WORKSHOP 7 HOOG EN DROOG OF DE WONDEREN VAN DE PAARDENRUG 1
INLEIDING
Eens op mijn paard Eens op mijn paard ben ik je gelijke. Rug recht, hoofd recht, een echte ruiter. Alle verschillen en ongemakken zijn plots verdwenen en stilaan wordt mijn droom waar. Eens op mijn paard, teugels vast en rijden. Ik ontdek een nieuwe wereld, een prachtige wereld. Nu ben ik een dappere krijger voor de strijd en over mijn ganse lichaam voel ik het "doe voort, je kunt het". Eens op mijn paard verandert mijn leven. Plots zijn alle problemen en gebreken weg, opgelost. Plots komen mijn dromen en verlangens dichter en ik ben er zeker van, ik ben niet alleen. Eens van mijn paard, traag en voorzichtig, ben ik weer op aarde. Ruiterkledij af en weer gehandicapt, maar altijd dat zelfde zalig gevoel nadien. Paardrijden is een prachtige ervaring, het geeft vreugde in mijn hart en rust in mijn ziel. De tijd is kort, het succes is groot. Nu is het voorbij, maar volgende week is het terug.
1
We gaan jullie vandaag laten kennismaken met de visie en de werking van onze manege. Eerst gaan we wat vertellen over onze zorggebruikers en de paarden. Vervolgens weerleggen we onze werking, hierbij komt de infrastructuur aan bod en enkele aandachtspunten bij het lesgeven. Afsluiten doen we met enkele ervaringen in de praktijk. Wat voor eender welke sport geldt, is ook van belang bij paardrijden. Wat is paardrijden voor personen met een beperking? Sommigen nemen deel aan het G-paardrijden dat hen de mogelijkheid geeft aan wedstrijden deel te nemen georganiseerd op hun maat. Enkelen onder hen bestijgen zelfstandig het paard. Anderen doen het liever wat rustiger aan en genieten van enkele rondes in de piste. Zij voelen zich veilig op een schapenvacht met singel om een goed contact te hebben met het paard. Het op- en afstappen is voor de ene al moeilijker dan voor de andere. Hier wordt hulp geboden waar nodig. Niet teveel en niet te weinig, we streven zelfstandigheid na maar garanderen gelijktijdig de veiligheid. Een hand aan het been of bekken is soms voldoende om de zorggebruiker in evenwicht te houden en het gevoel te geven zelfstandig te kunnen paardrijden. Voor de zorggebruikers die uit zichzelf niet kunnen meehelpen gebruiken we hulpmiddelen, de tillift of Handy-move. Ook kunnen zij eventueel met behulp van een extra begeleider achter hen op het paard genieten van de bewegingen die hiermee gepaard gaan. Ook deze hulp wordt zo mogelijk afgebouwd. Sommigen, die omwille van fysieke beperkingen niet in de mogelijkheid zijn om op het paard te zitten, worden in buiklig dwars over het paard gelegd. Met andere woorden, iedereen die niet allergisch is voor paarden komt aan bod. We willen zo vraaggestuurd en efficiënt mogelijk werken om maximum te kunnen voldoen aan de ‘kwaliteit van leven’ van onze zorggebruikers. 2
KERN
Er wordt paard gereden op 2 verschillende locaties namelijk Panhof te Peer en manege St.Martinus te Overpelt (achter St.-oda). Dit is een samenwerkingsproject van gemeente Overpelt, LRV Overpelt en St.-Oda. Sinds vorig jaar zijn er nieuwe programma’s gemaakt voor onze zorggebruikers, zo komen er ongeveer 80 gasten wekelijks of om de 14 dagen paardrijden. Wekelijks komen er een aantal bewoners werken. De arbeidsgerichte activiteiten in en rondom de manege zijn in hoofdzaak: het uitmesten van de stallen, het mestvrij houden van de omliggende weiden, het borstelen van de gangen en parking enz. Wekelijks wordt er ook op maandag door 8 zorggebruikers in 3 verschillende groepjes paard gereden in het Panhof. Deze bewoners rijden zoals elke ruiter of amazone op een zadel. Ze dragen de volledige uitrusting van een ruiter; zoals rijbroek, rijlaarzen of chaps en een tok. Niet alleen paardrijden maar ook het onderhoud en het meewerken in de manege blijft belangrijk voor de bewoners. 3
ONZE PAARDEN
Het paard neemt een bijzondere plaats in bij onze bewoners hier op St.-Oda, en het klinkt misschien ongeloofwaardig maar toch is het zo, personen met een ernstige verstandelijke beperking kunnen ook paardrijden. Onze manege maakt gebruik van 2 Tinkerpaarden genaamd Thor en Tinca. Een Tinker is rustig, koelbloedig en heeft een goed en eerlijk karakter. Ze hebben een goed uithoudingsvermogen. Deze paarden werden specifiek getraind voor hun omgang met personen met een mentale of meervoudige beperking. Ook ondergingen ze een intensieve schriktraining om voorbereid te zijn bij allerhande situaties. Zo werden bijvoorbeeld onze paarden getraind op het wandelen door de gang en aan de opstapplaats. Het paard moet wennen aan al de geluiden die onze gasten maken en het
2
gebruik van de tillift. Het is belangrijk dat we dit steeds vooraf zelf goed oefenen zodat onze paarden hieraan vertrouwd geraken. 4
ONZE DOELGROEP
Het is belangrijk dat het programma is afgestemd op de persoonlijke noden en wensen van iedere zorggebruiker. Iedere bewoner mag een top 5 opstellen van verschillende activiteiten en therapieën. De bewoners, waar paardrijden in de top 3 staat en mits goedkeuring van de arts, worden uitgenodigd in de manege. Dan gaan we individueel bekijken welke de mogelijkheden zijn. We begeleiden steeds met minstens 2 personen, hier is een goede samenwerking noodzakelijk. 5
ONZE UITGANGSPUNTEN GEBASEERD OP “VISIE EN BELEID OP DAGBESTEDING – ST.-ODA 2010”
5.1
Zorg op maat
Het is belangrijk dat de zorggebruikers die in de manege komen, zich goed voelen in hun ‘zijn’. Om die reden bieden we zorg op maat aan, waarbij we uitgaan van ieders beperkingen maar vooral ook ieders mogelijkheden. Om aan deze zorgen te voldoen, kiezen we voor een ruim aanbod. De populatie toont zoveel verscheidenheid waardoor we graag kansen willen bieden aan iedereen! Welke beperking(en) men ook heeft, er is voor ieder een aangepast aanbod binnen de manege van St.-Oda. 5.2
Kwaliteit versus kwantiteit
De zorgvraag van iedere zorggebruiker staat voorop en de voorkeur zal gaan naar kwaliteit en niet naar kwantiteit. Daarom kiezen we in ons programma niet voor 100 zorggebruikers met elk 15 minuten per maand of per week paardrijden maar voor 70 zorggebruikers die 20 minuten paardrijden. 5.3
In realiteit
Dit streven brengt met zich mee dat we meer leefgroepoverstijgend kunnen werken. De zorggebruikers van leefgroep A die paardrijden als zorgvraag hebben sluiten aan bij de zorggebruikers van leefgroep B met dezelfde nood. Daarnaast willen we streven naar meer differentiatie binnen elke groepsactiviteit. Het paardrijden voor het groepje in het eerste deel van de maandagvoormiddag kan heel andere doelstellingen en omstandigheden verwachten dan het groepje van de dinsdagvoormiddag. Op die manier kunnen we een oneindig aantal doelstellingen combineren waardoor we verschillende subgroepen kunnen vormen tijdens eenzelfde activiteit (uit “visie en beleid op dagbesteding – St.Oda 2010”). 6
BELANGRIJKE NORMEN EN WAARDEN
6.1
Samenwerken
Het programma kan enkel succes boeken wanneer er onderling een goede samenwerking is. Het is belangrijk dat alle begeleiders de tijd nemen om steeds goed overleg te plegen en regelmatig te evalueren. Ook spelen onze vrijwilligers hierbij een grote rol! Hun extra helpende handen hebben we nodig bijvoorbeeld voor het voederen in het weekend.
3
6.2
Tijd
Zoals bij onze uitgangspunten al aan bod kwam, kiezen we voor kwaliteit en niet voor kwantiteit en voor zorg op maat Deze uitgangspunten worden gespecificeerd aan de hand van basisprincipes (zie ook “visie en beleid op dagbesteding – St.-Oda 2010”). We streven bijvoorbeeld naar een evenwicht tussen rust, ontspanning en inspanning. Bij ‘zorg op maat’ bedoelen we ook dat we onze zorggebruikers de nodige tijd kunnen aanbieden. Zo zijn we ondertussen geëvolueerd van één kwartier naar 20 minuten om aandacht te kunnen schenken aan zaken buiten het paardrijden oa. de ontvangst, het grondwerk alsook meer in de mogelijkheid te zijn het tempo van de betrokken bewoner te kunnen volgen. 6.3
Multidisciplinaire werking
We streven naar een multidisciplinaire werking waarbij allerhande therapeuten aan bod komen. Op die manier kunnen we bij twijfel beroep doen op bijvoorbeeld de kinesitherapeut. Onderling ideeën en bevindingen wisselen, kan enkel de werking positief beïnvloeden! Dit geldt voor alle betrokkenen van het multidisciplinaire team (leefgroep, andere therapeuten, pedagogen, ouders …). 6.4
Aandacht voor variatie
Nieuwe ervaringen opdoen geeft kleur aan het leven! Afwisseling in het programma is belangrijk om de leefwereld van de zorggebruikers te verruimen, om hen kennis te laten maken met een breder kader en verschillende zintuigen aan te spreken. Bij zorg op maat hadden we het al over de grote verscheidenheid binnen deze populatie. Deze verscheidenheid brengt natuurlijk een groter aanbod met zich mee. Dit lichten we verder graag nader toe. 6.5
Structuur
Door met een vast programma te werken, bieden we onze zorggebruikers structuur aan. Deze structuur willen we meenemen tot in de manege. Zo werken we bijvoorbeeld met een bepaalde kleur voor ieder paard. Al het bijhorend materiaal wordt gekenmerkt met deze kleur. Op deze manier weten de zorggebruikers, die komen werken in de manege, welk materiaal samen hoort. Onze werkers krijgen ook enkele vaste taken die wekelijks terugkomen. 6.6
Waarde van de omgeving & het sociale gebeuren
Het programma geeft ruimte aan zowel het groepsgebeuren als aan individuele momenten. Er is enerzijds onze koffieruimte waar iedereen altijd welkom is. Alle leefgroepen, natuurlijk ook de nietruiters, mogen een bezoekje brengen. Voor velen is de manege een nieuwe omgeving die door zijn uitzicht, eigen geuren enz. een eigen functie krijgt wat stimulerend kan werken. Daarnaast heeft het zich verplaatsen van locatie bijkomende algemene doelstellingen zoals de extra beweging, meer sociale contacten enz. Graag willen we deze toegankelijk maken voor de hele gemeente of iedere voorbijganger. Dit kan een meerwaarde vormen voor de integratie van onze zorggebruikers. Hierbij moeten we zeker denken aan de aantrekkelijkheid en de toegankelijkheid van en naar de manege. Enkele jaren geleden werd er op kamp gegaan met onze zorggebruikers. Het kamp werd steeds voorzien van enkele activiteiten zoals paardrijden, sport & spel maar ook binnen- en buitenwerk. Hierbij speelde integratie en het sociale gebeuren weer een heel grote rol. Het kampgebeuren heeft al voor vele mooie momenten gezorgd en we zien het zeker zitten dit eens over te doen!
4
7
UITBREIDING MANEGE-AANBOD
Omdat we ons aanbod graag willen uitdiepen op maat van iedere zorggebruiker, werd een opbouw gemaakt naargelang de specifieke invulling van de doelstellingen voor de betreffende bewoners. We delen het aanbod op in 4 grote groepen: het belevingsaanbod, het rijaanbod, het jobaanbod en het therapeutisch aanbod. 7.1
Het belevingsaanbod
7.1.1
Snoezelen en knuffelen met pony’s: basaal aanbod & dierenbeleving
“Snoezelen” is een bekende term bij onze zorggebruikers. We willen hen aangename zintuiglijke prikkels aanbieden zoals geuren, aanraken van zachte materialen, geluiden enzovoort. Het concept snoezelen kunnen we, in ons geval, linken aan dierenbeleving. De pony is in eerste instantie geen rijdier maar een kameraad, een spiegel, een luisterend oor en een vertrouwenspartner. Door het leren omgaan met het paard door middel van strelen, knuffelen, borstelen en verkennen, worden angsten overwonnen. De zorggebruiker kan zijn zelfvertrouwen opbouwen en tot rust komen. Graag willen we werken aan een toegankelijke en aantrekkelijke snoezelstal, aangepast aan de noden en wensen van onze zorggebruikers. We denken dan aan een voelmuur, een snoezelbed, aangepaste verlichting & sfeer, belevingsdozen … Dit aanbod willen we graag verder uitwerken in samenwerking met de ergotherapeutische dienst van St.-Oda. 7.1.2
Verzorging van pony’s
Kleine pony’s geven ook rolstoelgebruikers de kans om dichter bij het dier te staan. We kunnen hierbij de pony’s vertroetelen en een echte verwenbeurt geven. Er zal gewerkt worden met grote picto-borden naast de weide waar op aangeduid staat of de pony nog verzorgd moet worden, nog dient gevoerd te worden … Op die manier wordt dit een interactieve bezigheid, die eveneens de aantrekkelijkheid van de manege in zijn geheel zal bevorderen. Het gebruik van picto’s in de manege willen we graag verder uitwerken in samenwerking met de dienst muzologie van St.-Oda. 7.1.3
Wandelen op het domein met pony’s
De schofthoogte van pony’s is voor onze zorggebruikers minder angstwekkend dan die van onze grote paarden. De pony’s komen vaak ter hoogte van een rolstoel waardoor dit meer veiligheid schept. Maar ook voor ambulante zorggebruikers kan het wandelen met pony’s zeker een meerwaarde bieden. Zo kunnen we bouwen naar een bepaalde verantwoordelijkheid waarbij de rolstoelgebruiker of ambulante zorggebruiker de pony zelf vasthoudt. Denk hierbij ook aan de meerwaarde dat dit oplevert voor de bewoners waar de pony’s voorbij gewandeld komen! 7.1.4
Hemelbed te paard
Op studiebezoek in het hippisch zorgcentrum Heikenhof te Meerhout hebben we kennisgemaakt met het hemelbed te paard, een variant van het huifbedrijden. Het hemelbed omvat het huifbedprincipe op een loopband. Zij hebben een zeer goede expertise opgebouwd waarbij het hemelbed enkele sterke voordelen biedt. Het paard loopt op een loopband wat paarden van nature kunnen. Over de loopband is een zeil gespannen waarop, met behulp van een tillift, de zorggebruiker kan worden gelegd. Dit zeil wordt aangekleed met zachte kussens en dekentjes, met eventueel een klamboe erover. Het hemelbed is een zeer goed initiatief voor onze specifieke doelgroep. We willen hier zeker naartoe werken mits een goede expertise en voorbereiding de komende jaren!
5
7.1.5
Algemene beleving in de manege
Door de manege beter toegankelijk te maken en de aantrekkelijkheid te vergroten, bv. door de aanwezigheid van de pony’s, door het plaatsen van een picknickbank, door het voorzien van koffie en koekjes … wordt de manege eveneens een belevingsplaats. Ook dit kan ingepland worden als aangepaste activiteit voor een bewoner. 7.2
Het rijaanbod
7.2.1
‘Rondjes rijden’ in de piste
Voor sommige zorggebruikers is het al heel wat om gewoon enkele rondjes te rijden in de piste. Het is al een hele stap om op het paard te durven en in stap te gaan. Voor hen is het ook belangrijk om af en toe eens stil te staan, het paard eens te knuffelen en te genieten van het gebeuren. Het ‘rondjes rijden’ zal op basis van individuele noden ingevuld worden, rekening houdend met het tempo van de zorggebruiker zelf. 7.2.2
Aangepast paardrijden met gebruik van spelmateriaal & letterborden
Het spelmateriaal maakt voor vele zorggebruikers het geheel aantrekkelijker. Even de tijd nemen om met balletjes te gooien, ringen te steken of over springbalken te stappen. Het paard maakt zo ook andere, nieuwe bewegingen wat zij ook weer als anders ervaren. Bij zorggebruikers die objecten zoals een appel kunnen herkennen, is het leerrijk om met de officiële letterborden te werken. Zo kunnen zij zelf bepalen waar we naartoe rijden. (Zie bijlage 1.) 7.2.3
Wedstrijdgericht paardrijden
We zien deze actieve sportbeoefening niet alleen als een gezonde vrijetijdsbesteding, maar ook als een kans om elkaar te ontmoeten, de sfeer op te snuiven, deel te nemen aan trainingen en wedstrijden en om mensen met een beperking te integreren. De beleving staat centraal in het hele sportgebeuren, het recreatieve primeert steeds op het competitieve. Dus iedereen presteert op eigen niveau en naar eigen mogelijkheden. Hier wordt er getraind met de ruiters en amazones, om zo naar ieder zijn eigen mogelijkheden een dressuurproef te rijden. We trainen dit in groep zodat men ook rekening leert houden met andere ruiters en zo respect krijgt voor elkaar. Onze ruiters zijn voorzien van een volledig ruiteruniform en trainen met een echt dressuurzadel. Zo heeft men de mogelijkheid om aan dressuurwedstrijden deel te nemen en dit zowel binnen als buiten de werking met valide ruiters. De wedstrijden worden georganiseerd op hun maat: een aparte ring voor de ruiters met een beperking, aangepaste proeven, aangepaste dressuurborden (letters worden aangevuld met afbeeldingen en een kleur) … Ook is dit de voorbereiding op de Special Olympics wat voor hun een jaarlijks hoogtepunt betekent. Om dit alles mogelijk te maken gaan we wekelijks naar manege Panhof om daar in groep te kunnen trainen (Zie bijlage 2). 7.3
Het jobaanbod
7.3.1
Werken in en rond de manege
Wekelijks krijgen wij in onze manege hulp van onze “werkers”. Wanneer zij arriveren, nemen we even de tijd om hen op weg te helpen. Met behulp van foto’s van iedere werker (die standaard op de muur zullen hangen) en aan de hand van pictogrammen maken we duidelijk wat hun taak die dag is. Zo mag bijvoorbeeld zorggebruiker X vandaag de gang borstelen. Niet enkel in maar ook
6
rond de manege zijn er veel werkjes voor handen. In samenwerking met de ergotherapeutische dienst willen we bekijken wat nog meer mogelijkheden zijn om dit aanbod uit te breiden. We denken bijvoorbeeld aan onderhoud weide. 7.3.2
Helpen bij het trainen en verzorgen van de paarden
Onze zorggebruikers schenken ook hier een helpende hand! Ze helpen onze paarden verwennen door ze onder andere te borstelen. Ook bieden zij hulp bij het begeleiden van de spelletjes. Zo geven zij materiaal aan en helpen ze andere zorggebruikers. 7.4
Het therapeutisch aanbod
7.4.1
Ontwikkelingsgericht werken
We willen met enkele jonge zorggebruikers ontwikkelingsgericht werken. We stellen doelen op waar we samen naartoe kunnen werken. Ook denken we hierbij aan verjonging in ons team van het G-paardrijden. Hier komt de multidisciplinaire werking ook zeker en vast aan bod! We kunnen onze ervaringen delen met onder andere de kinesitherapeut, ergotherapeut, leefgroep enzovoort. Het ontwikkelingsgericht werken zal gebaseerd worden op drie peilers namelijk hippotherapeutisch, orthopedagogisch en psychotherapeutisch paardrijden (zie bijlage). Hippotherapie is het therapeutisch gebruiken van het paard om specifieke bewegingsfuncties bij de ruiter te behandelen. Het accent ligt hier dus op medisch terrein. Hippotherapie betekent dus 'een therapeutisch behandeling met de hulp van het paard'. Het paard wordt gebruikt als stimulator, motivator en activator door zijn unieke driedimensionele bewegingsafloop die permanente prikkels geeft en bepaalde bewegingen faciliteert. Deze driedimensionale schommelimpuls komt volledig overeen met het bewegingspatroon van de mens, maar dan met ontlasting van de benen. Hier is het vooral het paard dat een beïnvloedende functie heeft. Het accent bij orthopedagogisch paardrijden ligt meer op het sociale element, de interactie en de communicatie en niet zozeer op het leren paardrijden. Het heeft dus educatieve doeleinden en brengt vooral een pedagogisch, orthopedagogisch, reëducatief en sociaal effect teweeg. Psychotherapeutisch paardrijden is een nieuwe en vaak nog vergeten tak binnen het (therapeutisch) paardrijden. Men werkt met het paard op verschillende hippisch en therapeutisch verantwoorde manieren met als doel motivatie, inleiding, bevordering en stabilisatie van het psychotherapeutische proces. De functie van het paard is afhankelijk van de therapeutische basis, de indicatie, het therapeutische proces en de fase van het proces waarin de ruiter verkeert. Mogelijke functies zijn: motivator, therapiepartner, stimulator, communicatiepartner, katalysator, overgangsobject ... Individuele therapiedoelen kunnen zijn: ontspanning versus activeringsniveau, blokkades bewust maken versus blokkades weghalen, zelfvertrouwen opbouwen enzovoort. 8
HULPMIDDELEN
8.1
Het op- en afstappen
8.1.1
Trap
Een verplaatsbaar opstapperron is een soort trap met drie à vier treden en een plateau, groot genoeg voor drie personen. Door zijn kleine omvang is de trap verplaatsbaar en op iedere gewenste locatie neer te zetten (in de bak, in de stal, buiten … ). De trap kan best geen leuning hebben, dit is gemakkelijk voor de ruiters en de begeleiders.
7
8.1.2
Dubbel opstapperron
Een dubbel opstapperron bestaat uit twee schuinsoplopende vlakken, welke eindigen in twee horizontale plateaus. Het paard komt tussen deze beide bruggedeelten te staan, waardoor hij lager staat dan de ruiter. Hierdoor wordt de hoogte die de ruiter moet overbruggen om op zijn paard te komen kleiner en het opstappen gemakkelijker. De ruiter kan van twee verschillende kanten op het paard stappen of op het paard geholpen worden. 8.1.3
Tillift
De tillift bestaat uit een plafondsysteem, een net en de tilbeugel. Het net wordt aan de tilbeugel bevestigd. Door op een knopje van de bedieningskast te drukken, wordt de ruiter uit zijn rolstoel getild en via het plafondsysteem verplaatst, zodanig dat hij boven het paard komt te hangen. De ruiter zakt nu direct met gespreide benen loodrecht, rechtop zittend op het paard. Wanneer de ruiter op het paard zit, wordt de beugel verwijderd en kan de ruiter op het paard wegrijden. 8.2
Zitten
8.2.1
Dekjes
-
Schapenvacht, deken Een schapenvacht is letterlijk de vacht van een schaap. Tegenwoordig is er ook een synthetisch schapenvacht te verkrijgen. Een schapenvacht is in verschillende maten verkrijgbaar. De schapenvacht geeft naast de bewegingen van het paard ook de warmte goed door naar de ruiter. Dit heeft een positieve invloed op onder andere de spieren van de ruiter. Dekens en schapenvachten kunnen op de rug van het paard worden gebruikt in combinatie met een singel met één of meer handvatten.
8.2.2 -
-
-
Singel met een hard handvat Om de ruiter houvast te geven kan een singel met een handvat worden gebruikt. Het handvat bestaat uit een metalen boog bekleed met leder. De singel kan op de paardenrug worden gelegd of gebruikt worden in combinatie met een dekje. Een veel gebruikte combinatie is die met de schapenvacht. Hierdoor blijft de vacht op zijn plaats. Singel met een slap handvat Deze singel heeft in plaats van een hard handvat een slap handvat dat slechts bestaat uit een stuk leder. Het handvat ligt tijdens het rijden op de rug van het paard of op het onder de singel bevestigde dekje. Het laten rijden met een slap handvat heeft tot doel de ruiter een klein beetje hulp te geven bij het handhaven van de balans. Door deze singel te gebruiken wordt de onafhankelijke zit van de ruiter bevorderd. Voltigesingel Deze lederen singel is gemaakt voor gebruik bij de voltige. De handvatten van deze singel zijn doorgaans vrij ver uit elkaar geplaatst. Daarnaast zijn de handvatten van de voltigesingel in tegenstelling tot die van de rolsingel rechthoekig van vorm. Net als voorgaande singels is de voltigesingel zowel met als zonder dekje te gebruiken. Een dergelijk type singel kan met handvatten in elke gewenste vorm en breedte gemaakt worden.
8.2.3 -
Singels
Riemen
Zadelriem
8
-
Dit is een als handvat te gebruiken riem van ongeveer 25 cm lang, met aan beide uiteinden een bevestigingsmogelijkheid. Het handvat bestaat uit dubbel gestikt leder en is slap. De riem wordt door middel van de bevestigingsmogelijkheden vast gemaakt aan de ringetjes aan de voorzijde van een zadel. Ruiterriem Deze riem bestaat uit een band met daaraan een gesp. Deze band wordt om de taille van de ruiter vast gemaakt en dient als een soort handvat voor de begeleider. De riem moet het vastpakken van de ruiter aan zijn kleding voorkomen. De ruiterriem biedt de begeleider de mogelijkheid de ruiter te corrigeren en veiligheid te bieden.
8.2.4 -
-
-
-
-
Teugels
Kleurtjesteugel De kleurtjesteugel is een linnen teugel met verschillende kleurvlakken. Naast de linnen teugel bestaat er ook een springteugel met noppen, die het wegglijden van de teugels uit de handen voorkomt. Het rubberen gedeelte van deze springteugels kan ook uit vier verschillende kleuren bestaan. Lussenteugel/jachtteugel Deze teugel heeft diverse lussen aan de buitenkant van de teugel en is gemaakt van leer of linnen. Neusriemteugel De neusriemteugel is een gewone teugel die aan de ringen van de neusriem wordt bevestigd. Vaak gebeurt dit door middel van musketonhaken. Door de teugel aan de neusriem te bevestigen, wordt de inwerking van de teugel van de paardenmond naar de neus verschoven Begeleidersteugel De begeleiderteugel is een teugel die bestaat uit twee delen, een bitstuk en een touw. Het bitstuk bestaat uit een linnen stuk (ongeveer een hand breed) met twee musketonhaken, die ieder aan een kant van het bit worden bevestigd. In het midden van het bitstuk zit een ring, waaraan het touw kan gedaan worden. Het touw kan van allerlei materialen gemaakt zijn. Veel gebruikt is het halstertouw. De begeleiderteugel geeft de begeleider de mogelijkheid om de controle uit te oefenen over het paard. Hij kan het paard hierdoor laten vertragen, wenden of halt houden, wanneer de ruiter hier zelf niet, of moeilijk, toe in staat is. Zeker in de beginperiode om de ruiter vertrouwen te geven Eénhandsteugel De éénhandsteugel is een teugel die bestaat uit twee lederen riemen met een verhard tussenstuk van hout of leder. De teugel is tijdens het rijden niet in lengte verstelbaar, alleen voor het rijden is de lengte van de lederen riem in te stellen. Om tijdens het rijden het paard toch een lange teugel te kunnen geven is er aan het tussenstuk een riempje gemaakt, die ervoor zorgt dat de ruiter na het paard de lange teugel te hebben gegeven toch de teugel weer op maat kan maken.
8.3
Beenhulpen
8.3.1
Half open beugel
Dit is een standaard beugel waar door middel van drukkers een lederen riem aan bevestigd is, aan de voorzijde van de beugel en de onderzijde. - Gesloten beugel Dit is een beugel, waar een lederen kap op geplaatst is. Deze kap zit aan de voorzijde van de beugel en omsluit als het ware de gehele schoen / laars van de ruiter (ook aan de onderzijde). De kap voorkomt dat de ruiter met zijn voet door de beugel kan glijden. De beugel is aan ieder willekeurig zadel aan te brengen.
9
8.4
Zweep
De zweep is een hulpmiddel dat bij het reguliere paardrijden ook wordt gebruikt. Het kan dienen als middel om het paard aan te sporen, maar ook om hulpen beter over te laten komen op het paard. De zweep is verkrijgbaar in verschillende lengtes, wat mede de functie van de zweep bepaalt. De zweep wordt samen met de teugels in de hand gehouden. 8.5
Signalisatie
-
Letterborden met een afbeelding vormen een hulpmiddel, zodat de ruiters zich goed kunnen oriënteren in de paddock.
-
In functie van een uniform gebruik van afbeeldingen bij de letterborden wordt voor personen met een verstandelijke handicap geopteerd om de afbeeldingen conform de regels van Special Olympics te voorzien. Dit houdt de volgende richtlijnen in qua tekeningen en kleur. A K E H C M B F
paard kers druif bloem beer banaan appel sinaasappel
zwart rood blauw wit bruin geel groen oranje
-
De letterborden moeten in relatie tot de paddock voldoende groot zijn in functie van de leesbaarheid. Er wordt geopteerd voor een lettergrootte van 1 op 1 d.w.z. dat de letterhoogte 1 cm moet bedragen als zij van op 1 m afstand leesbaar moeten zijn.
-
De letterborden en borden met afbeeldingen hebben een voldoende contrasterende kleur ten opzichte van de achtergrond.
9
LESGEVEN AAN RUITERS MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING
Hieronder worden die ruiters gerekend waarbij een beschadiging van de hersenen heeft plaats gevonden vóór of rondom de geboorte. Instructeurs dienen erop attent te zijn dat deze ruiters specifieke motorische en cognitieve beperkingen hebben waar rekening mee gehouden moet worden (bv. tragere verwerking van wat gezegd wordt, beperkter geheugen, beperkter gezichtveld, langzamer begrip).
Aandachtspunten: -
Korte opdrachten, instructies geven, één opdracht per keer. Duidelijk spreken. Terugvragen of de boodschap overgekomen is. Aandacht vasthouden door oogcontact. De spanningsboog niet te lang gespannen laten zijn. Bij taalproblemen ook visuele aanwijzingen geven. Bij visueel ruimtelijke problemen extra tijd nemen voor uitleg. Bij contracturen van de benen, smalle paarden/pony's gebruiken en i.p.v. een zadel een (voltige) singel met deken of schapenvacht gebruiken. Paarden met een vlakke soepele beweging zijn voor deze ruiters het meest geschikt. Een aangepast zadel zal in vele gevallen de zit en houding aanmerkelijk verbeteren Bv.: klittenbandzadel waarbij blokken op het zadel bevestigd kunnen worden, een Western zadel, schapenvacht of vacuümzadel.
10
-
-
10
Bij een beperkte handfunctie of hemiplegie waarbij normaal gebruik van de teugels in twee handen niet mogelijk is, zal een lussenteugel of éénhandsteugel gebruikt moeten worden. Voor de meeste gehandicapte ruiters en zeker voor ruiters met spasme, is het moeilijk de voeten behoorlijk in de beugels te houden. Druk onder de bal van de voet verhoogt vaak de spasticiteit. Deze ruiters rijden bij voorkeur zonder beugels. Voor ruiters die toch met stijgbeugels rijden zal er uit oogpunt van veiligheid de nodige aandacht aan de stijgbeugels moeten worden gegeven Een normale val moet altijd mogelijk blijven, d.w.z. er dient op gelet te worden dat de voeten niet door de beugels heen kunnen schieten of niet klem kunnen komen te zitten in de beugels. Hier voor zijn veiligheidsbeugels in de handel. LESGEVEN AAN EN RIJDEN MET RUITERS MET EEN ZEER ERNSTIGE MEERVOUDIGE BEPERKING
Deze categorie ruiters komen we in ons werk heel vaak tegen. Veel instructeurs beschouwen hen als de moeilijkste om mee te werken en weten niet wat ze ermee aanmoeten. Omdat het normale lesgeven aan hen niet mogelijk is, vragen zij altijd om een speciale benadering. De omgang met het paard is voor mensen met een laag niveau van functioneren het meest verwant aan 'snoezelen'. Dit zijn activiteiten waarbij de zintuigen worden geprikkeld. Het is belangrijk hierbij te bedenken dat het simpelweg aanwezig zijn op de manege en het zien, ruiken en voelen van paarden al een hele belevenis op zich is. Door niet te veel te willen en voor alles ruim de tijd te nemen bieden we deze ruiters een mogelijkheid op hun eigen manier van het paardrijden te genieten. Voor ruiters die wel op een paard kunnen zitten, maar niet of zeer beperkt verbaal te instrueren: 11
Ervaren van het gedragen worden door het paard en het voelen van het paard zelf (warmte, vacht en manen) Ervaren van en reageren op de beweging van het paard, stappen en draven (eventueel ondersteund door muziek in het bijpassend ritme) over balkjes stappen en wendingen rijden. Ervaren van reacties van het paard, aandrijven, halthouden en zo mogelijk een begin van besturing samen met de begeleider. Ervaren van de omgeving van het paard, ruiken en voelen van gras, hooi, stro en houtsnippers. RUITERS DIE NIET ZELFSTANDIG OP HET PAARD KUNNEN ZITTEN
Voor deze categorie ruiters kunnen we het zogenaamde backriding als mogelijkheid bieden om aan het paardrijden deel te nemen. Er wordt dan gereden op een dekje of een vacht met een voltige singel. Een begeleider zit achter de ruiter en ondersteunt hem met zijn lichaam. Door langs de ruiter heen de handgrepen van de singel vast te houden kan deze wanneer dit nodig is worden gefixeerd. Afhankelijk van het paard en/of de ruiter wordt het paard door de begeleider alleen of samen met de ruiter bestuurd. Een begeleider te voet zal meestal nog extra assistentie verlenen. Het verstandelijk niveau van de ruiter bepaalt de vorm van de activiteit; snoezelen of ook wel figuren rijden. Meervoudig gehandicapten hebben vaak problemen met hun ruimtelijke oriëntatie. Door het rijden van figuren kan dit worden getraind, bijvoorbeeld door de ruiter de richting te laten aanwijzen waarin gereden moet worden. Omdat twee ruiters nu eenmaal meer ruimte nodig hebben dan één, wordt voor backriding meestal een paard met een wat langere rug uitgekozen. De zwaarste van de twee zit bij backriding het verst naar achteren. Een lange paardenrug is meestal niet uitgesproken sterk. Er dient dus goed op gelet te worden dat een paard dat voor backriding gebruikt wordt over een goed gespierde lendenpartij beschikt. Hij moet voldoende getraind zijn. Dan nog blijft het zaak erop te letten dat het paard niet wordt overbelast. 100 kg aan gezamenlijk gewicht moet als uiterste maximum worden gehanteerd voor niet meer dan een half uur per dag.
11
12
LESGEVEN AAN RUITERS MET AUTISME OF AUTISTIFORME GEDRAGINGEN
Aandachtspunten: -
-
13
Een rechtstreekse benadering is niet effectief. De indirecte wijze van contact maken met bv. het paard als overgangsobject werkt beter. Geef dingen een naam en zeg precies wat je doet, ook al is het gesprekscontact beperkt. Het stereotype gedrag is een vorm van veiligheid, houvast zoeken; het heeft dus geen zin, het is zelfs niet goed dit gedrag te willen veranderen. Veiligheid bieden is belangrijk Hanteer een vaste structuur in de les. Voer veranderingen geleidelijk door. Open situaties en open ruimtes kunnen heel beangstigend zijn, evenals onverwachte gebeurtenissen of geluiden. Probeer door middel van muziek en ritmische oefeningen, inspelend op de beweging van het paard, reacties te krijgen. Het is soms moeilijk te zien of ze er plezier in hebben. Vraag dit bij ouders of verzorgers na. Leren gaat meestal langzaam, geef daarom korte duidelijke aanwijzingen die steeds weer herhaald moeten worden. Bij specifieke interesses kan het leren soms verbazend snel gaan, hier kan de instructeur gebruik van maken. Zodra te veel emoties (irritatie, boosheid) tegen hen geuit worden, wekt dit verwarring. Ze pakken juist de boosheid op en raken daar angstig of verdrietig van. Dit is dan zo overheersend dat zij een andere boodschap (bv: 'Niet hard aan de teugels trekken en tegelijk hard schoppen') helemaal niet meer horen. Trage vorderingen of het uitblijven van vorderingen kunnen bij de instructeur frustraties en een gevoel van machteloosheid oproepen waarmee hij moet leren omgaan. Paarden die niet kwalijknemend zijn en zelf contact zoeken met mensen zijn voor deze ruiters geschikt. SLOT
We hopen dat we jullie wat hebben kunnen meenemen in de leefwereld van het paard en de persoon met een beperking. Paardrijden zou een moment van genieten en ontspanning moeten zijn. Hoe meer je ontspant, geniet en lacht, hoe meer plezier je zal beleven aan je sport. De resultaten zullen dan ook wel volgen. Je merkt duidelijk dat paarden bij onze ruiters zéér belangrijk zijn, zowel op psychisch als fysisch vlak. Sommigen van hen bloeien pas open als ze op het paard zitten. Kortom, ze stalen en zien er gelukkig uit. Paardrijden is genieten!
Een bijzondere plek waar paarden de weg wijzen naar een wereld vol mogelijkheden.
12
13
BIJLAGE 1
Gymkana
Tussen kegels stappen
Halt houden 4”
Voorwerp verplaatsen
Vissen
Slalom
Over balken stappen
Gordijn
Vissen/Pêcher
Ballen gooien
Hoefijzer gooien
Links en rechts aantikken
14
Volte maken
Kegelparcours
NAAM: ………./210 Voltes rond tonnen
Vogelpik
14
BIJLAGE 2 SPORT – LANDELIJKE RIJVERENIGINGEN We hebben ook nog het sportieve paardrijden, waar men ook traint voor wedstrijden zoals Special olympics en andere G-wedstrijden. Maar ook in deze vormen van paardrijden blijven allerlei therapeutische waarden aanwezig. Sporten voor mensen met een beperking is nog altijd niet evident. Als we dan spreken over paardrijden voor deze personen, dan is dat voor sommigen helemaal onmogelijk. De Landelijke Rijverenigingen (LRV) willen een voortrekkersrol vervullen om de mogelijkheden voor mensen met een beperking op dit vlak te vergroten. We zien deze actieve sportbeoefening niet alleen als een gezonde vrijetijdsbesteding, maar ook als een kans om mekaar te ontmoeten, deel te nemen aan wedstrijden, om mensen met een handicap te integreren én hen een verhaal te geven. Het recreatieve primeert steeds op het competitieve. Dus iedereen presteert op eigen niveau en naar eigen mogelijkheden. LRV wil aan alle personen met een beperking (moeten geen lid zijn van LRV) de kans geven om aan dressuurwedstrijden deel te nemen en dit zowel binnen als buiten hun werking met valide ruiters. De wedstrijden worden georganiseerd op hun maat: een aparte ring voor de ruiters met een beperking, aangepaste proeven, aangepaste dressuurborden (letters worden aangevuld met afbeeldingen en een kleur) …
Wedstrijden In onze kalender worden zowel vaste organisaties als wedstrijden in co-organisatie met LRVtornooien opgenomen. De verschillende niveaus vindt u terug op www.lrv.be/paardrijden voor mensen met een handicap of kan u bekomen bij één van onze contactpersonen.
Paarden en pony's De inrichters wordt meestal gevraagd om enkele paarden en/of pony's ter beschikking te stellen. We proberen er over te waken dat deze dieren aangepast (rustig, betrouwbaar) zijn aan de doelgroep.
Inschrijvingen Inschrijvingen verlopen steeds via de plaatselijke organisatoren of via het secretariaat van de LRV.
Aanvangsuur De organisatie maakt vooraf een tijdschema op. In regel starten de wedstrijden om 10.00 uur.
Prijzen Alle deelnemers ontvangen een medaille.
LRV, VLP en VLG werken samen aan de uitbouw van het sportief paardrijden voor ruiters met een beperking De recreatieve G-wedstrijden in de LRV-werking staan open voor VLP leden en omgekeerd staan de recreatieve wedstrijden in de VLP-werking open voor LRV leden. LRV-leden die bij VLP willen deelnemen aan de specifieke competitieve wedstrijden kunnen 2 wedstrijden rijden zonder dat ze dienen aan te sluiten bij de federatie (zij dienen zich wel bijkomend te verzekeren).
15
BIJLAGE 3 HIPPOTHERAPIE – ORTHOPEDAGOGISCH – PSYCHOTHERAPEUTISCH PAARDRIJDEN Hippotherapie is het therapeutisch gebruiken van het paard om specifieke bewegingsfuncties bij de ruiter te behandelen. Het accent ligt hier dus op medisch terrein. Hippos wordt uit de Griekse taal vertaald als 'paard' en therapie betekent 'behandelen, het verbeteren van een toestand'. Hippotherapie betekent dus 'een therapeutisch behandeling met de hulp van het paard'. Het paard wordt gebruikt als stimulator, motivator en activator door zijn unieke driedimensionele bewegingsafloop die permanente prikkels geeft en bepaalde bewegingen faciliteert. Deze driedimensionele schommelimpuls komt volledig overeen met het bewegingspatroon van de mens, maar dan met ontlasting van de benen. Hier is het vooral het paard dat een beïnvloedende functie heeft. De ruiter op zich heeft geen controle over het paard. Het is voornamelijk de therapeut die het paard dirigeert (vlugger, trager ... gaan). De ruiter respondeert enkel op de beweging van het paard. Hier richt men zich op de facilitering van houdings- en bewegingsafloop, evenwicht door permanente stimulatie via de paardenbeweging en stimulatie via alle zintuigen. Hippotherapie heeft dus voornamelijk een neurologisch, neurofysiologisch, psychomotorisch, sensomotorisch, orthopedisch of respiratoir effect of bevordert de rehabilitatie. Ook wordt hier (eerder onbewust) op sociaal, psychologisch en educatief vlak ingewerkt. Hippotherapie wordt soms ook gedefinieerd als 'fysiotherapie op het paard' en wordt uitgevoerd door een fysiotherapeut/kinesitherapeut, een logopedist of een ergotherapeut. Het accent bij orthopedagogisch paardrijden ligt meer op het sociale element, de interactie en de communicatie en niet zozeer op het leren paardrijden. Het heeft dus educatieve doeleinden en brengt vooral een pedagogisch, orthopedagogisch, reëducatief en sociaal effect teweeg. Men werkt met het paard tijdens de verzorging en de omgang en tevens aan de longe, aan de dubbele teugel of zelf actief rijdend met de teugels. Psychotherapeutisch paardrijden is een nieuwe en vaak nog vergeten tak binnen het (therapeutisch) paardrijden. Men werkt met het paard op verschillende hippisch en therapeutisch verantwoorde manieren met als doel motivatie, inleiding, bevordering en stabilisatie van het psychotherapeutische proces. De functie van het paard is afhankelijk van de therapeutische basis, de indicatie, het therapeutische proces en de fase van het proces waarin de ruiter verkeert. Mogelijke functies zijn: motivator, therapiepartner, stimulator, communicatiepartner, katalysator, overgangsobject ... De functie van het paard is niet echt gekoppeld aan het 'paardrijden' op zich (zitten in het zadel en het paard besturen). Men gaat gebruik maken van het paard dat losloopt in de weide, dat aan de longe loopt in contact met de ruiter of de therapeut, met of zonder zadel, aan de handteugel bestuurd door de ruiter ... Individuele therapiedoelen kunnen zijn: ontspanning versus activeringsniveau, blokkades bewust maken versus blokkades weghalen, zelfvertrouwen opbouwen versus almachtsideeën verstoren, grenzen leren kennen versus grenzen helpen verleggen, lichaamstaal bewust maken versus lichaamstaal relativeren ... Een belangrijk verschil met orthopedagogisch paardrijden en voltigeren is dat men hier niet zal ingrijpen in een lopend ontwikkelingsproces, maar dat men de reeds vroeger opgelopen deficiten en conflicten (die zich in psychische storingen of lijdensdruk hebben gemanifesteerd) door middel van het paard zal proberen te 'repareren' (bewerken, verwerken, compenseren). Psychotherapie met het paard wordt vooral uitgevoerd door een psychotherapeut, psycholoog, psychiatrisch verpleegkundige of ergotherapeut.
16
AANGEPAST PAARDRIJDEN Binnen onze maatschappij is paardrijden over het algemeen een vrijwillige, sportieve invulling van de vrije tijd. Mensen met een beperking die er zelf voor kiezen om paard te rijden, blijven echter in de minderheid. Het paardrijden wordt voor deze ruiters veelal aangeraden door hun omgeving, dit uit therapeutische overwegingen. Zij gaan volgens de publieke opinie niet paardrijden, maar krijgen '(hippo)therapie'. Nergens staat echter geschreven dat paardrijden voor hen uitsluitend therapeutisch hoeft te zijn. Wat ruiters zelf ervaren en belangrijk vinden wordt nog te vaak vergeten. Bovendien is het belangrijk af te stappen van de idee dat je maar aan iets kan deelnemen als je het volledig en zelfstandig kan. Dat je kan en mag deelnemen aan een activiteit (die je maar gedeeltelijk kan), is eens zoveel waard of zelfs nog meer. Het is onze bedoeling om 'aangepast paardrijden' aan te bieden. Er worden niet specifiek therapeutische doelstellingen gesteld, maar vanuit onze opleiding (en eventuele gesprekken met therapeuten) hebben we wel een idee van de mogelijke therapeutische effecten die kunnen voortvloeien uit activiteiten op en bij het paard. Als therapeut bieden wij enige vorm van structuur, testen wij uit, maar laten wij zoveel mogelijk ruimte voor de inbreng van de gasten. We stellen ons neutraal op (middelpunt van het onderstaande schema) en de gast beslist gaandeweg of het meer naar boven (therapie) of naar onder (hobby) verschuift! Er wordt dus zoveel mogelijk geprobeerd om mee te gaan in en te anticiperen op de beleving van de ruiters zelf.
Er mag en kan dus veel, maar er wordt zeker gewaakt over de veiligheid van paard, ruiter en lesgever, het gaat tenslotte om levende dieren.
17