Wordt vervolgd! t Aan de slag me n e n e t n e m e g n a r Dagar ties Combinatiefunc in Amsterdam
Aan de slag met dagarrangemen ten en combinatiefunctie s in Amsterdam
Voorwoord Paul: “Eigenlijk begon het al driekwart jaar ervoor, toch?” Antoinette: “We wisten dat de scholen de centrale rol zouden krijgen. Dat bleek al uit de motie van Aartsen Bos.” Paul: “En dat combinatiefuncties werkgelegenheid konden opleveren.” Antoinette: “Maar omdat je de gemeente nodig had om aan subsidiegeld te komen, kwam het niet van de grond.” Paul: “Ja, én de schoolbesturen. Maar die zaten midden in de verzelfstandiging, dus die hadden ook wel andere dingen aan hun hoofd.” Antoinette: “Ik weet nog dat iemand uitriep: ‘Dat kan de politiek ons toch niet aandoen!” Paul: “Onderwijs had hoe dan ook geen contact met kinderopvang of het bedrijfsleven. Ik had nog nooit van jou gehoord.” Antoinette: “Iedereen zat zo in zijn eigen wereldje en zei over de ander dat die zo weinig flexibel was. En die ander vond dan ‘dat ie daar niet voor was’. Paul: “Omdat het Onderwijs Achterstanden Beleid wegviel, moest je wel wat doen om de naschoolse activiteiten in stand te houden. Ondanks dat de besturen alleen maar risico’s en financiële hobbels zagen, was er wel degelijk reden om er op in te gaan. Er waren echt kansen om het op een nieuwe manier te organiseren.” Antoinette: “Er was toen nog een tweede overleg op de Raamgracht.” Paul: “Rechtboomsloot.” Antoinette: “Ja. Het ging toen al over de ‘dagindeling. Werkgelegenheid ook. En toen pikte DMO het op.” Paul: “We hebben het ook gelijk ondergebracht bij ‘Jong Amsterdam’.” Antoinette: “Het was een leuke mix van mensen die twijfelden of het wel kon en anderen die vonden dat we er gelijk aan moesten beginnen.” Antoinette: “Eigenlijk onvoorstelbaar... Paul: “... wat er in die twee jaar veranderd is, he?” Antoinette: “Het greep uitstekend in elkaar.” Paul: “En toen was het nog de vraag wie er als penvoerder zou optreden. Dat moesten toch echt schoolbestuurders zijn. Dan had je gelijk duidelijk of je initiatieven kans van slagen hadden.” Antoinette: “Ik heb de hele stad afgereden op mijn fiets om mensen enthousiast te maken.” Paul: “Zonder het project waren we niet zover gekomen.”
4
Paul van Putten, Algemeen Directeur van de stichting KBA en penvoerder project Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam Antoinette Kat, Ondernemerskring Sociale sector Amsterdam en projectleider Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam
Twee jaar D&C Talentontwikkeling laat zich niet in woorden vangen.
aanjaagfuncties
stappenplannen
beweegmakelaars
sportspektakels
uitvoeringsmodellen
tijdschrijven
opvangscenario’s huisvestingsoplossingen minicarroussels sleutelrolle koplopersbijeenkomsten rekenmodel talentenpas multifunctionele accommodaties capaciteitsuitbreiding kwartiermakers randvoorwaarden combinatiefunctionarissen planningssite taskforces raamovereenkomsten continuroosters themagroepen brainstormsessies
warme overdracht
pedagogische afstemming
voorbeeld-contracten
kapstokregels
checklists
penvoerders
talentmakelaars
wijkgerichte dagarrangementen
kinderkunstpaleis
registratieformulieren
jdschrijven
functiebeschrijvingen
praktijkvoorbeelden
pedagogisch medewerkers
tijdschrijven
tijdschrijven
visieontwikkeling
aanbesteding
expertmeetingen
En nu weer verder.
Inhoud
Voorwoord
1 Inleiding 2 Project in uitvoering Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam Wijkgerichte dagarrangementen 3 De Praktijk Voorschoolse opvang Tussenschoolse opvang Naschoolse opvang en –activiteiten Speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs Dagarrangementen in de praktijk van het VO 4 Op de achtergrond 5 De toekomst
Colofon
9
1 Inleiding Alle ouders willen dat hun kinderen gezond en gelukkig zijn. Dat ze het goed doen op school en later een goede baan krijgen. Kinderen willen eerst plezier hebben. En leren, dat ook - en liefst tegelijkertijd. Ze willen durven en dan uitproberen. Misschien wel uitblinken, maar in elk geval de kans krijgen. Als kinderen kunnen ervaren waar ze goed in zijn - niet alleen in rekenen of taal, maar ook in judo, dansen, schilderen, toneel, tuinieren of fotograferen- groeien ze op tot creatieve en flexibele mensen. De overheid is ervoor om mensen daarbij te helpen. De landelijke overheid wil bijvoorbeeld dat ouders met schoolgaande kinderen beter in staat zijn om zorg en werk te combineren. En dus moeten kinderopvang, scholen en welzijnsinstellingen samenwerken en goed op elkaar aansluiten. Ook Amsterdam kiest ervoor om extra in kinderen te investeren. Dat heeft ze ook gedaan door het project Dagarrangementen en Combinatiefuncties in het leven te roepen. D&C Amsterdam startte juli 2006 en liep door tot en met december 2008. Het project richtte zich vooral op het versterken van de samenwerking tussen scholen, welzijnswerk en kinderopvang. De gemeente wil alle Amsterdamse kinderen in staat stellen hun talenten
te ontdekken en te ontwikkelen. Dat is niet alleen belangrijk voor de kinderen; het is ook belangrijk voor de stad. De Amsterdamse kinderen zijn immers de toekomst van Amsterdam. Als hun talent niet goed wordt gebruikt, zorgt Amsterdam niet goed voor zijn toekomst. Dan doet de stad zichzelf én zijn kinderen tekort. In deze brochure leest u wat er gebeurde in de projectperiode van D&C. Er werden kaders ontwikkeld en experimenten uitgevoerd. Kaders hebben te maken met richtlijnen, financiering, aansprakelijkheid, kwaliteitsverbetering. Zonder dat lukt het nu eenmaal niet om een hechte - en blijvende - structuur op te zetten. Er kwamen ‘pilots’ om uit te proberen hoe je dezelfde mensen kunt aanstellen bij verschillende instanties en hoe je activiteiten zo goedkoop mogelijk kunt aanbieden zonder dat de kwaliteit daarvan te lijden heeft. En er was heel veel leuks met kinderen in de praktijk: de krenten in de pap. Kinderen die foto’s of een website leren maken, hutten kunnen bouwen, tussenschoolse diners krijgen opgediend met klassieke muziek op de achtergrond of een tuba mogen lenen om te leren spelen in de muziekvereniging. Er waren uitvoeringen, sportspektakels en minicarrousels. Dagarrangementen zijn op de kaart gezet. En dat wordt vervolgd.
11
FOTO
Samenwerken is het sleutelwoord Van nature zijn kinderen nieuwsgierig en gemotive erd om te leren. Leren ze niet alleen op school doen en ze leren zeker niet alleen uit boeken. Hoe ruzies op, hoe ga je om los je met winnen of verliezen; dat leer je door ervaring. Het leerproces gaat dus gewoon door, ook na schooltijd. Juist ook in moeten we zorgen dat die tijd kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Zodat talenten van kinderen we tijdig ontdekken en kunnen stimuleren. Het aanbiede van een goed dagarran gement is niet alleen n een zaak van de school. werken is het sleutelwo Samenord. Alleen door samenwe rking tussen onderwijs, kinderopvang, welzijn ouders, en lokale overheid lukt het kwalitatief goede gementen aan te bieden. dagarranMet maatwerk voor ieder kind. Dat vraagt misschien een andere manier van kijken, naar gebruik van ruimtes of dagindeling. Een belangrijk onderdee l van het dagarrangement opvang (BSO). De vraag vormt de buitenschoolse naar buitenschoolse opvang sterk toegenomen en is de afgelopen jaren kinderopvangorganisaties hebben hard gewerkt capaciteit van de BSO om de te vergroten. Desonda nks is de vraag naar schoolse opvang nog altijd buitengroter dan het aanbod. In een stad als Amsterda het een behoorlijke opgave m is om voldoende huisvestin g voor BSO te realiseren . Ervaringen zijn waardevo l. Van voorbeelden hoe organisaties buitensch opvang hebben gerealise oolse erd, valt veel te leren. Bijvoorbeeld hoe de partijen samenwerken, hoe ze grenzen slechten en oplossing en vinden. Deze brochure zet daarom zeven inspireren de voorbeelden op een rij. Ik hoop dat ze u, samen met de andere informatie in deze brochure, helpen uw eigen creatieve oplossing voor buitenschoolse opvang te vinden.
2 Project in uitvoering
Ronald Bloem Voorzitter Themagroe p Huisvesting en beheer brede scholen Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam
4 Programma:
9.00 9.30-10.30 10.30 11.00 12.30
Zaal open, ontvangst • Inleiding Martien Kuiten brouw voorzitter stuurgroep Brede er, Talentontwikkeling • Inleiding Antoinette Kat, projectleider D&C Pauze, koffie en thee Uitwisseling en discuss ie: Hoe gaan we verder met de ontwikkeling van de wijkarrangementen? Sluiting en gezamenlijke lunch
Deelname is gratis. U kunt zich opgeven door een e-mail te sturen naar
[email protected]. U kunt ook even opbellen naar ons secretariaat: 020-3463266.
Maandagochtend 17 december 2007 organiseert het proje ctteam D&C Amsterda m in het Kraaiennest, Linna eushof 6 Amsterdam Watergraa fsmeer
EEN STAP VERDER
Projectteam OSA / OOG in opdracht van DMO Amsterdam www.dencamsterdam.nl
Brandweer Amsterdam, Kazerne Victor Frank Sanders Musical Academie Restaurant La Kade Hockey Vereniging Athena Academie voor Beeldend e Kunsten Basisschool de Kinkerhoe k Madelon Bos, Bredesch ool Kinkerbuurt Ellen Smets, Kind Is Koning Kees Buizer, de Havelaar Stichting Fijnhout Theater BudgetCam DVD Combiwel
EEN WERKCONFEREN TIE OVER DE ROL VAN KINDERO PVANG EN WELZIJN BIJ WIJKGERICHTE DAG ARRANGEMENTEN We willen met iedere en op deze dag een stap verder zetten in organiseren van een het naschoolse aanbod gericht op talentontwikkeling voor alle kinderen rondom één of meerdere scholen in een wijk. Vragen waar we met jullie antwoorden op willen formul ino opmaak 3:Opmaak eren 1zijn: 17-04-2009 14:21 • Waar ligt de coördin atie? • Hoe is brede talento ntwikkeling gerelateerd aan dagarrangementen? • Hoe kom je verder met de uitwerking van de ideeën binnen de organisatie?
\
met dank aan Tobias, brandweerman Mariska, kunstenaar Ruud, kok Renee, hockeycoach Hester, danser Lutein van Kranen Marco Wisseborn Victor Mentink Mohammed, Moeniem , Moad Abdelilla, Abdelkarim
presentatie Sylvia Schoens scenario Sylvia Schoens Kees van Veen Suwan Knol Oncko Grader productie Sanne Liebrechts
Het Fijnhout presentee
ONS TALENT rt
een korte film over wijkgerichte dagarrang
ementen
een film van Suwan Knol Oncko Grader Kim Maters (ass.) 2007
Dagarrangementen en Combinatiefunctie s Amsterdam
Dienst Maatschappel
ijke Ontwikkeling Amsterdam
Het Fijnhout is een werkmaatscha ppij van Stichting Combiwel Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam
DVD
Pagina 16
Van appeltaart bakken tot soep koken: kinderen bepalen op De Boerderij vooral zelf wat ze doen
We hopen u allen te zien op 17 december!
“Het aanbod van wijkg erichte dagarrangemen ten moet niet zoiets worden als een superm arkt. Het gaat er nou juist ook om dat er kw geboden wordt en da aliteit t het niet alleen gaat om activiteiten maar ook rust en een veilige om om geving.” Martien Kuitenbrouwe r, voorzitter Stuurgroe p Brede Talentontwikk eling
Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam Sinds 1 augustus 2007 moeten de basisscholen tussen 7.30 en 18.30 uur voor opvang zorgen, als ouders/verzorgers daarom vragen. De scholen waren al verplicht de tussenschoolse opvang te organiseren. Door deze nieuwe regelingen werd het mogelijk om ‘dagarrangementen’ op te zetten, die ouders de zekerheid bood dat hun kinderen een goed op elkaar aansluitend, veilig en vooral zinvolle dag met opvang en activiteiten geboden werd. De scholen, het welzijnswerk en de kinderopvang moesten daarvoor met elkaar in contact gebracht worden.
Kinderopvang De Boerderij biedt buitenschoolse Drie-mondjes is in de opvang op drie locaties. speelzaal van de school De gevestigd en de boerderij haalt de kinderen met ‘Koeienbussen’ van school. zelf De mening van kinderen op alle locaties centraal. staat
Jong
Vijf jaar geleden toverde BSO-leidster Marion Homan lis Jetsesschool in Driemond de speelzaal van de Corneom 12 jaar. De wens van kinderen tot buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot werd
bepalend, zowel voor Dagarrangactiviteiten de inrichting als ementen . Dus kwam er een kookeiland met verhoging waar kinderen voor de kunnen en Combinat maken, een digi-hoek iefuncties zelf soep Amsterdam met computers , een knutseltafel en een voor de oudere kinderen. tienerhoek Het beperkte budget zag Homan als geen probleem. oude gordijnen verfde ze in een leuk kleurtje De en werden brandwere aan alle eisen te voldoen. nd gemaakt, om Dorpsbewoners hielpen door materialen en meubilair sponsoren. Inmiddels valt BSO De Drie-mond te jes onder kinderopvang rij in Weesp en vangt De BoerdeHoman samen met nog een leidster twee scholen op. “Kinderen reageren altijd erg enthousiast zo’n 30 kinderen van “Het is echt hun ruimte ”, vertelt Marion Homan. en door de huiselijke sfeer vinden ze het hier lig. En wat zijn ze trots heel gezelals de ouders komen en hun zelfgemaakte soep eten.” Ook op De Boerderij zelf telt de mening van de kinderen mee. “Het leuke BSO is dat kinderen echt aan deze meemaken hoe het er op een boerderij aan vertelt leidster Serife toegaat”, Akpinar. “Van de appels uit de boomgaard maken taart, er is een geitenwei we appelen er zijn meer dan vijftig een kalfje geboren zien koeien: kinderen kunnen worden.” zelfs De buitenschoolse opvang vindt plaats in een nieuw kinderen komen van gedeelte op het terrein. scholen in de nabijgeleg De en dorpen Weesp en Leidster Serife Akpinar: Nigtevecht. “Dagelijks hebben we twee groepen van ongeveer kinderen. We halen ze met onze speciale ‘Koeienbus twintig bij kijken: niet elke school sen’.” Er komt nog best gaat op dezelfde tijd uit wat en de scholen liggen kilometers uit elkaar. Er komt nog best wat bij kijken om elke dag veertig kinderen ren: niet elke school gaat te vervoeop dezelfde tijd uit en de scholen liggen kilometers elkaar. De Boerderij werkt met uit cies op staat hoeveel kinderen vier ‘buslijsten’. “Elke bus krijgt een lijst waar preveertig kinderen opvangen, er van welke school moeten worden gehaald. Als we maken we ook nog gebruik rife. “Scholen helpen van een taxi”, vertelt mee; de bussen stoppen Seop een vast ‘koeieplek’ ders betalen er een klein en de oubedrag extra voor. Het is een prima oplossing: vinden het vervoer op kinderen zich al een heel avontuur.”
16
‘Kinderen reageren altijd erg enthousiast. Het is echt hun ruimte.’ Marion Homan, leidster
BSO De Drie-mondjes
Initiatiefnemer Kinderopvang De Boerderij, Kanaaldijk 1, 1383 ND Weesp, 0294 41 92 60, info@kovdeb oerderij.nl, www.kovdebo erderij.nl De oplossing De Drie-mondjes is een BSO voor kinderen van 4 tot 12 jaar in de oude speelzaal van de Cornelis Jetsesschool in Driemond. De speelzaal is in samenspraak met kinderen omgevormd tenschoolse opvang. voor buiVoor de buitenschoolse opvang haalt De Boerderij kinderen in nabijgelegen dorpen Weesp en Nigtevecht op met vier bussen die eigen bezit zijn. Randvoorwaarden De Drie-mondjes maakt gebruik van het sanitair in de school en het schoolplein, waardoor het een volwaardige BSO-locatie doet aan de regelgeving. is die volEigenaar Willy Verhey startte in het terrein van de veehouderij. 1994 kinderopvang De Boerderij op Om naast de agrarische een andere activiteit uit activiteiten te mogen voeren, is toestemming van gemeente en provincie. nodig Daarvoor moet een artikel dure van de Wet Ruimtelijke 19-proceOrdening gevoerd worden. agrarisch gebied (wettelijk) Omdat het bepalend is voor de vormgeving gebouwen is de huisvesting van de van hooiberg gevestigd. Gebouwen de opvang in een nepstal en een dus die passen in het Verder is de procedure landschap. voor het starten van de kinderopvang dezelfde als voor andere organisaties. Inmiddels bestaat de opvang uit drie locaties en is er buitenschoolse opvang aan toegevoegd. De opvang op de Boerderij vindt plaats in een verbouwd en nieuw gedeelte op het terrein dat volledig afgesloten kan worden van het veebedrijf om risico’s uit te sluiten. Voor het halen en brengen van de kinderen heeft De Boerderij vier bussen aangeschaft waarin kinderen volgens veiligheidsvo ten op stoelverhogers orschrifen met gordels vervoerd worden. Financiën De Drie-mondjes huurt de ruimte school zorgt voor de schoonmaak.van de Cornelis Jetsesschool, de De Boerderij hanteert gemiddelde prijzen voor buitenschoolse opvang. Voor het vervoer betalen ouders iets extra.
Amsterdam stelde voor de periode 2006 tot 2010 een eigen onderwijs- en jeugdplan samen met de naam ‘Jong Amsterdam’. De stuurgroep Brede Talentontwikkeling werkte deze visie uit. Kinderen moeten de kans krijgen om op vier niveau’s met activiteiten in contact te komen: kennismaken, ontwikkelen, bekwamen en topprestatie. Tegelijkertijd kwam het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met de regeling ‘Dagarrangementen en Combinatiefuncties’. De gemeente Amsterdam zag in deze rijksregeling de mogelijkheid om haar eigen doelstellingen dichter bij te brengen. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente zette in op een subsidie en die werd toegekend. Amsterdam kreeg daarmee een enorme kans om de plannen te verwerkelijken.
Het project kreeg de naam ‘Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam’ en richtte zich op het tot stand brengen van dagarrangementen door: de samenwerking en afstemming tussen verschillende organisaties te stimuleren, sterke coalities te creëren, gemeenschappelijke knelpunten te inventariseren en op te lossen, experimenten en initiatieven te ondersteunen, en goede voorbeelden uit te wisselen. De eerste stappen 183 Amsterdamse scholen voor primair en speciaal onderwijs en 67 organisaties (stadsdelen, welzijnsinstellingen, schoolbesturen en kinderopvangorganisaties) meldden zich aan voor deelname aan het project D&C. De partners konden ook aanspraak maken op subsidie; ze kregen achteraf een gedeelte van de kosten vergoed als ze konden aantonen wat ze voor het project hadden gedaan. Een groot gedeelte van de kosten moesten de partners echter zelf betalen. Het project ging uit van een breed bereik van ruim 21.000 kinderen. Het project startte met een nulmeting waarin de scholen en organisaties voor kinderopvang en welzijn hun activiteiten konden toelichten. Het werd duidelijk dat
scholen weinig zicht hadden op wat er aan opvang en naschoolse activiteiten georganiseerd werd. De partners kenden elkaar nauwelijks, laat staan dat er sprake was van een gemeenschappelijke visie. De nulmeting werd opgevolgd door een behoefte-onderzoek bij alle partners en bij ouders van schoolgaande kinderen. Uit de conclusies kwam naar voren dat: ‘De behoefte van ouders aan opvang aanzienlijk maar ook ‘behoudend’ lijkt te zijn. Het zijn vooral ouders die nu al van tussenschoolse opvang gebruik maken die ook belangstelling hebben voor VSO en NSO. Zij willen het liefst opvang dicht bij school, met mogelijkheden voor kinderen om buiten te spelen.’ Ouders van schoolgaande kinderen bleken verrast dat school en opvang nog niet op elkaar aansloten. Daardoor moesten ze zelf van alles regelen op hun werk of met hun netwerk. Twee jaar project Binnen het project D&C werden zes samenwerkingsverbanden opgericht, elk onder aanvoering van een ‘penvoerder’. De penvoerders lieten zich bij hun taken ondersteunen door OSA/OOG. Ook werden themagroepen in het leven geroepen, die zich specialiseerden en reageerden op vragen uit het werkveld. Ze publiceerden, organiseerden bijeenkomsten, conferenties en werkbezoeken.
Er zijn diverse publicaties samengesteld, waaronder een flyer, waarin de ouders kennismaakten met de nieuwe mogelijkheden van een dagarragement en een brochure met de titel ‘Maak er werk van’, over het werken in de tussenschoolse opvang en hoe bijscholing iemand daarvoor kan kwalificeren. Er volgden uitnodigingen, onderzoeksrapporten, vijf nieuwsbrochures en verschillende ouderflyers. Een website voorzag de deelnemers en andere geïnteresseerden van nieuws en goede voorbeelden en deze site werd een centrale downloadplek van documenten, folders en verslagen. In de projectperiode werden plannen gemaakt voor een ‘sociale firma’ die kan dienen als tijdelijke werkgever voor mensen die in een combinatiefunctie willen werken. Verder werden creatieve huisvestingsoplossingen voor buitenschoolse opvang in kaart gebracht, ‘droomsessies’ georganiseerd om de wensen van scholen helder te krijgen, talentmakelaars ‘geboren’ en aangesteld, een rekenmodel ontworpen, de ontwikkeling van een planningssite gestart en talloze goede voorbeelden aangedragen.
Wijkgerichte dagarrangementen Gaandeweg kreeg het dagarrangement de toevoeging ‘wijkgericht’. Het bleek dat dat de beste kansen gaf om kinderen verschillende naschoolse activiteiten We doen vaak een je. te bieden. Uitgangspunt werd dat ek ko n ee t me e the “We krijgen eerst altijd Cool hoor, ik dacht rk. pa alle kinderen in Amsterdam per t he ar na we an k ga spelletje met Ria en oo ar gisteren heb ik Ma n. week aan minstens twee naschoolse ste wi rs ute mp co van dat oude mensen niets activiteiten kunnen deelnemen. Alle ndo!” wél verloren met Ninte kinderen, dus óók kinderen die al Noah, 11 jaar van opvang gebruik maakten,
n aan woorden die weg. Je kunt het merke “We zijn op de goede leidsters maar over en het niet meer over veranderen: we hebb moet ook hoognodig woord ‘kinderopvang’ medeopvoeders. Het ‘opgevangen’, moet niet iets worden vervangen worden. Er . De oppascentrale opvoedingsomgeving kinderen wisselen van moet er uit.” A leraar kinderopvang UV Louis Tavecchio, hoog kinderen die door culturele verschillen niet deelnamen aan het activiteitenaanbod en ook kinderen van minder draagkrachtige ouders. De scholen werden door het project nog meer gestimuleerd zich te ontwikkelen tot ‘brede school’, zodat ze beter in staat waren de organisatie op zich te nemen én gelijk een beter ‘product’ konden leveren. Immers, als kinderen gemakkelijker van de ene plek naar de ander toe kunnen gaan, of als de pedagogische context van de verschillende instellingen goed overeenkomt met die van de school, wordt al enorme winst geboekt. Om de dagarrangementen uit te kunnen voeren moest personeel opgeleid en (bij)geschoold worden. Uitkeringsgerechtigden en herintreders werden aangemoedigd aan de slag te gaan en er werden combinatiefuncties gecreëerd. Conclusie De afgelopen twee jaar is er veel tot stand gebracht. De deelnemende partijen hebben elkaar niet alleen leren kennen, maar hebben ook een aanbod gecreëerd dat de mogelijkheden voor ouders en kinderen heeft vergroot. De ontwikkeling van de voor- en naschoolse opvang en de naschoolse activiteiten laat zien dat de behoefte van kinderen en ouders om daar aan deel te nemen nog steeds groeit, de
kwaliteit steeds beter wordt en het bereik groter.
Het wijkgericht dagarrangement heeft zijn intrede gedaan in Amsterdam. Het zal zich verder ontwikkelen door de medewerkers van scholen, welzijnswerk en kinderopvang, ondersteund door initiatieven van de centrale stad en de stadsdelen, de Stuurgroep Brede Talentontwikkeling en de besturen die enkele jaren geleden de intentieverklaring tekenden zich te zullen inzetten voor de verbetering van de positie van het kind in Amsterdam. De ontwikkeling van brede scholen is volop aan de gang, ook worden er telkens meer multifunctionele gebouwen ontwikkeld. Op dit moment zijn er 20 brede scholen in multifunctionele accommodaties en over enkele jaren zullen dat er 55 zijn. De Beleidsnota Brede Talentontwikkeling heeft de richting aangegeven waarin kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen. Eerst kennismaken, dan ontwikkelen, daarna bekwamen en zo mogelijk doorgaan naar topprestatie of excelleren. Net als de trappen van de Brede talentontwikkeling is het project D&C de eerste twee treden voorbij. De deelnemers hebben kennis gemaakt en de eerste producten zijn ontwikkeld. Dat is een goed uitgangspunt voor de treden drie en vier: het bekwamen en de topprestatie.
15
3 De Praktijk Voorschoolse opvang Soms is de voorschoolse opvang in de school gevestigd, soms in een gebouw er dichtbij. Het gaat vooralsnog niet om grote groepen kinderen.
Ik kan een opleiding volgen want Aisira gaat naar de opvang
VOORSCHOOLSE OPVANG Nu Aisira om half acht naar de voorschoolse opvang gaat, kan ik op donderdag stage lopen. Ik moet al om 8 uur beginnen maar ’s middags kan ik Aisira gewoon van school halen. Vroeger kreeg ze ’s morgens haar brood nooit op. Nu geef ik het mee, in een trommeltje en eet zij alles op. Bij de voorschoolse opvang krijgt zij er wat te drinken bij.
In het behoefte-onderzoek aan het begin van het project, werd door ouders een ruime interesse voor voorschoolse opvang aangegeven. Dat betekende echter niet dat er ook daadwerkelijk veel kinderen zijn aangemeld. Het is een vrij nieuwe voorziening en het kost kennelijk tijd om mensen er aan te laten wennen. Wel zien we dat juist in wijken waar veel mensen wonen die beroepen hebben met vroege diensten er meer behoefte is aan deze voorziening.
Korte lijnen in Zuidoost In Amsterdam Zuidoost werd bij de eerste inventarisaties door veel ouders aangegeven dat ze gebruik wilden maken van voorschoolse opvang. Twee jaar later blijkt dat ook de praktijk te zijn. Op DE brede school, in het hartje van de Bijlmer biedt De Blokkenhut het hele pakket: VSO, TSO, NSO én de coördinatie van naschoolse activiteiten. Randall Halden, coördinator van De Blokkenhut: “Het loopt hier uitstekend, de VSO zit op dit moment vol, terwijl we er nauwelijks reclame voor hebben gemaakt. In Zuidoost hebben veel ouders vroege diensten en daarnaast zijn er veel initiatieven om mensen aan het werk te krijgen. Er is dus een flinke opvangbehoefte.”
In de projectperiode is geëxperimenteerd met verschillende vormen van voorschoolse opvang. Kinderen worden bijvoorbeeld samengebracht op een school en de kinderopvang levert een leidster. In het land zijn ook andere experimenten bekend. Hier en daar wordt gezond eten of sporten gecombineerd met de voorschoolse opvang, of worden de aanvangstijden van de “Toen Andra vier werd en naar scho school verschoven zodat ol ging hadden we ee n probleem. De het opvangprobleem voor schooldag startte later dan we gewend ouders kleiner wordt. Het waren op het kinderdagver blijf. Daardoor zo blijft dus nog zoeken hoe u ik dus te laat op mijn w erk komen. Voor we kunnen komen tot sc hoolse opvang was er to en niet dus we re een goed begin van het ge lden wat met andere ouders. Nu is And dagarrangement. ra zó gewend aan de opvang bij haar vriendjes dat we niet mee r veranderen. W e maken wel gebruik van de opvang tijdens studiedagen van school . Dat scheelt een ho op geregel.” Gert Jan, vader van Andra
17
Zij vinden overblijven gezellig
TUSSENSCHOOLSE OPVANG Joshua en Jonelle eten samen met hun vriendjes en ze wachten totdat iedereen klaar is. Daarna gaan ze tekenen of buitenspelen. Nu zij overblijven, werk ik veel rustiger. Ik was altijd bang dat er thuis iets zou gebeuren met vuur of heet water. Of dat ze de deur niet op slot zouden doen, of te laat op school zouden komen. Als ik weleens vrij ben, willen zij tóch overblijven.
Tussenschoolse opvang/overblijf Alle scholen hebben de taak de overblijf/TSO tussen de middag te regelen. Elke school regelt het anders. Op veel scholen zijn het ouders die het overblijven verzorgen; er zijn ook plekken waar leidsters van de kinderopvang naar de school toe komen. De kinderen eten samen en spelen daarna meestal buiten. Binnen het project is gewerkt aan de deskundigheidsbevordering van overblijfkrachten en aan de werving van personeel. Aan het eind van de projectperiode kunnen we constateren dat de tussenschoolse opvang nog steeds een zwakke schakel is in het dagarrangement. De overblijf/TSO is niet opgenomen in de Wet kinderopvang en voor de professionele opvangorganisaties is het een product dat moeilijk kostendekkend te maken is. Bij de evaluatie van de overblijf/TSO voorjaar 2008 bleek dan ook dat veel schooldirecteuren de overblijf weer zelf regelen met vrijwilligers. Voor een aantal kinderopvangorganisaties is dat een opluchting. De coördinatie wordt vaak opgepakt door de school met inzet vanuit de schooldirectie of schoolteam. Hierdoor zijn de kosten die worden gemaakt vaak onzichtbaar. Toch zijn er zeker voorbeelden van aanbieders van overblijf/TSO waarbij het goed loopt. Diverse scholen hebben het overblijven anders georganiseerd en kiezen voor een vorm van een continurooster om de kwaliteit en de rust in de school te behouden. Er is veel belangstelling voor deze constructies. Er zijn in Amsterdam al verschillende voorbeelden. De kinderen eten met de leerkracht in de klas en spelen onder toezicht van professionele medewerkers van de
naschoolse opvang. De school eindigt dan om 14.30 uur. Ook wordt er steeds meer nagedacht over vijf gelijke schooldagen. De kinderen hebben dan een vijfdaagse schoolweek, waarbij ze iedere dag van 8.30 tot 14.00 uur naar school gaan. Dat zorgt er niet alleen voor dat er een oplossing is voor de overblijf/TSO, maar dit biedt ook voor kinderen een evenwichtiger dag met meer mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding. De experimenten om de tussenschoolse opvang in de ontwikkeling van een wijkgericht dagarrangement op te nemen, hebben minder effect gehad omdat deze opvang niet geregeld wordt in de Wet kinderopvang en dus geheel door bijdragen van ouders moet worden bekostigd. Professionele versterking is daarom nauwelijks haalbaar en dat maakt de inzet van vrijwilligers nog steeds noodzakelijk. Het beleid op de uitvoering van de tussenschoolse opvang zal opnieuw moeten worden opgepakt door de schoolbesturen. Er is een pakket in ontwikkeling: ‘Lunchen op Scholen’ dat eerst in Amsterdam en daarna wellicht ook in andere steden van Nederland kan worden uitgezet. Overal gezonder eten, rust en meer sociale vaardigheden.
19
Tijd voor eten Fleurig gedekte tafels, opgemaakte schalen en klassieke muziek op de achtergrond. Elke dag een verzorgde lunch voor kinderen, dat organiseert ‘Tijd voor Eten’. Ivo van de Berg, topkok van ‘Mijn Boer’, kookt vandaag. Er is vers gebakken bruin brood binnen het menu van gebonden aspergesoep, salade mesclum met Hollandse witte en gecaramelliseerde korenasperges en als dessert schapenyoghurt met aardbeien. De kinderen én leerkrachten zijn enthousiast. Leerkrachten vertellen dat de kinderen daarna een stuk rustiger zijn en doordat zij verschillende gangen kregen opgediend, letten ze ook veel meer op betere tafelmanieren. Op brede school ’t Koggeschip maken alle groepen én hun leerkrachten gebruik van het aanbod van Tijd voor Eten.
“Ik heb er voor gekoze n om niet te werken om thuis te zijn voor mi jn dochter. Nu het continurooster is ingev oerd, vindt ze het daar leuker dan thuis te eten...” Thelma, moeder van Sa skia
Continurooster op de Neptunus Daltonschool Neptunus is te vinden in IJburg. Het is een groeiende wijk en een groeiende school: op dit moment telt de school al ruim 300 leerlingen. Steeds meer tweeverdienende ouders gaven aan gebruik te willen maken van tussenschoolse opvang, terwijl er steeds minder inzet van ouders mogelijk was om het overblijven te kunnen organiseren. De kinderopvang-organisatie kon niet voldoende personeel leveren. Dit was de reden om een continurooster te gaan invoeren. De toenmalige adjunct-directeur Thijs Overgoor: “De kwaliteit van het personeel en de TSO was daarnaast ook onder de maat. Het overblijven leverde daardoor teveel onrust op en dat betekende voor de leerkrachten ‘s middags weer een lastige start.”
De school riep een denktank in het leven. Ouders en leerkrachten bogen zich over het overblijf probleem, de medezeggenschapsraad keek over de schouders mee. Daarna volgde overleg met het bestuur, Partou en tenslotte met alle ouders. Er werd uiteindelijk gekozen voor het invoeren van een continurooster waarbij alle kinderen op alle dagen behalve woensdag van 8.30 tot 14.30 uur naar school gaan en tussen de middag op school lunchen. De kinderen eten onder begeleiding van de leerkracht in de klas en gaan daarna onder begeleiding van Partou een half uur buiten spelen. Op dat ogenblik heeft de leerkracht pauze. Thijs Overgoor: “In deze opzet hebben we slechts zes begeleiders van Partou nodig. Omdat we dat spelen op verschillende tijden hebben gepland, zijn er minder kinderen tegelijk op het plein, waardoor het rustiger is. Er zijn ook maar zes begeleiders nodig voor het buiten spelen voor de hele school. De school heeft berekend dat met dit rooster het minimum aantal lesuren van 970 uur lestijd ruimschoots wordt behaald.” “Uit de evaluatie is inmiddels gebleken dat 85% van de ouders tevreden is over het besluit tot invoering van het continurooster. Het overgrote deel van de kinderen bleef al over op school, dus het is geen ingrijpende verandering. Voor 10% van de ouders had het niet gehoeven, maar ze hebben toch ingestemd. Met de laatste 5% van de ouders is een gesprek gevoerd. Uiteindelijk zijn alle ouders akkoord gegaan.”
21
Ook in de vakantie gaat hij graag naar de opvang
Naschoolse opvang en activiteiten Naschoolse opvang bestond al voordat er over dagarrangementen werd gesproken. Kinderen kunnen spelen of meedoen met activiteiten. Meestal rusten de kinderen eerst wat uit van school met wat eten en drinken. Daarna mogen ze kiezen wat ze gaan doen. Ze worden gestimuleerd om te gaan spelen, maar een poosje uitrusten of huiswerk maken mag ook. Regelmatig worden er speciale activiteiten georganiseerd: sporten, dansen of muziek maken bijvoorbeeld. Aan het eind van de middag worden de kinderen weer opgehaald. Naast de opvang worden ook in de wijk of gekoppeld aan de school naschoolse activiteiten georganiseerd: vaak door het welzijnswerk, of vanuit de ‘Brede School’ of de ‘Verlengde Schooldag’. Deze organisaties werkten meestal langs elkaar heen en zo konden kinderen die in de opvang zaten niet aan activiteiten deelnemen en andersom.
NASCHOOLSE of BUITENSCHOOLSEOPVANG Bij de BSO is het net een groot gezin: samen eten, op je beurt wachten, de kleintjes helpen. De kinderen weten dat je eerst moet opruimen voordat je iets nieuws pakt. Naast de BSO van Dimme is een grote speeltuin. Samen met vriendjes speelt hij daar de hele middag. Als het regent blijven ze binnen. Dan is er van alles om mee te spelen: van puzzels tot playstation en van verkleedhoek tot computerspel. TV kijken doen ze bijna nooit.
Het is een belangrijk doel van het project Dagarrangementen geweest om deze verschillende organisaties naar elkaar toe te brengen. Alle aanbieders zijn even belangrijk, want kinderen leren niet alleen op school. Het is dan ook belangrijk dat dat aanbod álle kinderen bereikt. In de projectperiode is een begin gemaakt met deze manier van werken. Het blijkt nog steeds lastig om activiteiten vanuit de opvang en activiteiten georganiseerd door anderen als één geheel te presenteren en uit te voeren. Een ‘wijkgerichte aanpak van dagarrangementen’ biedt de beste kansen voor dat brede verbond.
Uitgangspunten daarbij zijn dat: het aanbod voor alle kinderen geldt en alle kinderen bereikt. Zo wordt segregatie en het ontstaan van gescheiden werelden van opvang en naschoolse activiteiten voorkomen; een open systeem ervoor zorgt dat ook nieuwe aanbieders van naschoolse activiteiten de kans krijgen om mee te doen; het voor ouders betaalbare dagarrangementen zijn; er efficiënt en creatief gebruik gemaakt wordt van gebouwen en dat de school daar de regie in krijgt.
”Het was al snel duide lijk dat één van de da gen waarop ik opvang nodig had, donderdag, vol zat. Gelukkig kon ik op woensdag gaan werke n en ging Sven op die da g naar de BSO. En da t pakte heel goed uit. Nu gaat Sven ’s ochte nds naar school en da n naar de BSO om te ete n en te spelen. Eigenlijk veel rustiger en overz ichtelijker dan bijvoorb eeld op dinsdag wanneer hij eerst naar school gaat, dan moet overblijven, weer naar school en da n ook nog naar de BSO. Toen er een plekje vo or Sven vrijkwam op dond erdag hebben we daar geen gebruik van gema akt: de woensdag beva lt ons prima!” Myriam, moeder van Sv en
23
Kinderen moet je direct aanspreken Lotte Wijnstroot is er heel duidelijk over: “Sinds een half jaar doen 300 kinderen mee aan wijkgerichte dagarrangementen in De Pijp. Dat hebben we voor elkaar gekregen omdat er nu een goed contact is tussen scholen en welzijnsinstellingen.” Lotte coördineert vanuit Combiwel de naschoolse activiteiten in De Pijp. Steeds meer kinderen maken gebruik van het sportaanbod; maar meedoen met het kunst- en cultuurdeel moet nog steeds gestimuleerd worden. “Dat heeft verschillende oorzaken,” denkt Lotte. “Sport ligt wat gemakkelijker bij de ouders dan een meer cultuurbepaald aanbod. Ook waren veel ouders gewend dat alle activiteiten gratis waren. Ze zullen er aan moeten wennen dat het nu wat kost.” “Door het project D&C zijn belangrijke stappen gezet. De pedagogische lijnen zijn uitgezet: we volgen bij een aantal activiteiten in het Jan van de Heijdenhuis de uitgangspunten van ‘Kaleidoscoop’ en dat maakt het gemakkelijk om je ervaringen terug te koppelen met de mensen op school. Voor- en nabesprekingen van de activiteiten staan daar nu op papier; dat betekent dat je veel bewuster nadenkt over wat en hoe je iets wilt organiseren.” Ook kinderen die gebruik maken van opvang doen mee aan de activiteiten. Als je kinderen direct aanspreekt in de klas, krijgen naschoolse activiteiten meer een eigen gezicht. ‘Ha, daar is Juf Lotte van de Leuke Schooldag’, roepen ze dan. Dat is wel de manier om ze erbij te betrekken.
Samenwerking Nicole Vogelaar is locatiemanager van het kindercentrum Dunya en Desi (Partou) in Osdorp. Er is opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar, maar ook voor- en naschoolse opvang voor oudere kinderen (4-12 jaar). Nicole: “Onze opvang is nieuw, we zijn in september 2008 gestart. We werken nauw samen met de Lucas- en de Kraemerschool en dat loopt uitstekend. Als ik een locatie heb opgezet binnen Partou word ik meestal weer gevraagd voor een andere plek, maar ik blijf voorlopig liever verbonden aan deze opvang, want het is een interessante doelgroep. Hier heb je echt het gevoel dat je wat kunt bijdragen. Je hebt geen idee met hoeveel dingen je tegelijkertijd bezig bent. We willen goed kijken naar wat de kinderen hier nodig hebben. Ze willen een veilige plek met een kop thee en gezelligheid. We overleggen met de scholen over hoe we de pedagogische regels op elkaar laten aansluiten. We denken er over om onze kinderen ook tussenschoolse opvang te gaan bieden. Dat moet toch veel prettiger zijn, als je ook dan naar je eigen plekje terug kunt gaan?”
“In Amsterdam kun je bijna nergens buitens pelen. Er zijn wel speeltuintjes maar daar kun je niet echt spor ten. Nu gaan we na schooltijd vaak me t een busje naar de spor tve lden in Noord. Daar ku nnen we echt voetballen! Maar we doen ook andere spor ten zoals handbal, atletiek , tennissen enzo.” Menzo,10 jaar
Dagarrangementen in speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs Kinderen die vanwege hun handicap of (leer-) stoornis niet naar een reguliere basisschool kunnen gaan, zitten op een school voor speciaal basisonderwijs. Voor sommige kinderen is dat geen passend aanbod, zij zitten op een school voor speciaal onderwijs. Deze laatste groep zijn bijvoorbeeld dove kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen, maar ook kinderen met ernstige gedragsproblemen of kinderen die langdurig ziek zijn. In Amsterdam zijn 14 scholen voor speciaal basisonderwijs en 15 scholen voor speciaal onderwijs. Het gaat dus ook om een grote groep kinderen. Vaak bestaat de voorschoolse opvang in het speciaal onderwijs uit het leerlingenvervoer, waarmee verreweg de meeste kinderen uit het speciaal (basis-)onderwijs naar school worden gebracht. Omdat bovendien op deze scholen de tussenschoolse opvang al lange tijd gebruikelijk is, richtten de activiteiten in het D&Cproject zich met name op de naschoolse opvang.
26
Eén van de knelpunten bij naschoolse opvang is dat kinderen vaak ver weg van de school wonen en dat zij met het leerlingenvervoer naar school en weer naar huis worden gebracht. En omdat het leerlingenvervoer erop is ingericht om kinderen meteen na schooltijd op te halen, moeten er andere manieren gevonden worden voor het vervoer vanaf de naschoolse opvang naar huis toe. Een ander knelpunt is de financiering. Voor deze vorm van naschoolse opvang is namelijk meer gespecialiseerd personeel nodig dan
in reguliere opvang. Dat maakt deze opvang duurder, terwijl de Wet kinderopvang hier geen extra vergoeding tegenover stelt. Ook de behoefte zoals door ouders aangegeven in het onderzoek van 2007 blijkt niet hoog te zijn. Zo heeft maar 16% van de ouders meegewerkt aan het onderzoek en ongeveer 25% daarvan geeft aan behoefte te hebben aan naschoolse opvang. De scholen voor speciaal onderwijs zien echter heel duidelijk het nut in van gespecialiseerde naschoolse opvang, omdat de leerlingen daar extra gestimuleerd kunnen worden om zich te ontwikkelen in bijvoorbeeld sport of muziek. En dat komt hun algehele en dus ook hun schoolse ontwikkeling ten goede. In het speciaal basisonderwijs is vraag naar gespecialiseerde naschoolse opvang. Hier is tijdens het D&C-project met veel motivatie en doorzettingsvermogen de eerste gespecialiseerde naschoolse opvang voor ontwikkeld, die in januari 2009 officieel is geopend.
De Groeikans Margo van Oosterhout werkte voor Impuls en kreeg de opdracht om voor het project D&C Amsterdam naschoolse opvang voor kinderen uit het speciaal onderwijs op te zetten. Door hecht samen te werken met het team van De Kade/Van Voorthuijsenschool in Geuzenveld is dat gelukt. De school heet nu ‘De Kans’ en in januari 2009 startte ‘De Groeikans’. Een aanbod voor vier dagen per week, nu nog op een aparte locatie, straks in de nieuwe brede school. Beiden zijn op korte afstand van de school.
omgaan met elkaar. Bij hen gaat het sneller mis en dan kan het gemakkelijk escaleren.” Daarnaast zijn er activiteiten nodig waarbij kinderen enthousiast gemaakt worden en talenten ontwikkeld kunnen worden!
“Ik ben iemand die graag iets nieuws aanpakt,” vertelt Margo, “en dit was een echte uitdaging”. Wil je voor deze speciale kinderen naschoolse opvang opzetten, dan krijg je ook te maken met speciale problemen. De financiën bijvoorbeeld, want het speciaal onderwijs werkt op basis van persoonsgebonden budgetten en dat werkt heel anders dan met de Wet kinderopvang. De kosten zijn hoger dan bij de ‘gewone’ naschoolse opvang. Daarbij: niet alle ouders werken, maar toch wil je hun kinderen kunnen opvangen en dus moet een sociale indicatie binnen de AWBZ dat mogelijk maken.” Werken met deze kinderen verlangt kennis van zaken. Van de groepsleiding wordt dan ook verlangd dat ze ervaring heeft met deze doelgroep. Alles draait om een goed doordachte, pedagogische aanpak, maar praktisch ook om aangepast taalgebruik. Margo: “Je verpakt je boodschap in simpele bewoordingen en zult dat ook meer moeten herhalen. Vaak helpen pictogrammen om wat meer structuur aan te bieden. De nadruk ligt op het begeleid en vrij spelen. Je wilt dat deze kinderen goed leren
29
Dagarrangementen in de praktijk van het Voortgezet Onderwijs De aandacht en interesse voor de Brede Schoolontwikkeling in het voortgezet onderwijs groeit. Het grote verschil met de Brede schoolontwikkeling in het basisonderwijs is, dat opvang geen onderdeel is binnen het dagarrangement. Het gaat om het opdoen van sociale vaardigheden, om verbreding van het leren, in verschillende vormen. En dit in een veilige omgeving van de school. Te vaak missen jongeren door sociale, economische en culturele omstandigheden de aansluiting met het aanbod van activiteiten. Ook de scholen voor voortgezet onderwijs bereiden zich voor op een bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid. Sommige scholen ontwikkelen zich tot brede scholen met extra activiteiten. Daarnaast willen ze voor een betere aansluiting zorgen tussen het VMBO en het MBO. Het is cruciaal dat er doorlopende lijnen zijn: talent ontwikkelen doe je thuis, in de buurt en op school. Twee leraren vertellen over hoe hun school inspeelt op de behoeften van hun leerlingen. Ook laten we een leerling aan het woord over zijn ervaringen.
30
Het project D&C Amsterdam in het voortgezet onderwijs is vooral ingezet om de activiteiten te versterken. De activiteiten zijn echt ten goede gekomen van de leerlingen; er konden meer workshops worden georganiseerd en daardoor kregen de leerlingen de smaak te pakken. Bij de sportactiviteiten stroomden tientallen leerlingen door naar verenigingen. “Als we talent bij kinderen willen ontwikkelen, dan is dat de praktische uitwerking ervan.”
We weten nu wat er goed werkt Peter van der Linden is leraar op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam Zuidoost. Daarnaast is hij de enthousiaste coördinator van de Brede schoolactiviteiten. In de twee projectjaren is de samenwerking met instellingen als Swazoom, de Jeugdtheaterschool en Matchpoint Cultuureducatie Zuidoost heel intens geworden. Peter: “De Jeugdtheaterschool en Swazoom spelen echt in op wat de leerlingen aanreiken; het is zo belangrijk dat je met een op de vraag toegesneden en flexibel programma komt. Dat komt zowel de leerlingen als de aanbieder ten goede. Ook Matchpoint bleek een perfect draaiend intermediair bureau dat mensen en activiteiten bij elkaar zocht. Het is klein, dus er is nauwelijks overhead, dus het geld komt echt bij de leerlingen terecht. We doen nog steeds veel aan beeldende kunst, fotografie en grafiek en zonder Matchpoint hadden we die mensen nooit leren kennen.” Al jaren doet de OSB mee aan ‘Topscore’, een initiatief van de Gemeente Amsterdam. De leerlingen krijgen de kans om aan bijzondere sporten mee te doen, zoals roeien, tennis en zaalvoetbal. Er doen heel veel leerlingen aan mee en ze haken ook niet snel af. ”Door het project D&C konden we het aanbod groter maken. De cijfers maken snel duidelijk wat de meerwaarde daarvan is. Aanvankelijk deden 250 tot 300 leerlingen mee; in het eerste projectjaar van D&C liep dat op tot 700. Het tweede jaar liep dat terug naar 500. Dat was pas een écht succes, want dat kwam omdat de sporters doorschoven naar verenigingen.”
Naast extra sport, theater en muziek, kwam er Chinees, Spaans, filosofie, en techniek (minibrommers in- en uit elkaar zetten). Elke dag drie tot vier activiteiten tussen half drie en half vijf. “En je moet je daarbij realiseren,” vult Peter aan, “dat dat ontstaat door een gezamenlijke inspanning: de OSB is de vindplaats van de leerlingen, de muziekschool maakt de muziek. Er gaan nu jongeren naar muziekavonden die anders nooit ergens kwamen.” Peter van der Linden geeft aan dat het van groot belang is dat deze activiteiten doorgaan. Na het project is hiervan de bekostiging moeilijk. Voorop staat, dat dit werk echt belangrijk is om voort te zetten en dat de scholen dit niet alleen kunnen dragen.
32
Max stapt over naar cultuur Max zit in de vijfde klas van de HAVO en heeft de afgelopen jaren deel genomen aan verschillende activiteiten van OSB-breed in samenwerking met de Jeugd Theater School. “Ik werd meegesleept door een vriendin en kwam op die manier op de eerste repetitie terecht. Het was wel leuk en er waren vrij veel mensen die ik kende, daardoor was er een ontspannen sfeer. We hebben dat jaar ‘Shakespirit’ ingestudeerd en later gespeeld. Dit is een stuk waarin een aantal bekende Shakespearefiguren samen komt. Ik speelde de rol van Romeo. Ik kende de originele toneelstukken niet, maar vond de samenkomst van al deze figuren erg leuk. Na deze productie werd ik ook voor andere dingen gevraagd. Zoals voor de productiegroep van de Jeugdtheaterschool Zuidoost en voor de productiegroep van de stedelijke manifestatie ‘Your Skillz’ in Amsterdam. Naar aanleiding van deze ervaringen ben ik van HAVO Natuur en Techniek overgestapt naar Cultuur en Maatschappij. Binnen dit profiel kan ik eindexamen in Drama doen. Na mijn examen wil ik verder gaan met theater. Ik heb auditie gedaan voor de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, om daar op de acteursopleiding te komen. Ik hoop als acteur in het theater mijn toekomst te kunnen vinden.”
Deze kinderen hebben gewoon meer nodig Het Calvijn met Junior College in Slotervaart is in twee jaar tijd van een onopvallende VMBOschool omgevormd tot de proeftuin van Amsterdam. Bekende Nederlanders hebben zich ingespannen voor de school en bankmedewerkers geven er les. Tussen half negen en vier uur staan lessen én activiteiten op het programma. Teamleider Brede School, Hans Laan, maakt deel uit van het management; er is dagelijks overleg over wat er in de school gebeurt. Hans: “Nadat de school enkele jaren geleden in beeld gebracht werd in het boek ‘Onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B.’, werd een totaalplan opgesteld om de problemen te lijf te gaan. Er was een nieuwe onderwijsvisie nodig, een aangepast gebouw en doorlopende leerlijnen. We wilden meer samenwerken met de ouders en het bedrijfsleven. Een Brede School, die vorm kreeg als verlengde schooldag van half negen tot vier uur. De 25% extra leertijd is gericht op doe-activiteiten op het gebied van taal, rekenen, ICT, sport en sociale vaardigheden. Het bedrijfsleven werd de school in getrokken. De ING, ABN, Nike integreerden: ze nemen niet deel aan een project, maar werken samen door bijvoorbeeld ‘native speakers’ te leveren die lesgeven, lesmateriaal te ontwikkelen of lokalen op te knappen. Inmiddels is de Amsterdamse Rotary ook betrokken en nemen gemeenteambtenaren als vrijwilliger deel aan projecten. Ondermeer door het project D&C konden experimenten opgezet worden met sport en maatschappelijk vaardigheden. In de lijst met activiteiten komen we bijzondere voorbeelden
tegen: een jongeren-persbureau, een ‘Futurelab’, waarin de leerlingen nadenken over zichzelf en de toekomst van de stad en toewerken naar een presentatie voor een stadsdeelvoorzitter. Maar ook een ‘verwendag’, waarin leerlingen een manicurebehandeling aan oudere buurtbewoners aanbieden. En wat te denken van een ‘chauffeursproject’: de ING biedt het Calvijn een chauffeur met auto aan om samen met drie leerlingen en een begeleider van de school bijzondere plaatsen in Nederland te bezoeken, zoals de Deltawerken, Tweede Kamer of musea.
OTO
4 Op de achtergrond In de inleiding werd al aangekaart dat er op de ‘achtergrond’ gewerkt werd aan de randvoorwaarden van dagarrangementen. Drie themagroepen ‘sprongen in’ op knelpunten die werden ingebracht vanuit de verschillende samenwerkingsverbanden. Hun oplossingen werden gepresenteerd in publicaties en op de website, ondersteund door bijeenkomsten en conferenties. De onderzoeksgebieden van de drie groepen waren ‘Huisvesting en het beheer van Brede Scholen’, ‘Scholing en combinatiefuncties’, en de ‘Inhoudelijke invulling van dagarrangementen en randvoorwaarden’. Wachtlijsten in de kinderopvang door ruimtegebrek Onderzoek bij de start van het project bevestigde al dat de vraag naar buitenschoolse opvang (BSO) groeit en zal blijven groeien. Waar mogelijk huurden kinderopvangorganisaties ruimtes van scholen, maar op veel plaatsen is er ruimtegebrek. Het is niet rendabel om voor een paar dagdelen (maandag, dinsdag en donderdag zijn de meeste gevraagde dagen) een hele accommodatie te huren, dus moeten ruimtes worden gedeeld en daar zijn we vaak nog niet aan gewend. D&C onderzocht creatieve praktijkvoorbeelden van huisvesting van de BSO en beschreef die in woord en beeld, ter inspiratie van de organisaties. Kies je voor een ‘BSO-box’, of kun je een sportaccommodatie ook gebruiken voor kinderopvang? Kies je voor een Kindercaravan, die je op het schoolplein kunt zetten, verbouw
je een speellokaal, of ga je toch voor het samen in een schoollokaal? Intussen vragen nieuwe problemen de aandacht als buurtbewoners in opstand komen tegen geluidsoverlast van nieuwe opvangplekken binnen bestaande huizenblokken. Er is nog veel creativiteit nodig om alle mogelijkheden uit te bouwen. Brede Scholen in ‘multifunctionele accommodaties’ Brede Scholen in multifunctionele accommodaties zijn een betrekkelijk nieuw verschijnsel, dat zich heel snel uitbreidt. Over enkele jaren zullen er 55 van deze Brede Scholen in Amsterdam zijn, op dit moment zijn het er 20. Ze verschillen onderling sterk in aanbod en mogelijkheden, maar het gaat altijd om een samenwerking van basisscholen en instanties die zich bezighouden met opgroeiende kinderen.
Soms geeft de samenwerking aanleiding om te komen tot nieuwe huisvesting. Een nieuw gebouw wordt dan gezien als een logische stap in de ontwikkeling van de Brede School, want zo kan de visie worden ‘vertaald’ in ruimtes en bijbehorende activiteiten. Beheer en exploitatie blijken echter behoorlijk ingewikkeld te zijn en daarom werd in opdracht van de Stuurgroep Brede Talentontwikkeling onderzocht welke problemen zich voordoen bij drie Amsterdamse Brede Scholen. De themagroep ‘Huisvesting’ heeft in diverse publicaties de oorzaken beschreven en aanbevelingen gedaan om tot oplossingen te komen. Deze adviezen kunnen van pas komen bij bestaande brede scholen waar knelpunten zijn op het gebied en
35
exploitatie, maar zijn er vooral op gericht om problemen bij nieuwe brede scholen te voorkomen. Over de samenwerking met de woningbouwcorporaties wordt gezegd in de werkconferentie: ‘Het is een onderwerp waarbij nog veel zaken uitgezocht moeten worden en werelden bij elkaar moeten komen. Het is belangrijk dat we op zoek gaan naar nieuwe vormen van samenwerken en kennis delen.’
Enkele conclusies over huisvesting • Efficiëntie in ruimte gebruik is van belang, hoe leren we samen gebruik te maken van de ruimte die er is? • Bij Brede scholen in MFA’s: zorg voor een dekkende exploitatie en een goed beheerplan voordat de gebouwen neergezet worden. • Het is van belang eerst samen een visie te ontwikkelen wat je samen wilt in een nieuw gebouw, dat geeft de richting aan het bouwen van een passend gebouw, eerst de inhoud, dan de stenen stapelen...
is het van le accommodatie ne io ct un tif ul m een oces worden “Bij de bouw van te begin bij het pr rs ee t he f na va n rtije in een vroeg belang dat alle pa tukken moeten al gs aa vr er he be iële betrokken. Financ gelost.” op n de or w stadium roller Combiwel Chris Bransz, cont
het en geleerd binnen is “Als we iets hebb nn ke de opgebouwde h zic project is dat we il w . De themagroep n moeten bundelen va en voor het verbeter het liefst inzetten actieve ens mij zou een de praktijk. Volg oeten eling opgezet m vorm van kennisd door al experts voor en worden, een aant e, een sit n interactieve web de part-ners, ee aktijk, pr experts vanuit de or namenlijstje met vo je egen en waarbij die je kunt raadpl nt gaan.” advies te rade ku r leidsmedewerke Ted Neervoort, be el ting ZuiderAmst onderwijshuisves
Combinatiefuncties Vanaf het begin van het project waren combinatiefuncties een belangrijk aandachtspunt. Een combinatiefunctionaris werkt voor twee of meer ‘schakels’ van een dagarrangement. Dat zijn de voorschoolse opvang, de school, tussenschoolse opvang, naschoolse opvang of naschoolse activiteiten. Zo’n functie kan leiden tot een arbeidsovereenkomst met een betere rechtspositie. Daarnaast is er minder overdracht nodig. Combinatiefuncties zijn eigenlijk een voorwaarde voor goede dagarrangementen, want kinderen zien daardoor minder begeleidende ‘gezichten’ (leidsters, meesters, juffen, overblijfouders) langskomen.
meer modules vanuit andere opleidingen kunnen worden aangeboden, zodat mensen daarna breder inzetbaar zijn. Over combinatiefuncties Ga met elkaar om de tafel zitten; is er bijvoorbeeld een ‘kleine’ vacature of medewerker met een klein aantal uren die je wilt behouden? Er blijkt vaak veel meer mogelijk te zijn binnen en tussen organisaties! De Landelijke Taskforce Combinatiefuncties heeft een handboek opgesteld, waarin heel veel informatie, aandachtspunten en tips worden vermeld.
In mei 2009 zijn er ruim 300 combinatiefuncties in Amsterdam geregistreerd. Het valt op dat het vooral werkzaamheden zijn die voor één werkgever worden gedaan. Daarom komt een gekoppelde baan van medewerker in TSO en NSO veel voor en combinaties zoals klassenassistent/welzijnswerker nauwelijks. Om die combinaties, met twee werkgevers in de toekomst makkelijker te maken, is er inmiddels een voorstel uitgewerkt te experimenteren met een ‘Sociale Firma’. In plaats van twee aanstellingen bij onderwijs, kinderopvang en welzijn kan iemand dan één aanstelling krijgen bij deze Sociale Firma; met één CAO en één contract. Er blijken veel belemmeringen te zijn om een combinatiefunctionaris een arbeidsovereenkomst te bieden. Werkgevers durven vaak maar weinig risico’s te nemen. Ook bij de opleidingen zijn aanpassingen nodig om meer kansen voor combinatiewerkers te creëren. Bij opleidingen als PW3 (voorheen SPW3) zouden bijvoorbeeld
37
Arbeidsovereenkomsten en taakverdeling zijn vaak nog een lastige aangelegenheid. Dat meldt ook Ria van Wittmarschen, die een combinatiebaan vervult bij de Leonardo da Vincischool en Combiwel. Voor deze instelling coördineert ze de tussenschoolse opvang en voor de school doet ze administratieve ondersteuning van de directie en de intern begeleider, maar is ook de spil van de activiteiten in het kader van de Verlengde Schooldag. Ze werkt samen met buurthuis De Havelaar en het aanbod is daarom groot. Ria: “De overblijf doe ik nu al zo’n 16 jaar. Zoals dat vaak gaat, je bent ouder, wordt hulpouder en rolt vanzelf in tal van projecten. Op een gegeven moment weet je van de hoed en de rand en rekenen mensen op je inzet. Dat heb ik altijd belangeloos gedaan, maar inmiddels heb ik studerende kinderen thuis en is het dus ook belangrijk geworden dat ik verdien. Door de nieuwe wetgeving werd de overblijf overgenomen door Combiwel en werd dat mijn werkgever. Daarnaast ben ik in dienst bij de school. Er is dus een combinatiebaan uit voortgekomen, maar helaas heb ik nu nog geen echte papieren zekerheid, waar ik me helemaal rustig bij kan voelen. Er blijft onzekerheid over mijn aanstelling op langere termijn. Anderzijds ben ik blij dat zo’n functie bestaat, want ik moet er niet aan denken om tussen vier muren een kantoorbaan te moeten verrichten. Ik vind het werken met kinderen nog altijd het leukste wat er is.”
38
Organisatie van wijkgerichte dagarrangementen Gaandeweg werd tijdens het project D&C duidelijk dat een wijkgerichte aanpak de beste kans van slagen heeft. De coördinatie daarvan en de programmering van activiteiten worden inmiddels in veel buurten verzorgd door een talentmakelaar. Die is op de hoogte van de financieringsstromen, weet welke mogelijkheden er zijn en weet deze efficiënt en effectief op elkaar aan te sluiten.
“Ik doe het liefst mee met creatieve dingen. Schilderen, handarbeid , dans of iets met textie l... maakt niet uit. Ik vind het leuk dat iemand die veel verstand heeft van zo iets ons les geeft. Het is ook leuk dat mijn buurmeis je, die op een andere school zit, ook mee mag doen .” Mariëlle, 11 jaar
De Talentmakelaar Joke Hilverda is talentmakelaar. Ze is aangesteld bij Dynamo en werkt nu vooral voor de Transvaalbuurt in Amsterdam Oost. “Het is een echte pioniersfunctie - dus het is nog een beetje zoeken,” vertelt Joke. “Er zijn zo veel mensen en instellingen waar je mee te maken krijgt. Er is veel goodwill: er worden steeds meer mensen en gelden ingezet om tot goede naschoolse activiteiten te komen. Maar iedereen heeft zo zijn eigen insteek en prioriteiten. Je hebt te maken met instellingen die op zoek zijn naar een plekje waar ze hun aanbod kwijt kunnen, gebouwen die daarvoor aangepast moeten worden, en stadsdelen, clubs en scholen die nog moeten wennen aan de nieuwe mogelijkheden. Als talentmakelaar wil je zorgen voor een goed aanbod. Het is niet alleen onze opdracht om kinderen kennis te laten maken met activiteiten, maar ook dat ze zich daarin verder kunnen ontwikkelen als ze geïnteresseerd zijn. Een leuke activiteit inhuren kan altijd wel, maar hoe maak je iets structureel? Je hebt goede lokalen nodig waar je materialen kunt bewaren, mensen die in staat zijn een vervolgaanbod te ontwikkelen en geld om dat te financieren. We zetten nu een Scienceclub op in de Transvaalbuurt. Ik zie zo voor me dat je daar elke woensdagmiddag naar toe kunt, maar dat je ook uitstapjes meemaakt naar een laboratorium of de universiteit. Als dat lukt liggen er plannen op tafel voor natuurclubs en een koor.
De Beweegmakelaar Caroline van der Roest bijvoorbeeld makelt in beweging. Haar functie voluit: ‘Beweegmakelaar twaalf min’. ‘Twaalf plus’ is er natuurlijk ook én een ‘beweegmakelaar voor volwassenen’. Allen werken ze bij de afdeling Sport & Recreatie van Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. Caroline is in november begonnen. Wat is het eerste waar je tegenop botste? “Dat je in bepaalde periodes niet bij scholen terecht kunt, omdat die het dan veel te druk hebben met de feestdagen. Er wordt ook veel van de scholen verwacht. Toch is iedereen vaak apart van elkaar op zoek naar bijvoorbeeld een docent streetdance, terwijl er al iemand rondloopt bij een buurtcentrum of sportvereniging. Iedereen is het wiel opnieuw aan het uitvinden, en zo worden verenigingen en scholen overbodig belast. Het is dus erg belangrijk dat alle partijen met elkaar samenwerken en er een goed binnen- en naschools sport- en beweegaanbod per buurt komt. De afdeling Sport en Recreatie van het Stadsdeel heeft de regie daarvan op zich genomen. Er wordt een totaalpakket geboden, waarbij ook de gezondheid van kinderen in het oog gehouden wordt: kinderen kunnen al vroeg doorverwezen worden naar gezondheid-trajecten. Het lastigste op dit moment is de logistiek. De verenigingen zitten ver van de scholen af. We gaan dat proberen op te lossen door dependances van sportverenigingen in de buurt op te zetten. We zijn nu bezig met een basketbal- en tafeltennisschool. We merken wel dat het steeds moeilijker wordt om geschikte accommodaties te vinden. Iedereen wil daar op het zelfde moment gebruik van maken.”
Pedagogische afstemming Voelen kinderen zich welkom, hoe gaan we met elkaar om, luisteren we genoeg naar kinderen en ouders, welke regels gelden er? Als de eerste samenwerking vorm heeft gekregen, is dat een belangrijke volgende stap om een doorgaande lijn te creëren. Het Stadsdeel Westerpark nam het initiatief tot het ontwikkelen van een pedagogisch convenant, dat door alle instellingen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen is ondertekend en dat uitgangspunt is bij alle activiteiten die volwassenen voor hen organiseren. In de projectperiode van D&C werd op verschillende plekken de pedagogische afstemming op de agenda gezet. Eventueel aanwezige pedagogische werkplannen werden uitgewisseld, of nieuwe afspraken werden gemaakt. Voor het personeel van scholen, welzijn en kinderopvang zijn inmiddels verschillende handreikingen gepresenteerd die het gemakkelijker maken om met elkaar in gesprek te raken over de afstemming van het pedagogisch beleid. Een informatiemap Pedagogische afstemming is gemaakt, zodat iedereen die hier in de praktijk mee aan de slag gaat een leidraad heeft. Dit is een product van het project D&C.
kinderen ntrum willen we “In Amsterdam Ce aar in M n. te ven om te spor meer kansen ge en er nd ki het lastig om de binnenstad is elen. Er is geen buiten te laten sp seren nden. Dus organi spor tveldje te vi elden tv or eren naar sp we nu dat de kind n.” de or w m vervoerd buiten het centru er ud portefeuilleho Wil Codrington, eel Centrum Onder wijs Stadsd
Stadsdeel kiest voor pedagogische afspraken 73 Scholen, clubs, sportverenigingen, speeltuinen, consultatiebureaus en organisaties voor welzijn en kinderopvang in Westerpark hebben elkaar beloofd dat ze op dezelfde, positieve, manier omgaan met kinderen en jongeren. Een unieke, stadsdeelbrede, pedagogische aanpak met vier duidelijke regels die alle betrokkenen onderschrijven: iedereen hoort erbij, we zorgen voor elkaar, we zorgen voor onze omgeving en we beheersen onszelf. Ellen Nusselder, coördinator Jeugd van Westerpark: “Het Stadsdeel heeft de voortrekkersrol genomen. Het idee ontstond nadat directeuren samen met stadsdeelbestuurders een studiereis ondernamen naar scholen in Londen. Er werd daar zo positief met kinderen omgegaan, dat dat inspireerde om dat hier ‘stadsdeelbreed’ over te nemen.” Anna Horninge, adjunctdirecteur van de Westerparkschool: “We stelden ons de vraag wat je wilt, wat je kunt, zonder dat je je identiteit verliest. Als je regels wilt maken, kom je echt op een persoonlijk terrein van mensen en organisaties. Daarin onderscheiden die zich juist. Alle betrokkenen raakten er in de loop van het proces van overtuigd dat je een eenduidige boodschap moet uitzenden. Het waren niet alleen interessante maar ook vaak hele leuke discussies.”
t ik werk alleen vang nodig, wan op en ge en bb he eren doen wel “Wij n. Maar onze kind de tij ol ho sc de tijdens nsdagmiddag. tiviteiten op woe ac de et m ee m er, voor opgegraag makkelijk, per ke ge el he , je je n ku snel doet zoals Daar die je thuis niet zo en ng di en do Ze hout, werken ven. aché, werken met -m er pi pa et m n werke elletjesmiddag, hebben ze een sp s m So l. ie xt te met of ze gaan koken eken in het park zo en er ad bl ze gaan en bakken.” jn van Timo en Karli Harriët, moeder
Planningsite Hoe weten ouders welke naschoolse activiteiten er zijn voor hun kinderen in de buurt? Tot nu toe is dat een lastige aangelegenheid. Daarom ontwikkelt de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling een planningwebsite die het ouders en kinderen straks mogelijk maakt naschoolse activiteiten in de buurt te vinden en zich daarvoor op te geven. De planningsite is nog in de testfase. Rekenmodel In opdracht van de Stuurgroep Brede Talentontwikkeling is het ‘Rekenmodel wijkarrangementen’ ontwikkeld, waarmee alle partners inzicht krijgen in de kosten van hun activiteiten. In het model wordt rekening gehouden met de verschillende geldstromen die beschikbaar zijn. Uitgangspunt is dat er ‘per kind gerekend wordt’; er worden gelden ingezet vanuit kinderopvang, welzijn, DWI/Sociale dienst, armoedemiddelen, stadsdelen en fondsen. Het rekenmodel is een handig instrument bij de organisatie van nieuwe dagarrangementen.
41
5 De toekomst: partners aan het woord Dagarrangementen zijn volop in ontwikkeling. De aanzet is gegeven. Het project Dagarrangementen en Combinatiefuncties had in dit proces een ‘aanjaagfunctie’. Er is veel gebeurd, maar het gaat nog niet vanzelf. Historisch gegroeide werkwijzen veranderen langzaam, maar gaandeweg worden bestaande patronen toch doorbroken. Een cultuuromslag waarbij het kind in het middelpunt staat en niet de organisaties is het ideaal en we zijn op weg. In alle stadsdelen wordt vorm en inhoud gegeven aan het opzetten van wijkgerichte dagarrangementen. Scholen en schoolbesturen nemen samen met de stadsdelen steeds meer de regie op zich voor de uitvoering van de wijkgerichte dagarrangementen. Hier gaan we verder mee in Amsterdam zodat de talenten van kinderen volop de kans krijgen zich te ontwikkelen, zodat binnen en buitenschools leren zich aan elkaar kunnen verbinden. Zeker is dat de kinderopvang en de welzijnsorganisaties als specialisten in vrije tijd en ontwikkeling van kinderen meer zullen gaan samenwerken, in de buurten en rond de scholen. Door met het Dagarrangement We vroegen bestuurders van stadsdelen, schoolbesturen en instellingen naar hun mening over wat er bereikt is, wat ze nog willen realiseren en wat we daarvan zien in 2012. René Peeters, algemeen directeur Schoolbestuur AWBR: “We hebben hard gewerkt om te komen
tot goede voorwaarden voor Brede School en Dagarrangementen. Op sommige plekken moest nogal wat veranderen. Bij de Brede School Zeeheldenbuurt is nu een prachtvoorbeeld zoals wij het werken in brede scholen voor ogen hebben. Samen met het Stadsdeel Westerpark zijn daar goede afspraken gemaakt, uitgaand van ‘drie ringen’: het kind, de directe omgeving en de buurt. Er is één brede school-coördinator die taken uitvoert voor welzijn, sport en onderwijs. Het schoolbestuur huurt het gehele complex en maakt afspraken met welzijnspartners, kinderopvangorganisatie en sportaanbieders afspraken op basis van de gezamenlijke visie. Dat maakt de structuur stukken helderder en effectiever. De volgende stap is ‘investeren in combinatiefuncties’. Ook daarbij geldt: als de regie bij één partij ligt, kun je er gemakkelijker binnen de CAO afspraken over maken. En regie wil niet zeggen dat die partij ook alles zelf uitvoert, maar de uitvoering overlaat aan deskundige partijen.” Paul van Putten, algemeen directeur van de stichting KBA: “We zijn het nu allemaal met elkaar eens dat iedereen een aandeel moet leveren om wijkarrangementen mogelijk te maken. Je ziet nu op veel plaatsen al een behoorlijk aanbod ontstaan. Dat moet natuurlijk uitgebreid worden en de pedagogische afstemming kan nog worden versterkt. Maar, het is heel duidelijk: we zijn op de goede weg. We hebben aan de Kadernotitie Brede Talentontwikkeling een prachtig handvat.”
43
Robert Smid, algemeen directeur Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam-Noord: “Het project heeft een aanjaagfunctie gehad. Niet alleen is er een goede samenwerking ontstaan, maar in Noord is er ook een hele ontwikkeling op gang gekomen op het vakgebied techniek. Talentmakelaars zorgen ervoor dat werk uit de handen van de scholen genomen wordt en dat het aanbod wint aan professionaliteit. Nu moeten we natuurlijk doorgaan met deze ontwikkelingen! We moeten de samenwerking nu vasthouden. Monique Ruimschotel, directeur IJsterk: “Dagarrangementen zijn nu bekend bij ouders, de politiek is wakker geworden, er zijn middelen voor vrijgemaakt. De partners zijn met elkaar in gesprek gekomen en dat contact zal goed voortgezet kunnen worden. In onze organisatie ben ik trots op dat we een stabiel aanbod voor tussenschoolse opvang hebben. De subsidie dagarrangementen en combinatiefuncties heeft voor ons als vliegwiel gewerkt om investeringen te plegen bijvoorbeeld in een activiteitenweb.” Aad de Booij, directeur Kinderopvang Partou: “Mede dankzij de dagarrangementen is de relatie met het primair onderwijs, die met de invoering van de Wet kinderopvang grotendeels verdwenen was, weer hersteld. Partou heeft een actieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het modelconvenant BSO wat nu door bijna alle partijen gebruikt wordt. Daar zijn we blij mee en ook wel een beetje trots op. Ook hebben we de basis ontwikkeld voor een werkboek samenwerking onderwijs/kinderopvang en waren actief betrokken bij de ontwikkeling van de Carrousel in het stadsdeel
Zeeburg. We zien dat er meer aandacht is gekomen voor de kwalitatieve kant van de BSO. De combinatie BSO/Naschoolse Activiteiten blijft door de verschillende financieringsstromen een lastige.” Godfried Lambriex, Stadsdeelvoorzitter De Baarsjes: “Ik ben trots op ons Digitale Bredeschoolloket en de talentmakelaar. In dit loket is het totale aanbod van de meer dan 90 naschoolse activiteiten in De Baarsjes te vinden. En ook informatie voor scholen, aanbieders en ouders. De talentmakelaar verbindt vraag en aanbod, bewaakt ook de kwaliteit, neemt scholen administratieve rompslomp uit handen en is vraagbaak voor scholen en aanbieders. D&C heeft ons gestimuleerd tot een professionaliseringsslag. Het heeft ons ook gestimuleerd andere voorzieningen in het kader van de brede school zoals huiswerkbegeleiding en mentoraten via het loket te laten lopen. We hebben de eerste stappen gezet van (gedeeltelijke) integratie van sportbuurtwerk en speeltuinwerk in de Na Schoolse Activiteiten (NSA). Martien Kuitenbrouwer, Stadsdeelvoorzitter Westerpark: “Ik ben echt trots op wat we nu hebben aan wijkarrangementen. In vrijwel alle stadsdelen zijn er talentmakelaars en staat talentontwikkeling hoog op de agenda. Niet iedereen gaat even snel, maar niemand zegt meer ‘Ik doe niet mee’. Als je ziet wat er gebeurt, word je vanzelf enthousiast. Ik was bij een groepje kinderen dat kookles kreeg. Ze zagen voor het eerst een artisjok. Dat is groeien en plezier hebben tegelijk.”
45
Wat zien we over enkele jaren, in 2012 terug van onze inspanning? René Peeters: “Dan zitten we op 80% van de scholen goed met dagarrangementen!” Paul van Putten: “Samen met de stadsdelen zal er een breed aanbod van talentontwikkeling zijn. De TSO is versterkt en door de inzet van de Sociale Firma zijn er veel meer combinatiefuncties.” Robert Smid: “Straks zien we allemaal bruisende scholen die een aanbod hebben van ‘s morgens half acht tot ‘s avonds half zeven. Waar het voor kinderen spannend is om naar toe te gaan en waar ouders hun kinderen met een gerust gevoel een hele dag naar toe brengen. Elke dag, of maar twee of drie dagen per week. Het moet flexibel blijven.” Aad de Booij: “De samenwerking onderwijs – kinderopvang kan nog veel beter. Wij hechten sterk aan de keuzevrijheid van ouders als het gaat om de opvang van hun kinderen. Die keuzevrijheid neemt af als onderwijs en kinderopvang te veel van elkaar afhankelijk worden. Dat is de uitdaging voor de komende jaren. Een ander spannend onderwerp is de praktische afstemming van schooltijden en opvangmogelijkheden. De aarzelingen in de onderwijswereld zijn begrijpelijk. Afstemming tussen scholen onderling is vaak al ingewikkeld. Laat staan afstemming met meerdere aanbieders van Buitenschoolse Opvang. Toch verwacht ik dat in 2012 het aantal scholen met een continurooster zal zijn toegenomen. Ook zullen er meer totaalarrangementen zijn, waarbij op uitvoerings-
niveau leerkrachten en pedagogisch medewerkers van de BSO met elkaar samenwerken. Zowel binnen de scholen als in BSO-centra.” Godfried Lambriex: “Een volgroeid digitaalbredeschoolloket en wijkarrangementen rond clusters van scholen.” Monique Ruimschotel: “2012 is snel, ik hoop dat er een goede financieringssystematiek gevonden is, vooral voor de naschoolse activiteiten.” Martien Kuitenbrouwer: “Dan floreren de wijkarrangementen en hebben we ook een basispakket voor tieners. Sportactiviteiten, huiswerkbegeleiding - het kost de kinderen en de ouders allemaal nauwelijks moeite meer om die activiteiten te vinden.”
47
Na twee jaar D&C... Er is genoeg om mee verder te gaan. We vatten het samen in werkwoorden.
oplossen (van wachtlijsten)
handig gebruiken (van gebouwen)
minder slepen (met de kinderen) afstemmen (op de verschillende instellingen)
zichtbaar maken (van wat er al is)
rekening houden (met de wensen van ouders en kinderen) tijdschrijven moet er
nog uit
toepassen (van de modellen)
bij elkaar brengen (van verschillende geldstromen)
toepassen (van dezelfde pedagogische aanpak)
betaalbaar houden (van het aanbod)
bakfietsen (effectieve logistieke oplossingen)
terugbrengen (van het begeleidende aantal gezichten) creëren (van aantrekkelijke banen)
uitwisselen (van kennis)
samenwerken
Colofon Eindpresentatie Stedelijke projectgroep Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam Uitgegeven door OSA (Ondernemerskring Sociale sector Amsterdam) en OOG onderwijs en Jeugd in opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Amsterdam Tekstredactie Hennie Groot Haar Kees van Veen Opmaak Kees van Veen, Pagina2, Amsterdam Foto’s Remko Scheepens, Amsterdam met medewerking van ondermeer Stichting Wijsneus en de Klankspeeltuin, Amsterdam Coachproject Calvijn - Thomas Thijssen Photography, Amersfoort Tijd voor Eten - Gabriela Hengeveld, Amsterdam Beeld - Jorie Wieriks, Schoolbuurtwerk Westerpark, Amsterdam Informatie project
[email protected] www.dencamsterdam.nl telefoonnummer: 020 - 34 63 266 Postbus 9917, 1006 AP Amsterdam Informatie DMO Kees Viergever -
[email protected] www.onderwijs.amsterdam.nl (dan klikken op ‘beleid’ en daarna ‘Brede School’) Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam - mei 2009
51
Wordt vervolgd!
“Eindelijk heb ik iets wa ar ik lekker zelf dingen kan ontdekken.” Farhat, 10 jaar
Dagarrangementen en Combinatiefuncties Amsterdam