Woning Guiette na de restauratie (1987, archief Georges Baines, APA)
Vijftig jaar geleden stierf Le Corbusier, ‘s werelds invloedrijkste 20ste-eeuwse architect. De woning Guiette, Populierenlaan 32 in Antwerpen, is zijn eerste gerealiseerde project buiten Frankrijk en zijn enige overblijvende realisatie in België. Ze biedt een staalkaart van de vroege architecturale concepten van deze vernieuwer. In 2016 wordt duidelijk of dit monument een Unesco-erkenning als Werelderfgoed krijgt.
Een Parijs paviljoen dat opzien baart De band tussen de Antwerpse kunstschilder René Guiette (1893–1976) en de FransZwitserse architect Le Corbusier is L’Esprit Nouveau, het tijdschrift over kunst, literatuur en wetenschappen dat de architect in 1920 opstartte samen met schilder-schrijver Amédee Ozenfant (1886–1966) en dichterschrijver Paul Derméé (1886–1951). CharlesÉdouard Jeanneret-Gris hanteert er voor het eerst zijn pseudoniem: Le Corbusier is een verbastering van de naam van zijn voorouder Lecorbésier én een verwijzing naar corbeau, de raaf waarop hij in profiel sprekend lijkt. Het magazine verschijnt tot 1925. In L’Esprit Nouveau presenteert Le Corbusier zijn vernieuwende ideeën rond architectuur. Zo lanceert hij er onder de titel Trois rappels à Mrs. les architectes zijn basisideeën. Architectuur heeft niets met stijl, maar alles met volume, oppervlakte en plan te maken. Begrippen als machine à habiter en l’immeuble-villa worden hier geboren. Voor de Parijse Exposition Internationale des Arts Décoratifs van 1925 geeft L’Esprit Nouveau Le Corbusier de opdracht een paviljoen op te trekken, een eerste concrete samenvatting van zijn ideeën. Het project is, uitgerekend hier, de aanleiding om de opsmuk van de decoratieve kunsten volledig te negeren. Het paviljoen is niet bemeubeld, maar wel uitgerust. Het refereert meer aan een uiterst functioneel ingericht middeleeuws huis dan aan de tierlantijnen van de 19de-eeuwse bouwsels. Het fungeert als een
modelwoning om de nieuwe tendensen op het vlak van architectuur en wooninrichting te etaleren, als een machine à habiter. Het gebouw dient ook als een modulewoning die aantoont dat een dergelijk huis niet op zichzelf staat, maar past in een groter geheel van aaneengeschakelde woningen. Een fragment dat pas betekenis krijgt in een grotere samenhang, als een immeuble-villa. De flagrante negatie van het decoratieve valt niet in goede aarde bij de organisatoren. Dat resulteert in een zes meter hoge schutting die het paviljoen afschermt van het publiek. Pas de tussenkomst van de minister voor Schone Kunsten maakt het spraakmakende gebouw weer zichtbaar. Als fervent lezer van het blad bezoekt Guiette het Pavillon de l’Esprit Nouveau. Hij is zo onder de indruk van de architecturale verwezenlijking dat hij Le Corbusier meteen een brief stuurt om voor hem in Antwerpen een atelierwoning te realiseren. In een nieuw te ontwikkelen buitenwijk kiest Guiette een perceel uit met een perfect noordelijke oriëntatie. Neutraal licht is uiterst belangrijk voor een schilder.
Salon voor een ambassade in art-decostijl op de Parijse wereldtentoonstelling van 1925 door Henri Rapin (L’Illustration, Parijs, april 1925)
Eerste ontwerp van de woning Guiette door Le Corbusier op briefpapier van L’Esprit Nouveau (ca. 1925, Fondation Le Corbusier, Parijs)
Exterieur en interieur van het Pavillon de l’Esprit van Le Corbusier op de Parijse wereldtentoonstelling van 1925 (1925, Fondation Le Corbusier, Parijs)
Le Corbusier Geniale ideeën of fatale miskleunen? Le Corbusier (1887-1965) is de meest vereerde en meest verguisde architect ter wereld. Volgens de enen hebben zijn geniale ideeën over wonen en stedenbouw volledig onterecht te weinig impact op de gebouwde wereld. Anderen verachten zijn werk. Voor hen is hij de man met een fout verleden, die wonen op een machinale manier benadert en zo de gangmaker is voor vele architecturale miskleunen. In ieder geval is Le Corbusier een architect met veelvuldige theorieën, die hij heeft uitgevoerd in diverse landen, tijdvakken en stijlen.
Portret Le Corbusier (1947, Fondation Le Corbusier, Parijs/Sabam)
Het huis Guiette in Antwerpen Onder de indruk van de oorlogsberichten over verwoest Vlaanderen gaat Le Corbusier op zoek naar een systeem dat een snelle reconstructie koppelt aan zijn kennis van gewapend beton. Hij komt uit op een systeem waarbij iets naar binnen geplaatste vierkante kolommen betonnen vloerplaten dragen en een vrij trapelement voor de circulatie zorgt. Dat wordt uitgepuurd in het Dom-ino-principe, een als dusdanig nooit uitgevoerde theorie waarbij het grondplan en de gevels vrij invulbaar zijn. In 1920-1922 werkt hij Dom-ino uit tot het woningtype Citrohan, naar de eerste in serie gemaakte Europese auto’s van Citroën. Citrohan vormt in 1926 de basis van de atelierwoning Guiette. De stedenbouwkundige voorschriften maken een radicale uitvoering van Dom-ino onmogelijk. Le Corbusier past zich flexibel aan het budget, de wensen van de bouwheer en de stedelijke bouwreglementen aan. Toch komen zijn vijf punten van een nieuwe architectuur grofweg aan bod: de zuilen, het dakterras, het vrije plan, de vrije gevel en het panoramaraam. Stadsarchitect Emiel Van Averbeke (1876-1946) overtuigt de ambtenaren van de kwaliteiten en bevordert zo de goedkeuring van de bouwaanvraag. Voor de uitvoering gaat Guiette in zee met de Antwerpse architect Paul Smekens (1890-1983), een pragmatisch modernist die art-deco-invloed combineert met zijn lezing van de Amsterdamse School. Le Corbusier realiseert op een smal, diep perceel een ruimtelijk grootse woning. Belangrijk is de brede, aaneensluitende trap die weinig plaats inneemt. Intrigerend is het contrast tussen de rechthoek buiten en de
sensuele rondingen binnen. Le Corbusier gebruikt kleur om muren optisch te bevestigen of net te laten verdwijnen, maar ook om af te rekenen met de 19de-eeuwse architectuur van gesloten ruimten. De kleurkeuze is voor hem zo belangrijk dat hij het huis na voltooiing in mei 1927 bezoekt. De gevelafwerking is veelbesproken. De bouwvoorschriften hebben hier beknottend gewerkt, zoals het verbod op nagebootste materialen. Een eerste voorstel van Le Corbusier om met in oker beschilderd cementpleister te werken kan niet. Op voorspraak van Smekens valt de keuze op granilis, een conglomeraatbezetting van natuursteenkorrels in cementmortel. Granilis combineert de look van natuursteen met het egale karakter van bezetting. De gevel krijgt de tint ‘gris éléphant’.
Woning Guiette in de originele uitvoering met grijze granilis (ca. 1927, Fondation Le Corbusier, Parijs)
Vroege schets van Le Corbusier voor de woonkamer van de woning Guiette (1926, Fondation Le Corbusier, Parijs)
Maquette geïnspireerd op het Dom-ino-principe van Le Corbusier (archief George Baines, APA)
Maquette van de woning Guiette met uitgewerkt interieur (ca. 1987, archief George Baines, APA)
Eerste ontwerp van Le Corbusier voor de woning Guiette (1926, Fondation Le Corbusier, Parijs)
René Guiette, schilder in veel stijlen Als zoon van de luministische schilder Jules Guiette (1852-1901) start René (1893-1976) zijn volwassen leven met een universitaire studie oosterse filologie. Pas nadien ontwikkelt de Franstalige Antwerpenaar en autodidact zich tot schilder, tekenaar, kunstcriticus en fotograaf. Zijn schilderstijl evolueert van expressionisme over (post)kubisme naar art brut. Hij staat al bij leven bekend als een der beste abstracten. In 1975 krijgt hij als hommage van de Belgische staat de Prix Quinquennal de Peinture. De schilder woont tot aan zijn overlijden met zijn vrouw Marie in de atelierwoning Les Peupliers en brengt er zijn drie kinderen groot.
René Guiette op de trap van zijn woning (archief Georges Baines, APA)
René Guiette, De Voorstad (1930, collectie Provincie Antwerpen, foto: Jacques Sonck)
De restauratie: technisch verbeteren, getrouw reconstrueren Kort na de voltooiing schrijft Guiette naar Le Corbusier over gevelbarsten en de slechte plaatsing van de stalen ramen, een voorbode van de latere problemen. Op het einde van WO II worden de gevels bedekt met zwarte natuurleien en in 1963 is het huis er slecht aan toe: afbraak is een optie. Toenemend (inter)nationaal protest stopt de sloopplannen en in 1978 wordt het huis beschermd als monument. In 1983 ondergaat het dringende dakwerkzaamheden en twee jaar later stelt architect Georges Baines, kenner en bewonderaar van Le Corbusier, het restauratiedossier op. De restauratie gaat van het vervangen van het sanitair en de elektrische installatie tot gevelwerkzaamheden. Nieuwe stalen ramen naar origineel model maken een thermische isolerende beglazing mogelijk. De keuze voor een isolerend pleistersysteem als gevelafwerking, in plaats van de leien, pakt verschillende bouwproblemen aan en herstelt deels het uitzicht. Het voorkomt vochtproblemen en gaat scheurvorming tegen. De kleur wordt nu wit. Baines argumenteert dat het nieuwe materiaal de eenvoudigste en technisch beste oplossing biedt. Daarnaast suggereerde Le Corbusier het zelf als oplossing en sluit het aan bij andere realisaties van hem uit deze tijd.
Binnen ligt de nadruk op een reconstructie. Bij Le Corbusiers bezoek in 1927 maakte Guiette schetsen met aanwijzingen over het kleurgebruik. Kleuronderzoek bij het begin van de restauratie wees uit dat de notities trouw zijn gevolgd. De steekproeven komen ook overeen met de kleurenwaaier in de Fondation Le Corbusier uit 1951. Dat illustreert de vooruitstrevende kleurkeuze in de woning. Om de originele kleur exact terug te krijgen is het de kunst de zuivere pigmenten aan te maken met huidenlijm tot een matte lijmverf. De dienstruimtes krijgen opnieuw een laag witte olieverf. De vloerreconstructie vergt een soortgelijke operatie. Om de gerecupereerde zwarte cementtegels aan te vullen worden identieke tegels ambachtelijk bijgemaakt. De witte cementtegels worden vervangen door een fijn verglaasde grestegel en op vraag van de bouwheer vervangt men de gebarsten chapevloeren, type Eubolith, door parket. In de jaren 1990 kopen de eigenaars RobynDemeulemeester het belendende perceel. Baines verwezenlijkt er in 1993-1995 een modeatelier en fotostudio. Zijn ontwerptaal verwijst naar het huis Guiette, maar neemt er ook afstand van.
Woning Guiette na de restauratie (1987, archief Georges Baines, APA)
Woning Guiette na de restauratie (1987, archief Georges Baines, APA)
Woning Guiette na de restauratie (1987, archief Georges Baines, APA)
Woning Guiette na de restauratie (1987, archief Georges Baines, APA)
Architect Georges Baines De Antwerpenaar Georges Baines (1925-2013) zoekt na zijn opleiding aansluiting bij het internationale modernisme. Geïnspireerd door studiereizen naar Scandinavië en Zwitserland en na intense contacten in de kunstwereld richt hij in 1952 zijn eigen bureau op. Aanvankelijk legt Baines zich toe op de realisatie van woningen met referenties naar een Scandinavisch regionalisme. Het werk straalt een heldere eenvoud en een sober raffinement uit. Later verwezenlijkt hij grotere (restauratie)projecten.
Portret van Georges Baines, naast hem een gouache van Le Corbusier, Die naast architect ook kunstschilder was (archief Georges Baines, APA)
Ontwerptekening van de uitbreiding woning Guiette door Georges Baines (ca. 1993, privécollectie Baines)
Colofon Tekst: Wim Luyckx Tekstredactie: Patrick De Rynck Coördinatie: Ignace Bourgeois Redactie: Anne Blondé, Ignace Bourgeois, Joke Bungeneers en Serge Migom Contactadres: Dienst Erfgoed, Architectuurarchief provincie Antwerpen (APA), Desguinlei 100, 2018 Antwerpen, www.provincieantwerpen.be Architectuurarchief Provincie Antwerpen (APA) Het Architectuurarchief Provincie Antwerpen is een provinciale archief- en bewaarinstelling gespecialiseerd in het verzamelen, bewaren, ontsluiten en bestuderen van zeer divers archiefmateriaal over de Antwerpse bouwgeschiedenis van 1800 tot nu. Het begrip architectuur krijgt daarbij een ruime invulling. De focus ligt niet exclusief op archieven van architecten, maar ook op materiaal van verwante actoren, zoals aannemers en interieurarchitecten, of sociale huisvestingsmaatschappijen en bouwpromotoren. Iedereen kan de APA-collectie vrij consulteren. Collectieopbouw door schenkingen van archieven en bibliotheken maken een brede werking als architectuurarchief mogelijk. Voor deze publicatie konden we putten uit het archief Paul Smekens en het in 2015 recent verworven archief Georges Baines. Literatuur
Baines, Georges en Spitaels, Els, Le Corbusier te Antwerpen. 2: De woning Guiette, Antwerpen, 1987. Bekaert, Geert, Le Corbusier - Huis Guiette, Populierenlaan 32, Antwerpen, in Openbaar Kunstbezit, 26, 1970. Benton, Tim, en Cohen, Jean-Louis, Urban Visions and Purist Villa's (1922-1935), in Le Corbusier. Le Grand, Londen, 2008. Brouns, Jesse, Le Corbusier, vijftig jaar dood maar nog altijd essentieel. Smetteloze huizen, troebel verleden, in De Morgen, 02/05/2015, p. 32-40. Frampton, Kenneth, Georges Baines, Gent, 2006. Helsen, Veerle, Le Corbusier in Antwerpen. Een goed bewaard geheim, in Knack, 2228/04/2015, p. 76-84. Huis Guiette, in Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed, inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/7467, geraadpleegd op 2 juni 2015. Kunstenaarswoningen uit het interbellum, tent.cat., Museum Albert Van Dyck, Schilde, 2011. Malliet, A., Le Corbusiers huis Guiette gerestaureerd, in M & L, VI, nr. 6, novemberdecember 1987, p. 49-60 en VII, nr. 1, januari-februari 1988, binnenkrant). Tijs R., De relatie Le Corbusier-Smekens en het stadsbestuur bij het bouwen van het huis Guiette in Antwerpen, XXXIII, 1987, nr. 3, p. 92-102.
Archief
Archief Georges Baines, in Architectuurarchief Provincie Antwerpen (APA), Antwerpen. Archief Paul Smekens, in Architectuurarchief Provincie Antwerpen (APA), Antwerpen.