Woordenschat Een vak apart? Learning words Inside & out Tessa de With Enschede Woensdag 28 oktober 2009
Het voorbeeld van de muis
3
Een model van het leren lezen Begrijpend luisteren
Woordenschat
Fonemisch bewustzijn
4
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Wat doen we al? • Met woorden in de weer? • Methodelijn? • Hele dag?
Maar…..hoe efficiënt is het? 5
Doel woordenschatonderwijs? Woordkennis! Maar…… Wanneer is een woord gekend?
6
Woordkennis Verschillende gradaties in woordkennis 1. Nog nooit van het woord gehoord 2. ‘Van horen zeggen’ maar de betekenis is onbekend 3. Woord herkennen in een context 4. De verschillende betekenissen zijn bekend en het woord wordt gebruikt in verscheidene contexten Een definitie is niet genoeg 7
Doel woordenschatonderwijs? • Strategieën! • Woordbewustzijn! Centrale thema: hoe zorg ik ervoor dat mijn leerlingen eigenaar worden van hun woordenschatonderwijs?
8
Wat is nodig? • Expliciet aanleren van: woorden en strategieën • Aandacht voor toepassing • Verschuiving van woorden aanleren door de leerkracht naar woorden leren door de leerling (woordbewustzijn)
9
Wat te doen? • We leren nieuwe woorden aan • We helpen leerlingen nieuw geleerde woorden toe te passen • We laten onze leerlingen zien hoe wij met onbekende woorden omgaan • We stimuleren leerlingen om zelf nieuwe woorden te leren
10
Impliciet & expliciet Expliciet door instructie o specifieke woorden behandelen o ontwikkelen woordbewustzijn o strategieën voor het leren van onbekende woorden Impliciet door creëren van mogelijkheden o voorlezen o veel lezen over allerlei onderwerpen o taalrijke omgeving 11
Expliciet vs impliciet niet zo
12
Maar zo
13
Conclusie Woordenschatdidactiek bestaat niet alleen uit het aanleren van woordbetekenissen, maar evenzeer uit voordoen van strategieën die leiden tot probleemoplossend gedrag.
14
De didactiek Learning words inside & out 5 uitgangspunten
Maak woordenschatonderwijs doelgericht Maak woordenschatonderwijs transparant Maak woordenschatonderwijs bruikbaar Maak woordenschatonderwijs persoonlijk Maak woordenschatonderwijs prioriteit
Bron: Frey & Fisher (2009)
15
Uitgangspunt 1: Maak woordenschatonderwijs doelgericht
16
De kracht van keuze De sleutel om de leerling vaardigheden te vergroten is weten welke woorden expliciet onderwezen moeten worden en welke woorden de leerlingen tegen komen tijdens het lezen
17
Welke woorden onderwijzen?
Weinig voorkomende woorden Woorden in boeken, kranten & volwassen taalgebruik
Basiswoorden in het dagelijks woordgebruik
18
Vernooy (2009)
Woorden selecteren (2) • Representatie: staat het woord voor een belangrijk idee of concept? • Herhaling: komt het woord vaker voor? • Transfer: is het woord te gebruiken bij meerdere vakgebieden?
19
Woorden selecteren (3) • Context: kun je de betekenis uit de tekst afleiden Zo ja: dan hoef je het woord niet specifiek aan te bieden • Structuur: is de betekenis af te leiden uit het woord? Zo ja: dan hoef je het woord niet specifiek aan te bieden • Niet meer dan 2 à 3 woorden per les!!!! 20
Voorbeeld Een taart voor kleine Beer
Max Velthuijs
21
Welke woorden kies je? • Laag 1 woorden Chocoladetaart, proeven, lekkers, verjaardag • Laag 3 woorden Citroenrasp, cacao
22
Laag 2 woorden Heerlijk, verrukkelijk, ongeduldig, gulzig, aandachtig
23
Laag 2 woorden Heerlijk, verrukkelijk, ongeduldig, gulzig, aandachtig
24
Uitgangspunt 2: Maak woordenschatonderwijs transparant
Maak woordenschatonderwijs transparant
25
Maak het transparant: Laat zien hoe je over woorden denkt
26
Imiteren, een natuurlijke manier van leren
27
Hoe zit het met leren lezen / denken? • Is niet zichtbaar voor anderen • Door middel van verwoorden van denkstappen • Modellen alleen is niet voldoende • Leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen het toe te passen
28
Het belang van modelling • Leerlingen zien en horen hoe wij omgaan met (onbekende) woorden. • We leren ze nieuwsgierig te zijn naar woorden. • We leren ze een houding en strategieën om achter de betekenis van woorden te komen. • Ze kunnen onze aanpak om achter de betekenis van woorden te komen nadoen.
29
Wat kun je modellen? • Gebruik maken van de context • Gebruik maken van de opbouw van woorden • Gebruik maken van hulpbronnen
30
Tips voor modelling • Bereid de tekst voor en bedenk vooraf wat je wilt modellen. • Laat aan de leerlingen duidelijk zien wanneer je hardop gaat denken (visueel, bv naar je hoofd wijzen) • Spreek in de ik-vorm als je hardop denkt: ‘bij dit woord denk ik …’ • Denk niet teveel hardop. • Kort houden: 5-10 minuten
31
Voorbeeld Een taart voor kleine Beer
Max Velthuijs
32
Laag 2 woorden Heerlijk, verrukkelijk, ongeduldig, gulzig, aandachtig
33
Uitgangspunt 3: Maak woordenschatonderwijs bruikbaar Maak woordenschatonderwijs bruikbaar interactie met klasgenoten 34
Interactie als consolidatie • Nodig voor een dieper begrip • Gaat niet vanzelf Leerkracht geeft het vorm En doet mee!
35
Tips voor interactie tussen leerlingen • Geef het doel aan • Varieer in werkvormen en opdrachten • Integreer woordenschatactiviteiten in bestaande activiteiten Zoals: verteltafel, huishoek, interactief voorlezen, andere thema activiteiten 36
Zwakke taalleerders • Andere woorden in de kleinere kring: woorden die voor de rest van de groep al duidelijk zijn • Meer behoefte aan interactie, zowel met de leerkracht als met klasgenoten
37
Woorden leren & onthouden
Drie condities: • Integratie: woorden in relatie met elkaar • Herhaling door kansen in spreken, lezen en schrijven • Betekenisvol gebruiken
Nagy, 1988
38
Voorbeelden • • • • •
39
Keukentje Proefles Verhaal naspelen Verjaardag etc
40
41
42
43
Uitgangspunt 4: maak woordenschatonderwijs persoonlijk Maak woordenschatonderwijs persoonlijk zelfstandig toepassen 44
Klassikaal woordenschrift • Gedurende elke dag worden woorden bijgeschreven • Zowel leerkracht als leerlingen kunnen woorden aandragen • Betekenis wordt in eigen woorden van de leerling(en) gegeven en zoveel mogelijk samen met een afbeelding/voorbeeld
45
Uitgangspunt 5 Maak woordenschatonderwijs prioriteit
46
Wat is nodig? • Woordenschatonderwijs moet routine zijn in het handelen van de leerkracht • De woordenschathouding moet prioriteit hebben binnen de school en in ieders handelen! • Wanneer schoolbreed de focus ligt op woordenschat, zullen de resultaten stijgen!
47
Schoolbrede aanpak Woorden van de week: • basiswoorden die helpen bij het achterhalen van betekenissen of stam delen. (voorpoten, voordeur, vooraan fietsbel, deurbel, bellen) Let op: een woordmuur is alleen effectief als er ook wat mee gedaan wordt!
48
Daarnaast Blijft (voor)lezen uiteraard een belangrijke activiteit Ook voor woordenschat!
49
Bedankt voor uw aandacht!
50
www.cps.nl
CPS Onderwijsontwikkeling en advies Plotterweg 30 3821 BB Amersfoort Postbus 1592 3800 BN Amersfoort
T [033] 453 43 43 F [033] 453 43 53 E
[email protected] www.cps.nl