Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1

Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1 Beste gebruiker, Je staat in de startblokken om je woordenschat (ook wel vocabulaire of lexique) Frans stevig in te oefenen. Met Woordentrainer kan je dat heel snel en efficiënt doen zodat je in geen tijd je Franse woorden onder de knie hebt. Hoe haal je het meeste uit Woordentrainer? Daarvoor moet je 2 dingen doen: 1. Lees de informatie hieronder aandachtig door. Dan weet je precies hoe je de oefeningen moet maken en welke informatie je achteraf krijgt over jouw oefeningen. 2. Oefen regelmatig met Woordentrainer. Als je bv. elke dag of 3 keer per week je woordjes Frans oefent, dan zitten ze zo stevig in je geheugen gebeiteld dat je ze zonder problemen kan oproepen in de les, bij een toets of tijdens het examen Frans. Klaar? Start! Ga naar ...  

 







1. Doel : hoe helpt Woordentrainer jou? 2. Oefenen per dossier of per thema?  2.1 Per dossier  2.2 Per thema 3. Het keuzemenu: wat kies ik? 4. Oefeningtypes  4.1 Meerkeuze  4.2 Flitswoorden  4.3 Door elkaar gehusselde woorden  4.4 Vertalen 5. Het scorescherm: hoe goed heb ik het gedaan?  5.1 Toets of oefentoets  5.2 Stoppen  5.3 Informatie op het scorescherm  5.4 Foutjes wegwerken  5.5 Je score afdrukken 6. Tips om het maximum uit Woordentrainer te halen  6.1 Één hoofdstuk of meer hoofdstukken / één thema of meer thema’s  6.2 Alle oefeningtypes gebruiken  6.3 Met hint, zonder hint 7. Hulp nodig?

Woordentrainer Frans – Cap sur le français 1 Handleiding

1/13

1. Doel: hoe helpt Woordentrainer jou? Woordentrainer helpt je om op een goede en snelle manier woordjes IN TE OEFENEN. Dit inoefenen is een stap in het leren van nieuwe woorden. Hoe verloopt dat leren van nieuwe woorden? 1) Nieuwe woorden AANLEREN, dat doe je in de klas met je boek. Je ontdekt de nieuwe woorden via een tekst die je al meteen een idee geeft wat de woorden kunnen betekenen. 2) Daarna STUDEER je de woorden met je Lexique (of Vocabulaire) lijst waarbij je het woord, een zin waarin het woord past en de vertaling krijgt. 3) Dan ga je OEFENINGEN MAKEN met de nieuwe woorden zodat je precies weet wat ze betekenen en in welk soort zinnen (contexten) je ze kan gebruiken. Je maakt de oefeningen in je boek en op de computer. 4) Om de woorden EXTRA IN TE OEFENEN en IN JE GEHEUGEN VAST TE ZETTEN, ga je aan de slag met de Woordentrainer. 5) Zo ben je helemaal klaar om de nieuwe woorden juist en gepast te gebruiken!

2. Oefenen per dossier of per thema? Je kan op twee manieren met de Woordentrainer aan de slag: oefenen met woorden Per dossier (hoofdstuk) uit je boek of Per thema (onderwerp).


2/13

Per hoofdstuk uit je boek Je kan oefenen met de woorden die in een bepaald hoofdstuk (Dossier) voorkomt. Bijvoorbeeld: je kiest hoofdstuk 1 (of Dossier 1). Dan krijg je alleen oefeningen op de woorden uit hoofdstuk 1. Je kan ook oefenen met woorden uit meerdere hoofstukken. Heb je bv. een grote toets en wil je oefenen met woorden uit hoofdstukken 1, 2 en 3, dan selecteer je deze hoofdstukken door de Ctrl- of Shift-toets ingedrukt te houden terwijl je klikt op de hoofdstukken waarmee je wil oefenen. Per thema (onderwerp) Oefen zeker ook per thema. Thema’s zijn o.a. ‘La famille’, ‘La maison’. In het thema ‘La famille’, bijvoorbeeld, oefen je allerlei woorden die te maken hebben met familie zoals ‘un grand-père’, ‘un enfant’, ‘des jumeaux’.

2.1 Per dossier

Wil je bijvoorbeeld woordjes uit Dossiers 1, 2 én 3 oefenen, dan hou je de Ctrl- of Shift-toets ingedrukt en klik je in de lijst links op Dossier 1, op Dossier 2 en op Dossier 3. Klik dan op .


3/13

2.2 Per thema

Wil je bijvoorbeeld woordjes uit thema 2 en 7 oefenen, dan hou je de Ctrl-toets ingedrukt en klikt in de lijst links op Thema 2 en op Thema 7. Klik dan op .


4/13

3. Het keuzemenu: wat kies ik? Je kan zelf bepalen hoe je gaat oefenen:

4

1

welk soort oefeningen wil je maken? (bv. Meerkeuze)

2

in welke volgorde wil je oefenen? (bv. van Nederlands naar Frans)

3

hoe wil je de vertaling geven (bv. de vertaling intikken). Als je kiest om zelf aan te geven of je goed of fout had, wordt dit vermeld op het scorescherm.

4

wil je een echte toets maken of een oefentoets (bv. een oefentoets, dan krijg je meteen te zien of je antwoord goed/fout is)

5

hoeveel woorden wil je oefenen (bv. allemaal)

De5 keuzes verschijnen één na één. Na elke keuze (bv. Meerkeuze), verschijnt de volgende keuzemogelijkheid. Zo bepaal jij stapsgewijs hoe je de zaken wil aanpakken. Probeer zeker alle mogelijkheden uit, want elke mogelijkheid helpt je op een andere manier om de Franse woorden onder knie te krijgen.

3

1

4 2 5


5/13

4. Oefeningtypes In Woordentrainer kan je woordjes oefenen via 4 verschillende types oefeningen: Meerkeuze, Flitswoorden, Door elkaar gehusselde woorden en Vertalen. Elk oefeningtype helpt je op een andere manier om de woordjes vast te zetten. Oefen dus zeker met alle oefeningtypes! 4.1 Meerkeuze In het Keuzemenu kies je ‘Meerkeuze: klik op de juiste vertaling van het woord’ Heb je in het Keuzemenu bij ‘In welke volgorde wil je oefenen?’ gekozen voor ‘Nederlands’> Frans’, dan krijg je in de oefening een Frans woord (of Franse uitdrukking) en 3 mogelijke Nederlandse vertalingen.

Je klikt de Nederlandse vertaling aan die volgens jou de juiste is (un oncle). Heb je de juiste vertaling aangeklikt, dan verschijnt Heb je een foute vertaling aangeklikt, dan verschijnt Klik op om naar de volgende oefening te gaan. Heb je in het Keuzemenu voor ‘Nederlands > Frans’ gekozen, dan krijg je een Nederlands woord (of Nederlandse uitdrukking) en moet je uit 3 mogelijke Franse vertalingen de juiste aanklikken.


6/13

4.2 Flitswoorden Bij Flitswoorden krijg je (heel) kort een Frans woord (of Franse uitdrukking) te zien. In het Keuzemenu kan je aangegeven hoe lang je het woord mag zien:

Bij de oefening zie je in dit geval het woord 3 seconden verschijnen. Dan verdwijnt het weer (het flitst even over je scherm). Je tikt het Franse woord (of de Franse uitdrukking) in het vakje Frans in. Klik dan op . Heb je bij het intikken van het Franse woord bv. de ‘ç’ nodig, dan klik je op in de tabel met vreemde tekens, of je gebruikt de ç op je eigen toetsenbord. Begint het woord dat je wil intikken met een vreemd teken, klik dan eerst in het invulveld en daarna op het teken in de tabel. Let op: voor de ‘œ’ zoals in ‘une sœur’ gebruik je best de ‘œ’ uit de tabel. Voor een apostrof zoals in ‘aujourd’hui’ gebruik je de ‘single quote’, dat is de ' die op je toetsenbord onder de toets met ‘4’ erop staat.


7/13

Heb je een hint nodig, klik dan op woord, bv.

Klik op

. Je krijgt dan de Nederlandse vertaling van het

om naar de volgende oefening te gaan.

4.3 Door elkaar gehusselde woorden Bij Door elkaar gehusselde woorden krijg je een Frans woord (of Franse uitdrukking) met de letters door elkaar geschud.

Je tikt het Franse woord in (le Japon). Klik dan op


.

8/13

Heb je een hint nodig, klik dan op woord, bv.

. Je krijgt dan de Nederlandse vertaling van het

Ook hier kan de de tabel met vreemde tekens gebruiken, of je kan de tekens via je eigen toetsenbord intikken. Klik op

om naar de volgende oefening te gaan.

4.4 Vertalen Heb je in het Keuzemenu bij ‘In welke volgorde wil je oefenen?’ gekozen voor ‘Nederlands > Frans’, dan krijg je bij Vertalen een Nederlandse woord (of Nederlandse uitdrukking). Je tikt de Franse vertaling in. Klik dan op . Ook hier kan de de tabel met vreemde tekens gebruiken, of je kan de tekens via je eigen toetsenbord intikken.


9/13

5. Het scorescherm: hoe goed heb ik het gedaan? 5.1 Toets of oefentoets Heb je in het Keuzemenu gekozen voor

dan zie je bij het oefenen meteen of je antwoord goed is of fout. Op het scorescherm krijg je dan een overzicht van je resultaten. Heb je gekozen voor

dan zie je pas op het scorescherm hoe goed je het gedaan hebt.

5.2 Stoppen Als je in een oefeningenreeks op

klikt, dan verschijnt volgend schermpje:

Kies je voor scorescherm (zie 5.3).

, dan ga je vanzelf naar het

Kies je voor met de oefening.

, dan kan je gewoon verder doen


10/13

15.3 Informatie op het scorescherm

1 2

4

3

Op het scorescherm zie je (en ziet je leerkracht, zie 5.4)

1 2

4

hoeveel oefeningen je gemaakt hebt, en hoeveel je daarvan juist hebt

2

welke hoofdstukken (Dossiers), of thema’s, je geoefend hebt

3

welke fout(en) je maakte

4

wat het goede antwoord was dat je had moeten geven


11/13

Onderaan heb je drie mogelijkheden: Je gaat terug naar het Keuzemenu. Je kan opnieuw één of meerdere hoofdstukken (of thema’s) kiezen. Je gaat opnieuw oefenen met dezelfde woorden of enkel de woorden die je fout had. (zie 5.4). Je kan je score afdrukken (zie 5.5).

5.4 Foutjes wegwerken Nadat je je score goed bekeken hebt, kan je de woordjes die je fout had opnieuw inoefenen. Klik je op

, dan ga je opnieuw oefenen. Je kan kiezen:

Kies je , dan oefen je enkel de woorden die je fout had en die je dus nog niet kent. Zo kan je op een vlotte en efficiënte manier je foutjes wegwerken. Kies je

, dan oefen je alle woordjes waarop je

net oefeningen hebt gemaakt, zowel de woorden die je juist had als de woorden die je fout had.

5.5 Je score afdrukken Mogelijk vraagt je leerkracht om je score af te drukken en af te geven. Je klikt op het scorescherm op

. Of misschien wil je je score voor jezelf afdrukken en

bijhouden, zodat je kan zien hoe je beter en beter wordt in Franse woordenschat.


12/13

6. Tips om het maximum uit Woordentrainer te halen Natuurlijk wil je zo snel en zo goed mogelijk de woorden kennen. Daarbij kan je van gemakkelijkere naar moeilijkere oefeningen gaan: 6.1 Één hoofdstuk of meer hoofdstukken / één thema of meer thema’s Als je wat moeite hebt met Franse woordjes, begin dan eenvoudig, oefen met de woordjes uit één hoofdstuk. Werk per hoofdstuk. Daarna mag het wat moeilijker en kies je twee of meer hoofdstukken. Heb je zo geoefend, ga dan naar de Woordentrainer per thema en kies één thema. Daarna kies je meerdere thema’s door elkaar. Lukt je dat, ga dan alle woorden van alle thema’s door elkaar oefenen. Ga ervoor! 6.2 Alle oefeningtypes gebruiken Het ene oefeningtype is gemakkelijker dan het andere. Zo is Meerkeuze gemakkelijker dan Vertalen. Soms ligt een oefeningtype jou beter dan een ander oefeningtype. Elk oefeningtype helpt je op een andere manier om de woorden vast te zetten, wissel dus af tussen de verschillende oefeningtypes. 6.3 Met hint, zonder hint In het begin kan je de hint

gebruiken. Probeer het daarna ook zonder hint.

7. Hulp nodig? Heb je hulp nodig, vraag dan eerst aan de leerkracht of die jou kan helpen. Zij of hij kan, als dat nodig is, de hulp van de ICT-coördinator van de school inroepen. Is de vraag dan nog niet opgelost, dan kan de leerkracht de uitgeverij contacteren via [email protected]. Meer contactgegevens vind je op www.plantyn.com.


13/13

Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1

Recommend Documents