Aan: Dd.: Re: Van:
College van Bestuur 04.07.11 Businessplan Sport en Cultuur TU Delft 2012-2016 Raymond Browne, hoofd Sport en Cultuur, directie O&S
1. Inleiding Voor u ligt het businessplan Sport en Cultuur voor de periode 2012-2016. Sinds het vorige businessplan (BP) 2006-2009, dat werd vastgesteld in juni 2006, heeft de unit S&C een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Het BP 2006-2009 stelde een aantal doelen: • Groei van de participatie van ruim 300.000 bezoeken naar 600.000 bezoeken per jaar • Vaste en gelijkblijvende TU-financiering op het niveau 2005 tot aan het moment dat de bezettingsgraad van de accommodatie op circa 60% zou zijn gekomen • Bij een bezettingsgraad van 60% TU-financiering gebaseerd op output (circa 300 euro per deelnemende student) • Een uit de exploitatie te financieren investering in de accommodatie van 6,5 miljoen euro in 4 jaar om deze groei te faciliteren • Een kostenstructuur met maximale risicobeheersing • Een inkomstenstructuur met studentprijzen kostendekkend voor de directe kosten en integraal kostendekkende prijzen voor niet-studenten Als we de realiteit van vandaag leggen naast deze doelen kunnen we constateren dat: De deelname ligt circa 300.000 bezoeken per jaar boven het target van het BP 06-09, d.w.z. op 900.000 bezoeken per jaar. Er nemen op dit moment ruim 10.000 studenten en medewerkers deel aan de activiteiten! De TU-financiering niet conform de afspraak is aangepast aan de groei van de deelname Ten opzichte van het BP 06-09 wordt in 2011 circa 300.000 euro aan tegenvallers opgevangen: o Door onvoorziene kosten als gevolg van gewijzigd TU-beleid o Door niet gerealiseerde inkomsten als gevolg van niet gerealiseerd BPafspraken Van het goedgekeurde accommodatieplan 2008-2011 tot nu toe alleen de eerste fase is uitgevoerd. Deze omstandigheden hebben in combinatie met de sterk groeiende deelname in 2010 en 2011 tot tekorten bij S&C geleid. Die zijn deels binnen O&S-budget opgevangen en door een toekenning uit de strategische onderwijsmiddelen, deels door korting op het S&C-budget. Zo is om budgettaire redenen de logistieke en organisatorische capaciteit niet (snel) genoeg aangepast aan de sterk groeiende deelname. Zonder aanpassingen in het budget die het mogelijk maken om organisatie en accommodatie de groeiende deelname te laten volgen, is het huidige deelnameniveau niet financierbaar. Laat staan verdere groei.
1
Een aantal actuele voorbeelden. • Eind 2009 is het management S&C door zowel klanten als organisatie kritisch aangesproken op de professionaliteit van de organisatie • Er wordt soms gebokst met 75 deelnemers in een les van 1,5 uur • Er wordt bij volleybal door veldgebrek op de lagere niveaus getraind in groepen van soms 20 spelers op 1 veld • Door ruimtegebrek worden bij cultuur soms cursussen in de foyer gegeven. • Cultuur heeft een lange wachtlijst van bandjes die willen oefenen. • Een aantal sportverenigingen overweegt een ledenstop • Er is onvoldoende ruimte om de groeiende vraag naar badminton en tafeltennis te accommoderen (internationals) • Er zijn wachtlijsten voor de tennislessen • De nieuwe fitness zit binnen een jaar op zijn maximale capaciteit van 3.500 fitnesskaarthouders • De danscursussen zitten vol er zijn wachtlijsten • Nieuwe activiteiten waar vraag naar is kunnen door ruimtegebrek niet worden aangeboden • De roeiverenigingen zijn explosief gegroeid en hebben nu samen 1.100 leden • Voor voetbal en hockey is er meer veldcapaciteit nodig • Het aantal cultuurverenigingen neemt toe Om verder te kunnen moet een aantal vragen worden beantwoord: Wil het CvB TU-studenten de komende jaren sport- en cultuurfaciliteiten bieden op het huidige niveau? Tegen welke studentprijs wil het CvB TU-studenten die faciliteiten bieden? Welk aandeel in de financiering verwacht het CvB van de markt? Welk aandeel in de financiering wil het CvB zelf nemen? Gaat het CvB daarbij uit van een “numerus fixus sport en cultuur” of van beschikbaarheid voor alle TU-studenten? Welke afspraken en besluitvormingsprocedures gelden binnen dit kader voor investeringen in de ontwikkeling van de accommodatie? Ten behoeve van de beantwoording van deze vragen is dit businessplan opgesteld voor de periode 2012-2016. Uitgangspunten businessplan 2012-2016 a. Algemeen Onder invloed van de maatregelen ten aanzien van harde knip, BSA en langstuderen zal de studiedruk de komende jaren toenemen. Het belang van goede – in het steeds flexibeler studierooster inpasbare – mogelijkheden voor ontspanning, het op peil houden van de fysieke en geestelijke conditie en persoonlijke ontwikkeling voor studenten zal daardoor alleen maar groter worden. De in 2006 vastgestelde visie en missie blijft daarbij het uitgangspunt. Een belangrijke bouwsteen voor dit businessplan is het in 2010 gehouden marktonderzoek. Ruim 2.000 studenten en medewerkers werkten mee aan een uitgebreid klanttevredenheids- en klantbehoefteonderzoek.
2
De uitkomsten van (internationale) studentenenquêtes als “I Graduate” en de Kwaliteitsmonitor laten daarnaast een positief oordeel zien over de kwaliteit van de sportvoorzieningen van de TU Delft in vergelijking met andere universiteiten. Ten aanzien van de (aanwezigheid van) culturele voorzieningen van TU en de stad Delft is het oordeel minder positief. De kwaliteit van de sport- en cultuurvoorzieningen blijken een belangrijke positieve rol te spelen bij het oordeel van studenten over de TU en de keuze van potentiële studenten voor de TU. Uit de ontwikkeling van de deelname en uit deze (markt-)onderzoeken blijkt dat het Sport- en Cultuuraanbod van de TU Delft zeer populair is onder studenten en hoog wordt gewaardeerd. Er is een duidelijke relatie met de toenemende studiedruk als gevolg van de maatregelen gericht op de verbetering van studiesucces en studierendement. Handhaving van de kwaliteit van het aanbod en de faciliteiten past dan ook goed bij de nagestreefde studiecultuur van presteren en excelleren. Dit businessplan kiest op basis daarvan twee (ambitieuze) ambities voor de periode 2012-2016: Accommoderen van de groei van de deelname bij handhaving gewenste kwaliteit van aanbod en uitvoering Professionalisering van de organisatie en de medewerkers om de activiteiten op een adequaat kwaliteitsniveau te kunnen blijven aanbieden (2011 tot 2013) Op basis van het eind 2009 uitgevoerde onderzoek naar het functioneren van S&C is een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd met name gericht op het oplossen van tal van logistieke en operationele problemen. Deze ervaring heeft management bewuster gemaakt van het belang van het handhaven van verbeteringen en het consolideren van groei, zowel voor de kwaliteitsbeleving van de klant als voor de verbinding met medewerkers en docenten. De ervaringen met het consolidatieproces en de uitkomsten van het marktonderzoek leveren een goed beeld van de verwachtingen van klanten met betrekking tot de kwaliteit in relatie tot de prijs. Voor dit plan hanteren we als kwaliteitsdefinitie: Wij leveren net iets meer dan de klant verwacht Wij zorgen dat de klant een gelet op ons product (visie/missie) en prijs realistische verwachting heeft b. Programmabeleid Ten behoeve van dit plan hebben programmaleiders en docenten programmabeleid voor de periode 2012-2016 ontwikkeld. Zij hebben daarbij de uitkomsten van het marktonderzoek betrokken, maar ook inzicht en prognoses over de ontwikkeling van de TU-studentenpopulatie en inrichting van het onderwijs.
3
c. Participatie Op basis van de huidige TU-prognoses wordt in dit plan rekening gehouden met een groei van het aantal studenten tot maximaal 20.000 in 2016. Op basis van het huidige marktaandeel is de autonome groei van de deelname S&C tot 2016 bepaald. Op basis van het programmabeleid voor de periode 2012-2016 zijn ambities geformuleerd voor groei van het marktaandeel. Op basis hiervan is de prognose van de ontwikkeling van de deelname tot 2016 samengesteld. Deze is de basis voor de financiële exercitie.
Prognose ontw ikkeling studenteninstroom en participatie 2012-2016. TU-studenten TU-medewerkers Participatie TU-studenten TU-medewerkers Overige studenten Overige niet-studenten Totaal Bezoeken per jaar primaire doelgroepen
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
16.000 5.300
17.000 5.400
17.500 5.400
18.000 5.400
18.500 5.400
19.000 5.400
19.500 5.400
20.000 5.400
8.760 845 415 565
8.910 840 410 555
9.170 840 410 555
9.910 895 410 555
10.390 955 410 475
10.900 1.010 410 395
11.380 1.065 410 315
11.870 1.125 410 235
10.585
10.715
10.975
11.770
12.230
12.715
13.170
13.640
860.000
870.000
895.000
960.000
1.010.000
1.055.000
1.105.000
2. Kostenontwikkeling a. Personeel Het plan voorziet in het meegroeien van het personeelsbudget met de groei van de deelname. De groei van dit budget zal ingezet moeten worden voor: Een toenemende inzet van docenten voor de begeleiding van de uitbreiding van het aanbod in verband met de toenemende deelname Versterking van de logistieke en organisatorische capaciteit Versterking van de administratieve ondersteuning Versterking van de capaciteit ten behoeve van de commerciële activiteiten Het in het BP 2006-2009 beschreven personeelsbeleid zal worden voorgezet, dat wil zeggen dat: Docenten volgens het recent vastgestelde nieuwe honoreringssysteem worden beloond en worden aangesteld als declarant of als freelancer (geen vast dienstverband) Beperking van het aantal vaste dienstverbanden in de niet-docenten formatie Vanuit de nagestreefde studentenbetrokkenheid inzet van studenten in de organisatie daar waar deze inzet een meerwaarde voor de organisatie heeft Na vaststelling door het CvB van dit businessplan en het financiële kader voor de periode 2012-2016 zal binnen dit kader een organisatieplan worden opgesteld en eind 2011 aan het CvB ter goedkeuring worden voorgelegd. b. Accommodatie De (investeringen in) de Sport- en Cultuur accommodatie worden (conform de daarover in het Businessplan 2006-2009 gemaakte afspraken) anders gefinancierd dan bijvoorbeeld bij faculteiten. De unit Sport & Cultuur wordt
4
1.150.000
daarbij gezien als een zelfstandige businessunit waarvan de taken niet liggen op het gebied van het primaire proces van de TU Delft. Hiervoor is met FMVG TU Delft een afspraak gemaakt op basis van zogenaamde kostendekkende huur. Dat wil zeggen dat door FMVG alle feitelijke kosten die samenhangen met de Sport- en Cultuuraccommodatie in de vorm van huur in rekening worden gebracht bij de unit S&C. Het gaat dan om: • afschrijvingskosten • financieringsrente (4%) • kosten jaarlijks en groot onderhoud • kosten voor verzekeringen, rioollasten, Onroerend Zaak Belasting • beheerkosten FMVG. Dit businessplan voorziet in het meegroeien van het accommodatiebudget met de groei van de deelname. Vanuit het in dit plan opgenomen accommodatiebudget (dat wil zeggen de voorziene stijging van de door FMVG in rekening te brengen huur volgens het model kostendekkende huur) kunnen de jaarlijkse kosten van een investering in de accommodatie van circa 10 miljoen euro worden gefinancierd. Dit investeringsbudget zal ingezet moeten worden om de groei in deelnemersaantallen te kunnen accommoderen en wel voor: De oplossing in 2011/2012 van de huidige actuele knelpunten in de accommodatie die zijn ontstaat door het (na fase 1) stilleggen van de uitvoering van het eerder goedgekeurde accommodatieplan 2008-2011; Uitbreiding en vervanging van binnensportaccommodatie (derde sporthal, derde sportzaal, vergroting capaciteit fitness, squash- en krachttrainigsfaciliteiten) Uitbreiding van de buitensportaccommodatie (kunstgras- en beachsportcapaciteit) Uitbreiding en aanpassing van de cultuuraccommodatie (muziekruimten en ateliers) Algemene voorzieningen (horeca, kantoor, opslag) Deze investeringen vinden plaats over een periode van 6 jaar (2011-2016) en zijn inclusief: De benodigde korte termijn investering van 1,5 tot 2,0 miljoen voor oplossing van de actuele knelpunten Een investering van 2,5 miljoen te financieren uit een langjarige huurovereenkomst met Mondriaan (zie ook 3.b.) De nog resterende 4,8 miljoen van het eerder goedgekeurde accommodatieplan 2008-2011 Het betreft daarbij circa 6 miljoen aan investeringen in uitbreiding (leidt via het systeem kostendekkende huur tot een huurstijging) en circa 4 miljoen ten behoeve van vervanging van oude accommodatie (leidt niet tot huurstijging).
5
Na vaststelling door het CvB van dit businessplan en het financiële kader voor de jaren 2012 en 2013 zullen de bouwfasen voor de jaren 2012 en 2013 met FMVG TU Delft worden uitgewerkt en aanbesteed. c. Overige kosten Het betreft het budget voor verbruiksuitgaven (lesmaterialen, M&C-budget, etc.) en het budget voor investeringen in duurzame goederen. Ook dit budget groeit mee met de groeiende deelname. 3. Inkomsten a. Prijsbeleid studenten De prijs voor studenten heeft zich in de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Kostte een sportkaart in 2003 nog 48 euro, voor het lopende seizoen 2010-2011 is die prijs 92,50 euro, exclusief fitness (een extra tarief van 95 euro per jaar). Inclusief de door het CvB in het kader van de herijking in 2010 doorgevoerde prijsstijging dekken de studentbijdrage voor sport op dit moment 109% van de directe kosten. Bij cultuur is een 100% kostendekkendheid voor de directe kosten niet haalbaar gebleken. Voor sport en cultuur samen dekken de studentenbijdrage 87% van de directe kosten. Het in 2010 gehouden marktonderzoek geeft aan dat de rek er voor wat betreft de studentenprijs goeddeels uit is. De prijzen zijn door de in de afgelopen jaren doorgevoerde verhogingen in vergelijking met andere universiteiten aan de hoge kant. Bij handhaving van het huidige dekkingsniveau zouden de studentprijzen zich de komende jaren (op prijsniveau 2011) als volgt ontwikkelen.
Ontw ikkeling studentprijs. 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Studentprijzen Sportkaart Fitnesskaart Gemiddelde prijs cultuurcursus (8 weken)
90 80 40
93 95 42
95 98 48
99 102 48
101 104 50
102 105 50
102 105 50
102 105 50
Gemiddelde bijdrage per student
91
97
101
106
108
109
109
109
De in dit plan opgenomen prognose van inkomsten uit deelnemersbijdragen is gebaseerd op bovenstaande prijsontwikkeling voor studenten. b. Markt Mondriaan Sinds 2005 huurt de Mondriaan opleiding Sport en Bewegen overdag sportaccommodatie. In 2011 levert dit een bedrag van circa 170.000 euro aan inkomsten. De Mondriaan opleiding zit op dit moment nog verspreid over 3 locaties in Delft en heeft aangegeven de opleiding graag te willen concentreren bij de unit S&C. Hiervoor zou een derde sporthal, een 8-tal theorielokalen, een eigen kantine en
6
een docentenkamer gerealiseerd moeten worden. Een totale investering van circa 2,5 miljoen euro (onderdeel van de hierboven genoemde 10 miljoen). De huuropbrengst zou hiermee stijgen naar circa 350.000 euro per jaar en Mondriaan is bereid hiervoor een 10-jarige huurovereenkomst aan te gaan. Deze extra inkomsten van circa 180.000 euro per jaar dekken de jaarlijkse kosten van de investering van 2,5 miljoen ruimschoots. Bijkomend voordeel is dat de derde sporthal ook voor het aanbod voor TU-studenten beschikbaar komt. TU-medewerkers en health. Dit Businessplan kent ten aanzien van de ontwikkeling van de participatie van TU-medewerkers een – gelet op de prioriteit die is gelegd bij de studenten als primaire doelgroep – beperkte ambitie. Doel is een beperkte verhoging van de deelname van TU-medewerkers door het vergroten van de bekendheid van S&C onder medewerkers en het verbeteren van het imago. In het kader van de TU-doelstellingen met betrekking tot Bedrijfsgezondheid (project E-health) gekoppeld aan de wetenschappelijke ambities van de TU (DRI Health), lopen gesprekken tussen TU-HRM, DRI Health, TNO, KPN en OHRA gericht op (de ontwikkeling van) Bedrijfsgezondheidsprogramma’s op een (veel) hoger ambitieniveau. Uitwerking daarvan valt buiten de scope van dit businessplan. Het verdient aanbeveling om hiervoor een aparte haalbaarheidsstudie te verrichten. Deze zou gericht kunnen zijn op de realisatie van een aparte faciliteit voor bedrijfsgezondheid/bedrijfsfitness in samenwerking tussen de hierboven genoemde partijen bijvoorbeeld op of bij het terrein van Science Port Holland en in samenhang met andere daar geplande initiatieven en investeringen op het gebied van Health (Protonenkliniek). Uiteraard zou de unit S&C in de toekomst graag bij een dergelijke studie en eventuele realisatie van een dergelijke voorziening (bijvoorbeeld in de exploitatie) betrokken willen zijn. Overigen In 2011 wordt naar verwachting uit sponsoring, verhuur (exclusief Mondriaan) en verkoop van materialen circa 380.000 euro aan inkomsten gerealiseerd. Naar verwachting zullen deze inkomsten bij realisering van de accommodatieuitbreiding kunnen toenemen tot circa 600.000 euro in 2016. Daarnaast heeft de HHS aangegeven geïnteresseerd te zijn in een (financiële) afspraak over deelname van HHS-studenten. Horeca Het netto resultaat van de horeca zal in 2011 naar verwachting circa 175.000 euro bedragen, bij een verwachtte omzet van circa 940.000 euro. De winstmarge ligt daarmee op 18,5% en de omzet op circa 1 euro per bezoek. Gebaseerd op de prognose van het aantal bezoeken in 2016 wordt voor 2016 een omzet verwacht van circa 1,2 miljoen euro en een netto resultaat van circa 225.000 euro. c. TU-bijdrage In het BP 2006-2009 is afgesproken dat de TU-bijdrage gebaseerd zou worden op een outputfinanciering van 300 euro (prijsniveau 2006) per deelnemende
7
student vanaf het moment dat de bezetting van de accommodatie op 60% kwam te liggen. Vanaf 2008 is deze bezetting bereikt en had de TU-bijdrage conform de gemaakte afspraak 308 euro per deelnemende student moeten bedragen. Wanneer deze afspraak wordt doorgetrokken tot en met 2016 en gekoppeld wordt aan de prognose van de deelname ontstaat het volgende beeld. TU-bijdrage
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
2013
2014
2015
2016
Conform BP 2006-2009
2.735 2.735 2.765 3.045 3.127 3.246 3.522 3.723 3.935 4.143 4.360
Lumpsum structureel Lumpsum incidenteel SOM Lumpsum incidenteel O&S
2.735 2.735 2.735 2.871 2.871 2.871 0 0 0 0 200 200 0 0 0 0 218 200
TU-financiering totaal
2.735 2.735 2.735 2.871 3.289 3.271
Lumpsum ten behoeve van: Huurstijging Kostendekkendheid niet studenten Resultaat S&C Lumpsum tbv BP BP 2012-2016 Verschil tov BP-afspraak Per student: Conform BP 2006-2009 Feitelijk BP 2012-2016
-20
5
0
-1
97 86 0
77 57 0
2.755 2.730 2.735 2.872 3.106 3.137 3.508 3.669 3.805 3.916 4.004 20
-5
-30
-173
-21
-109
-14
-54
-130
-227
-356
367 369
359 358
330 326
311 307
315 319
319 305
323
327
331
335
340
322
322
320
316
311
Voorgesteld wordt om voor 2012 de structurele TU-financiering op het niveau van de afspraken uit het BP 2006-2009 te brengen en ook voor 2013 dit niveau van TU-financiering vast te stellen. Reden hiervoor is dat er op dit moment nog te weinig duidelijkheid is over de ontwikkeling van de studenteninstroom in de komende jaren en ook over de toekomstige inkomsten van de TUD nog onduidelijkheid is. Ten opzichte van de structurele TU-financiering in 2011 betekent dit een verhoging met 637.000 euro. Rekening houdend met de aanvullende incidentele TU-financiering in (2010 en) 2011, betreft het een verhoging ten opzichte van 2011 met 237.000 euro. Op basis van de daadwerkelijke studenteninstroom zal midden 2012 bekeken moeten worden of de ontwikkeling van de deelname daarnaast voor 2013 nog een aanvullende incidentele maatregel vraagt. Op basis van de verdere ontwikkeling van studenteninstroom en participatie zal vervolgens in 2013 een nieuwe uitspraak worden gevraagd over de TUfinanciering vanaf 2014.
8
4. Begroting 2012-2016 Tenslotte treft u hieronder de totale begroting 2012-2016. Onder de inkomsten treft u de gevraagde TU-bijdrage aan. Conform het hiervoor gedane voorstel zijn de jaren 2014-2016 en een aanvullende incidentele bijdrage in 2013 op basis van de instroom en participatie onderwerp van latere besluitvorming (grijs gearceerd).
Begroting 2012 - 2016 Sport en Cultuur (in € 1.000) 2009 re alis atie
2010 re alis atie
2011 be groting
Indire cte k os te n Personele lasten Personele lasten Shared Service Centra (FM) Huisvestingslasten Overhead Tota a l i ndi recte k osten
1.433 160 1.523 317 3.434
1.550 204 1.688 491 3.933
1.772 204 1.689 474 4.139
1.895 154 1.789 508 4.346
2.148 148 1.870 527 4.693
2.199 148 1.989 548 4.884
2.219 148 2.172 568 5.106
2.237 148 2.286 588 5.259
Dire cte k os te n Sport Docenten Materiaal Tota a l di recte k osten Sport
517 203 720
582 164 746
594 179 774
681 198 879
707 233 940
735 252 988
762 267 1.029
791 274 1.066
Dire cte k os te n Cultuur Docenten Materiaal Tota a l di recte k osten Cul tuur
189 72 261
261 50 311
270 72 341
283 77 360
299 91 390
316 100 416
330 106 436
345 108 453
Dire cte k os te n Hore ca
646
703
767
822
854
888
920
953
Spons oring s tude nte nactivite ite n
177
185
185
185
185
185
185
185
5.238
5.878
6.206
6.592
7.063
7.361
7.676
7.915
1.070 768 162 365 2.365
1.131 822 160 475 2.589
1.377 940 170 448 2.935
1.397 1.010 170 492 3.069
1.482 1.050 320 518 3.370
1.547 1.095 320 545 3.507
1.603 1.135 350 591 3.678
1.652 1.180 350 617 3.799
2.871
2.871
2.871
3.508
2.871
200 218 3.289
200 200 3.271
3.508
3.508 161 3.669
3.508 297 3.805
3.508 408 3.916
3.508 496 4.004
Totaal k os te n Ink om s te n Opbre ngs te n de rde n * Deelnemersbijdragen * Horeca * Mondriaan * Overige derde geldstroom Tota a l opbrengst derden Bijdrage TU De lft Lumpsum structureel Lumpsum incidenteel * Uit SOM * Uit O&S Tota a l bi j dra ge TU Del ft Bijdrage HBO-ins te lling (op bas is van aantal actie ve s tude nte n) Totaal Ink om s te n Re s ultaat
0 5.236 1-
0
2012
0
2013
15
2014
24
2015
49
2016
81
113
5.878
6.206
6.592
7.063
7.361
7.676
7.915
-
-
-
-
-
-
-
Bovenstaande begroting is exclusief prijsindexering. Wanneer wel rekening wordt gehouden met een prijsindexering (inflatie) van 1,25% per jaar liggen de kosten in 2016 circa 400.000 euro hoger dan de genoemde 7,9 miljoen euro. Hiervan kan 200.000 euro worden gedekt door de indexering van de opbrengsten derden. Daarmee rest een efficiency-target van (cumulatief) 200.000 euro in 2016.
9