SMO Breda e.o.
Woonbegeleider Algemene kenmerken De functionaris is werkzaam binnen de Stichting Maatschappelijke Opvang Breda e.o., waaronder ressorteren dak- en thuislozenvoorzieningen zoals intramurale woonvoorzieningen, ambulante begeleidingsvormen, crisisopvang,dag- en nachtopvang en sociale activering. . De woonbegeleider is verantwoordelijk voor het begeleiden van cliënten ten aanzien van financiële, administratieve en sociaal-emotionele aspecten; opdat cliënten hun zelfregie verhogen of stabiliseren in hun eigen thuissituatie.. De Woonbegeleider begeleidt zowel cliënten in thuissituaties, als in vervangende woonomgevingen. De Woonbegeleider krijgt hierbij regelmatig te maken met complicerende factoren. Indien de begeleiding in de thuissituatie plaatsvindt, heeft de Woonbegeleider zeer beperkte terugvalmogelijkheid.
Doel van de functie Het verhogen en /of stabiliseren van de zelfregie van de clienten in der thuissituatie.. De woonbegeleider werkt vanuit de ketenbenadering waarbij zij/hij clientmanager blijft van de client gedurende deze zijn begeleiding- of hulpverleningsproces bij SMO Breda e.o alsook bij andere ketenpartners.
Organisatorische positie De Woonbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding.
Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren: verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie in beeld, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt; vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; verwijst cliënten zonodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en herstelplan kan worden opgesteld.
Zorg- en hulpverlening coördineren Beoordeelt welke instantie de gevraagde hulp het beste kan bieden en verwijst de cliënt door; Legt contacten met de organisatie of de persoon naar wie wordt verwezen of ondersteunt de cliënt daarbij; Bemiddelt op verzoek van de cliënt in situaties waarbij vraag en aanbod van benodigde zorg/hulp en zorg- en hulpverlening niet vanzelfsprekend op elkaar aansluiten en ziet er op toe dat de gevraagde zorg- en hulpverlening wordt geleverd; Maakt afspraken met alle betrokken partijen: de client, partner, familie, mantelzorgers en één of meerdere zorg- en hulpverleningsorganisaties; Stemt gemaakte afspraken af met de betrokkenen en ziet er op toe dat de afspraken worden nagekomen; Coördineert zorg en hulpverlening voor de cliënt wanneer nog niet duidelijk is welke organisatie de coördinatie op zich neemt of wanneer dit omwille van efficiëntie voor de hand ligt; Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden. Resultaat: Zorg- en hulpverlening gecoördineerd, zodanig dat een passende zorg- en hulpverlening wordt verkregen.
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 1 van 7
SMO Breda e.o.
Herstelplan, persoonlijk plan en signaleringsplan opstellen: stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; stelt in overleg met de cliënt bovenvernoemde plannen op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn conform de richtlijnen van de opdrachtgever; stelt een signaleringsplan op ter preventie van terugval van de client verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; Resultaat: Herstelplan en persoonlijk begeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend en voldoet aan de richtlijnen van de opdrachtgever.
Herstelplan en Persoonlijk plan uitvoeren: begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; biedt budgetbegeleiding; verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt en andere hand- en spandiensten; verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; betrekt de leefomgeving zonodig bij de uitvoering van het plan en ondersteunt bij het opzetten van een sociaal netwerk; adviseert en begeleidt cliënt bij het opzetten en behouden van dagbesteding; adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van het herstelplan; Resultaat: Herstelplan en persoonlijk plan uitgevoerd, zodanig dat de doelen beschreven zijn op een inzichtelijke en methodische manier en ( bijna) zijn behaald.
Dienstverlening optimaliseren: begeleidt, ondersteunt en adviseert collega’s, vrijwilligers en stagiaires; organiseert speciale projecten, zet deze op en voert ze uit; draagt bij aan het ontwikkelingen van het instellingsbeleid; houdt maatschappelijke ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving bij;
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 2 van 7
SMO Breda e.o.
gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties, zowel op lokaal als regionaal en mogelijk landelijk niveau, voor het inlichten van andere instanties over gesignaleerde knelpunten en (mogelijke) gevolgen. Instanties en hulpverleners in- en voorlichten over de positie van specifieke groepen en trainingen verzorgen; bewaakt en ontwikkelt eigen beroepsuitoefening en professie in het algemeen; neemt structureel deel aan (multidisciplinair) overleg op lokaal, regionaal en zonodig landelijk niveau.
Resultaat: Dienstverlening geoptimaliseerd, zodanig dat de instelling kan inspelen op (maatschappelijke) ontwikkelingen .
Profiel van de functie Kennis: in bezit van HBO diploma ( gezondheid, welzijn of sociale sector) ; kennis van sociaal wetenschappelijke theorieën over menselijk gedrag, socialisatie- en systeemtheorieën; kennis van en inzicht in relevante methodieken; kennis van de sociale kaart; kennis van maatschappelijke ontwikkelingen en problematiek; kennis van de specifieke problematiek en mogelijkheden van de cliënt. Specifieke functiekenmerken: sociale vaardigheden voor het onderhouden van intensieve contacten en de begeleiding van mensen met een specifieke problematiek en/of ontwikkelingsachterstand, voor het kunnen omgaan met fysieke en verbale agressie evenals het kunnen motiveren, stimuleren en instrueren van cliënten; stressbestendig, flexibel en improvisatievermogen vereist in crisissituaties, vooral wanneer er sprake is van beperkte terugvalmogelijkheid, bijvoorbeeld in de thuissituatie van de cliënt; mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van plannen en voor het rapporteren over het verloop van de hulpverlening; analytisch vermogen voor het vertalen van de hulpvraag naar een herstelplan en persoonlijk profiel.
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 3 van 7
SMO Breda e.o. Beroepsgroep 11 Case manager, Woonbegeleider, Verpleegkundige
KERNCOMPETENTIES 1. Resultaatgericht 2. Vraaggericht werken BEROEPSGROEPCOMPETENTIES 3. Vakkundigheid 4. Coördineren en organiseren 5. Probleemoplossend vermogen 6. Betrouwbaarheid en integriteit 7. Sociale vaardigheden
KERNCOMPETENTIES Resultaatgericht Gerichtheid op het behalen van vastgestelde doelen en resultaten. Hanteert de afgesproken planning. 1. Maakt afspraken met de leidinggevende over individuele c.q. teamdoelstellingen zodat duidelijk is welk resultaat van hem/haar verwacht wordt. 2. Stelt een herstelplan en persoonlijk profiel op waarin de doelen s.m.a.r.t. beschreven staan, eventueel in overleg met andere disciplines. 3. Toetst tijdens het proces regelmatig of het vastgestelde doel (of de weg er naar toe) nog steeds overeenkomt met eventueel gewijzigde omstandigheden. 4. Werkt planmatig aan de realisatie van de individuele c.q. teamdoelstellingen. 5. Neemt initiatief om het management de middelen te vragen die nodig zijn om het werk overeenkomstig de doelstellingen uit te kunnen voeren. 6. Evalueert systematisch de voortgang van het plan/afspraken met betrokkenen. 7. Legt de voortgang van processen in het herstelplan en persoonlijk plan vast volgens afspraak in de daarvoor beschikbare autonmatiseringssystemen..
Vraaggericht werken Interesse in de mening en mogelijkheden van de klant (cliënt/collega zowel in- als extern), en deze mee laten wegen in het uiteindelijke advies en/of aanbod, de klant verantwoordelijkheid laten nemen. 1. Is in staat tot de kern van een problematiek door te dringen d.m.v. gericht vragen te stellen. 2. Onderzoekt samen met de cliënt/omgeving en eventueel in overleg met andere disciplines (in-/extern), welke mogelijkheden (niveau) de cliënt heeft, 3. Stemt wederzijdse verwachtingen af met de cliënt / omgeving.
4. Spreekt duidelijk met de cliënt/omgeving over de aanpak in termen van wie, wat, waar, hoe, waarom en wanneer, zodanig dat het door hen gegrepen wordt.
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 4 van 7
SMO Breda e.o. 5. Formuleert samen met de cliënt/omgeving en collega’s (in-/extern) naar gepaste begeleidings-/behandelvormen. 6. Geeft begrenzing aan in het eigen aanbod, waardoor een reëel beeld van de mogelijkheden geschetst wordt. 7. Verwijst, indien nodig, door naar het juiste aanbod (zowel in- als extern). 8. Activeert de rol van de cliënt zelf/cliënt omgeving in het begeleidingsproces (contextueel) en het nemen van eigen verantwoordelijkheid (empowerment), zodat er leermomenten gecreëerd worden.
BEROEPSGROEPCOMPETENTIES Vakkundigheid Gaat professioneel om met het eigen vak: reflecteert op activiteiten/opgedane ervaringen, signaleert en speelt in op kansen in het eigen werkveld en in de organisatie en draagt daarmee bij aan het ontwikkelen van de organisatie, het eigen vakgebied, de dienstverlening en zichzelf. 1. Neemt initiatief om het eigen vakmanschap op peil te houden. (lezen van vakliteratuur, scholing, leren van collega’s etc.) 2. Neemt deel aan (multidisciplinair) overleg op lokaal niveau. 3. Gaat contacten aan en onderhoudt deze met andere disciplines, instanties en organisaties. 4. Vraagt om feedback op eigen gedrag, legitimeert hiermee voor anderen het géven van feedback. 5. Gebruikt reflectie en feedback op eigen handelen om de eigen handelingsvaardigheden uit te breiden of creatief in te zetten, is zich daarbij bewust van de eigen kwaliteiten en valkuilen. 6. Denkt actief mee over het verbeteren van de dienstverlening en het de voeren instellingsbeleid o.a. op basis van signalen uit het eigen werkveld. 7. Is innovatiegericht, door vanuit een onderzoekende houding kansen te zien en ernaar te handelen. 8. Is goed geïnformeerd over wat er speelt in de organisatie waardoor hij/zij een volwaardige gesprekspartner is. 9. Kan na werktijd het werk loslaten.
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 5 van 7
SMO Breda e.o. Coördineren en organiseren Richting en sturing geven aan het (zorg- ,begeleidings-, werk- etc.) proces. De voor een plan of doelstelling benodigde mensen en middelen vaststellen en deze zodanig inzetten dat de beoogde resultaten effectief worden bereikt. Het op een doelmatige en efficiënte manier coördineren en organiseren van alle activiteiten rondom een (nieuwe) cliënt. 1. Heeft overzicht op de bijdragen van alle betrokkenen. 2. Maakt gebruik van de kwaliteiten van anderen om (gezamenlijke) doelen te bereiken. 3. Werkt vanuit het principe gezamenlijke verantwoordelijkheid. 4. Stemt verschillende bijdragen van de betrokkenen op elkaar af. 5. Informeert alle betrokkenen over de voortgang in het begeleidingsproces. 6. Onderneemt actie wanneer hij/zij ziet dat een onderdeel van de planning/werkzaamheden in het gedrang gaat komen (pro-actief). 7. Stimuleert alle betrokkenen (relevante organisaties, vrijwilligers) om actief deel te nemen aan het betreffende begeleidingstraject. 8. Werkt transparant waardoor inhoudelijke en methodische overdracht mogelijk is.
Probleemoplossend vermogen Het op adequate wijze aandragen of zoeken naar oplossingen voor problemen verband houdende met de functie of met veranderende omstandigheden. In staat om snel aandacht te verleggen en gedrag aan te passen. 1. Is in staat om - ook onder druk – het overzicht te houden door prioriteiten te stellen. 2. Herkent in een vroeg stadium dat er sprake is van een probleem. 3. Is in staat een vraag of probleem snel te analyseren waardoor direct de (nieuw) te volgen weg bepaald kan worden. (Voelt snel aan waar het in de kern omgaat.) 4. Bemiddelt op effectieve wijze bij conflicten en belangentegenstellingen. 5. Formuleert gemeenschappelijke belangen waardoor afspraken gemaakt kunnen worden die voor alle partijen aanvaardbaar zijn,(waarbij voldoende rekening gehouden wordt met het belang van de cliënt. 6. Anticipeert snel op crisissituaties door te improviseren onder tijdsdruk beslissingen en ernaar te handelen.. 7. Reageert professioneel bij agressie en andere stressverhogende situaties, waarbij hij/zij rekening houdt met de eigen persoonlijkheid en de eigen grenzen. 8. Doet wat nodig is om te herstellen na een tegenslag of teleurstelling.
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 6 van 7
SMO Breda e.o. Betrouwbaarheid en integriteit Handhaven van waarden van de organisatie en nakomen van afspraken. Anderen (collega’s en klanten) kunnen rekenen op specifieke expertise en competenties. 1. Komt gemaakte afspraken na of meldt tijdig goede redenen om een afspraak niet na te kunnen komen. 2. Gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke en persoonlijke informatie. 3. Is loyaal naar de eigen organisatie, bijvoorbeeld door beslissingen uit te voeren of bij de juiste personen kenbaar het hier niet mee eens te zijn. 4. Durft anderen (o.a. cliënt en collega’s) aan te spreken op gedrag dat niet wenselijk is. 5. Ken de eigen grenzen, weet wanneer hij/zij het werk niet meer naar behoren kan invullen en vraagt om hulp.
Sociale vaardigheden In contact met anderen laten merken de gevoelens, houding en motivatie van anderen te snappen en daarvoor open te staan. De eigen invloed op anderen begrijpen en er rekening mee houden. 1. Creëert een vertrouwensband met cliënten en collega’s waarbinnen zaken bespreekbaar zijn, door betrokkenheid te laten blijken en hen positief en respectvol te benaderen. 2. Laat merken aan te sluiten bij de ervaringen van de gesprekspartner en deze te respecteren, waardoor deze een gevoel van erkenning krijgt. 3. Sluit aan bij de gesprekspartner door op het niveau van de verschillende groepen of personen te spreken. (tempo, taal e.d,) 4. Communiceert to the point (duidelijk en begrijpelijk) 5. Enthousiasmeert door successen te vieren, zoals het benoemen van zaken die goed gaan en het geven van complimenten. 6. Geeft op correcte wijze feedback, zodanig dat de ander dit herkent en de feedback kan gebruiken. 7. Is zich bewust van de rol die hij/zij heeft naar anderen. 8. Is gemakkelijk te benaderen door collega’s/cliënten. 9. Blijft professioneel reageren op psychische druk, zoals agressie en persoonlijke verwijten
Woonbegeleider, versie 3, 1 april 2012
Pagina 7 van 7