Wmo monitor Noord-Beveland Uitkomsten tevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens 2008
Middelburg, mei 2008
Wmo monitor Noord-Beveland
Colofon © Scoop 2008 Samenstelling Inge van der Tak Peter van Kooten Wim van Gorsel in opdracht van College Zorg en Welzijn Scoop Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Achter de Houttuinen 8 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311 www.scoopzld.nl
[email protected] Foto www.morguefile.com Lay-out Scoop Ontwerp men@work Scoop Drukwerk Scoop
Wmo monitor Noord-Beveland
Inhoudsopgave 1. Inleiding .........................................................................7 2. Klanttevredenheid .........................................................9 2.1 Inleiding .....................................................................9 2.2 Tabellen naar gemeente, regio en provincie..............10 2.3 Tabellen naar type ondersteuning.............................23 3. Burgerparticipaptie middels de Wmo-adviesraad ....35 4. Prestatiegegevens Wmo .............................................39 Bijlagen Bijlage 1: Vragenlijst klanttevredenheid Wmo .....................51 Bijlage 2: Vragenset prestatiegegevens Wmo ......................57
Wmo monitor Noord-Beveland
6
Wmo monitor Noord-Beveland
1. Inleiding Gemeenten zijn verplicht om vanaf 2008 jaarlijks het Ministerie van VWS en de eigen raad en burgers te informeren over de klanttevredenheid en andere prestatiegegevens over de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Het College Zorg en Welzijn is in februari 2007 overeengekomen dit gezamenlijk op te pakken en daartoe Scoop opdracht te geven een Wmo-monitor te ontwikkelen voor de gezamenlijke 13 Zeeuwse gemeenten en de Provincie. Deze regionale invulling biedt de afzonderlijke gemeenten de mogelijkheid om te komen tot een vergelijking van beleid en uitvoeringspraktijk en waar gewenst aanpassingen door te voeren. In dit rapport vindt u de uitkomsten voor uw gemeente van het eerste jaar van de Wmo monitor Zeeland.
In dit rapport vindt u de uitkomsten van de drie deelonderzoeken voor uw gemeente. Steeds wordt daarbij de score van uw gemeente gelegd naast de gemiddelde score in Zeeland. Op die manier kunt u bekijken wat goed gaat en waar vooral nog aan gewerkt moet worden. In het rapport worden alleen de uitkomsten beschreven, zonder bijbehorende interpretatie, conclusies en aanbevelingen. In het najaar 2008 verschijnt nog een provinciaal rapport met daarin een verdere analyse van de verzamelde gegevens. In het klanttevredenheidsonderzoek en het onderzoek onder Wmo-adviesraden staat de beleving centraal van respectievelijk aanvragers van Wmo-ondersteuning en leden van een Wmo-adviesraad. De antwoorden zijn niet gelegd naast de beleving/ het beleid van de gemeente.
Leeswijzer Doel van de monitor is om inzichtelijk te maken hoe de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning verloopt in de Zeeuwse gemeenten en op welke aspecten de gemeenten van elkaar verschillen. In 2008 zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd: Onderzoek naar de klanttevredenheid van aanvragers van individuele Wmo-voorzieningen (hulp bij het huishouden; vervoersvoorzieningen; woonvoorzieningen; rolstoelvoorzieningen) middels een schriftelijke vragenlijst; Onderzoek naar de werking van Wmo-adviesraden middels een vraaggesprek met de Wmo-adviesraden van de afzonderlijke gemeenten; Inventarisatie van prestatiegegevens Wmo middels een digitale vragenset die de gemeenten zelf hebben ingevuld.
Hoofdstuk 2 geeft de resultaten weer van het klanttevredenheidsonderzoek onder aanvragers van Wmo-ondersteuning. Hoofdstuk 3 geeft de resultaten weer van het onderzoek onder Wmo-adviesraden. Hoofdstuk 4 geeft prestatiegegevens van gemeenten weer. Ook vindt u in genoemde hoofdstukken informatie over de aanpak en respons van de deelonderzoeken.
7
Wmo monitor Noord-Beveland
8
Wmo monitor Noord-Beveland
2. Klanttevredenheid 2.1 Inleiding Gemeenten zijn via de Wet maatschappelijke ondersteuning verplicht elk jaar een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder ontvangers van Wmo-ondersteuning en aanvragers die geen ondersteuning hebben ontvangen. Hiervoor heeft VWS een vragenlijst ontworpen (zie www.invoeringwmo. nl). Met deze vragenlijst is in 2007 een eerste klanttevredenheidsonderzoek verricht in de gemeente Sluis. Naar aanleiding van deze eerste ervaringen en van reacties van gemeenten, de Klankbordgroep en Wmo-adviesraden op de vragenlijst, is de vragenlijst aangepast. Aan elke Zeeuwse gemeenten zijn 500 vragenlijsten verstrekt. De gemeenten hebben deze vragenlijsten eind januari/ begin februari uitgezet bij een steekproef van hun cliëntbestand individuele voorzieningen. Daarbij is ervoor gezorgd dat de verschillende vormen van ondersteuning goed vertegenwoordigd zijn en dat ook personen van wie de aanvraag is afgewezen zijn aangeschreven. Voor telefonische ondersteuning bij het invullen, konden mensen contact opnemen met Klaverblad Zeeland. Tijdens het veldwerk bleek dat meerdere mensen die de vragenlijst ontvingen zichzelf niet herkenden als Wmo-cliënt, omdat zij al langer ondersteuning ontvingen en aangaven hierover geen contact te hebben gehad met de gemeente in het afgelopen jaar. Om ervoor te zorgen dat deze groep wel de vragenlijst zou invullen, is vervroegd een rappelbrief uitgedaan, waarin deze groep werd gevraagd in ieder geval de vragen 1 t/m 3 en 25 t/m 38 in te vullen. Centraal in het onderzoek staat de beleving van Wmo-clienten. Het gaat erom in beeld te krijgen hoe Wmo-cliënten het proces van de eerste aanvraag tot en met de beschikking hebben ervaren en hoe tevreden zij zijn over de kwaliteit van de ondersteuning.
Respons en analyse In totaal zijn er in de dertien gemeenten 6117 vragenlijsten verstuurd. Daarvan zijn er 3029 teruggestuurd. Het responspercentage is daarmee 50%. Zeven gemeenten hebben informatie verstrekt over de leeftijdsverdeling van de personen die zijn aangeschreven. Met die informatie is de respons naar leeftijd in beeld gebracht. Het blijkt dat de respons het hoogst ligt in de leeftijdscategorie 65 tot 85 jaar. Bij de groep 85-plussers ligt de respons gemiddeld en bij de leeftijdsgroep tot 65 jaar ligt de respons iets lager dan gemiddeld. In Noord-Beveland zijn in totaal 268 vragenlijsten verstuurd en 189 ontvangen. De respons ligt daarmee op 71%. Naar leeftijd ziet de respons er als volgt uit: Tabel 2.1 Respons naar leeftijd in Noord-Beveland
Noord-Beveland tot 64 jaar
58%
65-74 jaar
83%
75-84 jaar
69%
85 jaar eo
74%
Totaal
71%
In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de enquête klanttevredenheid in tabellen gepresenteerd. Eerst volgt in paragraaf 2.2 de antwoordverdeling van de gemeente, welke wordt gelegd naast de antwoorden die in de regio en in Zeeland worden gegeven. Om een goede vergelijking mogelijk te maken tussen gemeenten, is een weging toegepast die ervoor zorgt dat elke gemeente even zwaar meetelt in het Zeeuwse gemiddelde. Het aantal respondenten per gemeente is daarvoor opgehoogd tot 500. Het gemeentelijke percentage verandert hier natuurlijk niet door. Het regionale en Zeeuwse cijfer geeft de gemiddelde score van de daartoe behorende gemeenten weer. De N in de tabellen staat voor het aantal respondenten dat de
9
Wmo monitor Noord-Beveland
vraag beantwoord heeft. Dit is het gewogen aantal respondenten. Daaronder staat de M. Dit is het gewogen aantal respondenten dat de vraag niet beantwoord heeft. Het niet beantwoorden van vragen kan zowel het gevolg zijn van het niet willen of kunnen beantwoorden van vragen, alsmede van het feit dat vragen soms niet van toepassing zijn voor respondenten. Paragraaf 2.2 begint met een korte beschrijving van de resultaten.
60% van de respondenten is van mening dat de gemeente Noord-Beveland op zorgvuldige wijze met de persoonsgegevens is omgegaan (Zeeland 61%). In dit kader werd de vraag of men informatie heeft ontvangen over de rechten en plichten door 50% bevestigend beantwoord (Zeeland 53%). Meestal gebeurde dit (alleen) schriftelijk. De informatie die men hierbij ontving werd door een duidelijke meerderheid (80%; Zeeland 71%) als ‘makkelijk te begrijpen’ gerangschikt.
In paragraaf 2.3 staan tabellen met antwoorden, uitgesplitst naar type ondersteuning. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ontvangers van huishoudelijke hulp; ontvangers van een andere individuele voorziening; en mensen die beide vormen van ondersteuning ontvangen. Zodoende kan bekeken worden of in de gemeente verschillen bestaan in de tevredenheid van mensen die diverse vormen van ondersteuning ontvangen. Omdat de antwoorden in dit geval niet vergeleken worden met de antwoordverdeling in andere gemeenten, was het niet nodig hier een weging toe te passen. De N en M die te zien zijn in de tabellen, geven dan ook de ongewogen aantallen respondenten aan die een vraag hebben beantwoord (N) of juist niet (M).
35% van de respondenten (Zeeland 42%) heeft op een of andere manier uitleg gehad over de mogelijkheid een klacht of bezwaar in te dienen. In de meeste gevallen gebeurde dit (alleen) schriftelijk. 70% (Zeeland 71%) antwoordde dat deze info makkelijk te begrijpen was.
2.2 Tabellen naar gemeente, regio en provincie Aanvraag/eerste contact 81% van de respondenten in Noord-Beveland (Zeeland 85%) gaf aan dat duidelijk was waar je moest zijn voor de aanvraag voor ondersteuning. De aanvragen liepen vooral via de gemeente (44%); verder via CIZ (27%), de verpleegkundige (12%), de huisarts (10%) en via overige kanalen (16%). Dit contact verliep in de meeste gevallen persoonlijk thuis (42%), telefonisch (35%) of schriftelijk (23%). 34% van de respondenten (Zeeland 42%) had wel eens contact gehad met een Wmo-loket in de gemeente. De behulpzaamheid van de medewerkers van het loket werd daarbij als meest positief beoordeeld. 90% van de respondenten beoordeelde dit aspect als ‘voldoende’ (Zeeland 85%). De bereikbaarheid van het loket met openbaar vervoer werd het minst vaak (40%) als ‘voldoende’ beoordeeld (Zeeland 25%).
WMO-adviesraad Binnen de gemeente is er een Wmo-adviesraad actief. Van de respondenten heeft 12% bij de aanvraag info ontvangen over deze raad (Zeeland 13%). In totaal heeft 37% (Zeeland 34%) wel eens van de Wmo-adviesraad gehoord. Ofwel door hierover informatie te hebben ontvangen bij de aanvraag, ofwel op andere wijze.
De beschikking Van de respondenten gaf 61% aan binnen vier weken na aanvraag ondersteuning te hebben gekregen (Zeeland 54%). In 16% van de gevallen duurde het langer dan vier weken (Zeeland 23%). 24% van de respondenten was van mening dat het hoe dan ook te lang duurde (Zeeland 33%). 79% van de respondenten is van mening dat het voldoende op de hoogte is gehouden over de afhandeling van zijn of haar aanvraag (Zeeland 75%). 85% van de respondenten ontving uiteindelijk alle ondersteuning die werd gewenst (Zeeland 83%). Van degenen waarvoor dat niet het geval was, werd in 41% van de gevallen (Zeeland 55%) uitgelegd waarom de aanvraag geheel of gedeeltelijk werd afgewezen. Van deze geheel of gedeeltelijk afgewezen groep gaf 78% aan niet te begrijpen waarom de aanvraag uiteindelijk werd afgewezen (Zeeland 77%).
Verwerking aanvraag
Kwaliteit ondersteuning
83% van de respondenten antwoordde dat men goed begrepen heeft welke ondersteuning nodig was (Zeeland 85%). In 15% van de gevallen (Zeeland 24%) is daarbij besproken dat familie, buren etc. daar ondersteuning bij kunnen verlenen. Van degenen waarmee dit is besproken gaf 65% aan dit als prettig te hebben ervaren (Zeeland 62%).
35% van de respondenten krijgt alleen huishoudelijk hulp (Zeeland 29%); 22% in combinatie met andere hulp (Zeeland 36%). 26% ontvangt een andere Wmo-voorziening (Zeeland 24%); 18% geeft aan geen individuele voorziening vanuit de Wmo te ontvangen (Zeeland 11%).
10
Wmo monitor Noord-Beveland
91% van degenen die ondersteuning kregen ontvangen dit in natura (Zeeland 76%); 3% krijgt een pgb (Zeeland 11%). De overigen ontvangen gedeeltelijk geld, gedeeltelijk wordt de ondersteuning direct voor hen geregeld. Door 36% van degenen die ondersteuning hebben gekregen werd aangegeven dat ze zelf konden kiezen in welke vorm ze deze ondersteuning kregen (Zeeland 37%). In 81% van de gevallen wordt voor de ondersteuning een eigen bijdrage gevraagd (Zeeland 76%). Voor 19% van hen vormt dit een probleem (Zeeland 20%).
Tot slot: evaluatie Aan het eind van de vragenlijst werd aan de hand van een aantal stellingen geëvalueerd hoe de ontvangen ondersteuning werd gewaardeerd. In grafiek 2.1 zijn de uitkomsten grafisch weergegeven van Noord-Beveland en Zeeland.
Grafiek 2.1 Waardering van ondersteuning in NoordBeveland en gemiddeld in Zeeuwse gemeenten precies wat ik nodig heb huishouden loopt beter kan makkelijker ergens komen vergroot zelfstandigheid meer activiteiten buitenshuis betere contacten mogelijk 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Noord-Beveland Zeeland
In de laatste vraag werd gevraagd welk cijfer men geeft voor de ontvangen ondersteuning. De respondenten uit NoordBeveland gaven gemiddeld een 7,60 (Zeeland 7,55).
11
Wmo monitor Noord-Beveland
ALGEMENE GEGEVENS
EERSTE CONTACT
12
Wmo monitor Noord-Beveland
13
Wmo monitor Noord-Beveland
14
Wmo monitor Noord-Beveland
15
Wmo monitor Noord-Beveland
VERWERKING AANVRAAG
16
Wmo monitor Noord-Beveland
17
Wmo monitor Noord-Beveland
DE BESCHIKKING
18
Wmo monitor Noord-Beveland
19
Wmo monitor Noord-Beveland
KWALITEIT ONDERSTEUNING
20
Wmo monitor Noord-Beveland
21
Wmo monitor Noord-Beveland
22
Wmo monitor Noord-Beveland
2.3 Tabellen naar type ondersteuning ALGEMENE GEGEVENS
23
Wmo monitor Noord-Beveland
EERSTE CONTACT
24
Wmo monitor Noord-Beveland
25
Wmo monitor Noord-Beveland
26
Wmo monitor Noord-Beveland
27
Wmo monitor Noord-Beveland
VERWERKING AANVRAAG
28
Wmo monitor Noord-Beveland
29
Wmo monitor Noord-Beveland
DE BESCHIKKING
30
Wmo monitor Noord-Beveland
31
Wmo monitor Noord-Beveland
KWALITEIT ONDERSTEUNING
32
Wmo monitor Noord-Beveland
33
Wmo monitor Noord-Beveland
34
Wmo monitor Noord-Beveland
3. Burgerparticipaptie middels de Wmo-adviesraad Bij het inwerking treden van de Wmo doen ook Wmo adviesraden hun intrede. Deze raden adviseren de gemeenten bij beleidsplannen en beslissingen aangaande de Wmo. Om in beeld te brengen hoe Wmo-raden hun eigen positie zien en hoe de samenwerking met de gemeente wordt ervaren, zijn er in de periode februari-april face-to-face gesprekken gevoerd met de Wmo-adviesraden van elf van de dertien gemeenten. Bij de Wmo-adviesraad van Borsele en Tholen is een alternatieve werkwijze gehanteerd. De gesprekken vonden plaats tijdens een vergadering van de Wmo-adviesraad en duurden 30 tot 60 minuten. De gesprekken werden gevoerd aan de hand van een korte lijst met vragen. Deze lijst is ruim van tevoren naar de Wmo-adviesraden gestuurd, zodat de leden zich op het gesprek konden voorbereiden. Na afloop van het gesprek is steeds het gespreksverslag ter controle naar de betreffende Wmo-adviesraad gestuurd. Eventuele aanpassingen zijn nog verwerkt. Opzet van het gesprek is dat in beeld komt hoe de inspraak in de Wmo middels de Wmo-adviesraden is geregeld, hoe deze functioneert en wat punten van aandacht zijn.
Wmo-adviesraden verschillen van elkaar qua positie en qua ondersteuning die zij ontvangen. Deze is kortweg samengevat in onderstaande kaart. Met formele erkenning wordt bedoeld dat de positie van de Wmo-adviesraad is vastgelegd in een verordening, reglement of overeenkomst. Met ambtelijke ondersteuning wordt gedoeld op ambtelijke ondersteuning bij het voeren van het secretariaat. Kaartje Positie Wmo-Adviesraad
Er is gesproken over vier thema’s: - positie; - informatievoorziening; - faciliteiten; - advisering.
35
Wmo monitor Noord-Beveland
Hieronder wordt per thema beschreven hoe Wmo-adviesraden in Zeeland dit in het algemeen beoordelen, en de Wmo-adviesraad van Noord-Beveland in het bijzonder.
Positie In de meeste gemeenten is de positie van de Wmo-adviesraad vastgelegd in een verordening. In twee gemeenten is de positie, naar tevredenheid op andere wijze vastgesteld. In twee gemeenten is de positie nog niet vastgesteld. Punt van aandacht voor wat betreft de positie is voor de meeste Wmo-adviesraden de relatie met belangenorganisaties en hun achterban / de bevolking. Daarbij kan het gaan over de taakopvatting (wie houdt zich bezig met wat? Hoe voorkom je dat je een klachtenbureau/ belangenorganisatie wordt?) en om de bekendheid van de Wmo raad (hoe zorg je ervoor dat de signalen binnenkomen?) Twee adviesraden, waaronder Noord-Beveland noemen de bovengemeentelijke samenwerking (bijv. het college voor Zorg en Welzijn) als punt van aandacht. Daardoor is soms al over zaken besloten, op het moment dat de Wmoadviesraad om advies wordt gevraagd. De voorzitter van de Wmo-adviesraad Noord-Beveland heeft daarom het initiatief genomen om te komen tot een overleg van voorzitters van Zeeuwse Wmo-adviesraden. De positie van de Wmo-adviesraad Noord-Beveland is vastgelegd in een verordening. Uit het tevredenheidsonderzoek onder Wmo-cliënten blijkt dat de bekendheid van de Wmoadviesraad Noord-Beveland niet significant afwijkt van het Zeeuws gemiddelde.
Faciliteiten De tevredenheid over de geboden faciliteiten verschilt sterk tussen de Wmo-adviesraden. Dat hangt vaak samen met de aan- of afwezigheid van ambtelijke secretariële ondersteuning. Deze ondersteuning speelt een belangrijke rol omdat deze de werklast van de Wmo-adviesraad verlaagt en omdat het de informatievoorziening vanuit de gemeente vergemakkelijkt. Waar ambtelijke ondersteuning aanwezig is, wordt dit zeer gewaardeerd. Waar deze niet geboden wordt, wordt dit als belangrijk verbeterpunt genoemd. Enkele Wmo-adviesraden noemen het geboden budget als punt van aandacht: kunnen hiermee ook dure cursussen wel bekostigd worden? Voor de meeste Wmo-adviesraden was het echter te vroeg om hier uitspraken over te doen. In twee Wmo-adviesraden wordt de onkostenvergoeding voor mensen met een uitkering ter sprake gebracht: deze kan volgens de huidige regels in mindering worden gebracht van de uitkering. Dat is natuurlijk onwenselijk voor een goede vertegenwoordiging van ook uitkeringsgerechtigden in de Wmo-adviesraden.
36
In Noord-Beveland kan de Wmo-adviesraad beschikken over ambtelijke ondersteuning. Besprekingen vinden plaats in het gemeentehuis, en het budget is tot op heden toereikend.
Informatievoorziening Over het algemeen zijn de Wmo-adviesraden tevreden over de informatievoorziening vanuit de gemeente. Daarbij wordt de bereidheid om antwoorden te geven en informatie op verzoek te verstrekken van vaak het hele ambtelijk apparaat regelmatig genoemd. Belangrijk hierbij zijn de korte lijnen en dat je de weg kent binnen het gemeentehuis. Voor de informatievoorziening is de ambtelijk secretaris, of bij het ontbreken daarvan de projectleider Wmo vaak een zeer belangrijke schakel. Als aandachtspunt wordt door verschillende raden de tijdigheid van informatie genoemd. Bij sommige bestaat de indruk dat men er zelf veel moeite voor moet doen om de gewenste informatie binnen te krijgen. Ook vanuit andere bronnen dan de gemeente komt veel informatie binnen. Websites, nieuwsbrieven, informatieavonden, en noem maar op. Aandachtspunt is schiften van de informatie zodat er geen overkill ontstaat. De Wmo-adviesraad Noord-Beveland geeft aan dat de informatievoorziening niet altijd tijdig is. Ook geeft de adviesraad aan soms breder geïnformeerd te willen worden dan in praktijk nu het geval is. Ook aan de Wmo gelieerde onderwerpen zouden naar de Wmo-adviesraad moeten komen, zodat een meer integrale aanpak van het Wmobeleid mogelijk wordt.
Wmo monitor Noord-Beveland
Advisering De meeste wmo-adviesraden geven aan tevreden te zijn over het aantal onderwerpen waar ze op bevraagd worden. Sommige adviesraden kunnen beschikken over een overzicht van wanneer welke (Wmo-gerelateerde) onderwerpen aan de orde komen. Op die manier kunnen zij zich in vroeg stadium al voorbereiden op komende adviesvragen. Dat werkt prettig. Adviesvragen komen in uiteenlopende stadia van beleid binnen. Betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding is iets dat vaak zeer positief ervaren wordt, omdat men het idee heeft dan nog makkelijker een stempel op het beleid te kunnen drukken. De tijd die Wmo-adviesraden hebben voor het formuleren van een advies verschilt. In sommige gemeenten is hier geen termijn voor afgesproken, in andere varieert die van 4 tot 6 weken. Regelmatig wordt aangegeven dat men in praktijk minder tijd krijgt dan afgesproken. De tevredenheid over hoe de gemeente omgaat met uitgebrachte adviezen, is groot bij Wmo-adviesraden. Zij ervaren dat adviezen regelmatig worden overgenomen. Worden adviezen niet overgenomen, dan geven enkele adviesraden aan dat niet altijd goed beargementeerd wordt waarom wordt afgeweken. De meerderheid van de Wmo-adviesraden brengt ook ongevraagd adviezen uit. Ook daarbij overheerst de tevredenheid over hoe de gemeente ermee omgaat. De adviesraad Noord-Beveland geeft aan dat zij de onderwerpen waarover om advies wordt gevraagd vrij eng vindt. Graag zou zij zich ook bezighouden met aan de Wmo gelieerde onderwerpen. Daarnaast geeft de Wmo-adviesraad aan dat zij soms meer tijd nodig heeft om zich extern te laten informeren. Er is wel de afspraak dat men als dat nodig is ook snel (binnen een week) kan adviseren. De ervaring is dat er goed geluisterd wordt naar (gevraagde en ongevraagde) adviezen. Wordt van een advies afgeweken, dan wordt het besluit altijd onderbouwd.
37
Wmo monitor Noord-Beveland
38
Wmo monitor Noord-Beveland
4. Prestatiegegevens Wmo Bij het onderdeel prestatiegegevens gaat het erom dat de gemeente inzichtelijk maakt hoe het staat met de uitvoering van de verschillende onderdelen van het Wmo beleid. Bijvoorbeeld door een inschatting te geven van de kosten die gemaakt zijn in het afgelopen jaar en door aan te geven welke ondersteuning en faciliteiten er zijn voor vrijwilligers. In de Regeling maatschappelijke ondersteuning is vastgelegd om welke prestatiegegevens het precies gaat. Om de prestatiegegevens onderling zo vergelijkbaar mogelijk te houden, heeft VWS een vragenset ontworpen (zie www. invoeringwmo.nl). Voor de Wmo-monitor Zeeland is aan alle gemeenten gevraagd deze vragenset digitaal in te vullen en in te sturen. Hieronder wordt per vraag het antwoord van de gemeente (in tabel) gezet naast de antwoordverdeling van alle 13 Zeeuwse gemeenten (in grafiek).
1.
Hoe werkt de gemeente aan de kwaliteit van de in het kader van de Wmo geleverde producten en diensten?
Tabel 4.1: Wijze van werken aan kwaliteit Wmo-producten, antwoord gemeente
NoordBeveland ja door in de contracten of overeenkomsten met aanbieders kwaliteitseisen op te nemen door de aanbieders te verplichten periodiek klanttevredenheid te meten
nee
door het hanteren van servicenormen mbt het aanvraagproces (bijv. doorlooptijden)
nee
door de door de aanbieders geleverde kwaliteit te monitoren
nee
Een meerderheid van Zeeuwse gemeenten geeft aan ook aan de kwaliteit te werken door aanbieders te verplichten periodiek de klanttevredenheid te meten en/ of door het hanteren van servicenormen m.b.t. het aanvraagproces. Grafiek 4.1: Wijze van werken aan kwaliteit Wmoproducten, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten door in de contracten of overeenkomsten met aanbieders kwaliteitseisen op te nemen door de aanbieders te verplichten periodiek klanttevredenheid te meten
door het hanteren van servicenormen mbt het aanvraagproces
door de door de aanbieders geleverde kwaliteit te monitoren 0%
20%
40%
60%
80% 100%
van toepassing niet van toepassing
39
Wmo monitor Noord-Beveland
2.
In hoeverre betrekt de gemeente de ingezetenen per prestatieveld bij de totstandkoming van het Wmo-beleid?
3.
In hoeverre gebruikt de gemeente onderstaande of andere methoden om de ingezetenen actief te betrekken bij de totstandkoming van het Wmobeleid?
Tabel 4.2: Mate van betrekken ingezetenen per prestatieveld, antwoord gemeente
Tabel 4.3: Mate van betrekken ingezetenen per methode, antwoord gemeente
Noord-Beveland bij prestatieveld 1
4 maal per jaar of vaker
Noord-Beveland
bij prestatieveld 2
4 maal per jaar of vaker
bij prestatieveld 3
4 maal per jaar of vaker
overleg met Wmo-raad/platform 4 maal per jaar of vaker
bij prestatieveld 4
2-3 maal per jaar
bij prestatieveld 5
4 maal per jaar of vaker
bij prestatieveld 6
4 maal per jaar of vaker
bij prestatieveld 7
nooit
bij prestatieveld 8
nooit
bij prestatieveld 9
nooit
Noord-Beveland geeft met dit antwoord aan minder de doelgroepen van prestatieveld 7,8 en 9 te betrekken dan gemiddeld in de Zeeuwse gemeenten.
overleg met raden en platforms op deelterreinen van de Wmo
2-3 maal per jaar
overleg met wijkplatforms, wijk- 2-3 maal per jaar raden, buurtraden, dorpsraden themagerichte bijeenkomsten
1 of minder keren per jaar
contact met betrokkenen via vrijwilligersorganisaties
1 of minder keren per jaar
consultering van panels
nooit
contact met betrokkenen via buurtbeheerders
nooit
Grafiek 4.2: Mate van betrekken ingezetenen per prestatieveld, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
De manier waarop in Noord-Beveland ingezetenen betrokken worden bij de totstandkoming van Wmo-beleid lijkt sterk op hoe dat in andere Zeeuwse gemeenten gebeurt.
prestatieveld 1
Grafiek 4.3: Mate van betrekken ingezetenen per methode,
prestatieveld 2
antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
prestatieveld 3 prestatieveld 4
overleg met Wmoraad/platform
prestatieveld 5
overleg met raden en platforms op deelterreinen van de Wmo
prestatieveld 6 prestatieveld 7
overleg met wijkplatforms, wijkraden, buurtraden, dorpsraden
prestatieveld 8 prestatieveld 9 0%
20%
40%
60%
viermaal per jaar of meer 2-3 maal per jaar 1 of minder keren per jaar nooit
80%
100%
themagerichte bijeenkomsten contact met betrokkenen via vrijwilligersorganisaties
consultering van panels
contact met betrokkenen via buurtbeheerders 0%
20%
40%
60%
viermaal per jaar of meer 2-3 maal per jaar 1 of minder keren per jaar nooit
40
80%
100%
Wmo monitor Noord-Beveland
4.
Onderneemt de gemeente onderstaande of andere activiteiten om het sociale klimaat en de leefbaarheid in wijken en buurten te bevorderen?
5.
Biedt de gemeente onderstaande of andere faciliteiten bij opvoedondersteuning?
Tabel 4.5: Geboden opvoedingsondersteuning, antwoord Tabel 4.4: Activiteiten om sociaal klimaat en leefbaarheid te
gemeente
bevorderen, antwoord gemeente
NoordBeveland
NoordBeveland
school-/jeugd-/gezinsmaatschappelijk werk
ja
bevorderen van burgerparticipatie bij lokale activiteiten
ja
opvoedcursussen
ja
kinderwerk en jongerenwerk
ja
stimuleren van eigen initiatieven van burgers
ja
zorgen voor goede buurtinformatie en buurtvoorlichting
ja
bevorderen van buurt- en straatcontactactiviteiten
ja
bevorderen van netwerkvorming voor speci- nee fieke groepen bevorderen van burgerplatforms
nee
zorgen voor (vrijwillige) buurtbemiddeling
nee
bevorderen van (vrijwillig) buurtbeheer en buurttoezicht
nee
Zorg Advies Teams
ja
voorlichting
ja
(fysieke) plek voor opvoedondersteuningsvragen
nee
individuele begeleiding en ondersteuning
nee
zorgcoördinatie
nee
opvoedtelefoon of digitale opvoedondersteuning
nee
Anders dan de meerderheid van Zeeuwse gemeenten wordt in Noord-Beveland geen (fysieke) plek voor opvoedingsondersteunings-vragen; individuele begeleiding en ondersteuning; en zorgcoördinatie geboden.
bevorderen dat bewoners zelf wijk-gedrags- nee codes ontwikkelen
Grafiek 4.5: Geboden opvoedingsondersteuning, antwoord-
Dit komt overeen met de top vier van manieren waarop in Zeeland aan het bevorderen van het sociale klimaat wordt gewerkt. Grafiek 4.4: Activiteiten om sociaal klimaat en leefbaarheid
verdeling 13 Zeeuwse gemeenten school-/jeugd/gezinsmaatschappelijk werk opvoedcursussen
te bevorderen, antwoordverdeling 13 Zeeuwse kinderwerk en jongerenwerk
gemeenten bevorderen van burgerparticipatie bij lokale activiteiten
Zorg Advies Teams
voorlichting
stimuleren van eigen initiatieven van burgers
(fysieke) plek voor opvoedondersteuningsvragen
zorgen voor goede buurtinformatie en buurtvoorlichting
individuele begeleiding en ondersteuning
bevorderen van buurten straatcontactactiviteiten
zorgcoördinatie opvoedtelefoon of digitale opvoedondersteuning
bevorderen van netwerkvorming voor specifieke groepen
0%
bevorderen van burgerplatforms
20%
40% ja
60%
80%
nee
zorgen voor (vrijwillige) buurtbemiddeling
bevorderen van (vrijwillig) buurtbeheer en buurttoezicht bevorderen dat bewoners zelf wijkgedragscodes ontwikkelen 0%
20%
40% ja
60% nee
n.v.t.
80%
100%
41
100%
Wmo monitor Noord-Beveland
6.
Welke Wmo-diensten worden aangeboden in het gemeentelijk loket / informatiepunt?
Tabel 4.6: Geboden diensten in gemeentelijk loket,
7.
Welke faciliteiten biedt of organiseert de gemeente op het terrein van cliëntondersteuning?
Tabel 4.7: Faciliteiten cliëntondersteuning, antwoord
antwoord gemeente
gemeente
NoordBeveland
NoordBeveland
doorverwijzing
ja
informatie en adviesverstrekking
ja
aanvragen (van voorzieningen)
ja
vraagverheldering
ja
informatie
ja
ja
advies
ja
cliëntondersteuning
ja
verwijzing naar een door de gemeente gefinancieerde ondersteunende organisatie of MEE-organisatie
bemiddeling
nee
verwijzing naar een indicatie-orgaan
ja
besluitvorming (over al dan niet toekennen van aanvragen)
nee
bemiddeling
nee
hulp bij klachten, bezwaar en beroep
nee
kortdurende of kortcyclische ondersteuning
nee
Anders dan een kleine meerderheid van Zeeuwse gemeenten biedt het gemeentelijk loket in Noord-Beveland geen bemiddeling en besluitvorming.
geven van voorlichting en cursussen in groepen
nee
ondersteuning bij crisis
nee
Grafiek 4.6: Geboden diensten in gemeentelijk loket,
monitoring en evaluatie van externe dienstverlening
nee
faciliteren van lotgenotencontact
nee
antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
groepsgewijze ondersteuning bij participatie nee in de samenleving
doorverwijzing
aanvragen (van voorzieningen)
Anders dan een kleine meerderheid van Zeeuwse gemeenten organiseert Noord-Beveland geen bemiddeling op het terrein van cliëntondersteuning.
informatie
advies
Grafiek 4.7: Faciliteiten cliëntondersteuning, antwoord-
cliëntondersteuning
verdeling 13 Zeeuwse gemeenten bemiddeling informatie en adviesverstrekking
besluitvorming (over al dan niet toekennen van aanvragen) 0%
vraagverheldering
20%
40% ja
60% nee
80%
100%
verwijzing naar een door de gemeente gefinancieerde ondersteunende organisatie of MEE-organisatie verwijzing naar een indicatie-orgaan
bemiddeling
hulp bij klachten, bezwaar en beroep
kortdurende of kortcyclische ondersteuning
geven van voorlichting en cursussen in groepen
ondersteuning bij crisis
monitoring en evaluatie van externe dienstverlening
faciliteren van lotgenotencontact
groepsgewijze ondersteuning bij participatie in de samenleving 0%
20%
40% ja
42
60% nee
80%
100%
Wmo monitor Noord-Beveland
8.
Biedt de gemeente onderstaande of andere ondersteuning en/of faciliteiten voor mantelzorgers?
Tabel 4.8: Geboden ondersteuning mantelzorgers,
9.
Biedt de gemeente onderstaande of andere ondersteuning en/of faciliteiten voor vrijwilligers in de zorg en voor overige vrijwilligers?
Tabel 4.9: Geboden ondersteuning vrijwilligers, antwoord
antwoord gemeente
gemeente
NoordBeveland
Noord-Beveland deskundigheidsbevordering
voor alle vrijwilligers niet
ja
vrijwilligersonderscheiding / prijzen / vrijwilliger van het jaar
ja
verzekering
voor overige vrijwilligers
respijtzorg buitenshuis
ja
niet
nazorg
ja
faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, enz.)
activiteiten gericht op ontspanning (niet zijnde respijtzorg)
nee
vrijstelling sollicitatieplicht
niet
kinderopvang
niet
vrijstelling sollicitatieplicht
nee
kinderopvang
nee
faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, enz.)
nee
begeleiding / ondersteuning
ja
lotgenotencontact
ja
cursussen respijtzorg thuis
Anders dan een meerderheid van Zeeuwse gemeenten biedt Noord-Beveland geen vrijwilligersonderscheiding/ prijzen/ vrijwilliger van het jaar voor (een deel van de) vrijwilligers.
Dit komt overeen met de top zes van manieren om mantelzorgers te ondersteunen van Zeeuwse gemeenten. Anders dan een kleine meerderheid van Zeeuwse gemeenten biedt Noord-Beveland geen activiteiten gericht op ontspanning (niet zijnde respijtzorg).
Grafiek 4.9: Geboden ondersteuning vrijwilligers, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
deskundigheidsbevordering
vrijwilligersonderscheiding / prijzen / vrijwilliger van het jaar
Grafiek 4.8: Geboden ondersteuning mantelzorgers, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten lotgenotencontact
verzekering
cursussen faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, enz.)
respijtzorg thuis respijtzorg buitenshuis nazorg
vrijstelling sollicitatieplicht
activiteiten gericht op ontspanning (niet zijnde respijtzorg) vrijstelling sollicitatieplicht
kinderopvang
kinderopvang 0%
faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, enz.) 0%
20%
40% ja
60%
80%
100%
20%
40%
60%
80%
voor alle vrijwilligers voor vrijwilligers in de zorg voor overige vrijwilligers niet
nee
43
100%
Wmo monitor Noord-Beveland
10. In hoeverre heeft de gemeente de hulp bij het huishouden afgestemd met zorgfuncties in het kader van de AWBZ?
11. Door welke individuele voorzieningen geldt een eigen bijdrage? Tabel 4.11: Individuele voorzieningen met eigen bijdrage,
Tabel 4.10: Afstemming hulp bij het huishouden met AWBZ
antwoord gemeente
zorgfuncties, antwoord gemeente
Noord-Beveland
Noord-Beveland
hulp bij het huishouden
eigen bijdrage
afstemming met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
goede afstemming
onroerende woonvoorziening
geen eigen bijdrage
geen afstemming
roerende zaken, niet zijnde een individuele vervoersvoorziening
geen eigen bijdrage
afstemming met aanbieders afstemming met Transferpunt ziekenhuis
redelijke afstemming
individuele vervoersvoorziening
geen eigen bijdrage
afstemming met Zorgkantoor
matige afstemming
Anders dan de meerderheid van Zeeuwse gemeenten stemt Noord-Beveland niet af met aanbieders.
De gemeente Noord-Beveland vraagt alleen een eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden. Een meerderheid van Zeeuwse gemeenten doet hetzelfde. Grafiek 4.11: Individuele voorzieningen met eigen bijdrage,
Grafiek 4.10: Afstemming hulp bij het huishouden met
antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
AWBZ zorgfuncties, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
hulp bij het huishouden
afstemming met het CIZ
onroerende woonvoorziening
afstemming met aanbieders
roerende zaken, niet zijnde een individuele vervoersvoorziening
afstemming met Transferpunt ziekenhuis
individuele vervoersvoorziening
afstemming met Zorgkantoor
0%
0%
40% ja
20%
40%
goede afstemming matige afstemming
44
20%
60%
80%
redelijke afstemming geen afstemming
100%
60% nee
80%
100%
Wmo monitor Noord-Beveland
12. Hoe bepaalt de gemeente het bedrag dat als eigen bijdrage per persoon gevraagd wordt?
13. Zijn er in de gemeente (of regio waartoe de gemeente behoort) voldoende plaatsen voor de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang
Tabel 4.12: Wijze van vaststelling eigen bijdrage, antwoord gemeente
Tabel 4.13: Aantal plaatsen maatschappelijke opvang of vrouwenopvang, antwoord gemeente
Noord-Beveland basisbedrag eigen bijdrage
zoals genoemd in Besluit maatsch. onderst.
inkomensgrenzen waarboven eigen bijdrage verhoogd wordt
zoals genoemd in Besluit maatsch. onderst.
percentuele verhoging eigen bijdrage bij hoger inkomen
zoals genoemd in Besluit maatsch. onderst.
NoordBeveland aantal plaatsen in maatschappelijke opvang
onvoldoende
aantal plaatsen in vrouwenopvang
onvoldoende
In Noord-Beveland wordt de maximale eigen bijdrage gehanteerd. De meeste Zeeuwse gemeenten doen hetzelfde.
Noord-Beveland geeft aan dat er in de gemeente (of regio waartoe de gemeente behoort) onvoldoende plaatsen zijn voor de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. De meningen hierover zijn sterk verdeeld bij de Zeeuwse gemeenten, waarbij het opvalt dat vooral de meest stedelijke gemeenten aangeven dat er onvoldoende plaatsen zijn.
Grafiek 4.12: Wijze van vaststelling eigen bijdrage,
Grafiek 4.13: Aantal plaatsen maatschappelijke opvang of
antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
vrouwenopvang, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
basisbedrag eigen bijdrage
aantal plaatsen in maatschappelijke opvang
inkomensgrenzen waarboven eigen bijdrage verhoogd wordt
percentuele verhoging eigen bijdrage bij hoger inkomen
aantal plaatsen in vrouwenopvang
0%
20%
40%
60%
80%
100%
zoals genoemd in Besluit maatschappelijke ondersteuning eigen bijdrage onder het maximum
0%
20%
40% voldoende
60%
80%
100%
onvoldoende
45
Wmo monitor Noord-Beveland
14. Welke activiteiten onderneemt de gemeente en/ of de regio waartoe de gemeente behoort, om vrouwenopvang te bevorderen en om huiselijk geweld te voorkomen en tegen te gaan?
15. Welke activiteiten onderneemt de gemeente en/ of de regio waartoe de gemeente behoort, om de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) te bevorderen en om dak-en thuisloosheid tegen te gaan?
Tabel 4.14: Activiteiten om vrouwenopvang te bevorderen en huiselijk geweld tegen te gaan, antwoord gemeente
Tabel 4.15: Activiteiten om OGGz te bevorderen en dak- en thuisloosheid tegen te gaan, antwoord gemeente
NoordBeveland steunpunt huiselijk geweld
regio
beschikbaar stellen van opvangvoorzieningen
regio
ketensamenwerking
regio
casusoverleg er wordt gewerkt met casemanagers er vindt voorlichting plaats ter preventie van huiselijk geweld
meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis
regio en gemeente
regio
afspraken met woningbouwcorporaties over huisuitzettingen
regio en gemeente
regio
opsporen van kwetsbare personen
gemeente
geen van beide
contact leggen en contact houden met opgespoorde personen en ze toeleiden naar zorg / hulpverlening
gemeente
bureau schuldhulpverlening
gemeente
vroegsignalering en preventie
regio en gemeente
meldpunt overlast
regio
bij terugval / uitval mensen weer opnieuw opsporen
geen van beide
afspraken met organisaties over de uitvoering van de OGGz (bevorderen van de ketensamenwerking)
regio
individuele trajectplannen voor dak- en thuislozen
geen van beide
een OGGz-platform / overleg met de betrokken partijen onder regie van de gemeente
geen van beide
informatieloket voor dak- en thuislozen
geen van beide
Anders dan de meerderheid van Zeeuwse gemeenten geeft Noord-Beveland aan dat er geen voorlichting ter preventie van huiselijk geweld in regio of gemeente wordt aangeboden. Grafiek 4.14: Activiteiten om vrouwenopvang te bevorderen en huiselijk geweld tegen te gaan, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten steunpunt huiselijk geweld
beschikbaar stellen van opvangvoorzieningen
ketensamenwerking
Deze beantwoording lijkt sterk op die van andere Zeeuwse gemeenten. Alleen geeft een meerderheid van Zeeuwse gemeenten aan dat er in de regio activiteiten worden ondernomen om kwetsbare personen op te sporen; deze toe te leiden naar zorg/hulpverlening en bij terugval/uitval mensen opnieuw op te sporen en individuele trajectplannen te maken. Noord-Beveland geeft aan dat dit gedeeltelijk in de gemeente zelf gebeurt, en gedeeltelijk helemaal niet.
casusoverleg
er wordt gewerkt met casemanagers
er vindt voorlichting plaats ter preventie van huiselijk geweld 0%
20%
40%
regio en gemeente gemeente
46
NoordBeveland
60%
80%
regio geen van beide
100%
Wmo monitor Noord-Beveland
Grafiek 4.15: Activiteiten om OGGz te bevorderen en dak- en thuisloosheid tegen te gaan, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis
16. Welke ondersteuning en / of faciliteiten biedt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, voor de maatschappelijke zorg voor verslaafden en voor de beperking van de overlast door verslaving? Tabel 4.16: Geboden maatschappelijke zorg voor
afspraken met woningbouwcorporaties over huisuitzettingen
verslaafden en overlastbeperking, antwoord gemeente
Noord-Beveland
opsporen van kwetsbare personen
contact leggen en contact houden met opgespoorde personen en ze toeleiden naar zorg / hulpverlening
bureau schuldhulpverlening
opvanglocatie
regio
activering
regio
vangnet bemoeizorg
regio
toeleiding naar zorg
regio
time-out voorziening
geen van beide
Deze beantwoording lijkt sterk op die van andere Zeeuwse gemeenten.
vroegsignalering en preventie
Grafiek 4.16: Geboden maatschappelijke zorg voor meldpunt overlast
verslaafden en overlastbeperking, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
bij terugval / uitval mensen weer opnieuw opsporen
opvanglocatie afspraken met organisaties over de uitvoering van de OGGz (bevorderen van de ketensamenwerking)
activering
individuele trajectplannen voor dak- en thuislozen
toeleiding naar zorg
een OGGz-platform / overleg met de betrokken partijen onder regie van de gemeente
vangnet bemoeizorg
time-out voorziening
informatieloket voor dak- en thuislozen
0%
20%
40%
60%
regio en gemeente regio gemeente geen van beide
80%
100%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
regio en gemeente regio gemeente geen van beide
47
Wmo monitor Noord-Beveland
17. Welke activiteiten biedt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, op het terrein van verslavingsbeleid?
18. Hoeveel uitgaven (in Euro) heeft de gemeente naar schatting in het voorgaande jaar uitgegeven aan de uitvoering van de Wmo voor de volgende IV3-functies?
Tabel 4.17: Activiteiten op terrein van verslavingsbeleid, antwoord gemeente
Noord-Beveland universele verslavingspreventie
regio
selectieve verslavingspreventie
regio
gebruiksruimte
geen van beide
In Noord-Beveland werd in 2007 in totaal ongeveer 1.600.000 euro uitgegeven aan de IV3-functies Maatschappelijke begeleiding en advies; Huishoudelijke verzorging; Sociaalcultureel werk; en Voorzieningen gehandicapten. Per hoofd van de bevolking komt dat neer op 218 euro. Dat ligt iets lager dan het Zeeuwse gemiddelde1 van 230 euro per hoofd van de bevolking.
Anders dan de meerderheid van Zeeuwse gemeenten geeft Noord-Beveland niet aan dat er een gebruiksruimte in de regio of eigen gemeente wordt geboden. Grafiek 4.17: Activiteiten op terrein van verslavingsbeleid, antwoordverdeling 13 Zeeuwse gemeenten
universele verslavingspreventie
selectieve verslavingspreventie
gebruiksruimte
0%
20%
40%
regio en gemeente gemeente
60%
80%
100%
regio geen van beide
1 Dit Zeeuwse gemiddelde is exclusief Middelburg. Deze gemeente heeft geen bedragen opgegeven.
48
Wmo monitor Noord-Beveland
Bijlagen
49
Wmo monitor Noord-Beveland
50
Wmo monitor Noord-Beveland
Bijlage 1: Vragenlijst klanttevredenheid Wmo Algemene gegevens 1. Bent u een man of een vrouw? O man O vrouw 2. Wat is uw geboortejaar?
1
9
3. Wat zijn de vier cijfers van uw postcode?
De aanvraag / het eerste contact In 2007 heeft u bij uw gemeente aanvraag gedaan voor ondersteuning die valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat dan om één of meerdere van de volgende vormen van ondersteuning: hulp bij het huishouden; een vervoersvoorziening; een rolstoelvoorziening; een woonvoorziening; een vergoeding van verhuis- of herinrichtingskosten. Wij willen graag weten hoe het contact hierover verlopen is, of u de ondersteuning ontvangt en zo ja, hoe tevreden u ermee bent. 4. Was het voor u duidelijk waar u moest zijn voor uw aanvraag voor ondersteuning? O ja O nee 5. Via welke instantie of hulpverlener is uw aanvraag gelopen? (meerdere antwoorden mogelijk) O de gemeente het centrum indicatiestelling zorg (CIZ) O uw huisarts O een verpleegkundige in het ziekenhuis O
anders, namelijk:
O
weet niet
6. Verliep het contact schriftelijk, telefonisch of persoonlijk? (meerdere antwoorden mogelijk) O schriftelijk O telefonisch O persoonlijk, bij u thuis O persoonlijk, elders (in een spreekkamer, op een kantoor of aan een loket) 7. Heeft O O O O
u wel eens contact gehad met het Wmo-loket van uw gemeente? ja, aan het loket ja, telefonisch ja, zowel telefonisch als aan het loket nee (ga naar vraag 9)
51
Wmo monitor Noord-Beveland
8. Hoe beoordeelt u de volgende aspecten van het Wmo-loket? voldoende
onvoldoende
weet niet/ niet van toepassing
deskundigheid medewerkers
O
O
O
behulpzaamheid medewerkers
O
O
O
snelheid waarmee u geholpen werd (wachttijd)
O
O
O
zitgelegenheid in wachtruimte
O
O
O
privacy spreekruimte
O
O
O
toegankelijkheid (drempels, smalle doorgangen, hoge balies etc.)
O
O
O
bewegwijzering
O
O
O
parkeergelegenheid
O
O
O
bereikbaarheid met openbaar vervoer
O
O
O
Verwerking van de aanvraag 9. Heeft O O O
men bij uw aanvraag volgens u goed begrepen welke ondersteuning u nodig heeft? ja nee weet niet/ geen mening
10. Soms kan een familielid, buur, kennis of vriend of vriendin ondersteuning bieden, in plaats van de gemeente. Is deze optie met u besproken? O is besproken O is niet besproken (ga naar vraag 12) O niet van toepassing (ga naar vraag 12) 11. Heeft u de wijze waarop mogelijke ondersteuning door familie, buur, kennis of vriend of vriendin is besproken, als prettig ervaren? O ja, prettig O nee, niet prettig O weet niet/ geen mening 12. Is de gemeente naar uw idee op zorgvuldige wijze met uw persoonsgegevens omgegaan? O ja O nee O weet niet/ geen mening 13. Heeft u informatie ontvangen over uw rechten en plichten? O ja, schriftelijk en mondeling O ja, alleen schriftelijk O ja, alleen mondeling O nee (ga naar vraag 15) O weet niet (ga naar vraag 15) 14. Was O O O
52
de informatie die u ontving over rechten en plichten makkelijk te begrijpen? makkelijk te begrijpen moeilijk te begrijpen weet niet/ geen mening
Wmo monitor Noord-Beveland
15. Heeft u uitleg gehad over mogelijkheden om een klacht of bezwaar in te dienen? O ja, schriftelijk en mondeling O ja, alleen schriftelijk O ja, alleen mondeling O nee (ga naar vraag 17) O weet niet (ga naar vraag 17) 16. Was O O O
de uitleg die u ontving over mogelijkheden om een klacht of bezwaar in te dienen makkelijk te begrijpen? makkelijk te begrijpen moeilijk te begrijpen weet niet/ geen mening
17. Er is in uw gemeente een Wmo-adviesraad actief, die de gemeente adviseert over wat zij doet op het gebied van de Wmo. Heeft u bij uw aanvraag informatie ontvangen over de Wmo-adviesraad? O ja (ga naar vraag 19) O nee O weet niet 18. Heeft u wel eens gehoord van de Wmo-adviesraad in uw gemeente? O ja O nee
De beschikking: aanvraag toegekend of afgewezen 19. Hoeveel tijd zat er ongeveer tussen het moment dat u voor het eerst contact had over uw aanvraag en het moment dat u hoorde of u uw ondersteuning kreeg? O minder dan een week O 1-2 weken O 3-4 weken O meer dan 4 weken O weet niet 20. Vond u dit te lang duren, te kort, of precies lang genoeg? O te lang O precies lang genoeg O te kort 21. Bent u voldoende op de hoogte gehouden over de afhandeling van uw aanvraag? O voldoende O onvoldoende 22. Is uw aanvraag uiteindelijk toegekend? Met andere woorden: ontvangt u de ondersteuning waar u om gevraagd heeft? O ja, alle aanvraagde ondersteuning is toegekend (ga naar vraag 25) O ja, aanvraagde ondersteuning is gedeeltelijk toegekend O nee, aanvraag is geheel afgewezen 23. Is aan u uitgelegd waarom de aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen? O ja O nee O weet niet
53
Wmo monitor Noord-Beveland
24. Kunt u begrijpen waarom uw aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen? O ja O nee
Kwaliteit van de ondersteuning 25. Welke vorm van ondersteuning heeft u in 2007 daadwerkelijk ontvangen? (meerdere antwoorden mogelijk) O geen enkele (ga naar vraag 38) O O
O
hulp bij het huishouden vervoersvoorziening (bijv. collectief vervoer, rolstoeltaxi, scootmobiel, driewieler) rolstoelvoorziening (bijv. elektrische rolstoel, sportrolstoel) woonvoorziening (woningaanpassing) (bijv. een hellingbaan, een uitraasruimte, drempels verwijderen, vergroten deuropening, traplift, beugels in badkamer en toilet) vergoeding verhuis- of herinrichtingskosten
O
anders, namelijk:
O O
26. Hoe O O O
ontvangt of ontving u in 2007 uw ondersteuning? ik krijg geld om de ondersteuning zelf te regelen (persoonsgebonden budget) de ondersteuning wordt direct voor mij geregeld (in natura) gedeeltelijk krijg ik geld om de ondersteuning zelf te regelen, gedeeltelijk wordt de ondersteuning direct voor mij geregeld
27. Heeft u zelf kunnen kiezen hoe u uw ondersteuning wilde ontvangen? (in de vorm van geld en/of direct in de vorm van ondersteuning) O ja O nee O weet niet 28. Wordt er voor de ondersteuning een eigen bijdrage gevraagd? O ja O nee (ga naar vraag 30) O weet niet (ga naar vraag 30) 29. Vormt de hoogte van de eigen bijdrage voor u een probleem? O ja, de eigen bijdrage is te hoog O nee, de eigen bijdrage is geen probleem Kunt u van onderstaande stellingen aangeven of u het er mee eens bent? 30. De ondersteuning die ik krijg, is precies wat ik nodig had. O eens O oneens O geen mening
54
Wmo monitor Noord-Beveland
31. Door de ondersteuning loopt mijn huishouden beter. O eens O oneens O niet van toepassing / geen mening 32. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik makkelijker ergens kan komen. O eens O oneens O niet van toepassing / geen mening 33. De ondersteuning heeft mijn zelfstandigheid vergroot. O eens O oneens O niet van toepassing / geen mening 34. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik meer aan activiteiten buitenshuis deelneem. O eens O oneens O niet van toepassing / geen mening 35. De ondersteuning zorgt ervoor dat ik beter contacten kan leggen en onderhouden. O eens O oneens O niet van toepassing / geen mening 36. Welk cijfer (1 t/m 10) geeft u voor de door u ontvangen ondersteuning? Als u meer dan één vorm van ondersteuning ontvangt (bijvoorbeeld een traplift én hulp in het huishouden) dan graag een gemiddeld cijfer geven.
37. Kunt u dit cijfer toelichten?
38. Heeft u tot slot nog andere opmerkingen over de uw ervaringen met de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
Hiermee bent u aan het eind gekomen van deze vragenlijst. De gegevens van deze vragenlijst zullen geautomatiseerd, anoniem verwerkt worden. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking. U kunt de vragenlijst tot uiterlijk 1 maart terugsturen naar Scoop, p/a ADZ Antwoordnummer 1 4380 VB Vlissingen Daarvoor kunt u bijgevoegde antwoordenvelop gebruiken. Een postzegel is niet nodig. 55
Wmo monitor Noord-Beveland
56
Wmo monitor Noord-Beveland
Bijlage 2: Vragenset prestatiegegevens Wmo 1.
Basisgegevens gemeente
1.1.
Naam gemeente
1.2.
GBA-nummer gemeente
1.3.
Naam contactpersoon
1.4.
Telefoonnummer contactpersoon
1.5.
E-mail adres contactpersoon
1.6.
Correspondentieadres
1.7.
Eventuele opmerkingen ter toelichting
2.
Hoe werkt de gemeente aan de kwaliteit van de in het kader van de Wmo geleverde producten en diensten?
Door het hanteren van servicenormen met betrekking tot het aanvraagproces (bijvoorbeeld doorlooptijden) Door in de contracten of overeenkomsten met aanbieders kwaliteitseisen op te nemen Door de door de aanbieders geleverde kwaliteit te monitoren Door de aanbieders te verplichten periodiek klanttevredenheid te meten Anders, namelijk …… Definities Servicenormen
Extern (aan de klant) gecommuniceerde normen waarbinnen aanvragen afgehandeld moeten zijn. Extern gecommuniceerd betekent in dit geval gepubliceerd op de website en/of in folders van de gemeente of de desbetreffende uitvoerende instelling.
Kwaliteitseisen
Eisen waaraan te leveren producten of diensten moeten voldoen, zoals bijvoorbeeld opgenomen in het bestek.
Monitoren van geleverde kwaliteit
In het handboek AO (Administratieve Organisatie, beschrijving van procedures) is opgenomen hoe (wie, wat, wanneer) de kwaliteit van geleverde producten en diensten gemonitord wordt.
Verplichte periodieke klanttevredenheidsmeting
In contracten of subsidievoorwaarden is aangegeven dat opdrachtnemers of subsidieontvangers verplicht zijn om periodiek de tevredenheid van de klanten te meten over de ontvangen maatschappelijke ondersteuning.
Toelichting Bij antwoordcategorie “Anders, namelijk …”: Geef aan op welke andere (dan de reeds genoemde) wijze(n) de gemeente kwaliteit van in het kader van de Wmo geleverde producten en diensten bevordert. Bij deze vraag wordt niet gedoeld op tevredenheidsonderzoek door de gemeente of (inwoners)bijeenkomsten in het kader van burger- of cliëntenparticipatie, dit onderwerp komt bij andere vragen aan de orde. Uit de vraagstelling blijkt de verantwoordelijkheid van de gemeente zowel voor de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning die de gemeente zelf levert, als voor de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning die in opdracht van de gemeente door de desbetreffende uitvoerende instelling wordt geleverd.
57
Wmo monitor Noord-Beveland
3. In hoeverre betrekt de gemeente de ingezetenen per prestatieveld bij de totstandkoming van het Wmobeleid? Vaak
Geregeld
Nauwelijks
Niet
Prestatieveld 1 Prestatieveld 2 Prestatieveld 3 Prestatieveld 4 Prestatieveld 5 Prestatieveld 6 Prestatieveld 7 Prestatieveld 8 Prestatieveld 9
Toelichting De doelgroep van prestatieveld 1 bestaat uit alle burgers binnen de gemeente. De doelgroepen van prestatieveld 2 zijn jeugdigen met problemen met opgroeien en ouders met problemen met opvoeden. De doelgroepen van prestatieveld 3 zijn burgers, cliënten en maatschappelijke organisaties. De doelgroepen van prestatieveld 4 bestaan uit mantelzorgers en vrijwilligers. De doelgroepen van prestatievelden 5 en 6 zijn mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, mensen met chronische psychische problemen en mensen met psychosociale problemen. De doelgroepen van prestatieveld 7 zijn dak- en thuislozen, vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of huiselijk geweld, en overige betrokkenen bij huiselijk geweld. De doelgroep van prestatieveld 8 betreft personen die in aanmerking komen voor OGGZ (kwetsbare personen en risicogroepen, o.a. zorgmijders). De doelgroep van prestatieveld 9 bestaat uit verslaafden. Bij het betrekken van de ingezetenen moet sprake zijn van direct contact met de doelgroep (of vertegenwoordigers daarvan). Daarom vallen tevredenheidsonderzoeken, enquêtes, beleids- en evaluatieonderzoeken of beleidsadviescommissies hier niet onder. Richtlijn voor het gebruik van de antwoordcategorieën: ‘Vaak’ is 4 maal per jaar of meer; ‘Geregeld’ is 2 tot 3 maal per jaar, ‘Nauwelijks’ is 1 of minder keren per jaar (maar niet nooit), ‘Niet’ is nooit.
4. In hoeverre gebruikt de gemeente onderstaande of andere methoden om de ingezetenen actief te betrekken bij de totstandkoming van het Wmo-beleid? Vaak Overleg met Wmo-raad, Wmo-platform Overleg met raden en platforms op deelterreinen van de Wmo (bv participatieraad, (ex-) cliëntenraad) Overleg met wijkplatforms, wijkraden, buurtraden, dorpsraden Consultering van panels Contact met betrokkenen via buurtbeheerders Contact met betrokkenen via vrijwilligersorganisaties Themagerichte bijeenkomsten Anders, namelijk …..
58
Geregeld
Nauwelijks
Niet
Wmo monitor Noord-Beveland
Toelichting Richtlijn voor het gebruik van de categorieën: ‘Vaak’ is 4 maal per jaar of meer; ‘Geregeld’ is 2 tot 3 maal per jaar, ‘Nauwelijks’ is 1 of minder keren per jaar (maar niet nooit), ‘Niet’ is nooit.
5. Onderneemt de gemeente onderstaande of andere activiteiten om het sociale klimaat en de leefbaarheid in wijken en buurten te bevorderen? Ja
Nee
Niet van toepassing
Bevorderen van burgerparticipatie bij lokale activiteiten Stimuleren van eigen initiatieven van burgers Bevorderen van burgerplatforms Bevorderen van netwerkvorming voor specifieke groepen Zorgen voor goede buurtinformatie en buurtvoorlichting Zorgen voor (vrijwillige) buurtbemiddeling Bevorderen van (vrijwillig) buurtbeheer en buurttoezicht Bevorderen dat bewoners zelf wijk-gedragscodes ontwikkelen Bevorderen van buurt- en straatcontactactiviteiten Anders, namelijk …..
Definities Sociale klimaat
De subjectieve score die burgers geven wanneer gevraagd wordt naar gevoelens van (on)prettigheid voor zover de oorzaak hiervoor ligt bij hun wijk/buurt.
Toelichting De antwoordcategorie ‘Niet van toepassing’ kan aangevinkt worden wanneer het niet nodig is dat de gemeente de activiteit onderneemt omdat deze al door particulier initiatief (bijvoorbeeld verenigingen) wordt uitgevoerd. Bij ‘eigen initiatieven van burgers’ kan gedacht worden aan schoonmaakacties, buurtbarbecues, opknappen van de buurt, buurtvader projecten. Bij ‘netwerkvorming voor specifieke groepen’ kan gedacht worden aan netwerken voor gehandicapten, jongeren, ouderen, maatjesprojecten en huisbezoekprojecten. Bij ‘buurtinformatie en buurtvoorlichting’ kan gedacht worden aan een meldpunt overlast. Bij ‘buurtbeheer’ kan gedacht worden aan het beheer of de inrichting van de woonomgeving, zoals hangplekken, multifunctionele accommodaties, of drempelvrij maken van de woonomgeving. Bij ‘buurttoezicht’ kan gedacht worden aan stadswachten en toezichthouders.
6. Biedt de gemeente onderstaande of andere faciliteiten bij opvoedondersteuning? Ja
Nee
Voorlichting (Fysieke) plek voor opvoedondersteunings-vragen Opvoedtelefoon of digitale opvoedondersteuning Opvoedcursussen Individuele begeleiding en ondersteuning School-/jeugd-/gezinsmaatschappelijk werk Kinderwerk en jongerenwerk Zorg Advies Teams Zorgcoördinatie Anders, namelijk ….. 59
Wmo monitor Noord-Beveland
Definities Opvoedingsondersteuning
Preventieve en/of pedagogische hulp en ondersteuning (niet zijnde de geïndiceerde jeugdzorg)
Toelichting Bij ‘(fysieke) plek voor opvoedondersteuningsvragen’ kan gedacht worden aan opvoedsteunpunt, opvoedwinkel, opvoedspreekuur, centrum voor jeugd en gezin. ‘Individuele begeleiding en ondersteuning’ betreft zowel de gespecialiseerde gezinsverzorging voor huishoudens met psychosociale / pedagogische thuishulp, als gezinsbegeleiding voor ouders met kinderen met een handicap of ontwikkelings- en gedragsproblemen. Een ‘Zorg Advies Team’ is een samenwerkingsverband van uitvoerende partijen.
7.
Welke Wmo-diensten worden aangeboden in het gemeentelijk loket / informatiepunt?
Informatie Advies Cliëntondersteuning Bemiddeling Doorverwijzing Aanvragen (van voorzieningen) Besluitvorming (over al dan niet toekennen van aanvragen) Andere diensten, namelijk ……
Definities Gemeentelijk Loket / informatiepunt
Het gaat bij deze vraag alleen om de frontoffice, dat wil zeggen de balie of spreekkamer van het loket waar de klant terecht kan voor (minimaal) informatie, advies en cliëntondersteuning met betrekking tot Wmo-diensten. Hoewel in de vraagformulering is gekozen voor het enkelvoud wordt met ‘het gemeentelijk loket / informatiepunt’ ook het meervoud bedoeld wanneer dit in de gemeente van toepassing is (er zijn verschillende informatiepunten / loketten beschikbaar waar klanten terecht kunnen voor Wmo-diensten).
Wmo-diensten
Hiermee wordt gedoeld op handelingen of activiteiten die rechtstreeks ten goede komen aan de klant.
8.
Welke faciliteiten biedt of organiseert de gemeente op het terrein van cliëntondersteuning?
Informatie en adviesverstrekking Vraagverheldering Bemiddeling Verwijzing naar een indicatie-orgaan Verwijzing naar een door de gemeente gefinancieerde ondersteunende organisatie of MEE-organisatie Kortdurende of kortcyclische ondersteuning Ondersteuning bij crisis Monitoring en evaluatie van externe dienstverlening Hulp bij klachten, bezwaar en beroep Faciliteren van lotgenotencontact Geven van voorlichting en cursussen in groepen Groepsgewijze ondersteuning bij participatie in de samenleving Andere faciliteiten, namelijk …… 60
Wmo monitor Noord-Beveland
Definities Cliëntondersteuning
De ondersteuning van een cliënt bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Cliëntondersteuning moet de cliënt (en zijn omgeving) helpen om zichzelf te redden en aan de maatschappij deel te nemen. Dit kan door informatie en advies te geven, maar vooral ook door uitgebreide vraagverheldering en kortdurende en kortcyclische ondersteuning bij keuzes op diverse levensterreinen. Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies en richt zich op mensen die voor een vraag of een situatie staan die zodanig complex is dat de persoon het niet zelf of met zijn omgeving kan oplossen.
Kortdurende / kortcyclische ondersteuning
Het gedurende korte tijd en met een beperkte intensiteit ondersteunen van cliënten die tijdelijk niet goed in staat zijn tot zelfredzaamheid, en ondersteuning nodig hebben om te voorkomen dat de zelfstandigheid ernstig achteruit gaat en/of een beroep gedaan moet worden op geïndiceerde zorg.
Monitoring en evaluatie van externe dienstverlening
Het samen met de cliënt evalueren van de geleverde dienstverlening en/of zorg. Dit kan tussentijds (monitoring) of na afloop (evaluatie). De geleverde dienstverlening en/of zorg worden bezien in het licht van de afspraken en toezeggingen en gegeven de actuele situatie van de cliënt.
9.
Biedt de gemeente onderstaande of andere ondersteuning en/of faciliteiten voor mantelzorgers? Ja
Nee
Respijtzorg thuis Respijtzorg buitenshuis Kinderopvang Cursussen Faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, enz.) Vrijstelling sollicitatieplicht Lotgenotencontact Nazorg Begeleiding / ondersteuning Activiteiten gericht op ontspanning (niet zijnde respijtzorg) Anders, namelijk ….. Definities Mantelzorgers
Informele (niet-beroepsmatige) zorgverleners die zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende ouder, kind of ander familielid, vriend of buur. Zij geven die zorg omdat ze een persoonlijke band hebben met die persoon. De zorg die zij geven is langdurig, intensief en afhankelijk van de behoefte van de zorgbehoevende.
Begeleiding / ondersteuning en/of faciliteiten
Hiermee worden diensten en vergoedingen / tegemoetkomingen bedoeld die rechtstreeks ten goede komen aan de individuele mantelzorger. Het gaat nadrukkelijk niet om organisatorische voorzieningen als een steunpunt mantelzorg (het is uiteraard wel mogelijk dat door middel van een dergelijk steunpunt (een aantal van de) faciliteiten geboden worden, en die faciliteiten dienen dan ook te worden aangevinkt).
61
Wmo monitor Noord-Beveland
10. Biedt de gemeente onderstaande of andere ondersteuning en/of faciliteiten voor vrijwilligers in de zorg en voor overige vrijwilligers? Voor vrijwilligers in de zorg
Voor overige vrijwilligers
Kinderopvang Deskundigheidsbevordering Faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, enz.) Vrijstelling sollicitatieplicht Verzekering Vrijwilligersonderscheiding / prijzen / vrijwilliger van het jaar Anders, namelijk ….
Definities Vrijwilligers in de zorg
Mensen die zich vrijwillig inzetten in de zorg (niet in een bepaald dienstverband), maar niet als mantelzorger.
Overige vrijwilligers
Mensen die zich vrijwillig inzetten (niet in een bepaald dienstverband), maar niet als mantelzorger. Deze vrijwillige inzet van burgers kan zowel informeel en ongeorganiseerd zijn (kleinschalig burgerinitiatief) als in georganiseerd verband (vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld sport) plaatsvinden.
Ondersteuning en/of faciliteiten
Hiermee worden diensten en vergoedingen / tegemoetkomingen bedoeld die rechtstreeks ten goede komen aan de individuele vrijwilliger. Het gaat nadrukkelijk niet om organisatorische voorzieningen als een vrijwilligerscentrale (het is uiteraard wel mogelijk dat door middel van een dergelijke centrale (een aantal van de) faciliteiten geboden worden, en die faciliteiten dienen dan ook te worden aangevinkt).
Toelichting In deze vraag wordt onderscheid gemaakt tussen vrijwilligers die werkzaam zijn in de zorg en overige vrijwilligers als doelgroep van de ondersteuning en/of faciliteiten. Hierdoor maken gemeenten inzichtelijk of en zo ja, hoe zij het vrijwilligerswerk in den brede versterken.
11. In hoeverre heeft de gemeente de hulp bij het huishouden afgestemd met zorgfuncties in het kader van de AWBZ? Goede afstemming
Redelijke afstemming
Matige afstemming
Geen afstemming
Afspraken met het CIZ Afspraken met aanbieders Afspraken met Transferpunt ziekenhuis Afspraken met Zorgkantoor Anders, namelijk ….. Definities Hulp bij het huishouden
Alle activiteiten die vallen onder één van de volgende categorieën:- huishoudelijke werkzaamheden- organisatie van het huishouden
CIZ
Centrum Indicatiestelling Zorg
62
Wmo monitor Noord-Beveland
Toelichting Voor ontvangers van de Wmo-dienst huishoudelijke verzorging, die daarnaast gebruik maken van AWBZ-diensten (zoals persoonlijke verzorging) is het van belang om te weten of de gemeente de afstemming tussen de verschillende vormen van dienstverlening bevordert. Met een goede afstemming wordt de kwaliteit van de dienstverlening bevorderd. Er is sprake van goede afstemming als er duidelijke afspraken gemaakt zijn, die door alle partijen goed worden nageleefd en waardoor cliënten niet of nauwelijks klagen over de wijze waarop de huishoudelijke verzorging in relatie tot de AWBZ-dienstverlening georganiseerd is. Er is sprake van redelijke afstemming als er redelijk duidelijke afspraken gemaakt zijn, die redelijk worden nageleefd en waardoor relatief weinig cliënten klagen over de wijze waarop de huishoudelijke verzorging in relatie tot de AWBZdienstverlening georganiseerd is. Er is sprake van matige afstemming als er onduidelijke afspraken gemaakt zijn, of er zijn afspraken die niet goed worden nageleefd.
12. Voor welke individuele voorzieningen geldt een eigen bijdrage? Hulp bij het huishouden Roerende zaken, niet zijnde een individuele vervoersvoorziening Onroerende woonvoorziening Individuele vervoersvoorziening Andere voorziening, namelijk ….. Definities Eigen bijdrage
Een door het college van B&W vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn. Een besparingsbijdrage geldt niet als eigen bijdrage.
Toelichting Onder ‘individuele vervoersvoorziening’ vallen geen rolstoelen, omdat voor rolstoelen geen eigen bijdrage verschuldigd is.
13. Hoe bepaalt de gemeente het bedrag dat als eigen bijdrage per persoon gevraagd wordt? De gemeente stelt de maximale eigen bijdrage vast op de hoogte van de bedragen zoals deze in het Besluit maatschappelijke ondersteuning vermeld zijn (€ 16,60 respectievelijk € 23,80 per vier weken bij de minimale inkomens zoals vermeld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning). De gemeente stelt de maximale eigen bijdrage vast op lagere maxima bij de minimale inkomens, dan vermeld zijn in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. De gemeente stelt het minimale inkomen vanaf welke de eigen bijdrage afhankelijk van het inkomen wordt verhoogd, vast op de hoogte die vermeld is in het Besluit maatschappelijke ondersteuning (€ 16.137, € 14,162, € 20.810 respectievelijk € 19.837). De gemeente stelt het inkomen vanaf welke de eigen bijdrage afhankelijk van het inkomen wordt verhoogd, hoger vast dan zoals vermeld is in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. De eigen bijdrage wordt verhoogd met het maximum zoals dat in het Besluit maatschappelijke ondersteuning is opgenomen. De eigen bijdrage wordt verhoogd met minder dan het maximum zoals dat in het Besluit maatschappelijke ondersteuning is opgenomen.
63
Wmo monitor Noord-Beveland
Toelichting De eigen bijdrage kan inkomensafhankelijk zijn. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning is een maximum aangegeven dat als eigen bijdrage aan de burger gevraagd mag worden. Hierin is rekening gehouden met verschillen in leeftijd en inkomen. De gemeente kan de eigen bijdrage onder de maxima vaststellen. Een besparingsbijdrage geldt niet als eigen bijdrage. Bij deze vraag dienen drie antwoorden te worden aangevinkt. In de drie wijzen van berekening kan de gemeente telkens kiezen voor het maximum zoals dat in het Besluit maatschappelijke ondersteuning is vermeld. Maar de gemeente kan er ook voor kiezen om een lagere eigen bijdrage te vragen.
14. Zijn er in de gemeente (of regio waartoe de gemeente behoort) voldoende plaatsen voor de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang? Voldoende plaatsen
Onvoldoende plaatsen
Maatschappelijke opvang Vrouwenopvang
Definities Maatschappelijke opvang
Het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving
Vrouwenopvang
Het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld
Toelichting Het gegeven of er voldoende plaatsen in de opvang zijn, kan worden vastgesteld met behulp van het gegeven of er vanwege plaatstekorten al dan niet moet worden uitgeweken naar opvanginstellingen buiten de regio.
15. Welke activiteiten onderneemt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, om vrouwenopvang te bevorderen en om huiselijk geweld te voorkomen en tegen te gaan? gemeente Beschikbaar stellen van opvangvoorzieningen Ketensamenwerking Casusoverleg Er wordt gewerkt met casemanagers Steunpunt huiselijk geweld Er vindt voorlichting plaats ter preventie van huiselijk geweld Andere activiteiten, namelijk …….
64
regio
Wmo monitor Noord-Beveland
16. Welke activiteiten onderneemt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, om de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) te bevorderen en om dak-en thuisloosheid tegen te gaan? gemeente
regio
Vroegsignalering en preventie Meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis Opsporen van kwetsbare personen Contact leggen en contact houden met opgespoorde personen en ze toeleiden naar zorg / hulpverlening Bij terugval / uitval mensen weer opnieuw opsporen Een OGGz-platform / overleg met de betrokken partijen onder regie van de gemeente Afspraken met organisaties over de uitvoering van de OGGz (bevorderen van de ketensamenwerking) Bureau schuldhulpverlening Meldpunt overlast Informatieloket voor dak- en thuislozen Afspraken met woningbouwcorporaties over huisuitzettingen Individuele trajectplannen voor dak- en thuislozen Definities Openbare geestelijke gezondheids-zorg
Het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
Toelichting Bij vroegsignalering en preventie kan worden gedacht aan het voorkomen van huisuitzetting of van schulden, het voorkomen van verkommering of verloedering.
17.Welke ondersteuning en / of faciliteiten biedt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, voor de maatschappelijke zorg voor verslaafden en voor de beperking van de overlast door verslaving? gemeente
regio
Opvanglocatie Activering Vangnet bemoeizorg Toeleiding naar zorg Time-out voorziening Anders, namelijk …… Definities Maatschappelijke zorg voor verslaafden
Zorg voor verslaafden (met uitzondering van alle individuele geneeskundige verslavingszorg, zie Wmo artikel 1, lid 1f) gericht op opvang en ondersteuning van verslaafden.
65
Wmo monitor Noord-Beveland
Toelichting Bij ‘opvanglocatie’ kan worden gedacht aan huiskamerprojecten, soepbus, dagopvang, nachtopvang, avondopvang, enz. Bij ‘activering’ kan worden gedacht aan dagbesteding, reïntegratie, enz. Het gaat bij deze vraag om de ondersteuning van maatschappelijke opvang, uitdrukkelijk niet om medische/therapeutische behandeling van verslaving. Met ondersteuning/faciliteiten worden hier zaken bedoeld die feitelijk beschikbaar zijn voor de doelgroep. Het gaat niet om de manier waarop deze beschikbaar zijn.
18. Welke activiteiten biedt de gemeente en/of de regio waartoe de gemeente behoort, op het terrein van verslavingsbeleid? gemeente
regio
Universele verslavingspreventie Selectieve verslavingspreventie Gebruiksruimte
Definities Universele verslavingspreventie
Projecten of strategieën die gericht zijn op een hele school of gemeenschap met als oogmerk het gebruik van alcohol en drugs te voorkomen of uit te stellen.
Selectieve verslavingspreventie
Projecten voor specifieke groepen die een relatief hoog risico lopen om verslavingsgerelateerde problemen te ontwikkelen.
Gebruiksruimte Een voorziening waar een verslaafde op een rustige en veilige manier zijn zelf meegebrachte drugs kan gebruiken. De gebruiksruimte kan deel uitmaken van een geïntegreerde zorgvoorziening.
19. Hoeveel uitgaven (in Euro) heeft de gemeente naar schatting in het voorgaande jaar uitgegeven aan de uitvoering van de Wmo voor de volgende IV3-functies? IV3-functie
uitgaven in Euro
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
€
622 Huishoudelijke verzorging
€
630 Sociaal-cultureel werk
€
652 Voorzieningen gehandicapten
€
� Definities IV3-functies
66
De artikelen 71 t/m 74 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Ministeriële Regeling Informatie voor derden (Iv3) d.d. 6 februari 2003 verplichten de gemeenten gegevens aan te leveren aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de Ministeriële Regeling zijn de driecijferige functies gespecificeerd.
Wmo monitor Noord-Beveland
Toelichting Gevraagd wordt naar de uitgaven over het afgelopen kalenderjaar (te verkrijgen via de controller). Er zijn geen richtlijnen op basis waarvan de gemeenten op uniforme wijze de begroting en verantwoording opstellen. Het is daardoor voor de hand liggend dat niet alle gemeenten de Wmo-uitgaven onderscheidend begroten en verantwoorden. De vraag naar de precieze uitgaven in het kader van de uitvoering van de Wmo in het voorgaande jaar zou derhalve een grote administratieve last bij gemeenten neerleggen. De IV3-functies worden door gemeenten toch al verzameld, en zorgen voor een redelijke vergelijkbaarheid tussen gemeenten. Gekozen is voor de IV3-functies 620, 622, 630 en 652 omdat de uitgaven die hieronder vallen grotendeels Wmo-gerelateerd zijn. Voor de functie 714 Openbare gezondheidszorg geldt dit bijvoorbeeld niet, alleen de uitgaven aan openbare geestelijke gezondheidszorg behoren tot de Wmo-uitgaven. Burgers verkrijgen zo op hoofdlijnen inzicht in de gemeentelijke uitgaven voor de algemene voorzieningen ‘maatschappelijke dienstverlening en advies’ en ‘sociaal cultureel werk’, en de individuele voorzieningen ‘huishoudelijke verzorging’ en ‘voorzieningen gehandicapten’. In de communicatie richting raad en burgers zal benadrukt worden dat dit slechts een deel van de Wmo-uitgaven betreft.
67