■ Woonwagenkampen
Wegkijken of handhaven
6
Blauw – Handhaving 9 juni 2012 – nummer 12
Tekst: Marielle den Breejen
H
Foto’s: KLPD en archief
et woonwagenkamp Vinkenslag was verworden tot een vrijstaat toen de politie er in 2003 en 2004 binnenviel. Een broeinest van criminele activiteiten en belastingontduiking. De toenmalige burgemeester Leers van Maastricht was het zat. De politie-inval was onderdeel van een strenge aanpak. Vinkenslag werd gesaneerd, woonwagens werden verspreid over locaties door de stad en het terrein fysiek genormaliseerd. Vinkenslag heette een succesvoorbeeld in de uitbanning van vrijplaatsen in Nederland. Uit een onderzoek dat de VROM-inspectie uitvoerde in 2001 bleek dat in Nederland meer woonwagenlocaties bestonden die zich door de jaren heen ontwikkelden tot aparte gemeenschappen met eigen normen, waarvan sommige uitmondden in vrijstaten. In 2005 schreef toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Johan Remkes een brief aan de gemeenten met het verzoek lastige woonwagenlocaties aan te pakken. In 2006 volgde wederom een onderzoek naar de stand van zaken, met als doel ondersteuning aan te bieden aan gemeenten met mogelijke vrijplaatsen op woonwagenlocaties. Tachtig procent van de gemeenten had een woonwagenlocatie, twintig procent daarvan gaf aan problemen te hebben. Veel gemeenten waren nog niet ver met de aanpak van vooral de probleemlocaties. Beleid en handhaving kwamen niet van de grond. De VROM-inspectie ontwikkelde een handreiking voor dergelijke situaties. Tevergeefs. Vorig jaar liet het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer weer een vervolgonderzoek uitvoeren. Dat rapport is enige tijd geleden aangeboden aan de minister en moet nog gepresenteerd worden aan de Tweede Kamer. Volgens ingewijden is de conclusie opnieuw dat er per saldo niet veel veranderd is; weliswaar mooie en meer standplaatsen, verspreid over de stad, maar gemeenten kijken uit angst nog steeds weg van de problematiek. Die angst wordt ingegeven door een verkeerd beeld van de doelgroep, maar ook doordat al meerdere keren is gebleken dat de bewoners zich heftig verzetten tegen elke vorm van handhaving. Pappen en nathouden
Nogal wat gemeenten zitten in hun maag met woonwagenlocaties, die zijn verworden tot aparte gemeenschappen met eigen normen. Voor sommige locaties heeft de politie twee speciale wijkagenten. ‘Maar je moet niet te lang ‘kampwout’ zijn.’
“Ik denk dat het aantal gemeenten met problemen onderschat wordt. Sommige gemeenten kampen met vervallen toestanden. Andere gemeenten durven echt het kamp niet op, dat zijn de vrijplaatsen, circa vijf procent.” Sjaak Khonraad, lector Integrale veiligheid van de Avans hogeschool vervolgt: “En situaties verergeren als gevolg van de bezuinigingen op hulpverlening en welzijnswerk. Deze subcultuur krijgt minder aandacht omdat die wordt opgeëist door andere probleemgroepen, zoals OostEuropeanen. Sommige gemeenten kiezen voor pappen en nathouden zolang het nog gaat. Een confrontatie leidt tot een hoop herrie en gedoe, zonder dat er echt iets verandert. Dat probleem speelt echt niet alleen bij Vinkenslag.”
“Waar je voor niet-Nederlanders de term integratie hebt, spreek je bij woonwagenbewoners vaak over normalisatie.” Blauw – Handhaving 9 juni 2012 – nummer 12
>> 7
■ Woonwagenkampen >>
Want het succesvolle politieteam Vinkenslag werd na twee jaar opgeheven. De decentralisatie was ten einde. Khonraad: “Je kunt wel een harde klap uitdelen, maar dat moet je een of meer generaties volhouden wil je normaliseren. Het risico dat de ellende terugkomt, moet ook in Maastricht niet worden onderschat. Ik krijg daar van verschillende kanten signalen over. Het probleem komt vaak weer terecht bij de politie, in dit geval de wijkagent. Hij is de frontlijnwerker bij uitstek. Je kunt de kampjes wel verspreiden en opheffen, maar daar los je de problemen niet mee op. De regeltjes zijn alleen wat strakker. Ik denk dat woonwagenbewoners creatief genoeg zijn om daar oplossingen in te vinden.” Bende
In Nederland zijn momenteel circa achtduizend standplaatsen en dertigduizend bewoners. “Ik denk dat er nog zo’n 25 tot 30 vrijplaatsen zijn, waar niemand heengaat”, aldus een adviseur Bijzondere woongroepen, zoals woonwagenlocaties. Hij helpt gemeenten de boel op de rails te zetten. Hij deed dat inmiddels voor zo’n veertig gemeentes en heeft dus een aardig beeld. “Ik heb drie maanden geleden nog met het ministerie alle gemeenten doorgeploegd. Het aantal gemeenten met problemen is sterk toegenomen. De ene gemeente durft het niet te zeggen; in de andere gemeente weten ze wel dat
■
het een bende is, maar hebben ze er geen geld voor over. In ongeveer dertig gemeenten komt vrijwel niemand van de gemeente of de politie op de woonwagenlocaties. Eén gemeente riep bijvoorbeeld enkele maanden geleden in de krant dat zij orde op zaken stelt op vier woonwagencentra. Maar de ambtenaren durven niet of hebben geen idee waar te beginnen.” Woonwagenbewoners vormen slechts een klein deel van een gemeenschap. Gemeenten zijn niet altijd bereid daar veel politiekracht of geld in te steken. Sjaak Khonraad: “We vergeten dat de situatie op de meeste locaties redelijk normaal is. Echt niet elk kamp wordt bewoond door criminelen of belastingontduikers. Een grote minderheid probeert tussen de problemen door te manoeuvreren en toch te werken, de kinderen naar school te sturen. De bewoners moeten voortdurend laveren tussen wat in dat kamp of de groep gebeurt en wat de samenleving en de overheid verwacht. Maar de sfeer kan heel bedreigend zijn, dat moeten we ook niet onderschatten. Zeker op een kamp waar de bewoners allergisch zijn voor bemoeienis van buiten. Dat gebeurt ook in probleemwijken: aversie tegen regels en hiërarchie. Agenten hebben gezag, maar voor een individuele beheerder of gemeenteambtenaar is het niet makkelijk om een kamp op te gaan.” De adviseur vult aan: “In de publieke opinie leeft het idee van
Zwalkende aanpak woonwagencentra
De afgelopen veertig jaar heeft de overheid zich op steeds wisselende manieren met woonwagenbewoners bemoeid, met het doel hen te laten integreren in de ‘gewone’ samenleving. Het effect is echter dat bewoners zich juist buitengesloten voelen en criminele krachten de dienst gingen uitmaken op de centra. Veel gemeenten geven toe zich inmiddels geen raad meer te weten met de situatie. Tot de jaren zestig kenmerkt de aanpak van woonwagencentra zich door willekeurige, vooral gemeentelijke bemoeienis. Op de centra heersen achterstanden en armoede. In de jaren zestig – nadat enkele decennia eerder een trekverbod is ingevoerd - zet de overheid in op concentratiebeleid, waarbij woonwagenbewoners allemaal bij elkaar op grote, achteraf gelegen terreinen worden ondergebracht. De overheid gaat zich ook nadrukkelijk met de bewoners bemoeien om hun situatie te verbeteren. Op de kampen komen allerlei eigen voorzieningen, zoals scholen. De overheidsbemoeienis met de woonwagenbewoners als aparte groep leidt er echter toe dat deze zich buitengesloten voelen en hun eigen oplossingen zoeken, bijvoorbeeld in de criminaliteit. Criminele activiteiten, agressie onderling en naar de buitenwereld, en ook de armoede nemen toe. Ook raken de centra overbevolkt.
Deconcentratie In reactie daarop wordt een deconcentratiepoging gedaan. Er komen kleinere centra, dichter bij de gewone woonwijken. De gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor de locaties. Maar de gemeentes weten geen raad met de toestanden op de woonwagencentra en zo verworden sommige centra tot no go area’s. Feitelijk is er dus geen beleid en worden de bewoners aan hun lot overgelaten. Op een aantal kampen maken criminelen de dienst uit. Als de overheid ingrijpt, is dat meestal repressief. Na de afschaffing van de woonwagenwet in 1999 behoren woonwagenbewoners officieel tot de gewone burgers. En daarmee hoeft de gemeente ook geen speciale aandacht meer aan hen te besteden. Hoewel de bewoners meer en meer geassocieerd worden met illegale praktijken, veel jongeren geen middelbaar onderwijs volgen en er veel werkloosheid voorkomt.
Cultuur Woonwagencentra kennen niet zozeer een eigen cultuur – hoewel de bewoners dat misschien anders zien – maar op de locaties heerst wel een bepaalde levensstijl. Kenmerken daarvan zijn: het vrijbuiterbestaan, zoeken naar gaten in de markt (liefst in sectoren waar anderen zich niet wagen), een hechte familiebinding, solidariteit en een sterk wij-tegen-de anderengevoel. Bron: Eigentijds omgaan met woonwagenbewoners, Inspectie VROM, 2009
8
Blauw – Handhaving 9 juni 2012 – nummer 12
Het ooit beruchte kamp de Wieldrechtse Zeedijk in Dordrecht.
‘alle woonwagenbewoners zijn fout’. Dat klopt natuurlijk niet. De meeste bewoners zijn prima lui, met wie je uitstekend kunt praten en afspraken kunt maken. Sommige bewoners kunnen echter verbaal heel bedreigend zijn. Vroeger is erin geslopen dat als een bewoner hard schreeuwt en brult, hij wel zijn zin krijgt als dat betekent dat hij weggaat. Dat verandert nu. Nu worden afspraken gemaakt, wordt schriftelijk toestemming gevraagd en vergunning verleend. Normalisatie dus.” Oprotpremie
Volgens de adviseur geven diverse gemeentes de bewoners inderdaad hun zin, door tienduizenden euro’s te betalen, zogenaamde oprotpremies. “Bewoners hebben zo de macht. De gemeente Den Haag heeft destijds gemiddeld honderdtot honderdvijftigduizend euro per wagen moeten betalen. Den Bosch was ook veel geld kwijt. De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft onlangs in Driebergen twee bewoners vijf ton meegegeven als ze maar verdwenen uit de gemeente. Als ik de gemeente adviseer om te handhaven en met de bewoners te overleggen, is de reactie: ‘Nee, zorg maar gewoon dat ze nieuwe huisvesting krijgen.’ Maar je moet absoluut niet onderhandelen met bewoners. Ik laat een officieel, onafhankelijk taxatierapport opmaken. Zo wordt iedere bewoner gelijk behandeld. Indien nodig, komt het voor de rechter. Nijmegen betaalde maar 5400 euro per hoofdbewoner. Dat is de norm. Het gaat overigens niet overal goed, er zijn altijd een paar lastpakken van wie het gehele bezit wordt opgekocht.” Omslagpunt
De gemeente Tiel weigerde exorbitante bedragen aan de bewoners te betalen. Dat vergt een bestuur dat haar rug rechthoudt. De adviseur: “Als het bestuur kiest voor handhaven, gaan wij praten met politie en justitie. Maar als je het goed doet, heb je geen politie nodig. Soms werkt dat juist averechts.” De gemeente Tiel heeft jarenlang weggekeken. In de jaren tachtig had Tiel een groot regionaal woonwagenkamp. Blauw – Handhaving 9 juni 2012 – nummer 12
Dat gaf zoveel problemen, dat het kamp werd ontbonden en verdeeld over veertien kleinere locaties, verspreid door heel Tiel. Op die locaties kwam de gemeente vervolgens nooit en de politie zelden. Het werden zogezegd veertien kleine vrijstaatjes. Laurens Verspuij is wethouder sinds 2006 en heeft het project Normalisering woonwagenlocaties in zijn portefeuille. “In onze organisatie heersten allerlei vooroordelen over woonwagenbewoners, die deels ook wel klopten. Dat was reden er niet heen te gaan. Rond 2007 verscheen een rapport over de brandveiligheid op de kampjes en daar schrokken we enorm van. Dat was een omslagpunt, we beseften dat we op dezelfde manier met de bewoners moesten omgaan als met andere burgers en bedrijven in Tiel. Er is een bestuursgroep opgericht waarin alle wethouders en de burgemeester zetelen. Zij sturen gezamenlijk het project aan. Dat geeft een enorme doorzettingsmacht. Ons doel was normalisering. Daar verstaan we onder dat bijvoorbeeld de bestemmingsplannen in orde zijn, dat geen uitkeringsfraude wordt gepleegd, dat mensen aan het werk raken, dat kinderen naar school gaan.” De gemeente bezocht alle locaties met een groot team, waaronder brandweer, milieudienst, belastingdienst en de sociale recherche. Er werden 380 overtredingen geconstateerd. De projectleider Integrale handhaving woonwagencentra van de gemeente vertelt: “We wilden er als gemeente naartoe. Strafrecht was niet de insteek, dus we kondigden ons bezoek van te voren aan en de politie was alleen op de achterhand aanwezig. Vervolgens hebben we de bewoners per brief laten weten wat wel en niet is toegestaan en wat ze moesten veranderen binnen een bepaalde termijn. Zo niet, dan volgde bestuursdwang. De meeste bewoners kozen eieren voor hun geld. We merken nog steeds op elke locatie wat weerstand, maar je moet vooral doorpakken. Je moet laten weten dat je het meent. We voeren een zero tolerance beleid. Mondelinge afspraken gelden niet meer. Alles wat we nu afspreken, leggen we nadrukkelijk vast. Natuurlijk proberen bewoners wel eens te intimideren door in groepen bij elkaar te gaan staan; daarvoor 9
>>
■ Woonwagenkampen
>>
beruchte Wieldrechtse Zeedijk was een anarchie buiten de bewoonde wereld, met circa honderd woonwagens. Een vrijstaat waar hennepteelt, heling, diefstal en omkatten van voertuigen, maar ook zwaardere criminaliteit eerder regel dan uitzondering waren. Al in 1993 besloot de gemeente het grote kamp te decentraliseren naar twaalf kleinere locaties. Dat proces raakte in een stroomversnelling door een incident in 1996. De politie Hollands “Onder normalisatie verstaan we dat bestemmingsplannen in orde zijn, dat mensen aan het werk raken en kinderen naar Midden draaide een groot school gaan.” onderzoek en moest, samen met de politie Zuid-Holland Zuid, kampbewoners aanhouden. Wijkagent is de politie aanwezig.” Wethouder Verspuij is zeer te spreken Corne van Maelsaecke: “Dat mislukte, een collega werd gegijover de samenwerking met de politie: “Als we de locaties zeld en met benzine overgoten. De bewoners stonden naast bezoeken, draagt de politie bij aan de voorbereiding en is bovendien altijd op de achtergrond beschikbaar. Tiel heeft een hem met een aansteker en dreigden hem in de fik te steken als we niet zouden opdonderen. We trokken ons terug. vaste contactpersoon bij de politie. Hij kent de situatie op alle Daarop volgde een grote inzet met de ME.” locaties en communiceert deze binnen zijn team in briefings. De gemeente startte vervolgens eerst een groot decentralisaBedreigende taal wordt niet getolereerd. De afspraak is dat we tieproject. Zij ging met de bewoners in gesprek en uiteindedan aangifte doen.” lijk verhuisden bijna alle bewoners zonder bestuurlijke dwang naar een andere locatie. De gemeente betaalde de verhuiskosOgen en oren ten. Later volgden een integrale toezicht- en handhavingaanIn Maastricht gaat het er anders aan toe. De gemeente heeft pak en in 2001 een normalisatietraject voor de bewoners zelf. na de decentralisatie een stap teruggezet. Sinds 2009 heeft de Politie, belastingdienst, sociale dienst en gemeente bekeken politie twee wijkagenten voor alle woonwagenlocaties met ieder adres afzonderlijk en bepaalden de aanpak. Beide trajecgemiddeld duizend bewoners. De gemeente handhaaft zelf ten blijven voortbestaan. Stijn van Dongen, beleidsadviseur niet. De wijkagenten zijn de ogen en oren op de locaties en openbare orde en veiligheid en trekker van beide trajecten: de gemeente maakt daar dankbaar gebruik van. Wijkagent “Waar je de term integratie hebt voor niet-Nederlanders, Mark Rutten: “Als wij bijvoorbeeld zien dat er illegaal gekapt spreek je bij woonwagenbewoners vaak over normalisatie. Dit of gebouwd wordt, bellen we de gemeente. Maar het is niet betekent dat je streeft naar een normale verhouding tussen ons werk om daarop te handhaven. We verwachten dat de bewoners en overheid. In Dordrecht had in 2001 tachtig progemeente dat zelf ook doet. We missen een handhavingsplan cent van de woonwagenbewoners een uitkering, ofwel nageen een coördinerend persoon bij de gemeente. Maar daar noeg iedereen die beroepsgerechtigd was. Inmiddels is dat wordt aan gewerkt.” Een sociale aanpak voor de bewoners dertig procent. Iedereen is bekend bij de belastingdienst. De kent Maastricht niet, hoewel een groep jongeren tegen crimikinderen gaan naar school, bewoners vragen vergunningen naliteit aan zit en lang niet alle kinderen naar school gaan. aan. Het beheer van de nieuwe locaties is inmiddels uitbeWijkagent Patrick van Loon vraagt zich af of bewoners zo’n steed aan de woningcorporatie. Decentralisatie was een nieuplan wel willen. “Ze schamen zich en zijn te trots om hulp te we start.” Met hulp van de Dordtse ‘kampwouten’ Corne van vragen.” Maelsaeke en Jeroen Kromeich. Kromeich: “Je hebt de wouten, tegen wie de bewoners niets zeggen. En je hebt de Dordrecht kampwouten, dat is vertrouwd.” Maar dat ging niet zonder Dat Maastricht destijds een succesvoorbeeld werd genoemd, is slag of stoot. “Het vertrouwen dat wij nu genieten, danken we wellicht dus niet helemaal terecht. De gemeente Dordrecht aan vijftien jaar politie-inzet. We zijn nu zover dat we soms had toen, in nauwe samenwerking met de politie, allang ingedingen zelf aanpakken. Voorheen liet de wijkagent de afhanzet op de aanpak van een groot en overlastgevend kamp. De 10
Blauw – Handhaving 9 juni 2012 – nummer 12
deling van bijvoorbeeld een gestolen auto over aan collega’s. Wij hebben daar verandering in gebracht. Maar je moet ermee uitkijken. Wij noemen dat wisselgeld opbouwen: we geven iemand bijvoorbeeld een waarschuwing in plaats van een bekeuring. Dat onthouden de bewoners.” Hoogspanning
Ook de wijkagenten in Maastricht worden geaccepteerd. Maar ze gaan altijd met z’n tweeën op pad; niet zozeer vanwege de veiligheid maar vanwege de integriteit. Wijkagent Rutten: “Je wilt niet in een situatie terechtkomen dat het jouw woord tegen dat van hen is. Daarom moet je ook niet te lang ‘kampwout’ zijn. Als ze de indruk krijgen dat je vriendjes wilt worden, is het helemaal tijd om te stoppen. Je moet een zakelijke afstand bewaren en daarom moet je een termijn stellen. Je staat vaak onder hoogspanning. Het werk is intensief. Het zijn verbaal echt lastige mensen.” Dat erkent zijn collega in Dordrecht Jeroen Kromeich: “Je moet gemaakte afspraken nakomen en zeker geen toezeggingen doen die je niet kunt waarmaken. Ze komen er onherroepelijk op terug. Die regel hanteren zij zelf ook. Je moet absoluut geen ruimte geven om te onderhandelen, en niet te zwart-wit denken in de wetgeving. Maar vooral je inlezen in de geschiedenis, die per gemeente anders is. Bewoners vinden het heel leuk als je daarover kunt meepraten. En heel belangrijk: je moet hun familieverbanden en relaties onderling snappen. ” Kampwouten
Twee wijkagenten op enkele honderden bewoners, zoals in Maastricht en Dordrecht, lijkt buitensporig veel. De adviseur vindt het inderdaad absurd: “De gemeente moet gewoon durven handhaven.” Sjaak Khonraad nuanceert: “Behalve de wijkagenten komt de politie praktisch niet op kampen. Dan is het niet veel.” Stijn van Dongen van de gemeente Dordrecht:
De grote geconcentreerde locaties werden veelal verspreid over meerdere kleine.
“De wijkagenten signaleren ontzettend veel, maar ik zou het liever borgen in de normale wijkaanpak. De situatie is nog niet volledig genormaliseerd. We zijn in elk geval nog niet zover dat we kunnen loslaten. Op de locaties komen dagelijks mensen die toezicht houden: naast de politie ook toezichthouders (BOA’s) van de gemeente en voor het dagelijks beheer de woningcorporatie. Het zal altijd een bijzonder aandachtspunt van de gemeente zijn.” Buitensporig of niet, de wijkagenten in Maastricht zien hun werk nog lang niet gedaan. Rutten: “Ik denk dat een wijkagent gemiddeld negentig procent eerlijke mensen in zijn wijk heeft wonen. Die cijfers halen wij niet.” Van Loon voegt eraan toe: “Nee, de meeste woonwagenbewoners zijn altijd wel met zaakjes bezig. Als wij moeten stoppen omdat er geen geld meer is, staan we over tien jaar weer met de ME voor de deur. Dan wordt het weer een vrijstaat, niet alleen op de Karosseer (voormalig Vinkenslag) maar ook op de andere zeventien kampjes.” De sleutel tot een goede aanpak is Gemeenschappelijke Veiligheids Zorg. Jeroen Kromeich: “Je redt het echt niet alleen, ook al pomp je er dertig miljoen in. Groot machtsvertoon zoals bij Vinkenslag moeten politie en gemeente helemaal niet willen. Ga niet meteen handhaven, maar bouw het op. Laat zien dat je als politie wilt helpen, maar dat je ook de baas bent als er een grens wordt overschreden.” Van Dongen vult aan: “Kijk niet weg als gemeente. Speel open kaart over wat er gebeurt. Benader iedere bewoner persoonlijk en kijk welke interventie nodig is. Zo zullen de bewoners zien dat de overheid niet alleen maar negatief is, ook al zit dat in hun systeem.” ■ Wilt u reageren op dit artikel? Mail naar
[email protected]