WMO-raad
Vergadering 16 juni 2014 Aanwezig: Elly Dangermond, Dick Hage, Anneke Lueks, Ali Deen, Arie van Geest, Benno Weustink, Kees Krul, Max van Ewijk Mede aanwezig: Miriam van Vuuren (notulist) Op de publieke tribune: Marius van Buren? Afwezig: Ed van der Kruk, Joke Cusveller-Stols
1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Dhr. Weustink is wat later. Mw. Cusveller-Stols is op vakantie, de voorzitter zal dhr. Van der Kruk opzoeken en vragen of hij nog lid van de Wmo-raad wil blijven. De agenda wordt vastgesteld. 2. Mededelingen - Voorzitter gaat in juni praten met de wethouder en ambtelijke ondersteuning over de begroting van de Wmo-raad. De declaratieformulieren zijn er inmiddels, net als de nieuwe presentielijst. - Er komt een adviesaanvraag over de benchmark van het klanttevredenheidsonderzoek. College gaat aan de gemeenteraad een raadsbrief schrijven. Deze komt naar de Wmo-raad, met een aantal andere stukken. Het college vraagt binnen zes weken na ontvangst een reactie. Dit roept bij de Wmo-raad de vraag op: we wachten al ruim een jaar op deze stukken, hebben ook nu nog niet voldoende informatie, waarom moet er dan uitgerekend nu in de vakantieperiode een advies binnen zes weken liggen? Voor de Wmo-raad is klanttevredenheidsonderzoek belangrijk; omdat er nu zoveel geëxperimenteerd wordt n.a.v. de nieuwe wetten is het erg belangrijk de vinger aan de pols te houden. En ook hebben we al eerder met de gemeente gespard over de vorm waarin het klanttevredenheidsonderzoek gehouden wordt. Het onderzoeksrapport van 2013 en 2014 hebben we nooit gekregen. De adviesaanvraag zal zijn op basis van de raadsbrief aan de gemeenteraad. De onderzoeksrapporten bestaan wel, maar deze zijn op de site van de gemeente niet terug te vinden. Ze staan wel op de site van de Wmo-raad! Afgesproken wordt het advies per mail te bespreken en voor te bereiden. - Stadsteam: formeel is de invulling nog altijd onbekend. De voorzitter heeft o.a. in de agendacommissie gehoord dat het stadsteam geen team is van eerstelijns gezondheidswerkers die de ogen en oren in de wijk zijn. In sommige steden is dat wel zo. Het stadsteam van Enkhuizen is daarentegen een team van (voor een jaar gedetacheerde) professionals die achter het Wmo-loket fungeren. Dit zijn in eerste instantie mensen die bij de zorgorganisaties in dienst zijn, voor een jaar gedetacheerd, met de intentie dat zij op langere termijn in dienst komen bij de gemeente. Dhr. Van Ewijk licht toe: alle zorgpartijen zijn bij elkaar geweest met de wethouder (en ondersteuning). Het eerste aanspreekpunt is en blijft het Wmo-loket. Situaties die zij ingewikkeld/zwaar vinden worden naar het stadsteam doorverwezen. Het is de vraag hoe de verschillende zorgpartijen zich gaan manifesteren, en welke partijen er wel en niet in het team zullen plaats nemen. Het is de bedoeling dat het een onafhankelijk team wordt, maar er is altijd een risico dat mensen toch de belangen van hun eigen club gaan behartigen. Er is geen arts in gemeentedienst in het team, als het goed is zijn de huisartsen wel betrokken. - Er wordt gezocht naar een plek waar dagbesteding plaatsvindt voor alle mogelijke doelgroepen. De Wmo-raad is daar niet enthousiast over. Er zijn kwetsbare groepen (ouderen, mensen met psychiatrische problemen, bijvoorbeeld) die zich daar niet goed bij zullen voelen.
1
-
Er is in Plan Noord een wijkteam, dat zich pro-actief en nuldelijns-achtig bezig houdt met het zoeken van mensen die ondersteuning nodig hebben. Zodra iemand zich aanmeldt bij het Wmo-loket, komt er iemand op huisbezoek, ongeacht de aard van de aanmelding.
3. Verslag vergadering 24 maart 2014 Het verslag wordt vastgesteld. Naar aanleiding van: - De wethouder was inderdaad aanwezig bij de Agendacommissie. Mw. Dangermond heeft de wethouder niet gevraagd naar zijn uitlating dat de leden van de Wmo-raad onvoldoende deskundig zijn. Dit onderwerp hoort ook eigenlijk niet thuis in de Agendacommissie; we zouden de wethouder moeten uitnodigen om zijn uitspraken toe te lichten. We willen graag toewerken naar een goede samenwerking met het college! Het voelt nu niet alsof er een goede samenwerking is, meer alsof de Wmo-raad niet serieus genomen wordt. Als het college en de gemeentelijke organisatie ons niet serieus nemen (waardoor we steeds te laat informatie krijgen en achter de feiten aanlopen) wat doen we dan eigenlijk nog? - De Wmo-raad is van mening dat we vaak te weinig en te laat stukken krijgen, en veel achter de feiten aan moeten lopen. Het is opvallend dat de Werkgroep Toegankelijk Enkhuizen wel voldoende informatie krijgt en zaken voor elkaar krijgt! 4. Wmo-raad 2.0 in SED-verband De voorzitter van de Wmo-raad van Stede-Broec heeft een tekst rondgestuurd. Wat zijn de vragen en opmerkingen hierover? -
-
-
-
-
-
-
In de nieuwe wet staat de burgerparticipatie op een andere manier geformuleerd dan in de huidige. De vraag is: komt er 1 centrale Wmo-raad voor de 3 gemeenten? De ambtenaren produceren identieke stukken, en wat gebeurt er als de ene raad voor is en de andere tegen? Anderzijds: de bevolkingsopbouw en cultuur van de drie gemeenten is verschillend. Er zijn dus altijd lokale verschillen. Er is dus ook iets te zeggen voor 3 raden die zich lokaal buigen over het beste advies, maar die wel nauw samenwerken om de adviezen af te stemmen. Binnen de Wmoraad zijn de meningen verdeeld. Meer overleg wordt door alle 3 de raden gewenst (ook regionaal), maar de lokale raden moeten blijven bestaan – of niet? De ambtelijke fusie tussen de gemeentes is al een feit, de daadwerkelijke fusie een kwestie van tijd. Dhr. Van Ewijk geeft aan dat de raad zo groot en breed mogelijk moet zijn; dan werkt het beter. Regionaal wat regionaal kan, wat in SED kan ook doen. En lokaal wat niet anders kan. Er moet in principe overal maatwerk geleverd worden. Het vorige college (met wethouder Kok) wilde een brede participatieraad formeren. Dat is stil blijven liggen. In verkiezingstijd is het JAC (Jongeren Advies College/Kinderraad) weer ontstaan, deze adviseert de gemeenteraad en niet het college. Het samengaan me het Sociaal Beraad is ook van de baan. De voorzitter overlegt met hen op 8 juli. Alleen het Seniorenplatform is inmiddels verdwenen. Een deel van de leden van de Wmo-raad wil een overkoepelende Wmo-raad voor de SEDgemeenten, nog voordat er sprake is van een daadwerkelijke fusie. Andere leden vinden dat er in ieder geval tot de fusie drie aparte raden moeten blijven bestaan. In ieder geval is overleg met het college hierover gewenst. Punt is natuurlijk ook dat het op dit moment niet werkt zoals we willen. Met een nieuwe opzet is de kans groter dat het beter gaat functioneren; betere informatievoorziening en betere ondersteuning. Het idee zou dan een regionale raad kunnen zijn, met zowel vrijwilligers als professionals, en subcommissies die zich bezig houden met de lokale onderwerpen. Lid worden van de Koepel van Wmo-raden wordt ook positief beoordeeld, de kosten zijn niet enorm hoog en de informatievoorziening is goed. Conclusie: er zal een plan van aanpak gemaakt moeten worden, op basis van deze notulen. Intussen ook overleggen met Stede Broec en Drechterland. De kern is wel duidelijk: opschalen, lokale commissies voor lokale onderwerpen en externe informatievoorziening via de Koepel, zoals wij denken dat het in Medemblik goed functioneert.
2
-
-
Goede ambtelijke ondersteuning (zoals in o.a. Koggenland) zou het functioneren van de raad zeker verbeteren. Allicht kunnen we de gemeentelijke organisatie vragen om een ambtenaar die regelmatig bij de vergaderingen aanwezig is; die vragen kan inventariseren en uitzetten binnen de organisatie. Een platform bieden aan cliëntenorganisaties, zoals in Medemblik laatst is gedaan, lijkt prima te passen in het gevorderde inzicht van de nieuwe WMO-wet. Het is ook een goed idee om zelf het functioneren van de Wmo-raad te evalueren. Een grondige evaluatie biedt een goede basis voor nader overleg. Voorzitter bereidt een standpunt voor van de Enkhuizer Wmo-raad aangaande een Wmo-raad 2.0 in SED-verband richting de collega-Wmo-raden en richting het Enkhuizer college.
5. Ingekomen/uitgaande mail en post Wordt ter vergadering uitgereikt. 6. Wie gaat waar naar toe? Wordt ter vergadering uitgereikt. 7. Voortgangsoverzicht Wordt ter vergadering uitgereikt. 8. Rondvraag - Geen. 9. Balans in de stad: samen zorgen voor kwaliteit (beleidsambtenaren dhr. Dekker en mw. Slagter over Woonvisie 2014) (Dit betreft het besloten deel van de vergadering) De voorzitter heet beide beleidsmedewerkers hartelijk welkom en dankt hen voor hun komst. De Woonvisie is tot stand gekomen in samenwerking met een groot aantal partijen, waaronder diverse leden van de Wmo-raad. Het stuk dat er nu ligt, is unaniem vastgesteld door de gemeenteraad. De werkwijze is goed bevallen, dus die wordt waarschijnlijk vaker gevolgd. Mogelijke punten om te bespreken: Formeel (wettelijk) is er een scheiding tussen wonen en zorg: hoe zit dat in Enkhuizen? Plaatsen van mantelzorgunits: hoe zit het met regels en vergunningen? Project Lekker Blijven Wonen: komt er een voortzetting? Dhr. Dekker dankt de Wmo-raad voor de uitnodiging. Het is altijd nuttig extra toelichting te geven en vragen te beantwoorden. Er is een presentatie met daarin de samenvatting van de marktverkenning. Dhr. Dekker kan deze toesturen. De Wmo-raad heeft een inspraakreactie gegeven. Het is zeker de bedoeling dat de Wmo-raad betrokken blijft bij de beide proeftuinen die ingericht gaan worden. De mate van betrokkenheid kan per project verschillen. Ook de Werkgroep Toegankelijkheid kan mogelijk een rol spelen, maar dat hangt af van de uiteindelijk inrichting van de projecten. De Woonvisie is nadrukkelijk een visie, die niet is toegespitst op specifieke gebouwen of locaties. Zowel de leden van de Wmo-raad als de leden van de Werkgroep worden uitgenodigd contact op te nemen als er vragen zijn of problemen gesignaleerd worden. Bij de ambtelijke samenvoeging van de organisaties ontstaat er voor de ambtenaren ook een situatie waarin veel onduidelijk is, en is het dus alleen maar goed als groepen hun vinger aan de pols houden. Het is nog niet bekend welke medewerkers welke takenpakketten krijgen in de SED. De betrokken leden van de Wmo-raad vonden de bijeenkomst over de Woonvisie bijzonder interessant. In de uiteindelijke visie is heel veel terug te vinden van wat er in de bijeenkomst(en) besproken is. De Wmo-raad vraagt zich echter wel af waarom er nooit om een advies gevraagd is door B&W, uiteindelijk is de reactie van de raad immers via een inspraakreactie tot stand gekomen. Dhr. Dekker geeft aan dat hem nooit is duidelijk gemaakt dat hij geacht werd de Wmo-raad om advies te vragen, maar dat het zeker een punt is voor een volgende keer. Mw. Slagter meldt dat het ook een bewuste keuze geweest is om het stuk eerst aan het college voor te leggen en daarna pas aan andere partijen.
3
Bij de opsomming van alle doelgroepen ontbreken mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Die hebben juist te maken met het scheiden van wonen en zorg! De beleidsmedewerkers geven aan dat deze groepen nadrukkelijk wel op de radar van college en raad staan. Het gaat onder meer om de kwetsbare groepen; die vanuit instellingen de wijken weer in gaan. College heeft ze absoluut in beeld, de doelgroep is ook (niet expliciet, maar wel nadrukkelijk) verwerkt in de woonvisie. Er zijn prestatieafspraken gemaakt met WelWonen over aangepaste woningen: als er een woning met aanpassingen vrij komt, wordt er eerst gezocht naar een huurder met een vergelijkbare indicatie. Op die manier zal het veel minder vaak gebeuren dat aanpassingen weer uit een woning verwijderd moeten worden. Er zijn ook mensen met een koopwoning waarvan de hypotheek onder water staat, die graag een aangepaste woning zouden willen maar die door die restschuld volledig klem zitten. Het betreft hier twee doelgroepen: gepensioneerden die een jaarinkomen hebben tot €34.000,- (die komen in aanmerking voor een huurwoning) en senioren met een hoger inkomen. Deze laatste groep, zelfs als ze een forse schuld hebben, komt niet in aanmerking voor een huurwoning. Dat is ook rijksbeleid, daar kan de gemeente (behalve in het kader van armoedebeleid) niet zo heel veel aan doen. Gemeente en corporaties signaleren dit probleem ook voor een andere doelgroep: starters die teveel verdienen voor sociale huur en te weinig voor een hypotheek. Daarom wordt geprobeerd ook de vrije sector huur wat uit te breiden. Ook woningen die lang te koop staan worden vaak verhuurd. Beleid in de woonvisie is er op geënt om zowel de sociale als de particuliere sector erbij te betrekken. Ook de eigen verantwoording is belangrijk! Je kunt veel bereiken via de wooncorporaties, maar niet alles. Particuliere eigenaren zijn zeker een doelgroep voor het beleid. In het Opplussen wordt geen onderscheid gemaakt tussen koop- en huurwoningen. Lekker Blijven Wonen is voor alle bewoners. Het Wmo-loket kijkt bij ondersteuningsaanvragen ook naar eigen inkomen en mogelijke eigen bijdragen. Woonvisie: woonzorgzones, zorg op afstand, robuuste wijkvormen: wordt hierin ook een link gelegd met het stadsteam c.q. wijkteam? De invulling van deze ideeën is nog niet zo nadrukkelijk vastgelegd. Ze weten waar ze heen willen, maar nog niet precies hoe. De projecten uit de Woonvisie starten begin 2015, doordat er enige vertraging in de besluitvorming is geweest (o.a. door de verkiezingen). De Wmo-raad kan zich daarbij laten betrekken. Zou het wenselijk zijn het stadsteam in de woonzorggebieden te betrekken? Op zich wel, maar de definitieve vorm van het stadsteam is ook nog niet helemaal vastomlijnd; het betreft een pilot die loopt tot 2016. De voorzitter heeft twee casussen voorbereid. Een betreft een gewenste woningaanpassing (aanbouw t.b.v. gelijkvloers wonen) die niet is goedgekeurd door de gemeente i.v.m. doorzichtlijnen. De ander betreft een vrijstaand bijgebouw waarvan de bewoner graag een slaapkamertje wil maken (mantelzorgunit) terwijl dat formeel niet mag. De voorzitter pleit voor meer meedenken door de welstandscommissie; niet bot regeltjes handhaven maar proberen positief te benaderen en samen tot een oplossing te komen. Vanuit de Woonvisie zou je eerst moeten kijken naar mensen, en dan pas naar welstandsnota’s. Op zich zijn de beide beleidsmedewerkers het hier mee eens; er zijn echter heel veel factoren die in een dergelijke situatie meespelen. Bestemmingsplannen en (eventueel) een monumentale status van een pand zijn heel bepalend in wat wel en niet wordt toegestaan. Dat neemt niet weg dat mantelzorg zeker meeweegt in de Woonvisie, waar mogelijk zal dan ook meegedacht worden om tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen. Vanuit het Rijk is er meer ruimte geschapen voor het plaatsen van mantelzorgunits (onder duidelijke voorwaarden, zoals een zorgindicatie). In de bestemmingsplannen Centrum en Havens is er meer ruimte gemaakt voor flexibiliteit. Mantelzorgers zijn een doelgroep in de Woonvisie. In de weging van wel of niet een bouwvergunning verlenen, wordt mantelzorg zeker meegenomen. Dit staat ook in de Wmo-nota benoemd. Wel of geen vergunning wordt per aanvraag bekeken.
4
Gemeenten zijn voor een groot deel vrij om ruimtelijk beleid te bepalen, maar er is niet in alle gevallen ruimte om toestemming te verlenen. De gemeentelijke organisatie is erbij gebaat als casussen als hierboven geschetst worden ingebracht in reguliere overleggen. De nadruk op faciliteren en meedenken is alleen maar goed, net als de ambtelijke organisatie daar nog eens op te wijzen. Er is zeker ook oog voor kangoeroewoningen, maar ze zijn niet specifiek benoemd. De kern van de Woonvisie is dat de gemeente mee wil denken en faciliteren. Vanuit het Rijk is er ook pas sinds kort meer ruimte daarvoor. Het idee van de woongemeenschappen zou ook een vorm van mantelzorg kunnen zijn: de bewoners daar die op elkaar letten en helpen. Een mogelijk nadeel daarvan is de concentratie van ouderen, dat maakt de buurt niet zo levendig. Het gaat echter op veel plekken ook prima. De toekomst vraagt ook een toename van nabuurschap, en hulp aan de buren. Het vormen van woongemeenschappen is en blijft hoe dan ook een vrije keuze. Voor het toenemende beroep op nabuurschap is een forse maatschappelijke cultuuromslag nodig. Die laat zich niet op korte termijn afdwingen. En dat is zorgelijk voor de huidige kwetsbare doelgroepen die thuis wonen: dementerenden, mensen met een (licht) verstandelijke beperking, psychiatrische problemen… Er komt een Kinderraad in Enkhuizen, bestaand uit basisschoolleerlingen. Het zou goed zijn voor de Wmo-raad om daar bij te zijn, om kinderen te informeren over de Wmo en het werk van de raad. Het is ook een idee om naar scholen toe te gaan, en informatie aan de jeugd te geven. De Woonvisie wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van een monitor (dit is ook door de gemeenteraad vastgesteld). De gemeente praat 4x per jaar met WelWonen, en 1x per jaar over prestatieafspraken. Er zijn 4 corporaties, WelWonen heeft veruit de meeste woningen in Enkhuizen (2800 tegen 300 voor de andere 3). Daarom is voornamelijk ingestoken op WelWonen, in de Woonvisie. WelWonen bestaat ook uit twee organisaties: woningbouwcorporatie en welzijnsorganisatie. Er zijn regelmatig bijstelmomenten in de Woonvisie. In het Wmo Keukentafelgesprek wordt standaard de huidige en toekomstige woonbehoefte van de cliënt vastgelegd. Is het mogelijk die woonbehoeften te inventariseren en mee te nemen in de jaarlijkse evaluatie van de Woonvisie? En in de prestatieafspraken met WelWonen? Dhr. Dekker: de Woonvisie is daar iets te breed voor opgesteld. Als er echter duidelijke signalen zijn, dan worden deze wel meegenomen. De meeste mensen in Enkhuizen maken echter geen gebruik van het Wmo-loket, en hun woonwensen zijn net zo belangrijk. Als er signalen komen vanuit het zorgloket is de gemeentelijke organisatie daarvan op de hoogte. Overigens zijn de keukentafelgesprekken wel een goede bron van informatie, maar dan meer voor de proeftuinen en projecten. Is er sprake van interesse van de provincie en VNG in projecten in Enkhuizen? De voorzitter stuurt zijn informatie door, mw. Slagter zoekt het antwoord. In het kader van de Regionale Sociale Agenda van de provincie is er op welzijnsgebied gelegenheid subsidie te vragen voor een regionaal welzijnsproject (bijvoorbeeld het platform mantelzorgondersteuning, www.ikzorg.nu ). Wellicht is het mogelijk in de toekomst een subsidie te vragen voor een project dat gelinkt is aan de Woonvisie. Er is ook een provinciale Woonvisie, ook daar is cofinanciering beschikbaar voor projecten die passen in Regionale Actie Programma’s. Als regio heeft West-Friesland het beschikbare subsidiegeld nog niet besteed, maar hier wordt op korte termijn wel informatie over verwacht. Besluitvorming kan even duren: het moet ook nog door 7 gemeenten en GS besloten worden. Je zou voor een project kunnen denken aan informatiecampagnes. De voorzitter dankt mw. Slagter en dhr. Dekker voor hun aanwezigheid en toelichting. Dhr. Dekker biedt aan halfjaarlijks aan te schuiven om de Wmo-raad bij te praten over de Woonvisie. Dat aanbod wordt zeer gewaardeerd.
10. Sluiting 22:10
5