Algemene Vergadering 25 juni 2014, u

Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale asbl Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Algemene Vergadering 25 juni 2014, 10-12 u VERSLAG Marc Thoulen Museum Charlier, Kunstlaan 16, 1210 Brussel Aanwezig: De dames en heren Dirk BORREMANS, Yves BOURDEAU, Erik CAELEN, Gautier CALOMNE, Anne-Marie CLAEYS, Marc COOLS, Jean-Pierre CORNELISSEN, Mathieu DE BACKER, Patricia DE KINNE, Philippe DELVAUX, Fatiha EL IKDIMI, Olivier EVRARD, Corinne FRANÇOIS, Arnaud FRIPPIAT, Brigitte GOORIS, Julien GOOSKENS, Latifa HAZIM, Luc HUJOEL, Bernard IDE, Bernadette JANSSENS, Eric JASSIN, Cécile JODOGNE, Céline LECOCQ, Juliette LENDERS, Camille LEPINAY, Marc LOEWENSTEIN, Philippe MASSART, Grégory MATGEN, Philippe MERTENS, Fabienne MIROIR, Didier MOLDERS, Pierre MUYLLE, Michaël MUNOZ, Boryana NIKOLOVA, Michèle ORBAN, Léonidas PAPADIZ, Robert PETIT, Marcel PETRY, Virginie RANDAXHE, Jean-Michel RENIERS, Tristan ROBERTI, Philippe ROSSIGNOL, Hildegard SCHMIDT, Nathalie STERCKX, José STIENLET, Marc THOULEN, Etienne VAN DEN HOVE, Michel VANDER MYNSBRUGGE, Frédéric VALLIER, Geert VANDENWIJNGAERT, Claire VANDEVIVERE, Achille VANDYCK, Liesbeth VANKELECOM, Anne-Marie VASTESAEGER, Alain VEYS, Isabelle VINCKE, Noëlle VOETS, Frank WILLEMANS en Hediye YIGIT waarvan stichtend lid: De heer Julien GOOSKENS waarvan afgevaardigd van de gemeenten: De dames en heren Hediye YIGIT (Anderlecht), Michel VANDER MYNSBRUGGE (Sint-Agatha-Berchem), Pierre MUYLLE (Evere), Marc LOEWENSTEIN (Vorst), Gautier CALOMNE (Elsene), Brigitte GOORIS (Jette), Jean-Pierre CORNELISSEN (Koekelberg), Léonidas PAPADIZ (Sint-Jans-Molenbeek), Eric JASSIN (Sint-Joost-ten-Node), Cécile JODOGNE (Schaarbeek), Marc COOLS (Ukkel) en Grégory MATGEN (Sint-Lambrechts-Woluwe) waarvan afgevaardigd van de OCMW’s: Marie CLAEYS (Sint-Pieters-Woluwe)

De dames Fabienne MIROIR (Anderlecht) en Anne-

waarvan uitgenodigde partners: De dames en heren Arnaud FRIPPIAT en Bernadette JANSSENS (Belfius Bank), Marcel PETRY en Geert VANDENWIJNGAERT (Ethias), Frédéric VALLIER (REGR), Michel VAN DER STICHELE (GOB Brussel Plaatselijke Besturen) en Anne-Marie VASTESAEGER (Inforum) waarvan personeel van de Vereniging: De dames en heren Erik CAELEN, Patricia DE KINNE, Philippe DELVAUX, Olivier EVRARD, Latifa HAZIM, Céline LECOCQ, Camille LEPINAY, Juliette LENDERS, Philippe MERTENS, Michaël MUNOZ, Boryana NIKOLOVA, Michèle ORBAN, Robert PETIT, Virginie RANDAXHE, Jean-Michel RENIERS, Hildegard SCHMIDT, Nathalie STERCKX, Marc THOULEN, Etienne VAN DEN HOVE, Liesbeth VANKELECOM, Alain VEYS, Isabelle VINCKE, Noëlle VOETS en Frank WILLEMANS Verontschuldigd: De dames en heren Louise-Marie BATAILLE, Christian BEOZIERE, Françoise BERTIEAUX, Jean-Luc BIENFET, Jos CLAES, Jean-François CULOT, Barbara DECUPERE, Baptiste DELHAUTEUR, Caroline DESIR, Christiane FRANK, Arlette GENICOT-VAN HOEYMISSEN, Olivier HANSON, Alain HUTCHINSON, Emir KIR, Christian LEJOUR, Chantal MATTHYS, Paul-Henri PHILIPS,

Rue d'Arlon / Aarlenstraat 53/4 – Bruxelles 1040 Brussel – Tel. +32(0)2 238 51 40 – Fax +32(0)2 280 60 90 [email protected] – www.avcb.be 1

Mark SUYKENS, Eric VAN CAPPELLEN, Jef VAN DAMME, Patricia VAN DER LIJN, Annick VANDECAPPELLE, Rudi VERVOORT en Geert VERWILGHEN Voorzitter: De heer Marc COOLS

Secretaris: De heer Marc THOULEN ---

I – Statutair gedeelte Marc Cools: “Dames en heren, vÓÓr alle andere statutaire zaken vermelden wij het overlijden van

de heer Gilbert Sweetlove op 22 februari, die gemeenteraadslid was in Jette, stichtend lid van onze Vereniging en voorzitter in 1991 en ’92. Ik stel voor even stilte te houden, ter nagedachtenis van hem en van andere personen die actief geweest zijn in onze Vereniging en die overleden zijn sinds onze vorige Algemene Vergadering.” (stilte) Dit is een gewone Algemene Vergadering, waarbij geen aanwezigheidsquorum vereis is. Aangezien twee derde van de gemeenten vertegenwoordigd is, is de assemblee representatief. Het secretariaat wordt verzekerd door Marc Thoulen, directeur van de Vereniging.

1. Verslag van de vergadering van 11 juni 2013 Het ontwerpverslag van de Algemene Vergadering van 11 juni 2013 werd samen met de bijeenroeping verzonden, maar stond al sinds vorige zomer op de website van de Vereniging. Marc Cools vraagt of er opmerkingen zijn. Aangezien er geen opmerkingen zijn, wordt het verslag unaniem goedgekeurd.

2. Rekeningen 2013 De boekhoudkundige documenten betreffende het jaar 2013 werden met de bijeenroeping verzonden, samen met een toelichtingsnota. Op verzoek van de voorzitter geeft Marc Thoulen wat aanvullende uitleg om de financiële structuur van de Vereniging te verduidelijken: “Uit de resultatenrekening blijkt dat alle bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (426,7 K€) zowat 74 % van de uitgaven vormen en 133 % van de inkomsten uit bijdragen, een bedrag dat voortkomt uit het gecorrigeerde zakencijfer. Een deel van de personeelsuitgaven moet dus gefinancierd worden met andere middelen dan de bijdragen van gemeenten, voornamelijk door ontvangsten van subsidies of de verkoop van diensten. De andere vaststelling is dat de ontvangsten uit bijdragen tellen voor 53 % van de ontvangsten (volgens een percentage dat in de loop der jaren daalt), de subsidies voor 37 % en het saldo, resultaat van diverse prestaties, voor 10 %. Deze structuur en de evolutie ervan roepen op tot een behoedzaam beheer, dat zich vertaalt in de samenstelling van reserve, wat uit de analyse van de balans tot uiting komt. Uit de balans op 31 december, waarvan de analyse nog beïnvloed wordt door de consolidering met de GIS-rekeningen, kunnen we echter de volgende elementen halen. Enerzijds telt de geïmmobiliseerde waarde van het gebouw nog voor 1.767,8 K€ (oorspronkelijke waarde (2.143,1 K€), terwijl het terug te betalen saldo voor de lening aangegaan bij de aankoop daalt tot 1.433,6 K€ (startwaarde 1.900,0 K€). Door deze informatie te kruisen met die betreffende de bestemde reserves (168,0 voor werken aan het gebouw en 137,8 K€ aan infrastructuren), kunnen we afleiden dat de verwachte werken (geraamd op 400 K€ tegen 2016) ingevolge de energie-audit die moet uitgevoerd worden, gefinancierd zullen kunnen worden zonder het bedrag van de oorspronkelijke lening te overschrijden. De reserves van 194,9 K€ voor het personeel en 186,4 K€ voor opdrachten, die a priori hoog kunnen lijken, tellen uiteindelijk slechts voor 17 % van de jaarlijkse

Marc Thoulen – Algemene Vergadering – 25/06/2014 - © AVCB-VSGB 2

personeelsuitgaven, een lager percentage dan het aandeel personeelsuitgaven dat gefinancierd is door de bijdragen.”

niet

Marc Cools vraagt of de presentatie van de rekeningen vragen oproept. Aangezien er geen vragen zijn, wordt er gestemd: de rekeningen 2013 van de Vereniging worden unaniem goedgekeurd.

3. Begroting 2014 Het ontwerp van begroting voor het jaar 2014 werd ook verzonden met de bijeenroeping, samen met een toelichtingsnota. Op verzoek van de voorzitter geeft Marc Thoulen enkele preciseringen betreffende de financiële strategie van de Vereniging: “In tegenstelling tot de rekeningen bestaat de begroting in een analytische vorm, die - hoewel niet officieel – de mogelijkheid biedt prognoses en verwezenlijkingen per post van jaar tot jaar te vergelijken. Ze vertaalt in een andere vorm hetzelfde principe. Er is geen tekort of overschot. Het zijn de bewegingen van reserves die de aanpassingsvariabele vormen. We kunnen ons daarvan vergewissen door het resultaat te vergelijken van het boekjaar dat uit de officiële resultatenrekening blijkt, met het bedrag dat aan de reserves toegevoegd werd, dat op de eerste bladzijde van het analytisch document staat: het is hetzelfde bedrag van 126,4 K€. Zo komen we tot een meerjarenmechanisme dat rekeningen en begroting van de Vereniging verbindt.

De voorgelegde begroting is geen continuïteitsbegroting meer zoals de vorige jaren, maar een overgangsbegroting rond de vervanging van de directeur, die dus voorziet in de nodige maatregelen voor deze overgang. Het algemene principe van het verband tussen rekening 2013 en begroting 2014 is dat uitzonderlijke elementen het mogelijk gemaakt hebben in 2013 reserves op te bouwen, die in de begroting 2014 ingevoerd worden: het gaat telkens om eenmalige overschotten en behoeften. De overschotten 2013 zijn voornamelijk toe te schrijven aan de overdracht naar 2014 van het merendeel van de uitgaven betreffende het elektronisch documentenbeheer, terwijl de Afdeling OCMW, waarvan voorzien was dat ze in de reserves zou gaan om haar eigen uitgaven en inkomsten in evenwicht te brengen, dit niet heeft moeten doen. De eenmalige behoeften 2014 houden verband met de vervanging van de directeur, de uitvoering van het elektronisch documentenbeheer en het feit dat wegens het ontslag van een personeelslid van de Afdeling OCMW deze haar reserves heeft moeten aanspreken om alle kosten te kunnen dekken. Tussen 2013 en 2014 zien we niet te verwaarlozen veranderingen in de verdeling van de opdrachten, maar waarvan het saldo de globale resultaten nauwelijks beïnvloedt.” Marc Cools vraagt of de presentatie van de begroting vragen oproept. Aangezien er geen vragen zijn, wordt er gestemd: de begroting 2014 van de Vereniging wordt unaniem goedgekeurd.

4. Kwijting aan de bestuurders Hij vraagt of op deze basis kwijting kan gegeven worden aan de bestuurders voor hun beheer van de Vereniging. Deze wordt unaniem verkregen.


5. Samenstelling van de Raad van Bestuur Marc Cools meldt twee wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Bestuur sinds de vorige Algemene Vergadering. Onder de vertegenwoordigers van gemeenten, heeft de Vereniging het ontslag ontvangen van Nathalie Migeotte, gemeenteraadslid te Sint-Agatha-Berchem, vervangen door Michel Vander Mynsbrugge, schepen te Berchem: aangezien het een vertegenwoordiger van een gemeente is, is er geen statutaire beperking en aangezien ze beiden tot dezelfde partij en dezelfde taalgroep behoren, blijven de evenwichten ongewijzigd. Onder de deskundigen, vertegenwoordigers van de Federatie van Gemeentesecretarissen, had de Vereniging al bij de vorige vergadering het ontslag ontvangen van Christian Debaty, gemeentesecretaris van Etterbeek, maar sindsdien heeft de Federatie als vervangster Patricia Van der Lijn, gemeentesecretaris van Elsene, voorgedragen. Hij preciseert dat, om de representativiteit van de Raad van Bestuur niet in het gedrang te brengen, deze - aangezien er geen statutaire problemen waren - ze al als lid aanvaard had, maar de formele goedkeuring van de Algemene Vergadering nog vereist was. Deze wordt unaniem verkregen.

6. Activiteitenverslag 2013 Marc Cools: “Dames en heren, waarde collega’s, Een activiteitenverslag lezen is altijd een zware beproeving, zeker als het een vijftigtal bladzijden in beslag neemt. Ik kan u ons verslag 2013 evenwel aanbevelen. Het vestigt de aandacht op de talrijke acties die onze Vereniging vorig jaar gevoerd heeft, zowel op het vlak van lobbying, studies als diensten aan de gemeenten.

In november 2013 hebben we een gewestelijk memorandum goedgekeurd, dat onze eisen bundelt ten aanzien van de politieke partijen en de toekomstige Brusselse regering. We pleiten daarin voor sterke gemeenten, partners van een sterk Gewest. We dringen aan op de naleving van het subsidiariteitsbeginsel in de verdeling van de bevoegdheden en de actiemiddelen onder het Gewest en de lokale besturen, en noodzakelijk overleg tussen deze overheidsniveaus. We zijn overtuigd dat de grootste structuren niet altijd de meest doeltreffende zijn. Er bestaat zoiets als schaalvoordeel, maar soms ook « schaalnadeel ». Omdat de gemeente dicht bij de burger staat, beschikt ze over soepelheid in beheer en kennis van het terrein, waardoor ze zeer snel kan inspelen op nieuwe problemen. Door de kleine afstand tussen gemeentemandatarissen, het gemeentebestuur en de burger kennen zij elkaars behoeften en verwachtingen, wat bijdraagt tot een betere kwaliteit van de dienstverlening. Binnenkort krijgen we een nieuwe Brusselse regering. Ik hoop dat er rekening gehouden zal worden met de voorstellen uit ons memorandum, met name wat betreft voldoende middelen voor gemeenten, politiezones en OCMW’s, om normaal te kunnen werken. Een belangrijk punt in ons memorandum is onze vraag naar stelselmatig overleg tussen de lokale besturen en onze Vereniging en de regering, alvorens er beslissingen genomen worden met financiële of regelgevende gevolgen voor onze gemeenten. In dat overleg en in de voorwaarden van multi-level governance kunnen we de uitdagingen voor ons Gewest ten volle aanpakken. Begin dit jaar heeft de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, waarvan onze Vereniging en haar Vlaamse en Waalse zustervereniging lid zijn, een federaal memorandum goedgekeurd. Dat kaart belangrijke punten aan voor onze gemeenten, waaronder de financiering van de pensioenen van het gemeentepersoneel, een financiële tijdbom, het grootstedenbeleid en de gemeentelijke


internationale samenwerking. Wij hopen dat de volgende federale regering rekening zal houden met onze voorstellen. Onze Vereniging biedt haar leden, de aangesloten gemeenten, heel wat diensten aan. De best gekende dienst is wellicht de juridische vragen en antwoorden. Onze Vereniging organiseert tal van informatievergaderingen, werkgroepen, seminaries en colloquia, ondermeer met de steun van Belfius en Ethias. De mobiliteitscel animeert het netwerk van mobiliteitsadviseurs en staat in voor de algemene coördinatie van de Week van Vervoering en de autoloze zondag. Ze geeft de Mobiliteitsgids uit. De cel duurzame ontwikkeling ondersteunt de Lokale Agenda’s 21 en publiceert de Monitor van de duurzame ontwikkeling. Voor deze twee opdrachten en nog andere genieten wij kostbare financiële bijstand van het Gewest. Het dynamisme van de cel Internationale Samenwerking en de steun van het federale ministerie ontwikkelingssamenwerking liggen aan de basis van heel wat programma’s voor gemeentelijke internationale samenwerking die onze Brusselse gemeenten op touw zetten. De documentatiedienst levert een bijdrage aan de verschillende publicaties van onze Vereniging en steunt de studiedienst door de wetgeving op te volgen. Een dienst die ik nog zou willen verbeteren. Ook nog een woordje over de Europese Week van de Lokale Democratie, die onze Vereniging sinds 2008 jaarlijks coördineert. Het palmares van de acties die onze gemeenten en OCMW’s al georganiseerd hebben, is indrukwekkend: dat blijkt uit het verslag. De Week draait dit jaar, net als vorig jaar, rond het thema van de participatie van jongeren aan het openbaar leven. Zoals de Japanse schrijver Eiji Yoshikawa stelt: “Als de jongeren al geen grote dromen meer koesteren, wie zal het dan nog wel kunnen?” Wij moeten grote dromen helpen doen uitkomen, door jongeren ruimte te geven voor overleg en expressie. Politiek – dat mogen we nooit vergeten – is niet praten voor de mensen, maar praten met de mensen. Onze Vereniging is 20 jaar. Wij zullen daarop ingaan in een volgende agendapunt.

In een eeuw tijd is België ingrijpend veranderd. In 1913 was er nog geen universeel stemrecht noch vrouwenstemrecht. België was een eenheidstaat. Sindsdien is ons land grondig gewijzigd en zijn we een federale Staat geworden. De zesde staatshervorming, die het afgelopen jaar op papier uitgewerkt werd, versterkt die evolutie nog. De evolutie die in de jaren ’70 ingezet werd, leidde tot de regionalisering van de VBSG in 1993 en de oprichting - ook in datzelfde jaar - van drie regionale verenigingen van steden en gemeenten, één per gewest. Onze Brusselse Vereniging is sindsdien sterk gegroeid. Dat is te danken aan gemotiveerde medewerkers, die heel wat diensten leveren en advies verlenen aan onze leden, gemeenten en OCMW’s. Die diensten zijn soms onvoldoende gekend en ik doe een oproep tot alle aanwezigen hier om de informatie over de diensten die de Vereniging aanbiedt, naar hun gemeenten door te spelen.”


Hij vraagt de aanwezigen het activiteitenverslag dat de diensten van de Vereniging opgesteld hebben, onder leiding van directeur Marc Thoulen, aandachtig te lezen. Deze heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar de beheerorganen van de Vereniging stonden erop dat hij nog even bleef en zijn mandaat zou afsluiten in het kader van deze assemblee, met de voorstelling van het activiteitenverslag. Op 1 juli staat hij zijn plaats af aan de persoon die hem opvolgt, maar hij blijft nog enkele maanden adviseur, waarna de Vereniging een feestje zal organiseren om hem te bedanken. Er wordt voorgesteld de uittredende directeur met onmiddellijke ingang de titel eredirecteur van de Vereniging toe te kennen. Dit voorstel wordt goedgekeurd. Zijn vervangster werd gekozen na een nauwgezette selectie, waarbij met name een onafhankelijk selectiebureau ingeschakeld werd. Ze heet Corinne François en krijgt de gelegenheid zich voor te stellen aan de vergadering. (applaus) Vervolgens stelt hij aan Marc Thoulen voor de balans te schetsen van de 20 voorbije jaren, vanaf de juridische stichting van de Vereniging, wetende dat zijn werkzaamheden in de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten nog verder reiken en het ook in dat kader is dat hij één van de grondleggers van de Vereniging is.

II – 20 jaar Vereniging Marc Thoulen: “Dames en heren, 20 jaar geschiedenis in enkele minuten voorstellen lijkt een onmogelijke taak. Maar wees gerust: meanders die op het moment zelf belangrijk lijken, verzwakken mettertijd en worden rechtere lijnen. Uiteindelijk is de geschiedenis van de Vereniging de voorbije 20 jaar vrij rechtlijnig en is ze vlotter te vertellen dan op het eerste gezicht lijkt. Demonstratie in 10 tabellen 1. Laten we beginnen met een tijdlijn, of veeleer 2. Want aangezien onze Vereniging ontstaan is uit de federale Vereniging, moeten we ook kijken naar wat er met de moeder gebeurd is. De geboorte, 20 jaar geleden, die we hier vandaag samen vieren, was het einde van een bijzonder lang wordingsproces, dat 16 jaar duurde. Het verhaal begint in ’77 met de samenstelling van regionale comités, die zuiver regionale materies zouden behandelen, die steeds meer aan belang winnen en waarvan de vertegenwoordigers in de federale Raad van Bestuur de meerderheid gaan uitmaken vanaf ’88. In ’90 worden deze comités ook bevoegd voor federale materies. Ze worden ook feitelijke verenigingen en verwerven het jaar nadien financiële verantwoordelijkheid, na jaren discussies en aanpassingen, wat nodig was door het feit dat het boekhoudkader nog federaal is. Eind ’93 worden ze echte vzw’s, juridisch aansprakelijk en financieel autonoom. Om de coherentie van de politieke standpunten te waarborgen, bestaat de federale Raad van Bestuur spoedig enkel nog uit vertegenwoordigers van de regionale verenigingen.

We zijn in ‘95 maar we zijn nog niet klaar. Pas in 2000 wordt de Vereniging werkgever van haar eigen personeel en pas in 2005 wordt het federaal gebleven personeel verdeeld onder de verenigingen. Het federaal niveau ondergaat in 2004 nogmaals een statutenwijziging, waardoor het beperkt wordt tot een vereniging van verenigingen. De Afdelingen OCMW van hun kant volgden dezelfde weg.


Een extreem lange genesis dus en een niet zo vlotte bevalling. 2. Bij haar geboorte is de Vereniging poedelnaakt. Het enige personeel is de directeur en een gedeeld secretariaat: voor alle andere diensten moet ze rekenen op de medewerking van de zusterverenigingen. Ze heeft geen studiedienst, terwijl de regelgeving begint te regionaliseren, wat de samenwerkingsovereenkomsten steeds feller bemoeilijkt. Ze heeft geen toegang meer tot de tijdschriften: de collecties worden verdeeld. De genadeslag wordt gegeven in 2003 als de zusterverenigingen het gebouw verlaten waar ze tot dan samen hun kantoren hadden.

De eerste stapjes zijn aarzelend, maar het jaar nadien roept de Vereniging een eigen beperkt tijdschrift in het leven: Nieuwsbrief-Brussel. In ‘95 komt de eerste medewerkster bij de studiedienst, Hildegard Schmidt, die veeleer de bestaande samenwerking dient te vervangen dan aan te vullen. In ‘98 wordt de vertaaldienst opgericht en in 2000 een documentatiecentrum, dat zich in de loop der jaren op virtueel documentenbeheer zal moeten toeleggen. 3. Daarna versnelt het verhaal. In ’98 wordt er na een grondige zelfanalyse een gewaagd ontwikkelingsplan goedgekeurd. Ook neemt de Vereniging het gesco-kader over dat door het Gewest betaald wordt en tot dan toe aan het federaal niveau ter beschikking gesteld. Die twee factoren zullen vooral de basisdiensten helpen versterken.

Dankzij gewestelijke en federale steun - en ook samenwerkingsverbanden met Belfius en Ethias kon de waaier aan diensten verruimd worden, in het bijzonder wat betreft publicaties, vormingen en verscheidene opdrachten ten behoeve van de gemeenten. 4e tabel. André Lagasse, François Persoons, Léon Defosset, Gilbert Sweetlove, Guy Cudell, Jacques De Grave, Eric André, Michiel Vandenbussche, Marc Cools. Hier wijs ik op de complementariteit van wat ieder van onze voorzitters door hun verschillen voor de Vereniging betekend hebben. De ene zette vooral in op expansie, de andere op rationalisering, of duurzaamheid of nog openstelling naar Europa toe, streven naar consensus, zin voor lobbying, aandacht voor communicatie, … De Vereniging is hen dankbaar dat zij geduldig luisterden naar de interne debatten en - zelfs nog beter – dat zij inzetten op ontwikkeling, om te werken aan een geloofwaardige en zichtbare Vereniging. 5. En het resultaat mag gezien worden. In 20 jaar tijd vermenigvuldigde het personeel van de Vereniging met 15. Hier speelt ook de overname van personeel dat ze al financierde, de opvang van het federaal gesco-kader, maar ook het personeel dat aangeworven werd voor nieuwe opdrachten. De vertraging aan het einde van de periode is vooral toe te schrijven aan de toename van het aantal deeltijds werkenden.

Toch steeg de begroting buiten indexering slechts met de helft van deze groei en de bijdragen slechts met een kwart. Dat is te danken aan het feit dat de Vereniging erin slaagde niet alleen nieuwe financieringsbronnen aan te boren, maar ook systematisch streefde naar innovatie en rationalisering.


6. En welke diensten worden er aangeboden met dit personeel? Historisch gezien was er eerst de adviesverlening, ter attentie van gemeenten en OCMW’s, maar steeds meer ondersteunt de studiedienst de beheerorganen bij hun politieke acties. Een ander verlengde zijn de vormingen, waarbij de Vereniging regelmatig samenwerkt met Belfius en Ethias, en waar ze innoveerde door vormingen aan te bieden aan nieuwe mandatarissen.

En dan is er de informatie: ons tijdschrift Nieuwsbrief, dat goed evolueerde dankzij steun van het Gewest, de elektronische Newsletter en de website, nu van de derde generatie, maar ook de publicaties: de Nieuwe Gemeentewet, het Handboek voor Gemeentemandatarissen en de OCMWgids. Het aantal werkgroepen voor studie en uitwisseling van goede praktijken neemt toe, de Vereniging wordt « the place to be ». Daarbij mogen we ook de documentatie niet vergeten, essentieel voor adviesverlening en lobbying. En tot slot is er de benjamin, de lobbying, die nog vaak tot stand komt als reactie of op verzoek van buitenaf, maar die de Vereniging proactiever wil maken. Dat zijn de memorandums die ze opstelt voor de verkiezingen, of de follow-up van de monitoring van de lokale democratie, die momenteel aan de gang is met betrekking tot België. Zonder de vertegenwoordiging te vergeten, in het kader waarvan de Vereniging de belangen van de lokale besturen in meer dan 130 instanties vertegenwoordigt. 7. Wat de opdrachten betreft, was de eerste Dialoog Parkeren, waarvan de resultaten sindsdien verschillende toepassingen kregen. Vervolgens verruimde de opdracht naar de Parketten en kwam er ook de zachte mobiliteit en veiligheid bij, in afwachting van de organisatie van overleg tussen politiezones. 2000 is het jaar van het ontstaan van het Forum van duurzame ontwikkeling, dat de opstelling van Lokale Agenda’s 21 ondersteunt (19 in Brussel), en de internationale samenwerking, waar de Brusselaars ook zeer actief in zijn en de Vereniging bijstand biedt.

Sinds 2005 steunt het Gewest een gegevensbank subsidies (die inmiddels meer dan 400 fiches bevat), maar we mogen toch niet vergeten dat de basis hiervoor reeds werd gelegd in ‘91 met de bijstand van het Gemeentekrediet. Sinds dit jaar legt de Vereniging zich bovendien ook toe op de Europese toelagen. Last but not least, heeft de Vereniging zich gedreven aangesloten bij de campagne van de Raad van Europa voor de lokale democratie. Twee maal uitgekozen als modelactie en twee keer opgenomen in het netwerk 12*: deze activiteit vindt haar oorsprong in het streven naar goed bestuur, een onmisbare basis voor participatie. Belangrijk is dat het nooit ging om uitdovende opdrachten: eenmaal het vertrouwen verworven was, deden wij het telkens groeien en vruchten afwerpen! 8. Zonder commentaar wil ik enkele materies aanstippen waarin de Vereniging een significante impact gehad heeft. Ook al is het effect van de acties niet altijd zichtbaar, toch moeten we ons niet schamen over de afgelegde weg! Tutelle administrative – Administratief toezicht Statut des mandataires – Statuut van de mandatarissen Additionnels: prélèvement et versement – Opcentiemen: heffing en storting Pensions des agents statutaires – Pensioen van de statutairen Charte sociale – Sociaal handvest Pertes du Holding communal - Verlies van de Gemeentelijke Holding Contrats de prévention - Preventiecontracten


Politique des grandes villes - Grootstedenbeleid Sabot et quads – Wielklem en quads Charges (inter)nationales - (Inter)nationale lasten Main-morte - Dodehand Dotation aux zones de police – Dotatie aan de politiezones Sanctions administratives – Administratieve sancties Coopération internationale – Internationale samenwerking Agendas locaux 21- Lokale Agenda 21 Pacte de stabilité - Stabiliteitspact 9. Als een raket de grens van de atmosfeer bereikt, vallen de startmotoren uit omdat die voor een andere omgeving gemaakt zijn. Een tweede motor neemt het dan over, maar explosiebouten moeten eerst de tweede trap losmaken, zodat de nieuwe motor op volle toeren zou kunnen draaien. Hetzelfde geldt voor de Vereniging, die met bijna 30 personen op de payroll, niet meer kan werken in het tot nog toe gekende kader. De Vereniging heeft een hoogte bereikt die aanpassingen in de structuur vergt. Daarom werd de organisatie herzien in de vorm van departementen, werd een nieuw organigram goedgekeurd, gekoppeld aan een arbeidsreglement, dat na jaren besprekingen gevalideerd werd. Een project voor integraal beheer van documenten en contacten, dat echt noodzakelijk was voor de coherentie en de continuïteit van de informatie, wordt binnenkort in gebruik genomen. Er zijn nog andere explosiebouten, die de vrijmaking van de tweede trap van de raket zullen bewerkstelligen: human resources management, integratie van het financieel beheer of nog de versterking van de verschillende fasen van de lobbying, van de opvolging van de wetgeving tot de communicatie. Misschien ziet u er nog andere, maar dat zal niet langer mijn taak zijn. Ik zal de motor van de tweede trap van de raket niet zijn. Het zal Corinne François zijn - die u net voorgesteld werd - die nog bepaalde bouten zal moeten activeren en de motor van de tweede generatie van de Vereniging moet worden. Maar voordat ik de micro doorgeef, nog een laatste boodschap … 10. Samen hebben we de Vereniging uit het niets gehaald en hebben we haar een tweede keer uit de ruïnes van de regionalisering van de Belgische Vereniging getrokken.

Samen hebben we talrijke moeilijkheden overwonnen: politiek, financieel, ook op het vlak van personeel. Maar telkens hebben we die omgezet in groeimogelijkheden. Samen hebben we haar waardigheid teruggegeven aan onze Vereniging, die haar stem laat weerklinken in het concert van de Verenigingen van gemeenten.

Samen hebben we haar een identiteit gegeven – Brussels natuurlijk, stedelijk, duurzaam, solidair en open. Samen hebben we de diensten en de middelen van de Vereniging vertienvoudigd, opdat ze naar de lokale besturen zouden terugvloeien en die ze op hun beurt aan hun burgers doorgeven. Voor dat alles wil ik u – mandatarissen en ambtenaren van gemeenten en Gewest, collega’s, partnerinstellingen, vrienden, die ons altijd blijven steunen zijn - bedanken: aan allen 20 maal dank.” (applaus)


III – Uiteenzetting van Luc Hujoel, algemeen directeur Sibelga Marc Cools verwelkomt Luc Hujoel, algemeen directeur de Sibelga. Hij wijst erop dat hij net als Marc Thoulen bij de Vereniging, al vele jaren aan het roer van Sibelga staat en hij sinds 10 jaar – tegelijk wakend over de financiële belangen van de gemeenten in een veranderlijk en moeilijk wetgevend kader - acties onderneemt om het gamma aan diensten van Sibelga uit te breiden, met name op het vlak van openbare verlichting, om het netwerk uit te breiden en het beheer homogener te maken, of - nog recenter en in de tijdsgeest – om voor te stellen een aankoopcentrale voor de gemeenten te creëren, waarmee gehoor gegeven wordt aan een idee dat aangebracht werd door de Vereniging zelf. Die laatste heeft voorgesteld op deze vergadering het woord te nemen om een schets te geven van de relaties tussen Sibelga en de gemeenten: die zijn niet alleen veelzijdig maar ook complex, zoals bv. bij het beheer van wegenwerken. Luc Hujoel: “Dames en heren, Eerst en vooral wil ik onderstrepen dat aanzienlijke hervormingen in de Brusselse energiedistributie mogelijk geweest zijn omdat er meer dan een decennium lang constante politieke steun was. Er is een lange weg afgelegd, maar nu is het belangrijk vol te houden en de medewerkers te motiveren. Sibelga is een vrij technisch bedrijf dat heel wat ingenieurs, elektriciens en informatici nodig heeft die een adequaat kader moeten krijgen om hen te kunnen aantrekken en motiveren. In dat opzicht is het ideaal als je projecten hebt die de teams motiveren. Daarom hopen wij de komende tien jaar opnieuw te kunnen rekenen op de steun van de gemeentemandatarissen voor de vele projecten die wij nog hebben. Men heeft mij gevraagd hier even in te gaan op de samenwerking tussen Sibelga en de gemeenten. Ik zou zeggen dat die drie vormen aanneemt. Een dagelijkse vorm, soms ondankbaar, maar waar we het toch over moeten hebben, is het beheer van werken op de openbare weg, waar we een grote impact hebben op de wegbeheerders. Het tweede aspect van de samenwerking is financieel, aangezien we de rechtstreekse financiële bijdrage aan de gemeentebegrotingen hebben kunnen behouden en vervolgens verhogen. Tot slot leveren we – zoals ik in het begin vermeldde - een aantal diensten rechtstreeks aan de gemeenten, waaronder de openbare verlichting, en zijn we andere nieuwe diensten aan het ontwikkelen of heroriënteren, waarop ik hier vandaag iets dieper wil ingaan. Laten we beginnen met de ondankbaarste: het wegbeheer is iets ingewikkelds voor de gemeenten, maar het is ook ingewikkeld voor ons. We hebben jaarlijks honderden grote werven, langdurige, bovenop de achtduizend kortere openingen van de weg. Veel van die werken kunnen gepland worden, maar een aantal ervan zijn dringend. Dringend, omdat de klanten bijkomend vermogen vragen voor nieuwe gebouwen, waardoor soms langdurige werven nodig zijn om bijkomend elektrisch vermogen te leveren en waarvoor we de klant niet te lang mogen laten wachten, want dat zou het dynamisme van het gewest afremmen. Dringend ook omdat er tevens interventies zijn wegens defecten, gaslekken, waar voorlopige herstellingen vereist zijn of definitieve herstellingen, met een heel sterk variërende graad aan dringendheid. Deze specifieke omstandigheden inzake exploitatie moeten uiteraard passen met het kader dat het Gewest en de gemeenten steeds meer willen organiseren opdat werken aan de weg optimaal zouden verlopen voor iedereen. In dat opzicht is een actueel thema de inwerkingtreding van de twee besluiten met betrekking tot de ordonnantie werken vorig jaar betreffende de procedures en in het voorjaar het regeringsbesluit over het informaticasysteem Osiris. Sibelga doet alles wat ze kan om zich daaraan aan te passen en ondanks enkele uitschuivers in het begin, volgen we het ritme vrij goed en hebben we vertrouwen in de toekomst, behalve dat we af en toe wat pragmatisme vragen om het eerste jaar door te komen. Het nieuwe systeem vergt


immers een aanzienlijke inspanning, want het Gewest heeft bepaalde instanties met de financiering belast en niet alle gebruikers van het informaticasysteem. Wij verwachten dat onze bijdrage aan Osiris een half miljoen euro per jaar zal vertegenwoordigen, een soort gewesttaks op Sibelga voor de financiering van Osiris. Er zijn de organisatieaspecten: wij ramen dat dit voor de mensen die bij ons de werken beheren, gemiddeld bijkomend werk voor 2 of 3 personen teweegbrengt, nog zonder rekening te houden met de bijkomende communicatie ten aanzien van omwonenden. Dat is een inspanning van 750.000 tot 1 miljoen euro, wetende dat het over een lange termijn inspanning gaat, een inspanning waar Sibelga achterstaat en die ze wil zien lukken omdat zo een fundamentele doelstelling bereikt wordt. Ik wil de aandacht op het volgende vestigen. De gewestelijke wetgever wil dat zodra een zo gesofisticeerd systeem uitgewerkt wordt voor het beheer van werken, iedereen zich daaraan zou houden. Daarom pleit ik ervoor dat bepaalde gemeenten – maar dat zijn veeleer uitzonderingen die de regeringsbesluiten willen aanvullen of parallel oude bepalingen willen behouden, dat niet zouden doen, want dan zou het echt onwerkbaar worden, zowel voor ons als voor andere betrokken partijen. Als er bij voorbeeld massaal geïnvesteerd wordt in een elektronisch communicatiesysteem dat plannen ter beschikking stelt in een oneindig aantal exemplaren, is de vraag om parallel nog zes papieren exemplaren te verzenden een voorbijgestreefde procedure die overbodige kosten met zich meebrengt. Daarom vraag ik erover te waken dat wij de ordonnantie naleven, onder voorbehoud van pragmatisme het eerste jaar, maar bemoeilijk het systeem niet met overblijfselen van een oud systeem. Ik denk dat dit de zaken zal vergemakkelijken.

Het tweede aspect van de samenwerking van Sibelga met de gemeenten is natuurlijk onze rechtstreekse financiële bijdrage aan de begrotingen van de gemeenten. De laatste jaren heeft Sibelga aan de gemeenten wegenisretributies uitgekeerd voor een bedrag van ongeveer 35 miljoen euro per jaar. Dat is een nieuw systeem dat dateert van 2004, denk ik, en dat bedrag zou de komende jaren op hetzelfde niveau moeten blijven, ter compensatie van de daling van de hoeveelheid energie die in Brussel worden gedistribueerd. Jullie moeten weten: de gedistribueerde hoeveelheden zijn aan het verminderen, terwijl zowel voor gas als voor elektriciteit de retributies en de prijzen worden geïndexeerd. Er is dus een compensatie tussen de twee en ik kan u zeggen dat de bijdragen wel zullen gelijk blijven, maar niet zullen verhogen. Het tweede belangrijke bedrag gestort door Sibelga of meer precies door Interfin, de financiële holding van Sibelga, zijn natuurlijk de dividenden die Interfin aan de gemeenten heeft uitgekeerd de laatste jaren. Deze dividenden zijn de laatste jaren lichtjes gestegen en bedroegen voor begrotingsjaar 2013 zowat 50 miljoen euro. Naar aanleiding van de uittreding van Electrabel en op basis van een financiële planning op middellange termijn, heeft Interfin besloten om dit jaar 60 miljoen euro aan dividenden uit te keren aan de gemeenten, wat neerkomt op een stijging van 20 %. Dat is natuurlijk belangrijk en dus wij denken die bedragen ook de volgende jaren te kunnen betalen. Die dividenden zijn voor twee derde afkomstig van de structurele resultaten van Sibelga, en voor één derde van de participaties van Interfin in andere maatschappijen binnen de energiesector, in het bijzonder de maatschappijen voor gas- en elektriciteitstransport op federaal niveau, Fluxys en Elia. Concreet hopen wij een dergelijk bedrag te kunnen blijven uitkeren gedurende de komende vijf jaar. De mogelijkheid om dergelijke regelmatige inkomsten aan de gemeenten toe te kennen hangt natuurlijk samen met het behoud in Interfin van het eigen vermogen dat door de jaren heen werd opgebouwd. Het gaat in feite om een keuze tussen regelmatige inkomsten of de verkoop van de familiejuwelen. Voor de gemeenten schijnt het een rationele keuze de juwelen binnen Interfin te houden, aangezien ze regelmatig inkomsten krijgen die het rendement zijn van de participatie van de gemeenten in Interfin en Sibelga. Aangezien het rendement aanzienlijk hoger ligt dan de rentevoet van de gemeentelijke of gewestelijke overheidsschuld, is het verschil een netto winst voor de gemeentefinanciën.


Maar ik wil ook de aandacht vestigen op het derde aspect, dat te maken heeft met de diensten die wij voor onze aandeelhouders voorbehouden. We zijn begonnen met de openbare verlichting, die we redelijk traditioneel aanpakten, maar die we sindsdien gesystematiseerd hebben in het kader van de liberalisering van de markt, waar het geformaliseerd werd in de vorm van een verplichte openbare dienst die valt onder het stelsel van de elektriciteitsregulering. Het Gewest heeft ons volledige delegatie van bevoegdheid gegeven om de gemeentelijke openbare verlichting te organiseren, met de parallelle verplichting om die verlichting in de tarieven te financieren. Ik denk dat we dat op een soepele manier doen, d.w.z. zonder misbruik te maken van onze delegatie van bevoegdheid. Integendeel, wij moedigen de gemeenten aan om lichtplannen op te stellen, we staan permanent in contact met de betrokken schepenen en gemeentepersoneel. Ik denk dat we soepel te werk gaan qua keuzes, dat de dienstverlening degelijk is en dat het systeem ons – zoals de voorzitter zei – de mogelijkheid biedt alle gemeenten op hetzelfde niveau te brengen wat de openbare verlichting betreft, aangezien op het moment van de fusie van de intercommunales in 2001, er sterke verschillen waren. Zo kunnen we ook de regelmatige vernieuwing van de lampen verzekeren - dat aantal stijgt overigens - om ruimtes gezelliger te maken met aangenaam licht, lagere lampen zodat het licht minder verblindt, wat niet betekent meer lampen, in combinatie met een daling van het energieverbruik, wat één van de doelstellingen van het Gewest is. En ondanks een aanzienlijke stijging van het aantal lampen daalt het energieverbruik. Ik denk ook dat we deze dienst kunnen blijven leveren de komende jaren, wat ons jaarlijks 23 miljoen euro (BTW niet meegerekend) kost, wat een besparing van 29,2 miljoen euro betekent in de gemeentebegrotingen, zonder te spreken van het feit dat als dit systeem van financiering moest verdwijnen, ieder wellicht zijn eigen weg zou gaan, wat meer zou kosten omdat het schaalvoordeel verloren zou gaan. Men vraagt ons soms om sneller te gaan in de toepassing van nieuwe technologieën bij de openbare verlichting: zijn er regelmatig “LED-offensieven”. De technieken evolueren, maar wij beschikken over een zekere maturiteit op het vlak van technologie om niet te bezwijken voor gadgets. Momenteel plaatsen we bv. spots, die zijn krachtiger dan LEDs. LEDs zijn momenteel immers niet het doeltreffendste op het vlak van rendement en het is ook een technologie die in elk geval voor openbare verlichting nog vooruitgang aan het boeken is. Wij behoeden ons van een te snelle invoering van LED op de markt, want we wachten nog 4 of 5 jaar vordering van deze technologie, die we momenteel voorbehouden voor welbepaalde toepassingen, zoals de verlichting van oversteekplaatsen voor voetgangers. In andere gevallen zouden we het momenteel een slechte technische beslissing vinden. In de toekomst gaan we ook ons openbare verlichting netwerk ‘intelligenter’ maken, door geleidelijk aan elektronica en informatica in te voeren, niet alleen voor energiebesparing maar ook voor een performanter beheer van defecten en onderhoud. Sibelga vindt deze technologieën uiteraard niet zelf uit: het zijn technologieën die op wereldvlak ontwikkeld worden, die nog moeten evolueren om in ons netwerk ingebracht te worden. In dat kader zijn we een technologische roadmap aan het maken die dit jaar af zal zijn, die zal leiden tot een aantal investeringen in nieuwe technologieën tegen 2020. We moeten zeker in die richting voortwerken, maar het zou jammer zijn miljoenen euro’s te betalen voor technologieën die 5 jaar later vervangen moeten worden of leveranciers die op dat moment niet meer volgen. Naast deze traditionele activiteiten lijkt het ons belangrijk stand te houden ondanks de zeer sterke druk op de elektriciteitsprijzen. Sommige partijen zich de vraag stelden: en als we de verplichte openbare dienstverlening in hoofde van Sibelga afschaften om de elektriciteitsprijs met 10 % te


doen dalen? U kan de gevolgen van een dergelijke maatregel goed inschatten, want er zijn nog andere bekommernissen dan de tarieven alleen. Ik denk dat we een doeltreffend systeem voor financiering en beheer tot stand gebracht hebben en we dat moeten trachten te behouden. Voor mij is het een goed model, dat we zouden willen uitbreiden tot het energiebeheer in gemeentegebouwen. Daarom hebben we dit jaar het initiatief genomen voor te stellen een aankoopcentrale te creëren voor openbare verlichting en als ik me niet vergis, zijn naast de stad, die al contracten gesloten had tot 2017, alle gemeenten gevolgd en niet alleen de gemeenten maar ook talrijke OCMW’s, politiezones en vzw’s. We worden dus al gevolgd door enkele tientallen entiteiten. Sommigen onder u hebben wellicht al horen spreken over de monitoring van het verbruik, aan de hand “Enerclic”, een zeer gesofisticeerd systeem dat het energieverbruik registreert van de 200 belangrijkste gemeentegebouwen. De geregistreerde gegevens worden digitaal verwerkt en grondig geanalyseerd bij ons en wij combineren ze met de gegevens van onze normale tellingen, om de benchmarking van de gemeentegebouwen op het vlak van energie-efficiëntie te kunnen maken en geleidelijk een systeem van monitoring tot stand te brengen. Wij hebben het systeem ingevoerd en evalueren nu hoe die informatie doeltreffend gebruikt kan worden - dit jaar nog zullen we 40 grondige audits uitvoeren van gemeentegebouwen – en vanaf volgend jaar hopen we de gemeenten een goed gestructureerde gratis dienst te kunnen leveren van monitoring van het verbruik van gebouwen. Uiteraard versterken deze twee initiatieven elkaar, want als je beschikt over al deze gegevens kan je gemakkelijker een aankoopcentrale beheren. Sommigen herinneren zich misschien ook dat wij enkele jaren geleden de mogelijkheid hadden de gemeenten premies inzake energiebesparing toe te kennen en dat die premies in tientallen gebouwen geholpen hebben speciale investeringen te doen, audits uit te voeren en lastenboeken in dat kader op te stellen. Op een gegeven moment sloeg het Gewest een andere weg in met Plage, en vertrouwden ze aan het BIM het beheer toe van de premies inzake rationeel energieverbruik voor de gemeenten. Wij hebben toen aan de regering gevraagd ieders verantwoordelijkheden terzake te preciseren. Het Gewest moet zeggen of Sibelga dat moet doen en, zo ja, de nodige financiële middelen toekennen. Zo niet, zal Sibelga die sector laten vallen. Wij denken dat wij de gemeenten heel goed kennen en dat wij een homogene dienst kunnen aanbieden met betrekking tot al het energieverbruik. Wij denken dat we al voldoende puzzelstukken hebben en zijn ervan overtuigd dat we als we alle stukken samenleggen, een echt energiebesparingsbeleid kunnen uitwerken voor hun gebouwen, door verder te gaan dan de experimentele fase die we nu meemaken, ook al hebben bepaalde gemeenten al heel professioneel geïnvesteerd in dit soort activiteiten. Het doel dat wij ons voor de komende vijf jaar vooropstellen, is de gemeenten een gratis basisdienst aanbieden op het vlak van energiebeheer. Dat kan enkel in een volgende fase, als de eerste goed onder controle zijn, met name op het vlak van aankoopcentrales en uitrustingen. Nog even iets over een meer gevorderd concept dat we Smart Cities noemen, waar tegelijk heel wat interessants te vinden is, maar ook veel communicatie en mogelijkheden voor grote firma’s die materiaal proberen te verkopen. In bepaalde domeinen waar men Sibelga zouden verwachten, hoort men ons niet. Maar dat wil niet zeggen dat we niet klaar staan om naar u te luisteren. U weet grosso modo dat Smart Cities intelligente netwerken zijn voor elektriciteit, energie en openbare verlichting, maar ook intelligente mobiliteit met betrekking tot openbare vervoersnetten maar ook het autoverkeer. Wij hebben geen specifieke initiatieven gepland met betrekking tot elektrische voertuigen, na een zeer grondige studie terzake, omdat we niet het best geplaatst bleken om dergelijke initiatieven te nemen en


omdat we van oordeel waren dat het niet noodzakelijk een rendabel initiatief zou zijn. Ik denk dat we ook in die materie niet te snel mogen gaan. Dat is een boodschap die we kenbaar gemaakt hebben aan het technisch comité, waar het gemeentelijk technisch personeel elke maand vergadert met die van Sibelga. Maar als bepaalde gemeenten willen dat wij eraan werken, dat wij hen helpen het domein van de elektrische voertuigen te betreden, dan willen we daaraan meewerken en een bijdrage leveren, om een stand van zaken op te maken van de maturiteit van de technologie. Misschien spelen de beheerders van parkeerplaatsen daar een belangrijke rol in en hebben zij de echte kaart in handen om zich erin te storten. Van onzentwege is er een klein dienstenaanbod in de marge, dat aansluit bij onze inspanningen op het vlak van verlichting, verwarming van gebouwen, aankoopcentrales, om het energieverbruik in zijn geheel te beheren rekening houdend met de belangen van de gemeenten.” De heer Marc Cools vraagt de aanwezigen om gebruik te maken van de aanwezigheid van Sibelgawoordvoerder Luc Hujoel om een antwoord te krijgen op bepaalde vragen, ofwel tijdens de vergadering ofwel tijdens de receptie daarna. Omdat er geen onmiddellijke reacties zijn, geeft hij alvorens af te sluiten, het woord aan Julien Gooskens, die iets wil toevoegen als gewezen burgemeester maar vooral – en dat is waarom hij hier aanwezig is – als stichtend lid van de Vereniging 20 jaar geleden, die hij jaarlijks met plezier terug ziet op de Algemene Vergadering. Julie Gooskens: “Mijnheer de voorzitter, aangezien ik de laatste vertegenwoordiger ben – ik zeg niet overlevende, want dat zou niet helemaal kloppen, maar steeds aanwezig op uw Algemene Vergaderingen – was ik verrast toen Marc Thoulen me bij het binnenkomen zei dat dit zijn laatste Algemene Vergadering is. Veel aanwezigen hebben daarstraks geapplaudisseerd na de uiteenzetting van Marc Thoulen, maar er zijn ook de afwezigen die als ze wisten wat er zou gebeuren, gekomen zouden zijn. In één woord, in hun naam, zeg ik: Mijnheer Thoulen, hartelijk dank voor het warme onthaal dat we telkens weer kregen. 20 jaar lang ben ik altijd tevreden geweest om uw advies en uw diensten, zowel vroeger als nu. Nogmaals dank en ik wens u een zeer aangenaam pensioen toe!” (Applaus) Frédéric Vallier: “Ik wil van deze bijeenkomst gebruik maken om iets toe te voegen als directeurgeneraal van de Raad van Europese Gemeenten en Regio’s (REGR), die onlangs zijn zetel naar Brussel verhuisde. Naar aanleiding van de pensionering van Marc Thoulen wil ik de aandacht vestigen op het werk dat samen geleverd werd, niet alleen om de Raad naar Brussel te brengen, maar ook om ons werk rond Europese aangelegenheden te ondersteunen. Ik wil hem bedanken voor het geleverde werk, niet alleen voor de installatie in Brussel, maar ook om u aan te moedigen om deel te nemen aan de werkzaamheden binnen de REGR, in het bijzonder voor ons lobbywerk, wat zeer belangrijk is voor ons en een weerslag heeft op uw dagelijks werk. 70 % van de regelgeving die op Europees niveau uitgevaardigd wordt, heeft immers een rechtstreekse impact op het werk van de gemeenten. Dus als we spreken over synergie, transport en veel andere dagelijkse activiteiten, hangen die vaak af van regelgeving die met de beste wil opgemaakt werd maar soms ook bron van moeilijkheden is, die hun oorsprong vinden in beslissingen die in het Europees Parlement genomen worden, door de Europese Commissie of door de Raad en die u in uw eigen regelgeving moet verwerken. Daarom vraag ik de Vereniging om deze samenwerking met onze Raad nog te versterken. Nogmaals dank aan Marc Thoulen, met al mijn sympathie. (Applaus) Marc Thoulen: “Om te reageren op wat Frédéric net zei, wijs ik erop dat wij verheugd zijn dat er in bepaalde domeinen echte inhoudelijke samenwerking tot stand gebracht is, die verder gaat dan onze medewerking aan verschillende pan-Europese groepen die de REGR organiseert. Specifiek wijs ik hier in het kader van de Europese Week van de Lokale Democratie, die ik daarstraks vermeld heb, op de activiteiten die net zoals vorig jaar georganiseerd worden, die mooie voorbeelden vormen. Ik denk dat we alles te winnen hebben bij de volledige installatie van de REGR in Brussel - wat ons ten zeerste verheugt - om aan die verankering een concrete dimensie toe te voegen, die onze Europese dromen aan het Brusselse terrein kan koppelen.


Marc Cools dankt de aanwezigen, in het bijzonder de sprekers Luc Hujoel, Marc Thoulen en het personeel van de Vereniging, maar ook alle aanwezigen in hun eigen naam of in naam van hun gemeente. Hij dankt ook het gemeentebestuur van Sint-Joost-ten-Node voor hun uitnodiging, in het bijzonder Eric Jassin en Emir Kir, die lid zijn van het Bureau van de Vereniging, en het personeel van het museum Charlier voor hun onthaal, wat het mogelijk maakte om hier de vergadering te houden maar ook een symbolische plaats van het culturele erfgoed van ons Gewest te ontdekken. Hij sluit de zitting en nodigt iedereen uit op de receptie die de Vereniging aanbiedt. (Applaus)


17/03/2015


20

ans jaar

!

Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale asbl

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Marc THOULEN AG 25/06/2014 AV


1 1977

Associations de fait

Responsabilité juridique

Feitelijke verenigingen

Juridische aansprakelijkheid

1990

1991 1993

Comités régionaux

Régionalisation du personnel Regionalisering personeel

2000

2005

Employeur –

Regionale comités

Werkgever

2013 AVCB-VSGB

Responsabilité financière

UVCB-VBSG

Financiële aansprakelijkheid

1988

1995

2004

CA: représentants régionaux majoritaires

CA : représentants régionaux seuls

Association d’associations

Rvb: meerderheid regionale vertegenwoordigers

Rvb : enkel regionale vertegenwordigers

Vereniging van verenigingen

Marc THOULEN – 20 ans / jaar – 25-06-2014 1/10

© AVCB-VSGB - rue d'Arlon 53/4 Aarlenstraat - 1040 Bruxelles Brussel

1

17/03/2015


2

Retour à la case départ – Terug naar Start - 1993: pas de services propres / geen eigen diensten -> collaboration / samenwerking -> 2003

Premiers pas hésitants – 1e aarzelende stapjes -

1994: revue / tijdschrift 1995: service d’études / studiedienst 1998: traduction / vertaling 2000: bib - doc



En avant ! Voorwaarts !

3

Plan de développement / Ontwikkelingsplan Cadre ACS fédéral / Federaal Gesco-kader -> services de base / basisdiensten

Aide de la Région / Fédéral – Gewestelijke en federale steun Partenariat - Belfius / Ethias - Samenwerking -> missions / opdrachten -> publications + formations / publicaties en vorming



2

17/03/2015


4

Marc THOULEN – 20 ans / jaar – 25-06-2014 410


5

Emploi FTE Tewerkstelling 30,00

25,00

20,00

15,00

10,00

5,00

0,00



3

17/03/2015


6

Services - Diensten - Conseil / Advies - Information / Informatie - Lobbying Conseil aux communes, appui au lobbying, formations

Advies aan gemeenten, steun bij lobbywerk, vorming Revues, publications, networking, documentation

Tijdschriften, publicaties, netwerking, documentatie Démarches, mémorandums, représentation

Initiatieven, memorandums, vertegenwoordiging Marc THOULEN – 20 ans / jaar – 25-06-2014 6/10


7

Missions - Opdrachten 1992: dialogue stationnement / dialoog parkeren 2000: développement durable / duurzame ontwikkeling 2000: coopération internationale samenwerking 2005 : subsides / subsidies 2007: démocratie locale / lokale democratie



4

17/03/2015


8

Tutelle administrative – Administratief toezicht Statut des mandataires – Statuut mandataris Additionnels : prélèvement et versement –

Opcentiemenen: heffing en stortingen Pensions des agents statutaires – Pensioen statutairen Charte sociale – Sociaal handvest Pertes du Holding communal- Verlies Gemeentelijke Holding Contrats de prévention - Preventiecontracten Politique des grandes villes - Grootstedenbeleid Sabot et quads – Wielklem en quads Charges (inter)nationales - (Inter)nationale lasten Main-morte - Dodehand Dotation aux zones de police – Dotatie aan politiezone Sanctions administratives – Administratieve sancties Coopération internationale – Internationale samenwerking Agendas locaux 21- Lokale Agenda 21 Pacte de stabilité - Stabiliteitspact Marc THOULEN – 20 ans / jaar – 25-06-2014 8/10


Nieuwe impuls

9 Nouvelle impulsion Organigramme départemental

Organigram met departementen Gestion intégrée des documents

Geïntegreerd documentenbeheer Ressources humaines + intégration financière

Human resources + financiële integratie Lobbying: veille stratégique <-> communication

Lobbying: strategische follow-up <-> communicatie

… Marc THOULEN – 20 ans / jaar – 25-06-2014 9/10


5

17/03/2015


10

Bedankt !

Merci !

Bedankt ! Bedankt ! Bedankt !

Bedankt !

Bedankt !



6

Algemene Vergadering 25 juni 2014, u

Recommend Documents