Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem: Wereldwijd toename energie uit fossiele brandstof Gevolg: CO2 uitstoot, slinkende brandstofvoorraden en toenemende milieubelasting Waarschijnlijk gevolg: Snellere klimaatverandering Maatregel: Wereldwijde afspraken [??] voor reductie verbruik fossiele brandstoffen Voornemen E.U. : Temperatuurstijging beperken tot 2⁰C t.o.v. pre-industrieel tijdperk Beleid E.U. : CO2 emissie reductie in 2020 met minstens 20% t.o.v. 1990, verhoging energie efficiency met 20% en verhoging hernieuwbare energieaandeel tot 20% Beleid Nederlandse regering: In 2020 14% duurzame energie, in het laatste regeerakkoord verhoogd naar 16% en momenteel waarschijnlijk weer teruggebracht naar 14% Dit betekent dat ca. 35% van de elektrische stroom duurzaam zal moeten worden opgewekt in 2020. Momenteel is het aandeel duurzame energie in Nederland krap 5%, waarmee Nederland achterloopt op de meeste E.U. landen en veel inspanning zal moeten plegen om de doelstelling in 2020 te halen Het doel moet worden bereikt door het realiseren van een totaalcapaciteit van: • •
6000 megawatt windenergie op zee 6000 megawatt windenergie op land [is 20% van de 14%]
En daarnaast toename van bio-energie, zonne-energie, aardwarmte, waterkracht. Gesteld wordt dat alle opties nodig zijn, gezien ook de doelstelling van de rijksoverheid die zegt dat in 2050 alle energie duurzaam dient te worden opgewekt. Het Rijk heeft met het IPO [interprovinciaal overleg] een afspraak gemaakt voor het borgen van 6000 MW aan ruimte voor windenergie op het land en het verdelen daarvan over de provincies. De afspraak is pas in januari 2013 vastgelegd, maar het overleg hierover is al jaren aan de gang en de provincies hebben de verdeling in principe ook al jaren geleden gemaakt. Recent is een rapport [door Bosch en van Rijn] verschenen waarin de IPO afspraak van 6000 MW op het land is getoetst en daaruit blijkt dat het IPO bod momenteel 5715 MW bedraagt waarvan 5629 MW technisch realiseerbaar. Uit de analyse blijkt verder dat: • • •
50% zich bevindt in gebieden zonder concurrerende belangen 30% zich bevindt in gebieden met zwaar concurrerende belangen 20% zich bevindt in gebieden met enige concurrerende belangen
Conclusie is dat er nog legio hobbels te nemen zijn om het gestelde doel te bereiken en dat rijk en provincie er belang bij hebben om alle aanpassingen die tot vertraging kunnen leiden tegen te gaan. De provincies hebben gegarandeerd dat de ontbrekende 285 MW en vervanging van afgevallen gebieden uiterlijk voorjaar 2014 zullen zijn ingevuld De provincie Zuid-Holland heeft in de IPO verdeling 730 MW ruimte realisatie op zich genomen. In de afgelopen jaren zijn door de provincie een aantal rapporten geproduceerd, waarin onder meer de verdeling over locaties binnen de provincie is behandeld.
Nota Wervel vastgesteld PSZH 22/10/2003 Herziening Nota Wervel PSZH 26/04/2006 Ontwerpnota Wervelender 08/10/2009 Ontwerpnota Wervelender met ambtelijke wijziging 02/03/2010 Adviesnota Wind in zicht 01/09/2010 Nota Wervelender 26/01/2011 Studierapport Windenergie en nationale landschappen 01/10/2011 Adviesnota Daar bij die molen 01/10/2011 Provinciale Structuurvisie actualisering 2012 30/01/2013 Verordening Ruimte actualisering 2012 30/01/2013
Wat is er vermeld in de hierboven vermelde documenten m.b.t. locatie 50 Nota Wervel vastgesteld PSZH 22/10/2003
Herziening Nota Wervel PSZH 26/04/2006
Ontwerpnota Wervelender 08/10/2009 Ontwerpnota Wervelender met ambtelijke wijziging 02/03/2010 Adviesnota Wind in zicht 01/09/2010 Nota Wervelender 26/01/2011
Studierapport Windenergie en nationale landschappen 01/10/2011 Adviesnota Daar bij die molen 01/10/2011 Provinciale Structuurvisie actualisering 2012 30/01/2013 Verordening Ruimte actualisering 2012 30/01/2013 Er is duidelijk de beleidswijziging te zien m.b.t. locatie 50 langs het Spui in de nota Wervelender van 26 januari 2011 t.o.v. de ontwerpnota van 8 oktober 2009 met ambtelijke wijziging op 2 maart 2010. De daarin vermelde argumentatie op pag. 14: locatie ligt geisoleerd en sluit niet aan op een economisch complex, die in 2011 blijkens de nota wervelender blijkbaar niet meer geldt. Dit, terwijl het advies van de provinciaal adviseur in het document “advies wind in zicht” van sept 2010 alleen de ruimtelijke bezwaren laat varen, iets dat hij een jaar later in “daar bij die molen” nog eens herhaalt. In de Nota Wervelender van 2011 is wel de Hoeksche Waard opgenomen als vrijwaringsgebied i.v.m. de kwalificatie nationaal landschap. De randen van de nationale landschappen worden wel als mogelijke locaties aangegeven, zij het na zorgvuldige afweging en advies. Zowel de stadsregio Rotterdam als Goeree-Overflakkee hebben de locaties zelf bepaald en in een convenant met de provincie vastgelegd. De gemeenten in de Hoeksche Waard hebben het probleem niet serieus genomen en gedroomd dat het wel zou overwaaien voor dit eiland als Nationaal Landschap. Pas toen duidelijk werd dat in de Provinciale Structuurvisie actualisering 2012 locatie 50 met 15 MW als onderdeel van de 90 MW voor de Hoeksche Waard wel opgenomen was en duidelijk werd dat de gedeputeerde daaraan wilde vasthouden kwam de lokale politiek in beweging met een reeks paniekhandelingen. Tevergeefs. De herziening is op dit punt ongewijzigd vastgesteld en niet vatbaar voor beroep. Op 22 april werd bekend gemaakt dat de Hoeksche Waard 3 maanden de tijd krijgt om te beslissen of en hoe zij meewerken aan de beslissing van de provincie. Over alternatieve locaties wordt niet meer onderhandeld. [23 april 2013 jan dekker]