Wmo Cliëntenraad Purmerend
Contactadres: Zorgbelang Noord-Holland, Schipholpoort 48, 2034 MB Haarlem Ongevraagd advies op basis van achterbanraadpleging 2010 Kenmerk Datum
11100CR 18 februari 2011
Dit advies is opgesteld namens de Wmo Cliëntenraad Purmerend. De Wmo Cliëntenraad Purmerend is een onafhankelijk adviesorgaan en behartigt de belangen van alle mensen die een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning. De Wmo Cliëntenraad Purmerend bestaat uit negen vertegenwoordigers van verschillende Wmo-gebruikersgroepen1 De Wmo Cliëntenraad Purmerend is opgericht om te adviseren, gevraagd en ongevraagd, over het gemeentelijk Wmo-beleid en de uitvoering hiervan. Aanleiding De Wmo Cliëntenraad heeft Zorgbelang Noord-Holland opdracht gegeven onderzoek te doen naar de wensen en knelpunten van drie specifieke doelgroepen: mantelzorgers, vrouwen met een niet-westerse achtergrond en mensen met een GGZ-achtergrond, omdat zij meer te weten wilden komen over de ervaringen van deze doelgroepen met de Wmo en het loket Wmo. Daarnaast was de Wmo Cliëntenraad benieuwd naar de ervaringen van PGB-gebruikers met het PGB. Onderzoeksvragen De Wmo Cliëntenraad heeft Zorgbelang Noord-Holland gevraagd twee vraagstellingen te onderzoeken: 1. Wat zijn de ervaringen van kwetsbare doelgroepen uit Purmerend met het Loket Wmo, de informatievoorziening en de mogelijkheden tot participatie? 2. Hoe ervaren PGB-gebruikers uit Purmerend de keuze voor het PGB met betrekking tot financiële verantwoording, administratie en informatievoorziening? Onderzoeksopzet Met vertegenwoordigers van de drie genoemde doelgroepen is een groepsgesprek gevoerd. Daarnaast is in samenwerking met de gemeente Purmerend een enquête uitgezet onder gebruikers van een Persoonsgebonden budget (PGB) (zie bijlage 1 voor meer informatie). Op basis van de onderzoeksresultaten heeft de Wmo Cliëntenraad een ongevraagd advies opgesteld. Dit advies is besproken tijdens de vergadering van de Wmo Cliëntenraad op 31 januari 2011. In dit document komen eerst de onderzoeksresultaten aan bod, daarna het opgestelde advies.
1
De volgende Wmo-gebruikersgroepen zijn vertegenwoordigd: • Ouderen.• Mensen met een verstandelijke beperking.• Mantelzorgers.• Chronisch zieken • Mensen met een lichamelijke beperking.• Mensen met een niet-westerse achtergrond.• Jongeren.• Cliënten van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).• Dak- en thuislozen en verslaafden.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 1 van 20
Onderzoeksresultaten In totaal zijn er 115 vragenlijsten verstuurd naar alle PGB-houders binnen de gemeente Purmerend. Er zijn 60 vragenlijsten geretourneerd, dit is een respons van 52%. Per doelgroep heeft er één groepsgesprek plaatsgevonden, met een opkomst variërend van 9 tot 15 aanwezigen (zie bijlage 1-5 voor meer informatie). Alle aanwezigen stelden de groepsgesprekken zeer op prijs, omdat zij zich gehoord voelden. De resultaten van de enquête en de groepsgesprekken leiden tot de volgende vijf conclusies: 1. De bekendheid met de Wmo en het Wmo-loket is laag Van de deelnemers aan de groepsgesprekken, met uitzondering van de mantelzorgers, hadden de meeste mensen nog nooit gehoord van de Wmo of het Loket Wmo. Er is behoefte aan duidelijke folders en verspreiding van informatie via onder andere de huisarts, de sociale dienst en scholen. 2. De doelgroepen ervaren problemen met voorzieningen Mensen met een GGZ-achtergrond hebben behoefte aan activiteiten die gericht zijn op de doelgroep. Mantelzorgers ervaren weinig keuze wat betreft respijtzorg, gebrekkige kwaliteit van de respijtzorg en het wegvallen van dagopvang. 3. De doelgroepen ervaren problemen met indicatiestelling Het is niet altijd duidelijk waarom een indicatieaanvraag wordt afgewezen, er is veel papierwerk mee gemoeid en er is weinig aandacht voor het signaleren van eenzaamheid en psychische problematiek. 4. PGB-gebruikers ervaren de informatievoorziening als onvolledig Zij missen informatie over indicatiestelling, eigen bijdrage en werkgeverschap. Respondenten willen duidelijke informatie over de voor- en nadelen van een PGB en de dienstverlening van Sociale Verzekeringsbank (SVB). 5. De administratie en financiële verantwoording van het PGB zijn belastend 38% van de ondervraagde PGB-gebruikers vindt de administratie ingewikkeld. 32% vindt het PGB-bedrag niet voldoende. De financiële verantwoording per kwartaal wordt als belastend ervaren. Ongevraagd advies De Wmo Cliëntenraad gaat bij de advisering uit van een aantal uitgangspunten waaraan hij Wmo-beleid van de gemeente Purmerend toetst en van waaruit hij zelf initiatieven neemt (zie bijlage 4 voor meer informatie). Op basis van de onderzoeksresultaten heeft de Wmo Cliëntenraad een advies opgesteld over vier thema’s: informatievoorziening, indicatiestelling, collectieve voorzieningen en financiële verantwoording over het PGB. In totaal doet de Wmo Cliëntenraad 9 aanbevelingen. Goede informatievoorziening Een goede informatievoorziening biedt de basis voor cliënten om die ondersteuning en zorg te kiezen die bij hen past. Daarmee kunnen zij de regie over hun eigen leven voeren. De Wmo Cliëntenraad dringt bij de gemeente aan op:
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 2 van 20
1. Uitbreiding van de kanalen om informatie verspreiden Verschillende doelgroepen moeten in bijeenkomsten voorlichting krijgen over de Wmo, bijvoorbeeld door Loket-medewerkers. Er moet op meerdere plekken schriftelijke informatie verstrekt worden. Geschikte plekken voor informatieverspreiding (mondeling, folders) over de Wmo zijn: de huisarts, de sociale dienst, scholen, wijkcentra, opvoedspreekuren en huis-aanhuis bladen. Folders en formulieren moeten in helder en makkelijk Nederlands geformuleerd zijn. Informatie moet minder versnipperd worden aangeboden. Mensen van niet-westerse afkomst ervaren vaak een taalbarrière bij gesprekken met het Loket Wmo. De mogelijkheden om deze barrière te overbruggen moeten onderzocht worden. Er moet iemand in dienst zijn bij het Loket Wmo die verstand heeft van GGZproblematiek. Een apart spreekuur bij het Loket Wmo voor mensen met een PGB is wenselijk. 2. Het richten van de inhoud informatie op specifieke doelgroepen De informatie voor mensen met een GGZ-achtergrond moet in ieder geval antwoord geven op vragen als: kan vanuit de Wmo een compensatie voor de eigen bijdrage geboden worden, valt gespecialiseerde thuiszorg ook onder de Wmo, kan een vervoersvoorziening aangevraagd worden in geval van psychische problematiek? De informatie voor mantelzorgers moet in ieder geval bevatten: duidelijkheid over de regels die de gemeente hanteert om iemand als mantelzorger te definiëren, informatie over voorzieningen zoals respijtzorg (wat is het en hoe werkt het?), wat wordt er door de gemeente en andere instanties aangeboden, hoe kan het mantelzorgcompliment aangevraagd worden en de rechten van mantelzorgers. Informatie over het PGB moet bevatten: een helder overzicht van de voor- en nadelen, informatie over indicatiestelling, de eigen bijdrage, de Sociale Verzekeringsbank en PGB vereniging Per Saldo. PGB-gebruikers moeten regelmatig op de hoogte gehouden worden van nieuwe ontwikkelingen. De loketmedewerker moet niet zelf selecteren wie zij informeren op basis van een persoonlijk (voor)oordeel over de mate waarin het PGB geschikt is voor de betreffende persoon. Cliënten bepalen zelf of zij kiezen voor zorg in natura of een PGB. Het Loket Wmo zou budgethouders meer kunnen ondersteunen bij de keuze voor hulpmiddelen. Over de mogelijkheid voor deze ondersteuning moeten budgethouders geïnformeerd worden. Indicatiestelling Goede vraagverheldering is een belangrijke voorwaarde voor mensen om zorg te kunnen kiezen die bij hen past. De Wmo Cliëntenraad adviseert de gemeente Purmerend: 3. Bij de indicatiestelling uit te gaan van de ondersteuningsbehoefte van cliënten. Mensen doen zich soms minder hulpbehoevend voor, of er schuilt een problematiek (zoals eenzaamheid of psychische problematiek) die pas duidelijk wordt wanneer hier op doorgevraagd wordt of wanneer er een huisbezoek wordt afgelegd. 11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 3 van 20
Heldere en eenvoudige formulieren voor een indicatieaanvraag dragen tevens bij aan goede vraagverheldering. Collectieve voorzieningen Het bevorderen van de participatie van kwetsbare doelgroepen staat al vanaf het begin van het bestaan hoog op de agenda van de Wmo-cliëntenraad. De Wmocliëntenraad vindt het van belang dat de gemeente in contact blijft met de specifieke doelgroepen om zo op de hoogte te blijven van hun behoeften. Met betrekking tot de collectieve voorzieningen dringt Wmo-cliëntenraad aan op: 4. Het uitbreiden van de keuzemogelijkheden voor respijtzorg De Wmo Cliëntenraad vindt het van groot belang dat mantelzorgers (tijdelijk) ontlast kunnen worden van hun zorgtaken. Er moeten meerdere vormen (thuis of bij een instelling) van respijtzorg worden aangeboden en meerdere aanbieders beschikbaar zijn. Zo kunnen mantelzorgers respijtzorg kiezen die het beste bij hen en hun situatie past, en beschikbaar is op het moment dat de mantelzorger hier behoefte aan heeft. 5. Monitoring en verbetering van kwaliteit van de respijtzorg Mantelzorgers die gebruik hadden gemaakt van respijtzorg waren hier niet tevreden over. Met name voor patiënten die veel zorg behoeven (bijvoorbeeld iemand met dementie) moet de kwaliteit van de aangeboden respijtzorg bewaakt en verbeterd worden. De mantelzorger zal het vertrouwen in de respijtzorg verliezen wanneer blijkt dat de thuishulp of zorginstelling de zorg voor de naaste niet aankan. 6. Behoud van doelgroepgerichte voorzieningen Het is belangrijk dat er genoeg activiteiten in het DAC aangeboden blijven worden. Bij activiteiten in buurthuizen moeten er speciale activiteiten zijn voor mensen met een GGZ-achtergrond, want in de brede doelgroep voelen zij zich niet thuis. Er moet bekeken worden of er gecompenseerd kan worden voor de eigen bijdrage die sinds kort voor de deelname aan activiteiten in het DAC gevraagd wordt. Voor mantelzorgers moet de mogelijkheid blijven bestaan lotgenotencontact te behouden. Administratieve en financiële verantwoording over het PGB. Het PGB is een belangrijk middel voor de gemeente Purmerend om haar inwoners van maatwerk te voorzien binnen de Wmo. De Wmo Cliëntenraad dringt bij de gemeente aan op: 7. Halfjaarlijkse of jaarlijkse ontvangst en verantwoording van het PGB. Budgethouders zijn nu veel tijd kwijt met administratie en verantwoording. De benodigde zorg en ondersteuning schommelt door het jaar heen, bijvoorbeeld door ziekte en vakantie. Het ene kwartaal houdt men daarom wat over van het PGB, terwijl men het andere kwartaal wat tekort komt. Op dit moment wordt een overschot elk kwartaal geïnd door de gemeente. Wanneer men in het volgende kwartaal tekort komt kan een budgethouder dit niet compenseren. Hierdoor komen budgethouders makkelijk in financiële problemen. 8. Vereenvoudiging van de verantwoording van het PGB Er moet kritisch gekeken worden naar hetgeen nodig is van een budgethouder om de besteding van het PGB te verantwoorden (afschriften, rekeningen, werkbriefjes, etc.). 11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 4 van 20
Budgethouders ervaren de huidige wijze van verantwoording als ingewikkeld, tijdrovend en ervaren veel wantrouwen jegens hen vanuit de gemeente. 9. Flexibele inning van eigen bijdrage. Tweederde van de budgethouders zou het liefst de eigen bijdrage achteraf per periode betalen aan het CAK, een derde van de budgethouders wil het liefst de eigen bijdrage laten inhouden door de gemeente op het PGB-bedrag. Door budgethouders de mogelijkheid te geven te kiezen tussen deze alternatieven kan de gemeente Purmerend de uitvoering van het PGB afstemmen op de individuele behoefte van de gebruiker. Reactie op ongevraagd advies De Wmo Cliëntenraad wil de kanteling2 in het denken rond de Wmo bevorderen. De Wmo Cliëntenraad nodigt de gemeente Purmerend uit op, een nader te bepalen datum, samen in gesprek te gaan over de onderzoeksresultaten en het ongevraagde advies.
2
Met de kanteling wordt een proces aangeduid waarbij gemeenten (en belangenbehartigers en burgers) kantelen in hun denken rond de Wmo: de vraag en de mogelijkheden van mensen staan centraal, in plaats van kant en klare antwoorden. Het gaat om individueel maatwerk leveren nadat gedegen vraagverheldering heeft plaatsgevonden. Als resultaat van de Kanteling-projecten is onder andere een nieuwe verordening individuele voorzieningen opgesteld, die van dit principe uitgaat. De Kanteling is een project van het Programma VCP, de CG-raad en de Samenwerkende Ouderenbonden (CSO). Gelijktijdig loopt er ook een project van de VNG om gemeenten te ondersteunen bij het kantelen.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 5 van 20
Bijlage 1: Uitgebreide beschrijving van het onderzoek Opdracht en vraagstelling De Wmo-cliëntenraad Purmerend laat zich bij zijn advisering voeden door de mening, wensen en knelpunten van zijn achterban. Via de gebruikelijke kanalen met zijn achterban hoort de Wmo-cliëntenraad veel. De Wmo-cliëntenraad wilde echter meer te weten komen over de ervaringen van kwetsbare doelgroepen met het Wmo-loket, informatievoorziening en de mogelijkheden tot participatie. Daarnaast was de Wmocliëntenraad Purmerend benieuwd hoe de huidige budgethouders het gebruik van het PGB ervaren. Het persoonsgebonden budget (PGB)3 biedt de gemeente Purmerend een kans om maatwerk te leveren. De Wmo-cliëntenraad wil dat de keuze voor een PGB in plaats van zorg in natura voor cliënten zo makkelijk mogelijk gemaakt wordt. Met behulp van het onderzoek krijgt de Wmo-cliëntenraad inzicht in eventuele knelpunten bij deze keuze rond financiële verantwoording, administratie en informatievoorziening. Zorgbelang Noord-Holland is gevraagd om de volgende twee vraagstellingen te onderzoeken: 1. Wat zijn de ervaringen van kwetsbare doelgroepen uit Purmerend met het Loket Wmo, de informatievoorziening en de mogelijkheden tot participatie? 2. Hoe ervaren PGB-gebruikers uit Purmerend de keuze voor het PGB met betrekking tot financiële verantwoording, administratie en informatievoorziening? Onderzoeksaanpak Om op de eerste vraag een antwoord te vinden heeft Zorgbelang groepsgesprekken gevoerd met drie doelgroepen: mensen met een niet-westerse achtergrond, mantelzorgers en mensen met een GGZ-achtergrond. De deelnemers voor de groepsgesprekken zijn onder andere geworven met behulp van hun vertegenwoordigers uit de Wmo-cliëntenraad. Daarnaast heeft er werving plaatsgevonden via diverse advertenties op het internet (waaronder de wijkpagina’s van de gemeente Purmerend) en via flyers en persoonlijke benadering op de Dag van de Mantelzorg 2010 en bij het DAC Purmerend. Ondanks de inzet van verschillende methoden meldden zich relatief weinig deelnemers voor de groepsgesprekken. Het is uiteindelijk gelukt om per doelgroep één groepsgesprek te organiseren, met een opkomst variërend van 9 tot 15 aanwezigen. De groepsgesprekken zijn anoniem verwerkt. Om op de tweede vraag een antwoord te vinden is er een enquête verspreid onder PGB-gebruikers, bestaande uit 23 vragen. De enquête is opgesteld in samenwerking met de Wmo-cliëntenraad Purmerend en de gemeente Purmerend en bevatte vragen over informatievoorziening, keuze voor het PGB en financiën. De enquête is begin november 2010 verstuurd naar alle budgethouders (115 personen) in de gemeente Purmerend. De enquête is verzonden door het Loket Wmo Purmerend (omwille van privacy redenen) en deelname aan de enquête was anoniem. 60 PGB-gebruikers hebben de enquête ingevuld. 3
Een PGB is een geldbedrag dat een burger van de gemeente ontvangt om zelf de hulp of een voorziening te kiezen en in te kopen. Het PGB is wettelijk verankerd in de Wmo.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 6 van 20
Resultaten Groepsgesprekken4 Bij het groepsgesprek met mensen met een niet-westerse achtergrond waren 15 deelnemers aanwezig (vrouwen). Het merendeel van de mensen had nog nooit gehoord van de Wmo of het Loket Wmo. Op de vraag wat de gemeente zou kunnen doen om de bekendheid van de Wmo en het Loket te vergroten werd onder meer geantwoord: open dagen organiseren, duidelijke folders (in makkelijk Nederlands) verspreiden via de huisarts en de sociale dienst en informatie verstrekken via scholen, wijkcentra en opvoedspreekuren. Daarnaast zou het Loket Wmo iemand in dienst moeten nemen die Turks en/of Arabisch spreekt. De aanwezigen geven aan dat ze door de zorg voor het huis, hun kinderen en een baan weinig tijd hebben voor zichzelf. Met name wanneer dit gepaard gaat met de zorg voor een gehandicapt kind of partner. De wijk wordt als prettig leefbaar ervaren, men merkt ook op dat deze de laatste jaren is opgeknapt. Het contact met de buren is goed. Bij het groepsgesprek met mantelzorgers waren 9 deelnemers aanwezig. Bij de vraag of men problemen ervaart komen onder meer de volgende zaken naar voren: hoge reiskosten naar het ziekenhuis die niet vergoed worden, de wir war aan organisaties die kunnen helpen, weinig keuze wat betreft respijtzorg (logeermogelijkheden), geen recht op hulp omdat de mantelzorger nog voldoende kan doen en mantelzorgers vinden dat zij veel zelf moeten uitvinden waarbij zij tegen veel regels aanlopen. Daarnaast werden er ook positieve ervaringen genoemd: als je eenmaal geregistreerd staat als mantelzorg neemt de gemeente contact met je op met de vraag of je hulp nodig hebt en behoefte hebt aan een gesprek enkele keren per jaar, de mantelzorgdag is erg fijn. Ook noemt een deelnemer dat de gemeente een zeer proactieve en meedenkende houding had bij de aanvraag voor een voorziening. Als verbeterpunten worden onder andere genoemd: de klantvriendelijkheid bij het Loket Wmo, duidelijkheid over de definitie ‘mantelzorger’, de kwaliteit van respijtzorg monitoren, beter begrijpbare en overzichtelijke informatie en formulieren, informatie over de rechten van mantelzorgers, meer keuze wat betreft logeermogelijkheden. Bij het groepsgesprek met mensen met een GGZ-achtergrond waren 9 aanwezigen (bezoekers van het DAC). De deelnemers ondervinden problemen met maatschappelijke participatie. Het wordt van groot belang geacht dat er genoeg activiteiten in het DAC worden aangeboden, want bij de buurthuizen voelt men zich niet thuis. Voor veel aanwezigen is de eigen bijdrage die het DAC vraagt voor deelname aan de activiteiten een groot probleem. Er ontstaat een tweedeling tussen mensen die dit wel en niet kunnen betalen. Alle aanwezigen wonen zelfstandig en hebben geen opmerkingen over hoe het wonen verbeterd zou kunnen worden. Eén deelnemer heeft een negatieve ervaring met het Loket Wmo tijdens een
4
Zie bijlage 2 voor de samenvattingen van de groepsgesprekken
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 7 van 20
crisissituatie, de andere aanwezigen hebben geen ervaring met het Loket Wmo. Men heeft geen idee wat de Wmo voor de doelgroep kan betekenen. Hier zou men graag een folder over willen. Er wordt aangegeven dat het belangrijk is dat deze doelgroep serieus wordt genomen, dat samenwerkingsinitiatieven ondersteund moeten worden en dat er bij het Loket Wmo iemand werkzaam moet zijn die verstand heeft van de doelgroep en waar men terecht kan. De deelnemers willen graag dat de gemeente regelmatig met hen in gesprek gaat. PGB-enquête Zestig budgethouders hebben de enquête ingevuld. De meeste budgethouders zijn 70 jaar of ouder, en hebben het PGB-Wmo sinds 2007. Alle budgethouders hebben het PGB in ieder geval voor huishoudelijk hulp. Het PGB geeft hen de mogelijkheid om ondersteuning te kiezen die aansluit bij hun persoonlijke behoeften. Budgethouders geven aan dat zij het PGB hebben gekozen, omdat zij bijvoorbeeld problemen hadden met een steeds wisselende hulp of graag familie wilden inschakelen voor ondersteuning in het huishouden. De resultaten van de enquête laten zien dat budgethouders, naast tevredenheid over het hebben van een PGB, knelpunten ervaren bij het PGB op het gebied van informatievoorziening, keuze voor het PGB en financiën. Voorbeelden zijn: budgethouders vinden dat er te weinig bekend is over de voor- en nadelen van een PGB, de administratie is ingewikkeld, er moet te vaak verantwoord worden (per kwartaal) en het PGB is niet altijd toereikend omdat er bijvoorbeeld bij de indicatiestelling geen rekening is gehouden met de grootte van de woning of dat het uurloon van de hulpverlener te hoog is (zie bijlage 3 voor een uitgebreid overzicht van de resultaten).
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 8 van 20
Bijlage 2: Resultaten groepsgesprek vrouwen met een niet-westerse achtergrond Datum: 11 november 2010 Aanwezig: 15 deelnemers (vrouwen van niet-westerse afkomst) en 1 medewerker van het loket Wmo5 Gespreksonderwerpen: Loket Wmo en informatievoorziening Vraag: hadden jullie gehoord van de Wmo? Antwoorden: Merendeel: niet van gehoord of als ze er wel van gehoord hadden, wisten ze niet precies wat het inhoudt. Enkeling: wel bekend omdat ik iets nodig had. * Vraag: hadden jullie gehoord van het Wmo loket? Antwoorden: Merendeel: nee, nog nooit van gehoord. Enkeling: wel bekend omdat we ervan gebruik gemaakt hebben (via kennis gehoord). Een mevrouw vindt de eigen bijdrage hoog voor een tandemfiets voor gehandicapte dochter. * Vraag: wat zou de gemeente kunnen doen om meer bekendheid te geven? Antwoorden: Open dag organiseren, folders neerleggen bij huisartsen, huisarts vragen in consult te wijzen op loket. Loket staat wel in gemeenteboekje. De stukjes in de (plaatselijke) krant worden weinig gelezen. De casemanager van de sociale dienst moet meer wijzen op de mogelijkheden. Hij wil je aan het werk zetten. Dat is zijn taak, maar hij moet ook informatie geven over de Wmo. Sommige deelnemers hebben het gevoel dat informatie expres niet gegeven wordt. De sociaal maatschappelijke dienstverlening (SMD) is ook een plek om informatie te krijgen. Scholen, wijkcentra en opvoedspreekuren kunnen ook informatie verstrekken. Waarom moet ik ieder jaar een nieuwe aanvraag indienen voor mijn gehandicapte dochter als haar situatie niet wijzigt en waarom kan niet alles bij één loket? * Vraag: voor mensen die moeite hebben met de taal, wat dan? Antwoorden: Formulieren invullen met een tolk erbij, maar dat is heel moeilijk. Het is als dochter niet altijd fijn met je vader mee naar het ziekenhuis te moeten als het om privé aangelegenheden gaat. Mensen gaan niet ergens heen als ze de taal niet goed spreken. Het Wmo loket zou mensen in dienst moeten nemen die Turks of Arabisch spreken of één keer per week of maand een spreekuur in een bepaalde taal moeten houden. (Maar er zijn veel verschillende Arabische talen, wordt ook opgemerkt). 5
De bijeenkomst vond plaats in samenwerking met VIP Centrum. De Loket-medewerker was aanwezig op uitnodiging van het VIP Centrum om vragen te beantwoorden van de deelnemers over de Wmo.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 9 van 20
Algemeen wordt gevraagd om makkelijke Nederlandse taal in folders en formulieren, zonder moeilijke woorden. Dit geldt zowel voor de gemeente als andere instanties. Geen folders etc. in vreemde talen. * Vraag: jullie zijn deels mantelzorger: hoe lastig is het om mee te doen in de maatschappij? Antwoorden: Werk, kinderen, huishouden, dat maakt dat ik een druk leven heb en niet veel erbij kan hebben. Een andere vrouw heeft geen eigen tijd over voor leuke dingen, met de zorg voor haar gehandicapte man. Vraag: een mantelzorger kan door een vrijwilliger vervangen worden: respijtzorg. Wisten jullie dat? Antwoorden: Eenmaal: via MEE is een plek in de dagopvang geregeld. * Vraag: de leefbaarheid in de wijk, doet de gemeente daar wat aan? Antwoorden: Iedereen zegt dat de wijk prettig is, rustig, met speelplekken voor de kinderen, winkels dichtbij, groen, geen afval overlast. In één wijk begon achterstand te komen: trapportalen niet goed schoon, afval bleef liggen: is nu een aandachtsgebied geworden. Er is een wijkontwikkelingsplan: wijken die achter liepen worden opgeknapt, heel hoge flatgebouwen worden gesloopt voor nieuwbouw. Er zijn geen opmerkingen over lawaai of hangjongeren in de buurt. Er is wel een bepaalde wijk waar veel allochtone jongeren bij elkaar komen. Iedereen ervaart dat op eigen manier, wordt gezegd. Veilig op straat: een deelnemer heeft overlast van de buren. Dit is aangekaart bij de wijkagent maar wordt niet opgepakt. * Vraag: hoe zijn de sociale contacten in de buurt, spreek je je buren? Antwoorden: Een mevrouw heeft in Amsterdam gewoond: daar geen contact, nu wel. Iedereen vindt het contact met de buren goed.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 10 van 20
Bijlage 3: Samenvatting groepsgesprek mantelzorgers Datum: 23 november 2011 Aanwezig: 9 mantelzorgers, duur mantelzorg varieert van 1 tot 25 jaar, zorg voor ouders of partner. Gespreksonderwerpen: Participatie, informatievoorziening *Problemen: Reiskosten naar het ziekenhuis (gedurende enkele maanden, zo’n 120 keer) worden door de zorgverzekering niet vergoed omdat de afstand minder dan 50 km was Je moet vaak het wiel zelf uit vinden. Er zijn zoveel organisaties die zich bezig houden met ondersteuning en die iets voor je kunnen doen, maar daar heb je geen overzicht van Hoeveelheid papieren van het CIZ Afwijzing aanvraag aan het loket, omdat ouderen zelf zich soms beter voordoen dan ze zijn. Aanvraag voor aanvullend vervoer werd afgewezen, omdat de aanvrager met de gewone bus naar het loket was gekomen. Volgens de mantelzorger is haar vader daarbij beoordeeld op zijn uiterlijk in plaats van op zijn beperkingen. Het vervoer was belangrijk voor haar vader om meer onder de mensen te komen. Volgens de mantelzorger was er sprake van eenzaamheid, aan het loket werd dit niet gesignaleerd. Men ziet de details niet en komt met regelgeving. Geen PGB-gelden meer (binnen de AWBZ). Hierdoor kon er geen hulp thuis georganiseerd meer worden, etc. Bij de respijtmogelijkheden is er weinig keuze. Als iemand heel veel zorg nodig heeft is de kwaliteit van het zorghotel (Novawhere, Tiengemeten) onvoldoende volgens twee van de aanwezigen die hiermee te maken hebben gehad. B.v. laat nog pyjama aan, geen vegetarisch eten, te weinig zorg. Aanvraag voor hulpmiddelen is afgewezen door Wmo loket -> CIZ omdat de klachten niet objectiveerbaar waren. Het gaat hierbij om een cliënt die ten gevolge van ME en dystrofie in een rolstoel zit. Geen hulp krijgen omdat iemand als partner nog voldoende kan doen (“alleen als u er geestelijk aan onder door gaat”) Men ervaart wel dat men veel zelf moet uitzoeken en dat er vaak een muur van regels is als je met een nieuwe vraag komt. De dagopvang van Novawhere is verdwenen. Er is nu nieuwe dagopvang bij Tiengemeenten. Probleem is wel dat de groep daar heel groot is. Sommige instellingen/voorzieningen (b.v. MEE) zijn onvoldoende bekend. Je moet als mantelzorger toch veel zelf doen, bijvoorbeeld ook de administratie rond de zorg. * Positief Nadat je geregistreerd staat als mantelzorger belt de gemeente met de vraag of er hulp nodig was. Bij Evean bestond de mantelzorgsalon. Dit werd positief gewaardeerd. Er kwamen zo’n 10 tot 12 mensen per keer. Naast onderlinge gezelligheid, was er
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 11 van 20
ook vaak een thema. Dit is nu afgeschaft. Er zijn nu geen groepsmogelijkheden meer (lotgenotencontact). Als je als mantelzorger geregistreerd staat, heb je de mogelijkheid om 3x per jaar een gesprek te krijgen met iemand van het loket. Een van de aanwezigen heeft hiervan gebruik gemaakt en een eerste gesprek gehad. Dit werd als prettig ervaren. Bij de Stichting Lekker Leven kan goedkoop huishoudelijke hulp gekregen worden (15 euro per uur). De gemeente was pro-actief bij het krijgen van hulpmiddelen. Eerst zou men geen traplift krijgen, omdat men dat niet meer doet. Maar vanuit het loket werd bedacht dat je die nog wel kunt krijgen “als je woonlasten toe zouden nemen bij verhuizing” en daarom werd de traplift wel gekregen. Ook bij het verstrekken van een toilet, die ook wast, werd ook meegedacht over welke toilet het meest geschikt was. Mantelzorgdag wordt als positief ervaren. * Aanbevelingen voor gemeente: Klantvriendelijkheid loket verbeteren Minder (verschillende) papieren van de diverse instanties Meer aandacht voor signalering van eenzaamheid en psychische problematiek Mogelijkheden voor lotgenotencontact Meer keuze voor respijtzorg (logeren), er is ook niet altijd plek Kwaliteit respijtzorg monitoren Het is niet duidelijk voor sommigen wat nu precies de regels zijn die de gemeente hanteert om iemand als mantelzorger te definiëren. Meer bekendheid geven aan de verschillende voorzieningen, b.v. in Het Gezinsblad en meer folders Meer informatie over rechten (in plaats van alleen over plichten) De informatie vanuit het loket voor de mantelzorger samen voegen, minder hapsnap (dus b.v. het aanbod van respijtzorg en het aanbod van 3x per jaar gesprek) De term respijtzorg niet gebruiken, maar beter uitleggen wat bedoeld wordt. Simpeler papieren bij de aanvraag voor zorg (CIZ) * Ronde: wat zou vooral moeten verbeteren? Informatievoorziening Tevreden, geen idee Wel de benodigde voorzieningen krijgen, blijft onduidelijk waarom deze cliënt dat niet krijgt Beknopter en heldere brieven, meer gebundelde informatie, uitleg over hoe je het mantelzorgcompliment kan aanvragen Duidelijker uitleg wanneer je volgens de gemeente mantelzorger bent, meer duidelijkheid over respijtzorg en meer invulling geven aan hoe het werkt Je rechten bij elkaar op papier zetten, centrale informatie Betere informatie, communicatie tussen zorgaanbieders verbeteren, overzicht van wat er aangeboden wordt door gemeente en andere instanties. Meer logeermogelijkheden en kwalitatief beter. Je kunt te weinig kiezen. Vooral ook voor “slechtere” patiënten, zoals mensen met dementie.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 12 van 20
Bijlage 4: Samenvatting groepsgesprek mensen met een GGZachtergrond Datum: 25 november 2010 Aanwezig: 9 deelnemers, allen bezoekers van het DAC Gespreksonderwerpen: informatievoorziening, Wmo-loket, participatie * Participatie: Een van de aanwezigen woont op de grens van twee gemeenten. Hij zou eigenlijk voor de activiteiten naar Alkmaar toe moeten, maar dat wil/kan hij niet. Dit is onhandig qua indicatie e.d Het is belangrijk dat er genoeg activiteiten in het DAC aangeboden blijven worden. Bij buurthuizen voelt de respondent zich niet thuis Geen indicatie gekregen voor de kunstinloop op Wherelant (kunstencentrum), terwijl dit voor haar van groot belang is. Het feit dat er sinds 1 juli een eigen bijdrage gevraagd wordt voor de activiteiten op het DAC is een groot probleem voor veel van de aanwezigen. Niet iedereen kan die eigen bijdrage betalen. In de praktijk is er een groep mensen die wel naar de inloop komt, maar dan vervolgens niet met activiteiten mee kan doen. - Er schijnt binnenkort compensatie voor de eigen bijdrage geregeld te worden door REAKT (het zorgbedrijf waaronder het DAC valt). Het Wmo loket vond de problematiek van cliënte te zwaar. Een zelfde negatieve reactie van de SMD (maatjesproject). De Wmo zou toch samen met cliënte naar een oplossing moeten zoeken. Cliënt wil niet naar een buurthuis voor activiteiten. Dat kost veel te veel energie. Het sociale leven binnen een groep die niet bekend is met de ggz is veel zwaarder. Hier voelen mensen zich thuis en hier kun je bijtanken. Je hebt wat aan elkaar. Iedereen heeft een zelfde achtergrond en je wordt niet gek gevonden. De hoeveelheid activiteiten die in het DAC aangeboden worden is voldoende. In het DAC is nu een tweedeling tussen degenen die de eigen bijdrage wel of niet kunnen betalen. Alle aanwezigen wonen zelfstandig en hebben geen opmerkingen over hoe het wonen voor deze doelgroep beter zou kunnen. * Loket: Met uitzondering van de hierboven genoemde (telefonische) ervaring van de cliënt die te zwaar gevonden werd aan het loket, zijn er geen ervaringen met het loket. Men heeft eigenlijk geen idee wat de Wmo voor de doelgroep zou kunnen doen. Het idee is dat de Wmo niets kan doen. Het zou fijn zijn als er een folder of zoiets was, waarin stond wat de Wmo specifiek voor mensen met psychische problemen zou kunnen doen. Kan bijvoorbeeld vanuit de Wmo een compensatie voor de eigen bijdrage geboden worden? En valt gespecialiseerde thuiszorg ook onder de Wmo, of alleen “gewone” thuiszorg? Het idee is dat er weinig begrip is voor de groep mensen met een GGZachtergrond. Terwijl toch 1 op de 5 Nederlanders psychische problemen heeft. Belangrijk is dat de groep serieus genomen wordt en dat de gemeente in contact met ze blijft. Het gesprek nu wordt ook zeer gewaardeerd. 11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 13 van 20
Het loket is onbekend “weet niet wat het is”. Ergens heen gaan is trouwens sowieso lastig voor de meesten. Bezoek aan huis zou fijn zijn. Het maatjesproject loopt niet goed. Het duurt lang voordat er een match gevonden wordt. Er schijnen ook te weinig maatjes te zijn. Vraag van de deelnemers: Hoe zit het trouwens met de vervoersvoorzieningen? Biedt de Wmo ook de mogelijkheid van aangepast vervoer voor mensen met psychische problemen? Bijvoorbeeld om bij het DAC te komen?. Er is dus duidelijk voorlichting nodig over de Wmo en mensen met psychische problemen. Andere vraag van de deelnemers: valt het sociale activeringsbudget ook onder de Wmo? * Rondje: wat moet er in ieder geval gebeuren? Informatie geven over de Wmo, bijvoorbeeld in een op de doelgroep afgestemde folder In gesprek met de doelgroep blijven Initiatieven voor samenwerking ondersteunen Het DAC handhaven Serieus nemen van de doelgroep Aan het loket tenminste één iemand hebben die specifiek verstand heeft van deze doelgroep en die dan deze doelgroep ondersteunt en naar wie verwezen kan worden als iemand uit de doelgroep vragen heeft aan het Loket Wmo.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 14 van 20
Bijlage 5: Resultaten enquête 1. Algemeen In totaal zijn er 115 vragenlijsten verstuurd naar alle PGB-houders binnen de gemeente Purmerend. Er zijn 60 vragenlijsten geretourneerd, dit is een respons van 52%. De helft van de respondenten is 71 jaar of ouder (50%). De meeste respondenten hebben bij het Loket Wmo om hulp of zorg gevraagd omdat zij zelf een ziekte of handicap hebben (82%). 60% van de respondenten heeft sinds 2007 een PGB Wmo. Alle respondenten hebben het PGB Wmo voor huishoudelijke hulp. Daarnaast hebben enkele respondenten het PGB Wmo ook voor een hulpmiddel (17%), woonvoorziening (7%) en een individuele vervoersvoorziening (10%). 22% van de respondenten heeft naast het PGB Wmo ook nog een ander PGB, namelijk PGB AWBZ (15%) en PGB Wsw (7%). Het merendeel van de respondenten is geen lid van de PGB vereniging Per Saldo (88%). Een iets minder groot deel van de respondenten maakt ook geen gebruik van de diensten van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) (65%). 2. Informatievoorziening 38% van de respondenten had zelf al eens gehoord van de mogelijkheid van een PGB, 30% hoorde dit van familie/vrienden en 17% wist hiervan via het Loket Wmo. Overige respondenten (15%) werden geïnformeerd via begeleiders, een behandelend arts in het ziekenhuis, de ouderenbond, het zorgkantoor en een zorginstelling. 20% van de respondenten geeft aan geen informatie van het Loket Wmo te hebben gekregen over het PGB. De respondenten die aangeven informatie te hebben gekregen van het Loket Wmo hebben dit als volgt gekregen (meerdere antwoorden mogelijk): mondeling (33%), schriftelijk (52%), verwezen naar een of meerdere websites (7%). 83% van de respondenten geeft aan dat de ontvangen informatie van het Loket Wmo over het PGB voldoende was. Wanneer het niet voldoende was misten respondenten informatie over (meerdere antwoorden mogelijk) indicatiestelling, eigen bijdrage en werkgeverschap. Respondenten doen de volgende suggesties om de informatievoorziening over het PGB te verbeteren: meer informatie per brief dat het PGB tot de mogelijkheden behoort PGB-spreekuren inlassen bij het loket voor afhandeling problemen en voorlichting Persoonlijkere toelichting, want dit is handiger en makkelijker te begrijpen Afspraak bij de klant thuis of op kantoor Meer nieuwsbrieven sturen Website up-to-date houden
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 15 van 20
3. Keuze voor PGB 37% van de respondenten geeft aan dat medewerkers van het Loket Wmo het gebruik van een PGB bij hen gestimuleerd hebben. 47% van de respondenten is door het Loket Wmo gewezen op de mogelijkheid van een PGB. Aan 18% is een PGB aangeraden door het Loket Wmo en 2% is een PGB afgeraden door het Loket Wmo. Het merendeel van de respondenten (73%) geeft aan dat één van de belangrijkste redenen (meerdere antwoorden mogelijk) om het PGB te nemen was dat men zelf kan kiezen welke hulp men wil bij het huishouden. Andere opgegeven redenen zijn: hulp die men al had via de zorgaanbieder behouden (18%), familie/vrienden inhuren (43%), zelf hulpmiddelenleverancier kiezen (2%), zelf het type hulpmiddel kiezen (3%) en overig (10%): niet tevreden met toegewezen hulp veel problemen gehad met steeds wisselende hulp een vaste hulp geeft rust/vertrouwen zo kan de dochter komen helpen bij het huishouden voor zorg voor een kind op het moment van aanschaf van de scootmobiel was hiervoor nog niets bekend over de mogelijkheid om dit via een PGB te doen. Respondent heeft begrepen bij de vervanging hiervoor automatisch een PGB te krijgen. Respondenten geven aan dat er nadelen kleven aan de keuze voor een PGB. Als redenen worden opgegeven (meerdere antwoorden mogelijk): ingewikkelde administratie (38%) administratie kost veel tijd (33%) het is moeilijk als werkgever op te treden (10%) overeenkomst sluiten met hulp is lastig (5%) lastig om hulpmiddel te kiezen (2%) het is niet mogelijk om het verantwoorden van uren/betaling door te schuiven naar een volgende kwartaal (2%) de taal (2%) teveel papierwerk, ook in verband met de eigen bijdrage (2%) Respondenten hebben de volgende opmerkingen gemaakt en aanbevelingen gedaan voor het Loket Wmo om het makkelijker te maken voor cliënten om te kiezen voor een PGB: het CAK berekent de bijdragen niet goed. Sturen bij te late betaling gelijk een aanmaning via het incassobureau; de administratie zou makkelijker moeten; er moet duidelijker advies zijn voor de aanschaf voor hulpmiddelen; er moet informatie beschikbaar zijn over de SVB; er moet informatie staan over de mogelijkheden in lokale weekbladen/kranten; er moet meer voorlichting komen door middel van een brief naar alle klanten; de voordelen van een PGB moeten goed en eerlijk uitgelegd worden, zonder vooroordelen.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 16 van 20
4. Financiën 63% van de respondenten vindt dat het PGB-bedrag dat zij ontvangen voldoende is om goede hulp of een hulpmiddel in te kopen, 32% vindt het PGB-bedrag onvoldoende en 5% heeft deze vraag niet beantwoord. Wanneer respondenten het PGB-bedrag niet voldoende vinden geven zij hiervoor de volgende redenen op: er is te weinig geld toegekend, dus er kunnen niet genoeg schoonmaakuren ingekocht worden; er is bij de toekenning geen rekening gehouden met de grootte van de woning; het netto uurbedrag is te hoog; het bedrag is verlaagd; hulpverleners vragen een te hoog uurloon; er moet altijd zelf bijbetaald worden; in het ene kwartaal houd je over (bv wegens vakantie of ziekte), maar in het andere kwartaal kom je tekort. Dit tekort mag je niet compenseren met een ‘overschot’ uit een ander kwartaal. 72% van de respondenten vindt de wijze waarop men financiële verantwoording moet afleggen aan de gemeente goed. 22% vindt het te ingewikkeld, 2% vindt het te makkelijk (er zou meer controle moeten zijn), 2% vraagt zich af waarom er verantwoord moet worden (kost veel tijd en papier). 60% van de respondenten krijgt geen ondersteuning bij de financiële afhandeling van het PGB, anderen krijgen steun van de gemeente (7%), via het Servicecentrum PGB van Per Saldo (3%), via de SVB (12%) of op een andere manier, zoals: partner/familie; maatschappelijk werkers; begeleider. Het is alle respondenten duidelijk dat zij altijd een inkomensafhankelijke bijdrage moeten betalen die zij niet kunnen inhouden op het salaris van hun hulp in het huishouden. 62% zou het liefst deze bijdrage achteraf per periode betalen aan het CAK, 32% wil de eigen bijdrage het liefst laten inhouden door de gemeente op het PGB-bedrag. Respondenten geven de volgende aanbevelingen/opmerkingen voor het Loket Wmo over het punt financiering van het PGB: afschaffen van de verantwoordingsformulieren per kwartaal, want de indicatie wordt door deskundigen bepaald; waarom kwartaalverantwoording als de administratie door de SVB wordt gedaan? niet meteen het bedrag terugvorderen wat overblijft na 3 maanden, want het PGB krijg je per jaar en niet per 3 maanden. De ene keer heb je meer hulp nodig dan de andere keer en soms schiet je er dan enorm bij in; als er goede en structurele afspraken zijn, en de formulieren ingevuld zijn, zou dit voldoende moeten zijn en er zou verder geen verantwoording moeten worden afgelegd. Uitgaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen. het PGB-bedrag en verantwoording ervan halfjaarlijks; men heeft in elk geval een computer en printer nodig, het is niet altijd makkelijk om afschriften van de bank te krijgen; de betaling zou afhankelijk moeten zijn van het aantal gewerkte uren;
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 17 van 20
de respondent weet dat de gemeente hier niets aan kan doen, maar wil wel het volgende kwijt: CAK moet afgeschaft worden, direct betalen aan de instanties waar men gebruik van maakt, want nu wordt veel geld heen en weer geschoven; degenen die hun administratie laten verzorgen door de SVB kunnen beter direct contact opnemen met de SVB over hun financiën; het is eenvoudiger om 1 keer per jaar de financiële verantwoording in te leveren. Overig Tot slot hebben respondenten de volgende opmerkingen die het beleid van de gemeente Purmerend rond het PGB Wmo kunnen verbeteren: beter duidelijk maken dat het PGB te krijgen is; meer hulp bij boekhouding en verantwoording; meer informatie over loonbelasting; het moet duidelijker en makkelijker; de verlaging van het PGB compenseren met het werkelijk aantal uren.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 18 van 20
Bijlage 6: Uitgangspunten Wmo-cliëntenraad Purmerend 1. Vraaggestuurd Het beleid sluit aan op de vragen van de burgers. Dat betekent dat er zowel zicht moet zijn op vraag en aanbod in cijfers als op de wensen en behoeften van de burgers. In beleidsstukken moet helder zijn hoe de gemeente aan deze informatie komt. 2. Compensatiebeginsel is basis Uitgangspunt bij de Wmo is dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig moet kunnen leven en wonen en iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving. De Wmo schrijft gemeenten voor dat zij hun burgers moeten compenseren als zij door beperkingen hiertoe niet of onvoldoende in staat zijn. Het is daarbij belangrijk dat er niet vanuit voorzieningen, maar vanuit mogelijkheden (en hoe die te versterken zijn) en de persoonlijke beperkingen (en hoe die te compenseren zijn) moet worden gekeken. Daarbij staat behoud van regie over het eigen leven en zelfredzaamheid voorop. 3. Goede informatie, bereikbaarheid, toegankelijkheid Goede informatie helpt zorgvragers om die zorg, behandeling of dienstverlening te kiezen die bij hen past. Daarmee kunnen zij de regie over hun eigen leven voeren. Voor zorgvragers is het overzichtelijk als er in hun gemeente één Wmo-loket is waar zij met alle vragen voor ondersteuning terecht kunnen. Een loket dat onafhankelijke keuzeondersteunende informatie biedt, adviseert, maar ook helpt bij het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte door een goede vraagverheldering. Letterlijke bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen (waar kun je terecht), maar ook financiële bereikbaarheid (denk aan de hoogte van de eigen bijdragen) en het tegengaan van niet gebruik vallen hieronder. 4. Goede kwaliteit voorzieningen en keuzevrijheid Kwaliteit van dienst- en zorgverlening zijn leidend bij het inkopen en leveren van zorg en diensten. Helder is welk beleid gemeenten gaan volgen om kwaliteit te monitoren en te waarborgen, daarbij wordt ook de positie van de zorgvragers in dit proces vastgelegd. De burger moet kunnen kiezen uit verschillende soorten zorg- en dienstverlening. Dat betekent dat er meerdere aanbieders beschikbaar moeten zijn. Ook (de hoogte van) het PGB is hierbij belangrijk, daarmee kan de zorgvrager zelf zijn of haar gewenste zorg inkopen. 5. Betrouwbaarheid en rechtszekerheid Het is duidelijk waar mensen op kunnen rekenen ook voor langere perioden. Er is duidelijkheid over de rechten van de burger, een heldere klachtenregeling, en mogelijkheden van bezwaar en beroep. 6. Ondersteuning mantelzorgers Een van de taken binnen de Wmo is dat gemeenten het werk van mantelzorgers ondersteunen. De Wmo regelt dat mantelzorgers en vrijwilligers ondersteuning krijgen als ze tijdelijk niet in staat zijn om te zorgen. Mantelzorgers moeten bij hun gemeente terecht kunnen voor begeleiding bij het vinden van een tijdelijke oplossing die snel beschikbaar is en flexibel kan worden ingezet. 11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 19 van 20
En meer ondersteuning van mantelzorgers zal nodig zijn nu door de pakketmaatregelen preventieve voorzieningen verdwijnen. Hierdoor komt er weer meer druk op mantelzorgers. 7. Integraal beleid De Wmo is meer dan het regelen van voorzieningen. De Wmo biedt namelijk nieuwe perspectieven: zelfredzaamheid en participatie via het compensatiebeginsel. Hiervoor is het voeren van een integraal beleid nodig, beleidsvelden worden in hun onderlinge samenhang bezien. Gekeken wordt hoe beleid op verschillende terrein elkaar versterkt of aanvult en hoe overlap, hiaten of tegengestelde belangen voorkomen kunnen worden. Bijvoorbeeld: om zorg thuis te leveren moeten er geschikte woningen zijn en is dus samenhang tussen beleid rond zorg en rond wonen noodzakelijk. 8. Inclusieve samenleving Een inclusieve samenleving ligt in het verlengde van het compensatiebeginsel. Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin iedere burger, met of zonder beperking, kan deelnemen. Alle mensen hebben recht op gelijke kansen. Inclusief beleid betekent dat speciaal beleid voor speciale burgers verandert in beleid dat rekening houdt met alle burgers op alle beleidsterreinen. Bijvoorbeeld: woningen worden zo gebouwd dat zij voor iedereen toegankelijk zijn. 9. Participatiebeleid kwetsbare zorgvragers Het blijft noodzakelijk dat er specifieke aandacht komt voor groepen zorgvragers waar gemeenten minder goed mee bekend zijn, zoals mensen met een GGZachtergrond, of met een verstandelijke beperking. Ook zij moeten worden gecompenseerd voor hun beperkingen en de ondersteuning krijgen die voor hen nodig is om te kunnen participeren aan de maatschappij.
11100CR / Achterbanraadpleging 2010 en ongevraagd advies / Pagina 20 van 20