Ze promoten hun actie door een modeshow. Organiseer een modeshow en geef er commentaar bij. Voorkennis: de woordenschat i.v.m. kleding is geleerd. De leerlingen beschikken over woordenlijsten in hun leerboek. Planning Ongeveer 3 lesuren : 2 uur voorbereiding, 1 uur voor de uitvoering van de taak en de evaluatie en/of nabespreking De leerlingen werken in groepjes van 4 of 5 Nieuwe kennis : de leerlingen beschikken over catalogi en woordenboeken om bijkomende woordenschat op te zoeken. - de leerlingen bepalen mee de aard van de modeshow: bv vakantiekleding, feestkleding, … - de gepresenteerde kleding wordt vlot en correct mondeling voorgesteld - overleg over de evaluatieroosters voor leraar en medeleerlingen (!Woordenschat, vlotheid en uitspraak) - de modeshow gaat door in een ruim lokaal - de leerlingen werken in groep - de voertaal is Frans Lesuur 1 : de leerlingen kiezen de “outfits”, ze maken een schriftelijke voorbereiding van de presentatie, hiervoor gebruiken ze de nodige hulpbronnen. De schriftelijke voorbereiding wordt verbeterd. Lesuur 2 : de leerlingen oefenen de presentatie mondeling in. Lesuur 3 : modeshows + evaluatie (door medeleerlingen en leraar). De evaluatieroosters worden besproken. Opsommen van wat geleerd werd (eventueel een aanvullende woordenlijst) Reflectie op het leren: wat en hoe hebben ze geleerd? Bijwerken of verdiepen Toetsen (naast zelf- en peerevaluatie) Terug naar het begin van de cyclus
Voorbeeld 2 Fase Voorbereiding
Taak : La chambre de mes rêves (2e graad) Stappen Leerplan Taak Context
Instructie
Taak
Pre-taak
Oriëntatie op de taak
Overleg i.v.m. het taakproces
Taak
Uitvoeren van de taak
Post-taak
Presentatie Feedback en reflectie op de taak
Planning
Opvolging, follow-up
De leerlingen kunnen informatie geven en vragen, ze kunnen een eenvoudig gesprek voeren over een vertrouwd onderwerp: hun woonomgeving. De leerling bespreekt met zijn/haar ouders de realisatie van zijn/haar droomkamer. De kinderkamer is aan renovatie toe, ze wordt een hippe, toffe jeugdkamer. De jongere doet een voorstel en bespreekt de realisatie met zijn ouders. Je ouders geven je een origineel verjaardagsgeschenk: je mag je oude kinderkamer herinrichten. Je bespreekt de uitvoerbaarheid met je ouders. Je kan er ook bij vertellen waarom je hiervoor hebt gekozen en wat jij belangrijk vindt. Voorkennis : de leerlingen kunnen zeggen hoe groot hun kamer is, wat ze er van denken, hoe ze ingericht is, welke meubels er staan, en de plaats van de meubels beschrijven. Planning Timing, groepsvorming, materiaal, … Nieuwe kennis Uitbreiding van de woordenschat in verband met woning, een appreciatie kunnen uitdrukken, mondelinge taalvaardigheid. - de leerlingen/groepen stellen eerst hun droomkamer mondeling voor. Ze maken gebruik van een schets, een tekening, een collage, een foto, …. Timing: - voorbereiding, brainstorming, planning, afspraken materiaal : ½ les; uitvoering en evaluatie: 3 lesuren - hulpmiddelen ter ondersteuning : leerboek, tijdschriften, catalogi, woordenboeken, internet … - voorbereiding van de evaluatie (roosters) - werkvorm : groepswerk als voorbereiding - voertaal : Frans Lesuur 1 : bespreking van de opdracht met de leerlingen Lesuur 2 : de leerlingen beschikken over hun droomkamer en maken de beschrijving (+verbetering) Lesuur 3 : de leerlingen oefenen de dialoog jongereouders mondeling in. Lesuur 4: dialogen + evaluatie (door medeleerlingen en leraar) De evaluatieroosters worden besproken. Opsommen van wat geleerd werd (eventueel een aanvullende woordenlijst) Reflectie op het leren: wat en hoe hebben ze geleerd? Bijwerken of verdiepen Toetsen (naast zelf- en peerevaluatie) Terug naar het begin van de cyclus
VOORBEELD VAN EEN TAALTAAK : FEESTJE Uit het leerplan Frans en Engels 2e graad ASO en Duits 3de graad ASO: Leerplandoelstellingen: - een eenvoudig verslag schrijven over een eigen ervaring, een situatie een gebeurtenis. - zelfstandig een eenvoudige brief of e-mail schrijven. De te produceren teksten sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Ze zijn vrij eenvoudig geformuleerd en vrij overzichtelijk opgebouwd. Opdracht Taaltaak Je bent net ___ jaar geworden en je hebt een feestje gegeven voor klasgenoten en vrienden. Achteraf ben je heel tevreden en je brengt verslag uit in een mail aan een goede vriend die ernstig ziek was en niet kon komen. Lengte : 100 à 150 woorden Inhoud : - je zegt dat het feestje goed verlopen is; - je vertelt over de aanwezigen en de geschenkjes die je gekregen hebt; - je beschrijft het lokaal waar het feestje doorging en de versiering die je gemaakt had; - je geeft je mening over de muziek die je voorzien had; - je zegt welke hapjes en drankjes je vriendinnen klaargemaakt hadden; - je vraagt hoe je vriend het stelt en vraagt wanneer je hem/haar kan komen opzoeken; - je neemt afscheid. Evaluatierooster
________ /15
Correct uitvoeren van de opdracht Inhoud Woordenschat Grammaticale correctheid Samenhang van de tekst Spelling
0 0 0 0 0 0
0.5 0.5 0.5 0.5 0.5 0.5
1 1 1 1 1 1
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
2 2 2 2 2 2
2.5 2.5 2.5
Opdrachten waardoor de taak voorbereid werd: - Leesvaardigheid (informatieve tekst) : een feestje organiseren - Schrijfvaardigheid : de uitnodiging - Gespreksvaardigheid : welk geschenk? - Gespreksvaardigheid : hoe ga je naar het zaaltje? - Leesvaardigheid (prescriptieve tekst) : de versiering - Luistervaardigheid (prescriptieve tekst) : recepten voor hapjes en drankjes - Gespreksvaardigheid : de vrienden ontvangen (begroeten, feliciteren, …) Gemaakte oefeningen/voorkennis: - woordenschatoefeningen rond het woordveld “Feesten”, geschenken, muziek,… - bijvoeglijke naamwoorden: overeenkomst (versiering, lokaal, …); - gebruik van de correcte tijd om te beschrijven en te vertellen in het verleden; - samenhang tussen tekstgedeelten (verbindingswoorden)….
3 3 3
Voorbeeld 3 Fase Voorbereiding
Taak : Choix d’un livre (3e graad) Stappen Leerplan Taak Context
Instructie
Taak
Pre-taak
Oriëntatie op de taak
Overleg i.v.m. het taakproces
Taak
Uitvoeren van de taak
Post-taak
Presentatie Feedback en reflectie op de taak
Planning
Opvolging, follow-up
De leerlingen kunnen het globale onderwerp bepalen en een spontane mening vormen over informatieve en narratieve teksten. Je kiest voor een vriend/vriendin (medeleerling) een geschikt boek als verjaardagsgeschenk. Je vriend(in) is jarig en je kiest een boek voor hem/haar. Op basis van een reeks samenvattingen, uittreksels en/of appreciaties van boeken kies je een geschikt boek voor je vriend(in) die jarig is. Je geeft je geschenk, je stelt het boek voor en je verantwoordt je keuze. Voorkennis : voldoende niveau van leesvaardigheid, strategieën, functionele kennis (woordenschat en grammatica), attitude : bereidheid om te lezen. Planning Timing, (groepsvorming?), materiaal, … Nieuwe kennis Leesvaardigheid, woordenschat en interculturele competentie - aanbod door de leerlingen of de leraar? - welke bronnen? - individueel of in groep? - wie geeft een boek aan wie? Timing: - voorbereiding, brainstorming, planning, afspraken materiaal : ½ les; - uitvoering en evaluatie: 2 lesuren - hulpmiddelen ter ondersteuning : internet, boeken uit de bibliotheek, tijdschriften, artikels, catalogi, leerboek, woordenboeken, … - voorbereiding van de evaluatie (roosters) - werkvorm : groepswerk als voorbereiding? - voertaal : Frans Lesuur 1 : bespreking van de opdracht met de leerlingen Lesuur 2 : de documenten waarop ze hun keuze baseren zijn ter beschikking en de leerlingen bepalen hun keuze. Ze bereiden de dialoog mondeling voor. Lesuur 3 : de leerlingen geven hun geschenk, de jarige mag ook vragen stellen over het boek + evaluatie. De evaluatieroosters worden besproken Opsommen van wat geleerd werd (eventueel een aanvullende woordenlijst) Reflectie op het leren Hoe hebben ze geleerd? Bijwerken of verdiepen Toetsen (naast zelf- en peerevaluatie) Terug naar het begin van de cyclus
Grammatica → taaltaak Noms, adjectifs, articles → courriel pour se présenter (ce qu’on fait, ce qu’on aime, où on habite,…), description d’un lieu de vacances Les possessifs → parler de sa famille, de ce qu’on possède, de ce qu’on utilise, … Les démonstratifs → commentaires sur objet p.ex. choisir un cadeau, un vêtement, … Pronoms personnels → éviter les répétitions dans un texte, un dialogue, une devinette, objet mystérieux, … Pronoms relatifs → faire deviner un objet ou une personne « c’est quelqu’un qui… » , « c’est quelque chose que … », slogans publicitaires. Passé composé → courte biographie, histoire insolite passée, fait divers, … Futur proche → projets de toutes sortes Passé récent, présent, futur proche → compte-rendu d’un événement : ce qui vient de se passer, ce qui est en train de se passer, ce qui va se passer (ex. saint Nicolas qui arrive dans le port d’Anvers) Prépositions de lieu (pays, villes) → vacances/séjours à…, cartes postales de vacances, … Prépositions de lieu → itinéraires, infos au sujet de plans, descriptions de lieux, … Prépositions de temps → emploi du temps (basé sur une page d’agenda), réponses à des questions d’une enquête sur l’emploi du temps, projets, … Chiffres, nombres partitifs → liste de courses, ce qu’on mange, ce qu’on prévoit et apporte pour un week-end, une recette, … Adverbes → commentaires L’interrogation → enquête, dialogue avec un ami qu’on n’a plus vu depuis longtemps, demande d’information, … Négation → conseils négatifs (ce qu’il ne faut pas faire, ne plus faire), liste d’interdictions
Andere suggesties voor taken: - excursie naar een Franstalige/Franse stad - quiz over Frankrijk - muziekkeuze maken - gesprek over actualiteit - informatie over vakantiebestemmingen - iets kopen ….
CONTROLELIJST VOOR EEN TAAKGERICHTE BENADERING 1 nee 1. Wordt de leerder rechtstreeks/persoonlijk betrokken bij de taak d.m.v. keuzemogelijkheden of onderhandeling met de leraar? Bijvoorbeeld i.v.m. (taal)leerinhouden, planning, uitvoering en eindproduct van de taak? 2. Reproduceert of simuleert de taak levensechte situaties die relevant zijn voor de leerling binnen zijn socio-culturele context? 3. Is de taak open genoeg zodat elke leerling eruit kan leren op de manier die het best bij hem past? (persoonlijke leerstijl- eigen niveau) Biedt de taak ruimte voor differentiatie en inspelen op individuele leernoden? 4. Vereist de taak dat de leerder output produceert in de doeltaal? 5. Vereist de taak dat de leerders ontdekken en onderzoeken eerder dan repoduceren? 6. Is de taak transparant wat betreft doelstellingen, procedures, rol van leerder en van leraar, de verwachte uitkomst? Zijn de instructies duidelijk? 7. Biedt de taak de leerder gelegenheden om te reflecteren? 8. Zijn er kansen ingebouwd voor individuele of groepsfeedback, in het bijzonder voor peer- en zelfevaluatie, procesevaluatie? 9. Impliceert de taak blootstelling aan rijke en authentieke input in de doeltaal? 10.Voorziet de taak voldoende gelegenheden voor interactie in de doeltaal? Biedt ze mogelijkheden tot samenwerkend leren(samen leren door interactie, trainen sociale vaardigheden actieve deelname van alle leden van de groep)? 11.Is er binnen de taak/het leerproces ruimte voor expliciete focus op het taalsysteem, wanneer specifieke taalproblemen opduiken? 12.Krijgt de leerder op het einde van de taak de gelegenheid om - het leereffect van de taak aan te tonen? - zijn trots uit te drukken over het bereikte resultaat? Krijgt de leerder door de taak een beter inzicht hoe een taal kan geleerd worden, hoe hij zelf leert, hoe hij zijn leerproces kan verbeteren?
2
3 ja