Brussel, april 2005
Beroepsprofiel Conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas Sector Conservatie/restauratie
In samenwerking met het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Monumenten en Landschappen (AML) en Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE)
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Beroepsprofiel Conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas Sector Conservatie/restauratie
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website: www.serv.be, via de link beroepsprofielen. Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding. WD/2005/4665/08 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l
[email protected] l www.serv.be
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Inhoud Inhoud .................................................................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................................................................. 5 1. 1.1. 1.2. 1.2.1 1.3. 1.4.
Afbakening en omschrijving....................................................................................... 6 Domein ......................................................................................................................... 6 Afbakening.................................................................................................................. 10 Beroepsbenaming conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas ............ 13 Beroepsinhoud............................................................................................................ 13 Doorgroeimogelijkheden ............................................................................................. 19
2. Taken en Competenties ............................................................................................ 20 2.1. Onderzoek .................................................................................................................. 22 2.1.1 Uitvoeren van het wetenschappelijk onderzoek...................................................... 22 2.1.2 Analyseren en synthetiseren van de elementen uit het onderzoek ......................... 23 2.1.3 Opmaken van een onderzoeksverslag ................................................................... 23 2.1.4 Voorstellen van maatregelen voor een preventieve conservering........................... 24 2.1.5 Uitwerken van voorstel voor een conservatie/restauratie ....................................... 25 2.1.6 Documenteren van de onderzoeksfase .................................................................. 26 2.2. Conservatie/restauratie ............................................................................................... 26 2.2.1 Plannen en organiseren van de conservatie/restauratie ......................................... 26 2.2.2 Voorstellen van maatregelen vόόr de aanvang van de werken............................... 26 2.2.3 Demonteren van het vlak en architecturaal glas..................................................... 27 2.2.4 Hanteren, (laten) vervoeren en opbergen van het vlak en architecturaal glas ........ 28 2.2.5 Ontloden van het vlak en architecturaal glas.......................................................... 28 2.2.6 Conserveren/restaureren van het vlak en architecturaal glas ................................. 29 2.2.7 Conserveren van het lood, solderen en mastieken................................................. 30 2.2.8 Terugplaatsen in de raamomlijsting........................................................................ 31 2.2.9 Nazien en beoordelen van het vlak en architecturaal glas...................................... 31 2.2.10 Documenteren van de conservatie/restauratie ....................................................... 32 2.3. Milieu .......................................................................................................................... 32 2.4. Instaan voor welzijn op het werk ................................................................................. 32 2.5. Instaan voor het bedrijfsbeheer (alleen voor zelfstandigen)......................................... 35 2.5.1 Voeren van de boekhouding .................................................................................. 35 2.5.2 Voeren van het financieel beleid ............................................................................ 37 2.5.3 Naleven van de fiscale verplichtingen .................................................................... 39 2.6. Beginnende beroepsbeoefenaar ................................................................................. 40
3
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Competenties ............................................................................................................ 40 Algemene beroepskennis ............................................................................................ 40 Sleutelvaardigheden ................................................................................................... 44 Specifieke vereisten .................................................................................................... 47
4.
Bijzondere arbeidsomstandigheden ........................................................................ 47
5.
Arbeidsorganisatie.................................................................................................... 50
6.
Knelpunten ................................................................................................................ 50
7. 7.1. 7.2. 7.3.
Toekomstige evoluties.............................................................................................. 52 Algemeen.................................................................................................................... 52 Taken.......................................................................................................................... 52 Competenties.............................................................................................................. 52
8.
Beroepenfiche ........................................................................................................... 54
Lijst van organisaties en bedrijven die uitgenodigd werden op de conferenties ‘conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas’................................................. 57 Bijlagen ................................................................................................................................ 58 Bronnen – Literatuurlijst ..................................................................................................... 69
4
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Inleiding In dit beroepsprofiel wordt het beroep conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas beschreven. Het uitschrijven gebeurt volgens het format dat de SERV voor al zijn profielen gebruikt. De SERV beroepsprofielen zijn steeds ingedeeld in een aantal hoofdstukken, waar elk hoofdstuk een deelaspect van het beroep bespreekt. In hoofdstuk 1 komen we tot een afbakening en omschrijving van het beroep. Op de eerste plaats wordt het domein waarin de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas werkzaam is verkend, namelijk de conservatie/ restauratiesector. Daarna volgt een afbakening voor de verdere uitwerking van het beroepsprofiel. In de afbakening wordt onder meer weergegeven met welke andere beroepen het beroep conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas niet mag worden verward. Vervolgens worden de beroepsinhoud en de doorgroeimogelijkheden omschreven. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op de taken en competenties van de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas. Het onderliggend doel van deze takenanalyse is het detecteren van de competenties die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep. Dit beroepsprofiel slaat op de doorsnee beroepsuitoefening waardoor bij de uitbouw van dit document abstractie wordt gemaakt van verschillen die tussen conservator/restauratoren van vlak en architecturaal glas bestaan op grond van de projecten, organisaties of musea waarvoor zij werken. Hoofdstuk 3 behandelt het geheel van de competenties voor het beroep conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas. Er volgt een overzicht van de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten noodzakelijk voor de uitoefening van dit beroep. De bijzondere arbeidsomstandigheden met betrekking tot dit beroep, vindt u terug in hoofdstuk 4. De mate waarin het werk kan leiden tot lichamelijke en psychische belasting en de mogelijke preventieve maatregelen worden in dit hoofdstuk beschreven. De arbeidsorganisatie waarmee de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas te maken krijgt, bespreken we in hoofdstuk 5. Hierbij wordt weer abstractie gemaakt van de eigenheid van elke organisatie, project of museum. Hoofdstuk 6 behandelt de knelpunten die voor het beroep in de bedrijven worden aangetroffen. De toekomstige evoluties die voor het beroep van de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas verwacht worden, zijn opgenomen in hoofdstuk 7. “In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld. Deze sector heeft er ook voor geopteerd, naar analogie van hun eigen documenten, om zo vaak als mogelijk de mannelijke vorm te vervangen door de afkorting ‘C/R’. Deze afkorting staat voor ‘conservator/restaurator”.
5
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
1. Afbakening en omschrijving 1.1. Domein Monumenten en musea vormen het erfgoed van een bepaalde gemeenschap. Om dit gemeenschappelijk patrimonium te kunnen doorgeven aan de volgende generaties, moet dit in goede toestand bewaard worden: dit kan gaan van regelmatig nazicht tot grotere herstellingen of restauraties. Vandaar wordt er ook gesproken van erfgoedzorg. Tot erfgoed behoren alle materiële (roerende en onroerende) en immateriële overblijfselen van de beschavingsgeschiedenis van onze samenleving waaraan waarde gehecht wordt: gebouwen, schilderijen, beelden, meubilair, literatuur,… UNESCO omschrijft cultureel erfgoed als: ‘Monuments: architectural works, works of monumental sculpture and painting, elements or structures of an archaeological nature, inscriptions, cave dwellings and combinations of features, which are of outstanding universal value from the point of view of history, art or science. Groups of buildings: groups of separate or connected buildings which, because of their architecture, their homogeneity or their place in the landscape, are of outstanding universal value from the point of view of history, art or science. Sites: works of man or the combined works of nature and man, and areas including archaeological sites which are of outstanding universal value from the historical, aesthetic, ethnological or anthropological point of view’. (UNESCO, 1972) Bij de staatshervorming van 1988 werd de bevoegdheid ‘monumenten en landschappen’ (met inbegrip van het onroerend archeologisch patrimonium) afgesplitst van de ‘culturele aangelegenheden’, een gemeenschapsbevoegdheid, en toevertrouwd aan de gewesten. Bijgevolg is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de monumenten en landschappen op zijn grondgebied. Tot de erfgoedzorg behoren de conservering en de restauratie, die op erfgoedobjecten bepaalde handelingen uitvoert. De erfgoedzorg bestrijkt verschillende economische sectoren, paritaire comités en kwalificatieniveaus. Uitgaande van de voornaamste fasen in het globale proces van materiële instandhouding kunnen we zes variabelen onderscheiden: begeleiding, onderzoek, onderhoud, conservatie/restauratie en reconstructie (Delmotte, 2000).
Begeleiding bevat de bepaling van de onderzoeksbehoeften en de coördinatie van de onderzoeken; de bepaling van de conserverings-/restauratieopties; de bepaling en beschrijving van te verrichten handelingen; de selectie van de uitvoerder; begeleiding en controle bij
6
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
de uitvoering; controle bij de voltooiing. De begeleiding is van belang vanaf het onderzoek tot en met de oplevering. Vaak zal niet één persoon de begeleiding op zich nemen, maar vormt men een begeleidingsteam.
Onderzoek is het geheel van procedures dat erop gericht is het object in al zijn aspecten te begrijpen. De onderzoeksresultaten vormen de basis voor een coherente diagnose en – vervolgens – voor de bepaling van de restauratieopties. Het onderzoek bepaalt verder de voorzienbare consequenties van alle geplande ingrepen. Het onderzoek gaat aan de ingrepen vooraf, maar loopt ook door tijdens en na de behandeling van het kunstvoorwerp. Tot slot maakt ook de documentatie van de uitgevoerde ingrepen en van de bevindingen tijdens de uitvoering deel uit van het onderzoek. Het onderzoek wordt grosso modo onderverdeeld in historisch onderzoek, materieeltechnisch onderzoek en bestemmingsonderzoek: Historisch onderzoek spitst zich toe op de ontstaansgeschiedenis en de contextbepaling (historisch, kunsthistorisch,…) van het voorwerp en op eventuele latere wijzigingen aan het voorwerp en/of zijn context. Op basis daarvan wordt de historische, documentaire en/of artistieke betekenis van het artefact bepaald. Materieeltechnisch onderzoek bestudeert de gebruikte materialen en technieken, zowel wat de structuur van het object als de afwerking betreft. Daarnaast brengt het de mate van verval, verandering of verlies in kaart, samen met de huidige (fysische, chemische,…) toestand van de objecten in hun omgeving. Tenslotte bepaalt het onderzoek ook de oorzaken van de degradaties en aantastingen. Bestemmingsonderzoek bepaalt de huidige mogelijkheden en beperkingen voor een maatschappelijk relevante bestemming van het project.
Onderhoud groepeert de periodiek terugkerende voorzienbare handelingen, evenals tijdelijke ingrepen in afwachting van een aanpak ten gronde. Onderhoud is gericht op het voorkomen en tegengaan van verval of schade aan de cultuurgoederen.
Conservatie/restauratie is opdeelbaar in preventieve conservering, curatieve en restauratie • Preventieve conservering is het geheel van maatregelen en handelingen dat erop gericht is een optimale omgeving voor de bewaring van de voorwerpen te scheppen en te handhaven. Preventieve conservering tracht zowel de klimatologische karakteristieken (temperatuur, relatieve vochtigheid, lichtintensiteit) als de algemene bewarings- of tentoonstellingsomstandigheden te beheersen. Doel van preventieve conservering is het in stand houden van het voorwerp en het vertragen of voorkomen van mogelijk verval of schade om het zolang mogelijk beschikbaar te houden voor een verantwoorde maatschappelijke functie, in overeenstemming met zijn historischdocumentaire waarde en mogelijkheden. Bij preventieve conservering worden geen handelingen aan het voorwerp zelf verricht. • Curatieve conservering is de behandeling van vastgestelde aantasting of andere vormen van schade aan de bestaande structuur en/of de afwerkingslagen. Bij curatieve conservering gaat het om handelingen die de uiterlijke verschijningsvorm van het vlak en architecturaal glas niet of weinig veranderen. • Restauratie betreft de ingrepen die tot doel hebben om, met minimale ingrepen van esthetische, historische en materiële authenticiteit, het object (opnieuw) verstaanbaar te maken en het in een toestand te brengen die een verantwoorde maatschappelijke functie toelaat, in overeenstemming met zijn historisch-documentaire waarde
7
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
en mogelijkheden. Bij restauratie gaat het om handelingen, die het uitzicht van het object kunnen wijzigen.
Reconstructie is het geheel van handelingen waarbij het object wordt wedersamengesteld of waarbij onderdelen worden hermaakt en toegevoegd of in het geheel geïntegreerd.
De mate waarin conservering, restauratie en/of reconstructie noodzakelijk, wenselijk of toelaatbaar zijn, wordt per object bepaald. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de gangbare opvattingen over een deontologisch verantwoorde erfgoedzorg. In het Charter van Venetië (1964) is opgenomen dat restaureren een ingreep is die een uitzonderingskarakter moet hebben. Het omschrijft de algemene principes van de conservatie/restauratie van cultureel erfgoed. Belangrijk voor het beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas zijn:
Guidelines for the conservation and restoration of stained glass (2004) – Corpus Vitrearum. Sinds 1982 is het Technisch Comité ook geassocieerd met het Internationaal Comité voor glas-in-loodramen van ICOMOS. (zie bijlage 3)
Charter van Venetië (ICOMOS, 1964) (zie bijlage 1)
De verklaring van Amsterdam (1975): deze introduceerde het concept van integrale conservatie.
NARA-document over authenticiteit (1984) met betrekking tot culturele diversiteit.
ICOM – CC– Het Charter van Kopenhagen (1984) - ethische code. ICOM Code of Professional Ethics (ICOM, Buenos Aires, 1986) The Guidelines on Education and Training in the Conservation of Monuments, Ensembles and Sites (ICOMOS, Colombo, 1993)
Pavia-document (1997). Ecco professionele richtlijnen (1997) (zie bijlage 2)
Vermits een restauratie een ingrijpende en dure ingreep is, legt men nu meer dan vroeger de klemtoon op regelmatig onderhoud en preventieve of curatieve conservering. Binnen het Vlaamse monumentenbeleid wordt dit sinds 1993 formeel geconcretiseerd door een reglementering en een gedifferentieerd premiestelsel met onderhoudspremies enerzijds en restauratiepremies anderzijds. Ook het topstukkendecreet, dat bepaalt dat belangrijk erfgoed op Vlaams grondgebied moet bewaard blijven, en het decreet op het roerend erfgoed (anno 2005 nog zonder uitvoeringsbesluiten) spelen een rol in het Vlaamse beschermingsbeleid. Tot slot van deze domeinverkenning geven we nog een kort overzicht van de beleidsinstellingen en de niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het terrein van de Vlaamse Monumenten– en Landschapszorg.
8
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Monumenten en Landschappen (AML). Deze afdeling bereidt op vlak van monumenten en landschappen het regeringsbeleid voor en voert het uit. Deze overheidsdienst behandelt de onderhouds- en conservatie/restauratiedossiers. Tevens wordt betoelaging gegeven voor initiatieven ter bevordering van het vakmanschap bij conservaties/restauraties.
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap -Vlaams Instituut voor het onroerend erfgoed (VIOE) Het instituut is een wetenschappelijke instelling waar geïntegreerd onderzoek wordt verricht naar het archeologisch, monumentaal en landschappelijk erfgoed in Vlaanderen in dienst van het beleid. In dit nieuwe instituut zijn het vroegere IAP (Instituut voor het Archeologisch Patrimonium) en de kenniscel van de Afdeling Monumenten en Landschappen opgenomen.
Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Haar belangrijkste opdracht bestaat erin adviezen te verstrekken aan de Vlaamse Minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke ordening bij het behoud van een monument of landschap en op die manier bij te dragen tot de vrijwaring van het erfgoed in al zijn aspecten.
Corpus Vitrearum is een internationale wetenschappelijke organisatie wiens doel is om historisch gebrandschilderd glas te onderzoeken en daarover te publiceren. (zie bijlage 3) Deze organisatie heeft een morele impact op alles wat een C/R vlak en architecturaal glas onderneemt in het kader van zijn beroep.
ICOMOS Vlaanderen/Brussel ICOMOS Vlaanderen/Brussel behartigt voor Vlaanderen en Brussel de opdrachten van ICOMOS Internationaal (ICOMOS – International Council on Monuments and Sites). Het is een internationale niet-gouvernementele organisatie van professionelen die zich bezig houdt met de conservatie van historische monumenten en landschappen over de hele wereld. De organisatie is de belangrijkste raadgever aan de UNESCO inzake de conservatie en de bescherming van monumentaal erfgoed en adviseert de opname op de lijst van het Werelderfgoed. In de schoot van ICOMOS werd ook de werkgroep ‘Glass, Ceramics and Related Materials’ opgericht.
Gesubsidieerde vzw’s • Erfgoed Vlaanderen: zoekt een oplossing voor monumenten met beheersproblemen en stelt de sites die ze zelf beheert open voor het publiek. Open Monumentendag (OMD) is een initiatief van de Raad van Europa sedert 1989 en wordt georganiseerd door de Stuurgroep Open Monumentendag Vlaanderen, op initiatief van de drie overheden: de gemeentes, de provincies en het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Erfgoed Vlaanderen verzorgt het secretariaat. • Monumentenwacht Vlaanderen (MOWAV): voert preventieve controles van monumenten uit en stelt tekortkomingen vast en voert zelf kleine herstellingen uit. Ze zoeken naar de oorzaken van de schade en leggen alles vast in een bevattelijk rapport aan de eigenaar. • VCM-Contactforum voor Erfgoedverenigingen: is het contactforum van erfgoedverenigingen, die actief zijn op het vlak van de monumenten- en landschapszorg.
9
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
•
Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC): stelt zich tot doel het kunst- en cultuurhistorisch kerkelijk patrimonium in stand te houden en te valoriseren en tevens de hedendaagse religieuze kunst en cultuur in al haar uitingsvormen te bevorderen. Het CRKC richt zich in de eerste plaats tot de kloostergemeenschappen in Vlaanderen en ontwikkelt o.m. initiatieven op het vlak van de inventarisatie van het roerend patrimonium van deze instellingen en formuleert adviezen voor een goed en doeltreffend beheer.
•
Vlaamse Museumvereniging vzw (VMV) is opgericht om de werking van de Vlaamse musea te ondersteunen en te promoten naar de verschillende instellingen en organisaties en naar het publiek, zowel nationaal als internationaal. De VMV treedt in dialoog met de verschillende actoren in het brede erfgoedveld en met de overheid. Culturele Biografie Vlaanderen vzw (CBV). De vroegere museumconsulenten kregen hierin een bredere opdracht binnen de sector van het roerend erfgoed. De consulenten van het steunpunt CBV zijn gespecialiseerd in een vakgebied, verlenen adviezen, verzorgen opleiding en vorming, informeren en ontwikkelen acties en werkinstrumenten op de specifieke werkterreinen van hun deskundigheid (behoud en beheer, publiekswerking, collectieregistratie en -automatisering).
•
1.2. Afbakening Binnen de conservatie/restauratiesector is nog geen beroepenstructuur voorhanden. Een studie van het HIVA om een geordend overzicht van kernberoepen uit te werken, bleef zonder resultaat. Erfgoedzorg bestrijkt verschillende economische sectoren, paritaire comités en kwalificatieniveaus. Mede daardoor bestaat grote verwarring over wie en onder welke naam welke activiteiten uitoefent. De sector opteerde er dan voor om eerst enkele beroepen in kaart te brengen en op deze wijze tot een afbakening te komen. Dit document belicht slechts één beroep, met name de rol van de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas. Om te verduidelijken wat dit beroep inhoudt, zijn in dit document drie afbakeningscriteria gebruikt. Ten eerste, kan het beroep worden afgebakend naar de term glas in de beroepstitel. Van Daele omschrijft glas als “een hard, doorzichtig materiaal, bereid uit gesmolten zand, kalk en soda”. Onder vlak en architecturaal glas verstaan wij alle vlakke oppervlakken opgebouwd uit glas. Het gaat voornamelijk om gebrandschilderd glas, glas-in-lood, geëtst glas, glasplaten, glas-in-beton, spiegels, glasbouwstenen en historisch vensterglas. Deze lijst is niet exhaustief. De praktijk wijst uit dat de meeste conserveringsopdrachten die de C/R onderzoekt en uitvoert glas-in-loodramen betreft, hoewel de C/R ook de andere vormen vlak en architecturaal glas moet kunnen behandelen. 1
1
In de afbakeningscriteria binnen het beroepsprofiel conservator/restaurator muurschilderingen werd nog over conservator/restaurator glas-in-lood gesproken. Door het in dit document gevoerde onderzoek is de benaming verruimd. Voor deze sector is nog geen beroepenstructuur voorhanden; de initiële benamingen zullen nog kunnen wijzigen wanneer een juiste omschrijving van het beroep dit vraagt.
10
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Ten tweede, heeft het vlak en architecturaal glas dat deze C/R behandelt een bepaalde waarde. Dit kan een artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieelarcheologische of andere sociaal-culturele waarde zijn. Deze ‘glassoorten’ vindt men vooral terug in beschermde en/of historische gebouwen of voorwerpen in musea of collecties. De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas beschouwt de glas-in-loodramen en andere glassoorten als een historisch gegeven waarvan de authenticiteit bewaard dient te worden. Binnen het kader van zijn beroep als conservator/restaurator maakt hij geen nieuwe ramen. De C/R van vlak en architecturaal glas is evenwel de aangewezen persoon om historisch correcte reconstructies te adviseren en/of te realiseren. Voor een C/R is het onderzoek zeker zo belangrijk als de conservatie/restauratie. Sommige conservators spreken in plaats van vlak en architecturaal glas ook van monumentaal glas, glaskunst of historisch glas. In dit document werd geopteerd om consistent de verzamelterm ‘vlak en architecturaal glas’ te gebruiken. Ten derde, is het beroep afgebakend aan de hand van beroepen die er nauw bij aanleunen inzake deontologie en opleidingsniveau maar die door de aard van de behandelde voorwerpen en hun specifieke conserveringsopdracht toch aparte beroepen vormen.
Conservator/restaurator van muurschilderingen Conservator/restaurator van grafische documenten, leder, perkament Conservator/restaurator van houtsculptuur Conservator/restaurator van hol glas Conservator/restaurator van metaal Conservator/restaurator van meubilair Conservator/restaurator van schilderijen Conservator/restaurator van steenachtige materialen Conservator/restaurator van textiel Conservator/restaurator van uurwerken Conservator/restaurator van water gedrenkt hout Conservator/restaurator van muziekinstrumenten
Een aantal van deze beroepen moeten van de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas worden afgebakend omdat er duidelijke raakvlakken bestaan. Voor dit beroep zijn er raakvlakken met de conservator/restaurator van hol glas. Beide beroepen werken met hetzelfde materiaal. Toch zijn er daarnaast voldoende elementen aanwezig om te spreken van twee te onderscheiden beroepen. Hol glas en vlak glas hebben een andere conservatie/restauratieproblematiek en daardoor een andere aanpak nodig.
11
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Naast de verschillende problematiek van de opbouw van vlak glas versus object, gaat het vaak ook om andere achterliggende kunsthistorische studiegebieden en tijdsperioden. Elk voorwerp, elke tijdsperiode stelt andere problemen bij de conservatie/restauratie van vlak en architecturaal glas. Het komt zelden in de praktijk voor dat een beroepsbeoefenaar zowel hol als vlak glas restaureert/conserveert en deze beide studiegebieden beheerst. Door zowel de verschillende manier van conservering als door het verschil in kennis dat het vooronderzoek vergt, heeft het bij elkaar voegen van deze twee beroepen weinig zin. Wanneer het kunstobject het vereist, zullen beide conservator/restauratoren interdisciplinair samenwerken. Daarnaast zijn er beroepen die onder leiding van de conservator/restaurator bij het conserveren van het vlak glas kunnen worden ingeschakeld. Het gaat in dit geval om een glazenier en een glaskunstenaar. Ondanks de raakvlakken onderscheidt het beroep van conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas zich duidelijk van een glaskunstenaar of een glazenier. De technieken die een glaskunstenaar of glazenier gebruikt, moeten ook gekend zijn door een conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas. Het verschil met deze beroepen situeert zich echter op wetenschappelijk vlak: een C/R is ook conceptueel bezig, het onderzoeksaspect in zijn beroep neemt een belangrijke plaats in. Bij een glaskunstenaar zal vooral het artistieke en het creëren van nieuwe kunstwerken doorwegen. De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas werkt soms met technici samen zoals ondermeer glaswerkers. Als technici worden ingeschakeld, is het de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas, die de werkzaamheden coördineert en begeleidt.2 Tenslotte zijn er beroepen waarmee de C/R vooral samenwerkt op de werf. Het gaat vooral om de architect en de aannemer. Enerzijds moet de conservator/restaurator een aantal werken overlaten aan de architect (bijvoorbeeld stabiliteitsberekeningen). De architect zorgt in hoofde van zijn beroep voor alle aspecten waarvoor hij verantwoordelijk is. De architect zal zorgen dat een dossier wordt geopend. De architect schept hiervoor een kader waarin de conservator/restaurator kan werken: het conceptualiseren van het conservatieproces wordt overgelaten aan de conservator/restauratoren. Bij het opstellen van het specifiek onderdeel in het conservatie/restauratiedossier en de werfopvolging van vlak en architecturaal glas werken zij samen. Een conservator/restaurator doet meer dan het uitvoeren van taken. Anderzijds kan de conservator/restaurator op de werf samen met de aannemer superviseren. De aannemer wordt onder meer aangesproken om bouwfysische werken uit te voeren. De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas kan belast worden met de taak om voor, na en tijdens het werk te controleren of het werk correct3 wordt uitgevoerd.
2 3
Het beroepsprofiel ‘glaswerker’ wordt uitgeschreven in samenwerking met FVB. Correct betekent niet altijd waterpas. Als de paneel er schuin in zat, moet het paneel er terug schuin ingezet worden.
12
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
In musea werkt de C/R in overleg met de museumdirectie en eventueel met de consulenten van Culturele Biografie Vlaanderen. 1.2.1
Beroepsbenaming conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
In dit document wordt de Europese benaming conservator/restaurator gehanteerd. In Angelsaksische landen gebruikt men voor dit beroep het begrip 'conservator' en in de andere landen 'restaurator'. Deze begrippen worden veelal op het Europees vlak aanvaard en begrepen. De term ‘conservator/restorer’ combineert de beide begrippen en wordt gebruikt in internationale contacten en documenten. De term conservator/restaurator in de beroepsbenaming verwijst tevens naar de dubbele opdracht van dit beroep: conserveren en restaureren. Ook het ‘Charter van Venetië’, ‘stelt dat men alle maatregelen voor preventieve conservering moet toepassen alvorens enige ingreep op het cultuurgoed uit te voeren.
1.3. Beroepsinhoud De algemene definitie die het ICOM Committee for Conservation4 hanteert voor conservator/restaurator, is: “the activity of the conservator-restorer (conservation) consists of technical examination, preservation, and conservation-restoration of cultural property. Examination is the preliminary procedure taken to determine the documentary significance of an artefact; original structure and materials; the extent of its decoration, alteration and loss and the documentation of these findings. Preservation is action taken to retard or prevent deterioration of or damage to cultural properties by control of their environment and/or treatment of their structure in order to maintain them as nearly as possible in an unchanging state. Restoration is action taken to make a deteriorated or damaged artefact understandable, with minimal sacrifice of aesthetic and historic integrity.” Volgens deze algemene definitie is een conservator/restaurator bezig met onderzoek, conservatie/restauratie van kunst en cultuurgoed. De werkwoorden ‘onderzoeken’, ‘conserveren/restaureren’ zijn kernbegrippen in de beroepen conservator/restaurator. Een conserva-
4
De tekst van het ICOM Committee for Conservation is ook (beter) bekend als het ‘Charter van Kopenhagen van 1984’.
13
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
tor/restaurator is meer dan een instrument om een kunstwerk te conserveren, ook bij het conceptualiseren van de conservatie heeft de C/R een centrale rol te vervullen. Dit wordt verder uitgewerkt in de aanbevelingen en richtlijnen voor het aanvaarden van gemeenschappelijke principes over conservatie/restauratie in Europa. “De fundamentele rol van de C/R is het behoud van het cultureel erfgoed voor de huidige en toekomstige generaties. De C/R draagt bij tot de identificatie, de waardering en het begrip van de culturele objecten, met respect voor hun esthetische en historische betekenis en hun fysieke integriteit. “ (ECCO, 2001) Volgens artikel vier van het Charter van Venetië, houdt de conservatie van kunstwerken een permanent onderhoud in. In het geval van monumentaal vlak en architecturaal glas betekent dit een periodieke controle van:
schade veroorzaakt door corrosie, condensatie en veranderingen in temperatuur (verweringslagen aan de binnen- en buitenkant, vermindering van de transparantie door verdonkeren, ontglazing, verlies van verf, etc…
de stabiliteit van het vlak en architecturaal glas (scheuren en breuken in het loden raamwerk etc…)
de architecturale structuur van het raamwerk (maaswerk, verticale raamstijlen, ijzeren armaturen, enzovoort)
het langs de buitenkant aangebrachte beschermingsmateriaal het beschermingsglas
Om de beroepsinhoud naar derden te verduidelijken, heeft de SERV het document ingedeeld in drie onderdelen5:
Onderzoek Conservatie/restauratie Bedrijfsbeheer (alleen van toepassing voor de zelfstandige beroepsbeoefenaars)
Onderzoek Een conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas kan bij de aanvang van een project via verschillende wegen worden gecontacteerd:
5
via de eigenaar/beheerder van een glasraam via een architect die belast is met de conservatie/restauratie van het gebouw Het documenteren loopt zowel doorheen de onderzoeksfase als door de conservatie/restauratiefase. Zie tabellen 2.2.6 en 2.2.10
14
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
via de oproepingen door overheidsdiensten (bijvoorbeeld gemeenten).
Het vooronderzoek heeft als belangrijkste doel het vlak en architecturaal glas an sich en het vlak en architecturaal glas binnen het architectonisch geheel te bestuderen en te begrijpen. Zonder onderzoek is de conservering van vlak en architecturaal glas onmogelijk. Doorheen de geschiedenis veranderden onder meer de toegepaste verfmaterialen, de glassoorten, de stijl en de techniek. Voor iedere ingreep moet de C/R daarom op voorhand een studie maken over de geschiedenis, de materiële toestand en de specifieke problemen die zich stellen. Met de verworven inzichten kan de C/R bepalen hoe de behandeling het best kan gebeuren. Een historisch glasraam is immers een uniek kunstwerk en zonder aangepaste behandelingen kan het vlak en architecturaal glas onherstelbaar worden beschadigd. (1992, Monumenten en Landschappen, M&L cahier). Aangezien elk glasraam uniek is, belicht een onderzoek verschillende aspecten en zal niet iedere behandeling op dezelfde wijze gebeuren. Het wetenschappelijk vooronderzoek verloopt volgens de methodiek die geldt voor wetenschappelijk onderzoek: onderzoek van bronnen, analyse, interpretatie en synthese. Het wetenschappelijk onderzoek gebeurt bovendien interdisciplinair waardoor de conservator/restaurator bepaalde beroepsinhouden uit andere disciplines moet kennen. Het onderzoek zal zowel vragen omtrent het archivalisch, het historisch, het kunsthistorisch en het laboonderzoek omvatten en beantwoorden. Met dit bijkomend wetenschappelijk onderzoek wordt de degradatie verder vastgesteld en zijn diepgaande technische analyses mogelijk. Er kunnen onder meer wetenschappelijke analyses van micro organismen en het voorkomen van micro organismen, het glas, het lood, de glasverf gebeuren en nauwkeurige onderzoeken naar de mechanisme van corrosie en naar specifieke fenomenen zoals ontglazen etc. uitgevoerd worden (Monumenten en Landschappen, 1992). Een onderzoek van het glasraam omvat6:
Kunsthistorische onderzoek: beschrijving, identificatie van de voorstelling, auteur, datering, stijlkenmerken, vroegere ingrepen en restauraties, iconografische documenten.
Grafische documentatie: fotosurvey van binnen- en buitenzijde van het geheel en van elk paneel apart (opvallend en doorvallend licht), opmetingsplannen.
Materieeltechnische onderzoek: beschrijving en schema’s van de bewaringstoestand, detailfoto’s van het schadebeeld. Zo zal de C/R de conditie van het glas, de conditie van de glasverf, de conditie van de glasverbindende materialen zoals bijvoorbeeld het loodnet, de dragende structuren en andere condities van het gebouw die effect hebben op het glasraam onderzoeken.
6
Aangezien niet ieder glasraam hetzelfde is, zal niet elk onderzoek dezelfde facetten uitdiepen. Ondanks de verschillen die kunnen bestaan op basis van de projectspecifieke vragen die bij het onderzoek van een glasraam ontstaan, komen bepaalde elementen in een onderzoek terug: de kunsthistorische en materieeltechnische elementen; het conserveringsvoorstel.
15
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Het gehele onderzoek wordt afgerond met het onderzoeksverslag en behandelingsvoorstel (diagnose en evaluatie van de schade, gevolgd door een beschrijving en verantwoording van de noodzakelijke conservering). Dit verslag wordt pas opgesteld wanneer de C/R een duidelijk beeld heeft om de diagnose en de conservatie/restauratieopties te bepalen. Het verslag omvat feitengegevens uit het onderzoek en is belangrijk om de mogelijke conservatie/restauratieopties rationeel te formuleren. Het kan volgende elementen bevatten:
de geschiedenis van het vlak en architecturaal glas de techniek en de materialen van het vlak en architecturaal glas de technische en kunsthistorische aspecten van het vlak en architecturaal glas de huidige toestand van de glasraam, de staat van bevinding en het schadebeeld (identificatie van de schade en van haar oorzaken)
de omgevingsparameters
andere (bijvoorbeeld aanbevelingen in verband met verzekeringen)
de diagnosenota (evaluatie, motivatie van de verdere handeling7) de meetstaat de raming van tijdsduur en budget het behandelingsvoorstel (algemene conservatie/restauratieopties en concrete uitvoeringsmogelijkheden) en raadgevingen voor preventieve conservering (onder meer onderhoud).
Het onderzoeksverslag wordt, samen met het geargumenteerd behandelingsvoorstel aan de opdrachtgever overgemaakt, waarna beslist wordt of de voorgestelde conservatie/restauratie zal worden uitgevoerd. De procedures voor werkzaamheden aan beschermde monumenten en voor overheidsopdrachten zijn wettelijk vastgelegd. In deze gevallen moeten de voorschriften voor toewijzing van de werken aan een uitvoerder worden gevolgd. Uit het vooronderzoek zijn een reeks gegevens van materiaaltechnische en kunsthistorische aard te genereren waarop een diagnose volgt en niet alleen tot een behandeling maar tot de beste oplossing moet leiden. Een holistische kijk op het te conserveren kunstobject en zijn omgeving is enorm belangrijk.
7
Een C/R moet zichzelf en zijn handelingen continu kritisch in vraag durven stellen. De diagnosenota moet vanuit een holistische kijk worden geëvalueerd.
16
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Als deskundige is het de taak van de C/R om gefundeerde argumenten te formuleren, deze af te wegen en hieruit de meest aangewezen conservatie/restauratie-opties af te leiden. Conservering/restauratie Elke behandeling moet gebeuren met een absoluut respect voor het kunstwerk en met het behoud van het oorspronkelijk materiaal (Monumenten en landschappen, 1992). ECCO definieert conservatie/restauratie als elke rechtstreekse of onrechtstreekse ingreep op een object of een monument, uitgevoerd om zijn materiële integriteit te bewaren en het respect voor zijn culturele, historische, esthetische en artistieke betekenis te waarborgen. Deze definitie beïnvloedt de aard, de omvang en de beperkingen van de mogelijke maatregelen, alsook van de eventuele interventies aan cultuurgoederen. (ECCO, 2001) De conservatie/restauratie van het vlak en architecturaal glas gebeurt zowel ter plaatse als in het atelier. Dit is onder meer afhankelijk van de fase waarin de conservatie/restauratie zich bevindt, de mate waarin op de werf kan worden gewerkt, de keuzes die in het vooronderzoek zijn gemaakt etc. De conservatie/restauratie van vlak en architecturaal glas in een gebouw, veronderstelt eerst een sanering van dat gebouw. Het gebouw moet aan een aantal voorwaarden voldoen met betrekking tot de toestand en de omgevingsfactoren. Deze condities, die buiten het bestek van de opdracht van de conservator/restaurator liggen, zijn heel divers en projectspecifiek. Het gaat onder meer over het dichten van daken en andere noodzakelijke herstellingen aan het gebouw. Wanneer aan de praktische voorwaarden is voldaan, kan het conservatie/restauratieproces beginnen, steeds voorafgegaan door een vooronderzoek. Vlak en architecturaal glas kan door verschillende oorzaken degraderen:
verontreiniging en vervuiling (zoals vogeluitwerpselen, stof, mastiek- en cementresten, verfsporen…)
beschadigingen (zoals breuken, krassen, verlies van stukken door weersomstandigheden, vandalisme, oorlog, brand, restauratiewerken aan het gebouw)
verval van structurele elementen die het glas moeten samenhouden. Schade aan het raamwerk veroorzaakt vaak schade aan het glasraam. (De problemen kunnen optreden aan het loodnet, de mastiek, het stenen raamwerk, de raambruggen en de losse bruggen, hout-, giet- en ijzeren raamconstructie.)
verwering of ontglazing van het glas zelf (glas is geen inert materiaal en oude glassoorten zijn corrosiegevoelig)
schade in de glasschildering
17
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
vroegere conservatie/restauratie, herstellingen of aanpassingen onvakkundig opbergen of bewaring in ongunstige omstandigheden
Afhankelijk van het vooronderzoek dat steeds de conservatie/restauratiefase vooraf gaat, wordt de conservatie/restauratie per object aangepast. Een verregaande behandeling is niet altijd nodig. Soms kan volgens het onderzoek het ontstoffen of een lichte reiniging van de onderdelen al voldoende zijn. In andere gevallen kan het onderzoek concluderen dat een doorgedreven restauratie nodig is. De conservatie/restauratie bij vlak en architecturaal glas kan onder meer inhouden: het demonteren van het vlak en architecturaal glas, het transporteren en bergen van het vlak en architecturaal glas, het onderzoeken van het vlak en architecturaal glas in het atelier, het reinigen van het vlak en architecturaal glas, het structureel consolideren van het vlak en architecturaal glas (verlijmen, aanpakken van glasbreuk, doubleren, retoucheren), het herloden, solderen en mastieken/kitten van het vlak en architecturaal glas. Wanneer zowel het gebouw als de monelen en het raamwerk hersteld zijn, en eventueel het beschermglas is aangebracht, kan de C/R het gerestaureerde raam opnieuw monteren. Zodra het gebouw en de architecturale drager is gerestaureerd en het beschermend glas is aangebracht door een aannemer, gaat de C/R het vlak en architecturaal glas terug monteren. De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas werkt met materialen en technieken die compatibel zijn met het kunstwerk en die een toekomstige behandeling zo minimaal mogelijk compromitteren. Alle interventies moeten zo minimaal mogelijk worden gehouden om verlies van authenticiteit te vermijden. Natuurlijke veroudering en onomkeerbare chemische alteraties (bijvoorbeeld in mangaanhoudend glas) maken deel uit van de geschiedenis. Als algemene regel, wordt corrosie aanzien als bewijs van de materiële geschiedenis van het glas. (Corpus Vitrearum, 2004). Hetzelfde geldt voor vroegere conservaties/restauraties, aanvullingen of overschilderingen. Deze zullen bewaard worden tenzij het voorafgaand onderzoek uitwijst dat deze schade toebrengen aan de materiële of esthetische integriteit van het werk. Reversibele behandelingen zijn de regel. Na het beëindigen van de conservatie/restauratie wordt een exemplaar van de documentatie overgemaakt aan de eigenaar of het opdrachtgevend bestuur en neergelegd bij een openbare instelling, waar deze informatie toegankelijk wordt gemaakt. Volledige documentatie van het vooronderzoek, alle stappen, methodes en materialen van het conservatie/restauratieproces is verplicht door het Corpus Vitrearum (zie bijlage 3 punt research and documentation). De C/R moet er voor zorgen dat het eindrapport van de conservatie/restauratiefase, de tekeningen en de relictendoos worden bewaard.
18
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Bedrijfsbeheer (alleen voor de zelfstandige) Conservator/restaurators werken vaak als zelfstandigen. Dit onderdeel is alleen op zelfstandigen van toepassing. De takentabellen moeten worden vermeld omdat enerzijds de basiskennis verplicht is voor een startende ondernemer die een niet gereglementeerd beroep uitoefent. Elke KMO, natuurlijke persoon of rechtspersoon die een activiteit uitoefent en die in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) wordt ingeschreven, moet over de basiskennis van het bedrijfsbeheer beschikken. Dit is zo sinds 1 januari 1999 door de inwerkingtreding van artikel 4 van de programmawet ter bevordering van het zelfstandig ondernemerschap. Anderzijds zijn deze taken onmisbaar om de onderneming te laten functioneren. Het is tenslotte de zelfstandige zaakvoerder die als eigenaar van zijn zaak de eindverantwoordelijkheid draagt. Samenvattend: De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas onderzoekt en behandelt vlak en architecturaal glas. Elke ingreep begint met een grondig vooronderzoek, waarin gegevens worden samengebracht over de historische en materiële geschiedenis van het werk, de huidige bewaringstoestand en de oorzaken van de schade, de voorgestelde behandeling volgens de technische en esthetische noodzaken. Het vooronderzoek wordt interdisciplinair uitgevoerd. Nadat het vooronderzoek is afgerond en het behandelingsvoorstel wordt aanvaard, zal de conservator/conservator van vlak en architecturaal glas de restauratie/conservatiefase uitvoeren. Dit gebeurt steeds op basis van de resultaten en beslissingen uit het vooronderzoek. Het conserveren/restaureren is objectspecifiek en kan onder meer inhouden: het glas demonteren, transporteren en bergen en onderzoeken in het atelier. Uit het onderzoek kan ook volgen dat de C/R instaat voor het reinigen en de structurele consolidatie van het glas, het opvullen van lacunes, het doubleren, herloden, solderen en mastieken van het glas. Zodra het gebouw en de architecturale drager is gerestaureerd en het beschermend glas is aangebracht door een aannemer, gaat de C/R het glas terug monteren. De C/R geeft daarbij de opdrachtgever enkele raadgevingen om de conservering te bestendigen. Alle stappen van onderzoek en behandeling moet de C/R documenteren. Ingrepen die de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas uitvoert moeten zo minimaal mogelijk gehouden worden om verlies van authenticiteit te vermijden. Indien de C/R als zelfstandige werkt, zal de C/R ook bedrijfskennis moeten bezitten om zijn onderneming te laten functioneren.
1.4. Doorgroeimogelijkheden Omdat het conserveren/restaureren een zeer grote vakkennis en vaardigheid vereist, is bijscholing en vervolmaking belangrijk. The European Confederation of Conservator-Restorers’ Asssociations (ECCO) heeft in 1993 de “ECCO Professional Guidelines” uitgewerkt, die de voorwaarden bepalen tot de uitoefening van de C/R beroepen. Deze richtlijnen bepalen de voorwaarden voor de uitoefening van het beroep van C/R, het vereiste niveau van opleiding en de ethische principes die door de beroepsmensen gerespecteerd moeten worden. (ECCO, 2001)
19
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Het komt zelden of nooit voor dat een conservator/restaurator van vlak en architecturaal zijn werkzaamheden combineert met een ander beroep binnen de conservatie/restauratiesector. De eerste jaren van zijn loopbaan zal het aandeel aan zelfstandige opdrachten minder groot zijn. Dit wil zeggen dat hij vaker zal meewerken aan conserveringsopdrachten met ervaren conservator/restauratoren. Naarmate zijn ervaring toeneemt, zal ook het aandeel aan zelfstandige opdrachten die hij uitvoert toenemen. Een conservator/restaurator maakt een evolutie door in zijn opdrachten en door de jaren heen moet hij zijn kennis blijven uitbouwen. Tijdens het verloop van de loopbaan zullen sommige C/R van vlak en architecturaal glas zich verder specialiseren in bijvoorbeeld het conserveren/restaureren van spiegels, glas-in-beton, geëtst glas etc. Om een gedegen onderzoek te verrichten en de resultaten van het onderzoek uit te voeren, is het belangrijk dat de C/R zich permanent bijschoolt omdat het vakgebied onderhevig is aan technologische en deontologische evoluties. Bepaalde conservator/restauratoren van vlak en architecturaal glas hebben taken in het onderwijs en de permanente vorming. Na een master kunnen de C/R vlak en architecturaal glas een doctoraat in de kunsten aanvatten.
2. Taken en Competenties Hieronder volgt de takenanalyse voor de conservator/restaurator vlak en architecturaal glas . De taken zijn gegroepeerd in takenclusters, die elk een eigen titel kregen. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. Vanaf eind 2004 wordt de takencluster ‘Instaan voor welzijn op het werk’ standaard opgenomen in elk beroepsprofiel dat de SERV maakt. Het is een uitgebreide tabel die in overleg met alle meewerkende sectoren werd opgesteld en door hen is goedgekeurd. In principe is het dus een gestandaardiseerde tabel, waarvan de inhoud wel kan worden gespecificeerd indien nodig naargelang het besproken beroep. De takencluster is afkomstig uit de nota ‘Welzijn op het werk’ die op aanvraag te verkrijgen is bij de SERV. De aanleiding voor deze aanvulling is dubbel, namelijk:
de kritiek dat er in de oude SERV-profielen te weinig aandacht werd besteed aan welzijn op het werk;
20
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
de vraag van onderwijs om een eenvormige en gestandaardiseerde basistabel te krijgen over de taken en competenties die elke beginnende beroepsbeoefenaar moet uitoefenen en hebben om welzijn op het werk te garanderen.
De betreffende tabel is dus groter van omvang dan wat in de oudere profielen stond over dit thema. We willen evenwel benadrukken dat de omvang van die takentabel geenszins iets zegt over het gewicht van deze takencluster in het gehele takenpakket van de beroepsbeoefenaar. De operationele kerntaken blijven de belangrijkste taken en competenties bevatten. In de toekomst zullen ook dergelijke takentabellen uitgewerkt worden voor de takenclusters milieu en kwaliteitszorg. In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding. De volgende takenclusters kunnen worden onderscheiden:
ONDERZOEK • Uitvoeren van het wetenschappelijk onderzoek (tabel 2.1.1) • Analyseren en synthetiseren van de elementen uit het onderzoek (tabel 2.1.2) • Opmaken van het onderzoeksverslag (tabel 2.1.3) • Voorstellen van maatregelen voor een preventieve conservering (tabel 2.1.4) • Uitwerken van voorstel voor een conservatie/restauratie (tabel 2.1.5) • Documenteren van de onderzoeksfase (tabel 2.1.6)
CONSERVATIE/RESTAURATIE • Plannen en organiseren van de conservatie/restauratie (tabel 2.2.1) • Voorstellen van maatregelen vóór aanvang van werken (tabel 2.2.2) • Demonteren van het vlak en architecturaal glas(tabel 2.2.3) • Hanteren, (laten) vervoeren en bergen van het vlak en architecturaal glas(tabel 2.2.4) • (Indien noodzakelijk) ontloden van het vlak en architecturaal glas (tabel 2.2.5) • Conserveren/restaureren van vlak en architecturaal glas (tabel 2.2.6) • Conserveren van het lood, solderen en mastieken (tabel 2.2.7) • Terugplaatsen in de raamomlijsting (tabel 2.2.8) • Nazien en beoordelen van het vlak en architecturaal glas(tabel 2.2.9) • Documenteren van de conservatie/ restauratie (tabel 2.2.10)
Milieu (tabel 2.3) Instaan voor het welzijn op het werk (tabellen 2.4) Instaan voor het bedrijfsbeheer (tabellen 2.5 – alleen voor zelfstandigen)
21
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.1. Onderzoek 2.1.1
Uitvoeren van het wetenschappelijk onderzoek Taken
Uitvoeren van het vooronderzoek
Competenties
Kennis van methodologie van een wetenschappelijk onderzoek in het algemeen Kennis van archivalisch, historisch en kunsthistorisch onderzoek en deze studies kunnen toetsen aan de resultaten van het eigen materieeltechnisch onderzoek Kennis van de stijlen en de technieken van vlak en architecturaal glas door de eeuwen heen Kunnen geven van een iconografische en stilistische beschrijving Kunnen bepalen welk soort bijkomend onderzoek vereist is Kunnen achterhalen van de restauratiegeschiedenis Kunnen evalueren van vroegere ingrepen Kunnen inschatten van de bouwfysische toestand alvorens de werken te starten Kennis van onderzoekstechnieken Kennis van de materialen waaruit een glasraam is opgebouwd Elk onderdeel en dragende constructie van vlak en architecturaal glas kunnen onderzoeken Kennis van de analysemogelijkheden voor het onderzoeken van het glasraam en deze onderzoeksresultaten kunnen begrijpen en interpreteren Kennis van de verschillende schadebeelden en het kunnen achterhalen van de oorzaken hiervan Kennis van het maken van een fotosurvey (opvallend en doorvallend licht) Kunnen aanvragen/omschrijven van een bijkomend laboratoriumonderzoek
22
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.1.2
Analyseren en synthetiseren van de elementen uit het onderzoek Taken
Evalueren van de waarden in het kunstwerk
2.1.3
Competenties
Kennis van de lectuur en het begrip van het object doorheen de tijden Kunnen evalueren van het degradatieproces Kunnen synthetiseren van alle elementen in het onderzoek
Opmaken van een onderzoeksverslag Taken
Kennis van de kunsthistorische, socio-culturele, wetenschappelijke en historische waarden
Opmaken van het onderzoeksverslag
Competenties
Kunnen beschrijven van de bewaringstoestand van een glasraam, het schadebeeld en de oorzaken ervan Kennis van wetenschappelijke rapportagemethodes om een synthetisch onderzoeksverslag te kunnen opstellen Kennis van documentatietechnieken (grafische technieken: tekeningen, opmetingen, calques; fotografische technieken; fotogrammetrie e.d.) Kunnen interpreteren van opmetingstechnieken
23
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.1.4
Voorstellen van maatregelen voor een preventieve conservering Taken
Maatregelen voorstellen van preventieve conservering
Competenties
Treffen van beschermings- maatregelen
Kunnen voorstellen en beschrijven van maatregelen om de omgevingsomstandigheden te optimaliseren (omgevingsomstandigheden, gebruik van de ruimte, laten aanbrengen van beschermbeglazing etc.) Kennis van de meetinstrumenten voor de omgevingsomstandigheden en deze kunnen gebruiken Kunnen interpreteren welke de invloed en de mogelijke schade is van de omgevingsparameters Kunnen communiceren met de eigenaars of beheerders over deze omgevingsomstandigheden en hun verbetering Kunnen bepalen van de urgentie van de ingreep en deze kunnen argumenteren Kunnen inschatten en uitvoeren van een dringende conservering alvorens het werk te beginnen Kunnen opmaken van een urgentieplan in geval van buitengewone omstandigheden (calamiteiten) Kunnen treffen van noodzakelijke beschermingsmaatregelen, beveiliging van het vlak en architecturaal glas
24
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.1.5
Uitwerken van voorstel voor een conservatie/restauratie Taken
Een voorstel uitwerken voor de conservatie/ restauratie
Competenties
Bepalen van de conservatie/restauratietechnieken, producten en gereedschap
Uitvoeren van een proefrestauratie
Kunnen beschrijven en argumenteren welke conservatie/ restauraties nodig zijn Kunnen beoordelen van de aard en de omvang van de schade Kunnen opstellen van een uitgebreide en duidelijke beschrijving van de uit te voeren conservatie/ restauratie Kunnen toepassen van de deontologie met betrekking tot conservatie/restauratie Kunnen opmaken van een tijds- en een kostenraming Kunnen opmaken van de meetstaat Kennis van de restauratiematerialen en –technieken, hun gedraging en hun wijze van veroudering Kennis van de voornaamste eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van materialen Kennis van de compatibiliteit van de onderdelen met de gebruikte restauratieproducten Kunnen uitvoeren van de voorgestelde conservatie/ restauratie op een exemplarisch proefvlak
25
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.1.6
Documenteren van de onderzoeksfase Taken
Documenteren van het materieeltechnisch onderzoek: • documenteren van het uitgevoerd onderzoek • verwerken van informatie uit interdisciplinaire samenwerking • documenteren van conclusies en opties Beschrijven van de gevolgde onderzoeksmethode Grafisch en fotografisch documenteren Indien opportuun, toegankelijk maken en/of publiceren van de documentatie
Competenties
Kennis van documenterings- en rapportagetechnieken Kunnen opmaken van een onderzoeksrapport Kunnen samenvatten van informatie/ documentatie Kunnen gebruiken van de juiste terminologie Op basis van dit rapport de behandeling kunnen vastleggen
Kunnen toelichten van de resultaten van het vooronderzoek naar de verschillende betrokkenen
Kennis van beelddocumentatie en presentatie (fotografie, tekenen)
Kennis van het ontsluiten, archiveren van de documentatie Kunnen zorgen voor consulteerbaarheid en beschikbaarheid van de documentatie
Kennis van de geschikte materialen voor archivering (barietfotopapier, zuurvrij papier)
2.2. Conservatie/restauratie 2.2.1
Plannen en organiseren van de conservatie/restauratie Taken
Bepalen van de strategie, de behandelingsmethode en de middelen, de opeenvolging van de handelingen
2.2.2
Competenties
Kunnen plannen van uitvoeringstaken, uitvoeringstermijn, coördinatie
Voorstellen van maatregelen vόόr de aanvang van de werken Taken
Controleren of aan de praktische voorwaarden met betrekking tot de omgevingsfactoren zijn voldaan
Competenties
Kunnen inschatten van de bouwfysische toestand alvorens de werken te starten
Kennis van preventieve maatregelen Kunnen samenwerken met architect en aannemer
26
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.2.3
Demonteren van het vlak en architecturaal glas Taken
Voorbereiden van de demontage Indien nodig, oppervlakkig reinigen Elk onderdeel na uitnemen klaarmaken voor verdere behandeling
Competenties
Onderdelen losmaken en uit het raamwerk halen
Kunnen nemen van maatregelen om een veilige demontage mogelijk te maken Kunnen inschatten of een verwijdering van oppervlakkige vervuiling noodzakelijk is Voor het demonteren elk onderdeel kunnen nummeren aan de nietgebrandschilderde zijde Loszittende fragmenten van glasraam kunnen vastzetten of uitnemen Uitgevallen delen kunnen nummeren en in omslagen opbergen voor latere identificatie Losse elementen die vrijkomen bij de demontage zoals bindroeden, deuvels, etc kunnen nummeren en kunnen bewaren Kunnen verzamelen en bewaren van alle andere elementen die van belang zijn voor verder onderzoek Kunnen aanpassen van zijn werkwijze aan de manier waarop het onderdeel is geplaatst Kunnen afschermen van historisch meubilair, schilderijen en muurschilderingen in de onmiddellijke nabijheid Kunnen opmeten van de panelen en vensteropeningen(dag- en slagmaten) Kunnen maken van kartonnen mallen Kunnen vermijden van bijkomende beschadiging bij het uitnemen Bij demontage, alle tijdens het vooronderzoek nog niet opgemerkte of nieuwe beschadigingen aan glas, steenwerk en bruggen kunnen vaststellen en documenteren
27
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.2.4
Hanteren, (laten) vervoeren en opbergen van het vlak en architecturaal glas Taken
Hanteren en vervoeren van het glasraam
Competenties
Opbergen van het glasraam
2.2.5
Kennis van verpakkingsmateriaal dat geschikt is voor het vervoer van historisch vlak glas Kennis van de vereisten waaraan transportkisten moeten voldoen Onderdelen kunnen verpakken in draagbare volumes Onderdelen op een juiste wijze kunnen vervoeren Kennis hebben van omgevingsomstandigheden voor opslaglokalen Kennis van de vereisten waaraan de opslagkisten of kasten moeten voldoen Systematisch kunnen opbergen
Op basis van het onderzoek bepalen om het lood niet, gedeeltelijk of in zijn geheel verwijderen Gedeeltelijk of in zijn geheel ontloden
Competenties
8
Kennis van gespecialiseerde transportfirma’s en nodige verzekeringen
Ontloden van het vlak en architecturaal glas8 Taken
Kunnen inschatten van de risico’s van vervoer van kunstwerken
Kennis van de kenmerken van oud lood Kennis van de types lood en de loodzettingen Kunnen argumenteren waarom de loodvatting al dan niet moet worden bewaard Indien ontloding van het paneel noodzakelijk is, kunnen vervaardigen van een loodafdruk Aan de hand van de rubbing of wrijftekenening een werktekening kunnen maken: kunnen aanduiden van gegevens noodzakelijk voor een conservatie/restauratie (loodverloop, lacunes, breukverloop, zones met corrosie, bindingen van bindroeden, andere verstevigingen) Kunnen mechanisch losmaken van het lood Kunnen bewaren van fragmenten van de gebruikte loodprofielen (documentatie) Kennis van de aangewezen handgereedschappen
Het Corpus Vitrearum stelt dat de dragende structuren integraal deel uitmaken van het kunstwerk en dat het conserveren van de dragende structureren een essentieel objectief is. Ontloden gebeurt alleen indien het noodzakelijk is. De prioriteit moet gegeven worden aan het conserveren van de structuur veeleer dan aan het louter vervangen. (zie bijlage 4- consolidatie van de structuur)
28
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.2.6
Conserveren/restaureren van het vlak en architecturaal glas Taken
Vasthechten, fixeren van losse lagen
Reinigen van het glas
Verwijderen van storende en/of schadelijke elementen Verlijmen van het glas
Invullen van lacunes en retoucheren
Vlak glas op vorm brengen
Glas voorzien van een afwerkingstechniek
Competenties
Kennis van fixeermiddelen en fixeermethodes Kunnen toepassen van verschillende fixeermethoden Kunnen inschatten wanneer en op welke wijze fixatie toegelaten is Kunnen fixeren van opstuwingen Kennis van de reinigingsmethoden Kennis van het te gebruiken reinigingsmateriaal/middelen Kennis voor het oordeelkundig uitvoeren van reinigingstesten Kunnen uitvoeren van reinigingstesten Kunnen afstemmen van de reinigingsmethode en materialen op het soort van degradatie in het vlak en architecturaal glas Kunnen uitvoeren van de reiniging Kunnen oplossen en wegnemen van elementen die de goede conservatie hinderen of schade berokkenen Kennis van de verlijmingstechnieken en -materialen Kennis van correcte omgevingsvoorwaarden voor verlijming (relatieve vochtigheid) Kunnen voorbereiden van de lijmvlakken Kunnen monteren van de verlijming Kennis van retouchematerialen/ technieken Kennis van de verschillende types lacunes die glas kan vertonen Kennis van de verschillende retouchetechnieken en methodes Kennis van het visueel uitzicht van het glas Kennis van de verschillende opties in de lacune-invulling Kennis van materialen, instrumenten, technieken en methodes Kennis van de historische en actuele vakliteratuur Kunnen kalibers (vormen, sjablonen,…) voorbereiden voor het snijden, slijpen, zagen, boren, graveren enz. van glas Kunnen glas snijden en zagen Kunnen bijwerken van een glasstuk door gruizen en/of slijpen Kennis van materialen, instrumenten, technieken en methodes Kennis van de historische en actuele vakliteratuur Kennis van de bewerkingstechnieken (brandschilderen, etsen, graveren, slijpen,…) Kennis van de historische en actuele vakliteratuur omtrent de diverse glasbewerkingstechnieken Kennis van gespecialiseerde vaklui voor het uitvoeren van gespeciali-
29
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.2.7
Conserveren van het lood
Kunnen brandschilderen Kunnen een oven voor het inbranden van glasverven bedienen en programmeren Kunnen etsen van glas Kunnen beroep doen op gespecialiseerde vaklui en hen duidelijk instrueren en sturen
Competenties
Kunnen aanmaken en aanbrengen van glasverf
Conserveren van het lood, solderen en mastieken Taken
seerde bewerkingen
Solderen
Mastieken/kitten
Kennis van materiaal en technieken Kunnen herloden met respect voor: • het loodnet en de loodvoering • voor de originele vorm en breedte van de loodprofielen Kunnen loodzetten van ziel-tot-ziel In uitzonderlijke gevallen kunnen verbeteren/aanpassen van de verweving van het lood Indien het loodnet gedeeltelijk wordt behandeld: de loodflenzen kunnen zuiveren van mastiekresten Bij het behoud van oud lood, kunnen consolideren van breuken en het kunnen behandelen tegen loodcorrosie Panelen kunnen voorzien van een vaste omlijsting die de buitenste contour volgt Kennis van materiaal en technieken Kunnen beschermen van de eventuele lijmnaden Het oordeelkundig kunnen verwijderen van de loodoxidatie op de plaats waar gesoldeerd zal worden Kunnen solderen van ziel-tot-ziel Kunnen verwijderen van soldeervloeimiddel Indien noodzakelijk, soldeerpunten kunnen patineren Kennis van materialen en technieken Kunnen bepalen of mastieken nodig is (archeologische stukken) Kunnen bepalen of eenzijdig of tweezijdig moet worden gemastiekt Kunnen handmatig mastieken Omzichtig kunnen dichtwrijven van de loodflenzen Kunnen verwijderen van overtollige resten
30
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.2.8
Terugplaatsen in de raamomlijsting Taken
Terugplaatsen met beschermende buitenbeglazing9
Terugplaatsen zonder beschermende buitenbeglazing
2.2.9
Competenties
9
Kennis van de verschillende systemen van beschermbeglazing Kennis van ventilatieprincipes en - technieken Kunnen plaatsen/aanbrengen van glas in diverse raamconstructies Kennis van materiaal en technieken Kunnen plaatsen van condensgoten De panelen kunnen schuiven in het moneelwerk De panelen kunnen vastzetten met de losse brug Kunnen aanbrengen van een enkel of dubbel bad van stopverf Kunnen aanstrijken met kalkmortel
Nazien en beoordelen van het vlak en architecturaal glas Taken
Kennis van materiaal en technieken
Nazien en beoordelen van de geconserveerde delen
Raadplegen van collega’s tijdens de uitvoering van het werk
Competenties
Kunnen beoordelen van de kwaliteit van het uitgevoerd werk (ook van het eigen werk) Kunnen inzien van gemaakte fouten en deze kunnen herstellen Kunnen inschatten van de gevolgen van (zelfs kleine) fouten Kennis van de eigen grenzen van het beroep Kunnen assistentie vragen aan aannemers, architecten, kunsthistorici, andere conservator/ restauratoren etc.
Dit is een effectieve methode om de bescherming en conservering van geschilderd en brandgeschilderd glas te verzekeren. Met de huidige ervaring en het uitgevoerde onderzoek weet men dat isothermisch glas zorgt voor een verbetering van de omgevingsfactoren zonder dat directe ingrepen nodig zijn op het glasraam.
31
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.2.10 Documenteren van de conservatie/restauratie Taken
Documenteren van de conservatie/restauratie: • documenteren van de uitgevoerde conservatie/restauratie, de gebruikte materialen en technieken • aanvullen van documenten met de gegevens uit de interdisciplinaire samenwerking • documenteren van aangenomen conclusies • organiseren van de documentatie zodat andere gebruikers het gezochte terugvinden
Competenties
Kennis van de eisen van de sector Kennis van de documentatie- en rapportagetechnieken Kunnen opstellen van rapporten, tekeningen en schema’s Kunnen nemen van detailfoto’s voor en na de belangrijkste behandelingen Kunnen gebruiken van de juiste terminologie Nauwkeurig kunnen samenvatten van documentatie
2.3. Milieu Taken
Naleven van milieuvoorschriften Sorteren van afval en recuperatiemateriaal
Competenties
Kunnen toepassen van milieuvoorschriften Kennis van toxiciteit van conservatie/restauratieproducten Spaarzaam kunnen omgaan met toxische producten
2.4. Instaan voor welzijn op het werk Instaan voor welzijn op het werk betekent in de eerste plaats zorgen voor de eigen veiligheid en die van collega’s(/derden) door het naleven van veiligheidsregels en instructies. Het betekent ook zorgen voor de eigen gezondheid en die van collega’s(/derden) door onder meer aandacht te hebben voor voldoende arbeidshygiëne en voor ergonomisch handelen. Dit vertaalt zich in algemene competenties zoals veiligheidsbewust werken en gezondheidsen hygiënebewust werken.
32
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Taken
Aan de verantwoordelijke melden van • ongevallen en incidenten (ook incidenten m.b.t. agressie en geweld) • elke werksituatie die een ernstig of onmiddellijk gevaar met zich meebrengt • elk geconstateerd mankement in de beschermingssystemen
Bijstand verlenen aan de werkgever of de verantwoordelijk gestelde werknemer en hem in staat stellen • alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen m.b.t. veiligheid en gezondheid • ervoor te zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s opleveren voor de veiligheid en gezondheid binnen hun werkterrein
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties X X
X
Competenties
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Kennis van interne procedures van de onderneming of organisatie inzake het melden van incidenten, ongevallen of gevaarlijke situaties Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk Kennis van de preventiebeginselen Kunnen herkennen van potentieel gevaarlijke situaties Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid Inzicht hebben in het belang van deze meldplicht in functie van preventie Instructies correct kunnen opvolgen Kennis van de preventiebeginselen Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid Inzicht hebben in het belang van deze bijstand in functie van preventie en risicobeheersing Verantwoordelijkheidszin hebben Veiligheidsbewust werken
33
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Adequaat optreden in geval van nood/ brand (PVI, 2001, p.19) • collega’s en verantwoordelijke verwittigen • bij brand o.a. hulpdiensten oproepen, juiste blusmiddelen gebruiken, geen liften gebruiken, laag op de grond blijven bij veel rook
Ergonomisch werken
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Signaleren van stresssituaties aan de verantwoordelijke
X
X
Op een positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid dat wordt tot stand gebracht in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
X
X
X
Adequaat kunnen reageren in noodsituaties (PVI, 2001, p.19) Kennis van het nood- en evacuatieplan van de onderneming of organisatie (PVI, 2001, p.19) Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Kennis van de vuurdriehoek (zuurstof, energie en brandbare stof) (PVI, 2001, p.62) Kennis van soorten branden (klasse A, B, C en D) en blusmiddelen Kennis van EHBO, zoals dat van elke burger mag verwacht worden (PVI, 2001, p.19) Kennis hebben van de risico’s van overbelasting of verkeerde belasting van het lichaam Kennis hebben van de basisprincipes voor het hanteren van lasten zonder risico’s Juiste hef- en tilbewegingen kunnen toepassen Correct kunnen hanteren van voorziene hulpmiddelen bij heffen en tillen Kennis hebben van het begrip stress op het werk Weten wat onder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan Kennis hebben van de maatregelen vastgelegd door de onderneming betreffende de bescherming van werknemers tegen geweld, pesterijen en onge-
34
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
X
Eigen deskundigheid inzake veiligheid en gezondheid opbouwen, door het volgen van opleidingen (op vraag van/aangeboden door de werkgever)
X
X
X
X
X
wenst seksueel gedrag op het werk Respectvol kunnen omgaan met collega’s Inzicht hebben in het belang van opleiding in het kader van preventie het geleerde in de praktijk kunnen brengen kritisch kunnen zijn over eigen houding en handelen
2.5. Instaan voor het bedrijfsbeheer (alleen voor zelfstandigen)
2.5.1
Voeren van de boekhouding 11
Kennis van de principes van de vereenvoudigde boekhouding Kennis van de boekingsregels
X
Kennis van de diverse dagboeken
X
Kunnen boeken van verrichtingen van aankoop en verkoop (verkoopfactuur, aankoopfactuur, credit- en debetnota’s)
X
10
Voeren van een vereenvoudigde boekhouding • Op regelmatige basis bijhouden van het aankoopboek en het verkoopboek • Dagelijks bijhouden van de financiële dagboeken • Jaarlijks opmaken van
Kunnen bijwerken van de aan- en verkoop-
KLEIN12
Competenties
MICRO10
Taken
X
X
De tabellen bedrijfsbeheer zijn opgesteld voor zelfstandigen in kleine en micro-ondernemingen. Wie dat zijn wordt expliciet gedefinieerd in de recentelijk herschreven aanbeveling van de Europese commissie (06/05/03): “Art.2. Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen euro of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen euro niet overschrijdt. Binnen de categorie KMO’s is een kleine onderneming een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen euro niet overschrijdt. Binnen de categorie KMO’s is een “micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen euro niet overschrijdt.”
11
12
De taken en competenties van een zelfstandige verschillen naargelang het gaat om een micro onderneming of een kleine onderneming. De kruisjes geven deze nuance aan. In artikel 2 van de aanbeveling van de Europese Commissie (06/05/03) wordt een ‘micro-onderneming’ omschreven als een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen euro niet overschrijdt. In datzelfde artikel wordt een ‘kleine onderneming’ omschreven als een onderneming waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen euro of het jaarlijks balanstotaal 43 miljoen euro niet overschrijdt.
35
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
de volledige inventaris
Voeren van een dubbele boekhouding: • opstellen van de beginbalans • registreren tijdens het boekjaar van alle verrichtingen in het grootboek en het dagboek • voorlopig opstellen van proefen saldibalans • inventaris opstellen, het resultaat berekenen • opstellen van de definitieve proef- en saldibalans • opstellen van de eindbalans en de resultatenrekening • samenstellen van de jaarrekening
boeken Kunnen bijwerken van de financiële dagboeken
X
Jaarlijks kunnen opstellen van de inventaris en samen met de jaarrekeningen kunnen noteren in het inventarisboek
X
X Kunnen interpreteren van de boekhouding: zien van verbanden tussen de verschillende documenten en posten van de vereenvoudigde boekhouding X Op basis van de vereenvoudigde boekhouding passende acties kunnen ondernemen Efficiënt kunnen communiceren met een boekhouder/ accountant Kennis van de principes van het dubbel boekhouden Kennis van de eisen waaraan de boekhouding van een kleine onderneming moet voldoen Kennis van het rekeningstelsel (MAR) Kennis van de rubrieken van de balans Kennis van de boekingsregels Kennis van de actief- en passiefrekeningen Kunnen opstellen van de balans (actief- en passiefposten) Kunnen aanbrengen van wijzigingen aan de actief- en passiefzijde Kunnen invullen van het grootboek Alle verrichtingen volgens datum inschrijven in een dagboek: kunnen debiteren en crediteren in het dagboek Kennis van ‘te betalen BTW’ en ‘terug te vorderen BTW’ Kunnen opstellen van de proef- en saldibalans
X X
X
X X X X X X X X
X X
Kennis van de kosten- en opbrengstenrekeningen
X
Kunnen boeken van de kosten en opbrengsten
X
Kunnen berekenen van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat en het uitzonderlijk resultaat
X
Kunnen samenstellen van de balans, de resultatenrekening
X
Afhankelijk van de soort onderneming (micro, klein, groot) een verkort of een volledig
X
36
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.5.2
schema van de jaarrekening gebruiken ( KB 12/09/1983) Kunnen interpreteren van de dubbele boekhouding: zien van verbanden tussen de verschillende documenten en posten van een boekhouding Op basis van de dubbele boekhouding passende acties kunnen ondernemen
X
Efficiënt kunnen communiceren met de boekhouder/accountan
X
Voeren van het financieel beleid
Opstellen van een eenvoudig financieel plan aan de hand van de boekhouding • Bepalen van de financiële structuur van de onderneming: permanente middelen, vaste activa, basisvoorraad, omzet, leverancierskrediet, betalingswijze voor de cliënten
KLEIN
Competenties
MICRO
Taken
13
X
Kennis van de basisprincipes voor het opmaken van een eenvoudig financieel plan13
X
X
Kunnen ingeven van de middelen (bijvoorbeeld eigen vermogen) die de oprichters ter beschikking stellen van de onderneming
X
X
X
X
Kunnen beschrijven van de noodzakelijke X vaste activa (investeringsbehoeften): terreinen en gebouwen, bedrijfsmaterieel, meubilair, rollend materieel, overige vaste activa, oprichtingskosten, immateriële waarden
X
Kunnen ramen van de omzet (zie ook taak: analyseren van de onderneming en zijn omgeving)
Kunnen berekenen van de afschrijvingen en de netto af te schrijven waarden
X
Kunnen opstellen van een aflossingstabel: aanschaffingswaarde, afschrijvingspercentage voor elke categorie
X X
Kunnen vastleggen van de voorraden (rekeX ning houdend met de hoeveelheden die moeten worden aangekocht) om het verkoopbudget te realiseren en rekening houdend met het bevoorradings- en veiligheidscoëfficiënt
X
Kunnen bepalen van de omvang van het leverancierskrediet (in functie van de handelsgoederen, grondstoffen, hulpstoffen en voorzien uitgaven)
X
X
Het opmaken van een financieel plan kan enkel als er een goed ondernemingsplan is opgesteld.
37
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
• Opstellen van de resultatenrekening
• Bestuderen van de technische balans/structuurbalans
Uitvoeren van een kostenanalyse • omzet en verkoopprijs (met winstmarge) berekenen: berekenen van de kostprijzen van het voorbereid product en de verantwoorde verkoopprijs van het afgewerkt product • berekenen van de winstmarge • berekenen en interpreteren van het bedrijfsresultaat • berekenen van solvabiliteit, liquiditeit en rendabiliteit Aanwenden en evalueren van kredietvormen, kredietmiddelen, betalingsmiddelen
Kunnen bepalen van de betalingswijze voor de cliënten
X
X
Kunnen opvolgen van debiteuren en crediteuren
X
X
Kunnen concretiseren van de verschillende posten van de resultatenrekening (60 en 70 rekeningen)
X
X
Kunnen bekijken van de technische balans/structuurbalans en daaruit de nodige conclusies kunnen trekken naar: • De vaste activa • De basisvoorraad • De vorderingen cliënten • Het leverancierskrediet • Eigen middelen • Kasgeld Mogelijke incoherenties kunnen opsporen in de verkoopvooruitzichten, de kostenprognoses, de investeringsplannen en de financiële middelen waarover men zou kunnen beschikken
X
X
X
X
X
Kennis van de technieken voor het evalueren van het gevoerd financieel beleid: kennis van de begrippen solvabiliteit, liquiditeit en rendabiliteit
X
X
Kunnen vaststellen en beheersen van de vaste en variabele kosten
X
X
Kunnen bereken van het break even point
X
X
Een inzicht kunnen krijgen in de winstmarge en winstgevendheid van de producten, markten en klanten
X
X
Kennis van de verschillende kredietformules: (bijv. investeringskrediet, leverancierskrediet)
X
X
Kennis van de voor- en nadelen van de verschillende kredietformules (bijv. kortingen voor contante betaling, de kosten van betalinguitstel)
X
X
Kennis van de financieringsbehoeften en vormen op korte en lange termijn
X
X
Kunnen beheersen van financieringsvormen op korte en lange termijn (bijvoorbeeld leasing)
X
X
Kunnen aangeven van bijkomende conclusies en inlichtingen bij het financieel plan
38
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.5.3
Kunnen onderscheiden van verschillende betalingsmodaliteiten Kunnen gebruiken van betaalmiddelen
X
X
X
Naleven van de fiscale verplichtingen
Voldoen van de administratieve verplichtingen in verband met BTW (aangiften, listings en belastingaangiften°
Voldoen van administratieve verplichtingen in verband met vennootschapsbelasting, personenbelasting
KLEIN
Competenties
MICRO
Taken
X
Kennis van de werking van de BTW
X
X
Kunnen bepalen van de het BTW stelsel en verplichtingen in functie van de eigen onderneming
X
X
Kennis van de BTW-rekeningen Kennis van de wettelijk vereiste tijdstippen waarop een BTW-aangifte en listing moet worden ingediend
X X X
X
Kunnen toepassen van de verschillende tarie- X ven eigen aan het beroep
X
Kunnen berekenen van aftrekbare en terugvorderbare BTW
X
X
Kunnen uitreiken van de facturen aan BTWplichtigen
X
X
Maandelijks of per kwartaal kunnen maken X van een BTW-afrekening zodat de BTW kan worden afgerekend met de BTW-administratie
X
Kunnen opstellen en indienen per kwartaal, maand of jaar van een BTW-aangifte
X
X
X
X
Kunnen ramen van het verschuldigde BTWbedrag dat bij het verstrijken van het kwartaal/maand moet worden betaald
X
X
Kunnen toepassen van het fiscale stelsel op de concrete situatie van de onderneming
X
X
Indien nodig, jaarlijks kunnen opstellen en indienen bij het BTW-controlekantoor van de listing met belastingplichtigen of intracommunautaire opgave
39
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
2.6. Beginnende beroepsbeoefenaar De huidige generatie conservator/restauratoren heeft meestal een hogeschoolopleiding genoten en weet dat een wetenschappelijk vooronderzoek elke handeling aan het kunstwerk vooraf gaat. Naast het aanwenden van zijn academische kennis, zal de C/R ook interdisciplinair met andere experten (bijvoorbeeld kunsthistorici en laboranten) samenwerken voordat de C/R start aan de conservatie/restauratiefase. Voor een beginnend beroepsbeoefenaar zijn zowel de attitude als de vaardigheden belangrijk (zie sleutelvaardigheden). Gezien de complexiteit van zijn takenpakket moet hij ook na het behalen van zijn diploma zich continu bijscholen.
3. Competenties Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas moet beschikken.
3.1. Algemene beroepskennis Conservatie/restauratie bevindt zich op de grens tussen kunst, kunstwetenschap en natuurwetenschap. De conservator/restaurator van muurschilderingen dient de eigenheden en methodologieën van deze disciplines te kennen (ECCO, 2002). 1.
2.
Een glasraam op haar essentie kunnen beoordelen. Kennis hebben van: kunstfilosofie kunstgeschiedenis kunsttechnologie cultuurgeschiedenis De fysische veranderingen die het kunstwerk in de loop der tijden ondergaat kunnen identificeren, duiden naar hun oorzaken en eventueel behandelen. Basiskennis hebben van: scheikunde fysica
40
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
biologie klimatologie mineralogie kleurentheorie
Zowel met betrekking tot de oorspronkelijk gebruikte materialen, de voor de conservatie/restauratie te gebruiken producten, de verouderingsmechanismen en de producten als de onderzoeksmethodes 3.
4.
5.
Kennis van de vaktypische maatregelen die de C/R kan (laten) treffen om de oorzaken van de schade op te kunnen heffen, respectievelijk te milderen en het kunstwerk, als zodanig en als fysisch object, zo “authentiek” mogelijk te bewaren. De C/R zal de kennis vermeld onder 1 en 2 daartoe aanvullen met kennis omtrent: Vakeigen deontologie en ethiek Kennis van methodes van wetenschappelijk onderzoek Kennis van methodes, instrumenten en technieken van preventieve conservering, curatieve conservering en restauratie, restauratietheorie en restauratiegeschiedenis (Geschiedenis van materialen en technieken, technologie en productieprocessen. Identificatie en studie van alteratieprocessen.) Vakeigen materialen, instrumenten, technieken met betrekking tot: • ingrepen op het kunstwerk zelf • documentatie van ingrepen en eigenheden van het kunstwerk • monitoring Kennis van verschillende talen om vakliteratuur te kunnen raadplegen om internationale contacten te onderhouden Kennis van wetgeving met betrekking tot het specifieke beroep
(b.v. charters, professionele statuten, decreten, verzekering, zaken en belastingswet)
41
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
6.
Kennis van vervoer van cultureel bezit
7.
Kennis van welzijn op het werk
Basiskennis van de wetgeving met betrekking tot het welzijn op het werk Kennis van het doel en de uitgangspunten van de wetgeving met betrekking tot welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk (Wet van 4 augustus 1996, ARAB en Codex). Kennis van de functie en bevoegdheden van door de overheid aangewezen toezichthoudende instanties met betrekking tot arbeidsomstandigheden (o.a. arbeidsinspectie). Kennis van de regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever) Kennis van de terminologie met betrekking tot welzijn op het werk Kennis van de begrippen veiligheid en gezondheid. Kennis van de begrippen gevaar, risico, schade, ongeval en incident. Kennis van de begrippen preventie en risicobeheersing. Kennis van de begrippen stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Kennis van de preventie van ongevallen Kennis van de mogelijke bronnen van gevaar op het werk. Kennis van ongevallenpreventie met aandacht voor de mens, de techniek, de omgeving en de organisatie. Kennis van de preventiebeginselen. Kennis van manieren om gevaarlijke situaties op te heffen. Gevaarlijke handelingen kunnen herkennen en kennis hebben van manieren om deze te verbeteren. Kennis van de procedures voor rapportering van ongevallen en bijna ongevallen. Kennis van veiligheidssignalisatie Kennis van de verschillende soorten tekens, symbolen, borden, kleuren voor verbod, gebod, waarschuwing, redding en aanwijzingen, brandbestrijding, gascilinders. Kennis van de gevaarsaanduidingen op etiketten. Kennis van de aanduidingen voor de brandklassen, elektriciteit, CE-keurmerk,… Kennis van ergonomie Kennis van de risico’s van een slechte houding voor de gezondheid (belasting van rug, gewrichten, spieren,…). Kennis van de basisprincipes van het hanteren van lasten zonder risico’s. Kennis van de juiste hef- en tiltechnieken. Kennis van de beschikbare hulpmiddelen bij heffen en tillen. Basiskennis van brandblussen en EHBO Kennis van brandblussen. Kennis van de vuurdriehoek (zuurstof, energie en brandbare stof). Kennis van soorten branden (klasse A, B, C en D) en blusmiddelen. Kennis van EHBO, zoals dat van elke burger mag verwacht worden.
42
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
8.
Kennis van bedrijfsbeheer (alleen voor zelfstandigen)
Kennis van boekhouden Kennis van boekhouden voor een micro-onderneming Kennis van de principes van de vereenvoudigde boekhouding. Kennis van de eisen waaraan de boekhouding van een micro-onderneming moet voldoen. Basiskennis van de principes van het dubbel boekhouden. Kennis van de boekingsregels. Kennis van de diverse dagboeken, leveranciers- en klantenkaarten. Kennis van boekhouden voor een kleine onderneming Kennis van de algemene eisen en de principes van het dubbel boekhouden: kennis van het MAR rekeningenstelsel, kennis van de rubrieken van de balans, kennis van de boekingsregels, kennis van de actief- en passiefrekeningen, kennis van de kosten- en opbrengstenrekening. Kennis van de posten terug te vorderen en te betalen BTW. Kennis van een boekhoudkundig softwareprogramma. Kennis van de basisinhoud van de boekhoudwetgeving. Kennis van het financieel beleid Kennis van de basisprincipes voor het opmaken van eenvoudig financieel plan. Kennis van de verschillende kredietformules zoals investeringskrediet en leverancierskrediet en de voor- en nadelen ervan. Kennis van de verschillende financieringsvormen op korte en lange termijn. Kennis van de technieken voor het evalueren van het gevoerd financieel beleid: kennis van de begrippen solvabiliteit, liquiditeit en rendabiliteit. Kennis van de instanties die een zelfstandige bijstaan. Kennis van subsidie- en steunmaatregelen voor een starter en/of zelfstandige.Kennis van de voor- en nadelen van de verschillende kredietformules (bijv. kosten van betalinguitstel). Kennis van wetgeving met betrekking tot het bedrijfsbeheer Sociaal statuut. Kennis van het sociaal statuut van de zelfstandige: kennis van de sociale rechten en plichten van zelfstandigen (hoofd- en bijberoep), zelfstandige helpers en echtgenoten, kennis van het sociaal statuut van de zelfstandige ondernemer t.o.v. een werknemer. Kennis van vestigingswetgeving. Kennis van de voorwaarden om zich te vestigen als ondernemer (bedrijfsbeheer + beroepskennis). Kennis van de wettelijke verplichtingen die bij het opstarten van een zaak in orde moeten worden gebracht (aansluiting sociale verzekeringskas, bijdragen RSZ, aansluiting bij een ziekenfonds. Kennis van de nodige extra vergunningen voor het uitoefenen van het beroep.
43
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Kennis van de basisinhoud van de vennootschapswetgeving. Kennis van soorten ondernemingen: verschil tussen een eenmanszaak en een vennootschap kennen, kennis van de kenmerken van de verschillende vennootschapsvormen (in functie van beperkte aansprakelijkheid of niet, vereist minimumkapitaal, boekhoudkundige en andere verplichtingen). Kennis van de basisinhoud verbintenissenrecht. Kennis van de wet op de handelspraktijken. Kennis van handelshuur. Kennis van de geldigheidsvereisten van het contract. Kennis van de bewijsmiddelen in verband met een contract. Kennis van de wijze van tenietgaan van een in/verkoopcontract. Kennis van de basisinhoud van de fiscale wetgeving. Kennis van het begrip BTW en de personen die BTW-plichtig zijn, kennis in welke gevallen voor de beroepsbeoefenaar BTW aftrekbaar is, kennis onder welk BTW-regime de onderneming valt (zoals het forfaitair of het normaal stelsel), kennis van de vrijstellingsregeling, kennis van de wettelijk vereiste tijdstippen waarop een BTW- aangifte en listing moet worden ingediend, kennis van de betalingstermijnen verschuldigde BTW. Kennis van verzekeringen Kennis van de mogelijke aanvullende verzekeringen: kennis van het nut van een inkomensgarantieverzekering, brandverzekering, arbeidsongevallenverzekering, verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voertuigen. Kennis van de wettelijke verzekeringen die moeten worden afgesloten, voor welke risico’s en tegen welke kostprijs.
9.
Kennis van milieu
Kennis van geldende milieunormen
3.2. Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep van conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas. Onderstaande sleutelvaardigheden werden reeds als belangrijk voor dit beroep aangeduid.
44
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Sleutelvaardigheid
Bereid zijn te leren
Communicatief vaardig zijn
Doorzettingsvermogen
Gevoel voor historische substantie
Inventief zijn14
14
Omschrijving Bereid zijn en in staat zijn de eigen competenties te verbreden en te verdiepen. Actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbeteren en te verdiepen. Een conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas moet de bereidheid hebben om zich voortdurend te ontwikkelen (levenslang te leren) teneinde optimaal gebruik te maken van de nieuwste inzichten op het vakgebied. De C/R moet de evoluties van het vakgebied volgen. Het raadplegen van vakliteratuur is noodzakelijk. De C/R moet in staat zijn om te communiceren met de uitvoerders van parallelle onderzoeken (archivalisch, kunsthistorisch, chemisch en fysisch onderzoek). De C/R moet in staat zijn om gerichte vragen te stellen over de onderzochte problematiek aan de onderzoekers. De C/R moet in staat zijn om met de opdrachtgevers te communiceren over de resultaten, de conservatie/restauratieopties en de voorgestelde behandelingen. De lokale verantwoordelijken geeft de C/R tevens informatie en raad in verband met het desinfecteren, de controle en het onderhoud van het geheel. De C/R moet in staat zijn keuzes te argumenteren naar opdrachtgevers en overheidsdiensten. Erop gericht zijn, ondanks moeilijkheden een doel te bereiken. Een langlopend project tot een goed einde weten te brengen. Conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas heeft oog voor de stilistische, kunsthistorische betekenis van het object. De C/R moet in staat zijn diverse bronnen te raadplegen en te zoeken (heuristiek). Deze inzichten zullen mee de uitvoering beïnvloeden. (zie bijlage 3) Een conservator/restaurator moet inventief zijn op het vaktechnisch gebied. De C/R moet zoeken naar oplossingen voor onvoorziene omstandigheden. De C/R komt bij de uitvoering steeds andere problemen tegen waardoor verantwoorde inventiviteit en improvisatievermogen belangrijk zijn. Indien nodig, moet de C/R van de plannen kunnen afwijken. Dit laat geen gestandaardiseerde werkwijze toe.
Inventief zijn betekent in de context van dit beroep niet dat de C/R nieuwe culturele objecten moet creëren. Zij gaan nooit reconstrueren wat niet meer bestaat of wat niet meer bewaard kan worden.
45
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Kritisch ingesteld zijn
Kwaliteitsbewust werken
Teamgericht kunnen werken
Leiding kunnen geven
Veiligheidsbewust werken
Gezondheidsbewust werken
In staat zijn om de keuzes en de werkwijze in vraag te stellen en kritisch te evalueren als een voortdurend proces. Om de kwaliteit van het werk te kunnen waarborgen is een kritische instelling met betrekking tot het eigen werk en de gemaakte keuzes van belang. Telkens de C/R met vlak en architecturaal glas start, zal de C/R volgens de eisen en behoeften van het object moeten werken. Kritiek kunnen aanvaarden. Eigen grenzen kennen en respecteren. De C/R moet zorg besteden aan het eigen handelen en aan het te conserveren/restaureren object. De C/R werkt immers met unieke artefacten die een bijzondere waarde hebben voor het cultureel erfgoed. Een slechte conservatie/restauratie is onomkeerbaar. Integrale kwaliteitszorg is een sleutelbegrip. Naast de uitvoering van het voorbereidend werk, staat de C/R gedurende heel het proces in voor de kwaliteitscontrole in de verschillende fases van de opdracht. Zo is de kwaliteit van het onderzoeksverslag en het behandelingsvoorstel bijvoorbeeld cruciaal voor de kwaliteit van het afgewerkt product. Het glasraam zodanig conserveren dat de beroepsbeoefenaar tevreden is over de eigen prestatie over het uitgevoerd werk. De C/R werkt kwalitatief en voelt zich verantwoordelijk over zijn werk. De inbreng van de conservator/restaurator is ondergeschikt aan de historische en culturele waarden van het object. In staat zijn om bij de conservatie/restauratie van vlak en architecturaal glas te kunnen samenwerken met ervaren conservator/ restauratoren, restauratievakmannen, historici en wetenschappers,… De C/R is in staat een groep te sturen en kan met behulp van samenwerkingsverbanden, gestelde doelen bereiken. De C/R is in staat om een individu te sturen om gestelde doelen ten aanzien van diens taak te bereiken. Een C/R werkt veiligheidsbewust wanneer een veilige manier van werken een evident onderdeel van zijn handelen wordt. Het betekent ook dat de C/R in staat is kritisch naar het eigen handelen te kijken voor wat betreft de veiligheid om het, indien nodig, bij te sturen. Veilig werken betekent dat de werknemer tijdig kan herkennen van wat fout kan gaan (= gevaren kennen en risico’s herkennen), de risico’s juist kan beoordelen (= risico juist evalueren) en er gepast op kan reageren (= risico beheersen). De C/R heeft bij het uitvoeren van zijn taken aandacht voor de impact ervan op de eigen gezondheid en voor de preventieve maatregelen die de C/R kan nemen bijvoorbeeld: de juiste houding aannemen bij het manueel hanteren van lasten
46
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
3.3. Specifieke vereisten De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas moet ook over een aantal specifieke vereisten beschikken voor het uitoefenen van het beroep:
Motorische vaardigheden en inzicht bezitten. Hij moet met zijn handen fijn motorische handelingen kunnen stellen bij de conservering van een artefact.
Hij moet een goed gezichtsvermogen hebben, kleuren en kleurschakeringen kunnen onderscheiden.
4. Bijzondere arbeidsomstandigheden Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico’s die hiermee verbonden zijn. Typische omstandigheden waarin wordt gewerkt zijn:
De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas werkt aan een glasraam dat meestal deel uitmaakt van een gebouw.
Coördinatie van gelijktijdige werken in het gebouw. Grondig overleg met de andere aannemers is noodzakelijk om de werken vlot en logisch op elkaar te laten volgen.
In de hoogte werken. Het werken met fragiel materiaal
Ook geven we een overzicht van een aantal beroepsspecifieke risico’s en hun mogelijke preventie.
Werken met arbeidsmiddelen. Arbeidsmiddelen zijn alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties. Gevaar-risico De gevaren inherent aan arbeidsmiddelen zijn mechanische, elektrische of thermische gevaren, gevaren veroorzaakt door lawaai, trilling, straling, gevaren die ontstaan door de materialen of producten die worden verpakt, gevaren veroorzaakt door het verwaarlozen van ergonomische principes en gevaren veroorzaakt door het ontbreken van en/of foutief geplaatste veiligheidsvoorzieningen. De risico’s bij het gebruik van arbeidsmiddelen bestaan uit het contact van personen met bewegende machineonderdelen, mechanische fouten of defecten, elektrische fouten of defecten of ongepast reageren (door bijvoorbeeld vergissingen, vermoeidheid, overdreven ijver, traagheid…).
47
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
De meest voorkomende letsels door het gebruik van arbeidsmiddelen zijn kneuzingen en wonden (snijwonden, brandwonden,…) verstuikingen, oogletsels door wegvliegende deeltjes en inspanningspijnen. Preventie Doorgaans wordt verwacht van een werknemer dat de C/R de nodige oplettendheid aan de dag legt bij het gebruik van arbeidsmiddelen en dat de C/R de veiligheidsvoorschriften nauwkeurig toepast. De werknemer die arbeidsmiddelen gebruikt, dient zich ook te houden aan de instructies met betrekking tot het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Producten met gevaarlijke eigenschappen zijn brandbare producten, gezondheidsschadelijke producten of milieubedreigende producten. Het kan gaan om grondstoffen, tussenproducten, bijproducten, eindproducten, afvalstoffen of brandstoffen, onderhoudsproducten, reinigingsproducten, inkten, solventen, verven of vernissen. Ook het object en de omgeving kunnen risico’s veroorzaken zoals loodintoxicatie, snijdwonden en longaandoeningen (veroorzaakt door micro-organismen en dierlijke uitwerpselen.) Gevaar-risico De gevaarlijke eigenschappen worden omschreven als ontplofbaar, oxiderend, ontvlambaar, giftig, schadelijk, corrosief, irriterend, ecotoxisch, kankerverwekkend, teratogeen, mutageen of sensibiliserend… Het risico ontstaat bij verkeerd gebruik van deze producten met gevaarlijke eigenschappen. De producten kunnen inwerken op het menselijk lichaam door inademing, contact met de huid en slijmvliezen of inname langs de mond. De omgeving, het milieu, de atmosfeer en de biosfeer kunnen schade oplopen door brand en explosie, vervuiling van de lucht, water en bodem, aantasting van plantengroei… Preventie • De beste preventiemaatregel is, indien mogelijk, het product niet te gebruiken maar te vervangen door een minder schadelijk product dat uiteraard niet schadelijk is voor het kunstwerk. • Indien het gebruik van een product met gevaarlijke eigenschappen onvermijdelijk is, moet de werknemer goed geïnformeerd zijn. De werknemer moet alle gevaarlijke chemische agentia waarmee de C/R op de arbeidsplaats mogelijk in aanraking komt kennen en de plaats kennen waar ze zich bevinden. De C/R moet de risico’s kennen voor mens en milieu, de C/R moet weten hoe het product moet worden gestockeerd en hoe men veilig kan werken met het product. Al deze informatie staat op het etiket. Om deze etiketten goed te begrijpen moet de werknemer gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen kunnen herkennen. De C/R moet kennis hebben van de belangrijkste veiligheidsaanbevelingen met betrekking tot gevaarlijke stoffen. • Naast etiketten beschikken bedrijven ook over veiligheids- en gezondheidskaarten die informatie verstrekken over gevaarlijke producten. De werknemer moet ze steeds kunnen raadplegen en begrijpen. • De werknemer moet gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals aangepaste kledij of ademhalingsbescherming, indien dit nodig is. • Tenslotte dient de werknemer zich bewust te zijn van het belang van persoonlijke hygiëne bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Werken in de hoogte. Ladders, stellingen, hoogwerkers, liften, werkbakken worden gebruikt om in de hoogte werken uit te voeren.
48
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Gevaar-risico Vallen is één van de meeste gekende risico’s van werken in de hoogte (of in de diepte). Preventie • Ter preventie dienen de werknemers maatregelen te nemen om te vermijden dat men valt, om te vermijden dat voorwerpen vallen en veel schade aanrichten. Hiertoe moet de werknemer veilig gebruik maken van materieel dat wordt gebruikt bij het werken op hoogte zoals ladders en trappen, staande stalen steigers, hangsteigers, rolsteigers, hoogwerkers, werkbakken ingericht voor personen, en zo meer. • Werknemers moeten bepaalde regels naleven bij het gebruik van ladders en stellingen15. Wanneer het werk dat moet gebeuren langere tijd duurt, moet de werknemer de voorkeur geven aan een stelling boven een ladder. Wanneer het werk in de buurt van elektriciteit plaatsvindt, gebruikt de werknemer geen metalen ladder, maar wel een ladder van kunststof of hout. • Collectieve valbeschermingen dienen geplaatst te worden en veilig gebruikt te worden. Men kan bijvoorbeeld leuningen of afschermingen zetten voor alle openingen in een gevel, indien dit ontoereikend is, moeten een vangvloer of vangnetten geplaatst worden. • Indien leuningen of vangnetten onmogelijk zijn of onvoldoende bescherming bieden, dient de werknemer persoonlijke valbescherming te gebruiken (vb. veiligheidsharnas).
Invloed van licht, klimaat en thermische omgevingsfactoren… Gevaar-risico Een niet aangepast klimaat (Slechte verlichting en verluchting, temperatuur (te warm of te koud), te hoge luchtvochtigheidsgraad) en geluidsoverlast zijn omgevingsfactoren die niet alleen storend en vermoeiend kunnen zijn, ze kunnen ook echt schadelijk zijn voor de gezondheid. Ze kunnen aanleiding geven tot vage klachten van hinder en ongemak, een verhoogd afwezigheidcijfer, een afnemend rendement, een verhoogde ongevallenfrequentie. Lawaai kan bijvoorbeeld vermoeidheid en stress met zich meebrengen en ook de concentratie verminderen, wat dan weer de veiligheid in gevaar brengt. Trillingen van arbeidsmiddelen worden overgebracht op het lichaam van diegenen die er aan blootgesteld worden. Trillingen van handwerktuigen kunnen bloedvaten, botten, gewrichten, zenuwstelsel of spierstelsel aantasten. Preventie De werkgever moet goede verlichting en verluchting voorzien en lawaaierige machines isoleren. Ook bij trillingen moet de werkgever preventieve maatregelen nemen. Klimaat • Indien het risico niet volledig kan worden uitgeschakeld of kan worden beperkt door technische collectieve maatregelen, kan men het risico trachten te beperken door de organisatie van het werk. De kans op vermoeidheid of schade kan inderdaad worden verminderd door de blootstellingduur aan het risico te beperken. • De werknemer kan of moet, door de werkgever ter beschikking gestelde, persoonlijke beschermingsmiddelen aanwenden om zich te beschermen tegen overblijvende ‘gevaarlijke’ of ‘ongezonde’ situaties. Zo moet de C/R bijvoorbeeld gehoorsbescherming dragen vanaf meer dan 90 dB(A). Indien de werkzaamheden in de openlucht gebeuren moeten de werknemers zich daartegen beschermen door aangepaste kledij te dragen.
15
Om een stelling te mogen monteren, demonteren of verankeren moet je een aangepaste opleiding gevolgd hebben. De stelling mag pas gebruikt worden als een bevoegd persoon ze heeft gecontroleerd.
49
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
5. Arbeidsorganisatie De opdrachtgevers voor de conserveringsopdrachten kunnen uiteenlopend zijn: zowel particuliere eigenaars als musea, burgerlijke en kerkelijke overheden,… In hoofdzaak werkt de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas voor de overheid en kerkelijke overheden. De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas werkt als zelfstandige, werknemer in een atelier, openbare dienst, wetenschappelijke instelling of onderwijs. Meer en meer worden pas afgestudeerden aangeworven door ateliers en uit de interviews blijkt dat er de laatste jaren nog zelden conservators/restauratoren van vlak en architecturaal glas starten als zelfstandigen. De zelfstandige ondernemingen waar de C/R werkt, zijn in te delen in twee groepen. Enerzijds zijn er de eenmanszaken waar de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas als zelfstandige conserveringsopdrachten uitvoert. Deze eenmanszaken werken bij grote conserveringsopdrachten samen met een andere zelfstandige conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas en verdelen het werk onder elkaar. Anderzijds zijn er grotere ateliers die meestal één of twee conservators/restauratoren van vlak en architecturaal glas in dienst hebben naast een grotere groep van glazeniers. In deze ateliers heeft de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas een sleutelpositie voor de werfopvolging en controle van de conservatie/restauratieopdrachten. Het werk wordt zowel uitgevoerd in situ (demontage en montage) als in het atelier. De arbeid wordt telkens georganiseerd in functie van het specifiek kunstobject. Het merendeel van de conservaties/restauraties gebeuren in het atelier. Voor sommige werken wordt er ter plaatse een atelier ingericht.
6. Knelpunten 1.
Het beroep van conservator/restaurator is niet wettelijk beschermd16. Dit betekent dat niet gekwalificeerden kunnen werken aan onroerend kunstbezit, in casu de glas-inloodramen. Deze situatie is gevaarlijk omdat kunstbezit uniek is en een ondeskundige behandeling nooit meer kan teniet worden gedaan. Het probleem van de bescherming van het beroep hangt nauw samen met de erkenning van diploma's en dus met de opleidingsmogelijkheden aan erkende onderwijsinstellingen.
16
In Vlaanderen is er momenteel één opleiding tot conservator/restaurator erkend (hogeschool Antwerpen). Voor het Franstalig landsgedeelte is er geen opleiding.
50
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Momenteel kan men aan de Hogeschool Antwerpen, Departement Conservatie en Restauratie een wettelijk erkend diploma van academisch niveau behalen. 2.
Als knelpunt werd soms de wettelijke scheiding tussen het onderzoek en de eigenlijke restauratie/conservering aangegeven. Artikel 78 van het KB van d.d. van 08 januari 1996 houdt een verbod in voor aannemers, leveranciers of dienstverleners om deel te nemen aan de procedures voor de gunning van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten die zij zelf hebben onderzocht, bestudeerd of ontwikkeld. In het Staatsblad van 27 februari 2004 is het Koninklijk Besluit van 18 februari 2004 gepubliceerd. Dit KB wijzigt de regelgeving rond overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. Zo versoepelt dit KB de bepalingen betreffende het toegangsverbod tot bepaalde opdrachten in artikel 78 van het KB van 8 januari 1996. Het onweerlegbaar vermoeden dat de persoon die een voorstudie, een voorbereidend onderzoek e.d. heeft uitgevoerd een concurrentievoordeel heeft, is geschrapt. In de plaats daarvan moet het bestuur, alvorens een gemotiveerde beslissing te nemen, met een aangetekende brief de inschrijver om een verantwoording vragen waarom hij meent geen concurrentievoordeel te hebben. De inschrijver beschikt over 12 kalenderdagen vanaf de verzending om te antwoorden. Deze termijn is een minimumtermijn; er kan een langere termijn worden toegestaan. Ten slotte kan de inschrijver de voormelde verantwoording spontaan bij zijn offerte voegen, waardoor hem geen verantwoording meer moet worden gevraagd.
3.
Pas afgestudeerden missen in de eerste plaats praktijkervaring Daarnaast hebben zij weinig kennis van het zelfstandig voeren van het bedrijf. Dit is een extra drempel voor de pas afgestudeerde conservator/restaurator die eventueel als zelfstandige wenst te starten. Vaak hebben zij niet voldoende kennis in de administratieve procedures die het werk van de conservator/restaurator vergt. De betoelaagde opdrachten vergen een gestandaardiseerde administratieve procedure: het bestek moet opgesteld worden in een door de overheid voorgeschreven vorm. Ook met lokale overheden heeft de C/R te maken.
4.
De conservatie/restauratiewerf is een zeer specifieke werkplek. Soms kunnen bijkomende problemen ontstaan doordat verschillende aannemers of hun werknemers hun uitvoering niet aan elkaar aanpassen. Hierdoor ontstaat soms extra schade aan het vlak en architecturaal glas. Met goed overleg en duidelijk afspraken kan dit worden vermeden.
51
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
7. Toekomstige evoluties 7.1. Algemeen Het beroep conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas is constant in evolutie. Enerzijds wordt de evolutie gestuwd door de wetenschap die nieuwe inzichten biedt in de oorspronkelijk gebruikte technieken, materieel en materiaal. Nieuwe technieken vinden langzaam hun weg tot dit beroep. Het is niet ondenkbaar dat het gebruik van deze technieken nog in belang zal toenemen. Veel hangt af van hun praktische bruikbaarheid en hun kostprijs. Naast de ontwikkelingen van de conservatie/restauratiewetenschap hebben ook de maatschappij en de tijdscontext invloed op de opvattingen omtrent de omgang met het erfgoed. De deontologische codes vormen voor de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas de basis en de leidraad voor een verantwoorde uitoefening van zijn vak. De grote verantwoordelijkheid die de C/R heeft bij het restaureren/conserveren van vlak en architecturaal glas zal in belang toenemen.
7.2. Taken Aan de hand van de voorgaande takentabellen kunnen voor het beroep van conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas de volgende trends in het takenpakket verwacht worden. Trend verwijst hier zowel naar het toenemend als afnemend belang van bepaalde taken in de toekomst. Daarnaast kunnen ook geheel nieuwe taken aan bod komen. Toenemende trend (taak wordt belangrijker in de toekomst)
De preventieve conservering (het voorkomen van schade door ingrepen op de omgevingsomstandigheden) De behandeling van curatieve conservering
Opdrachten tot onderzoek Afnemende trend (taak wordt minder belangrijker in de toekomst)
Ingrijpende en verregaande restauraties, het ingrijpend retoucheren en reconstrueren van verdwenen gedeeltes
7.3. Competenties Ondanks dat er afnemende trends zijn in het takenpakket, betekent het niet dat de competenties bij deze afnemende taken niet gekend moeten zijn. Er zijn geen afnemende trends in de competenties waar te nemen
52
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Toenemende trend (competentie wordt belangrijker in de toekomst)
De onderzoeksopdracht is uitgebreider dan vroeger: kennis voor een wetenschappelijke aanpak wordt belangrijker
53
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
8. Beroepenfiche Conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas (M/V) ANDERE MOGELIJKE BENAMINGEN Conservator/restaurator van glas-in-lood Conservator/restaurator van monumentaal glas Conservator/restaurator van historisch vlak glas CLUSTER OMSCHRIJVING
NIET VERWARREN MET Conservator restaurator van hol glas
De conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas onderzoekt en behandelt vlak en architecturaal glas. Elke ingreep begint met een grondig vooronderzoek, waarin gegevens worden samengebracht over de historische en materiële geschiedenis van het werk, de huidige bewaringstoestand en de oorzaken van de schade, de voorgestelde behandeling volgens de technische en esthetische noodzaken. Het vooronderzoek wordt interdisciplinair uitgevoerd. Nadat het vooronderzoek is afgerond en het behandelingsvoorstel wordt aanvaard, zal de conservator/conservator van vlak en architecturaal glas de restauratie/conservatiefase uitvoeren. Dit gebeurt steeds op basis van de resultaten en beslissingen uit het vooronderzoek. Het conserveren/restaureren is objectspecifiek en kan onder meer inhouden: het glas demonteren, transporteren en bergen en onderzoeken in het atelier. Uit het onderzoek kan ook volgen dat de C/R instaat voor het reinigen en de structurele consolidatie van het glas, het opvullen van lacunes, het doubleren, herloden, solderen en mastieken van het glas. Zodra het gebouw en de architecturale drager is gerestaureerd en het beschermend glas is aangebracht door een aannemer, gaat de C/R het glas terug monteren. De C/R geeft daarbij de opdrachtgever enkele raadgevingen om de conservering te bestendigen. Alle stappen van onderzoek en behandeling moet de C/R documenteren. Ingrepen die de conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas uitvoert moeten zo minimaal mogelijk gehouden worden om verlies van authenticiteit te vermijden. TAKEN
ONDERZOEK • Uitvoeren van het wetenschappelijk onderzoek • Analyseren en synthetiseren van de elementen uit het onderzoek • Opmaken van het onderzoeksverslag • Voorstellen van maatregelen voor een preventieve conservering • Uitwerken van een voorstellen voor een conservatie/restauratie • Documenteren van de onderzoeksfase CONSERVATIE /RESTAURATIE • Plannen en organiseren van de conserveratie/restauratie • Voorstellen van maatregelen vóór de aanvang van de werken • Demonteren van het vlak en architecturaal glas • Hanteren, (laten) vervoeren en opbergen van het vlak en architecturaal glas • Indien noodzakelijk, ontloden van het vlak en architecturaal glas • Conserveren/restaureren van vlak en architecturaal glas • Conserveren van het lood, solderen en mastieken • Terugplaatsen in de raamomlijsting • Nazien en beoordelen van het vlak en architecturaal glas • Documenteren van de conservatie/restauratie
54
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Instaan voor milieu, veiligheid, gezondheid op het werk COMPETENTIES KENNIS
Kennis hebben van kunstfilosofie,kunstgeschiedenis, kunsttechnologie, cultuurgeschiedenis Basiskennis hebben van scheikunde, fysica, biologie, klimatologie, mineralogie, kleurentheorie Kennis vakeigen deontologie en ethiek Kennis van methodes van wetenschappelijk onderzoek Kennis van methodes en technieken van curatieve conservering, preventieve conservering en restauratie, restauratietheorie en restauratiegeschiedenis Kennis van vakeigen technieken, materialen en gereedschappen met betrekking tot ingrepen op het kunstwerk zelf, documentatie van ingrepen en eigenheden van het kunstwerk, monitoring Kennis van verschillende talen om vakliteratuur te kunnen raadplegen,om congressen te kunnen bijwonen. Kennis van wetgeving (b.v. charters, professionele statuten, decreten, verzekering, zaken en belastingswet)
Kennis van vervoer van cultureel bezit SLEUTELVAARDIGHEDEN
Bereid zijn te leren Communicatief vaardig zijn Doorzettingsvermogen Gevoel voor historische substantie Inventief zijn Kritisch ingesteld zijn Kwaliteitsbewust werken Teamgericht kunnen werken Leiding kunnen geven Veiligheidsbewust werken
Gezondheidsbewust werken SPECIFIEKE VEREISTEN
Hij moet met zijn handen fijn motorische handelingen kunnen stellen bij de conservatie/restauratie
Hij moet een goed gezichtsvermogen hebben, kleuren en kleurschakeringen kunnen onderscheiden OPLEIDING EN ERVARING
Hij heeft een academische opleiding in de conservatie/restauratie
TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN
Hij werkt als zelfstandige of in dienstverband
In overheidsinstellingen zoals het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse gemeenschap, musea,… DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
De eerste jaren van zijn loopbaan zal het aandeel van zelfstandige opdrachten minder groot
55
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
zijn: hij vaker zal meewerken aan conserveringsopdrachten met ervaren conservator/restaurators. Naarmate zijn ervaring toeneemt, zal ook het aandeel aan zelfstandige opdrachten die hij uitvoert toenemen
Bepaalde conservator/restauratoren van vlak en architecturaal glas hebben taken in het onderwijs en de permanente vorming. Na een master kunnen de C/R vlak en architecturaal glas een doctoraat in de kunsten aanvatten ARBEIDSORGANISATIE
De arbeid wordt telkens georganiseerd in functie van het concrete project
Het werk wordt zowel uitgevoerd in het atelier als in situ ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
De zelfstandige ondernemingen waar hij werkt zijn ofwel eenmanszaken ofwel grotere ateliers. In grote ateliers heeft hij een sleutelpositie voor de werfopvolging en controle van de conservatie/restauratie opdrachten. Hij kan ook werken in de openbare dienst, wetenschappelijke instellingen of onderwijs KNELPUNTEN
Pas afgestudeerden die praktijkervaring missen Het beroep is niet wettelijk beschermd
De restauratiewerf is een specifieke werkplek: aannemers en werknemers moeten hun werkwijze aanpassen TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
Evoluties gestuwd door de wetenschap die nieuwe inzichten biedt in de oorspronkelijke gebruikte technieken, materieel en materiaal Evoluties gestuwd door de maatschappij en de tijdscontext die een invloed hebben op de opvattingen omtrent de omgang met het erfgoed
56
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Lijst van organisaties en bedrijven die uitgenodigd werden op de conferenties ‘conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas’
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - afdeling Monumenten en Landschappen
Beroepsvereniging voor conservatorsrestaurateurs van kunstvoorwerpen (Association professionelle de conservateursrestaurateurs d’oeuvres d’art, BRK-APROA)
Mevrouw MANDERYCK Madeleine
Mevrouw BUYLE Marjan De heer CAEN Joost Mevrouw VAN DEN WIJNGAERT Carola Mevrouw RAMBAUT Aletta
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed
Confederatie Bouw – Federatie Aannemers van Glaswerken
Kunstglasramen – restauratie van historische glasramen
Mevrouw BUYLE Marjan
De heer CEYSSENS Henri De heer BENOY Jozef
De heer BERCKMANS Warner
57
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Bijlagen BIJLAGE 1 Charter van Venetië (1964) 1. Bepalingen Art. 1. Het begrip historisch monument omvat niet enkel de geïsoleerde architectonische schepping, maar ook de stedelijke of rurale landschappen die getuigenis afleggen van een speciale beschavingsperiode, van een betekenisvolle evolutie of van een historische gebeurtenis. Dit geldt zowel voor de grote artistieke concepties als voor meer bescheiden werken, die in de loop der tijden een culturele betekenis hebben gekregen. Art. 2. Het instandhouden en restaureren van monumenten bepalen een discipline, die een beroep doet op alle wetenschappen en technieken welke een bijdrage kunnen leveren tot de bescherming en de instandhouding van de ons overgeleverde monumenten. 2. Doel Art. 3. Het gaat bij het instandhouden en restaureren van monumenten om het bewaren zowel van het kunstwerk als van de historische getuigenis. 3. Conservatie Art. 4. Het instandhouden van monumenten vereist vooreerst een geregeld onderhoud. Art. 5. Het instandhouden van een monument wordt ten zeerste bevorderd door er een bestemming aan te geven, nuttig voor de gemeenschap. Een dergelijke bestemming is dan ook gewenst; hierdoor mogen echter de bouworde noch het decor van de gebouwen worden aangetast. Noodzakelijke herinrichtingen, die opgedrongen worden door de evolutie van functies en gewoonten, moeten worden opgevat met inachtneming van genoemde beperkingen en kunnen aldus toelaatbaar zijn. Art. 6. De instandhouding van een monument impliceert ook deze van het bijpassend kader. Waar het traditionele kader nog bestaat, zal het bewaard blijven: aanbouw, gedeeltelijke afbraak of een nieuwe indeling zullen dus de verhouding van volume en kleur niet mogen bederven. Art. 7. Het monument is niet los te maken van het milieu waarin het gesitueerd is en van de historie waarvan het getuigt. Dientengevolge kan de verplaatsing van het geheel of van een deel van een monument slechts geduld worden wanneer het behoud van het monument dit vereist of wanneer zeer dringende redenen van nationaal of internationaal belang dit rechtvaardigen.
58
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Art. 8. Elementen van beeldhouw- en schilderkunst of van versiering die integrerend deel uitmaken van het monument mogen er slechts van verwijderd worden wanneer dit het enige middel is om hun instandhouding te verzekeren. 4. Restauratie Art. 9. Restaureren is een ingreep die een uitzonderingskarakter moet dragen. Het doel is de instandhouding en de uitdrukking van de esthetische en historische waarden van het monument; het gaat uit van de fundamentele eerbied voor de oude substantie en de authentieke documenten. Het restaureren houdt op waar de hypothese begint; inzake reconstructies, moet elk aanvullend gedeelte noodzakelijk op grond van esthetische of technische redenen ondergeschikt zijn aan de architectonische compositie een eigentijds karakter dragen. Een archeologische en historische studie van het monument zal steeds de restauratie voorafgaan en vergezellen. Art. 10. Wanneer de ambachtelijke werkwijzen niet toereikend blijken te zijn, is het geoorloofd, ten behoeve van de consolidatie van een monument, gebruik te maken van elke moderne conserverings- en constructietechniek, waarvan de doelmatigheid wetenschappelijk vaststaat en die door ervaring wordt gewaarborgd. Art. 11. Waardevolle toevoegingen uit welke tijd ook dienen gerespecteerd te worden; een restauratie streeft niet de eenheid van stijl na. Als een stijlwerk verschillende stijluitingen over en door elkaar heen bevat, is het blootleggen van een vroegere toestand slechts bij uitzondering gerechtvaardigd; en wel op deze voorwaarde dat de weg te nemen elementen slechts van gering belang zijn, het te voorschijn gebrachte gedeelte daarentegen van grote historische, archeologische of esthetische waarde is en in zodanige toestand dat instandhouding ervan mogelijk is. De beoordeling van de waarde der bovenbedoelde elementen en de beslissing over het wegnemen mogen niet alleen afhangen van de met de restauratie belaste architect. Art. 12. De elementen bedoeld om verdwenen gedeelten te vervangen moeten harmonieus in het geheel worden opgenomen, terwijl ze duidelijk van de originele gedeelten te onderscheiden moeten blijven, opdat het document van geschiedenis en kunst door de restauratie niet vervalst wordt. Art. 13. Toevoegingen kunnen slechts aanvaard worden voor zover ze de interessante onderdelen van het gebouw respecteren, het traditionele kader niet aantasten, het evenwicht in de compositie en de relatie met het haar omgevende milieu niet verbreken.
59
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
BIJLAGE 2 Ethische code ECCO Professionele Richtlijnen (Brussel, 1999) I Algemene principes voor de toepassing van de code Artikel 1: De Ethische code omvat de principes, verplichtingen en gedragingen die elke conservator-restaurator die behoort tot een organisatie, lid van ECCO, zou moeten nastreven bij de uitoefening van zijn beroep. Artikel 2: Het beroep van conservator-restaurator vertegenwoordigt een activiteit van publiek belang en dient uitgeoefend te worden met inachtneming van alle relevante nationale en Europese wetten en overeenkomsten, in het bijzonder deze met betrekking op gestolen goederen. Artikel 3: De conservator-restaurator werkt rechtstreeks op cultuurgoederen en is persoonlijk verantwoording verschuldigd aan de eigenaar en aan de samenleving. De conservatorrestaurator is gerechtigd om zijn beroep uit te oefenen zonder belemmering van zijn vrijheid en onafhankelijkheid. De conservator-restaurator heeft het recht om in alle omstandigheden een verzoek te weigeren waarvan hij gelooft dat het strijdig is met de bepalingen of de geest van deze code. Artikel 4: Het niet in acht nemen van de principes, verplichtingen en verbodsbepalingen van de code leidt tot onprofessionele praktijken en zal het beroep een slechte naam bezorgen. II Verplichtingen tegenover het cultuurbezit Artikel 5: De conservator-restaurator moet het esthetisch en historisch belang en de materiële integriteit van het cultuurgoed dat hem is toevertrouwd respecteren. Artikel 6: De conservator-restaurator zal rekening houden met de sociale vereisten van een cultuurgoed tijdens de conservatie ervan en dit in samenspraak met andere professionele collega’s betrokken bij het cultuurgoed. Artikel 7: De conservator-restaurator moet werken volgens de hoogste standaarden, ongeacht welke opinie ook over de marktwaarde van het cultuurgoed. Hoewel de reikwijdte van een conservator-restaurator zijn handelingen door omstandigheden kunnen beperkt zijn, dient de code toch gerespecteerd te worden.
60
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Artikel 8: De conservator-restaurator dient alle aspecten van preventieve conservatie in rekening te brengen alvorens enige ingreep op het cultuurgoed uit te voeren. De interventie dient ook tot het strikt noodzakelijke beperkt te blijven. Artikel 9: De conservator-restaurator zal ernaar streven om enkel producten, materialen en technieken toe te passen die, in overeenstemming met het huidige kennisniveau noch het cultuurgoed, noch het milieu of de mens schaden. De ingreep zelf en de gebruikte materialen mogen, indien mogelijk, niet interfereren met toekomstig onderzoek, behandeling of analyse. Ze moeten ook verenigbaar zijn met de materialen waaruit het cultuurgoed bestaat en zo mogelijk makkelijk en volledig omkeerbaar zijn. Artikel 10: De documentatie van een cultuurgoed dient gegevens van diagnoseonderzoek, conservering- en restauratie-ingrepen en andere relevante informatie te omvatten. Deze documentatie wordt deel van het cultuurbezit en moet toegankelijk zijn. Artikel 11: De conservator-restaurator mag enkel een opdracht aannemen als hij competent is deze te volbrengen; de conservator-restaurator mag geen behandeling aanvangen of vervolgen die niet in het belang van het cultuurgoed is. Artikel 12: De conservator-restaurator moet ernaar streven zijn kennis en vaardigheden te verrijken met de constante bekommernis de kwaliteit van zijn uitvoering te verbeteren. Artikel 13: Waar nodig of gewenst, zal de conservator-restaurator historici en specialisten in wetenschappelijk onderzoek raadplegen en met hen samenwerken in een sfeer van volledige uitwisseling van informatie. Artikel 14: In elke noodsituatie, wanneer een cultuurgoed in onmiddellijk gevaar verkeert, zal de conservator-restaurator, ongeacht zijn eigen specialisatie, alle mogelijke bijstand verlenen. Artikel 15: De conservator–restaurator zal geen materiaal van een cultuurgoed wegnemen tenzij dit onontkoombaar is voor het behoud ervan of het wezenlijk interfereert met de historische en esthetische waarde van het cultuurgoed. Materiaal dat weggenomen wordt moet in de mate van het mogelijke bewaard worden en de wijze waarop dient volledig gedocumenteerd te worden. Artikel 16: wanneer de sociale functie van een cultuurgoed onverenigbaar is met zijn behoud, zal de conservator-restaurator met de eigenaar of de wettelijke verantwoordelijke bespreken of het maken van een reproductie een goede tussenoplossing kan bieden. De conservatorrestaurator zal gepaste reproductieprocedures voorstellen teneinde het origineel niet te beschadigen.
61
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
III Verplichting tegenover de eigenaar of de wettelijke verantwoordelijke Artikel 17: De conservator-restaurator dient de eigenaar volledig te informeren over elke ingreep en dient de meest geschikte bewaringsomstandigheden te specifiëren. Artikel 18: De conservator-restaurator is gebonden door het beroepsgeheim. Hij dient de toestemming te verkrijgen van de eigenaar of wettelijk verantwoordelijke teneinde een referentie te kunnen geven over een bepaald cultuurgoed. IV Verplichtingen tegenover collega’s of het beroep Artikel 19: De conservator-restaurator moet een sfeer van respect voor de integriteit en waardigheid van zijn collega’s of het beroep handhaven. Artikel 20: De conservator-restaurator dient, binnen de grenzen van zijn kennis, tijd en technische middelen, deelnemen aan de opleiding van stagiairs en medewerkers. De conservatorrestaurator is verantwoordelijk voor het toezicht op het werk dat toevertrouwd werd aan assistenten en stagiairs en heeft de eindverantwoordelijkheid voor het werk dat onder zijn supervisie werd uitgevoerd. Artikel 21: De conservator-restaurator moet bijdragen tot de ontwikkeling van het beroep door zijn ervaring en informatie te delen. Artikel 22: De conservator-restaurator zal ernaar streven het beroep beter bekend te maken en andere beroepen en het ruime publiek bewust maken voor conservering en restauratiepraktijken. Artikel 23: Gegevens met betrekking tot conservatie en restauratie waarvoor de conservatorrestaurator verantwoordelijk is blijven zijn intellectueel bezit (onderworpen aan de overeenkomsten in zijn werkcontract) Artikel 24: Betrokkenheid bij het verhandelen van cultuurgoederen is niet te verenigen met de activiteiten van een conservator-restaurator. Artikel 25: Om de waardigheid en de geloofwaardigheid van het beroep te behouden, zou de conservator-restaurator enkel gebruik mogen maken van gepaste en informatieve vormen van publiciteit met betrekking tot zijn werk.
62
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
De European Confederation of Conservators-Restorers Organization (ECCO) heeft de ECCO professionele richtlijnen samengesteld, gebaseerd op de studie van nationale en internationale conservatie of non-conservatie organisaties.
63
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
BIJLAGE 3 Guidelines for the conservation and restoration of stained glass – corpus vitrearum. Dit document zal spoedig ook in het Nederlands beschikbaar zijn. Nu zijn de documenten in het Frans en het Engels beschikbaar.
64
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
65
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
66
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
67
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
68
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Bronnen – Literatuurlijst Interviews Mevrouw Carola Van den Wijngaert, conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas, Antwerpen. Mevrouw Alleta Rambaut, conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas, Gent. De heer Joost Caen, conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas, docent hogeschool Antwerpen.
Documenten Beleidsbrief cultureel erfgoed Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van Monumenten en Stads- en Dorpsgezichten, gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. De Cuyper, P. & Van den Berge, K. (2000). Beroepsprofielen uit de erfgoedzorg: een oriëntatie. Leuven: HIVA, in samenwerking met VCAR. Delmotte, J. (2000). Beroepsprofiel: conservator/restaurator van meubels. Leuven: HIVA. ECCO (2001). Apel (acteurs du patrimoine européen et législation). Survey of the legal and professional responsibilities of the Conservator-Restorers as regard the other parties involved in the preservation and conservation of cultural heritage. Rome: ECCO. ECCO (2002). ECCO Professional Guidelines III. Basic requirements for education in conservation – restauration. Rome: ECCO. HIVA (2000). Erfgoedzorg: aanzetten tot een beroepenstructuur. Niet-gepubliceerd document. ICOM (1984). The conservator-restorer: a definition of the profession (Charter van Copenhagen). ICOM: Kopenhagen. Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. (1986/1987). Vademecum ter bescherming en onderhoud van het kunstbezit. Bulletin XXI. Brussel: KIK
69
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
Malfait, D. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel, het proces van A tot Z. Leuven: HIVA. Mei Hwa, T. & Schneijderberg, F.(2000). Van oude meesters tot moderne masters. Advies over de inbedding van de Restauratorenopleiding. Amsterdam: projectorganisatie kunstvakonderwijs. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Bestuur Monumenten en Landschappen (1992), Glas in lood M&L cahier. Brussel: Bestuur Monumenten en Landschappen. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2000). Handleiding voor het opstellen van beroepenstructuren, beroepsprofielen en beroepenfiches. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2004). Beroepsprofiel conservator/restaurator van muurschilderingen. Brussel: SERV. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen man/decoratieschilder. Brussel: SERV.
(2003).
Beroepsprofiel
restauratievak-
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (2003). Beroepsprofiel vakman moderne bouwrestauratie. Brussel: SERV. Van Gyes, G.; Van den Berge, K., De Cuyper, P. (2000). Beroepsprofielen uit de erfgoedzorg: een oriëntatie. Synthesenota: HIVA. Unesco (1972). Unesco World heritage convention, definition of the cultural and natural heritage, Parijs: UNESCO
Websites http://erfgoedactueel.kennisnet.nl http://lcweb.loc.gov/preserv (Library of Congress Preservation) http://palimpsest.stanford.edu (CoOL - Conservation On-Line) http://palimpsest.stanford.edu/byorg/ecco (ECCO - European Confederation of ConservatorRestorers Organisation)
70
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
http://palimpsest.stanford.edu/iada (IADA - Internationale Arbeitsgemeinschaft der Archiv-, Bibliotheks- und Graphikrestauratoren) http://palmipsest.stanford.edu/icom (ICOM - International Council of Museums) http://www.icom-cc.org http://www.beniculturali.it (Instituto Centrale del restauro di Roma) http://www.bnf.fr/web-bnf/infopro/conserv/act/index.htm (Actualités de la Conservation BNF) http://www.chin.gc.ca (Canadian Conservation Institute) http://www.culture.fr/culture/conservation/fr/index.htm (Sciences et patrimoine culturel France) http://www.culture.fr/culture/paca/patr/cicrp/cicrp.htm (Centre de conservation Marseille) http://www.dhm.de/restauratoren (Deutsches Historisches Museum, Berlin, Restaurierungsabteilung) http://www.getty.edu/gci (Getty Conservation Institute) http://www.heritage.org.cy/links.htm http://www.iccrom.org (ICCROM) http://www.icn.nl (Instituut Collectie Nederland) http://www.icomos.org (ICOMOS) http://www.miljo.gu.se (Göteborg University, Institute of Conservation Sweden) http://www.monument.vlaanderen.be http://www.monumentenzorg.nl. http://www.preservenet.cornell.edu (Preserve/Net) http://www.restauro.de/restauro (restauro)
71
Beroepsprofiel conservator/restaurator van vlak en architecturaal glas
http://www.rhein-neckar.de/~comenius/cat (Landesmuseum für Technik und Arbeit/Kunsthalle Mannheim Internetsite over restaureren/conservering) http://www.skr.ch (Schweizerischer Verband für Konservierung und Restaurierung) http://www.unesco.de (UNESCO - Deutsche UNESCO Kommission) http://www.uni-c.dk (Deense conserveringscholen) http://www.chartes-csm.org
72